Skip to main content

Redactie Beroepseer

Isa Bertram over het imago van de ambtenaar en het verminderde vertrouwen tussen overheid en burgers

Hoe denken we in Nederland over de ambtenaar. Wat voor imago heeft hij of zij? Overheid van nu vroeg het aan sociaal psycholoog Isa Bertram, sinds september 2019 promovendus op het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit van Utrecht. Overheid van nu is de site voor interbestuurlijk samenwerkende professionals.
Volgens Bertram moeten we ons niet blind staren op het imago van de ambtenaar, “het verminderde vertrouwen tussen overheid en burgers is een groter probleem”.

Samen met de bestuurskundigen Robin Bouwman en Lars Tummers voerde Bertram onderzoek uit naar de stereotypen die er over ambtenaren bestaan. Daarvoor ondervroegen de onderzoekers respondenten in vier verschillende landen: Nederland, Zuid-Korea, Canada en de Verenigde Staten.

Wat zijn de belangrijkste bevindingen van het onderzoek?

‘Als je naar de vier landen samen kijkt, worden er associaties als “dienstbaar”, “inflexibel”, “goed betaald”, “verantwoordelijk” en “serieus” genoemd. Als je per land kijkt, valt op dat de ambtenaar er in Zuid-Korea en Nederland iets minder goed op staat, maar de associaties in de Verenigde Staten en Canada juist best positief zijn.’

Hoe kijkt de Nederlander naar de ambtenaar?

‘De Nederlander heeft een gemengd beeld van de ambtenaar. De top tien van associaties met de ambtenaar is ongeveer voor de helft positief en voor de andere helft negatief. Er staan negatieve woorden in als “saai”, “lui”, “autoritair” en “inflexibel” en positieve woorden als “dienstbaar”, “verantwoordelijk” en “serieus”.’

Het is opvallend dat de ambtenaar er in een land als de Verenigde Staten beter op staat dan in Nederland. In Amerika doet het idee opgeld dat de overheid het liefst zo klein mogelijk is en de burger het vooral zelf moet zien te rooien.

‘Wij vonden het positieve beeld van de ambtenaar in de Verenigde Staten ook verbazingwekkend. Dat heeft er misschien ook mee te maken hoe wij het gevraagd hebben: in Nederland heeft het woord “ambtenaar” van zichzelf al een soort negatieve klank in zich. In het Engels gebruiken we het woord “public sector worker”, dat klinkt meteen heel anders. Als we in de Verenigde Staten hadden gevraagd wat de respondenten van een “bureaucrat” vinden, waren de antwoorden misschien heel anders geweest.’

Hebben we in Nederland een ander woord voor “ambtenaar” nodig?

‘Nee, ik denk dat je daar het probleem alleen maar mee verplaatst. Dat is net zoiets als allochtonen mensen met een migratieachtergrond noemen: uiteindelijk gaat het nog steeds om de cognitieve associatie die we zelf met de groep hebben. Het lijkt me dus beter om ervoor te zorgen dat er meer positieve associaties aan het woord “ambtenaar” gekoppeld raken.’

In hoeverre zijn de associaties die we aan de ambtenaar koppelen gebaseerd op de werkelijkheid?

‘Dat vinden we een moeilijk te beantwoorden vraag. Laten we vooropstellen dat heel veel ambtenaren heel hard werken. Daarnaast is er historisch gezien best veel veranderd in de manier waarop we vinden dat de overheid dient te functioneren. Lange tijd was het normaal dat de overheid bureaucratisch en traag was, maar met de opkomst van new public management in de jaren tachtig veranderde dat. De overheid moest vanaf toen net als een bedrijf gerund worden: efficiënt en draaiend op zo min mogelijk geld. Daarmee veranderde ook wat de maatschappij van een ambtenaar verwacht.

Maar de ambtenaar werkt uiteindelijk nu eenmaal in een systeem dat bureaucratisch is en vaak traag werkt, dus het is lastig om altijd aan de verwachtingen te kunnen voldoen. Daardoor is het stereotype ontstaan van de ambtenaar die eigenlijk veel harder zou moeten werken of niets voor elkaar krijgt. Dat beeld zie je voortdurend, ook in de media.’

