Skip to main content

Redactie Beroepseer

Medezeggenschap bij de overheid in de toekomst

De kern van medezeggenschap is dat medewerkers invloed kunnen hebben op belangrijke beslissingen in hun organisatie. Maar personeel bij overheidsorganisaties heeft een bijzondere positie, waardoor hun invloed soms beperkter is. Ruben Houweling, hoogleraar arbeidsrecht en kroonlid bij de Sociaal-Economische Raad (SER) vertelt over de adviesaanvraag Politiek Primaat in een interview met Mireille Bosman en Guus Bunnik voor SER.

Vraag aan Houweling: Wat is het politiek primaat precies?
Houweling: “Bij de overheid heeft het personeel soms te maken met politieke keuzes. De politiek wordt gekozen via onze democratie en voert een bepaald beleid. Denk bijvoorbeeld aan het verplaatsen van een militaire kazerne. In het bedrijfsleven heeft het personeel het recht om mee te praten en te adviseren over een bedrijfsverhuizing via de ondernemingsraad (or). Maar binnen de overheid ligt dat volgens de wet en de rechter anders: de verhuizing van de kazerne kan een besluit zijn van de politiek. Het personeel heeft via de or dan geen rol in het besluit om te verhuizen. Wél mag de or adviseren over de gevolgen van het besluit voor het personeel. Maar dat is nadat het besluit tot verplaatsen van de kazerne al is genomen. In zo’n geval heeft het personeel binnen de overheid minder invloed dan het personeel in het bedrijfsleven”.

Wat is de aanleiding voor de adviesaanvraag?

“De achtergrond van de adviesaanvraag gaat terug naar 1995, toen medezeggenschap bij overheid en bedrijfsleven gelijk werd gesteld. De politiek wilde echter voorkomen dat de invloed van het personeel zo groot zou zijn dat zij democratisch genomen besluiten zouden kunnen dwarsbomen. Daarom is er in de Wet op Ondernemingsraden een artikel opgenomen met de uitzondering van Politiek Primaat.

Gaandeweg is het beeld ontstaan dat deze uitzondering te breed wordt uitgelegd door de rechter. Wordt de medezeggenschap bij de overheid zo niet heel klein gemaakt? En past dit wel bij deze tijd?

In 2020 is een wet ingegaan om de rechtspositie van ambtenaren gelijk te stellen aan werknemers in het bedrijfsleven (de WRNA). De Vereniging voor Arbeidsrecht heeft toen aanbevelingen gedaan om de medezeggenschap binnen de overheid te versterken. Daarop volgde een petitie om de wetsbepaling over het primaat van de politiek aan te passen. Deze petitie is overhandigd aan toenmalig minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het ministerie van SZW heeft vervolgens eind 2023 een adviesaanvraag ingediend bij de SER”.

Inmiddels is er in de afgelopen maanden uitgebreid gesproken met diverse partijen: or-leden, ambtelijk secretarissen, bestuurders en experts. Houweling: “Zij hebben praktijkervaringen met de medezeggenschap bij de overheid gedeeld en ook al meegedacht over mogelijke oplossingsrichtingen”.
Houweling vervolgt: “Iedereen is het er wel mee eens is dat de ambtenaar een bijzondere positie inneemt en dat democratische keuzes leidend zijn. Maar waar begint de medezeggenschap? Er is een sterke roep om die scheidslijn duidelijker te krijgen. Tegelijkertijd is het heel lastig; kun je die afbakening wel maken met elkaar?”

Het is de bedoeling het advies de eerste helft van 2025 af te ronden.

