Skip to main content

Redactie Beroepseer

De politiek van onbetaalde arbeid

«Ik heb veel onbetaalde baantjes gehad. In sommige gevallen moest ik betalen voor de mogelijkheid om te werken, mensen te ontmoeten, te leren. Ik betaalde voor audities. Ik betaalde voor mijn opleiding om mee te kunnen doen aan een show in New York voor verschillende doelgroepen. Het was een belangrijke ervaring, maar ik moest ervoor betalen. Ik dacht dat het een soort kans was. Ik wist dat ik het me niet kon veroorloven, maar ik dacht dat ik er iets van kon leren en dat deed ik. Ik heb gerepeteerd voor een show, samen met een choreograaf. Ik zag hoe het is om op het podium te staan, maar… ik moest ervoor betalen».

In The Politics of Unpaid Labour staan verhalen over onbetaalde arbeid en de gevolgen daarvan. Het boek bevat de bevindingen van het meerjarige onderzoeksproject Researching precariousness across the paid/unpaid work continuum van de European Research Council o.l.v. socioloog Valeria Pulignano van de Katholieke Universiteit (KU) Leuven.
Pulignano heeft een theorie ontwikkeld over de politiek van onbetaalde arbeid. Haar inspiratie vond ze bij de Amerikaanse filosoof Paul Gomberg die stelde dat veel mensen “onrechtvaardige schade lijden door hun arbeid”. Als je slecht wordt betaald vormt dat een belemmering voor een waardig leven.
Onder onbetaalde arbeid wordt verstaan werk buiten een erkende arbeidsrelatie. Onbetaald werk vormt een belangrijk onderdeel van de samenleving: huishoudelijke taken, mantelzorg, vrijwilligerswerk. Maar als er te weinig tegenover staat, kan het leiden tot een verstoorde machtsbalans, ongelijkheid en armoede.

Maar binnen betaalde arbeid vindt ook onbetaald werk plaats: trainingen en cursussen in privétijd, reistijd zonder vergoeding, verplichte vergaderingen en teamactiviteiten buiten werktijd. Hier gaat het om onbetaalde arbeidstijd die besteed wordt aan het uitvoeren van taken die horen bij een specifieke functieomschrijving.
“Het is belangrijk ook dit werk te erkennen en op waarde te schatten”, aldus Pulignano. “Onbetaalde arbeid kan onderdeel zijn van een duurzame, gezonde arbeidsmarkt. Maar als de arbeidsmarkt niet goed functioneert, leidt het tot ongelijkheid en armoede”.

Biografische verhalen

De kern van het onderzoek vormen de biografische verhalen en audiodagboeken van werknemers. Ze omvatten drie verschillende werkterreinen: 1. de creatieve sector (dans, tv/film, voice-over, theater), 2. de sociale zorg en 3. platforms in de landen Zweden, Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Polen, Frankrijk en België.
Op basis van de omvangrijke hoeveelheid gegevens ontwikkelt het boek een theorie over de politiek van onbetaalde arbeid en verklaart het hoe klassegebonden ongelijkheid in precair werk*) tot stand komt.
De ongelijkheid in precair werk is een onverwachte uitkomst van het onderzoek dat begon met proberen te begrijpen hoe en in welke mate onbetaalde arbeid verantwoordelijk is voor precair werk. Uiteindelijk werden de ongelijke omstandigheden die ten grondslag liggen aan precair werk zichtbaar voor degenen die onbetaalde, onderbetaalde en slecht betaalde arbeid verrichten.

Interview

Voorafgaand aan de presentatie van het boek in het in Berlijn gevestigde Weizenbaum Institut in november 2024, had Katharina Stefes een interview met Valeria Pulignano. De interviewster stelde o.m. de vraag welke de grootste uitdagingen en risico’s zijn voor mensen die onbetaald werk doen?

Pulignano: “Onbetaalde arbeid vormt een zware belasting voor het gezinsleven, waarbij veel werknemers het gevoel hebben geen beslissing te kunnen nemen over het krijgen van kinderen vanwege de instabiliteit van hun baan en de onvoorspelbaarheid van hun inkomen. Moeders die zowel betaalde als onbetaalde arbeid verrichten lieten weten dat ze zich uitgeput voelden, terwijl freelancers die op een platform werken het gevoel hadden voortdurend ‘oproepbaar’ te zijn om hun kijkcijfers op peil te houden, wat een negatieve invloed had op de gezinsrelaties. Sommige werknemers rekenen op steun van hun familie om abrupte veranderingen in roosters en schommelende inkomsten het hoofd te kunnen bieden. Vooral jonge werknemers hebben moeite zich een stabiele toekomst voor te stellen in een maatschappij die onbetaalde arbeid in stand houdt.

Onbetaalde arbeid schaadt ook de geestelijke gezondheid. Dansers en zorgmedewerkers meldden dat ze werkten terwijl ze ziek waren, een realiteit die nog verergerd werd tijdens de Covid-19 pandemie. In een economie die bol staat van precair werk en grote ongelijkheid, voelen werknemers zich vaak vervangbaar en ondergewaardeerd, wat leidt tot een lage eigenwaarde en angst, vooral bij mensen zonder sterk sociaal of familienetwerk.

Bovendien werkt onbetaalde arbeid extreme ondergeschiktheid van werknemers in de hand en hebben ze weinig inspraak om een slechte of oneerlijke behandeling aan te vechten. Deze machteloosheid leidt tot slechte kwaliteit van de dienstverlening, wat van invloed is op essentiële sectoren zoals de ouderenzorg. Veel werknemers ervaren isolement, angst en de noodzaak om voortdurend op zoek te gaan naar betere kansen, waardoor nog meer tijd en middelen verloren gaan.