Een andere conclusie van het onderzoek: hoe mensen naar ambtenaren kijken, hangt ook af van de groep waar ze deel van uitmaken. Hoe zit dat?

‘Dat klopt, mensen die zelf in het bedrijfsleven werken, hebben bijvoorbeeld een negatiever beeld van ambtenaren. Zij noemen vaker de associaties “conservatief”, “inflexibel” en “gaan op tijd naar huis”. Wat we ook hebben gevonden is dat mensen in een lagere inkomensgroep meer geneigd zijn om associaties als “autoritair”, “arrogant”, “streng” en “moeilijk” aan de ambtenaar te koppelen.

De perceptie die iemand van de overheid heeft, wordt ook bepaald door de rol die de overheid in iemands leven speelt. Iemand die in het bedrijfsleven werkt of zzp’er is, zal misschien niet zo vaak in aanraking met de overheid komen en als dat wel gebeurt, gaat dat misschien langzamer dan gehoopt. Daardoor ontstaat het bekende beeld dat het in het bedrijfsleven veel harder werken is dan bij de overheid.

Mensen die lager op de inkomensladder staan, zijn misschien ook sterker afhankelijk van de overheid. Ambtenaren kunnen in dat geval ook dingen over je leven bepalen, bijvoorbeeld of je een uitkering krijgt.’

Kwetsbare groepen hebben dus een negatiever beeld van de ambtenaar. Wat voor effecten heeft dat?

‘Dat weten we op dit moment nog niet, maar er zijn wel een aantal hypotheses. Het effect kan bijvoorbeeld gaan over de vraag wie er nog ambtenaar wil worden. Als steeds meer mensen door dat negatieve beeld van de ambtenaar afhaken, dan trek je uiteindelijk alleen een bepaald soort mensen naar de ambtenarij. Dan kom je met een kleine diversiteit in het werknemersbestand te zitten, gekeken naar karaktereigenschappen.

Ook kan het negatieve beeld sterk samen komen te hangen met het vertrouwen in de ambtenaar. Als iemand al het idee heeft dat de ambtenaar niet zijn best voor je gaat doen, of dat je toch niet zal krijgen wat je nodig hebt of alleen met heel veel moeite, zullen burgers niet meer zo snel naar de overheid stappen. Dan worden er dus wel allerlei mooie plannen gemaakt door de overheid, maar niemand maakt daar gebruik van omdat de ambtenaar toch vooral als inflexibele luie donder wordt gezien. Dat is zeker in het geval van kwetsbare burgers een treurige zaak

Het effect zou ook negatief kunnen uitwerken op de prestaties van de ambtenaar, als een soort selffulfilling prophecy. Ambtenaren zouden kunnen denken: we werken hard, maar dat wordt niet gewaardeerd, dus waarom zou ik nog? Of burgers ervaren de dienstverlening van ambtenaren en de overheid als negatiever, omdat mensen vaak – onbewust – vooral de dingen zien die overeenkomen met hun verwachtingen. Daarover gaat ons laatste onderzoek.’

Staat het beeld van de ambtenaar helemaal los van de kwaliteit die ze daadwerkelijk leveren?

‘Dat zijn we nu aan het onderzoeken. Het is een feit dat de kwaliteit van de dienstverlening van de overheid vaak een beetje ambigu is. Als je naar de Belastingdienst belt en je moet daar tien minuten in de wachtrij staan: is dat dan lang of kort? Private bedrijven hebben die wachtrijen ook, maar het probleem is dat de overheid een monopolie heeft op de diensten die zij levert: er is maar één Belastingdienst. Al moet ik daarbij ook zeggen: de overheid werkt soms inderdaad bureaucratisch en daarom duren sommige dingen lang, maar dat is ook met een goede reden’.