Lees het hele interview: Politiek primaat: waar begint de medezeggenschap? door Mireille Bosman en Guus Bunnik, SER, 28 november 2024: www.ser.nl/nl/actueel/zicht/op/art-politiek-primaat-medezeggenschap

Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM): www.ser.nl/nl/ser/raad/commissies/CBM

Afbeelding bovenaan is van PaliGraficas

Brief van vakbond FNV aan Karremans, staatssecretaris Jeugd

Het aantal kinderen dat een beroep doet op de jeugdzorg moet de komende jaren omlaag, vindt staatssecretaris Vincent Karremans van Jeugd, Preventie en Sport in het kabinet-Schoof. Op dit moment heeft één op de zeven kinderen te maken met de jeugdzorg en dat is ‘ontzettend veel’, zei hij in een Kamerdebat. Wat hem betreft, is dat in 2028 gedaald tot maximaal één op de tien kinderen. Hij adviseert jongeren in nood niet direct naar een professional te gaan. In een interview met dagblad NRC op 27 november 2024 zei hij dat hij meer weerbaarheid en minder professionele hulp wil: “Het leven zit nu eenmaal vol tegenslagen. We moeten ophouden met stickertjes plakken op elk kind dat iets ander gedrag vertoont”. Hij zei ook: “Gemeenten moeten de mouwen opstropen”.

Sinds de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg in 2015 overgeheveld is van het Rijk naar de gemeenten, zijn de problemen almaar toegenomen. Er zijn wachtlijsten van vele maanden voor kinderen in zeer kwetsbare situaties en er is een tekort aan financiën.
Lees hier de brief met reactie van Vakbond FNV op de uitspraken van de staatssecretaris –  2 december 2024: https://beroepseer.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Talhakhalil007

 

Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2024. Raadsleden, wethouders en burgemeesters over hun ambt

Raadsleden beleven veel plezier aan hun raadswerk. Zij beoordelen hun werkplezier met een ruime voldoende en geven gemiddeld het cijfer 7,3. Dat blijkt uit de Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2024 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Deze enquête is in het voorjaar van 2024 gehouden onder raadsleden en andere (lokale) politieke ambtsdragers. De vorige editie van de Basismonitor Politieke Ambtsdragers verscheen in 2019.

Het rapport verschaft de basis om na te gaan wat raadsleden, wethouders en burgemeesters anno 2024 van hun ambt en de lokale democratie vinden. Behalve op werkplezier focust het rapport zich op het aantal uren dat raadsleden besteden aan het raadswerk als geheel, de tijdsbesteding aan de diverse werkzaamheden en de werkdruk.

Hoge werkdruk

Lokale politici – raadsleden, wethouders en burgemeesters – beoordelen hun ambt positief en waarderen hun werkplezier, de ondersteuning die ze krijgen en de bestuurscultuur. Toch blijven er uitdagingen. Raadsleden ervaren een hoge werkdruk, vooral door de toegenomen taken en complexe omgeving. Daarnaast voelen oppositieraadsleden minder invloed en hebben kleinere fracties moeite om alle beleidsdossiers te volgen. Criminele beïnvloeding en online agressie spelen ook een rol. Ondanks deze problemen tonen raadsleden, wethouders en burgemeesters een gematigd positief beeld van de lokale democratie.

Downloaden Aansprekend en uitdagend – Raadsleden, wethouders en burgemeesters over hun ambt in de Basismonitor Politieke Ambtsdragers 2024, diverse auteurs, eindredactie Hans Vollaard, Kennisbank Openbaar bestuur, 137 p., 4 november 2024: www.kennisopenbaarbestuur.nl
PDF: https://beroepseer.nl

Volksgezondheid en zorg in 2050

Het aantal mensen met een chronische ziekte stijgt in 2050 verder naar bijna twaalf miljoen. Vooral dementie en artrose nemen enorm toe. De verwachting is dat het aantal mensen met deze ziekten in 2050 bijna verdubbeld is. Dat blijkt uit de nieuwe Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) die het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu – RIVM – op 27 november 2024 heeft gepubliceerd. Het RIVM brengt de VTV elke vier jaar uit. Daarin beschrijft het RIVM de ontwikkelingen en de grote opgaven in de volksgezondheid en zorg op weg naar 2050.

