Skip to main content

Redactie Beroepseer

Verslag jaarconferentie RVS: De toekomst van de zorg begint met dialoog

Tijdens de jaarconferentie*) Kennis is macht? van de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS) in Ede op 18 oktober 2024 gingen zorgprofessionals, ervaringsdeskundigen, beleidsmakers en bestuurders met elkaar in gesprek over hoe macht en kennis zich tot elkaar verhouden. De huidige machtsposities geven nog onvoldoende ruimte voor andere kennisbronnen. En dit remt niet alleen gelijkwaardigheid, maar beperkt ook het pallet aan mogelijke oplossingen.

Tijdens de conferentie kwamen meer dan tweehonderd deelnemers bijeen om kennis uit te wisselen en te spreken over de invloed van macht bij het inzetten van verschillende kennisbronnen. De deelnemers benadrukten dat voor het aanpakken van grote maatschappelijk vraagstukken, zoals die op het gebied van zorg en samenleving, een brede benadering van verschillende kennisbronnen van belang is, waaronder ervaringskennis, praktijkkennis en kennis van het lokale. Dit vraagt ook om het herzien van traditionele machtsposities.

Macht afstaan voor echte verandering

Werkelijk ruimte bieden aan andere kennisbronnen betekent een verandering in manier van denken en het creëren van ruimte voor andere oplossingen om meer draagvlak te hebben voor het beleid. Die verschuiving vereist soms ook het aanpassen van de machtsposities die we nu kennen. Dit zou beter werken als er sprake is van verbinding en oprecht contact tussen mensen: het werkelijk zien van de ander, het centraal stellen van de behoeften van de ander.

Workshops en rollenspel

Het programma bestond uit een plenaire opening en acht workshops die varieerden van theater tot rollenspel. In de workshops stond het voelen en ervaren van een ander perspectief centraal.
De conferentie opende met een gesprek tussen RVS-voorzitter Jet Bussemaker en Massih Hutak, rapper, schrijver en oprichter van bewonerscollectief  Verdedig Noord.  Onderwerp was de invloed van verschillende kennisbronnen en de machtsverhoudingen.  Hutak bracht een uniek perspectief mee, omdat met het collectief Verdedig Noord succesvol verzet werd gepleegd tegen de gebruikelijke, zittende macht van bijvoorbeeld projectontwikkelaars.
Bussemaker en Hutak verschilden van mening over de rol van dialoog. Terwijl Bussemaker benadrukte dat dialoog met wederzijds respect en erkenning van elkaars kennis essentieel is, betoogde Hutak dat dialoog zonder gelijkwaardige machtsverhoudingen de ongelijkheid juist in stand houdt.

Er was een workshop met rollenspel, geïnspireerd door het RVS-advies Is dit wel verantwoord? waar gevoelens van frustratie en wisselende belangen van zorgprofessionals tot uiting kwamen, ondanks het heldere gezamenlijke doel: het verminderen van de administratieve druk voor het personeel op een ziekenhuisafdeling.

In een andere workshop stonden de ervaringen van Danny, die ooit op straat heeft geleefd, en de hem bekende straatarts Erna en straatverpleegkundige Wendy centraal. Een gesprek over dakloosheid maakte duidelijk hoe kwetsbare groepen afhankelijk zijn van zorgverleners die deuren kunnen openen, maar ook hoe moeilijk het is om toegang te krijgen tot die zorg. Juist zij zijn extreem afhankelijk van een zorgverlener die deuren voor hen opent voor het krijgen van de juiste zorg en hulp, en juist zij moeten aan allerlei extra regels voldoen. Het gesprek was eigenlijk nog niet af, maar de conclusie was dat er in de toekomst veel in de zorg moet veranderen voor deze groep.

De asymmetrie in kennis en macht

Er was ook een workshop waar zorg en ondersteuning voor ouderen vanuit verschillende perspectieven werden besproken: vanuit regionale en lokale samenwerking en wat er op landelijk niveau nodig is om dat goed in te richten. Hoogleraar Laura Batstra lichtte in een andere workshop toe hoe de focus op het zoeken naar een biomedische oorzaak van bepaalde gedragingen bijdraagt aan het ‘stoornisdenken’ in de GGZ, en afleidt van aandacht voor context. De deelnemers concludeerden dat er macht uitgaat van diagnoses, zeker als die leiden tot stigma’s.