De slotvraag gaat over het opvijzelen van het imago van de ambtenaar. Bertram: ‘We moeten ons niet blind staren op het imago van de ambtenaar, het verminderde vertrouwen tussen overheid en burgers is een groter probleem. Als je dan gaat proberen de ambtenaar op te hemelen, dan kan dat ook averechts uitpakken’.
Lees verder wat Bertram daar nog meer over te vertellen heeft in het interview: Het imago van de ambtenaar: ‘Mensen onthouden negatieve ervaringen makkelijker dan positieve ervaringen’, Overheid van nu, 9 augustus 2023: www.overheidvannu.nl/actueel/artikelen/2023/08/09/het-imago-van-de-ambtenaar-mensen-onthouden-negatieve-ervaringen-makkelijker-dan-positieve-ervaringen

Meer over het onderzoek:

Stereotypen en ambtenaren: wat vinden wij? Universiteit Utrecht, 14 maart 2022: www.uu.nl/publicatie/stereotypen-en-ambtenaren-wat-vinden-wij

Socioeconomic Status and Public Sector Worker Stereotypes: Results from a Representative Survey, door Isa Bertram, Robin Bouwman, Lars Tummers, Public Administration Review, 6 januari 2022: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/puar.13461

Lazy Bureaucrats? Studying stereotypes of civil servants and its effects across countries, NWC: www.nwo.nl/en/projects/016vidi185017

Suf, rigide en arrogant worden ambtenaren in Nederland vaak genoemd. Maar hoe zijn ze werkelijk? Blogs Beroepseer, 11 mei 2022: https://beroepseer.nl/

BNR Nieuwsradio heeft uitgerekend: Ruim 250 jaar ervaring in Tweede Kamer gaat verloren na komende verkiezingen

Sinds de val van Kabinet-Rutte IV op 7 juli 2023, maakten achttien Kamerleden bekend dat ze na de komende Tweede Kamerverkiezingen op 22 november 2023 niet meer willen terugkeren in de Tweede Kamer. BNR Nieuwsradio heeft uitgerekend dat op de dag dat de nieuwe Tweede Kamer wordt geïnstalleerd – op 6 december – de anciënniteit van deze Kamerleden – het aantal dagen dat ze in de Tweede Kamer zitten bij elkaar opgeteld – 38.037 dagen is, oftewel meer dan 104 jaar aan ervaring. Dat getal kan nog oplopen als meer Kamerleden hun vertrek aankondigen, of Kamerleden die wél door willen gaan, niet worden gekozen bij de verkiezingen.

Daarbovenop komen nog eens dertig oud-Kamerleden die het eerder al voor gezien hielden, waarvan negentien iets anders gingen doen en elf die doorschoven naar het kabinet, zegt politiek verslaggever Mats Akkerman.van BNR Nieuwsradio: “Sommigen gingen naar de Eerste Kamer of werden burgemeester. Als je al die data bij elkaar optelt, kom je op 159 jaar aan ervaring. Opgeteld bij de 104 jaar die recent vertrokken, kom je op meer dan 250 jaar die gaat vertrekken. Dat kan zomaar oplopen naar meer dan 300 jaar ervaring die gaat verdwijnen”,

Parlementair geheugen

De trend is al veel langer gaande dat Kamerleden veel korter blijven. Vroeger was een Kamerlidmaatschap acht tot twaalf jaar veel gebruikelijker. Deze ontwikkeling heeft ook te maken met grote verschuivingen bij verkiezingen, zegt hoogleraar parlementaire geschiedenis Bert van den Braak van het Parlementair Documentatie Centrum. En dat is best zorgelijk: ervaren Kamerleden hebben doorgaans meer gezag én ze beschikken over een groter parlementair geheugen.

Soms komen er nieuwe Kamerleden die de ambtelijke wereld al goed kennen, maar er kunnen ook veel buitenstaanders komen die niet weten hoe het allemaal werkt. Van den Braak ziet deze trend vooral de laatste twintig jaar. “We zien ook veel meer dan in de jaren ’70 grote wisselingen in de grootte van de fracties. Dat kwam in het verleden niet of nauwelijks voor. Er moet wel een soort balans zijn tussen ervaring en nieuwe mensen. En die balans is eigenlijk zoek”.

