Skip to main content

Redactie Beroepseer

Advies RVS ‘Met de stroom mee’ over noodzakelijk groot onderhoud zorgstelsel

“De grens is bereikt, de rek is eruit, het kan zo niet langer”. De boodschap komt niet alleen van burgers die goede zorg missen, maar ook vanuit de zorgsector zelf. Bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar CZ zei eind 2022 dat hij niet kon garanderen dat zorg altijd voor iedereen toegankelijk zou zijn in 2023.

De organisatie van zorg en ondersteuning leidt er steeds vaker toe dat mensen ziek(er) worden. Veel mensen raken de weg kwijt in de zorg- en ondersteuningssector en daardoor krijgen ze gewoonweg niet de hulp die ze nodig hebben. Aan de andere kant blijkt de zoektocht naar passende zorg en ondersteuning voor patiënten lang en ingewikkeld. Die voert langs vele bureaucratische loketten en leidt ertoe dat mensen aftakelen en uiteindelijk alleen maar meer zorg nodig hebben.

Met de stroom mee

Op 20 juni 2023 is het advies Met de stroom mee. Naar een duurzaam en adaptief stelsel van zorg en ondersteuning. gepresenteerd op een bijeenkomst waar het werd toegelicht door voorzitter Jet Bussemaker en raadslid Bas Leerink van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS). De Raad constateert dat met het huidige zorgstelsel burgers niet de zorg en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Het huidige zorgstelsel draagt zelf in belangrijke mate bij aan het probleem.
Maar wat gaan we eraan doen? Hoe doen we het beter?

De belangrijkste reden voor het schrijven van het advies, aldus de RVS in de Inleiding, is dat de funderende principes van het zorgstelsel niet meer passen bij de veranderde maatschappelijke context waarin de zorg zich bevindt. Dat gaat ten koste van de meest basale publieke waarden waarop de zorg zich van oudsher richt: toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit. Maar ook de rechtvaardigheid en de legitimiteit van het stelsel staan onder druk.

In de eerste plaats zien we dat de manier waarop het zorgstelsel met zorg en gezondheid omgaat steeds meer afwijkt van hoe er inmiddels in brede kring wordt gedacht over de aard van zorg- en ondersteuningsvragen.
Ten tweede staat de solidariteit van het bestaande stelsel onder druk. In de afgelopen jaren heeft de RVS meerdere malen aandacht gevraagd voor ongelijkheden in gezondheid en de samenhang met andere thema’s zoals bestaanszekerheid en de inrichting van de leefomgeving.
Ten derde zien we dat het huidige zorgstelsel op dit moment niet is ingericht voor het maken van legitieme afwegingen tussen botsende publieke waarden, zoals toegankelijkheid en kwaliteit.

Tijd voor verandering, ook van het stelsel

Het stelsel is niet langer houdbaar en bovendien niet meer wenselijk, aldus de Raad. Het is daarom, kortweg, tijd voor verandering. Niet alleen binnen het stelsel, maar ook van het stelsel.
Hoofdstuk 3 van Met de stroom mee gaat dieper in op de belangrijkste problemen van het huidige zorgstelsel.
Hoofdstuk 4 plaatst de kernproblemen in historisch perspectief.
Hoofdstuk 5 presenteert een aantal voorwaarden waaraan het zorgstelsel moet gaan voldoen. Behandeld worden de rol van de rijksoverheid, systeempartijen en burgers, en de sociale innovaties die horen bij stelselaanpassingen.
Hoofdstuk 6 gaat over welke verandering er volgens de RVS in het zorgstelsel dient te worden aangebracht om de kernproblemen aan te pakken en tot een andere afweging van publieke waarden te komen.

Voorzitter Jet Bussemaker in het Voorwoord:

“U bent dus gewaarschuwd: in dit advies bepleiten we als RVS fundamentele veranderingen. Maar wellicht ook ter geruststelling: we zijn ons er zeer van bewust dat werken aan grote allesomvattende transities verkeerde energie kunnen opslurpen. We komen dan ook zeer zeker niet met een tekentafeladvies waarin we een geheel nieuw stelsel ontwerpen. Onze aanbevelingen zijn erop gericht vooral de huidige fragmentatie te doorbreken en tot meer samenhang te komen, toegankelijkheid en solidariteit ook voor de toekomst te borgen en toe te werken naar een stelsel dat kan meebewegen met nieuwe uitdagingen.
(…)
Als we willen dat zorg en ondersteuning beter georganiseerd worden, zou het stelsel niet moeten tegenwerken, maar juist moeten meewerken.  Het zou goede initiatieven de stroom mee moeten geven, in plaats van dat ze tegen de stroom in moeten zwemmen en op z’n best met veel moeite langzaam vooruitkomen.

Dit advies gaat dus over een stelsel waarin het aanbod van zorg en ondersteuning samenhangend en toegankelijk georganiseerd is. Groot onderhoud aan het stelsel is noodzakelijk om dat te bereiken. Maar uiteindelijk blijft transitie mensenwerk. Een beter georganiseerd stelsel van zorg en ondersteuning is niet alleen een politieke verantwoordelijkheid, maar vraagt moed, lef en leiderschap van alle betrokkenen op alle niveaus. We hopen dat dit advies daartoe inspireert”.

Het advies besluit met een Lijst met geraadpleegde personen en een Literatuurlijst.

Reacties

Al snel na publicatie van Met de stroom mee verschenen er reacties op internet. Een greep:

– Een gezondheidswetenschapper en adviseur vindt het “tamelijk naïef van de RVS om te denken dat dit kan gaan gebeuren zonder het fundamenteel niet-passende zorgstelsel te vervángen, maar er juist weer aan te gaan sleutelen…” Het huidige zorgstelsel vindt hij niet te handhaven; het is een fossiel zorgstelsel dat allang in een museum had moeten staan. Waarom weer voorstellen te gaan sleutelen aan het huidige al gezonken en stilliggende wrak?

– Een deskundige op het gebied van de gezondheidszorg en extern vertrouwenspersoon schrijft dat het huidige zorgstelsel geen groot onderhoud nodig heeft. Het heeft een plek in een museum nodig. Zij vindt dat de RVS krabt, wéér, waar het niet jeukt. En blijft onderdeel van het probleem.

– Huisarts: Het zorgstelsel wordt niet beter door de premie ervoor anders te financieren. Je moet de zorginrichting veranderen en richten op samenwerking. En de verdieners aan de zorg, zoals de ZV en vele adviseurs etc, eruit

– Huisarts: Het hybride zorgstelsel is intrinsiek kostenverhogend en dan moet je niet de werkelijkheid aanpassen aan het systeemmodel, maar het systeemmodel aanpassen aan de realiteit! Gelijke toegang tot zorg voor iedereen is niet slechts een wens maar een recht.

