Skip to main content

Redactie Beroepseer

Publicatie Solidariteit en de Nederlandse zorgverzekeringswet

Nivel brengt mening van burgers over ‘solidariteit in de zorg’ in kaart. Wat betekent solidariteit voor hen?

Burgers zijn het erover eens dat solidariteit in de zorg behouden moet worden. Maar hoe dit precies moet? Daarover zijn de meningen verdeeld. Een eerste stap is het in kaart brengen van de meningen van burgers over ‘solidariteit in de zorg’ en met name ook hóe deze meningen tot stand komen. Dit was het doel van het Burgerplatform Solidariteit, dat het Nivel organiseerde. Uit het platform kwam naar voren dat kennis over de werking van het zorgstelsel in Nederland van invloed kan zijn op solidariteit in de zorg: een toename van kennis kan leiden tot meer solidariteit.

De burgers die deelnamen aan het Burgerplatform bleken verschillend te denken over de betekenis van ‘solidariteit in de Nederlandse zorg’. Wel associeerden de meesten het met termen als ‘samen’, ‘gelijke kansen’, ‘collectief’ en ‘noodzakelijk’. Interessant is dat hun beeld aan het eind van de dag positief was veranderd, dus nadat hun kennis hierover tijdens het Platform was vergroot.

Nivel-peilingen geven een algemeen beeld van de meningen over solidariteit in de zorg

Het Nivel peilt sinds 2013 tweejaarlijks de mening van mensen in Nederland over dit onderwerp, door middel van een vragenlijst. De volgende peiling staat gepland voor eind 2019. De peilingen geven een goed algemeen beeld over solidariteit, maar bieden minder inzicht in hoe mensen solidariteit daadwerkelijk interpreteren en hoe hun mening over solidariteit in de zorg tot stand komt.

Burgerplatform Solidariteit voor meer en specifieker inzicht

In een eerste opdracht gaven de deelnemers aan wat hun eerste gedachten waren bij het begrip ‘solidariteit in zorg’. Vervolgens kregen zij een presentatie over de werking van solidariteit in de zorg. Hierna volgden enkele opdrachten met interactieve werkvormen, waarbij deelnemers mee discussieerden over dit onderwerp. Toen hen vervolgens op het eind van de dag nogmaals werd gevraagd naar hun beeld over solidariteit in het Nederlandse zorgstelsel, bleek dit positief te zijn veranderd. Dit was een van de bevindingen die zijn opgenomen in het verslag over het Burgerplatform Solidariteit.

Onderzoek met het Burgerplatform van het Nivel

Een Burgerplatform is een bijeenkomst van het Nivel waaraan verschillende burgers deelnemen, die meediscussiëren over complexe vraagstukken in de zorg. Uitgangspunt is dat niet iedereen het met elkaar eens hoeft te zijn; juist het verschil in meningen en behoeftes wordt belicht. Aan het Burgerplatform Solidariteit deden 19 burgers uit Nederland mee. Zij verschilden in leeftijd, geslacht en opleiding en zijn geworven via het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het Nivel.

Download hier de publicatie Solidariteit en de Nederlandse zorgverzekeringswet – Verslag van een Burgerplatform, door Martijn Kooijman, Anne Brabers, Judith de Jong, NIVEL, juli 2019: https://nivel.nl

Burgers staan achter solidariteit in de zorg, maar wat betekent solidariteit voor hen? Nivel, 24 juli 2019: https://nivel.nl

shortlist kandidaten verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2019

Kandidaten verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2019 bekend

De shortlist met kandidaten van de verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2019 is bekend! Er zijn vijf overheidsmanagers geselecteerd voor de tweede ronde, de jurygesprekken. Thema van de verkiezing van 2019 is Kompas in zwaar weer.

De vijf kandidaten vertegenwoordigen verschillende lagen binnen het openbaar bestuur. Ze zijn werkzaam op ministeries, in gemeenten, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen.

Ze vijf kandidaten zijn:

  • Rosemarie Bastianen, directeur Eenvoudig Beter, ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK)
  • Anne Coenen, directeur Maatschappelijke Ondersteuning in de Wijk, gemeente Rotterdam
  • Rogér Pellemans, vestigingsdirecteur Detentiecentrum Rotterdam en Zeist
  • Sylvo Thijsen, algemeen directeur Staatsbosbeheer)
  • Bob Wiegerink, teamchef Specialistische Opsporing, Politie Eenheid Amsterdam


Drie finalisten

Na het gesprek tussen de kandidaten en de jury wordt halverwege september de naam van de drie finalisten bekend gemaakt. Zij krijgen daarna op hun werkplek bezoek van een afvaardiging van de jury. Uiteindelijk wordt tijdens de uitreiking op dinsdag 19 november 2019 uit de drie kandidaten de Overheidsmanager van het jaar 2019 verkozen. Dat gebeurt tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Ridderzaal in Den Haag.

Over de verkiezing

De bedoeling van de verkiezing Overheidsmanager van het jaar is een platform bieden aan excellent overheidsmanagement en bevordering van het delen van kennis binnen de publieke sector. Verkozen worden tot Overheidsmanager van het jaar is daarmee dé beloning voor krachtig overheidsmanagement en publiek leiderschap. Elk jaar is er een ander thema. Voor 2019 is dat Kompas in zwaar weer. Zie voor meer info op site van Overheidsawards: www.overheidsawards.nl/thema-en-criteria/

De verkiezing Overheidsmanager van het jaar is een initiatief van de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM). De prijsuitreiking  wordt mede mogelijk gemaakt door: Binnenlands Bestuur, landelijk netwerk van jonge ambtenaren werkzaam bij de overheid FUTUR, Interprovinciaal Overleg (IPO), Koninklijk NEN, Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), Ordina, Publiek Denken en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Meer informatie over de verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2019 bij Overheidsawards: www.overheidsawards.nl

Opheffen betaalmuur wetenschappelijke publicaties nog niet zo eenvoudig

Vorig jaar pleitte een groep Europese wetenschapsfinanciers dat iedereen vanaf 1 januari 2020 vrije toegang krijgt tot wetenschappelijke publicaties. Om dat mogelijk te maken zouden uitgevers hun betaalmuur voor wetenschappelijke artikelen moeten afbreken.