Tot slot drijft onbetaalde arbeid werknemers vaak in de richting van armoede, waardoor ze niet over de middelen beschikken om van een stabiele levensstijl te genieten. Velen kunnen zich geen eerste levensbehoeften of culturele activiteiten veroorloven, waardoor ze uit de middenklasse wegdrijven. De onregelmatige aard van het werk, in combinatie met de beperkte onderhandelingsmacht over uren en lonen, dwingt velen om met meerdere banen en platforms te jongleren om te overleven. Freelancers voelen zich onder druk gezet om ‘betaalbaar’ te blijven, terwijl werknemers in de zorg wijzen op de onrechtvaardige op winst beluste private organisaties die winst maken belangrijker vinden dan een eerlijk loon: Eigenaren oogsten het geld, de rest doet er niet toe”.

Welke rol speelt de politiek?

“Politiek’ speelt een zeer belangrijke rol, omdat het refereert aan de dynamiek en het beleid rondom onbetaalde arbeid en de mate waarin personen dit soort arbeid ondersteunen, waarbij sociale reproductieve arbeid**) een belangrijke bron is. Precariteit wordt beïnvloed door de politieke economie van een land, waaronder overheidsfinanciering, sociale uitkeringen, minimumlonen, collectieve onderhandelingen en publiek eigendom. De staat en het overheidsbeleid moeten dus de ongelijke verdeling en impact van onbetaalde arbeid aanpakken om een eerlijker arbeidsmarkt te creëren. Terwijl The Politics of Unpaid Labour sterk gericht blijft op het individuele niveau (d.w.z., de ‘microsociale’ realiteit), opent het ook de deur voor verdere analyse van arbeidsstrijd voor meer inclusieve arbeidsmarkten.
Het op één lijn brengen van de aspiraties van werknemers met economische doelen is geen futuristische utopie en vereist gecoördineerde actie van personen, werknemers, consumenten, eigenaren en de staat”.

Noten
*) Precair werk = werk dat structureel geen bestaanszekerheid biedt. Het concept precariteit – précarité – werd in de jaren tachtig en negentig al door Franse wetenschappers gebruikt als verwijzing naar een onzekere en uitgesloten positie op de arbeidsmarkt. Precair werk is van oudsher een integraal onderdeel geweest van loonarbeid. Het lijkt er echter op dat precair werk in recente jaren weer steeds vaker voorkomt.
**) Reproductieve arbeid = huishoudelijk werk of ander zorgwerk (vaak gedaan door vrouwen) dat wordt uitgevoerd zonder betaling of de verwachting van betaling en niet wordt meegerekend als onderdeel van het bruto binnenlands product.

Downloaden The poltics of unpaid labour, door Valeria Pulignano en Markieta Domecka, Oxford University Press, 2025: https://beroepseer.nl

The Politics of Unpaid Labour – How the study of unpaid labour can help address inequality in precarious work, Oxford University Press, 15 januari 2025: https://global.oup.com/academic/product/the-politics-of-unpaid-labour-9780198888130?lang=de&cc=ch#

The Politics of Unpaid Labour, Interview met Valeria Pulignano,  Weizenbaum Institut, 31 oktober 2024: www.weizenbaum-institut.de/news/detail/theory-on-the-politics-of-unpaid-labour/

Beyond the paycheck, door Valeria Pulignano, Oxford University Press, 15 januari 2025: https://blog.oup.com

Bijeenkomst ‘De bevlogen jonge ambtenaar’. Over de waarde van de democratische rechtsorde

Tijdens de lunchbijeenkomst De bevlogen jonge ambtenaar in Den Haag in januari 2025 gingen Huri Sahin en Herman Tjeenk Willink met de aanwezigen in gesprek over de democratische rechtsorde. Gespreksleider van de door de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) georganiseerde bijeenkomst was Yasmin Ait Abderrahman. Herman Tjeenk Willink is oud-politicus en was vicepresident van de Raad van State van 1997 tot 2012. Sinds 20212 is hij minister van Staat. In 2023 verscheen zijn boek Het tij tegen… “op een moment dat de overheid op veel fronten hapert en burgers hun ongenoegen daarover uiten”. Huri Sahin is burgemeester van de gemeente Rijswijk en vanaf juni 2021 bestuurslid van ROB.
De lunchbijeenkomst van 15 januari 2025 in Den Haag was de derde over de democratische rechtsorde. De twee voorgaande vonden plaats in 2024 in Deventer en Den Haag.

In een tijd waarin de politieke en maatschappelijke polarisatie groeit en het vertrouwen van burgers in de overheid tanende is, staan veel jonge ambtenaren voor lastige vraagstukken en dilemma’s: Wat vind ik als professional? Wat is maatschappelijk aanvaardbaar? Wat wil de politiek? Is het mogelijk tegelijk ambtenaar en activist te zijn?

De bijeenkomst bestond uit drie delen: de waarde van de democratische rechtsorde; het functioneren van de overheid en de rol van de publieke ambtsdrager; ambtelijk activisme en werken voor de publieke zaak.

Op de site van ROB staat een weergave van de bijeenkomst.

Enkele passages

Vraag: Hoe gaat jonge ambtenaar om met wat beleidsmatig het meest verstandig is, maar misschien politiek of maatschappelijk niet het meest wenselijk?

Tjeenk Willink: Wat het meest wenselijk is, is objectief gezien niet vast te stellen. Dat is een waardeoordeel en dus een politiek oordeel. En we hebben afgesproken dat het politiek oordeel uiteindelijk wordt gegeven door de democratisch gekozen volksvertegenwoordiging en de bestuurders die aan de volksvertegenwoordiging verantwoording moeten afleggen. Dus dat een beleidsuitkomst niet bevalt, betekent dat niet dat je als ambtenaar daarom tegen het beleid kunt ageren. Zo zit het systeem niet in elkaar. Wat je als ambtenaar wel mag eisen is dat de meerderheid die beslist ook rekening houdt met minderheden. Dus wat je mag vragen is of er rekening is gehouden met minderheden.