De VTV-2024 maakt duidelijk dat Nederland nog niet goed is voorbereid op de opgaven. De VTV laat ook zien dat de grote opgaven met elkaar samenhangen, en dus gezamenlijk dienen te worden aangepakt. Kiezen voor een gezonde toekomst betekent dat beleid lange tijd wordt volgehouden. De komende jaren is daarom een standvastig gezondheidsbeleid nodig, met concrete doelen.

De vijf opgaven

Ten eerste: De vergrijzing is en blijft de belangrijkste maatschappelijke ontwikkeling voor de volksgezondheid. De grote gezondheidsverschillen in Nederland vormen de tweede opgave. Als derde hebben jongeren een steeds ongezondere leefstijl. Ook zullen jongeren steeds vaker problemen met hun mentale gezondheid hebben. Aangezien de jeugd de toekomst is, is het belangrijk te investeren in hun gezondheid. De vierde opgave is de manier van geven van goede zorg, ook bij een grotere vraag naar zorg en steeds grotere personeelstekorten. De vijfde opgave gaat over een gezonde inrichting van de leefomgeving.

Het aantal mensen met dementie stijgt van 261.000 mensen in 2022 naar 506.000 in 2050. Dit zijn niet alleen maar ouderen: 6% van alle mensen met dementie is tussen de 40 en 65 jaar. Dementie geeft vooral problemen met geheugen, spraak, herkenning en het uitvoeren van dagelijkse bezigheden.

Drie miljoen mensen met artrose in 2050

De verwachting is dat het aantal mensen met artrose (vorm van reuma) stijgt van 1,6 miljoen in 2022 naar drie miljoen in 2050. Klachten die bij artrose spelen zijn bijvoorbeeld pijn en (gedeeltelijke) verlamming. Andere aandoeningen die in 2050 vaker voorkomen zijn onder meer privé-, arbeids- en sportongevallen, nek- en rugklachten en nierfalen. Daar staat tegenover dat bijvoorbeeld longkanker sterk afneemt.

Vaker meerdere aandoeningen

De VTV laat ook zien dat het aantal mensen dat bij de huisarts bekend is met één of meer chronische aandoeningen stijgt van 10,5 miljoen in 2022 naar bijna twaalf miljoen in 2050. De stijging is het grootst onder 75-plussers. Het aantal mensen met drie of meer aandoeningen stijgt van 3,3 naar 4,3 miljoen. Dit aantal neemt daarmee aanzienlijk harder toe dan mensen met één of twee blijvende ziektes.

De VTV-2024 bestaat uit een reeks PDF-rapporten en een interactief online gedeelte. Zie: www.volksgezondheidtoekomstverkenning.nl/vtv-2024

Downloaden Hoofdrapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2024, RIVM, november 2024: www.volksgezondheidtoekomstverkenning.nl/vtv-2024/hoofdrapport

Online micromanagement en cyberpesten

Nu het werken op afstand toeneemt, kan micromanagement*) ontaarden in pesten. Dat heeft gevolgen voor het welzijn van werknemers en de werkcultuur.
Een recent, hoewel nog beperkt, Eurofound-onderzoek van Sara Riso naar cyberpesten, toont aan dat micromanagement en opdringerig toezicht – met name in de werkomgeving op afstand – tot pesten leidt. Dat gaat gepaard met aanzienlijke schade voor degenen die aan dit soort praktijken zijn onderworpen. Micromanagement en (cyber)pesten hebben iets met elkaar gemeen:
een wanverhouding in macht. Bij micromanagement is er sprake van machtsongelijkheid tussen werknemer en manager. De laatste oefent een buitensporige of onredelijke top-downcontrole uit.

Duidelijk is geworden dat zowel werkgevers als werknemers te maken hebben gekregen met verschillende uitdagingen wat betreft aanpassing. Terwijl managers misschien proberen een nieuwe vorm van communicatie in te zetten om ervoor te zorgen dat het werk op afstand gedaan wordt, krijgen werknemers te maken met voortdurende controle en toezicht. Het is een fenomeen dat lijkt op micromanagement. Deze managementstijl wordt gekenmerkt door overmatig toezicht en een gebrek aan vertrouwen en kan een giftige omgeving creëren en het overschrijden van een grens naar (cyber)pesten.