In de workshop over mentaal welbevinden van de jongerengroep 2DO van Werkplaats Formaat voor participatief drama ging het om eenzaamheid onder jongeren. In de voorstelling Sorry behandelden zij thema’s als school, vrienden, familie, sociale media en werkdruk. Het publiek speelde scènes na om een nieuwe werkelijkheid neer te zetten en ontdekten al snel de complexe realiteit. Dit leidde tot een aantal maatregelen, zoals het verminderen van de druk van de prestatiesamenleving en het creëren van meer ruimte om doelloos te ‘spelen’.

De conferentie eindigde met Metgezwel, een muziektheatervoorstelling over ziekte en troost van acteur Sander Plukaard en muzikant REINDIER.

Terugblik jaarconferentie: Kennis en macht in balans? De toekomst van de zorg begint met dialoog, Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving, 2 december 2024: www.raadrvs.nl
Op de site zijn fragmenten van het interview met Bussemaker en Hutak te beluisteren.

Is dit wel verantwoord? Hoe de zorg betekenisvol rekenschap kan afleggen in tijden van transitie. Raad voor de Volksgezondheid en Samenlevig: https://www.raadrvs.nl

Noot
*) Jaarconferentie Kennis is macht? www.raadrvs.nl/actueel/activiteiten/2024/07/30/jaarconferentie-kennis-is-macht

 

Uitnodiging van Eurofound mee te doen aan Biennial User Feedback Survey 2024

– Wees niet verlegen, vertel ons wat u denkt…
– We willen uw feedback over:
– wat we goed doen, en
wat we kunnen verbeteren om beter tegemoet te komen aan uw informatiebehoefte;
neem een drankje en vul nu onze 15 minuten durende gebruikersenquête in!

Eurofound nodigt gebruikers mee te doen aan de enquête Biennial User Feedback Survey 2024. Wat vinden zij van de door Eurofound verstrekte (inhoud van de) informatie? Welke informatie heeft de voorkeur en wat vinden zij van de digitale agenda?

♦  Heeft u deelgenomen aan evenementen of webinars van Eurofound?

♦  Welke kanalen gebruikt u om toegang te krijgen tot de informatie?

♦  Voldoen inhoud, opzet en formule van het aanbod aan uw behoeften?

Het gaat om meten en evalueren van de tevredenheid van gebruikers van het Eurofound-aanbod. Om het verzamelen van cruciale inzichten van een divers publiek teneinde de communicatiediensten van Eurofound te verfijnen en te verbeteren voor het nieuwe programma voor de jaren 2025 – 2028.
Het enquête-onderzoek wordt uitgevoerd door het internationale, onafhankelijke adviesbureau ICF.

Wie wil meedoen, dient rekening te houden met het volgende:

♣  Persoonlijke, over u verzamelde informatie zoals uw naam, wordt niet gedeeld buiten het onderzoeksteam gedurende de looptijd van het onderzoek en daarna;
♣   De door u verstrekte informatie wordt gebruikt in rapporten en andere producten van Eurofound voor het verzamelen van meningen, en
♣  In de rapportage vindt geen specifieke toeschrijving naar u of uw organisatie plaats.

Eurofound, opgericht in 1975,  is de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden en een agentschap van de Europese Unie. Doel is kennis verschaffen voor de ontwikkeling van beter beleid in Europa.

Het invullen van de enquête duurt ongeveer vijftien minuten. Alle antwoorden zijn anoniem en voldoen volledig aan de voorschriften van de Algemene verordening gegevensbescherming (General Data Protection Regulation -GDPR).
zodat gegevensprivacy is gewaarborgd..

Klik hier voor toegang tot de enquête Eurofound Gebruikersfeedbackenquête 2024: https://icfconsulting.qualtrics.com/jfe/form/SV_2ibj3beK6WMPSsK?Source=Website

Eurofound: www.eurofound.europa.eu/en/about-eurofound/what-we-do
Publicaties: www.eurofound.europa.eu/nl/publications

“Uw feedback is belangrijk voor ons.
Het is tijd om uw stem te laten horen”

Ouderen krijgen te maken met leeftijdsdiscriminatie in de zorg

Uit de studie Leeftijd is maar een getal van adviesbureau Gupta Strategists blijkt dat een op de vijf ouderen te maken krijgt met leeftijdsdiscriminatie in de zorg. De Nederlandse bevolking maakt een belangrijke demografische verschuiving door. De geboekte vooruitgang in gezondheidszorg en leefomstandigheden betekent dat mensen die nu 65 jaar worden gemiddeld kunnen verwachten tot ruim na hun tachtigste levensjaar in goede gezondheid te leven. Daarmee ontstaat een derde levensfase, met voorheen ongekende mogelijkheden om te blijven deelnemen aan de samenleving.

