Skip to main content

Redactie Beroepseer

Verkiezing Sociaal Werker van het Jaar 2023. Stemmen tot en met 19 mei

Yamina Ayadi, Juul van Schaijk en M’hamed Yahia zijn genomineerd voor de titel Sociaal Werker van 2023. De namen  van de kandidaten zijn bekend gemaakt na een verrassingsbezoek van het verkiezingsteam in maart 2023, met felicitaties en bloemen namens de jury. Tot 19 mei 17.00 uur is stemmen op de favoriet mogelijk.

Sociaal werkers zijn onmisbaar voor de sociale samenhang, veerkracht en zelfredzaamheid in de samenleving. Daarom worden zij ook weer in 2023 in de schijnwerpers gezet.
De verkiezing wordt georganiseerd door Sociaal werk werkt!, een samenwerking van werkgeversorganisatie Sociaal Werk Nederland en de werknemersorganisaties FNV Zorg & Welzijn en CNV Zorg & Welzijn. In het Platform Arbeidsmarkt Sociaal Werk en de cao-tafel Sociaal Werk zetten zij zich in voor een aantrekkelijke sector en een gezonde arbeidsmarkt met goede arbeidsvoorwaarden.

Jaarcongres 24 mei 2023

Op het Jaarcongres Sociaal Werk op woensdag 24 mei 2023 wordt de winnaar bekend gemaakt en wie opvolger wordt van Redouan el Khayari, Sociaal werker van 2022. De stem van de jury telt voor de ene helft; de andere helft wordt bepaald door online stemmers en de aanwezigen op het jaarcongres.

De kersverse Sociaal Werker van het Jaar krijgt prijzen en ondersteuning om een eigen project een extra impuls te geven. Daarnaast spant de winnaar zich als ambassadeur in om sociaal werk extra onder de aandacht te brengen, met ondersteuning van Sociaal Werk werkt! Ook de genomineerden vallen in de prijzen en vervullen een ambassadeursrol.
Samen met de winnaars van voorgaande jaren vormen zij het Netwerk van Sociaal Werkers van het Jaar. Zij zetten actuele thema’s van het sociaal werk op de kaart en dragen bij aan de positionering van sociaal werk en sociaal werkers. Sociaal Werk werkt! organiseert de verkiezing om het cruciale vak van sociaal werker meer bekendheid te geven. Door de verkiezing krijgt de sociaal werker aandacht en wordt er een belangrijke verbinding gelegd tussen sociaal werkers politiek, onderwijs en media.

De kandidaten

Yamina Ayadi werkt bij Team Toekomst waar ze zich inzet voor kinderen en gezinnen in Rotterdam. Ze begon daar als vrijwilliger en is nu het gezicht van de wijk. Ze heeft 28 kinderen onder haar hoede met wie ze samen aan hun doelen werkt. En met een mbo-4 diploma op zak start ze nu de hbo-opleiding Social Work. Zo kan ze gezinnen niet alleen ondersteunen vanuit haar gevoel dat ze het juiste doet, maar kan ze het ook vanuit methodieken onderbouwen.

Juul van Schaijk werkt als sociaal werker bij Farent. Ze zet zich in voor de inwoners van Oisterwijk en omgeving. Vertrouwen, verbinding en transparante communicatie zijn voor haar superbelangrijk. Ze richt zich niet alleen op de uitvoering, maar denkt ook graag mee over beleid, visie en profilering. Naast haar werk bij Farent is Juul schoolmaatschappelijk werker in het voortgezet onderwijs. Zo kan ze ook daar haar steentje bijdragen.

M’hamed Yahia vindt het heel belangrijk dat hij mensen kansen kan bieden. Niet iedereen redt het op eigen kracht en soms hebben mensen een duwtje nodig. Als sociaal werker bij LEVgroep ligt zijn focus op het ondersteunen en faciliteren van inwoners voor het bereiken van hun doelen. Zelf heeft hij daarbij een bescheiden rol, want als mensen samenwerken dan kunnen ze op eigen kracht ver komen. Hij geeft hen daarbij zijn vertrouwen. Want als je vertrouwen geeft, dan krijg je het ook terug.

Bekijk de video’s met de kandidaten: www.sociaalwerk-werkt.nl/stem-op-jouw-sociaal-werker-van-het-jaar-2023

Verkiezing Sociaal Werker van het Jaar: https://www.sociaalwerk-werkt.nl/werknemers/verkiezing-sociaal-werker-van-het-jaar-algemene-informatie

Otwin van Dijk, juryvoorzitter van de Verkiezing Sociaal Werker van het Jaar 2023 in interview ‘We hebben de waarde van sociaal werk totaal onderschat’, door Niel Bartels, Sociaal Werk Nederland, 11 januari 2023 www.sociaalwerknederland.nl

Jaarcongres Sociaal werk 2023: www.sociaalwerknederland.nl


U P D A T E

Yamina Ayadi is Sociaal Werker van het Jaar 2023, Sociaal werk werkt, 24 mei 2023: https://www.sociaalwerk-werkt.nl

Hoe gaat generatieve AI de journalistiek veranderen? Over de risico’s en mogelijkheden

Op het International Journalism Festival 2023 in het Italiaanse Perugia, het grootste journalistieke congres van Europa, was artificiële intelligentie (AI – kunstmatige intelligentie) ) het belangrijkste gespreksonderwerp. Het gebruik van kunstmatige intelligentie is niet nieuw in de journalistiek, maar de snelle en recente ontwikkelingen roepen verschillende vragen op. Bijvoorbeeld op het gebied van generatieve AI – een vorm van AI die verantwoordelijk is voor het creëren van nieuwe, originele inhoud – en GPT-4 – het nieuwe taalmodel achter ChatGPT. Wat zijn de mogelijkheden? Wordt de journalistiek vervangen door AI?

De duizenden op het festival aanwezige journalisten en uitgevers wijzen erop dat AI vooral als nuttig gereedschap kan worden gebruikt, maar dat het gebruik van generatieve AI ook de betrouwbaarheid van de journalistiek kan aantasten.

Mogelijkheden

AI biedt de journalistiek talloze mogelijkheden. AI kan vertalen, teksten samenvatten, data analyseren, nieuws verzamelen, nieuwsbrieven schrijven, content produceren en reacties van lezers onder artikelen modereren. Verder kan AI afbeeldingen genereren, teksten in een andere stijl herschrijven, zorgen voor automatisch gegenereerde artikelen, en geluidsopnames omzetten naar tekst. Dit levert journalisten tijdswinst op en zorgt voor meer efficiency.