– Huisarts: Mooi dat Bussemaker het zorgstelsel wél ter discussie stelt… maar verder? Men blijft een beetje binnen het geijkte discourse schrijven door dezelfde poppetjes: intellectuele lafheid en financiële belangen gaan hand in hand. Wat maakte Bussemaker tot hoogleraar aan het Leids Universitair Medisch Centrum en de Universiteit Leiden? Wetenschap?

– Een bedrijfsarts reageert op een uitspraak van Jeurissen, hoogleraar betaalbaarheid van zorg aan het Radboud UMC en een van de experts die voor het RVS-advies is geraadpleegd: ‘Want met die intrinsieke motivatie gaat het momenteel niet goed. Een toetssteen hiervoor is het ziekteverzuim, en dat is hoog in de zorg’. Deze opmerking komt bij mij over als dat gebrek aan motivatie de oorzaak is voor het gemak dat iemand zich ziek meldt. Hopelijk is dit een verspreking. Het is juist de overmaat aan motivatie die hebben geleid tot het ziekteverzuim. De zorgmedewerkers hebben veel te lang zichzelf laten opjutten in “lean” en “efficiënt”werken. Er is geen enkele ruimte meer voor rust en reflectie in het systeem. Het administratieve circus dat is opgetuigd, gebaseerd op een inmiddels geïnstitutionaliseerd wantrouwen, zorgt voor extra belasting. Maar het volslagen gebrek aan vertrouwen in de inschattingscapaciteit van de zorgverleners, dat heeft daarbij echt de grootste schade gedaan. Te veel mensen die op afstand staan van het primaire werkproces hebben zich laten inspireren door diverse “hype’s” en moeten bevredigd worden met “management informatie”, want dat is de primaire reden voor al die administratiedruk, gebrek aan inzicht bij de leidinggevende laag en vooral gebrek aan lef om vertrouwen te geven aan je professionals.
(….)
Ga niet weer “over de hoofden van de zorg heen” Haagse oplossingen bedenken, daar hebben we er al te veel van gezien.

– Klinisch psycholoog en psychotherapeut: “Het stelsel moet meewerken”. Bussemaker wil het geldverslindende zorgstelsel niet vervangen omdat dat “bakken met geld kost en alle aandacht vraagt”. En wel € 2,8 miljard transitiegelden verspillen via het Integraal Zorg Akkoord (kassa voor consultants en managers) dat niets gaat opleveren en veel aandacht vraagt? “Het stelsel moet meewerken”. Aha, klare taal.

– Anton Diedrich in het Haarlems Dagblad: De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving stelt voor de premie inkomensafhankelijk te maken. Het is een lapmiddel, om het systeem zoals dat aan het rafelen is nog even mee te laten gaan.

– Steven P.M. de Waal, voorzitter Public Space Foundation, Denktank voor Actief Burgerschap en Maatschappelijk Ondernemerschap en auteur van Het zal mijn zorg zijn – 7 routes naar een gezond zorgstelsel: Scherp en belangrijk advies van de Raad voor Zorg & Samenleving (dat laatste wordt echt waargemaakt) over problemen in dit stelsel en de pragmatische ingrepen die nodig zijn. Het is een oproep tot het civil leadership, dat ik zo belangrijk vind, maar nu in kringen van polder en nationale overheid: doe je eigen, noodzakelijke, maar ook soms pijnlijke werk, in plaats van alleen maar ‘visies’, ‘toekomstbeelden’, ‘convenanten’ en ‘beleidsplannen’ te produceren. Beweeg van papier naar bestuurlijke werkelijkheid en toon dus ook meer moed!
(…)
Veel is herkenbaar in het advies en het legt zeker een goede politieke agenda neer. De aanpak ervan gaat – helaas – nog jaren duren. Het goede nieuws is dat de gezondheidszorg nu al veel zichtbaar maatschappelijk leiderschap kent en gelukkig heeft afgeleerd op dit type visies en beleidsagenda’s te wachten. Velen, van professionals tot patiënten, zijn al voluit bezig de zorg in de goede richting te vernieuwen, zoals ik in mijn boek laat zien! Ik merk nu uit diezelfde zorgpraktijk veel belangstelling, juist voor deze voorbeelden van wat er blijkbaar nu al kan en nog meer kan.
Zoals het in mijn visie hoort, helpt dit advies om de politiek en polder erop te wijzen waar zij hun werk moeten doen om dit (nog) verder te gaan ondersteunen!

Groot onderhoud zorgstelsel dringend nodig om goede zorg voor burgers te garanderen, RVS, 19 juni 2023: www.raadrvs.nl

Downloaden Met de stroom mee – Naar een duurzaam en adaptief stelsel van zorg en ondersteuning, RVS, juni 2023: www.raadrvs.nl/documenten/publicaties/2023/06/20/met-de-stroom-mee

‘Zicht op zorgen’ – rapport met cijfers over problemen, hulpbronnen, leefsituatie en ondersteuning van mensen in het sociaal domein

Meedoen in de samenleving is niet voor iedereen even eenvoudig. Zeker niet voor mensen die te maken hebben met een stapeling van problemen en weinig hulpbronnen hebben. Deze mensen bevinden zich in een kwetsbare situatie en hebben wellicht ondersteuning nodig om mee te kunnen doen, vanuit hun netwerk of vanuit de overheid. In het sociaal domein ligt er daarmee een belangrijke taak voor de gemeenten. niet alleen bij het bieden van ondersteuning aan mensen, maar ook bij het faciliteren van de netwerken van mensen en de lokale kracht.
Om goede ondersteuning te kunnen bieden is actueel inzicht in de kwetsbaarheden waarmee mensen te maken hebben onmisbaar. Het gaat dan niet alleen om problematiek die direct op het terrein van het sociaal domein ligt, maar ook om aanpalende terreinen als digitale vaardigheden en schuldenproblematiek.

Twee rapporten

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft twee publicaties gepubliceerd over mensen met problemen op meerdere terreinen. Het rapport Zicht op zorgen bevat cijfers over de problemen, hulpbronnen, leefsituatie en ondersteuning van mensen in het sociaal domein. Het deelrapport Meer zicht op ouders rapporteert over zorgen, problemen en hulpbronnen van ouders van minderjarige kinderen.

Extra hard geraakt

Mensen in kwetsbare situaties worden extra hard geraakt door (de nasleep van) de coronacrisis, de energiecrisis en de inflatie.
Daarnaast kunnen deze ontwikkelingen leiden tot een toename van het aantal mensen in een kwetsbare situatie. Het beroep op ondersteuning zal naar verwachting dan ook toenemen. Dit wordt nog versterkt door demografische ontwikkelingen als vergrijzing en immigratie. Door het toenemend aantal ouderen, langer thuis wonen en personeelstekorten in de zorg wordt steeds meer gevraagd van informele hulpverleners en de sociale basis. Het wordt daarom steeds belangrijker om te zorgen dat mantelzorgers niet uitvallen en burgers niet overvraagd worden Dit alles vraagt om een langetermijnvisie en om creatieve oplossingen van het rijk, gemeenten, werkgevers, professionals, informele hulpverleners en burgers zelf.