Verlies aan ervaring nog stuk groter

Het verlies aan ervaring sinds de vorige verkiezingen van 2021 is nog een stuk groter. Sinds maart 2021 vertrokken er al dertig van de 150 Tweede Kamerleden vroegtijdig. Elf van hen traden toe tot het kabinet-Rutte IV en werden minister of staatssecretaris. Een deel van hen heeft al aangekondigd de politiek te verlaten.
Het gaat dan bijvoorbeeld om premier Mark Rutte (VVD) zelf, die naast de langstzittende premier ook bij elkaar opgeteld meer dan acht jaar Kamerlid is geweest, en vicepremier Carola Schouten (ChristenUnie), die zes jaar in de Kamer zat voordat ze minister werd.

Lees het hele artikel, en luister naar de hele uitzending van BNR Radio Ruim 250 jaar ervaring verloren na komende verkiezingen, 3 augustus 2023: www.bnr.nl

BNR Radio maakt deze zomer een reeks podcasts over versplintering in de politiek.
De eerste aflevering gaat over De kracht van versplintering, 21 juli 2023: www.bnr.nl
Tweede aflevering, Debatteren tot diep in de nacht, 28 juli 2023: www.bnr.nl
Derde aflevering, Met wie ga jij een biertje drinken? 6 augustus 2023: www.bnr.nl

 

Afbeelding bovenaan: Interieur van tijdelijke Tweede Kamer – aan de Bezuidenhoutseweg 67 – in Den Haag

Bruno S. Frey over creativiteit, geluk en vrijheid. “Ik houd van nieuwe, ongewone ideeën. Ze vliegen me als het ware om de oren”

Intellectuele vrijheid is voor hem het belangrijkste, zegt de Zwitserse prof.dr. Bruno S. Frey in een gesprek met dr. René Scheu van het Institut für Schweizer Wirtschaftspolitik (IWP) van de Universiteit van Luzern. Frey (1941) noemt zich ‘geluksonderzoeker’, politiek econoom, out-of-the-box denker, gasthoogleraar aan de Universiteit van Bazel en directeur Onderzoek van CREMA – Center for Research in Economics, Management and the Arts (www.crema-research.ch). In  2018 verscheen zijn boek  Economics of Happiness.

Vandaag de dag is helaas een groot deel van wat gezegd kan worden verboden. Er heerst een opinieklimaat waarin impopulaire standpunten worden uitgesloten van het publieke debat. Het lijkt vaak verstandiger om te zwijgen over kritische kwesties. Dit leidt ertoe dat steeds minder mensen deelnemen aan het discours. Frey betreurt dat. Hij vindt dat je alles mag zeggen zolang je de ander maar niet onredelijk gaat aanvallen. Nieuwe en ongewone ideeën kunnen alleen ontstaan als je volledig vrij kunt denken en spreken.
In een tweet liet Frey in mei 2023 weten dat Europa door de VS werd gered tijdens en na de Tweede Wereldoorlog en dat dat geweldig is. We kunnen daar volgens hem dankbaar voor zij. Maar nu is het anders: “Vandaag de dag stuurt de VS een tijdgeest vol politieke correctheid, woke, en victimisatie, voornamelijk afkomstig van vooraanstaande universiteiten. Dat ondermijnt de vrijheid van onderzoek. Dat is triest”.
Scheu stelde tien vragen die door Frey in minder dan tien minuten werden beantwoord en waarin hij benoemt wat mensen gelukkig maakt.

Wat is geluk?