Risico’s

Er zijn ook risico’s. Generatieve AI kan, indien dit niet goed wordt gebruikt of gecontroleerd door mensen, onze nieuwsbron vertekenen. Een gegenereerde tekst kan uit onjuiste resultaten bestaan doordat er geput wordt uit onvolledige of onnauwkeurige gegevens (dit wordt ‘hallucineren’ genoemd). Ook kunnen deze teksten onbedoeld vooringenomenheid en plagiaat bevatten. Generatieve AI is daarom meer een hulpmiddel en kan het menswerk in de journalistiek niet vervangen. Dit zou ook ten nadele zijn van de transparantie, de bescherming van auteursrechten en kan leiden tot privatisering van onze kennisproductie.

Met het oog op verdere ontwikkelingen van dergelijke taalmodellen en de toename van het gebruik ervan, is het goed om journalistieke codes aan te passen. Het ANP, het grootste persbureau in Nederland, heeft onlangs een nieuwe leidraad opgesteld waarin staat hoe met AI moet worden omgegaan. AI krijgt een rol in het eindredactionele proces maar de laatste controle moet altijd door een mens worden gedaan, volgens de leidraad. Het ANP beschrijft de redactionele productieketen als ‘mens – machine – mens’. Het denken en beslissen begint en eindigt zo bij de mens.

Zie nieuwsbericht Sociaal Economische Raad: Hoe generatieve AI de journalistiek verandert, SER, 1 mei 2023: www.ser.nl/nl/actueel/Nieuws/Hoe-generatieve-AI-de-journalistiek-verandert

Programma International Journalism Festival 2023 in Perugia: www.journalismfestival.com/programme/

Hieronder video ‘AI journalism: The next generation?’ International Journalism Festival 2023

U P D A T E

Ons vak gaat voorgoed veranderen, door Chris Helt, Villamedia, 6 mei 2023: https://villamedia.substack.com/p/ons-vak-gaat-voorgoed-veranderen

Witboek van verpleegkundigen en verzorgenden: tegenwicht voor sombere berichtgeving

“Een mens staat op twee benen. In 1982 stond ik op het wat sombere rechterbeen en maakte toen het Zwartboek van de verpleging. Ik schreef dit Zwartboek, samen met Theo Dassen, in opdracht van Het Beterschap, belangenvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden. Het Zwartboek gaf aan wat volgens verpleegkundigen en verzorgenden de gevolgen zijn van het in 1982 bestaande tekort aan personeel”.

Beeldvorming over verplegen en verzorgen in de media

Veertig jaar later, in 2022, staat Aart Eliens op het “opgewekte linkerbeen” en publiceert hij het Witboek 2022 – 1.162 verpleegkundigen en verzorgenden over hun passie met als doel tegenwicht bieden aan de vaak sombere berichtgeving in de media over de gezondheidszorg. Nieuws gaat vooral over wat er niet goed gaat binnen het beroep van helpende, verzorgende, verpleegkundige en verpleegkundig specialist. De nieuwsberichten betreffen werkdruk, slechte salarissen, personeelstekort, gebrek aan zeggenschap, geweld tegen hulpverleners en vertrek uit het vak.
Recente krantenkoppen ter illustratie: “Tekort aan zorgpersoneel op lange termijn alleen maar groter”; “Onveilig op het werk”; “Geen algehele compensatie voor zorgpersoneel met post-covid”; “Diplomafraude in zorg voor de rechter, meldingen verdubbeld”; “Leegloop uit ouderenzorg”; “50% Van de studenten stopt met de opleiding”.

De overheersend negatieve berichten schrikken jonge mensen af, terwijl zij staan voor een beroepskeuze en moeten beslissen  over een opleiding in de zorg. De berichten zijn bepaald geen steun in de rug van vakgenoten die, op sommige momenten, twijfelen of ze nog wel in de zorg willen blijven werken. Ook het publiek, potentiële zorgvragers, gaan zich afvragen wat er toch aan de hand is in de zorg? Dit kan niet goed zijn voor hun vertrouwen in de gezondheidszorg.

De andere kant van het verhaal

Aart Eliens is niet-praktiserend  verpleegkundige en initiatiefnemer van het Witboek waarin meer dan anderhalf duizend verpleegkundigen en verzorgenden zich uiten over hun passie.
In december 2021 benaderde Eliens verpleegkundige adviesraden, opleidingen, afdelingen van de Vereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) en collega’s in zijn netwerk met het verzoek een vragenlijst in te vullen. De bereidheid de vragenlijst te verspreiden bleek groot. Half januari 2022 ging de enquête van start.

Vijf vragen

Binnen vier weken kwamen er duizend ingevulde vragenlijsten retour. Uiteindelijk reageerden in totaal 1.162 respondenten. Eliens heeft niet gestreefd naar representativiteit. Tabellen in het boek laten een overzicht zien van aantallen, soorten organisatie en sectoren waartoe de respondenten behoren. Hij stelde vijf vragen:

  1. Wat is mooi aan je vak en wat zijn de redenen waarom je als zorgmedewerker of student je vak met tevredenheid uitoefent?
  2. Wat is de waarde van verplegen en verzorgen voor de samenleving?
  3. Wat is de waarde van verplegen en verzorgen voor zorgvragers?
  4. Wat levert verplegen en verzorgen op voor de beroepsgroepen (artsen, diëtisten, fysiotherapeuten etc.) waarmee verplegend personeel samenwerkt?
  5. Kun je in één woord aangeven wat voor jou de kern of het mooie van je vak is?

Het Witboek 2022 staat bol van beroepstrots. De beroepsgroep blijkt goed de waarde van het vak te kennen.