Om ten volle te kunnen profiteren van deze demografische verschuiving, is het  nodig dat maatschappelijke en beleidsperspectieven evolueren om de gezondheid, de betrokkenheid en het welzijn van oudere volwassenen te ondersteunen. Een belangrijk obstakel hierbij is het onder ogen zien en vervolgens overwinnen van ageism – stereotypering, vooroordelen en/of discriminatie op basis van leeftijd.

De studie gaat over de invloed van leeftijdsdiscriminatie op de zorgverlening. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan onderdiagnose en onderbehandeling bij mensen van 65 jaar en ouder. De studie toont aan dat de impact van leeftijdsdiscriminatie omvangrijk is, en dat de Nederlandse gezondheidszorg voor aanzienlijke uitdagingen staat wat betreft het kunnen leveren van gelijkwaardige en effectieve zorg op alle leeftijden.

Belangrijkste inzichten uit het rapport:

  • Vaak worden symptomen bij ouderen ten onrechte toegeschreven aan veroudering, wat diagnose en behandeling vertraagt. Bovendien leiden misvattingen over kwetsbaarheid tot verkeerde zorgkeuzes: nuttige interventies worden onthouden aan fitte ouderen, terwijl kwetsbare patiënten juist te agressieve behandelingen krijgen. Meer accurate inschattingen van de gezondheidstoestand, los van leeftijd, kunnen dit voorkomen.
  • Van de 519 klinische richtlijnen blijken 62 expliciet leeftijd als factor te gebruiken bij aanbevelingen voor diagnostiek of behandeling. Dit weerspiegelt waarschijnlijk de dagelijkse klinische praktijk, waar percepties en vooroordelen bij zowel patiënten zelf als bij zorgverleners kunnen leiden tot suboptimale zorg.
  • We schatten in dat 450-650.000 oudere patiënten (tot 19% van deze groep) mogelijk worden getroffen door onderbenutting van zorg. Ziektebeelden waarbij dit veel speelt zijn bijvoorbeeld hartfalen, diabetes en COPD.
  • Onderbenutting van zorg leidt tot een verminderde bijdrage aan het BNP van 3-6 miljard euro voor Nederland in totaal. Deze demografische groep is ook een belangrijke leverancier van informele zorg. We schatten dat onderbenutting van zorg in deze leeftijdsgroep leidt tot een reductie van 10-15 miljoen uur aan informeel zorgpotentieel – het equivalent van 6-9 duizend fulltime werknemers.

Het Voorwoord is geschreven door Anneke Sipkens, directeur van ouderenvereniging ANBO-PCOB. Zij schrijft: “Wij pleiten ervoor dat er zo snel mogelijk actie wordt genomen op deze onacceptabele situatie. Ook ouderen moeten serieus genomen worden bij gezondheidsklachten en niet worden afgescheept met de zin ‘het heeft te maken met uw leeftijd’. Zeker niet als er nog vele jaren levenskwaliteit gewonnen wordt met de juiste diagnose en behandeling”.

Het rapport is het resultaat van een coproductie van adviesbureau Gupta Strategists en Edwards Lifesciences: “We hebben de krachten gebundeld en gelijkgerichtheid opgezocht, vanuit een gedeelde nieuwsgierigheid naar de omvang en oorzaken van leeftijdsdiscriminatie in de zorg”.
Het rapport dient ter inspiratie van iedereen die bezorgd is over de toekomst van ons zorgstelsel en wil een spiegel voorhouden én perspectief bieden: “We gaan graag in gesprek en samen met anderen aan de slag. U kunt daarvoor contact opnemen met Daan Livestro, partner bij Gupta Strategists”.