Jeroen Piersma en Ilse Zeemeijer schrijven in Het Financieele Dagblad (FD) dat onderhandelingen om open access mogelijk te maken stroef verlopen. Open access leidt tot veel discussie, maar is vooralsnog niet de beloofde revolutie die de markt van uitgevers radicaal gaat veranderen.
De macht van een uitgever als Elsevier bijvoorbeeld is niet zomaar gebroken. Maar ook academici blijken verdeeld.

Beleggers maken zich zorgen

Toen eerder dit jaar de Universiteit van Californië de onderhandelingen met Elsevier over een nieuw miljoenencontract voor wetenschappelijke tijdschriften afbrak, zakte de koers van moederbedrijf Relx met ruim 7%. Beleggers schrokken van deze tegenvaller voor ’s werelds grootste wetenschappelijke uitgever.

De koers herstelde zich snel, maar de dip was toch een signaal dat beleggers zich zorgen maken. De roep om vrije toegang tot wetenschappelijke publicaties – open access – klinkt de afgelopen jaren steeds luider. Wetenschappers klagen dat onderzoek dat gefinancierd is met belastinggeld achter betaalmuren van grote uitgevers zoals Springer en Elsevier staat. Zij verdienen hun geld met de verkoop van dure abonnementen

Voorstanders van open access willen het verdienmodel van uitgevers veranderen. Bij open access betaalt de wetenschapper of zijn financier vooraf een bedrag aan de uitgever voor het publiceren. Na deze ‘article processing fee’ is het artikel voor iedereen toegankelijk. Een abonnement is dan niet meer nodig.

De onderhandelingen in Californië laten zien dat uitgevers niet zomaar overstag gaan. Ook de onderhandelingen tussen Elsevier en de koepel van 14 Nederlandse universiteiten, de VSNU, over een nieuw contract verlopen stroef.
Dit alles vergt tijd omdat het gaat om gesprekken “die verder strekken dan alleen toegang tot wetenschappelijke inhoud”, aldus een woordvoerder van Elsevier.
Op de achtergrond speelt mee dat de grote Europese wetenschapsfinanciers – waaronder de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) – vorig jaar met elkaar hebben afgesproken dat vanaf 2020 al het door hen gefinancierde onderzoek 100% open acces moet zijn. Inmiddels is de deadline voor dit zogenoemde Plan S*) uitgesteld naar 2021.

Positie te danken aan publicaties

Ook academici zijn verdeeld. Dat komt, aldus Het Financieele Dagblad, omdat veel prominente wetenschappers hun positie te danken hebben aan publicaties in de veel geciteerde prestigieuze tijdschriften van grote uitgevers, oftewel titels met een hoge ‘impactfactor’. Zij vrezen dat Plan S ten koste gaat van hun carrière.

“Wij houden onszelf gevangen in het systeem van tijdschriften met een hoge impactfactor”, zegt voorzitter Stan Gielen van NWO tegen het FD: “Daarom vinden wij dat er een ander systeem moet komen voor het waarderen van onderzoekers en hun werk. Zolang dat er niet is, blijven wetenschappers kicken op die tijdschriften”.

Voor analisten is de conclusie helder: open access leidt voorlopig niet tot een revolutie op de uitgeversmarkt. Daarvoor zijn universiteiten te klein en is de afhankelijkheid van grote uitgevers te groot, aldus analist Konrad Zomer van ABN Amro. “Universiteiten kunnen niet om Elsevier heen”.

Lees het hele artikel Universiteiten trekken ten strijde tegen betaalmuur uitgevers, door Jeroen Piersma en Ilse Zeemeijer, Het Financieele Dagblad, 25 juli 2019: https://fd.nl

 

Noot
Plan S Open accessPlan S is een initiatief voor het stimuleren van open access publiceren. Het plan is gepubliceerd in september 2018 en in mei 2019 aangepast. Het initiatief wordt gesteund door een internationaal consortium van onderzoeksfinanciers: cOAlition S. Plan S vereist dat wetenschappelijke publicaties die gefinancierd worden door deelnemende organisaties, waaronder NWO en ZonMw, vanaf 2021 in compliant open access tijdschriften of platforms gepubliceerd moeten worden.
Zie: Wat is plan S? Universiteitsbibliotheek RUG: www.rug.nl/library/open-access/funder-policies/plan-s/

 

Foto helemaal bovenaan is van Luis Wilker

Is waarschuwen voor FaceApp door politie gewenst? Datavakbond wil techgiganten voorwaarden stellen voor gebruik datagegevens

De Politie van Maastricht plaatste zondag 21 juli 2019 op Facebook een waarschuwing voor de FaceApp ouderdoms-filter: “De laatste paar dagen gaat de ouderdoms-filter weer compleet viraal. Deze app heeft de spraakmakende filter om je ouder te laten lijken, maar ook filters om je bijvoorbeeld jonger te maken, of te kijken hoe je eruit zou zien als je een ander geslacht had.
Maar voor deze, op het eerste gezicht onschuldige app, willen wij u waarschuwen. De FaceApp is een product van een Russisch bedrijf. De Europese privacywetgeving is hier dus niet van toepassing”.
Door het gebruik van de FaceApp worden extreem veel gegevens verzameld, zoals foto’s, IP-adressen, specifieke gegevens van je smartphone en ook worden er cookies geplaatst: “Daarom adviseren wij u om de Face-App te verwijderen van uw telefoon!”