Uitspraken van respondenten

  • Al vanaf mijn vroege jeugd wist ik dat ik verpleegkundige wilde worden. Nu, ongeveer 31 jaar later (ik ben nu 36) ben ik nog steeds bijzonder trots op mijn verpleegkundige loopbaan. Ik ben niet alleen geworden wat ik wilde zijn, maar ook wat ik nog niet kon weten en meer dan dat. Het is een vak met enorm veel ontwikkelingsmogelijkheden.
  • De trots die ik voor mijn vak voel heb ik niet van een vreemde. Mijn moeder was ook een verpleegkundige. Zij overleed op 51-jarige leeftijd en op haar grafsteen staat haar verpleegkundige insigne gegraveerd. Dat is pas trots zijn op je vak!
  • Je kunt iets betekenen voor de maatschappij. Verpleegkundige zijn is zoveel meer dan je handelingen uitvoeren. Je kunt bijvoorbeeld ook een luisterend oor bieden aan patiënten die ergens mee zitten.
  • Als student ervaar ik heel veel vrijheid in het exploreren van het vak. Ik heb de ruimte om aan te geven dat ik naar een cliënt toe wil en mag hier zoveel tijd voor gebruiken als ik nodig heb. Dit maakt dat ik geen haast heb en kan genieten van het contact met de cliënt en tevens leer als verpleegkundige.
  • Als verpleegkundig specialist heb je de tools en mogelijkheid de patiënt echt in zijn geheel te behandelen. Je hebt oog op de totale gezondheid en krijgt de ruimte om hier de aandacht die de patiënt nodig heeft aan te besteden. Als VS behandel je geen ziektes, maar behandel je mensen. Met het uiteindelijke doel: het welzijn van de patiënt te vergroten.
  • Het zorgen voor de oudere medemens en kwaliteit toevoegen aan de laatste levensfase maakt mijn werk mooi en dankbaar.
  • Mijn vak als psychiatrisch verpleegkundige geeft steun en troost aan jonge en oude mensen, die met ernstige mentale problemen geconfronteerd worden op hun levenspad. Als verpleegkundige loop ik een stukje mee en steun hen in hun weg van herstel, ik ben trots op mijn werk. Het leven kunnen omarmen in al zijn facetten, for better and for worse.
  • Het kleine verschil kunnen maken bij de patiënt als ze het zwaar hebben.
  • Opleiden van zorgmedewerkers op alle niveaus is een voorrecht. Mensen ontmoeten die hun werk met vaak hart en ziel uitoefenen. Trots dat ik vele jaren mensen heb kunnen opleiden.
  • Flink ontspoorde mensen weer ‘op de rails’ krijgen en hen ondersteunen een menswaardig leven op te bouwen, met alle ups en downs.
  • Je bent een belangrijk onderdeel van iemand zijn leven. Je mag heel dichtbij komen en bouwt een band op. Alle mensen hebben een bijzonder verhaal en in deze levensfase word jij daar onderdeel van.
  • Trots ben ik omdat wij hospiceverpleegkundigen zo goed passende, deskundige en humane zorg geven. Het is meer regel dan uitzondering dat onze patiënten eerst opknappen wanneer zij bij ons worden opgenomen. Dit door de rust, het meebewegen, de medische expertise en het altijd weer een uitdaging vinden om oplossingen te vinden voor niet
    standaard medische problemen, het stoppen van onnodige medicatie en aandacht hebben voor wie de ander en zijn naasten zijn. Ik ben ervan overtuigd dat deze combinatie meer helend is dan wat dan ook.
  • Wij zijn multidisciplinair. Wat eruit springt is dat verpleegkundig of verzorgend personeel als geen ander de klinische vertaalslag kan maken voor de patiënt.
  • Het lijkt soms van minimale waarde, maar alleen aanwezig zijn kan al veel betekenen.

Downloaden Witboek 2022 – 1.162 verpleegkundigen en verzorgenden over hun passie is gratis, via de site van Aart Ellens: https://aarteliens.nl/

Kan de overheid nog wel goed doen? Over sociale veiligheid en het functioneren van de overheid

Sociale veiligheid wordt vaak herkend wanneer het er niet is. Berichten over een angstcultuur of grensoverschrijdend gedrag wijzen op een onveilige werkomgeving. Situaties waarin medewerkers zich niet vrij voelen om hun mening naar voren te brengen of waarin pestgedrag van een collega niet wordt gecorrigeerd, zijn een indicatie van een onveilige werkomgeving.

Een onveilige werkomgeving verwijst dan ook naar teams of organisaties waarin dergelijke situaties vaak voorkomen en onderdeel zijn geworden van de cultuur. Het zijn teams of organisaties waarin medewerkers zich onvrij voelen en bang zijn om een fout te maken of lastige kwesties naar voren te brengen. Sociale veiligheid vinden we in teams en organisaties waarin dat juist wel mogelijk is of zelfs wordt gestimuleerd. Het zijn plaatsen waar collega’s lastige kwesties bespreken en elkaar aanspreken op ongewenst gedrag zonder vrees voor negatieve gevolgen voor de onderlinge relaties en de eigen positie.

Sociale veiligheid

In het rapport Sociale veiligheid in het openbaar bestuur. Kun je dat maken? baseren Sandra Groeneveld en Tessa Janssen zich in belangrijke mate op het werk van Amy Edmondson die al ruim twee decennia onderzoek doet naar sociale veiligheid. Edmonson, die overigens de term psychologische veiligheid hanteert, is hoogleraar Leiderschap aan de Amerikaanse Harvard Business School en auteur van zeven boeken, waaronder het in 2018 gepubliceerde The Fearless organization: Creating psychological safety in the workplace for learning, knnovation, and growth.
Edmonson definieert psychologische veiligheid als de “overtuiging dat men niet gestraft of vernederd zal worden voor het uiten van ideeën, vragen, zorgen of fouten, en dat het team veilig interpersoonlijke risico’s kan nemen”. Het is een soort ‘gevoelde toestemming voor openhartigheid’.

De resultaten van het rapport zijn ontleend aan het Werkonderzoek, het periodieke onderzoek naar de werkbeleving van medewerkers in de publieke sector van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) i.s.m. Venster voor Medewerkers, een programma van het ministerie van BZK dat organisaties in de publieke sector helpt beter te presteren, en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Venster voor Medewerkers doet iedere drie jaar een groot Werkonderzoek onder 100.000 ambtenaren.
Sandra Groeneveld is hoogleraar Publiek management bij het Instituut Bestuurskunde van de Universiteit Leiden en verbonden aan het Leiden Leadership Centre. Tessa Janssen is als onderzoeker verbonden aan het programma Venster voor Medewerkers.

Essentieel onderdeel

Groeneveld en Janssen vragen zich in de Inleiding af of  de overheid het nog wel goed kan doen?

“Het is een verzuchting die vaak te horen valt in menig overheidsgebouw. Het functioneren van de overheid heeft zelden zo in de spotlight gestaan als nu. Er is ook aanleiding toe, met verschillende recente voorbeelden waarbij burgers vermalen worden door de overheidsbureaucratie en diezelfde overheid niet in staat blijkt maatschappelijke problemen op te lossen. Maar er gaat ook veel goed! Een terechte reactie die net zo vaak te horen valt. De Nederlandse overheid presteert goed, zeker in vergelijking met andere landen. Niettemin staan de politiek-ambtelijke verhoudingen onder druk en komt regelmatig de vraag op of de overheid wel toegerust is om de grote maatschappelijke uitdagingen van nu en in de toekomst aan te gaan”.

In hun analyse laten Groeneveld en Janssen zien dat sociale veiligheid op de werkvloer een essentieel onderdeel is van een overheid die werkt voor de samenleving. De overheid als werkgever heeft een verantwoordelijkheid om te zorgen voor een werkomgeving waarin mensen zich veilig voelen en tot bloei kunnen komen.

Downloaden Sociale veiligheid in het openbaar bestuur: kun je dat maken? door prof. dr. Sandra Groeneveld en dr. Tessa Janssen, Venster voor Medewerkers in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Den Haag, maart 2023: https://beroepseer.nl

Venster voor medewerkers: www.venster.nl/werkonderzoek/

Venster voor bedrijfsvoering: www.venster.nl/bedrijfsvoering/

Experts waarschuwen voor gevaren kunstmatige intelligentie. Zijn de zorgen terecht?