Onder hun niveau

Inzicht in dit soort gedrag is cruciaal voor organisaties om te voorkomen dat er gepest wordt; het is van vitaal belang voor beleidsmakers. Zij behoren immers te zorgen voor respectvol werken op afstand voor alle werknemers. Niet voor het uitoefenen van systematische, buitensporige controle door middel van het wekken van onrealistische verwachtingen en het opleggen van onbeheersbare werkdruk. In hun streven naar strenge controle over alle aspecten van het werk, kunnen deze managers hun werknemers zelfs belangrijke verantwoordelijkheden ontnemen. Ze zorgen ervoor dat alles aan hun normen voldoet en wijzen hun medewerkers werk toe dat onder hun niveau ligt.

Ongeacht motivatie of bedoeling, de gevolgen kunnen ernstig zijn voor werknemers die worden onderworpen aan micromanagementpraktijken die neigen naar pestgedrag. Zoals uit het onderzoek blijkt, heeft pesten in al zijn vormen grote negatieve gevolgen voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de slachtoffers. Zelfs wanneer micromanagement niet escaleert tot (cyber)pesten, blijft het schadelijk voor zowel werknemers als de organisatie. Het ondermijnt de autonomie van de werknemer, schaadt het arbeidsmoraal, bevordert een ongezonde werkomgeving met uiteindelijk wellicht een negatieve invloed op de productiviteit.

Jurisprudentie

Jurisprudentie over dit onderwerp is schaars binnen de EU, maar juridische precedenten uit andere rechtsgebieden suggereren dat micromanagement symptomatisch kan zijn voor pestgedrag. In de Australische zaak Leggett tegen Hawkesbury Race Club Limited (2022) oordeelde de rechtbank bijvoorbeeld dat buitensporig micromanagement door een leidinggevende neerkwam op pesten op de werkplek, wat leidde tot ernstige psychologische schade voor de werknemer. De rechtbank kende een aanzienlijke schadevergoeding toe, omdat de schadelijke gevolgen van dergelijke managementpraktijken voor de geestelijke gezondheid van de werknemer werden erkend.

Bij een soortgelijk geval in Groot-Brittannië in 2019 oordeelde het Employment Appeal Tribunal – het Britse gerechtshof voor hoger beroep in arbeidszaken – dat het micromanagement waaraan de eiser werd onderworpen neerkwam op (cyber)pesten. Het hof erkende dat, hoewel enig toezicht op elke werkplek noodzakelijk is, het buitensporige en bestraffende karakter van micromanagement in dit geval verder ging dan redelijk toezicht en een vorm van psychologische intimidatie werd.

Deze zaken laten zien dat micromanagement, wanneer het voortduurt en tot het uiterste gaat, wettelijk kan worden erkend als pesten, vooral wanneer het gepaard gaat met ongerechtvaardigde kritiek, ongepaste controle en ondermijning van de autonomie en het vertrouwen van de werknemer. Uiteindelijk gaat het om het cumulatieve schadelijke effect op het welzijn van de werknemer, ongeacht de intentie of motivatie achter het gedrag.

Voorkomen dat micromanagement een spiraal wordt

Na de coronapandemie zijn beleidsmakers zich steeds meer bewust van de risico’s van digitale monitor-technologieën, die opdringerige controle door managers mogelijk maken. Als reactie hierop hebben sommige landen waaronder Cyprus, Griekenland en Portugal, de regels voor spyware en controleapparatuur aangescherpt als onderdeel van hun wetgeving voor telewerken. Maar wet- en regelgeving zijn niet genoeg.
Nu digitale hulpmiddelen steeds meer invloed hebben op managementpraktijken, is het nodig het beleid en de interne regels te herzien en expliciet aandacht te besteden aan een gezonde, respectvolle en productieve werkomgeving. Daarbij is het nuttig te realiseren dat micromanagement te maken heeft met een gebrek aan vertrouwen tussen werkgever en werknemer en de controledrift van de manager. Dat kan een teken zijn van een dieper liggend probleem binnen de arbeidscultuur, dat een voedingsbodem kan creëren voor pestgedrag. Om micromanagement aan te pakken, is het ook belangrijk om naar het grotere geheel te kijken en de onderliggende culturele problemen aan te pakken.