Wat moet je dan doen wanneer kritiek wordt ingezet om te polariseren. En wanneer er niet rechtsstatelijk gehandeld wordt. Ik denk bijvoorbeeld aan de motie-Bekker. Wat vind je dan dat er van een ambtenaar verwacht kan worden?

In zo`n geval mag je van een ambtenaar verwachten dat hij weet aan welke eisen hij moet voldoen en dat hij daar ook gevolg aan geeft. Dus dat hij over de materie kritisch adviseert en dat hij waarschuwt. En wanneer dat is gebeurd moet hij zich neerleggen bij het feit dat aan zijn kritische advies geen gevolg is gegeven. Of weggaan.

Waar hebben we het over als we het hebben over de democratische rechtsorde als fundament?

Dan hebben we het eigenlijk over twee dingen. Ten eerste over de grondregels die gelden voor het verkeer tussen overheden en burgers en tussen burgers onderling. Als het goed is zijn dat maatschappelijke waarden. Dan gaat het om tolerantie, rechtvaardigheid, billijkheid en proportionaliteit. De Koning heeft dat in zijn kersttoespraak in drie regels samengevat: gelijkheid voor de wet, discriminatie is niet toegestaan en geen geweld gebruiken. Ook niet als we ons gekwetst voelen.

Het tweede deel van de democratische rechtsorde is het institutionele instrument dat op die waarden gebaseerd is en bedoeld is om die waarden te handhaven. Dan gaat het dus om vragen als: wie doet wat, wie is afhankelijk van wie? De democratische rechtsorde is van groot belang, juist nu omdat allerlei andere verbindende elementen zwak zijn geworden. Denk daarbij aan elementen als godsdienst, gemeenschappelijke geschiedenis enzovoort. Tegelijkertijd is de maatschappelijke diversiteit groter geworden, vindt er politieke polarisatie plaats – partijen die zich tegen elkaar afzetten – en ook is de druk van buitenaf groter geworden.

Het is belangrijk dat de overheid zich aan haar eigen regels houdt. Dit om te voorkomen dat de boel uit elkaar valt in een tijd waarin er weinig verbindende krachten zijn. Wat gebeurt er als de overheid dat niet doet?

Kijk om je heen. Van de kinderopvangtoeslagaffaire tot een situatie waarbij er überhaupt geen politieke keuzes worden gemaakt. Een ander voorbeeld is waarbij er over de band van de sociale grondrechten wel gepretendeerd wordt dat de overheid voor een aantal dingen verantwoordelijk is, maar vervolgens niet thuis geeft waardoor sommige voorzieningen niet functioneren of helemaal niet aanwezig zijn.

De sociale grondrechten zijn in 1983 in de Grondwet opgenomen. Ze zijn een hoofdtaak van de overheid.

Volgens Tjeenk Willink dient de ambtenaar te voldoen aan vier eisen:
1.  inhoudelijk deskundig; 2. kennis van het democratisch bestel (het kenmerk van de organisatie waarvoor je gaat werken); 3. kritisch onafhankelijk kunnen adviseren en 4.  loyaliteit aan de ambtsdrager in zijn functie en niet als persoon.

Terugblik ‘De bevlogen jonge ambtenaar’, Raad voor het Openbaar Bestuur,
3 februari 2025: www.raadopenbaarbestuur.nl/actueel/nieuws/2025/02/3/terugblik-de-bevlogen-jonge-ambtenaar

Boek: Het tij tegen: https://uitgeverijprometheus.nl/boeken/tij-tegen-paperback/

Wie wordt ‘Zorgprofessional van het jaar 2025’? Nomineren tot 10 maart

Wie wordt de zorgprofessional van het jaar 2025?  Beroepsorganisatie voor zorgprofessionals NU’91, publieke omroep EO en liefdadigheidsinstelling Mercy Ships slaan de handen ineen voor een zoektocht naar de zorgprofessional van het jaar 2025. Tot 10 maart 2025 kan iedereen een zorgprofessional nomineren die de sector op een positieve manier op de kaart zetten, het verschil maken of een sterke visie hebben op het vak. Nomineren kan tot 10 maart 2025.

Winnaar bekendgemaakt op Dag van de verpleging

Na een selectie door een vakjury volgt een shortlist van vijf finalisten. Zij krijgen een podium om hun verhaal en visie op de zorg breed te delen. Het publiek kan vervolgens stemmen op een favoriet. De winnaar wordt op de Dag van de verpleging, 12 mei 2025, bekendgemaakt.

Ambassadeur

De uiteindelijke winnaar krijgt niet alleen de rol toebedeeld van nationaal ambassadeur voor de zorg, maar is uitgenodigd een bezoek te breng aan een van de ziekenhuisschepen van Mercy Ships. Het prijzenpakket bestaat verder nog uit duizend euro voor een afdelingsuitje, het lidmaatschap van NU’91 en EO-magazine.

In 2022 was er ook een verkiezing onder de titel Zorgmedewerker van het jaar. Winnares was Marry Versluis, oncologieverpleegkundige in het St. Antoniusziekenhuis, locatie Leidse Rijn. www.eo.nl/artikel/marry-versluis-is-zorgmedewerker-van-het-jaar-2022

Nomineren tot 10 maart

Ga voor stemmen op de Zorgprofessional van het jaar 2025 naar EO: www.eo.nl/campagne/zorgmedewerker-van-het-jaar

NU’91: https://nu91.nl
Mercy Ships: www.mercyships.nl

Pesten is met 33 procent toegenomen op scholen, en wordt heftiger en langduriger

Jaarlijks publiceren de vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs een overzicht van het aantal geregistreerde dossiers. In het schooljaar 2023–2024 zijn er 2317 nieuwe dossiers binnengekomen op het meldpunt van
de vertrouwensinspecteurs. Vorig schooljaar telden de vertrouwensinspecteurs 2152 dossiers. De toename ten opzichte van het vorige schooljaar is 165 dossiers. Deze toename komt met name uit de categorieën psychisch geweld, fysiek geweld en radicalisering.