Al in 2015 maken experts zich zorgen over de gevolgen van kunstmatige intelligentie  (artificiële intelligentie – AI). Waarschuwingen voor de gevaren  monden al snel uit in schrikbeelden en doemscenario’s. In maart 2023 kwam daar nog eens de oproep bij van vooraanstaande tech-experts de ontwikkeling van de meest geavanceerde AI-systemen een half jaar stil te leggen. Ze publiceerden een open brief op de site van het Future of Life Institute (FLI) op 22 maart. De teller wijst aan dat 27.567 mensen de brief hebben ondertekend. Hun namen staan vermeld onder de open brief die begint met: “We call on all AI labs to immediately pause for at least 6 months the training of AI systems more powerful than GPT-4”. De pauze van zes maanden zou kans bieden aan experts en ontwikkelaars om gezamenlijk veiligheidsprotocollen voor verantwoorde AI-ontwikkeling samen te stellen, te laten controleren door onafhankelijke externe deskundigen en toe te passen. Alleen die AI-systemen mogen ontwikkeld worden als er zekerheid is dat hun effecten positief zullen zijn en de risico’s beheersbaar.

Lauren Challis op Considerati

De commentaren op de oproep lieten niet lang op zich wachten. Op de site van Considerati – adviesbureau voor de digitale wereld – wijst medewerkster Lauren Challis erop dat critici zich afvragen of de open brief de juiste koers kiest. Deze zou zich beperken tot AI die al in ontwikkeling is en krachtiger is dan GPT-4: “Daarmee wordt er niet gekeken naar de schade en de risico’s van al bestaande AI-systemen, zoals bias en misinformatie. Bovendien ligt het gevaar van AI vaak zowel in de technologie zelf als in de manier waarop deze wordt geïmplementeerd. Tenslotte, de termijn van zes maanden die wordt voorgesteld lijkt ook onrealistisch om de gestelde doelen te behalen, en er wordt voorbij gegaan aan wetgeving zoals de AI-act*) die al langere tijd in ontwikkeling is. Het lijkt alsof de boodschap van het FLI aansluiting vindt op een voorstel voor een nieuw artikel in de AI Act.

Op 14 maart presenteerden de Europese co-rapporteurs Tudorache en Benifei een eerste draft van een nieuw artikel voor de AI Act over general purpose AI (GPAI). Hierin stellen zij voor om de vereisten van high-risk AI ook toe te passen op GPAI, vanwege het potentieel voor significante schade die deze systemen kunnen veroorzaken. Voorbeelden van dergelijke GPAI-systemen zijn de bekende large language models, zoals ChatGPT en Stable Diffusion, waar FLI ook op wijst. Er bestaat duidelijk veel belangstelling en bezorgdheid over de implicaties en mogelijke risico’s van deze systemen, en het is duidelijk dat er meer discussie en regelgeving nodig is om ervoor te zorgen dat ze op een verantwoorde manier worden gebruikt. Deze kwestie lijkt de gemoederen hoog te houden, zowel in Brussel als in Silicon Valley”.

Wim Naudé in ESB

Naar aanleiding van de open brief sprak vakblad voor economen ESB met Wim Naudé, AI-expert bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Redacteur Rik Leijsen vraagt hem waar de auteurs bang voor zijn?

Naudé: “De auteurs vrezen GPT4, de nieuwste versie van een taalmodel gebaseerd op artificial intelligence (AI). Het is onduidelijk hoe dit model is getraind. De vrees is dat het model zichzelf dermate snel kan ontwikkelen dat het slimmer wordt dan de mens. Dan zou het einde nabij kunnen zijn voor de mensheid, volgens deze wetenschappers. Zo kan AI de mensheid als een bedreiging zien, en aan hen de oorlog verklaren. Of de dreiging loopt via een AI lock-in, waarbij AI de overheid overneemt en wereldwijd wetten aanneemt die men nooit meer kan veranderen. Ook is er een situatie denkbaar uit The Matrix, waarbij de AI stimulansen verschaft, en zo menselijk gedrag kan beïnvloeden”.

Zijn de zorgen terecht in jouw ogen?

“Filosofisch gezien wel. Maar deze oproep lijkt juist ook te zijn ingegeven door de tegenvallende resultaten van AI. Het is niet de eerste open brief van deze groep prominenten uit Silicon Valley. In 2015 publiceerden zij op de website van Future of life een open brief, waarin zij juist meer onderzoek naar AI bepleitten. Zij dachten dat de opbrengsten van AI immens zouden zijn, en dat het bijvoorbeeld de mondiale armoede zou kunnen oplossen. Nu dat acht jaar later lijkt tegen te vallen, wegen de baten volgens hen kennelijk niet meer op tegen de risico’s.

Maar je zou de oproep ook kunnen zien als een publiciteitsstunt: de tech-industrie staat onder zware druk. De auteurs proberen met de oproep enerzijds aan te geven hoe krachtig hun creatie is – door ervoor te waarschuwen. Anderzijds willen ze met de oproep aangeven hoe deugdzaam ze zijn.
Ik denk zelf echter niet dat AI al een existentieel risico met zich meebrengt – er is nog geen enkele beschaving aan zijn eigen technologie ten onder gegaan”.

Noot
*) The Artificial Intelligence Act: https://artificialintelligenceact.eu/
Europees akkoord AI Act: EU-akkoord over sterke, goedwerkende markt voor kunstmatige intelligentie, Rijksoverheid, 12 december 2022: www.rijksoverheid.nl/

Referenties

Een pauze voor de grote AI-labs?, door Lauren Challis, Considerati, 31 maart 2023: www.considerati.com/nl/kennisbank/een-pauze-voor-ai-labs.html

‘Resultaten kunstmatige intelligentie vallen tegen’, door Rik Leijsen, ESB, 20 april 2023: https://esb.nu/resultaten-kunstmatige-intelligentie-vallen-tegen/

Pause Giant AI Experiments: An Open Letter, Future of Life Institute, 22 maart 2023: https://futureoflife.org/open-letter/pause-giant-ai-experiments/

Artificial Intelligence, Future of life: https://futureoflife.org/cause-area/artificial-intelligence/

ChatGPT dreigt AI Act te vertragen, door Alfred Monterie, Computable, 7 maart 2023: www.computable.nl

 

Actualiteitencongres Artificial Intelligence
op 16 juni 2023

Het AI-congres staat stil bij de impact van AI-technologieën en bijbehorende wetgeving op organisaties en individuen. Vanuit verschillend perspectief – wetgeving, toezichthouder en business – wordt ingegaan op AI-toepassingen, de kansen en risico’s en algoritmen.
Het congres wordt georganiseerd door Considerati en opleidingscentrum Outvie.

Vrijdag 16 juni 2023 van 9.00 – 16.30 uur, met aansluitend borrel
Plaats van het congres: Van der Valk Hotel in Utrecht.