Drempels wegnemen

Eén op de zes volwassenen in Nederland heeft te maken met een stapeling van problemen. Uit het onderzoek Zicht op zorgen blijkt dat deze mensen bijvoorbeeld weinig financiële middelen hebben en geen sociaal netwerk om problemen het hoofd te bieden. Mensen met een stapeling van problemen hebben relatief weinig hulpbronnen zoals financiële middelen, opleiding, gezondheid, veerkracht en eigen regie. Daardoor bevinden ze zich relatief vaak in een kwetsbare situatie en kunnen ze vaak minder goed meedoen in de samenleving.

Het onderzoek onderstreept het belang van een brede blik op het dagelijks leven van mensen en het leveren van maatwerk bij hulp en ondersteuning. Er dient daarbij niet alleen naar de problemen van mensen gekeken te worden, maar ook naar de hulpbronnen waar zij over (kunnen) beschikken. Zo kan het voor gemeenten en hulpinstanties zinvol zijn om in te zetten op het versterken van hulpbronnen van mensen. Daarnaast is het belangrijk dat mensen beter toegang tot ondersteuning hebben en dat de drempels die mensen ervaren om in aanmerking te komen voor voorzieningen in het sociaal domein worden weggenomen. Zo zou ook de informatievoorziening breder toegankelijk en eenvoudiger moeten zijn.

Downloaden rapport Zicht op zorgen, door Mirjam de Klerk, Evelien Eggink, Inger Plaisier, Klarita Sadiraj, Sociaal en Cultureel Planbureau, mei 2023: www.scp.nl/publicaties/publicaties/2023/05/31/zicht-op-zorgen

Downloaden deelrapport Meer zicht op ouders, door Freek Bucx, Evelien Eggink, Mirjam de Klerk, Sociaal en Cultureel Planbureau, mei 2023: www.scp.nl/publicaties/publicaties/2023/05/31/deelrapport-meer-zicht-op-ouders

Afbeelding bovenaan Infographic Zicht op zorgen: https://beroepseer.nl/

Bij sociaal werkers in België groeit het ongenoegen: ‘We zwoegen aan formulieren en documenten waarvan we weten dat het onzinnig is’

Een bijeenkomst tussen 42 deelnemers over veerkracht en motivatie bleek bijzonder moeilijk te verlopen. Ze maakten elkaar over en weer verwijten. Over het sluiten van loketten bijvoorbeeld.
Birgit Goris was erbij en brengt verslag uit op het Belgische Sociaal.Net – digitaal platform voor sociale professionals – dat sinds 2015 bestaat en is ontstaan uit de vaktijdschriften Alert voor sociaal werk en politiek en het Tijdschrift voor welzijnswerk. Goris is lector sociaal werk aan de Vlaamse Hogeschool UC Leuven-Limburg en medewerker participatie bij De RuimteVaart, vereniging tegen armoede. De titel van haar artikel is veelzeggend: De kernopdracht van sociaal werk staat onder druk: ‘We moeten front vormen’.

De bijeenkomst werd georganiseerd door Sterk Sociaal Werk Vlaams-Brabant in Heverlee op 23 mei 2023. Birgit Goris: “Vandaag is de eerste lijn massaal present, maar ook vanuit de gespecialiseerde tweede lijn zijn er collega’s. Het zijn basiswerkers uit alle mogelijke hoeken van het sociaal domein: van basiseducatie, opbouwwerk, sociaal-cultureel volwassenenwerk en sociale economie tot OCMW*), gezinsondersteuning, wijkgezondheidscentra, mutualiteit, geestelijke gezondheidszorg en jeugdhulp“.
De deelnemers vormen een dwarsdoorsnede van het sociaal werk.

Alles wat de ziel van de stiel bederft

Goris: “En dan gebeurt het. Een deelnemer stelt de ultieme vraag: ligt bij sociaal werkers, door de aard van het beroep en de hoge werkdruk, burn-out meer op de loer? Er ontstaat geroezemoes in de zaal. Het is een instemmend gezoem. Maar daar blijft het niet bij. Een sociaal werker gooit haar frustratie over de ontoegankelijkheid van diensten eruit. En plots gaat het over alles wat de ziel van de stiel bederft: de sluiting van loketten, werken op afspraak, digitalisering, ingewikkelde procedures en de steeds complexere administratieve verplichtingen om rechten af te dwingen.
Allerlei diensten worden benoemd en bekritiseerd. Burgers vinden hun weg niet meer in het doolhof van de samenleving. Sociaal werkers sukkelen mee en verliezen soms een hele dag aan het uitzoeken van waar mensen terechtkunnen en hoe ze daar dan binnenkomen.
Iemand verwijt collega sociaal werkers dat ze de ontoegankelijkheid van diensten en rechten alleen maar vergroten. Het gevoel dat verschillende eerstelijnsdiensten hun taken afschuiven op anderen, waardoor ook die niet tot hun kerntaak komen, wordt beaamd en tegengesproken”.

Zwarte pieten schuiven

De ontmoeting mondt uit in een haast eindeloze sessie zwarte pieten schuiven. “We schieten op elkaar”, concludeert Goris: “We richten de pijlen op elkaar. We schieten op andere sociaal werkers die ook met hun voet in de modder staan. Sociaal werkers die op hun beurt botsen op nutteloze regels, gesloten diensten en het moeten werken op afspraak.
Sociaal werkers zijn kwaad op het systeem, maar blijven er wel in meedraaien”.
Goris heeft het over ‘onzichtbaar schaduwwerk’. In plaats van een front te vormen, maken sociaal werkers elkaar verwijten: “We zwoegen aan formulieren en documenten waarvan we weten dat het onzinnig is”.

Laten we samenwerken

Het enige advies, aldus Goris, dat hout snijdt is uiteraard: “Laten we samenwerken en ons verzetten tegen systemen zodat we het onrecht dat we zien en dat op beleidsniveau georganiseerd wordt, aan de kaak kunnen stellen. Enkel zo komen we tot echte verandering. Enkel zo zullen we kunnen waarmaken wat we pretenderen: het afdwingen van sociale rechten van mensen”.