In 1187 dossiers ging het over psychisch geweld, in 623 van de dossiers om fysiek geweld, in 290 dossiers over seksuele intimidatie en in 96 dossiers om seksueel misbruik. Het aantal dossiers over discriminatie en radicalisering bedraagt respectievelijk 98 en 16. In dit schooljaar zijn er 8 dossiers aangelegd, waarin de melder niet wilde vertellen over welke instelling/sector het ging.

Toename psychisch geweld zoals pesten, en fysiek geweld

Wat valt op in schooljaar 2023–2024?

1. Toename van het aantal dossiers bij de vertrouwensinspectie
2. Afname aantal dossiers seksueel geweld
3. Met taken belaste personen bij mogelijk seksueel misbruik
4. Aantal en zwaartemeldingen psychisch geweld in primair en voortgezet onderwijs blijft toenemen.

Het aantal dossiers dat gaat over vormen van psychisch geweld neemt al jaren toe. Dit schooljaar werden er 1187 dossiers geregistreerd met dit kenmerk. In de vorige twee schooljaren waren dat respectievelijk 992 en 752 dossiers. In 602 van de 1187 dossiers gaat het over (ernstig) pesten.
Veruit de meeste dossiers gaan over de sector primair onderwijs, namelijk 708 van de 1187. Inhoudelijk zien we dat de ernst van het psychisch geweld verzwaart, maar ook dat er vaker sprake is van langdurig psychisch geweld. Soms is er zelfs gedurende 4 of 5 schooljaren sprake van ernstig en langdurig pesten. In die gevallen lukt het de school niet om de verstoorde groepsdynamiek duurzaam en effectief positief te kantelen. Meer dan de helft van het
aantal dossiers psychisch geweld heeft in die sector betrekking op pesten. De vertrouwensinspecteurs vinden dit zorgelijk, de gevolgen van pesten zijn aanzienlijk voor kinderen die dit overkomt.

Ook in het voortgezet onderwijs merkt de vertrouwensinspectie de toename van de dossiers psychisch geweld al langere tijd op. Dit schooljaar zijn er 375 dossiers psychisch geweld geregistreerd. De twee voorgaande schooljaren was dit aantal nog 307 en 247 dossiers. Ook voor deze sector geldt dat meer dan de helft, namelijk 202 dossiers, gaat over (ernstig) pesten. In beide sectoren constateren we dat de ernst van het psychisch geweld toeneemt en verschuift naar dreigende uitingen, er is vaker sprake van (be)dreiging al dan niet geweld en/of een wapen.

5. Ernstigere vormen van fysiek geweld in het primair en voortgezet onderwijs
In de categorie fysiek geweld is ook al jarenlang sprake van een toename van het aantal dossiers. Dit schooljaar waren jer er 623, in 2022–2023 waren het er 560 en het schooljaar daarvoor 478. Van de 623 dossiers gaan er 185 over (zware) mishandeling met soms blijvend letsel tot gevolg.
Ook in deze categorie zijn de meeste dossiers afkomstig uit de sectoren primair (347) en voortgezet onderwijs (215). In navolging van de toename in ernst bij psychisch geweld, constateert de vertrouwensinspectie ook een verschuiving in de ernst van het fysiek geweld. De vertrouwensinspectie ziet een verband tussen het niet herkennen, erkennen en interveniëren om pesten gestopt te krijgen dat in voorkomende gevallen leidt tot vechtpartijen en soms zelfs mishandelingen

Nieuwe wetten

De meld-, overleg- en aangifteplicht in het onderwijs geldt op dit moment alleen voor seksuele misdrijven, waarbij de beklaagde een met taken belast persoon is en het slachtoffer een minderjarige of wilsonbekwame leerling.
In juli 2024 is het herziene Wetboek van Strafrecht (Titel XIV: ‘misdrijven tegen de zeden’) ingevoerd. In de herziening van het herziene Wetboek van Strafrecht zijn meer seksuele misdrijven strafbaar gesteld.

Daarnaast is er ook een wetsvoorstel in voorbereiding (Wet Vrij & Veilig Onderwijs) om de sectorwetten aan te passen. Onderdeel van dat voorstel is de meld-, overleg- en aangifteplicht voor besturen van onderwijsorganisaties te laten gelden voor seksueel misbruik en seksuele intimidatie zoals bedoeld in de Wet Seksuele Misdrijven. Een ander belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel is dat het leeftijdscriterium van minderjarigheid komt te vervallen wanneer het slachtoffer leerling of student is. Ook seksueel grensoverschrijdend gedrag richting meerderjarige leerlingen of studenten zal dan onder de meld-, overleg en aangifteplicht gaan vallen. Het gaat dan om alle gevallen van een seksueel misdrijf, waarbij de beklaagde een met taken belast persoon is en waar een afhankelijkheidsrelatie met een student of leerling aan de orde is. De meld-, overleg- en aangifteplicht gaat daarmee ook gelden voor het middelbaar beroeps- en hoger onderwijs.

Naar verwachting gaat de Wet Vrij & Veilig Onderwijs medio 2026 in.

Groei in meldingen bij vertrouwensinspecteurs zet door in schooljaar 2023-2024, Inspectie van het onderwijs, 3 februari 2025: www.onderwijsinspectie.nl

Overzicht dossiers vertrouwensinspecteurs in het onderwijs in schooljaar 2023-2024, Onderwijsinspectie, 3 februari 2025: www.onderwijsinspectie.nl

Downloaden rapport Overzicht dossiers vertrouwensinspecteurs in het onderwijs 2023–2024, Onderwijsinspectie 2 december 2024: https://beroepseer.nl

Website Vertrouwensinspecteurs: www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/vertrouwensinspecteurs

Gabriël van den Brink in radioprogramma over zijn nieuwe boek en de twee grondmodellen van leiderschap

2024 was een belangrijk jaar voor de democratie in de wereld. In Nederland, de Verenigde Staten en talloze andere landen werden nieuwe leiders gekozen. Het is inmiddels duidelijk dat burgers hebben gekozen voor een ander geluid. Aan welke vraag beantwoordden deze nieuwe leiders? Hoe zal het ze vergaan in het centrum van de macht? En hoe zullen zij de geluiden van het burgerlijk onbehagen beantwoorden?