Volledig programma en meer info op Outvie: https://outvie.nl/conferenties/artificial-intelligence-impact-update/ (Niet meer beschikbaar).

U P D A T E

ChatGPT zaait argwaan en wantrouwen, door Miro Lucassen, Algemene Onderwijsbond, 12 januari 2024: www.aob.nl/actueel/artikelen/chatgpt-zaait-argwaan-en-wantrouwen/

 

 

Afbeelding bovenaan is van Alexandra Koch

Aantal jongeren met suïcidale gedachten blijft hoog. Gevraagd wordt om meer rust en minder prestatiedruk

Het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL neemt deel aan het brede Gezondheidsonderzoeksprogramma COVID-19 naar de gevolgen van de coronacrisis voor de gezondheid. Hieronder de resultaten van een recent onderzoek onder jongeren van 12 – 25 jaar.

In maart 2023 gaf 14,1% van de jongeren (12-25 jaar) aan dat ze er weleens, vaker of heel vaak serieus aan dachten om een eind aan hun leven te maken. Dit blijkt uit het nieuwste kwartaalonderzoek van Netwerk Gezondheidsonderzoek bij Rampen (GOR).*) Eind 2021 gold dit nog voor 8,5%. Daarmee blijft het percentage jongeren met zelfdodingsgedachten onverminderd hoog na een grote toename in de laatste lockdownperiode. Ook zien de huisartsen in dezelfde periode 24% meer contacten rondom zelfdoding (pogingen en gedachten) dan voor de coronapandemie.

De grootste stijging in het aantal jongeren met zelfdodingsgedachten vond een jaar geleden plaats; van 8,5% in december 2021 naar 16,8% in maart 2022. In de periode tussen deze meetmomenten was in Nederland de derde en laatste lockdown van kracht. Maar ook daarna blijft dit percentage een dus stuk hoger dan voor de coronapandemie.

Emotionele eenzaamheid

Verdiepende analyses laten zien dat jongeren met mentale klachten en emotionele eenzaamheid vaker suïcidale gedachten hebben. Mensen die emotionele eenzaamheid ervaren, missen een intieme band met een of meerdere mensen. Het gaat niet om hoeveel mensen ze kennen, maar om de kwaliteit van hun contacten.

Oorzaken zelfdodingsgedachten

Jongeren die aangaven dat ze weleens of vaker zelfdodingsgedachten hadden, werd gevraagd uit te leggen hoe het kwam dat ze niet goed in hun vel zaten. Ze vertellen dat ze depressieve gedachten over zichzelf hebben of moeite ervaren met het functioneren in de maatschappij. Ook hebben sommigen moeite met het onderhouden van sociale contacten door een diagnose als autisme of adhd. Overkoepelend komt een behoefte aan acceptatie naar voren: zich verbonden voelen met anderen en tevreden kunnen zijn met zichzelf.

Gebrek aan rust

Verder geven veel jongeren aan dat ze het heel druk hebben. Dit zorgt voor stress, waardoor ze voor hun gevoel geen tijd hebben om tot rust te komen of leuke dingen te doen. Geldgebrek, woningnood en prestatiedruk zorgen ook voor onrust en dragen bij aan de onzekerheid die jongeren voelen over hun eigen toekomst. Gebrek aan rust en verbinding kan ook komen door de thuissituatie.

Oplossingen

De jongeren is gevraagd naar wat hen helpt om zich beter te voelen. Vaak noemen ze dat ze behoefte hebben aan meer rust, meer vrije tijd en minder prestatiedruk, maar ook genoeg geld en een fijne woonruimte worden genoemd. Daarnaast hebben de jongeren behoefte aan praten met hun ouders of geliefde, aan uitingen van liefde en aan begrip voor hun situatie. Ook spiritualiteit wordt genoemd; als hulpmiddel om de zin van het leven te ervaren. Verder geven sommigen aan dat een diagnose door een zorgverlener hen rust kan geven en ook (zelf)medicatie wordt als oplossing genoemd.

Noot
*) De resultaten komen uit het zevende kwartaalonderzoek onder jongeren (12-25 jaar). Dit valt onder het Gezondheidsonderzoek COVID-19. Daarin brengen het RIVM, GGD’en, GGD GHOR Nederland, Nivel en ARQ Nationaal Psychotraumacentrum de gevolgen van de coronacrisis voor de gezondheid in kaart. Het project duurt vijf jaar en maakt deel uit van het brede Gezondheidsonderzoeksprogramma COVID-19 van ZonMw, met subsidie van het ministerie van VWS.
Bij het NIVEL valt het project binnen het onderzoeksprogramma Rampen en Milieudreigingen van programmaleider prof. dr. Michel Dückers.

Aantal jongeren met zelfdodingsgedachten blijft onverminderd hoog, door Marc Bosmans en Michel Dückers, NIVEL, 18 april 2023: www.nivel.nl

Integrale Gezondheidsmonitor COVID-19 (GOR-COVID), NIVEL: www.nivel.nl/nl/publicatie/kort-cyclisch-cijferoverzicht-gezondheidsmonitor-covid-19-5e-gegevensrapportage

Zie ook: Wat is er mis met onze kinderen? door

Manifest: De huisarts van morgen

Aanstaande huisartsen hebben een manifest geschreven met een heldere visie op de toekomst. 85 procent van hen blijkt een eigen praktijk te willen. Het manifest is opgesteld door de Landelijke Organisatie van Aspirant Huisartsen – LOVAH – belangenvertegenwoordiger van ongeveer 2500 huisartsen in opleiding. Zij vinden de huidige situatie binnen de gezondheidszorg onhoudbaar. Houdbare zorg is volgens hen een zorgsysteem waarbinnen keuzes gemaakt worden.
Het manifest bevat tien voorstellen om het huisartsenberoep toekomstbestendig te maken. Een belangrijke rol is weggelegd voor onderlinge en brede samenwerking.

Manifest: De huisarts van morgen

“Wij, 2500 enthousiaste artsen in opleiding tot huisarts maken ons zorgen over de toekomst van ons vak. We vragen ons hardop af of we onze hele carrière huisarts willen en kunnen blijven. De gezondheidszorg staat onder groeiende druk. Als centraal punt in de zorg voelen wij die druk van alle kanten. We werken keihard en toch zien we overal tekorten. Te weinig geld, mensen en middelen.

De LOVAH heeft de afgelopen periode met aios nagedacht over de toekomst van de zorg. Hoe willen wij dat de zorg er in de toekomst uitziet? Hoe zorgen we ervoor dat de nieuwe lichting huisartsen de komende decennia het vak kan blijven uitoefenen? Graag gaan wij met collega’s, huisartsenorganisaties, zorgpartijen buiten de huisartsenzorg en de overheid in gesprek over de 10 standpunten beschreven in dit manifest. Deze 10 standpunten komen samen in onze 3 hoofdboodschappen:

    1. Een houdbare zorg is een zorg waarin keuzes worden gemaakt
    2. Een sterke 1e lijn is nodig als fundament van de zorg
    3. De zorg, dat zijn we met z’n allen”.