Na plaatsing van het bericht kwam de vraag of dit bericht een goed idee is geweest van de plaatselijke politie? Is een dergelijke waarschuwing wel haar taak? Afgezien van de vraag, blijkt het bericht niet helemaal te kloppen.
Tweakers – de grootste elektronica- en technologiewebsite van Nederland en België – meldt dat gegevensbescherming van toepassing is op iedere dienst die in Europa actief is, ongeacht het land van herkomst.
Tweakers: “Diverse andere politiekorpsen hebben het bericht overgenomen op hun Facebookpagina’s. Desondanks is zo’n bericht niet automatisch afkomstig van ‘de politie’, zegt een woordvoerder van de politieregio Limburg. Elk basisteam en de meeste wijkagenten hebben hun eigen sociale mediaprofielen, Daar kunnen ze opzetten wat ze willen. Daar zijn wel richtlijnen voor, maar de communicatieafdeling kijkt niet mee met ieder bericht.
Volgens de woordvoerder wordt die aanpak gehanteerd om de politie ook online zichtbaarder te maken. “Sommige berichten worden soms met alle goede bedoelingen de wereld in geholpen, maar daarom worden we soms wel eens aangesproken op gedrag dat misschien niet namens de hele politie gepresenteerd wordt”.

Het is dus nog maar de vraag of de politie de aangewezen partij is om te waarschuwen voor een app als FaceApp. Dat durft de woordvoerder ook niet te zeggen. “Dit Facebook-bericht was een initiatief van het basisteam Maastricht. We weten niet precies waarom ze dat zo hebben geplaatst, daar hebben we op dit moment zelf ook vragen over uit staan. De vraag is of wij wel de aangewezen partij zijn om dit advies te geven, en of dit advies überhaupt wel klopt”. Hij vervolgt dat de communicatieafdeling niet alle berichten kan en wil controleren, maar: “Ik denk dat dit niet onze keus was geweest als we die hadden gehad”.

Misbruik van gegevens

Voor het misbruik maken van gegevens van internetgebruikers wordt al jaren gewaarschuwd. Er wordt zelfs les gegeven in datagebruik en -misbruik. Een voorbeeld.
Tijdens een datales op een middelbare school in Dieren bleek uit de Google-gegevens van een leerling dat hij tijdens een toets niet ziek thuis zat, zoals hij had gezegd, maar een pizza had gehaald bij de nieuwe Domino’s in het dorp. De dertienjarige leerling die zich vrijwillig had aangemeld en had ingelogd op zijn Google-account, te zien op een groot scherm in de klas, vertelde na afloop dat hij het niet fijn had gevonden dat iedereen wist waar hij overal was geweest.

Dagelijks produceren wij kosteloos data waar bedrijven als Google en Facebook miljarden mee omzetten. Je zou denken dat wij daarom recht hebben op goede gebruikersvoorwaarden. Maar dat is niet zo.
Als individu staan we machteloos tegenover techgiganten. Het is slikken of stikken, we moeten instemmen met de voorwaarden van de grote digitale platformen met monopolieposities, want anders kunnen we maar weinig beginnen op internet.

Journalist Sjors Roeters deed voor Vrij Nederland verslag van zijn bezoek aan de Datavakbond die de belangen behartigt van iedereen die data produceert op het internet. De Datavakbond beschouwt surfers op internet als producenten van data, omdat ze veel informatie op sociale media delen. Volgens de Europese Algemene verordening gegevensbescherming (AVG-wet) zijn de data van gebruikers van henzelf.

Bas van der Gaag is leraar wiskunde en geeft ook datalessen. Bovenstaand voorbeeld is van hem afkomstig. Hij is een van de oprichters van de Datavakbond. Andere personen die meehielpen met de oprichting zijn journalist Reinier Tromp en Klara Boonstra. Tromp werkt bij De Correspondent en liep stage bij de Wiardi Beckmanstichting (WBS), het wetenschappelijk bureau voor de sociaal-democratie. Deze stichting hielp ook mee met de oprichting van de Databank. Klara Boonstra is directeur van de WBS. Het idee voor de Nederlandse Datavakbond is overigens afkomstig van Europarlementarier Paul Tang.
De Datavakbond is opgericht in mei 2018 en is politiek neutraal. Het is de tweede datavakbond ter wereld. De eerste is de internationale Data Workers Union, opgericht in 2017 die op zijn site vermeldt dat we dagelijks bijna drie exabytes aan gegevens produceren. Een exabyte is 1000 petabytes of 1 triljoen bytes.

Niet machteloos staan tegenover gegevensverzamelaars

Omslag boek Radical marketsVolgens Roeters is de oorspronkelijke bedenker van een datavakbond Glen Weyl, gasthoogleraar economie aan de Princeton-universiteit en onderzoeker bij Microsoft. Datavakbonden zijn volgens Weyl nodig omdat de waarde van platformbedrijven wordt geproduceerd door ons, internetgebruikers, zonder dat we daarvoor betaald worden. Laat staan dat we enige inspraak hebben in de manier waarop zij omgaan met onze data, onze privacy, ons online-leven en onze democratie. Volgens Weyl zijn er nieuwe organisaties nodig die ervoor zorgen dat wij, individuen, niet machteloos staan tegenover de gigantische monopoliemacht van de platforms: “We hebben organisaties als datavakbonden nodig die namens ons kunnen onderhandelen”.
Weyl schreef het boek Radical Markets: Uprooting capitalism and democracy for a just society (2018) met co-auteur Eric A. Posner, hoogleraar rechten (Chicago Law School). Een interessante theorie in het boek is dat een manier om uit de impasse van het liberalisme te komen, we de rol van de markten zouden moeten vergroten in plaats van deze in te perken. Rijkdom kan eerlijker verdeeld worden als vrije markten nog vrijer worden. Het is een uitdagende stelling, maar volgens de auteurs is het het beste antwoord op het hedendaagse populisme en protectionisme. Het boek behelst nog meer ongewone en radicale oplossingen voor problemen van onze tijd. Onder andere het afschaffen van privébezit. Daarvoor in de plaats behoort te komen het gebruik van spullen waarvan de waarde bepaald wordt door de ‘eigenaar’.