Voor het wekelijkse radioprogramma op zaterdagmiddag Dr. Kelder & co is Gabriël van den Brink uitgenodigd voor de uitzending van 1 februari 202 om te komen praten over zijn nieuwe boek De actualiteit van het archaïsche, uitgegeven bij Prometheus. Van den Brink is gasthoogleraar wijsbegeerte bij Centrum Ethos aan de Vrije Universiteit. Voordien was hij lector aan de politieacademie in Apeldoorn en van 2006 tot 2015 hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg.

Op verzoek van Jort Kelder leest Van den Brink aan het begin van de uitzending een sleutelpassage over leiderschap uit zijn boek voor:

“Zo nodig riep de leider alle mannen uit Tembeland bijeen om in zijn huis te vergaderen. Eerst bedankte hij de gasten voor hun komst, hij noemde kort de reden voor het overleg, en vervolgens deed hij er het zwijgen toe Daarna kon iedereen het woord voeren. Medicijnman, krijger, arbeider, winkelier, etc. Sprekers werden niet onderbroken en het beraad nam uren in beslag. Men gaf vrijelijk zijn mening en dat ging door tot consensus was bereikt. Die kon trouwens ook inhouden dat men van mening kon verschillen zodat nader overleg geboden was. De leider sprak pas tegen zonsondergang. Aan hem de taak een samenvatting te geven van alles wat was gezegd en dat om te zetten in een beslissing die breed gedragen werd.
In zijn autobiografie vertelt Nelson Mandela dat zijn politieke leven sterk werd bepaald doordat hij als jongeman kon waarnemen hoe democratisch leiderschap werkte“.

Na voorlezing van de passage legt Van den Brink uit dat leiderschap twee grondmodellen kent: democratisch leiderschap en autocratisch leiderschap. Er zijn alle mogelijke varianten maar er is een wezenlijk verschil:

“Mijn conclusie na onderzoek van twee miljoen jaar menselijke evolutie is dat wij naar democratisch leiderschap neigen. Dat waarderen wij het meest. Dat is heel oud, bijna twee miljoen jaar oud. Pas heel recent, tienduizend jaar en nog wat korter, zijn wij meer autocratische vormen van leiderschap gaan kennen en soms waarderen. Wij kiezen vooral autocratisch leiderschap als de tijden onzeker zijn. Maar van huis uit liever een democratisch model zoals Mandela hier schetst”.

In tijden van onzekerheid of in tijden van heel snelle veranderingen, als je van buitenaf bedreigd wordt door een vijand of een vermeende vijand, vervolgt Van den Brink, wordt de gemeenschap – en dat is ook zeer oud – als het ware even één. En dan komt er een soort leider die alle macht tijdelijk in handen krijgt om dat conflict aan te gaan. “Die vorm van autocratie ligt als het ware klaar voor als het nodig is. Wij leven in een tijd waarin we, overal in het Westen, worden geconfronteerd met autocratische leiders – tot mijn spijt moet ik zeggen (maar dat doet er niet toe) – en de vraag is nu: Waarom gebeurt dit? Dat heeft alles te maken met de enorm snelle veranderingen die zich in de wereld en ook in onszelf voltrekken”.

Een heel belangrijke boodschap

Van den Brink: “We zitten in een wereld van digitalisering en dat zet, als sommigen hun zin krijgen, in de komende eeuw fors door. Allemaal hartstikke handig, ik doe het zelf ook, maar wat is nu het probleem met digitalisering? Je raakt je lichaam kwijt. En wij zijn dus als zoogdieren, en trouwens überhaupt als dieren, op ons lichaam aangewezen En mijn boek laat zien, en dat vind ik een heel belangrijke boodschap, dat alles wat wij als mensen doen, denken, waarnemen, voelen, kunst, spreken, geloven, ritueel, paren, vechten, allemaal hele sterke lichamelijke componenten zijn. Dat lichaam doet altijd mee.
Wat wordt er van de mens, als je dat digitaliseert? Nou, er gebeurt iets raars met mensen en de jeugd lijdt daar al onder.
Dat wil zeggen, er is een groot verschil tussen een vriendschap fysiek beleven, lichamelijk, met mensen die je echt een hand geeft, omarmt, of desnoods mee vecht, of dat zien op een plaatje. Dat is een wereld van verschil, en wat mij zorgen baart is dat met de voorstanders van digitalisering dit verschil onderschat wordt, alsof dat lichaam er niet toe doet. Maar dat is een vergissing, wij zijn ook lichamelijke wezens”.

Luister verder naar Gabriël van den Brink in het NPO-radioprogramma Kelder & Co, 1 februari 2025. Fragment Een nieuwe elite duurt 15 min. Klik hier

 

Interactief webinar: Hoe gaat AI het beroepsleven en de arbeidsmarkt in Europa veranderen?

Eurofound en Cedefop organiseren op 11 februari 2025 een speciaal, interactief webinar over AI: How is AI changing the world of work in Europe? Speciaal omdat het gegeven wordt ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van beide organisaties. Eurofound is de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden; Cedefop is het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding. De lange levensduur en impact van de organisaties is een bewijs van het belang van op feiten gebaseerd onderzoek voor de aanpassing aan veranderingen op de arbeidsmarkt en het stimuleren van economische ontwikkeling.

Dat specialisme en de empirisch onderbouwde aanpak zijn nu meer dan ooit nodig om de huidige, snelle veranderingen op de arbeidsmarkt en in de wereld van werk het hoofd te bieden. Nieuwe technologieën hebben een grote invloed op verschillende aspecten van ons werk.  Ze kunnen efficiëntie verhogen, risico’s verminderen en de kwaliteit van het werk verbeteren.