Volgens LOVAH-secretaris en huisarts in opleiding Astrid Drijkoningen is het manifest bedoeld om een eigen positie in te nemen in de ‘vele discussies die gaande zijn’ over huisartsenzorg, en een poging ‘om vooral te kijken naar oplossingen’, aldus Ilse Kleijne in Medisch Contact, platform voor artsen en studenten geneeskunde.

Klik hier voor downloaden Manifest: De huisarts van morgen, april 2023.

LOVAH: www.lovah.nl

Manifest jonge huisartsen roept op tot behoud huisartsenvak, door Ilse Kleijne, Medisch Contact, 21 april 2023: www.medischcontact.nl

Aanbevolen: De voordelen van kleinschalige (huisartsen)zorg, door Herman Suichies, Blogs Beroepseer, 2 april 2021: https://beroepseer.nl

Overheidsbeleid is oorzaak van werkdruk sociaal werkers

In het sociaal werk levert de druk van het grote aantal regels en verplichte administratie tot een enorme werkdruk. Sociaal werkers zijn gemiddeld 37 procent van hun tijd hieraan kwijt. Hierdoor komen zij onvoldoende toe aan de inhoudelijke ondersteuning van inwoners en raken steeds meer gefrustreerd. Ongeveer 30 procent overweegt zelfs hierdoor een andere baan te nemen. Dit blijkt uit het Movisie-rapport De stand van administratie- en regeldruk in het sociaal werk. Alle ballen in de lucht houden.

Landelijk kennisinstituut voor het sociaal domein Movisie deed in 2022 onderzoek naar omvang en aard van de werkdruk, onder meer via een enquête onder bijna 200 sociaal werkers. Gemiddeld neemt administratie- en regelwerk 37 procent van hun tijd in maar zij vinden 19 procent acceptabel. Als meest belastende administratieve ergernissen noemen de sociaal werkers: rapporteren (82%), kwaliteits- en verantwoordingssystemen (77,4%), en papier- en formulierwerk van bewoners om de weg te vinden bij instanties en bij aanvragen van hulp, toeslagen en subsidies (73,6%).

Waar komt die druk vandaan?

Als belangrijkste oorzaak noemen sociaal werkers het overheidsbeleid: de gemeente wil grip krijgen en kunnen sturen. De informatie die de gemeente verlangt, sluit vaak niet aan bij de essentie van het werk. Daarnaast zijn de registratiesystemen te leidend in plaats van ondersteunend. Systemen zijn daarnaast vaak gebruiksonvriendelijk, en professionals moeten met verschillende systemen werken (vooral als zij werkzaam zijn in meerdere gemeenten). Verder wordt de organisatie van het werk genoemd. Het management vraagt om verantwoording op basis van cijfers. Maar omdat terugkoppeling ontbreekt, wordt het aanleveren van gegevens en cijfers voor verantwoording als zinloos of niet helpend ervaren. De belangrijkste onderliggende oorzaken zijn: gebrek aan niet goedwerkende systemen, wantrouwen van opdracht gevende instanties, regels worden onvoldoende ter discussie gesteld en de herkomst van verplichting is niet duidelijk. Als er aan deze onderliggende oorzaken niets wordt gedaan zal de administratie- en regeldruk niet opgelost worden.

Wat is het effect van al deze administraties en regels?

De meeste sociaal werkers (80%) geven aan dat administratie, verantwoording en regels hen veel extra tijd kosten. Een groot deel (40%) vindt dat het niet bijdraagt aan de bedoeling van hun werk, maar een kwart vindt dat wel. Administratie en regels zorgen bij 80% van de respondenten voor ergernis en ook stress. De tijd die de respondenten kwijt zijn aan administreren zorgt ervoor dat ze tijd te kort hebben voor andere – belangrijkere – taken (77%), zoals direct contact met en het ondersteuning van inwoners. Sociaal professionals ervaren dat de kwaliteit van het werk verslechtert (70%), dat ze het werk niet kunnen doen zoals ze het willen (43%).

Volgens de sociaal werkers die meededen aan dit onderzoek ervaren inwoners ook ergernis van het papier- en formulierwerk waarmee ze te maken hebben om hulp te kunnen krijgen, bijvoorbeeld bij (her)indicaties.

Aanbevelingen

Wat te doen? Er zijn drie aanbevelingen uit het onderzoek:

  • Streef naar 50% minder administratie- en regeldruk
  • Creëer meer duidelijkheid over welke regels en administraties ‘moeten’ vanuit wetgeving
  • Meerdere partijen zijn aan zet bij het werken aan oplossingen

Downloaden rapport De stand van administratie- en regeldruk in het sociaal werk, door Jasmijn Pronk, Julia Ketel, Sonja LiefhebberMovisie, april 2023: Klik hier.

De stand van administratie- en regeldruk in het sociaal werk, met reacties uit de sector, Movisie, 13 april 2023: www.movisie.nl/publicatie/stand-administratie-regeldruk-sociaal-werk

 

Belastingdienst, Douane en Dienst Toeslagen op zoek naar professionele ruimte in boek ‘Gezaghebbend heffen, innen, toekennen en controleren’

Wat voor professionele ruimte hebben ambtenaren van de Belastingdienst, de Douane en de Dienst Toeslagen nodig om hun werk goed te kunnen doen? Om maatwerk te leveren en, waar nodig, om het ambtelijk gezag terug te winnen en wantrouwen om te zetten in vertrouwen? Antwoorden zijn te vinden in het op 18 april 2023 in Utrecht gepresenteerde boek Gezaghebbend heffen, innen, toekennen en controleren. Het eerste exemplaar werd aangeboden aan Bas van den Dungen, secretaris-generaal bij het Ministerie van Financiën. Hij zei dat hij het “een waardevol boek vindt voor iedereen in de uitvoering én in beleid”.

In september 2020 had een delegatie van het bestuur van de Vereniging van Hogere ambtenaren bij het Ministerie van Financiën – VHMF – een gesprek met Van den Dungen over de staat van de Belastingdienst. Aanleiding was de reactie van VHMF op de aangifte – vanwege de Toeslagenaffaire – van het Ministerie van Financiën tegen de eigen Belastingdienst. Deze stap werd door veel ambtenaren als traumatisch ervaren. Het bestuur sprak over de zorgen van zijn leden en de onmiddellijke gevolgen van deze aangifte op het gezag van, en dus het vertrouwen in, de Belastingdienst. Van den Dungen daagde de leden uit zelf antwoorden te vinden op de vraag wat voor professionele ruimte ze nodig hebben: Hoe zouden jullie het willen?