Lees het hele artikel van Sara Riso: Is online micromanagement a form of cyberbullying?, Social Europe, 25 november 2024: www.socialeurope.eu/is-online-micromanagement-a-form-of-cyberbullying

Downloaden: Workplace bullying, harassment and cyberbullying: Are regulations and policies fit for purpose? door Sara Riso, Eurofound, 25 september 2024: www.eurofound.europa.eu/en/publications/2024/workplace-bullying-harassment-and-cyberbullying-are-regulations-and-policies-fit

Eurofound = Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden: https://european-union.europa.eu


Noot

*) Micromanagement is een managementstijl waarbij een manager of leidinggevende nauwlettend toezicht houdt op het werk en de taken van medewerkers, vaak tot in de kleinste details en vaak leidend tot een obsessie. Deze aanpak gaat veel verder dan simpelweg leidinggeven. Zulk gedrag betekent in wezen een overdreven focus op het observeren en controleren van medewerkers.

 

Voorbij Big Tech: Manifest voor een nieuwe digitale economie

In een antitrustzaak in Washington heeft de Amerikaanse districtsrechter Amit Mehta op 5 augustus 2024 het  ministerie van Justitie in het gelijk gesteld en gezegd dat Google illegaal het zoeken op internet heeft gemonopoliseerd. Google verloor daarmee zijn historische antitrustzaak tegen het ministerie.
De rechter verwees naar de miljarden die Google betaalt aan bedrijven als Apple om de zoekmachine als standaard in te stellen. Een straf wordt later vastgelegd, maar Google zegt al dat het in beroep gaat. “De rechtbank komt tot de volgende conclusie: Google is een monopolist en gedraagt zich ook zo om zijn monopolie te behouden”.
Google vertegenwoordigt maar liefst 90 procent van de online zoekmarkt en zelfs 95 procent op smartphones in de Verenigde Staten. Het bedrijf zou z’n machtspositie hebben gebruikt om de concurrentie te verstoren. De rechter: “U gaat uiteindelijk iets betalen om de wereld in orde te maken nadat u een monopolist bent gebleken”.

Twee maanden later, op 7 oktober 2024, beval de Amerikaanse rechter James Donato Google zijn app-winkel open te stellen voor concurrentie. De rechter heeft een permanent bevel uitgevaardigd voor drie jaar vanaf 1 november 2024, dat Google zal dwingen de distributie van rivaliserende app-winkels van derden binnen de Google Play Store in de VS toe te staan. Deze uitspraak zou het Android-ecosysteem voor altijd kunnen veranderen.

Op 20 november 2024 is bekend gemaakt dat het Amerikaanse ministerie van Justitie en een aantal staten een federale rechtbank hebben gevraagd Google te dwingen de populaire webbrowser Chrome af te stoten “waardoor de controle van Google over dit cruciale toegangspunt voor zoekopdrachten permanent wordt beëindigd”. Google heeft tot 20 december 2024 de tijd om te reageren met zijn eigen suggesties om zijn zoekmonopolie te herstellen.

Manifest

Het voorbeeld van Google toont de veranderingen die er zitten aan te komen. Ze kunnen niet snel genoeg gaan voor People vs Big Tech dat een manifest heeft gepubliceerd, ondertekend door meer dan zeventig maatschappelijke organisaties. De opstellers hopen dat het gaat fungeren als verzamelpunt voor mensen en organisaties wereldwijd die de visie onderschrijven.