Goris wijst in haar verslag op de kerntaak van het sociaal werk, gedefinieerd in De vijf krachtlijnen van Sterk Sociaal Werk tijdens de eerste Sociaalwerkconferentie in Brussel op 24 mei 2018. Deze vijf krachtlijnen zijn: nabijheid; politiserend werken; procesmatig werken; generalistisch werken; verbindend werken.
Meer hierover op Departement Zorg: https://departementwvg.be/ssw/5-krachtlijnen

Lees het hele artikel: De kernopdracht van sociaal werk staat onder druk: ‘We moeten front vormen’, door Birgit Goris, Sociaal.Net, 9 juni 2023: https://sociaal.net/opinie/de-kernopdracht-van-sociaal-werk-staat-onder-druk/

Noot
*) OCMW = Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn in België is een gemeentelijke openbare instantie

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Gert Biesta over inspiratie en het wonder in het onderwijs

Gert Biesta sprak eind mei 2023 op de de Verus-congresdag 2023 in Bussum over inspirerend onderwijs. Speciaal voor de gelegenheid schreef hij De school als vrijplaats, een publicatie die deel uitmaakt van de strategische pijler ‘Geïnspireerd Goed Onderwijs’ van de vereniging Verus voor katholiek en christelijk onderwijs in Nederland. Bij Verus zijn ruim vierduizend scholen aangesloten.
Onderwijspedagoog Gert Biesta is kroonlid van de Onderwijsraad en sinds 2016 wetenschappelijk adviseur bij Verus. Biesta heeft verschillende boeken geschreven over de theorie en het beleid van opvoeding en onderwijs, en de theorie en filosofie van onderwijspedagogisch en sociaal-wetenschapplijk onderzoek.

Het eerste hoofdstuk is getiteld Verwacht geen wonderen? Biesta:

“In de tuin van het Scottish National Gallery of Modern Art in Edinburgh staat een zes meter hoge installatie van de Schotse beeldend kunstenaar Nathan Coley met daarop in grote verlichte hoofdletters “THERE WILL BE NO MIRACLES HERE”. Coley vond de tekst in een zeventiende-eeuwse koninklijke proclamatie uit een stad in Frankrijk waar met regelmaat wonderen zouden zijn gebeurd. ‘There will be no miracles here’ klinkt een beetje als de politieagent die bij de plaats van een ongeluk staat en zegt: ‘Doorlopen allemaal, er valt hier niets te zien.’

Er zijn mensen die het liefst bij iedere school zo’n bord neer zouden willen zetten. Hun ideaal van onderwijs is er een waarin alles onder controle is. Een school waar leraren louter wetenschappelijk bewezen interventies toepassen om op de meest effectieve wijze vooraf geformuleerde leerdoelen te realiseren. Een school waar niet alleen de basis op orde is, maar een school die tot in alle uithoeken perfect is. Kortom, een school zonder verrassingen.

Voor sommigen is dit een aantrekkelijk perspectief, wat verklaart waarom mensen het op veel plekken in de wereld met energie en enthousiasme propageren en nastreven. Voor anderen is dit ideaalbeeld echter de dood in de pot van het onderwijs. Een school zonder verrassingen, een school waar al van tevoren vaststaat wat er moet gebeuren en zal gaan gebeuren, is een school waar eigenlijk helemaal niets meer kan gebeuren. En het is vooral een school waarin de mogelijkheid voor kinderen om aan te komen in de wereld en in die wereld te verschijnen minimaal is.

En dat terwijl het verschijnen van een nieuwe mens in de wereld misschien wel het grootste wonder is. Dat is in ieder geval hoe de filosofe Hannah Arendt erover denkt wanneer ze het fenomeen van de ‘geboortelijkheid’ (in het Engels: natality) benoemt als een wonder, en, nog krachtiger, als het wonder dat de wereld behoedt voor haar ondergang. Terwijl veel filosofen geobsedeerd zijn door de sterfelijkheid van de mens, kijkt Arendt juist de andere kant op. Ze wijst op het nieuwe begin dat zich bij iedere geboorte aandient. En ze wijst op het vermogen van mensen om iets nieuws te beginnen en een nieuw begin te zijn; een vermogen dat besloten ligt in het fenomeen van de geboortelijkheid en zichtbaar is in het simpele feit dat mensen worden geboren. Het besef van dat vermogen, aldus Arendt, is de bron van vertrouwen en hoop.

Maar het aankomen van nieuwkomers in de wereld gaat niet vanzelf. Het nieuwe begin is kwetsbaar en heeft bescherming nodig, omdat de wereld maar al te vaak overweldigend is. Het nieuwgeboren kind zegt daarom niet ‘Onderwerp me aan jouw idealen en ambities’, maar vraagt om tijd en ruimte om aan te komen in de wereld. Het nieuwgeboren kind zegt daarom niet ‘Geef me leerdoelen, toets me, beoordeel me, reken me af’, maar vraagt om toerusting, oriëntatie en aanmoediging om de stap de wereld in te kunnen, willen en durven zetten, en daar staande te kunnen blijven.

Het nieuwgeboren kind zegt daarmee: ‘Geef me een eerlijke kans op mijn eigen zelfstandigheid.’ En het zegt ook: ‘Verwacht het onmogelijke van me, verwacht wat niemand van ons nu al als mogelijkheid kan zien of berekenen of voorspellen.’ Het nieuwgeboren kind zegt: ‘There will be miracles here!’”

Inhoudsopgave De school als vrijplaats – Over geïnspireerd goed onderwijs
Voorwoord van Berend Kamphuis en Mark Buck, college van bestuur Verus  7
1. Verwacht geen wonderen? 11
2. Geïnspireerd goed onderwijs 15

Onderwijs en inspiratie  16
Leven van de lucht  18
Geïnspireerd onderwijs  22
Inspirerend onderwijs  26
De integriteit van het onderwijs  29

3. In gesprek over inspiratie 34
4. Verder denken: vijf thema’s 41

Visie of opdracht?  42
Volwassenheid  45
‘Goede’ en ‘slechte’ inspiratie  48
Goed onderwijs  49
Drie gereedschappen van de leraar  50

5. De school als vrijplaats  54
Werkvormen voor inspiratiegesprekken  61

Downloaden De school als vrijplaats, door Gert Biesta, 66p, mei 2023 op Verus: https://verus.nl/download-publicatie-de-school-als-vrijplaats

Lees ook: Biesta bij Verus2023 over inspirerend onderwijs: ‘Daar zitten een aantal valkuilen in. Dus elkaar scherp houden is belangrijk.’ door Rob van der Poel, Nivoz, 7 juni 2023: https://nivoz.nl

Boeken geschreven door Biesta en uitgegeven bij Phronese (www.uitgeverijphronese.nl/)
Wereldgericht onderwijs: Een visie voor vandaag (2022)
De terugkeer van het lesgeven (2021)
Pedagogiek als betrokken handelingswetenschap (met co-redacteur Maartje Janssens (2021)
Het prachtige risico van onderwijs (2020)
Het leren voorbij (2016)

Ontdek hoe werknemers over de hele wereld hun werk vorig jaar hebben ervaren in ‘State of the Global Workplace 2023 Report’ van Gallup

“Wat kunnen leidinggevenden vandaag doen om de wereld mogelijk te redden?” CEO Jon Clifton van Gallup heeft één duidelijk antwoord: “Verander de manier waarop je mensen aanstuurt”.
Het jaarlijkse Gallup-rapport bevat de stem van werknemers wereldwijd. In het State of the Global Workplace 2023 Report analyseert Gallup de wereldwijde toename van werknemers die goed gedijen op het werk, ook al blijft de stress onder werknemers op recordhoogte staan. Als werknemers zich goed voelen op het werk, is dit beter voor bedrijf en mensheid.