Voorzitter Jurjen Glazenburg van VHMF schrijft in het Voorwoord: “In het najaar van 2020 ben ik onder onze leden op zoek gegaan naar wat zij verstaan onder ‘professionele ruimte’. Die zoektocht culmineerde uiteindelijk in het idee om met behulp van Stichting Beroepseer een aantal Goed Werk Plaatsen (groepsgesprekken met uitvoerende ambtenaren) te organiseren met de VHMF als opdrachtgever, zodat een goed inzicht zou ontstaan in wat de collega’s die dagelijks contact hebben met burgers en bedrijven zelf nodig achten om het vertrouwen in de Belastingdienst weer op te bouwen”.

Een Goed Werk Plaats is een ontmoetingsplek waar professionals openlijk kunnen spreken over hun eigen werk. De bedoeling is deelnemers te stimuleren om na te denken over de kwaliteit van het eigen beroep en hen uit te dagen hun vakmanschap te ontwikkelen.

De uitkomsten van de Goed Werk Plaatsen vormen het fundament van het boek. Glazenburg in het Voorwoord: “We gaan dieper in op de factoren die het vakmanschap binnen de diensten in de weg staan en de manier waarop deze knelpunten kunnen worden aangepakt. Daarbij koppelen we de uitkomsten van de Goed Werk Plaatsen aan het gedachtegoed over ambtelijk vakmanschap en overheidsgezag dat Stichting Beroepseer door de jaren heen heeft verzameld en ontwikkeld. De Goed Werk Plaatsen stonden open voor alle medewerkers van de Belastingdienst, de Dienst Toeslagen en de Douane”.
Het wezen van het boek is dat de medewerkers zelf de voorwaarden voor professionele ruimte aangeven, een eerste voorwaarde voor de menselijke maat in de uitvoering, en daarmee voor meer vertrouwen in de Belastingdienst, de Dienst Toeslagen en de Douane.

De kwaliteit van de uitvoering bepaalt de geloofwaardigheid van de overheid

De Belastingdienst wordt gerekend tot de vijf grootste uitvoeringsorganisaties van de Rijksoverheid, naast Rijkswaterstaat, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJKI en de politie. Deze publieke uitvoeringsorganisaties zijn decennialang het ‘stiefkind’ van de Rijksoverheid geweest, omdat op departementaal niveau te weinig naar de uitvoering geluisterd wordt.

Vaak is sprake van steeds nieuwe politieke eisen en druk, een uitdijende verantwoordingsbureaucratie, een hoge werkdruk, doorgeslagen efficiencydenken, te weinig budget en achterstallige ict-infrastructuur, wat ertoe heeft geleid dat de arbeidstevredenheid onder de medewerkers steeds verder is afgenomen. Deze gang van zaken wordt al decennialang door velen bekritiseerd, maar er is nauwelijks iets veranderd. Een treffend voorbeeld hiervan waren de jaarverslagen van de vicepresident van de Raad van State, Herman Tjeenk Willink in de periode 1997 – 2012.  Keer op keer waarschuwde hij hierin voor de ernstige verwaarlozing van de uitvoering en de gevolgen hiervan, mede voor de democratisch rechtsorde. Hij vond echter geen gehoor. In 2018 publiceerde hij met zijn boek Groter denken, kleiner doen nog eens een kernachtige samenvatting van zijn gedachtegoed. Een van de belangrijkste principes daarvan was: De kwaliteit van de uitvoering bepaalt de geloofwaardigheid van de overheid.

De driehoeksrelatie

In de afgelopen decennia zijn politieke uitvoeringsorganisaties sterk bedrijfsmatig aangestuurd, waardoor efficiencydoelstellingen en financiële targets de hoogste prioriteit hebben gekregen. Dit kwam onder andere tot uitdrukking in een aansturingsmodel dat geënt is op economische theorieën over de verhouding tussen aandeelhouders als opdrachtgevers en bestuurders van bedrijven als opdrachtnemers. Daarbij gaat men ervan uit dat beide partijen hun eigen financiële belang willen behartigen ten koste van de ander, en daarom elkaar onderling wantrouwen. De samenwerking werd gezien als een voortdurend gestold wantrouwen. Dit uitgangspunt is door de overheid vertaald in een driehoeksrelatie waarin uitvoeringsorganisaties beschouwd worden als opdrachtnemer (de eerste punt van de driehoek). Het directoraat-generaal van het relevante ministerie – en dat is het beleid – is vervolgens de opdrachtgever (de tweede punt) en in die hiërarchische functie verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid dat door de zittende politieke coalitie wordt voorgeschreven.Tenslotte is de secretaris-generaal van dat departement de eigenaar (de derde punt), en daarmee verantwoordelijk voor de (financiële) continuïteit van de uitvoeringsorganisatie en systeemverantwoordelijk.

Het driehoeksmodel is door het Ministerie van Financiën in 2017 ingevoerd voor de aansturing van de Belastingdienst, de Douane en de Dienst Toeslagen, en dat is ook zo gebleven na de ontvlechting van deze drie diensten na de Toeslagenaffaire.
De invoering van het model maakte officieel beleid van hoe de ambtelijke top zich al langer zag: als dienaar van de politieke doelstellingen van de zittende coalitie. In dat kader bemoeide de ambtelijke top zich al langer op een hiërarchische manier intensief met de drie uitvoeringsdiensten.

Van de diensten werd verwacht dat ze gewoonweg uitvoerden wat de politiek en – in het verlengde daarvan – het beleid van hen vroegen. Politiek en beleid zijn in deze werkwijze bovengeschikt aan de uitvoering. Een weerwoord vanuit de uitvoering op basis van ervaringen en expertise werd niet op prijs gesteld, en als de uitvoering al waarschuwingen gaf of aanbevelingen deed, dan werden deze in het verleden regelmatig in de wind geslagen. Het primaat is aan de politiek, en in het verlengde daarvan aan het beleid. De bijzondere rechtsstatelijke dimensies van het werk van uitvoerende organisaties verdwenen zo steeds verder uit het zicht.

Om deze bijzondere rechtsstatelijke dimensies weer in het zicht te krijgen is Gezaghebbend heffen, innen, toekennen en controleren geschreven. Naast de weergave van de groepsgesprekken van de ambtenaren staan er interviews in met onder anderen een klantcoördinator bij Grote Ondernemingen binnen de Belastingdienst, een douanemedewerker en een onlangs met pensioen gegane medewerker van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen. Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer, had een interview met Bart Snels, inspecteur-generaal bij de Inspectie belastingen, toeslagen en douane. Snel wil graag dat de “medewerkers weer trots kunnen zijn op het werk dat ze doen”. De inspectie valt onder het Ministerie van Financiën, maar functioneert onafhankelijk en bepaalt bijvoorbeeld zelf welke onderzoeken ze uitvoert en hoe. Alle onderzoeksrapporten worden openbaar gemaakt op de eigen website, en ook meteen onverkort naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.