AI transformeert

Kunstmatige intelligentie (AI) bevindt zich in de voorhoede van de veranderingen, maar brengt ook uitdagingen met zich mee, zoals zorgen over de vernietiging van banen voor middelhoge en laaggeschoolde werknemers. AI transformeert taken en vaardigheidsbehoeften over de hele linie. Er is meer nodig om de kloof te dichten tussen de nieuwe kennis- en de vaardigheidsbehoeften in verband met AI en het lage percentage werknemers dat hiervoor wordt opgeleid. Er zijn ook belangrijke gevolgen voor het bedrijfsleven, en het MKB kan het afleggen tegen grotere bedrijven die meer kunnen investeren in de ontwikkeling en toepassing van AI.

Webinar ‘How is AI changing the world of work in Europe?’

Het webinar wordt gegeven op dinsdagmiddag 11 februari 2025. Sprekers zijn:

– Mary McCaughey, hoofd Informatie en Communicatie bij Eurofound
– Dragoș Adăscăliței, onderzoeksmedewerker bij Eurofound
– Jasper Van Loo, afdelingscoördinator bij Cedefop

Zij gaan het hebben over de wijzen waarop AI het beroepsleven in Europa nu al verandert en wat er dient te worden gedaan om het enorme potentieel ervan te benutten en tegelijkertijd de mensen te beschermen die het risico lopen achter te blijven.

Datum en tijd: Dinsdag 11 februari 2025, van 12.00 – 13.00 uur, Central European Time.

Registreren en meer info over de sprekers op Eurofound: www.eurofound.europa.eu/en/events/eurofound-live-how-ai-changing-world-work-europe

 

Afbeelding bovenaan is van Thomas Meier

Nieuwsmijden is een wereldwijd probleem. Oorzaak: de eindeloze nieuwsstroom

Kan nieuwsmijden worden voorkomen? Olaf Geurts probeert daarop antwoord te geven in zijn artikel op de site van het Stimuleringsfonds voor de journalistiek. Het blijkt dat je publiek overladen met nieuws het mijden bevordert. We stellen ons voor dat mensen zich afschermen omdat ze gek van de nieuwsstroom worden. Geen nieuwsapps meer, geen kranten of journaals en geen nieuwspagina’s op sociale media. Gaat het echt zo?

Hoeveelheid nieuws

Om een algemene uitspraak te kunnen doen over hoe iemand nieuwsmijder wordt, verzamelden en analyseerden vier onderzoekers van twee Chinese universiteiten de data en conclusies van zeventien eerdere onderzoeken, die bij elkaar gegevens van meer dan dertienduizend personen bevatten. Hieruit bleek dat mensen die meer stress ervaren vanwege de hoeveelheid nieuws die ze voorgeschoteld krijgen, eerder geneigd zijn om nieuws te vermijden.

Ook concludeerden de wetenschappers dat nieuwsmijden een wereldwijd probleem is. In alle onderzochte landen, zowel ontwikkelde als minder ontwikkelde, leidde nieuwsvermoeidheid tot nieuwsmijden.
De onderzoekers trekken uit hun vergelijkend onderzoek een les voor media: geef abonnees meer opties. Laat ze zelf bepalen hoeveel nieuws ze willen ontvangen. Soms waren het specifieke onderwerpen, zoals Covid-19, presidentsverkiezingen en oorlogen, waardoor mensen afknapten op het nieuws. Media meldden doorgaans zo snel mogelijk het laatste nieuws rondom deze thema’s, maar de onderzoekers adviseren journalisten selectiever te zijn. Uiteraard hebben media de plicht om hun publiek te informeren, maar ze moeten uitkijken dat ze het niet met nieuws overladen.

Afhaken voor je het doorhebt

De wetenschappers hebben ook tips voor collega-mediaonderzoekers. Zo waarschuwen ze dat vermoeidheid door een specifiek nieuwsonderwerp niet verward moet worden met nieuwsvermoeidheid in het algemeen. Verder viel het hen op dat studies die vragen naar het gedrag van respondenten eerder de conclusie trokken dat mensen nieuws vermijden, dan studies die rechtstreeks vragen of mensen het nieuws vermijden. Een belangrijk inzicht voor toekomstig onderzoek. Soms zijn mensen al aan het afhaken voordat ze het zelf doorhebben. Als onderzoekers alleen vragen of mensen het nieuws vermijden, zonder dat ze zich voldoende informeren over de werkelijke nieuwsconsumptie van hun geïnterviewden, kan dat ertoe leiden dat ze de omvang van de nieuwsmijding onderschatten.

Nieuwsmijding voorkomen? Overlaad je publiek niet met nieuws, door Olaf Geurts, Stimuleringsfonds voor de journalistiek – SVDJ, 21 januari 2025: www.svdj.nl/nieuws/nieuwsmijding-voorkomen-overlaad-je-publiek-niet-met-nieuws/

Relationship between news overload and news avoidance: A meta-analysis, door Xu, J., He, Z., Guo, D., & Ding, Y. , Sage Journals(november 2024). https://doi.org/10.1177/14648849241299667

 

Afbeelding bovenaan is van Mohamed Hassan

Dag van de Privacy. Resultaten onderzoek inzageverzoeken en uitreiking Privacy awards

Dinsdag 28 januari 2025 is het de Europese Dag van de Privacy – Data Privacy Dag – ook wel Dag van de Gegevensbescherming genoemd. Deze datum is in 2006 ingesteld door de Raad van Europa vanwege het in 1981 ondertekende Dataprotectieverdrag waarmee de basis werd gelegd voor de Europese privacybescherming.De Dag van de Privacy is bedoeld om burgers beter te informeren over hun rechten. Daarnaast worden bedrijven en organisaties aangespoord de bescherming van persoonsgegevens te verbeteren. Thema van 2025 is Privacy op de eerste plaats. Aan het begin van een initiatief rekening houden met privacy is de sleutel tot toekomstbestendige programma’s, diensten en systemen.