Downloaden rapport Leeftijd is maar een getal. Over leeftijdsdiscriminatie in de zorg, Gupta Strategists en Edwards Lifesciences, december 2024: https://gupta-strategists.nl

Leeftijd is maar een getal – Over leeftijdsdiscriminatie in de zorg, Gupta Strategists, 4 december 2024: https://gupta-strategists.nl/studies/leeftijd-is-maar-een-getal
,

Medezeggenschap bij de overheid in de toekomst

De kern van medezeggenschap is dat medewerkers invloed kunnen hebben op belangrijke beslissingen in hun organisatie. Maar personeel bij overheidsorganisaties heeft een bijzondere positie, waardoor hun invloed soms beperkter is. Ruben Houweling, hoogleraar arbeidsrecht en kroonlid bij de Sociaal-Economische Raad (SER) vertelt over de adviesaanvraag Politiek Primaat in een interview met Mireille Bosman en Guus Bunnik voor SER.

Vraag aan Houweling: Wat is het politiek primaat precies?
Houweling: “Bij de overheid heeft het personeel soms te maken met politieke keuzes. De politiek wordt gekozen via onze democratie en voert een bepaald beleid. Denk bijvoorbeeld aan het verplaatsen van een militaire kazerne. In het bedrijfsleven heeft het personeel het recht om mee te praten en te adviseren over een bedrijfsverhuizing via de ondernemingsraad (or). Maar binnen de overheid ligt dat volgens de wet en de rechter anders: de verhuizing van de kazerne kan een besluit zijn van de politiek. Het personeel heeft via de or dan geen rol in het besluit om te verhuizen. Wél mag de or adviseren over de gevolgen van het besluit voor het personeel. Maar dat is nadat het besluit tot verplaatsen van de kazerne al is genomen. In zo’n geval heeft het personeel binnen de overheid minder invloed dan het personeel in het bedrijfsleven”.

Wat is de aanleiding voor de adviesaanvraag?

“De achtergrond van de adviesaanvraag gaat terug naar 1995, toen medezeggenschap bij overheid en bedrijfsleven gelijk werd gesteld. De politiek wilde echter voorkomen dat de invloed van het personeel zo groot zou zijn dat zij democratisch genomen besluiten zouden kunnen dwarsbomen. Daarom is er in de Wet op Ondernemingsraden een artikel opgenomen met de uitzondering van Politiek Primaat.

Gaandeweg is het beeld ontstaan dat deze uitzondering te breed wordt uitgelegd door de rechter. Wordt de medezeggenschap bij de overheid zo niet heel klein gemaakt? En past dit wel bij deze tijd?

In 2020 is een wet ingegaan om de rechtspositie van ambtenaren gelijk te stellen aan werknemers in het bedrijfsleven (de WRNA). De Vereniging voor Arbeidsrecht heeft toen aanbevelingen gedaan om de medezeggenschap binnen de overheid te versterken. Daarop volgde een petitie om de wetsbepaling over het primaat van de politiek aan te passen. Deze petitie is overhandigd aan toenmalig minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het ministerie van SZW heeft vervolgens eind 2023 een adviesaanvraag ingediend bij de SER”.

Inmiddels is er in de afgelopen maanden uitgebreid gesproken met diverse partijen: or-leden, ambtelijk secretarissen, bestuurders en experts. Houweling: “Zij hebben praktijkervaringen met de medezeggenschap bij de overheid gedeeld en ook al meegedacht over mogelijke oplossingsrichtingen”.
Houweling vervolgt: “Iedereen is het er wel mee eens is dat de ambtenaar een bijzondere positie inneemt en dat democratische keuzes leidend zijn. Maar waar begint de medezeggenschap? Er is een sterke roep om die scheidslijn duidelijker te krijgen. Tegelijkertijd is het heel lastig; kun je die afbakening wel maken met elkaar?”

Het is de bedoeling het advies de eerste helft van 2025 af te ronden.

Lees het hele interview: Politiek primaat: waar begint de medezeggenschap? door Mireille Bosman en Guus Bunnik, SER, 28 november 2024: www.ser.nl/nl/actueel/zicht/op/art-politiek-primaat-medezeggenschap

Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM): www.ser.nl/nl/ser/raad/commissies/CBM

Afbeelding bovenaan is van PaliGraficas

Brief van vakbond FNV aan Karremans, staatssecretaris Jeugd

Het aantal kinderen dat een beroep doet op de jeugdzorg moet de komende jaren omlaag, vindt staatssecretaris Vincent Karremans van Jeugd, Preventie en Sport in het kabinet-Schoof. Op dit moment heeft één op de zeven kinderen te maken met de jeugdzorg en dat is ‘ontzettend veel’, zei hij in een Kamerdebat. Wat hem betreft, is dat in 2028 gedaald tot maximaal één op de tien kinderen. Hij adviseert jongeren in nood niet direct naar een professional te gaan. In een interview met dagblad NRC op 27 november 2024 zei hij dat hij meer weerbaarheid en minder professionele hulp wil: “Het leven zit nu eenmaal vol tegenslagen. We moeten ophouden met stickertjes plakken op elk kind dat iets ander gedrag vertoont”. Hij zei ook: “Gemeenten moeten de mouwen opstropen”.