Een plaats aan de onderhandelingstafel

De Nederlandse Datavakbond biedt internetgebruikers de mogelijkheid zich te verenigen. Verzekerd is dan een plaats aan de onderhandelingstafel. Dan kunnen er collectief voorwaarden worden gesteld. Er zijn inmiddels bijna tweeduizend leden. Reinier Tromp tegen Roeters: “Maar als we vijf miljoen leden hebben, is de kans groter dat een bedrijf als Google daadwerkelijk naar onze eisen luistert”.

Een dergelijk aantal is niet irreëel. Bestuurslid van Datavakbond Laura Vermeulen vertelt aan Roeters: “Heel veel mensen vinden dit belangrijk. Kijk eens naar het sleepwetreferendum, waar ruim 300.000 handtekeningen voor zijn verzameld. Dat betekent […] dat burgers van beleidsmakers verlangen dat er iets gebeurt. Idealiter zouden we een grote internationale organisatie zijn die bij de Verenigde Naties spreekt, bijvoorbeeld. Er zou natuurlijk ook gewoon een minister van Digitalisering en Privacy moeten zijn”.

Het is niet de bedoeling dat burgers zich de hele tijd zorgen moeten maken en bezig met zich beschermen. Vermeulen: “Je zou gewoon relaxt je telefoon moeten kunnen gebruiken. Het zou zo geregeld moeten zijn dat er überhaupt niets met je data wordt gedaan als je dat niet wilt […] Gebruiksgemak en privacy zouden niet automatisch tegengesteld moeten zijn, ze zouden gewoon samen moeten kunnen gaan”.

Referenties

Internetgebruikers, verenigt u! De Datavakbond strijdt tegen de techgiganten, door Sjors Roeters, Vrij Nederland, 23 juli 2019: www.vn.nl

Hoe meer een bedrijf van jou weet, hoe makkelijker je te manipuleren bent, door Roxane van Iperen, Vrij Nederland, 2 juli 2019: www.vn.nl

Politie Maastricht: WAARSCHUWING FACE-APP OUDERDOMS-FILTER, 21 juli 2019:
https://www.facebook.com/politiemaastricht1/posts/1282376695245040

Nuance: waarschuwt de politie echt om FaceApp te verwijderen? Tweakers, 23 juli 2019: https://tweakers.net

Datavakbond, Wiardi Beckman Stichting: www.wbs.nl

Data Workers Union: https://dataworkers.org

Data workers of the world, unite, The Economist, 7 juli 2018: www.economist.com


Foto bovenaan is van Igor Ovsyannykov (Fancy Crave)

Subsidieregeling voor talentontwikkeling in onderzoeksjournalistiek

Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek heeft een nieuwe subsidieregeling voor Talentontwikkeling in de Onderzoeksjournalistiek opengesteld. Deze subsidieregeling is bestemd voor organisaties die trainingen of cursussen aanbieden rond onderzoeksjournalistiek.

Missie in de journalistiek, ervaring met scholing

Subsidieaanvragen kunnen alleen worden ingediend door organisaties en bedrijven met een missie in de journalistiek die aantoonbaar ervaring hebben met het soort activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

Subsidies en doelgroepen

In totaal is er een bedrag van 275.000 euro beschikbaar binnen deze regeling. Hiervan is 200.000 euro bedoeld voor het opzetten en ontwikkelen van de initiatieven. Per project kan tot maximaal 50.000 euro aan subsidie aangevraagd worden; dit kan bijvoorbeeld worden besteed aan de opzet van de cursus of de aanschaf van lesmateriaal. De resterende 75.000 euro is beschikbaar voor het vergoeden van de cursuskosten van de deelnemers. Om de drempel laag te houden voor aankomende cursisten mag maximaal 25% van de cursuskosten doorberekend worden in de cursusprijs aan de deelnemers. Het fonds vergoed de resterende cursuskosten tot maximaal 750 euro per deelnemer na een afgeronde cursus. Voor de subsidie komen alleen activiteiten met een niet-commercieel karakter in aanmerking.

De regeling is bedoeld voor journalistieke organisaties, niet voor individuele journalisten die op zoek zijn naar een cursus of training. Deze journalisten kunnen vanzelfsprekend wel gebruik maken van de trainingen die uit deze regeling voortkomen. Individuele journalisten met opleidingswensen in de onderzoeksjournalistiek worden daarnaast geadviseerd het aanbod van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten te bekijken op www.fondsbjp.nl

Randvoorwaarden en criteria

De beoordeling van de aanvragen vindt plaats aan de hand van een aantal randvoorwaarden en inhoudelijke criteria. Gekeken wordt onder meer naar uitvoerbaarheid, transparantie, vernieuwing, impact en duurzaamheid van de aanvragen.

Deadline en aanvragen

Subsidie kan worden aangevraagd tussen 17 juli en 25 augustus 2019. In september vallen de besluiten over de subsidies. Per 1 oktober 2019 kunnen de toegewezen projecten van start gaan.

Ga naar www.svdj.nl/talentontwikkeling voor meer informatie over de subsidieregeling.

Nu open: subsidieregeling voor talentontwikkeling in onderzoeksjournalistiek, Stimuleringsfonds voor de journalistiek, 17 juli 2019:www.svdj.nl

bode Walter Djorai (Wally) vertelt over zijn beroep: bode bij de gemeente Rotterdam

‘Ik wil dat mensen lachend het stadhuis uitlopen’

Bij de gemeente Rotterdam werken ruim 11.000 mensen. Sommigen met een heel bijzonder beroep. Walter Djorai (Wally) bijvoorbeeld. Hij is bode in het stadhuis en werkt daar al bijna twintig jaar. Met een grote glimlach begroet hij elke bezoeker die binnenkomt: “Ik sta vaak in deze hal. Heeft iemand een afspraak bij de burgemeester of wethouder? Dan begeleid ik degene naar de juiste kamer. Is er een evenement in de burgerzaal? Ook dan breng ik iedereen naar zijn plek. Op één dag kun je zo tweehonderd keer de trap op lopen. Dat houdt je wel fit!”