John Clifton, CEO van het internationale analyse- en adviesbureau Gallup, schrijft in het Voorwoord:

“Dit voorjaar deed Indermit Gill, hoofdeconoom van de Wereldbank, een opzienbarende uitspraak: ‘De wereldeconomie kan een verloren decennium tegemoet gaan. De voortdurende daling in potentiële groei heeft ernstige gevolgen voor het vermogen van de wereld om het toenemende scala aan uitdagingen die uniek zijn voor onze tijd, aan te pakken – hardnekkige armoede, divergerende inkomensverschillen en klimaatverandering’.

De boodschap is duidelijk. De economische groei vertraagt. En als we het wereldwijde BBP niet verhogen, wordt elk ander probleem moeilijker op te lossen.
Dus wat kunnen leiders vandaag doen om de wereld mogelijk te redden?
Gallup heeft één duidelijk antwoord gevonden: Verander de manier waarop je mensen aanstuurt.

In het rapport State of the Global Workplace van dit jaar schatten we dat een lage betrokkenheid de wereldeconomie 8,8 biljoen dollar kost. Dat is 9% van het wereldwijde BBP – genoeg om het verschil te maken tussen succes en mislukking voor de mensheid.

Slecht management leidt tot verlies van klanten en winst, maar ook tot ellendige levens. Uit onderzoek van Gallup naar welzijn op het werk blijkt dat een baan waaraan je een hekel hebt, erger is dan werkloos zijn – en die negatieve emoties komen thuis terecht en hebben invloed op de relatie met het gezin. Als je niet floreert op het werk, is het onwaarschijnlijk dat je floreert in het leven.

Dit rapport legt de stem van de werknemers van de wereld vast om leiders te helpen betere beslissingen te nemen. Er zijn enkele positieve trends, maar er is ook veel werk aan de winkel. Leidinggevenden behoren te beginnen met het volgende:

1) Richt je op je meest winbare werknemers. Bijna zes op de tien werknemers hebben het stilletjes opgegeven, maar met een paar veranderingen op hun werkplek zullen ze waarschijnlijk wel betrokken raken.

2) Geef ze een betere manager. In de afgelopen drie jaar heeft Gallup onze beste wetenschap gebruikt om meer dan 14.000 managers op te leiden tot effectieve coaches. Negen tot 18 maanden later was de betrokkenheid van hun teams gestegen met 8% tot 18%.

Door over te stappen op bewezen, science-based management kunnen organisaties de koers van de economie – en de wereldgeschiedenis – veranderen. Zo belangrijk is het”.


Het Gallup-onderzoek omvat alle landen van de wereld. De belangrijkste bevindingen:

1. De betrokkenheid van werknemers bereikte een recordhoogte in 2022.
2. De meerderheid van de werknemers wereldwijd geven het stilletjes op.
3. Stress onder werknemers bleef gehandhaafd op recordhoogte.
4. In 2022 kende de wereld een toename van het aantal vacatures.
5. Meer dan de helft van de werknemers is actief of passief op zoek naar een baan.
6. Betrokkenheid is belangrijker dan de plek waar werknemers werken.
7. ‘Stille opgevers’ weten wat ze zouden veranderen op het werk.

Na een daling in 2020 tijdens de pandemie, is de betrokkenheid van werknemers weer aan het stijgen tot een recordhoogte van 23%. Dit betekent dat meer werknemers hun werk zinvol vinden en zich verbonden voelen met hun team, manager en werkgever. Dat is goed nieuws voor de wereldwijde productiviteit en groei van het BBP.

Stilletjes opgeven is wat er gebeurt als mensen zich psychologisch losmaken van het werk. Zij zijn misschien fysiek aanwezig of ingelogd op hun computer, maar ze weten niet wat ze moeten doen of waarom hun werk ertoe doet. Ze hebben ook geen ondersteunende relatie met hun collega’s, baas of organisatie. Het betreft hier bijna zes op de tien werknemers.

Wereldwijd zei 44% van de werknemers dat ze de vorige dag veel stress hadden ervaren. Dit is het tweede jaar op rij dat stress onder werknemers recordniveaus bereikt.

Drieënvijftig procent van de werknemers in 2022 zei dat het nu een goed moment is om een baan te vinden waar ze wonen, een sterke stijging ten opzichte van het voorgaande jaar en dicht bij de recordhoogte in 2019 .

De toename van het aantal beschikbare banen geeft aan dat de wereldeconomie open staat voor onderhandelen. Maar werkgevers zullen daardoor meer aandacht moeten besteden aan het behouden van hun meest getalenteerde werknemers.

In alle onderzochte landen en regio’s zegt 51% van de werknemers die momenteel een baan hebben, dat ze uitkijken naar een nieuwe baan of daar actief naar op zoek zijn.

Een hoger loon is de belangrijkste factor in wat mensen willen in hun volgende baan. Maar ook meer welzijn en mogelijkheden om te groeien en zich te ontwikkelen worden door werkzoekenden zeer gewaardeerd.

Er is een voortdurende discussie gaande tussen organisaties en werknemers die op afstand kunnen werken. Wat is beter: Werken op afstand, hybride of volledig op locatie? Werken op afstand kan meer flexibiliteit bieden en de stress van het woon-werkverkeer wegnemen. Aan de andere kant biedt werken op locatie kansen om een band op te bouwen, samen te werken en mentor te zijn.
Uit een analyse van Gallup blijkt dat betrokkenheid bij werknemers 3,8 keer zoveel invloed heeft op stress als de werklocatie. Het gevoel van mensen over hun baan heeft veel meer te maken met hun relatie met hun team en manager dan met het feit dat ze op afstand of op locatie werken.

“Mijn werk geeft me niet de kans om naar de kerk te gaan, familieleden te bezoeken of een tijdje te reizen”, zegt kassier Bolaji (39) in Nigeria. Onderdeel van de Gallup-enquête betrof de vraag: “Als u één verandering zou kunnen doorvoeren bij uw huidige werkgever om er een fantastische werkplek van te maken, wat zou die dan zijn?”. In totaal had 85% van de antwoorden betrekking op drie categorieën: betrokkenheid of cultuur, salaris en welzijn.

Wat Europa betreft zijn de opvallendste uitkomsten:

– laagste percentage betrokken werknemers;
– op één na laagste percentage van dagelijkse woede;
– op één na laagste percentage werknemers die uitkijken naar een nieuwe baan of actief op zoek zijn naar een nieuwe baan.