Sinds de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg in 2015 overgeheveld is van het Rijk naar de gemeenten, zijn de problemen almaar toegenomen. Er zijn wachtlijsten van vele maanden voor kinderen in zeer kwetsbare situaties en er is een tekort aan financiën.
Lees hier de brief met reactie van Vakbond FNV op de uitspraken van de staatssecretaris –  2 december 2024: https://beroepseer.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Talhakhalil007

 

Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2024. Raadsleden, wethouders en burgemeesters over hun ambt

Raadsleden beleven veel plezier aan hun raadswerk. Zij beoordelen hun werkplezier met een ruime voldoende en geven gemiddeld het cijfer 7,3. Dat blijkt uit de Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2024 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Deze enquête is in het voorjaar van 2024 gehouden onder raadsleden en andere (lokale) politieke ambtsdragers. De vorige editie van de Basismonitor Politieke Ambtsdragers verscheen in 2019.

Het rapport verschaft de basis om na te gaan wat raadsleden, wethouders en burgemeesters anno 2024 van hun ambt en de lokale democratie vinden. Behalve op werkplezier focust het rapport zich op het aantal uren dat raadsleden besteden aan het raadswerk als geheel, de tijdsbesteding aan de diverse werkzaamheden en de werkdruk.

Hoge werkdruk

Lokale politici – raadsleden, wethouders en burgemeesters – beoordelen hun ambt positief en waarderen hun werkplezier, de ondersteuning die ze krijgen en de bestuurscultuur. Toch blijven er uitdagingen. Raadsleden ervaren een hoge werkdruk, vooral door de toegenomen taken en complexe omgeving. Daarnaast voelen oppositieraadsleden minder invloed en hebben kleinere fracties moeite om alle beleidsdossiers te volgen. Criminele beïnvloeding en online agressie spelen ook een rol. Ondanks deze problemen tonen raadsleden, wethouders en burgemeesters een gematigd positief beeld van de lokale democratie.

Downloaden Aansprekend en uitdagend – Raadsleden, wethouders en burgemeesters over hun ambt in de Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2024, diverse auteurs, eindredactie Hans Vollaard, Kennisbank Openbaar bestuur, 137 p., 4 november 2024: www.kennisopenbaarbestuur.nl
PDF: https://beroepseer.nl

Volksgezondheid en zorg in 2050

Het aantal mensen met een chronische ziekte stijgt in 2050 verder naar bijna twaalf miljoen. Vooral dementie en artrose nemen enorm toe. De verwachting is dat het aantal mensen met deze ziekten in 2050 bijna verdubbeld is. Dat blijkt uit de nieuwe Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu – RIVM – op 27 november 2024 heeft gepubliceerd. Het RIVM brengt de VTV elke vier jaar uit. Daarin beschrijft het RIVM de ontwikkelingen en de grote opgaven in de volksgezondheid en zorg op weg naar 2050.

De VTV-2024 maakt duidelijk dat Nederland nog niet goed is voorbereid op de opgaven. De VTV laat ook zien dat de grote opgaven met elkaar samenhangen, en dus gezamenlijk dienen te worden aangepakt. Kiezen voor een gezonde toekomst betekent dat beleid lange tijd wordt volgehouden. De komende jaren is daarom een standvastig gezondheidsbeleid nodig, met concrete doelen.

De vijf opgaven

Ten eerste: De vergrijzing is en blijft de belangrijkste maatschappelijke ontwikkeling voor de volksgezondheid. De grote gezondheidsverschillen in Nederland vormen de tweede opgave. Als derde hebben jongeren een steeds ongezondere leefstijl. Ook zullen jongeren steeds vaker problemen met hun mentale gezondheid hebben. Aangezien de jeugd de toekomst is, is het belangrijk te investeren in hun gezondheid. De vierde opgave is de manier van geven van goede zorg, ook bij een grotere vraag naar zorg en steeds grotere personeelstekorten. De vijfde opgave gaat over een gezonde inrichting van de leefomgeving.