Met zijn collega’s heeft hij verschillende taken: “Zoals het bijwonen van vergaderingen in de raadzaal. Je moet dan goed opletten. Wil een raadslid wat zeggen tegen een ander raadslid? Dan schrijft hij of zij dit op een briefje en steekt netjes zijn vinger op. Ik geef dit briefje aan het juiste raadslid. Dit kan wel een paar honderd keer tijdens een vergadering gebeuren.
Bij een keukendienst zorg ik ervoor dat de burgemeester, wethouders en hun bezoek drinken en maaltijden krijgen. Dat doe ik natuurlijk niet in mijn eentje. Hard werken is het wel. Een wethouder kan wel tien afspraken op een dag hebben. En gaat de burgemeester of een wethouder om 23.00 uur weg? Pas dan ga je alles opruimen”.

Wally wil graag dat iedereen lachend het pand uitloopt: “Daar kick ik op. Zo zei een mevrouw laatst: ‘Was er maar elke dag een concert in de burgerzaal. Dan kon ik elke dag arm in arm met jou naar boven lopen!’”

Bijzondere beroepen: bode Wally, Rotterdam, 1 juli 2019: https://www.rotterdam.nl/nieuws/bode-stadhuis/ (Artikel niet meer beschikbaar)

Klik hier voor de video met Wally, bode bij gemeente Rotterdam: www.instagram.com/tv/ByDgNldhXDC/

Verpleegkundige laat zich niet degraderen! Nieuws van Actiecomité ‘BIG II in de overgang’

Nieuwsbericht van Actiecomité BIG II in de overgang, 16 juli 2019:

De verpleegkundigen in Nederland zijn boos, de minister van Medische Zaken en Sport heeft een voorstel overgenomen waarbij mogelijk duizenden verpleegkundigen zich weer in de schoolbanken moeten voegen om het werk te doen dat ze al jaren met tevredenheid van patiënten doen. Met name onze groep van meer dan 50.000 verpleegkundigen zegt nee, dit gaat niet gebeuren.

Met een wijziging in de wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (BIG) voor verpleegkundigen wil minister Bruins van Medische Zaken en Sport het verschil tussen mbo- opgeleid en hbo-opgeleid verpleegkundigen formeel maken. Op advies van een commissie van deskundigen o.l.v. professor Meurs is er een voorstel geschreven voor een overgangsregeling met als doel deze splitsing – die al bijna 40 jaar op de planken ligt – netjes voor alle partijen te laten verlopen.

Deze commissie heeft haar opdracht ruim opgevat en in gesprek met mensen van de hbo-opleidingsinstellingen een nieuw curriculum voor de hbo-verpleegkundige als norm genomen. Deze “regieverpleegkundige” zou zich op wettelijke basis als enige bezig mogen houden met hoog complexe zorgvragers aangezien dat de tendens is binnen de Nederlandse Gezondheidszorg. Maar met deze nieuwe norm worden tegelijk duizenden verpleegkundigen met een gespecialiseerd verpleegkundig beroep vanaf juni 2020 teruggezet naar mbo-niveau en daarmee wettelijk gedwongen alleen te zorgen voor laag complexe zorgvragers en geprotocolleerde zorg, gecoacht door de regieverpleegkundigen.

Verpleegkundigen van de werkvloer voorzien problemen in de patiëntveiligheid

De wens van de minister om kwaliteit van de patiëntenzorg te verhogen en verpleegkundigen van verschillende opleidingsniveaus beter te laten samenwerken mondt uit in een splitsing binnen de verpleegkundige beroepsgroep. Mag de minister mensen met een hbo-opleidingsniveau terugzetten in een mbo-register. Is ervaring en zijn eerder verworven competenties (EVC’s) minder waard dan een hbo-opleiding nieuwe stijl voor een ‘oud’ beroep? Gaan we in Nederland zo om met ervaring en kwaliteit binnen de gezondheidszorg of is het een vooraf goed uitgedachte bezuinigingsmaatregel? De hbo-opleidingsinstellingen verdienen er goed aan, maar zij waren dan ook de ‘deskundigen’ binnen de commissie Meurs.

Op dit moment staat in het wetsvoorstel beschreven dat alleen de regieverpleegkundige zich wettelijk mag richten op de patiënten met een hoog complexe zorgvraag, patiënten met meerdere problemen tegelijk. Dat is het taakgebied van de specialistische verpleegkunde en de vraag is of na invoering de minister nog voldoende verpleegkundigen heeft om op deze afdelingen te werken? Gaat dit problemen geven voor de afdelingen waar tot heden alleen hoog complexe zorg wordt verleend zoals intensive care, spoedeisende hulp, enz. die op dit moment ook al te maken hebben met een groot tekort aan deskundig personeel? Wij – als verpleegkundigen van de werkvloer – voorzien problemen in de patiëntveiligheid.


60.000 verpleegkundige tegenstemmers Wet BIG II

Op dit moment staan ruim 60.000 verpleegkundigen achter BIG II in de Overgang, vanuit diverse petities zijn zij gemobiliseerd via sociale media. BIG II in de Overgang is al in gesprek met verschillende Kamerleden en verschillende Kamercommissies zoals OCW en VWS om deze afbraak van diploma’s en vernietiging van kennis en ervaring tegen te gaan.

Niet gesteund door beroepsvereniging V&VN, bonden en werkgevers gaan wij namens al deze hardwerkende verpleegkundigen zorgen voor een eerlijke overgangsregeling die recht doet en bescherming biedt aan al die ervaren verpleegkundigen die zich dagelijks inzetten voor patiënten met hoog complexe zorgvragen op welk terrein binnen het verpleegkundig domein dan ook.