De betrokkenheid van Europese werknemers is het hoogst in Roemenië (35%) en het laagst in Italië: 5%. Nederland: 14%.

Wat het percentage aan dagelijks ervaren stress betreft, staat Griekenland bovenaan met 60%. Onderaan staat Letland met 22%. Nederland: 29% (hetzelfde percentage als vermeld in het rapport van 2022).

Dagelijks ervaren woede is ook gemeten. Het land met het hoogste percentage is Montenegro met 33%. Onderaan staat Finland met 5%. Nederland: 8%

Het werkklimaat – de arbeidscultuur – is ook gemeten. Hoe voelen werknemers zich op hun werk? Het meest tevreden zijn de Denen met 70%, het minst tevreden zijn de Italianen met 20%. Nederlanders: 56%.

Downloaden van State of the Global Workplace 2023 Report – The voice of the world’s employees: https://www.gallup.com/workplace/349484/state-of-the-global-workplace.aspx

SER-scriptieprijs. Inzenden tot 1 maart 2024

Meedingen naar de SER-scriptieprijs kan als je tussen maart 2022 en maart 2024 een scriptie hebt geschreven over een sociaal-economisch onderwerp of één van de andere terreinen waarop de Sociaal Economische Raad actief is. Ook buitenlandse studenten kunnen inzenden. De inzending voor de scriptieprijs dient vóór 1 maart 2024 bij de SER zijn.

Klik hier voor het reglement (in PDF) met de spelregels en de procedure voor het toekennen van de SER-Scriptieprijs.

De jury SER-Scriptieprijs bestaat uit:

− Kim Putters, voorzitter SER
− Tuur Elzinga, voorzitter vakbond FNV en vicevoorzitter SER
− Ingrid Thijssen, voorzitter werkgeversorganisatie VNO-NCW en vicevoorzitter SER

SER-voorzitter Putters is voorzitter van de jury.
De jury beoordeelt de scripties die aan de gestelde eisen voldoen en kiest de uiteindelijke prijswinnaar. De jury heeft het recht om bij onvoldoende niveau van de inzendingen te besluiten om geen genomineerden en geen prijswinnaar aan te wijzen.

Winnaar ontvangt  € 2000

De winnaar van de scriptieprijs ontvangt een prijs van € 2000. Hij of zij mag bovendien de SER toespreken én een dag meelopen met de SER-voorzitter. De overige twee genomineerden ontvangen een bedrag van € 500.

De prijsuitreiking vindt plaats tijdens een bijeenkomst van de SER in het voorjaar van 2024 waarin de winnaar bekend wordt gemaakt.

Winnaar van de SER-scriptieprijs 2022

De SER-Scriptieprijs 2022 werd gewonnen door Julia Postmes van de Erasmus Universiteit Rotterdam (Healthcare management).  Titel van haar masterscriptie: Respected physician in Syria, unemployed refugee in the Netherlands: An analysis of medically-educated Syrian refugees’ integration in the Dutch medical field. De scriptie ging over een actueel onderwerp met grote relevantie voor het SER-werk, namelijk het niet goed benutten van het potentieel van mensen die naar Nederland vluchten. Haar scriptie bevat veel voorbeelden uit de praktijk.

Meer info over voorwaarden meedingen en inschrijven op SER-Scriptieprijs: www.ser.nl/scriptieprijs

Contact opnemen: Marianne den Boef. T 06 44244817; m.den.boef@ser.nl

U P D A T E

Op 20 juni 2024 is  bekend gemaakt dat Eveline Nales de winnaar is van de SER-Scriptieprijs 2024. Zij won met haar masterscriptie Revitalizing Denim: Investigating the desirability of using high recycled proportions in Jeans production. An application of True Cost Accounting in the textile industry. Zij krijgt daarvoor een bedrag van 2000 euro. Eveline Nales is afgestudeerd bij Environmental Science in Wageningen.

De twee andere genomineerden zijn: Kim van Berkel (Policy Economics, Erasmus Universiteit Rotterdam) en Karin van Swam-Toonen (Arbeidsrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam). Zij krijgen elk  500 euro. Zie voor in info op SER: www.ser.nl/nl/actueel/Nieuws/winnaar-scriptieprijs-2024

 

Jaarboek met uitkomsten onderzoek naar arbeids- en levensomstandigheden van inwoners EU in 2022

Hoe zag het leven van de Europeanen er uit in 2022? Werkten ze naar hun zin? Eurofound*) heeft het jaarboek gepubliceerd met de uitkomsten van e-onderzoek naar de arbeids- en levensomstandigheden van inwoners van de Europese Unie in 2022: Living and working in Europe 2022.

Uit het Voorwoord

Met nog maar twee jaar te gaan in 2020 zijn er in dit decennium al twee gedenkwaardige gebeurtenissen geweest – de COVID-19 pandemie en de oorlog in Oekraïne die beide Europa diepgaand hebben veranderd. We zijn nog niet ver genoeg verwijderd van de pandemie om de blijvende invloed ervan op leven en werk van Europeanen goed te kunnen beoordelen, maar de gegevens en waarover Eurofound in 2022 beschikte geven een idee van onuitwisbare sporen.

De crisis lijkt vooral te hebben geleid tot een herwaardering van de betekenis en structuur van werk door werknemers. De terugkeer naar de werkplek lijkt een ‘grote berusting’ te hebben ingeluid – een patroon van werknemers die ontslag nemen, of er in ieder geval over denken ontslag te nemen en te kiezen voor een baan van betere kwaliteit. Het lijkt erop dat de ontwrichting van het werk ertoe heeft geleid dat werknemers hun baan en het gewicht dat ze hechten aan kwaliteit in een nieuw licjt zijn gaan bekijken. Het bewijs hiervoor ligt in de problemen die sommige sectoren hebben met het werven en behouden van personeel – vooral de sectoren die bekend staan om hun slechte arbeidsomstandigheden.

Volgens de analyse van de European working Conditions Telephone Survey (EWCTS) van Eurofound heeft bijna een derde van de werknemers in de EU een baan die kan worden omschreven als van slechte kwaliteit, in die zin dat de negatieve kanten zwaarder wegen dan de positieve,

Een lange lijst

De resultaten van de enquête werpen een licht op een lange lijst van negatieve factoren die de werknemers naar beneden halen zoals moeite om de eindjes aan elkaar te knopen, weinig baanzekerheid, lange en onregelmatige werktijden, onbalans tussen werk en privéleven, werkdruk, gevaarlijke werkomgeving, beperkte vooruitzichten op het werk, intimidatie door collega’s en misbruik door klanten en cliënten. Eurofound verspreidt al lange tijd de boodschap dat één manier om de gevolgen van een krimpende beroepsbevolking af te wenden het creëren is van het soort arbeidsomstandigheden dat de fysieke en mentale gezondheid van werknemers beschermt en hen in staat stelt zich te ontplooien. Het potentieel bestaat al: duizenden werknemers hadden het over autonomie en inspraak in de besluitvorming, flexibele werktijden, erkenning voor hun werk, goede carrièrevooruitzichten en het gevoel goed en nuttig werk te doen. Het uitbreiden van dergelijke positieve aspecten van werk is een manier om een aantal onvermijdelijke nadelen te verminderen.