Het aantal mensen met dementie stijgt van 261.000 mensen in 2022 naar 506.000 in 2050. Dit zijn niet alleen maar ouderen: 6% van alle mensen met dementie is tussen de 40 en 65 jaar. Dementie geeft vooral problemen met geheugen, spraak, herkenning en het uitvoeren van dagelijkse bezigheden.

Drie miljoen mensen met artrose in 2050

De verwachting is dat het aantal mensen met artrose (vorm van reuma) stijgt van 1,6 miljoen in 2022 naar drie miljoen in 2050. Klachten die bij artrose spelen zijn bijvoorbeeld pijn en (gedeeltelijke) verlamming. Andere aandoeningen die in 2050 vaker voorkomen zijn onder meer privé-, arbeids- en sportongevallen, nek- en rugklachten en nierfalen. Daar staat tegenover dat bijvoorbeeld longkanker sterk afneemt.

Vaker meerdere aandoeningen

De VTV laat ook zien dat het aantal mensen dat bij de huisarts bekend is met één of meer chronische aandoeningen stijgt van 10,5 miljoen in 2022 naar bijna twaalf miljoen in 2050. De stijging is het grootst onder 75-plussers. Het aantal mensen met drie of meer aandoeningen stijgt van 3,3 naar 4,3 miljoen. Dit aantal neemt daarmee aanzienlijk harder toe dan mensen met één of twee blijvende ziektes.

De VTV-2024 bestaat uit een reeks PDF-rapporten en een interactief online gedeelte. Zie: www.volksgezondheidtoekomstverkenning.nl/vtv-2024

Downloaden Hoofdrapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2024, RIVM, november 2024: www.volksgezondheidtoekomstverkenning.nl/vtv-2024/hoofdrapport

Online micromanagement en cyberpesten

Nu het werken op afstand toeneemt, kan micromanagement*) ontaarden in pesten. Dat heeft gevolgen voor het welzijn van werknemers en de werkcultuur.
Een recent, hoewel nog beperkt, Eurofound-onderzoek van Sara Riso naar cyberpesten, toont aan dat micromanagement en opdringerig toezicht – met name in de werkomgeving op afstand – tot pesten leidt. Dat gaat gepaard met aanzienlijke schade voor degenen die aan dit soort praktijken zijn onderworpen. Micromanagement en (cyber)pesten hebben iets met elkaar gemeen:
een wanverhouding in macht. Bij micromanagement is er sprake van machtsongelijkheid tussen werknemer en manager. De laatste oefent een buitensporige of onredelijke top-downcontrole uit.

Duidelijk is geworden dat zowel werkgevers als werknemers te maken hebben gekregen met verschillende uitdagingen wat betreft aanpassing. Terwijl managers misschien proberen een nieuwe vorm van communicatie in te zetten om ervoor te zorgen dat het werk op afstand gedaan wordt, krijgen werknemers te maken met voortdurende controle en toezicht. Het is een fenomeen dat lijkt op micromanagement. Deze managementstijl wordt gekenmerkt door overmatig toezicht en een gebrek aan vertrouwen en kan een giftige omgeving creëren en het overschrijden van een grens naar (cyber)pesten.

Onder hun niveau

Inzicht in dit soort gedrag is cruciaal voor organisaties om te voorkomen dat er gepest wordt; het is van vitaal belang voor beleidsmakers. Zij behoren immers te zorgen voor respectvol werken op afstand voor alle werknemers. Niet voor het uitoefenen van systematische, buitensporige controle door middel van het wekken van onrealistische verwachtingen en het opleggen van onbeheersbare werkdruk. In hun streven naar strenge controle over alle aspecten van het werk, kunnen deze managers hun werknemers zelfs belangrijke verantwoordelijkheden ontnemen. Ze zorgen ervoor dat alles aan hun normen voldoet en wijzen hun medewerkers werk toe dat onder hun niveau ligt.

Ongeacht motivatie of bedoeling, de gevolgen kunnen ernstig zijn voor werknemers die worden onderworpen aan micromanagementpraktijken die neigen naar pestgedrag. Zoals uit het onderzoek blijkt, heeft pesten in al zijn vormen grote negatieve gevolgen voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de slachtoffers. Zelfs wanneer micromanagement niet escaleert tot (cyber)pesten, blijft het schadelijk voor zowel werknemers als de organisatie. Het ondermijnt de autonomie van de werknemer, schaadt het arbeidsmoraal, bevordert een ongezonde werkomgeving met uiteindelijk wellicht een negatieve invloed op de productiviteit.