Nader contact met Actiecomité BIG II in de overgang:

dww2018@hotmail.com, Kiki Doove

info@ik-zorg.com, Mattijn Amsing

Telefoon 06-11801354, Mattijn Amsing


Actiecomité ‘BIG II in de overgang’ wil een vuist maken tegen wetsvoorstel, Blogs Beroepseer, 29 juni 2019: https://beroepseer.nl

Storm van reacties en kritiek op besluit overgangsregeling verpleegkundigen. BIG-II is niet nodig, door Nienke Ipenburg, Blog Beroepseer, 19 juni 2019: https://beroepseer.nl

U P D A T E

Website Actiecomité Wet BIG II – Eigen regie: https://wetbig2.nl (Website bestaat niet meer)

Minister Bruins komt met verkenner BIG-2, Rijksoverheid, 21 augustus 2019: www.rijksoverheid.nl (Niet meer beschikbaar op site Rijksoverheid. Ga naar sitearchief van de Rijksoverheid en tik in zoekveld in grijze linkerkolom de titel van het bericht in: https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#archive)

Foto bovenaan is van Fernando Zhiminaicela

Omslag van The Technology Trap van Carl Benedikt Fre

De valkuil van technologie: Kapitaal, arbeid en macht in de Eeuw van Automatisering

Bloomberg Opinion berichtte op 8 juli 2019 dat drie miljoen Europeanen vrezen voor hun baan in de auto-industrie. Voor deze mensen is de overgang naar de nieuwe technologie (van electrische auto’s) een bron van grote onrust.
Volgens een rapport van Pew Research Center was in 2017 vijfentachtig procent van de Amerikanen voor maatregelen om de groei van robots in te dammen. Andrew Yang, Amerikaans zakenman en namens de Democratische Partij kandidaat voor de presidentsverkiezingen van 2020 in de VS heeft laten weten dat hij banen gaat beschermen tegen automatisering.
Door kunstmatige intelligentie, robotica en sensortechnologie zijn computers in staat taken te verrichten die jaren geleden alleen door mensen verricht konden worden. Programmering van buitenaf is in de toekomst niet langer nodig voor automatisering. In de Eeuw van Kunstmatige Intelligentie leren computers zichzelf programmeren.

Er zijn al veel boeken geschreven met een visie op de toekomst van arbeid en de gevolgen van technologische ontwikkelingen. In juni 2019 verscheen er een nieuw boek van Carl Benedikt Frey, The Technology Trap: Capital, labor and power in the Age of Automation.
Frey is bekend geworden met zijn in 2013 gepubliceerde boek The future of employment. How susceptible are jobs to computerisation? geschreven met Michael Osborne, waarin hij de kwetsbaarheid belicht van de vele banen die in de komende decennia geautomatiseerd worden. Frey is een Zweeds-Duitse econoom/historicus. Aan de Universiteit van Oxford leidt hij het programma over technologie en arbeid.

The Technology Trap is een uitgebreid, historisch onderzoek naar de relatie tussen technologie en arbeid. De auteur laat zien hoe veranderende machtsstructuren hun invloed uitoefenen op de Britse en Amerikaanse beroepsbevolking. Recensenten, sommige althans, noemen het een somber boek met een pessimistische visie. Recensent Robert Skidelsky van de Universiteit van Warwick vindt het boek een welkom tegengif tegen de huidige overdaad aan extreme voorspellingen over de toekomst van arbeid.

Industriële Revolutie

In het Voorwoord schrijft Frey dat hij in september 2013 met Osborne een schatting maakte van de invloed van kunstmatige intelligentie op banen:

“We ontdekten dat 47 procent van de Amerikaanse banen een risico liep als gevolg van automatisering. Een paar maanden later werd ik uitgenodigd voor een conferentie in Genève. Ik verkeerde in goed gezelschap van een voormalige premier en enkele Labour-ministers. Na mijn toespraak kwam een bekende econoom uit het publiek naar me toe – laten we hem Bill noemen – en hij merkte tamelijk bits op: Is dit niet zoiets als de Industriële Revolutie in Engeland?… Hebben machines toen ook niet banen vervangen? Bill had natuurlijk gelijk. Op weg terug naar het vliegveld realiseerde ik me pas dat hij helemaal gelijk had met zijn opmerking dat het nu niet anders was. Sommige banen verdwijnen en mensen vinden nieuwe dingen om te doen, zoals dat altijd is gegaan.We hoeven ons dus geen zorgen te maken.

De economische voordelen van de Industriële Revolutie waar Bill op doelde worden niet bestreden. Voor 1750 verdubbelde het inkomen per hoofd van de bevolking elke zesduizend jaar. Sindsdien verdubbelt het elke vijftig jaar. Maar het industriële proces was indertijd heel anders. Terwijl economische historici nog discussiëren of de gevolgen van de Industriële Revolutie voor de beroepsbevolking de moeite waard zijn geweest, bleek dat voor latere generaties wel zo te zijn. Maar, de werkende bevolking zag in die tijd haar bron van inkomsten verdwijnen; vaardigheden raakten overbodig. Het was beter geweest voor hun als de Industriële Revolutie er nooit was gekomen.

Terwijl de gemechaniseerde fabriek de huisvlijt verving, stierven traditionele banen met een middeninkomen uit, daalden de arbeidsinkomensquota*), namen de winsten toe en steeg de inkomensongelijkheid explosief.
Klinkt u dit vertrouwd in de oren? Inderdaad. Tot zover lijkt onze eeuw van automatisering economisch gezien grotendeels op de eerste periode van de industrialisering. Het duurde meer dan een halve eeuw tot de mensen de voordelen van het doorsijpel-effect**) van de Industriële Revolutie ondervonden. Het zal niet verbazen dat veel burgers hun geluk zagen keren met gevolg toenemende weerstand tegen machines. De Luddieten***) zoals ze worden genoemd, gingen tekeer tegen de mechanisering. Ze verzetten zich er hevig tegen.
Als we vandaag ‘zomaar’ een andere Industriële Revolutie meemaken, dan zouden de alarmbellen moeten gaan rinkelen.

Het idee achter dit boek is simpel: de houding jegens technologische vooruitgang wordt bepaald door de manier waarop het inkomen van mensen erdoor wordt beïnvloed. Economen denken over vooruitgang in termen van faciliterende en vervangende technologieën. De telescoop die astronomen in staat stelde naar de manen van Jupiter te kijken was geen vervanging van arbeiders op grote schaal. De telescoop stelde ons in staat nieuwe en voordien ondenkbare werkzaamheden te verrichten. Dat is een ander verhaal dan dat van de komst van het mechanische weefgetouw, een vervanging van het handweefgetouw. Vandaar dat wevers zich bedreigd zagen in hun broodwinning. Het spreekt vanzelf dat wanneer technologie de vorm aanneemt van kapitaal dat werkers vervangt, ze waarschijnlijk meer weerstand zullen bieden.