People vs Big Tech is een beweging die strijdt voor omverwerping van het ’hebzuchtige bedrijfsmodel van kolossale techbedrijven’ en heeft tot doel het internet voorgoed te veranderen. Op de site van People vs Big Tech staat een Verklaring (ook in het Nederlands) met de oproep je aan te sluiten bij het toenemende aantal personen en organisaties en je
1) in te zetten voor bescherming van onze rechten,
2) Big Tech*) in te tomen en
3) de weg vrij te maken voor een betere digitale toekomst.

Martin Andree

De Duitse hoogleraar digitale media Martin Andree voorspelt dat over vijf jaar de grote technologiebedrijven bijna volledig de plaats hebben ingenomen van de traditionele media. In 2023 verscheen zijn boek Big Tech muss wegDie Digitalkonzerne zerstören Demokratie und Wirtschaft – wir werden sie stoppen. Het boek is vertaald in het Engels: Big Tech must go! Digital giants destroy democracy and economy – we will stop them!


Noot

*) Wanneer sprake is van Big Techbedrijven – techreuzen of internetgiganten – gaat het over enorm grote bedrijven. Deze bedrijven zijn allemaal actief in de technologiesector. De geschatte waarde van deze bedrijven is zo’n twee biljoen dollar. Het ging in eerste instantie om vier bedrijven: Google, Amazon, Facebook en Apple. In de loop der jaren is de lijst aangevuld met Microsoft en Alibaba. Netflix, Airbnb, Tesla en Uber worden gezien als concurrenten van de huidige Big Tech.

 

Beyond Big Tech: A manifesto for a new digital economy, People versus Big tech, 30 september 2024: https://peoplevsbig.tech/beyond-big-tech-a-manifesto-for-a-new-digital-economy/

Downloaden Beyond Big Tech, A framework for building a new and fair digital economy, september 2024: https://beroepseer.nl/

Big Tech must go! https://bigtechmussweg.de/index_en.html

Martin Andree: https://martinandree.com/

 

De digitale wereld is onze wereld die zich bedient van
hulpmiddelen en instrumenten – de infrastructuur van menselijke relaties. Deze wereld is te groot en te belangrijk om over te laten aan een klein aantal hebzuchtige bedrijven. We moeten af van geconcentreerde macht en schadelijke bedrijfsmodellen van Big Tech en ons inspannen voor een meer rechtvaardige en betere digitale economie

 

Prijs uitgereikt aan winnaars verkiezing Overheidsmanager en Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024

De winnaars van de Overheidsawards zijn bekend! Miriam Twilt-Mendonça, directeur Detentiecentrum Rotterdam, is uitgeroepen tot Overheidsmanager van het Jaar 2024 en de Gemeente Heemskerk kreeg de titel Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024. De uitreiking vond plaats in de Koninklijke Schouwburg van Den Haag op 19 november 2024.

De winnaars van de verkiezing van 2023, Frans Swinkels en Jemuel Lempe,  blikten tijdens de feestelijke prijsuitreiking terug op wat de titel voor hen heeft betekend. Directeur-generaal Eva Heijblom hield namens minister van Binnenlandse Zaken Judith Uitermark een toespraak over het belang van de prijzen. Er was eveneens uitleg over het thema voor de komende Verkiezing Jonge ambtenaar van het Jaar 2025: ‘De creatieve ambtenaar!’ Gastheer van de avond was Paul Depla, burgemeester van Breda.

De twee andere finalisten van de verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2024 waren Aissa Allau, directeur maatschappelijke ontwikkeling van de gemeente Groningen en Bas van Rijsbergen, directeur Ruimtelijk Economisch Domein.
De beide finalisten voor de titel Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024 waren De Screeningsautoriteit Justis en de Rechtbank van Rotterdam
De verkiezingen hebben laten zien dat er in het gehele publieke domein indrukwekkende prestaties worden verricht.