Tekorten aan arbeidskrachten wordt ook veroorzaakt door tekorten aan vaardigheden, wat tot enige ongerustheid zou moeten leiden in het licht van de ambitieuze doelstellingen van de EU voor een groene en digitale transitie. Veel laaggeschoold werk verdwijnt door digitalisering . Dat betekent dat het omscholen van ongeschoolde werknemers en werknemers met
beperkte vaardigheden een prioriteit moet zijn als de EU haar economische en werkgelegenheidsdoelen wil halen. De bevindingen van de ECTWS laten evenwel zien dat laaggeschoolde werknemers minder kans hebben op een opleiding of leertraject dan hun collega’s in hoger opgeleide beroepen.

De houding van werknemers ten opzichte van de relatie tussen werk en privé lijkt ook te zijn gewijzigd. Thuiswerken tijdens de pandemie gaf werknemers meer vrijheid om te beslissen hoe ze hun tijd beter konden verdelen. Uit de enquêtes van Eurofound is gebleken dat werknemers veel, zo niet al hun tijd graag thuis zouden werken. Steeds terugkerende verhalen in de media beschrijven het getouwtrek met het management over terugkeren naar kantoor. Hybride regelingen die thuiswerken en werken op kantoor combineren lijken een oplossing te bieden, maar het debat over wat een werkplek is, en waar die zou moeten zijn, lijkt voorlopig nog niet geëindigd.

De vraag naar telewerk kan slechts een symptoom zijn van een bredere ontevredenheid over werktijdregelingen. De EWCTS ontdekte dat bijna de helft van de werknemers minder zou willen werken. Het toont ook aan dat werkende vrouwen een dubbele dienst draaien als het dagelijkse, onbetaalde huishoudelijke werk wordt meegerekend. Mannen lijken meer moeite te hebben met lange werkdagen en de balans tussen werk en privé.

Arbeid is aan het veranderen

Alles bij elkaar suggereren de bevindingen dat de vijfdaagse werkweek van negen-tot-vijf een keurslijf is geworden. Arbeid is
aan het veranderen en het is tijd om te onderzoeken hoe de arbeidstijden ook kunnen veranderen.

De oorlog in Oekraïne trekt blijvende sporen in het leven van Europeanen, waarvan de eerste effecten werden vastgelegd door de Eurofound-enquête Living, working and COVID**). De digitale e-enquête benadrukte de worsteling om te gaan met de stijgende kosten van levensonderhoud, waarbij mensen berichtten dat ze niet meer kunnen rondkomen en in 2022
meer betalingsachterstanden hadden dan in 2020. Met dreigende energiearmoede vrezen veel mensen dat ze hun energierekeningen in de komende maanden niet meer kunnen betalen

Deze financiële stress, gecombineerd met de psychologische impact van een oorlog in Europa zou kunnen verklaren waarom met de opheffing van de pandemie-beperkingen, het gevoel van welzijn van de Europeanen niet is teruggekeerd op het niveau van voor de pandemie.
Op alle punten van geestelijke gezondheid die door de enquête onder de aandacht werden gebracht, deden mensen het minder goed dan in de eerste maand van de pandemie. Het risico op neerslachtigheid was het grootst onder mensen met de meeste financiële problemen.

Vertrouwen

Een gevoel van afnemend vertrouwen in nationale instellingen was een andere zichtbare erfenis van de pandemie in 2022.
Zelfs onder degenen die het financieel goed hebben en die traditioneel het meeste vertrouwen hebben in instellingen, is het vertrouwen in de overheid dramatisch gedaald, terwijl het vertrouwen onder mensen met acute economische problemen extreem laag was. Vertrouwen verdient meer aandacht van beleidsmakers omdat het de basis is voor een goed functionerende
democratie.

Positieve geluiden

Er zijn ook positieve geluiden in 2022. Terwijl het geestelijk welzijn gemiddeld lager was dan in het voorjaar van 2020, is het gestegen vanuit het dieptepunt in 2021. Vooral jongeren hebben te lijden gehad van de beperkingen in het openbare leven. 2022, het Europese Jaar van de Jeugd, bracht ook enige verbetering in hun economische omstandigheden: de werkloosheid die aanzienlijk steeg onder vooral jongeren in 2020 en 2021 daalde tot een lager niveau dan voor de COVID-19-uitbraak.
Een ander bemoedigend signaal is het hoge werkgelegenheidsniveau en aanwijzingen van enig evenwicht tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt. De werkgelegenheid is sterker gegroeid onder vrouwen, en van de hoger betaalde banen die zijn gecreëerd hebben vrouwen het leeuwendeel voor hun rekening genomen – een zekere stap in de richting van het wegwerken van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in hoger betaalde banen. Werknemers in laagbetaalde banen behoren de komende jaren de vruchten te plukken van de EU-richtlijn die de wettelijke basis heeft gelegd voor een eerlijk en toereikend minimumloon, zodat alle werknemers een fatsoenlijk inkomen hebben.

Downloaden in PDF: Living and working in Europe 2022, Yearbook 2022 Eurofound (mei 2023), Publications Office of the European Union, Luxembourg.  www.eurofound.europa.eu/nl/publications/annual-report/2023/living-and-working-in-europe-2022

Ronde 5 van enquête over leven, werken en COVID-19 in de EU gelanceerd. Deelnemen aan onderzoek kan tot 2 mei 2022,  Blogs Beroepseer, 11 april 2022: https://beroepseer.nl


Noten

*) Eurofound – Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden is een agentschap van de Europese Unie, opgericht in 1975. www.eurofound.europa.eu/nl/over-eurofound

**) Eurofound (2020), Living, working and COVID-19, COVID-19 series, Publications Office of the European Union, Luxembourg. www.eurofound.europa.eu/publications/report/2020/living-working-and-covid-19
Covid-19 dossier: www.eurofound.europa.eu/topic/covid-19

Moreel besluitvormingsmodel voor accountants: een waardevol kompas

Wat doet een ethisch competente accountant precies? Sinds 6 juni 2023 staat het geformuleerd in het Moreel Besluitvormingsmodel voor accountants. Het model beschrijft in heldere zinnen het gedrag van de ethisch competente accountant dat een rol speelt in het proces van morele besluitvorming bij de accountant zélf.