De verspreiding van welke technologie dan ook is een besluit, en als dat tot gevolg heeft dat sommige mensen hun baan verliezen, dan verloopt dat proces niet zonder wrijving. Vooruitgang is niet onvermijdelijk en voor sommigen is het zelfs niet wenselijk. Hoewel vooruitgang vaak als een gegeven wordt beschouwd, is er geen echte reden te bedenken waarom technologisch vernuft altijd moet gedijen.
[…]
Perioden van technologische verandering die gepaard gingen met baanvervanging hebben onrust met zich meegebracht, soms gepaard gaande met verzet tegen de technologie zelf.
In dat opzicht lijkt de eeuw van automatisering die begon met de computerrevolutie in de jaren tachtig, op de Industriële Revolutie toen de gemechaniseerde fabriek op grote schaal de ambachtslieden met een middeninkomen verving. Net als destijds, zijn de middeninkomensbanen vervangen door machines en zijn veel mensen genoodzaakt lager betaalde banen te accepteren, als ze tenminste niet zonder werk willen zitten”.

Drie generaties waren slechter af

Frey beschrijft ook dat als gevolg van de Industriële Revolutie drie generaties slechter af waren. Zij zagen geen betere tijden aanbreken. De Luddieten hadden in hun tijd gelijk, maar latere generaties mogen blij zijn dat ze de strijd niet gewonnen hebben, merkt hij op.
The Technology Trap gaat ook over de toekomst, maar doet geen voorspellingen. Profeten kunnen misschien de toekomst voorspellen, economen kunnen het niet. De bedoeling is een perspectief bieden, en perspectieven ontlenen we aan het verleden. Frey citeert Winston Churchill die heeft gezegd: Hoe verder je terug in de tijd ziet, des te verder je in de toekomst ziet.

Open vragen

Frey begint zijn onderzoek rond 1700, de tijd van de pre-industriële technieken. Daarna volgen de Industriële Revolutie die gepaard ging met steeds meer ongelijkheid, de periode van massaproductie die de ongelijkheid weer deed afnemen en tenslotte een welvarende middenklasse. Tot slot is er de recente polarisatie in een tijd van globalisering en digitale vooruitzichten.
Er is een belangrijk onderscheid tussen technologieën die arbeid vervangen en die welke arbeid aanvullen of complementeren. Terwijl de negentiende en de huidige eeuw door mensen verrichte arbeid lijken te vervangen door machines, hadden de twintigste eeuwse uitvindingen in toenemende mate behoefte aan geschoolde arbeid voor bediening van de machines.

Diane Coyle, econoom en hoogleraar Overheidsbeleid aan de Universiteit van Cambridge. schrijft in een recensie dat ze niet al te somber is over te toekomst van arbeid en inkomen. Ze vond Frey’s boek fijn om te lezen, een mooie aanvulling op de bekende historische voorbeelden. Ook de aandacht voor een breed scala aan technologische toepassingen is haar goed bevallen.
Volgens haar blijven er twee vragen onbeantwoord in het boek. Een gaat over de huidige conjunctuur: wat verklaart de combinatie van de klaarblijkelijk snelle technologische verandering en de lage werkloosheidscijfers in tenminste enkele OESO-landen? Het antwoord zou kunnen zijn: ‘lange en variabele vertragingen’, maar de vraag moet volgens haar zeker worden geformuleerd.

Een breder vraagstuk gaat over de interactie tussen technologie en economische systemen zoals de arbeidsmarkt. Hoewel automatisering waarschijnlijk overal dezelfde algemene effecten heeft, zullen de resultaten voor de beroepsbevolking verschillende richtingen uitgaan vanwege een verschillende nationale arbeidsmarkt en een verschillend onderwijs- of belastingstelsel. In hoeverre kan een afzonderlijk land tegen de trend ingaan? Frey komt niet aan deze onderwerpen toe volgens Coyle.

Lessen uit de geschiedenis

Afgezien van de reactie op technologische verandering, behoren we ons af te vragen wat in de eerste plaats bepaalt in welke richting de technologische ontwikkelingen uitgaan?
In het boek worden de oorzaken van vervanging of complementering van arbeid beschouwd als oorzaken van buitenaf. Maar waarom, vraagt Coyle, waren de electrische aandrijfeenheid in de auto-industrie en de verbrandingsmotor ontworpen als complementair, terwijl automatisering in de hedendaagse auto-industrie beschouwd wordt als een vervanging van arbeid? Hier zit een verhaal in dat nog moet worden verteld.

De Industriële Revolutie was een bepalend moment in de geschiedenis van de mensheid, maar op het moment zelf besefte men dat niet. We zitten nu middenin een nieuwe technologische revolutie. Welke lessen kunnen we trekken uit de geschiedenis?

The Revolution Trap bestaat uit vijf delen:
Deel 1 The great stagnation
Deel 2 The great divergence
Deel 3 The great leveling
Deel 4 The great reversal
Deel 5 The future

Noten
*) Arbeidsinkomensquotum: het deel van wat we in Nederland verdienen dat bij werkenden terecht komt.

**) Het zogenaamde doorsijpel-effect in de economie (de ‘trickle-down’ theorie berust op het idee dat de economische welvaart van de rijke bovenlaag uiteindelijk wel doorsijpelt naar de lagere klassen.

***) De Luddieten waren ambachtslieden en kleine boeren in de Midlands en in het noorden van Engeland die zich begin negentiende eeuw verzetten tegen industriële en technologische vooruitgang. Hun activiteiten omvatten onder meer het saboteren en vernielen van machines in fabrieken.  De naam Luddieten, is ontleend aan de vermoedelijk mythische Ned Ludd; hij zou een wever zijn geweest die in 1779 twee weefmachines vernielde.