De jury over Miriam Twilt-Mendonça

De jury, onder voorzitterschap van Jetta Klijnsma, commissaris van de Koning van de provincie Drenthe, deelt mee dat Miriam Twilt-Mendonça haar medewerkers inspireert, maar zich ook door haar omgeving laat inspireren. Onder haar leiding zijn diverse positieve veranderingen tot stand gebracht. Haar excellente leiderschap is een voorbeeld voor velen binnen de overheid, en daarbuiten.

Onder leiding van Mirjam zijn de gesloten deuren van het Detentiecentrum Rotterdam geopend. Zo vindt er veel samenwerking met het onderwijs plaats en krijgen ook de meer kritische partijen een plek aan tafel. Ze bevordert de transparantie door letterlijk de zeepkist op te gaan en eerlijk te vertellen wat er gebeurt. Daarnaast werkt Miriam ‘out of the box’-ideeën uit om gedetineerden zoveel mogelijk te helpen in het terugkeren naar de samenleving. Miriam toont een duidelijke visie en mening, en richt zich altijd op de mens.
Miriam heeft de jury laten zien dat zij een unieke en indrukwekkende leider is in de wereld van justitiële inrichtingen. Ze is een “gastvrouw in een gastonvriendelijke omgeving” die verandering brengt in de gevangeniscultuur. Haar laagdrempeligheid, menselijkheid, vermogen om mensen in hun kracht te zetten, houding om kwetsbaarheid te tonen, worden gezien als haar sterkste eigenschappen als manager.

De jury over gemeente Heemskerk

De jury, onder voorzitterschap van de burgemeester van Den Haag Jan van Zanen, deelt mee dat de collegiale en energieke sfeer direct opvallen binnen de gemeente Heemskerk. De grote diversiteit aan gemeentelijke taken wordt met veel toewijding van de medewerkers en bestuurders uitgevoerd. De medewerkers zoeken voortdurend naar vernieuwing en het management biedt hiervoor de nodige ruimte. En vooral de jongerenclub van de gemeente vindt de jury heel inspirerend. De gemeente Heemskerk pakt de uitdagingen van morgen vandaag al op!

De Overheidsawards worden georganiseerd door de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) met steun van een elftal organisaties.

Overheidsawards: www.overheidsawards.nl/

 

Foto bovenaan: De drie finalisten van de verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2024: Gemeente Heemskerk,  Screeningsautoriteit Justis en de Rechtbank van Rotterdam. Vierde van rechts is jurylid Jan van Zanen. www.overheidsawards.nl/uncategorized/finalisten-2024/

Advies aan regering en parlement: ‘Naar een uitvoerende macht’

De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) pleit in een ongevraagd advies aan regering en parlement voor versnelling van het versterken van de positie van uitvoerende professionals en organisaties binnen de overheid. De maatschappelijke opgaven zijn groot, er is geen tijd te verliezen; de kennis en voeling met de samenleving moet via de uitvoerders onderdeel worden van de overheid. Dat is noodzakelijk voor herstel van het vertrouwen van burgers en het gezag van de overheid.

De uitvoerders zijn de cruciale schakel tussen overheid en samenleving, en moeten daarvoor van beleidsmakers en politici de ruimte middelen krijgen. Dat vraagt andere ambtelijke en politiek-ambtelijke verhoudingen, in het voordeel van uitvoerders. Zij hebben meer ruimte en invloed nodig bij het vormgeven van nieuw beleid of om van wet- en regelgeving af te wijken.

Weeffouten belemmeren goede uitvoering

Goede uitvoering is één van de speerpunten van het huidige kabinet. Op veel maatschappelijke terreinen zoals wonen, klimaat en migratie, is actie nodig. Daarbij wordt te weinig gebruik gemaakt van de kennis en kunde van de mensen en organisaties die met die maatschappelijke uitdagingen aan de slag moeten: uitvoerende professionals, uitvoeringsorganisaties, inspecties en decentrale overheden. De ROB heeft onderzocht wat er misgaat in het fundament van het openbaar bestuur. Er zijn drie hardnekkige weeffouten in het systeem: uitvoerders worden gezien als ondergeschikt, ze hebben te weinig ruimte om zelf morele keuzes te maken om in te spelen op situaties in de praktijk, en ze staan op afstand van de plekken in Den Haag waar de belangrijkste beslissingen worden genomen.