Conferentie en uitreiking Privacy awards

In Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag vindt ’s middags de 8e Nationale Privacy Conferentie plaats, georganiseerd door Platform voor de Informatiesamenleving ECP en Stichting Privacy First. Thema is Wat kan er wel? met nadruk op de positieve benadering van privacybescherming. Privacy vanaf het begin van een initiatief in overweging nemen is essentieel voor het toekomstbestendig maken van programma’s, diensten en systemen.
Sprekers zijn o.a. Aleid Wolfsen, voorzitter van Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Universitair hoofddocent Computer-science Jaap-Henk Hoepman van de Radboud Universiteit en Bram Hoovers, directeur van juridisch adviesbureau op gebied van data en technologie Considerati. Het ministerie van Economische Zaken vraagt de deelnemers nog tijdens de conferentie om input voor wat betreft beleid op o.m. gepersonaliseerde advertenties.

Aan het slot van de conferentie reikt Privacy First de Nederlandse Privacy awards uit. De vakjury heeft zich gebogen over privacybewuste oplossingen en initiatieven van ondernemingen, overheden en andere organisaties die privacy en informatiebescherming hoog in het vaandel hebben.

Voor 2025 zijn genomineerd:

– Gemeente Rotterdam i.s.m. Roseman Labs
– Gemeente Utrecht
– ‘Opleiding Gespreksleider Data-Ethiek‘ van Filosofie in actie
– Project GERDA – Geïntegreerde Regionale Data-infrastructuur Achterhoek
– PrivacyDetect van Watchful
– Autoscriber

Bijeenkomst in Rotterdam

Eveneens ter gelegenheid van de Dag van de Privacy is er ’s middags in Rotterdam een bijeenkomst over het bespreekbaar maken van worstelingen rondom gegevensbescherming. Aan het woord zijn twee experts op het gebied van gegevensbescherming. Zij interacteren met het publiek, o.m.met het game Wie ben ik? met de bedoeling het publiek te laten meedoen en te laten nadenken over persoonsgegevens. Sprekers zijn dr. Gilian Ponte en Gydo Kamst van Rotterdam School of Management aan de Erasmus Universiteit. De bijeenkomst begint om 14.00 en duurt tot 16.00 met een borrel na afloop. Voertaal is Engels.

Resultaten onderzoek EDPB

In aanloop naar de Dag van de Privacy 2025 bleek uit een onderzoek van de European Data Protection Board (EDPB) dat veel organisaties niet goed omgaan met inzageverzoeken. EDPB – opgericht 25 mei 2018 – is een onafhankelijk orgaan waarin alle nationale privacytoezichthouders uit de Europese Unie (EU) samenwerken.
De resultaten van het onderzoek bevestigen het beeld dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) ziet in de dagelijkse praktijk. Het recht op inzage is een van de privacyrechten die iedereen heeft. Wanneer een organisatie persoonsgegevens gebruikt, dan mogen mensen vragen welke gegevens dat zijn. En hoe de organisatie die gegevens gebruikt.
30 privacytoezichthouders in Europa, waaronder de AP, hebben afgelopen jaar 1185 organisaties gevraagd hoe ze omgaan met inzageverzoeken. Zowel publieke organisaties als bedrijven, en zowel grote als kleine bedrijven uit verschillende sectoren werkten mee aan het onderzoek.

Het onderzoek laat onder meer zien dat organisaties vaak geen standaardwerkwijze hebben voor inzageverzoeken. Sommige organisaties blijken bovendien vaak onterecht verzoeken om inzage te weigeren. Ook werpen organisaties vaak onnodige drempels op voor mensen, voordat zij inzage geven. Denk aan het opvragen van een identiteitsbewijs als dat niet nodig is.

Ook in Nederland is er veel ruimte voor verbetering. Hier heeft 30 procent van de ondervraagde organisaties geen standaardwerkwijze voor inzageverzoeken. En 20 procent geeft aan dat de functionaris gegevensbescherming (FG) inzageverzoeken afhandelt, terwijl dit niet wenselijk is. Want de FG controleert als interne toezichthouder of een organisatie zich aan de wet houdt. En bij bijvoorbeeld een klacht over de afhandeling van een inzageverzoek, zou de FG in zo’n situatie zichzelf moeten controleren. Ook laat een derde van de organisaties weten de behandeling van inzageverzoeken niet te monitoren of systematisch te controleren.

Verschillen

Uit het onderzoek bleek dat er grote verschillen zijn tussen organisaties en sectoren. Zo zijn er in sommige sectoren andere wetten van kracht, die organisaties ook al verplichten mensen inzage te geven in hun persoonsgegevens. Organisaties in die sectoren hebben hun zaken over het algemeen goed op orde. Hetzelfde geldt vaak voor grote organisaties, en organisaties die veel inzageverzoeken krijgen.
Er zijn organisaties die het voor mensen makkelijk maken om inzage te vragen via online aanvraagformulieren. Of die mensen met een paar klikken zelf hun persoonsgegevens laten downloaden.

De EDPB doet ook in 2025 onderzoek: naar het recht op gegevens verwijderen.