In het Voorwoord schrijft Margreeth Kloppenburg, voorzitter van bestuur Faculty Ethiek, Cultuur en Gedrag van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van accountants (NBA): “De in de wetenschap en praktijk breed gedragen evidence-based inzichten over morele besluitvorming vormen de kern van het model. Het model onderbouwt en maakt het proces en de samenhang zichtbaar hoe een ethisch competente accountant tot een moreel besluit komt. Het model zegt dus niet expliciet wat goed of fout gedrag is, iets wat vaak vrij helder is, maar helpt u bewust te worden van de psychologische elementen die een rol spelen bij uw afwegingen over hoe te handelen. Het geeft handvatten om die afwegingen nog eens kritisch tegen het licht te houden.
Het is ook meteen een instrument om ethisch gedrag bij en met elkaar te stimuleren en daarmee goede beroepsuitoefening – een wettelijke taak van de NBA. Het geeft zo concreet als mogelijk invulling aan de gevraagde vaardigheden die – in het ideale geval – een ethisch competente accountant bewust en wholeheartedly omarmt”.

Drie fasen, drie factoren en zeventien kenmerken

De Faculty Ethiek, Cultuur en Gedrag van NBA heeft begin 2022 opdracht gegeven tot het ontwikkelen van een moreel besluitvormingsmodel voor accountants. De Faculty gaf hierbij nadrukkelijk aan dat het een model moest worden voor alle accountants: openbaar accountants, intern accountants, overheidsaccountants en accountants in business. Het onderzoek omvatte een literatuurstudie, een enquête, vier rondetafels met belanghebbenden uit het veld,en twee evaluaties met een expertgroep.

Het Moreel besluitvormingsmodel voor accountants geeft weer hoe ethisch competente accountants tot morele beslissingen komen. Het kan zorgen voor bewustwording onder accountants over het proces van morele besluitvorming, maar het is niet bedoeld om te bepalen hoe zij tot die beslissingen kunnen komen.
Om een moreel beslissingsprobleem op te lossen doorloopt de accountant een proces dat uit drie fasen bestaat alvorens een beslissing te nemen:
– identificatie van het moreel beslissingsprobleem;
– oordeelsvorming op basis van inventarisatie van mogelijke beslissingen en het afwegen van argumenten;
– het vormen van de intentie tot het nemen van een beslissing.

Het model omvat drie factoren die het besluitvormingsproces van de accountant beïnvloeden: de accountant zélf, het moreel beslissingsprobleem en de omgeving waarin het probleem zich voordoet. Aanleg, opleiding, ervaring, en persoonlijk normenkader vormen samen de kenmerken van de accountant.
Afstand tot de beslisser, omvang van de gevolgen, en waarschijnlijkheid van de gevolgen vormen samen de kenmerken van het moreel beslissingsprobleem.
Sociaal en professioneel normenkader, beïnvloedingssfeer, en psychologische veiligheid vormen samen de kenmerken van de omgeving waarin het moreel beslissingsprobleem zich voordoet.

Het model bevat zeventien, op pagina 7 beschreven, kenmerken van de ethisch competente accountant.

Niet bedoeld als zelfevaluatie

Om te voorkomen dat het model verkeerd wordt gebruikt, is het van belang om niet alleen te benadrukken wat het beoogt maar ook aan te geven waar de grenzen ervan liggen. Het model  is niet bedoeld als zelfevaluatie-instrument voor accountants om de eigen beroepsethiek te meten en kan ook niet worden gebruikt om gedetailleerde leerdoelen voor ethiek-trainingen te formuleren. Het biedt ook geen stappenplan voor accountants om in een gegeven situatie te bepalen hoe zij individueel of in teamverband moeten handelen. Het weldoordacht nemen van de moreel juiste beslissing is (uiteraard) de verantwoordelijkheid van de accountant zélf.

Om de toegankelijkheid van het model te vergroten is naast het whitepaper Moreel besluitvormingsmodel voor accountants een interactieve presentatie  beschikbaar. Downloaden Moreel besluitvormingsmodel voor accountants, NBA, juni 2023 en interactieve presentatie op NBA: www.nba.nl/besluitvormingsmodel

Hieronder video met reactie van Marcel Smits op het besluitvormingsmodel. Smits is oud-CFO/CEO en wordt genoemd een ‘echte’ accountant in business. Een accountant in business is een hoogopgeleide financiële professional die over de hoogst mogelijke kwalificaties beschikt.

De verwachting van zorgprofessionals om de zorgsector te verlaten groeit met de leeftijd, tot 39 jaar

Met name jongere verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en praktijkondersteuners verwachten niet tot hun pensioen hun huidige werk voort te zetten en binnen de zorgsector te blijven werken. Dit dreigend verlies is een zorgwekkende ontwikkeling gezien de groeiende personeelstekorten in de verpleging en verzorging. De oudere zorgprofessionals daarentegen lijken juist in de zorg te blijven werken. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel – Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg.

De verwachting van zorgprofessionals om de zorgsector te verlaten groeit met de leeftijd, tot 39 jaar. Verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en praktijkondersteuners van 35 tot en met 39 jaar schatten de situatie het somberst in. Van hen verwacht 58% niet in staat te zijn om hun huidige werk tot de pensioengerechtigde leeftijd voort te zetten en ander werk buiten de zorgsector te gaan uitoefenen

Oudere professionals zijn het minst geneigd op zoek te gaan naar een andere baan

Naarmate de leeftijd van zorgprofessionals toeneemt is een afname te zien in de intentie van zorgprofessionals om te veranderen van werk of werkgever, of om de zorgsector te verlaten. Vanaf de leeftijd van 50 jaar hebben minder zorgprofessionals plannen om komend jaar hun huidige baan te verlaten.

Een derde van de zorgprofessionals overwoog zorgsector te verlaten

Gezien de groeiende personeelstekorten is het behoud van zorgprofessionals in de verpleging en verzorging essentieel. Het onderzoek laat zien dat het aantal zorgprofessionals dat nadenkt over het veranderen van werk in de laatste tien jaar wel vrij stabiel is gebleven. Dit is een positieve bevinding, onder meer gezien de toenemende werkdruk in de zorg. Toch overwoog alsnog 33% van de zorgprofessionals het afgelopen jaar om te veranderen van werk of werkgever, of om de zorg te verlaten.

Het onderzoek is gebaseerd op data uit vragenlijstonderzoeken onder deelnemers van het landelijke Nivel Panel Verpleging & Verzorging inde jaren 2013, 2015, 2017 en 2022. Telkens werden identieke vragen gesteld, om zodoende mogelijke trends te kunnen onderzoeken. Het Nivel voerde dit onderzoek uit in opdracht van Utrechtzorg.

Downloaden rapport Oudere professionals in de verpleging en verzorging lijken blijvers, voor jongeren is dat veel minder zeker, door Kim de Groot en Art van Schaaijk, NIVEL, juni 2023: https://beroepseer.nl

Oudere professionals in de verpleging en verzorging lijken blijvers, voor jongeren is dat veel minder zeker, NIvel, 1 juni 2023: www.nivel.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Alterio Felines