The Technology Trap Capital, Labor, and Power in the Age of Automation, door Carl Benedikt Frey, Boffins Books: www.boffinsbooks.com.au

The future of employment: How susceptible are jobs to computerisation? door Carl Benedikt Frey en Michael S. Osborne, 2013: www.oxfordmartin.ox.ac.uk

The Technology Trap, door Diane Coyle,The Enlightened Economist, 9 juni 2019: www.enlightenmenteconomics.com

The True Price of Electric Cars. Millions of European workers are anxious about their prospects as combustion engines start to be phased out. Politicians need to get a grip, door Lionel Laurent, Bloomberg: www.bloomberg.com

Hieronder de video van de boekpresentatie van The Technology Trap met Carl Frey en Diane Coyle. Duur ruim 1½ uur.

Interview met Thijs Jansen voor De Compliance Officer over beroepstrots

Interview met Thijs Jansen over beroepstrots en beroepseer voor ‘De Compliance Officer’

Wat is beroepstrots? De vraag wordt gesteld aan Thijs Jansen direceur en mede-oprichter van Stichting Beroepseer en een van de redacteuren  van de bundel: Beroepstrots – Een ongekende kracht, gepubliceerd in 2009.
Jansen is geïnterviewd voor De Compliance Officer, vakblad van het Nederlands Compliance Instituut, waarvan het julinummer geheel gewijd is aan beroepstrots.
De term compliance is ontleend aan het Engelse werkwoord to comply dat naleving betekent. Een compliance officer wordt meestal aangesteld om toe te zien op de naleving van wet- en regelgeving binnen een organisatie of bedrijf.

Eigenwaarde en zelfvertrouwen

Jansen beschrijft beroepstrots “als een drietrapsraket. De eerste trap is de basis: ambachtelijke eigenwaarde. Deze ontleen je aan je zelfvertrouwen dat je ergens goed in bent, beter dan een ander. Wat de buitenwereld van jouw kunnen en kunde vindt, is bij eigenwaarde niet van belang. Beroepstrots is een stap hoger in de raket. Hier speelt het oordeel van de buitenwereld een rol. Beroepstrots hoort bij de individuele professional die het op prijs stelt dat anderen hem of haar goed en knap vinden.
Beroepseer is nog een stap hoger. Deze is het meest op de buitenwereld gericht. Veel trotse professionals met eigenwaarde gaan zich organiseren, omdat ze er gezamenlijk een eer in stellen hun werk zo goed mogelijk te doen. Bij beroepseer horen eigen hoge standaarden waarop de beroepsgroep aangesproken wil worden. Deze drietrapsraket geldt voor elke beroepsgroep. De raket komt niet van de grond als een van de trappen verwaarloosd is”.

De drietrapsraket is volgens Jansen belangrijk omdat “beroepstrots en beroepseer moeten aansluiten op de eigenwaarde en die blijft alleen in stand als mensen het gevoel blijven houden dat zij degenen zijn die competent zijn om hun werk goed te doen. Als dat gevoel mist gaan dingen mis. Een voorbeeld: als iemand iets heel goed kan, gaat alles vanzelf efficiënt. Maar als de professional op aanwijzing van anderen hetzelfde moet gaan doen, dan gaat het werk direct minder efficiënt. De professional wordt onzeker en minder gemotiveerd als anderen voortdurend over zijn schouders meekijken. Wat zou jij doen als een leek je voortdurend vraagt: ‘Waarom doe je dat nu? Zou je dat niet later of eerder doen?’ Het is logisch dat dit de professionele eigenwaarde aantast en de professional demotiveert. Uitgangspunt moet zijn: ‘Wie het weet, mag het zeggen’.

Eigenwaarde en zelfvertrouwen nemen toe als de professional vertrouwd wordt en de ruimte krijgt. Dit noem je in de psychologie: self-efficacy. Als je erin slaagt om weer een moeilijke situatie te ontleden en het probleem vervolgens oplost dan groeit je zelfvertrouwen. Dan ga je ervan uit dat je het volgende probleem ook kunt oplossen. Dit is een heel simpel mechanisme dat ongelofelijk belangrijk is, maar dat tegenwoordig vaak met voeten wordt getreden”.

Professioneel activisme

Om de beroepseer hoog te houden, stelt Jansen het volgende voor: “Ik vind het verheugend dat de politiek de afgelopen jaren zo actief is geweest in de financiële sector. Maar wat daar ontbreekt, is een systematische visie op hoe beroepsgroepen in deze tijd optimaal kunnen functioneren. Ik zou graag zien dat de Nederlandse polder verrijkt wordt met een overkoepelende ‘Stichting voor Nederlandse Beroepskwaliteit’. Het is de hoogste tijd dat beroepsgroepen zelf opkomen voor de kwaliteit van hun werk en gezamenlijk optrekken tegen de afrekenmechanismen waar ze onder lijden. Het zou verrijkend zijn als er een gemeenschappelijk erfgoed zou kunnen ontstaan, waardoor beroepsgroepen gezamenlijk in gesprek kunnen gaan met de regulerende overheid.

Nu worden de beroepsgroepen tegen elkaar uitgespeeld, terwijl er voldoende gemeenschappelijke belangen zijn. De tijd is er rijp voor: professioneel activisme is aan het opbloeien. Kijk naar PO in Actie die de vakbonden passeerde via een Facebook-beweging of naar Het roer moet om van de huisartsen. Het interessante van deze bewegingen is dat het niet meer gaat om arbeidsvoorwaarden en geld, maar over beroepseer”.

Klik hier voor lezen van het hele interview met Thijs Jansen: Beroepstrots: onderdeel van een driestapsraket: https://beroepseer.nl

De Compliance Officer, nummer 32, juli 2019, jrg 9: https://compliance-instituut.nl/media/eounvsio/dco_32_lr.pdf

Vakblad De Compliance Officer: https://compliance-instituut.nl/bibliotheek/de-compliance-officer/