Frey zegt dat hij niet weet wat geluk is: “Dat is het grote verschil met de filosofen. Zij denken hier al 5000 jaar over na en ze zullen er de komende 2000 jaar over blijven nadenken. Als econoom doe je iets heel anders. Je vertrouwt erop dat mensen hun eigen geluk heel goed kunnen inschatten en daarom geven we geen definitie, maar vragen we het aan de mensen. De vraag is: alles bij elkaar genomen, hoe gelukkig ben jij met het leven dat je leidt? Geluksonderzoek heeft mij vijf dingen geleerd die belangrijk zijn voor het geluk van mensen”.
Zeker is dat het hebben van een goed inkomen gelukkig maakt: Het is verkeerd te geloven dat je tegelijkertijd gelukkig en arm kunt zijn. Misschien lukt het heel individuele mensen. Maar als je arm bent moet je de hele tijd aan geld denken.
Vrienden, kennissen en familie hebben maakt ook gelukkig. Een goed gesprek hebben met iemand die je misschien een keer per maand ontmoet. Dit aspect komt in de economie nauwelijks aan bod. Het hebben van vrienden is geen typisch economisch onderwerp.
Wat ook gelukkig maakt is uiteraard gezondheid. Geestelijke gezondheid zowel als lichamelijke gezondheid. Lijden aan een kwaal neemt het geluk weg.

Politiek en geluk

Er is nog een bron van geluk. Is er samenhang tussen politieke omstandigheden en geluk? Volgens Frey wordt daar te weinig naar gekeken. De reden is dat geluksonderzoek door psychologen wordt gedaan. En dan nog wel door heel goede psychologen, voegt Frey eraan toe. Maar, een psycholoog denkt nooit aan instituties. Bij een econoom staan deze centraal. De vraag is: hoe kan men in Syrie of Libië gelukkig zijn als de politieke omstandigheden zo moeilijk zijn?

Medezeggenschap en geluk

Dan is er nog de vraag of medezeggenschap in de politiek gelukkig maakt? Het is empirisch onderzocht. Twee kantons in Zwitserland zijn met elkaar vergeleken – mensen met dezelfde opleiding, leeftijd en geslacht: Genève, waar de mogelijkheid van medezeggenschap tamelijk beperkt is en Bazel-Land waar de medezeggenschap ver gaat en zelfs reikt tot overheidsuitgaven. De bewoners van Bazel-Land bleken het gelukkigst. Dat was een verrassende uitkomst, aldus Frey, maar het bewijst dat medezeggenschap in belangrijke mate bijdraagt aan geluk.

«Ich liebe neue, ungewöhnliche Ideen», sagt Bruno S. Frey, IWP, 26 juli 2023: www.iwp.swiss/ich-liebe-neue-ungewoehnliche-ideen-sagt-bruno-s-frey/

Bruno Frey schreef met Margit Osterloh een bijdrage voor het boek Beroepstrots (2009): Onderzoeksevaluaties: verborgen kosten, twijfelachtige voordelen en betere alternatieven. https://beroepseer.nl/beroepstrots/

Buurtzorg investeert in Buurtdokters. “Binnen een paar jaar zijn er honderden Buurtdokters”

Buurtzorg en Buurtdokters bundelen hun krachten meldt Bart Kiers in Zorgvisie, het online platform voor beleid en management in de zorg. Buurtzorg investeert negen ton in Buurtdokters, waarmee Buurtdokters de komende jaren snel kan groeien. Jos de Blok, directeur van Buurtzorg: “Buurtdokters is maatschappelijk gedreven. Het is een duurzaam financieel model”. Hij voorspelt dat er binnen een paar jaar honderden Buurtdokters zijn.

Buurtdokters is niet een initiatief van Buurtzorg. Buurtdokters is opgericht in 2020 door huisarts Sophie Brühl en zorgeconoom Bob Verhagen. Onafhankelijk van elkaar hadden zij de ambitie om de huisarts weer tot een sleutelfiguur van het zorgstelsel te maken. Buurtdokters staat voor toekomstbestendige, patiënt- en huisartsenzorg en wil het praktijkhouderschap weer laten aansluiten op de behoeften van de huisarts van vandaag. Buurtdokters neemt samen met jonge huisartsen bestaande praktijken over en ondersteunt ervaren praktijkhouders die weer met plezier willen werken.

Buurtzorg is een in 2006 opgerichte thuiszorgorganisatie door Jos de Blok en bestaat uit kleine teams van (wijk)verpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden die zorg leveren aan huis.
De samenwerking tussen Buurtdokters en Buurtzorg is van start gegaan in maart 2023, na gesprekken in december 2022. Beide bleken vergelijkbare ideeën te hebben over de organisatie van de zorg.