Gezag

In de boektitel staat het woord gezaghebbend. Hoofdstuk 3 is gewijd aan gezag als voorwaarde voor een goed functionerende overheid. Vertrouwen en gezag gaan samen. De Belastingdienst heeft aan gezag verloren vanwege de Toeslagenaffaire. Aan het begin van de inleiding van het boek staat een citaat uit de reactie van VHMF op de aangifte tegen de Belastingdienst door het ministerie van Financiën :

Gezag, meer dan van macht, daar moet de Belastingdienst het in de dagelijkse uitvoering van hebben. Dit gezag is voor een groot deel gebaseerd op het vertrouwen van de Nederlandse samenleving dat de Belastingdienst zijn taak goed en verantwoordelijk uitoefent.

Om doelgericht en effectief te kunnen werken is het cruciaal dat overheidsinstanties, en de ambtenaren die voor deze instanties werken, over gezag beschikken. Uitgelegd wordt wat modern gezag is en wat het niet is. Gezag is belangrijk voor een goed functionerende overheid, maar gezag is geen vanzelfsprekendheid.

Het boek besluit met zestien aanbevelingen van de deelnemers aan de Goed Werk Plaatsen: Wat is er nodig om gezaghebbend ambtelijk vakmanschap te stimuleren?

1. Organiseer op basis van vertrouwen
2. Voor een lerende en professionele organisatie is een open en veilige werkomgeving nodig
3. Maak carrière maken op inhoud mogelijk
4. Zorg voor een gemeenschappelijk opleidingsdeel
5. Organiseer een uitstekende leeromgeving voor medewerkers
6. Zorg voor visie en continuïteit
7. Zet in op rechtsstatelijk ambtelijk vakmanschap
8. Faciliteer de werkvloer
9. Zorg voor een betere borging van vaktechniek
10. Maak werk van informatiemanagement
11. Zorg voor een algemene grondslag voor datagebruik
12. Herijk de rollen en verantwoordelijkheden van de ambtelijke top, het middenmanagement en de teamleiders
13. Formuleer beoordelingscriteria voor managers
14. Zorg voor aandacht voor het vak vanuit het management
15. Managers: heb vertrouwen in de medewerker en diens vakmanschap
16. Laat de ambtelijke top naar buiten toe opkomen voor de medewerkers

Gezaghebbend heffen, innen, toekennen en controleren. Adviezen uit de praktijk van de Belastingdienst, de Douane en de Dienst Toeslagen, door Maurits Hoenders, Thijs Jansen, Corné van der Meulen & Gerard van Nunen. Een uitgave van Stichting Beroepseer, in opdracht van de Vereniging van Hogere ambtenaren bij het Ministerie van Financiën (VHMF) en met ondersteuning van het Ministerie van Financiën, 151 p., april 2023.
Voor downloaden van het boek, klik hier.

Voor meer informatie over een gedrukt exemplaar kunt u contact opnemen met Corné van der Meulen: c.vandermeulen@beroepseer.nl

Reacties

Reactie van Bas van den Dungen, secretaris-generaal bij Ministerie van Financiën: https://www.linkedin.com/posts/bas-van-den-dungen_menselijkemaat-professioneleruimte-ambtelijkvakmanschap-activity-7054101234105925632-uG2q?trk=public_profile_share_view

Reactie van Patrick De Winter, specialist Financial Accounting Investment Institutions:
“Ik ben het eens met Bas. Het is een zeer lezenswaardig boekje met goede aanbevelingen om de inspecteur weer zijn vak kwalitatief te mogen laten uitoefenen. Dat zal de menselijke maat ten goede komen”.
https://www.linkedin.com/posts/patrick-de-winter-3304b73_ik-ben-het-eens-met-bas-het-is-een-zeer-activity-7054582862515200000-DxQF?trk=public_profile_share_view

Reactie van Bart Boersma, advocaat / directeur van Customs Knowledge op Linkedin:
“Het Financieele Dagblad heeft afgelopen donderdag nog een keer op 2 pagina’s aandacht besteed aan de strenge regels in het douanerecht en de soms halsstarrige aanpak van Douane Nederland. In het artikel besteed Laurens Berentsen aandacht aan twee beroepsprocedures bij de diverse douanegerechten. Ik schreef hierover ook het boek Rechtsbescherming in het douanerecht: een kritische beschouwing.

Op diezelfde dag kwam Stichting Beroepseer met de uitgave “Gezaghebbend heffen, innen, toekennen en controleren. Adviezen uit de praktijk van de Belastingdienst, de Douane en de Dienst Toeslagen. Hierin is onder meer een interview opgenomen met een controleleider van Douane Nederland.

De controleleider stelt in het interview onder meer: ‘Bij de Douane wordt veel aandacht besteed aan het beperken van risico’s die voortvloeien uit de Europese Douanewetgeving, met als doel te voorkomen dat we door Brussel worden aangesproken, of zelfs een rekening of boete krijgen. Daarom kiezen we ervoor om de wet- en regelgeving op punten heel strikt te interpreteren en toe te passen in ons beleid. In mijn beleving leggen we daarbij de focus vooral op rechtmatigheid, omdat we bang zijn dat een bedrijf misschien iets krijgt waar het geen recht op heeft, of dat we publieke gelden mislopen. We lopen daarmee echter het risico om rechtvaardigheid uit het oog te verliezen. Voor mij betekent dat recht doen aan een situatie, handelen op basis van billijkheid, evenredigheid en geloofwaardigheid. Maar ook bedrijven goed informeren en faciliteren om aan de wet- en regelgeving te voldoen’
Dit is precies in lijn met mijn conclusies in mijn boek. Het boek is nog steeds verkrijgbaar via: www.customsknowledge.nl
Inkijkexemplaar: https://www.customsknowledge.nl/files/2023-02/preview-rechtsbescherming-in-het-douanerecht-.pdf?25bffc2ae9

Douane wil van geen wijken weten, door Laurens Berentsen, Het Financieele Dagblad, 19 april 2023:
Is de douane halsstarrig of alleen onvermurwbaar bij het toepassen van de Europese wetten en regels voor de invoer van goederen? Critici menen dat het eerste het geval is. Twee rechtszaken om zelf een oordeel te kunnen vormen.
In deze twee douanezaken kruist douane-advocaat Bart Boersma de degens met de autoriteiten. Boersma is auteur van het in februari 2023 verschenen boek Rechtsbescherming in het douanerecht – een kritische beschouwing. Daarin schrijft hij dat ondernemers die het met de douane aan de stok krijgen, niet te benijden zijn. Zie: https://fd.nl/politiek/1473810/douane-wil-van-geen-wijken-weten-nvd3caSsNrcf

Gezaghebbend heffen, innen, toekennen en controleren – het boek, door Paul Soomers, VHMF, april 2023: https://www.vhmf.nl