Iedereen staat wat te doen

Meer ruimte voor uitvoerders vraagt flink wat van het gehele openbaar bestuur: politici, beleidsmakers en van uitvoerders zelf. Het is aan de politici om meer verantwoordelijkheid te nemen voor de uitvoering van het beleid dat ze zelf voorstellen. Nu is het Haagse politieke spel leidend, en de uitkomst daarvan zorgt in de praktijk voor problemen. Ook op de beleidsdepartementen is de focus op de politiek te groot: de rol van ambtenaren als politiek neutrale adviseurs staat hierdoor onder druk. Beleidsmakers en uitvoerders moeten meer gezamenlijk optrekken, bijvoorbeeld door de gevolgen van politieke keuzes beter inzichtelijk te maken. Uitvoerders – organisaties en professionals – mogen zich niet verschuilen achter slecht beleid: bij onrechtvaardige situaties hebben ze de plicht om tegenstand te bieden.

Richt een noodrem in

Een van de aanbevelingen is te zorgen voor een noodrem voor uitvoerende organisaties als beleid dreigt te worden ingevoerd dat onuitvoerbaar is; of beleid dat strijdig is met beginselen van behoorlijk bestuur. Aan de noodrem trekken mag nooit zomaar, en vraagt altijd een goede onderbouwing. Natuurlijk heeft de politiek in een democratische rechtsstaat het laatste woord, maar door uitvoeringsorganisaties de mogelijkheid te geven opdrachten en taken tijdelijk terug te geven, moet de politiek wel keuzes heroverwegen of daar opnieuw verantwoording over afleggen wanneer onrechtvaardige situaties dreigen. De politiek kan er zelf voor kiezen om haar eigen macht wat in te binden in het belang van goede publieke dienstverlening.

Een voorbeeld van de aanpak is het praktijkvoorbeeld De Maatwerkplaats, een lerend netwerk binnen het UWV dat maatwerk faciliteert: https://beroepseer.nl

Downloaden advies Naar een uitvoerende macht, Raad voor het Openbaar Bestuur, 20 oktober 2024: https://beroepseer.nl

Downloaden Samenvatting ‘Naar een uitvoerende macht’, Raad voor het Openbaar Bestuur, 20 oktober 2024: https://beroepseer.nl

Advies ‘Naar een uitvoerende macht’, Raad voor  het Openbaar Bestuur, 20 november 2024:  www.raadopenbaarbestuur.nl

Webinar ‘Rechtsstaat en integriteit’ op 10 december 2024

Beroepseer en integriteit hebben alles met elkaar te maken. Het gaat immers om de intrinsieke motivatie om je vak volgens de waarden die daarvoor gelden zo goed mogelijk uit te voeren. Daarom onderschrijft Stichting Beroepseer van harte de Week of Integrity*), waarin integriteit uitgebreid onder de aandacht wordt gebracht.

Als Partner van de Week van de integriteit organiseert Stichting Beroepseer een gratis webinar: Rechtsstaat en integriteit – Waar ligt de grens? Onder begeleiding van docent Caroline Raat verkennen we op een interactieve manier wanneer je werk mag weigeren, een melding kunt doen en mag demonstreren. Ook staan we stil bij tegenspraak en veiligheid.

Webinar Rechtsstaat en integriteit vindt plaats op dinsdagochtend 10 december 2024 om 9.30 uur.

Aanmelden kan per mail: contact@rechtenraat.nl

Noot
*) Week of Integrity: www.weekofintegrity.org/nl

Afbeelding bovenaan is van Poli