Jurisprudentie

Jurisprudentie over dit onderwerp is schaars binnen de EU, maar juridische precedenten uit andere rechtsgebieden suggereren dat micromanagement symptomatisch kan zijn voor pestgedrag. In de Australische zaak Leggett tegen Hawkesbury Race Club Limited (2022) oordeelde de rechtbank bijvoorbeeld dat buitensporig micromanagement door een leidinggevende neerkwam op pesten op de werkplek, wat leidde tot ernstige psychologische schade voor de werknemer. De rechtbank kende een aanzienlijke schadevergoeding toe, omdat de schadelijke gevolgen van dergelijke managementpraktijken voor de geestelijke gezondheid van de werknemer werden erkend.

Bij een soortgelijk geval in Groot-Brittannië in 2019 oordeelde het Employment Appeal Tribunal – het Britse gerechtshof voor hoger beroep in arbeidszaken – dat het micromanagement waaraan de eiser werd onderworpen neerkwam op (cyber)pesten. Het hof erkende dat, hoewel enig toezicht op elke werkplek noodzakelijk is, het buitensporige en bestraffende karakter van micromanagement in dit geval verder ging dan redelijk toezicht en een vorm van psychologische intimidatie werd.

Deze zaken laten zien dat micromanagement, wanneer het voortduurt en tot het uiterste gaat, wettelijk kan worden erkend als pesten, vooral wanneer het gepaard gaat met ongerechtvaardigde kritiek, ongepaste controle en ondermijning van de autonomie en het vertrouwen van de werknemer. Uiteindelijk gaat het om het cumulatieve schadelijke effect op het welzijn van de werknemer, ongeacht de intentie of motivatie achter het gedrag.

Voorkomen dat micromanagement een spiraal wordt

Na de coronapandemie zijn beleidsmakers zich steeds meer bewust van de risico’s van digitale monitor-technologieën, die opdringerige controle door managers mogelijk maken. Als reactie hierop hebben sommige landen waaronder Cyprus, Griekenland en Portugal, de regels voor spyware en controleapparatuur aangescherpt als onderdeel van hun wetgeving voor telewerken. Maar wet- en regelgeving zijn niet genoeg.
Nu digitale hulpmiddelen steeds meer invloed hebben op managementpraktijken, is het nodig het beleid en de interne regels te herzien en expliciet aandacht te besteden aan een gezonde, respectvolle en productieve werkomgeving. Daarbij is het nuttig te realiseren dat micromanagement te maken heeft met een gebrek aan vertrouwen tussen werkgever en werknemer en de controledrift van de manager. Dat kan een teken zijn van een dieper liggend probleem binnen de arbeidscultuur, dat een voedingsbodem kan creëren voor pestgedrag. Om micromanagement aan te pakken, is het ook belangrijk om naar het grotere geheel te kijken en de onderliggende culturele problemen aan te pakken.

Lees het hele artikel van Sara Riso: Is online micromanagement a form of cyberbullying?, Social Europe, 25 november 2024: www.socialeurope.eu/is-online-micromanagement-a-form-of-cyberbullying

Downloaden: Workplace bullying, harassment and cyberbullying: Are regulations and policies fit for purpose? door Sara Riso, Eurofound, 25 september 2024: www.eurofound.europa.eu/en/publications/2024/workplace-bullying-harassment-and-cyberbullying-are-regulations-and-policies-fit

Eurofound = Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden: https://european-union.europa.eu


Noot

*) Micromanagement is een managementstijl waarbij een manager of leidinggevende nauwlettend toezicht houdt op het werk en de taken van medewerkers, vaak tot in de kleinste details en vaak leidend tot een obsessie. Deze aanpak gaat veel verder dan simpelweg leidinggeven. Zulk gedrag betekent in wezen een overdreven focus op het observeren en controleren van medewerkers.