Europees onderzoek: inzageverzoeken vaak niet goed afgehandeld, Autoriteit Persoonsgegevens, 22 januari 2025: www.autoriteitpersoonsgegevens.nl/actueel/europees-onderzoek-inzageverzoeken-vaak-niet-goed-afgehandeld

Aanmelden en programma Nationale privacy conferentie 2025: https://ecp.nl/agenda/nationale-privacy-conferentie-2025/

Aanmelden voor Dag van de Privacy aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam: www.eur.nl/evenementen/dag-van-de-privacy-over-het-bespreekbaar-maken-van-worstelingen-rondom-gegevensbescherming-2025-01-28

Lees ook: Deze IT-trends gaan de agenda in 2025 domineren. Bedrijven en instellingen realiseren zich dat data ‘het nieuwe goud’ zijn en ontplooien tal van activteiten om die ‘schat’ te delven, door Alfred Monterie, Computable, 22 januari 2025: www.computable.nl/e-magazine/editie-01-2025/pagina-25-trends-de-it-trends-voor-2025/

U P D A T E

Winnaars Nederlandse Privacy Awards 2025 bekend! Privacy First, 28 januari 2025: https://privacyfirst.nl/artikelen/winnaars-nederlandse-privacy-awards-2025-bekend/

  • Watchful (categorie Bewustmaking)
  • Gemeente Rotterdam/Roseman Labs (categorie Toepassing)
  • RijksAcademie voor Digitalisering en Informatisering Overheid (Aanmoedigingsprijs)

 

Afbeelding bovenaan is van Sergei Tokmakov

Nieuwe Kenniswerkplaats voor zingeving en geestelijke verzorging aan mensen thuis

In de huidige samenleving spelen er grote maatschappelijke kwesties met een enorme impact op het existentieel welzijn van mensen. Gevoelens van machteloosheid, eenzaamheid en verlies van vertrouwen benadrukken het belang van aandacht voor zingeving en geestelijke verzorging, zowel op individueel als op maatschappelijk niveau.

Daarom blijf ZonMw vanaf januari 2025 werken aan goede geestelijke verzorging en zorg voor zingeving met de nieuwe ‘Kenniswerkplaats Zingeving en geestelijke verzorging thuis 2025-2027’. Met de missie om de zorg voor zingeving thuis te verbeteren, met name voor mensen die in hun thuissituatie weinig of geen steun ervaren.
ZonMw is een financieringsorganisatie van innovatie en onderzoek in de gezondheidszorg en beheert een groot aantal subsidieprogramma’s.
Het ZonMw-programma Zingeving en geestelijke verzorging startte in 2019 om de professionalisering van het werkveld geestelijke verzorging thuis te ondersteunen met kennisontwikkeling. In 2021 ging de ‘Kenniswerkplaats Zingeving en geestelijke verzorging’ van start, gericht op de professionalisering van de uitvoering van taken door de geestelijke verzorgers. In 2022 is deze kenniswerkplaats uitgebreid met een gericht op aandacht voor zingeving binnen andere beroepsgroepen die werken voor mensen die thuis wonen.

Doel Kenniswerkplaats

De Kenniswerkplaats richt zich op de versterking van de samenwerking tussen praktijk, onderwijs en onderzoek. Verder richt het zich ook op de professionalisering van zingeving in de thuissituatie. Bij zingeving in de thuissituatie wordt onderscheid gemaakt tussen ‘zorg voor zingeving’ en ‘geestelijke verzorging thuis’. Bij zorg voor zingeving gaat het om het versterken van competenties bij niet-geestelijk verzorgers en vrijwilligers, zoals huisartsen. Zodat zij betere zorg voor zingeving kunnen bieden vanuit hun eigen beroepsidentiteit.
Geestelijke verzorging thuis betreft geestelijk verzorgers. Het gaat dan om de positionering van de Centra voor Levensvragen, de eigenheid van de geestelijke verzorging, samenwerking met andere organisaties in de eerstelijnszorg en welzijn, en het faciliteren van nascholing voor professionals en vrijwilligers.

Samenwerking van diverse partijen

Voor een sterke verbinding tussen praktijk, onderwijs en onderzoek werken diverse partijen samen. In deze voortzetting van de Kenniswerkplaats bestaat het samenwerkingsverband uit de Universiteit voor Humanistiek, de Vereniging van Geestelijk Verzorgers (VGVZ), de Vereniging van Samenwerkende Centra voor Levensvragen (VSCL), Landelijk Opleidingsoverleg Theologie (LOO-T), Universitair Centrum voor Geestelijke Verzorging (UCGV), universiteiten, hogescholen, brancheorganisaties en lokale zorg- en welzijnsinstellingen.

Brede aanpak

Een sterke samenwerking tussen eerstelijnszorg, het sociaal domein en de Centra voor Levensvragen vraagt om een brede aanpak. Een belangrijk thema binnen de Kenniswerkplaats is het komen tot een gedragen visie op de aard en positie van de Centra voor Levensvragen. Verder gaat de Kenniswerkplaats regionale hubs en interorganisationele samenwerkingsvormen rondom zingeving ontwikkelen. En, via een digitale infrastructuur, scholingen en basistrainingen ontwikkelen om duurzame kennisdeling te realiseren.

De Kenniswerkplaats biedt een antwoord op de groeiende behoefte aan ondersteuning op het gebied van levensvragen. Gevoelens van eenzaamheid, verlies en machteloosheid, die vaak samengaan met levensvragen, kunnen zorgprofessionals en vrijwilligers beter gaan signaleren. Zo kan de Kenniswerkplaats Zingeving en Geestelijke Verzorging Thuis een waardevolle bijdrage leveren aan zorg voor zingeving en de preventieve kracht van een goede sociale basis van onze samenleving versterken.

Voortzetting van de Kenniswerkplaats Zingeving en Geestelijke Verzorging Thuis, ZonMw, 22 januari 2025: www.zonmw.nl/nl/nieuws/voortzetting-van-de-kenniswerkplaats-zingeving-en-geestelijke-verzorging-thuis

Kenniswerkplaats Zingeving en Geestelijke Verzorging 2025-2027: samen leren en professionaliseren.  https://projecten.zonmw.nl/nl/project/kenniswerkplaats-zingeving-en-geestelijke-verzorging-2025-2027-samen-leren-en

Kenniswerkplaats zingeving en geestelijke verzorging thuis. www.kenniswerkplaatszingeving.nl

Zingeving en Geestelijke verzorging. www.zonmw.nl/nl/programma/zingeving-en-geestelijke-verzorging

 

Afbeelding bovenaan – brein + hart –  is van GDJ: All men are brothers