 

Voorbij Big Tech: Manifest voor een nieuwe digitale economie

In een antitrustzaak in Washington heeft de Amerikaanse districtsrechter Amit Mehta op 5 augustus 2024 het  ministerie van Justitie in het gelijk gesteld en gezegd dat Google illegaal het zoeken op internet heeft gemonopoliseerd. Google verloor daarmee zijn historische antitrustzaak tegen het ministerie.
De rechter verwees naar de miljarden die Google betaalt aan bedrijven als Apple om de zoekmachine als standaard in te stellen. Een straf wordt later vastgelegd, maar Google zegt al dat het in beroep gaat. “De rechtbank komt tot de volgende conclusie: Google is een monopolist en gedraagt zich ook zo om zijn monopolie te behouden”.
Google vertegenwoordigt maar liefst 90 procent van de online zoekmarkt en zelfs 95 procent op smartphones in de Verenigde Staten. Het bedrijf zou z’n machtspositie hebben gebruikt om de concurrentie te verstoren. De rechter: “U gaat uiteindelijk iets betalen om de wereld in orde te maken nadat u een monopolist bent gebleken”.

Twee maanden later, op 7 oktober 2024, beval de Amerikaanse rechter James Donato Google zijn app-winkel open te stellen voor concurrentie. De rechter heeft een permanent bevel uitgevaardigd voor drie jaar vanaf 1 november 2024, dat Google zal dwingen de distributie van rivaliserende app-winkels van derden binnen de Google Play Store in de VS toe te staan. Deze uitspraak zou het Android-ecosysteem voor altijd kunnen veranderen.

Op 20 november 2024 is bekend gemaakt dat het Amerikaanse ministerie van Justitie en een aantal staten een federale rechtbank hebben gevraagd Google te dwingen de populaire webbrowser Chrome af te stoten “waardoor de controle van Google over dit cruciale toegangspunt voor zoekopdrachten permanent wordt beëindigd”. Google heeft tot 20 december 2024 de tijd om te reageren met zijn eigen suggesties om zijn zoekmonopolie te herstellen.

Manifest

Het voorbeeld van Google toont de veranderingen die er zitten aan te komen. Ze kunnen niet snel genoeg gaan voor People vs Big Tech dat een manifest heeft gepubliceerd, ondertekend door meer dan zeventig maatschappelijke organisaties. De opstellers hopen dat het gaat fungeren als verzamelpunt voor mensen en organisaties wereldwijd die de visie onderschrijven.

People vs Big Tech is een beweging die strijdt voor omverwerping van het ’hebzuchtige bedrijfsmodel van kolossale techbedrijven’ en heeft tot doel het internet voorgoed te veranderen. Op de site van People vs Big Tech staat een Verklaring (ook in het Nederlands) met de oproep je aan te sluiten bij het toenemende aantal personen en organisaties en je
1) in te zetten voor bescherming van onze rechten,
2) Big Tech*) in te tomen en
3) de weg vrij te maken voor een betere digitale toekomst.

Martin Andree

De Duitse hoogleraar digitale media Martin Andree voorspelt dat over vijf jaar de grote technologiebedrijven bijna volledig de plaats hebben ingenomen van de traditionele media. In 2023 verscheen zijn boek Big Tech muss wegDie Digitalkonzerne zerstören Demokratie und Wirtschaft – wir werden sie stoppen. Het boek is vertaald in het Engels: Big Tech must go! Digital giants destroy democracy and economy – we will stop them!


Noot

*) Wanneer sprake is van Big Techbedrijven – techreuzen of internetgiganten – gaat het over enorm grote bedrijven. Deze bedrijven zijn allemaal actief in de technologiesector. De geschatte waarde van deze bedrijven is zo’n twee biljoen dollar. Het ging in eerste instantie om vier bedrijven: Google, Amazon, Facebook en Apple. In de loop der jaren is de lijst aangevuld met Microsoft en Alibaba. Netflix, Airbnb, Tesla en Uber worden gezien als concurrenten van de huidige Big Tech.

 

Beyond Big Tech: A manifesto for a new digital economy, People versus Big tech, 30 september 2024: https://peoplevsbig.tech/beyond-big-tech-a-manifesto-for-a-new-digital-economy/

Downloaden Beyond Big Tech, A framework for building a new and fair digital economy, september 2024: https://beroepseer.nl/

Big Tech must go! https://bigtechmussweg.de/index_en.html

Martin Andree: https://martinandree.com/

 

De digitale wereld is onze wereld die zich bedient van
hulpmiddelen en instrumenten – de infrastructuur van menselijke relaties. Deze wereld is te groot en te belangrijk om over te laten aan een klein aantal hebzuchtige bedrijven. We moeten af van geconcentreerde macht en schadelijke bedrijfsmodellen van Big Tech en ons inspannen voor een meer rechtvaardige en betere digitale economie