Sophie Brühl op Linkedin in juli 2023:

“Wie een vaste huisarts heeft is gezonder en hoeft minder vaak naar het ziekenhuis. Het probleem is dat mijn collega’s steeds minder vanzelfsprekend voor een eigen praktijk kiezen: teveel bureaucratie, te hoge werkdruk. Ze blijven voor lange tijd waarnemer en gaan daardoor geen langdurige relatie meer aan met patiënten en collega zorgverleners in de wijk.

Bij Buurtdokters zien we graag dat het praktijkhouderschap het fundament blijft onder de huisartsenzorg. Daarom gaan we een maatschap aan met jonge huisartsen. Wij doen de randzaken, leveren stuurinformatie, en ondersteunen bij de organisatie van zorg. De huisarts is juist medisch verantwoordelijk, samen met het team.
Wanneer we samen met een huisarts een praktijk overnemen brengen we eerst de basis op orde. Een efficiënte organisatie van zorg is immers de grondslag onder iedere florerende praktijk. Het begeleiden van dit proces wordt grotendeels gedaan door praktijkmanagers.

Het leuke aan Buurtdokters is dat je in een team van praktijkmanagers terecht komt. Sommigen hebben veel verstand van financiën, anderen zijn juist grootgebracht in de huisartswereld en weten precies hoe de cultuur in elkaar steekt. Op al die expertise kun je terugvallen, op voorwaarde dat je zelf ook deskundigheid meebrengt. Misschien ben je juist klinisch onderlegd? Misschien ben je goed thuis in declaraties?”

Integratie

De integratie van huisartsenzorg, wijkverpleging en wellicht ook maatschappelijk werk, heeft volgens De Blok grote voordelen. De capaciteit van zorgverleners wordt dan veel beter benut. Buurtzorg ziet ook kansen om wijkverpleegkundigen te laten integreren in de huisartsenpraktijken van Buurtdokters. De investering van Buurtzorg in Buurtdokters levert een nieuw concept op voor ondersteuning van huisartsen.
De Blok verwacht een forse groei in praktijkhouders. Die groei van Buurtdokters zal in fasen gaan, net zoals eerder bij Buurtzorg. In de huidige aanloopfase is er extra geld nodig om praktijken over te nemen en beter te organiseren. Daarom investeert Buurtzorg in Buurtdokters.

Manifest Buurtdokters: www.buurtdokters.net/ons-manifest

Buurtdokters: www.buurtdokters.net/onze-partners

Buurtzorg Nederland: www.buurtzorgnederland.com

Jos de Blok: ‘Binnen een paar jaar zijn er honderden Buurtdokters’, door Bat Kiers, Zorgvisie, 4 augustus 2023: www.zorgvisie.nl/jos-de-blok-binnen-een-paar-jaar-zijn-er-honderden-buurtdokters/ (achter betaalmuur)

Buurtzorg investeert 9 ton in Buurtdokters, door Bart Kiers, Skipr, 4 augustus 2023: www.skipr.nl/nieuws/buurtzorg-investeert-9-ton-in-buurtdokters/

Buurtzorg investeert in Buurtdokters, een nieuw concept voor ondersteuning van huisartsen, Huisarts Vandaag, 30 maart 2023: https://huisartsvandaag.nl (alleen toegankelijk voor huisartsen na registratie)

 

Afbeelding bovenaan is van Dr Greenthamb

‘Handhavingsfiasco’s’ in de sociale zekerheid. Hoe ontstaat algoritmische discriminatie en hoe voorkomen we het?

Wat kan er worden gedaan om algoritmische discriminatie binnen de overheid tegen te gaan? In juni 2023 trok de zaak DUO de aandacht. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) voor studenten en scholieren heeft een algoritme gebruikt om fraude met uitwonende studiebeurzen vast te stellen. Opvallend veel studenten met een migratieachtergrond werden als fraudeurs aangemerkt.

NOS op 3 berichtte dat DUO sinds 2012 werkt met een algoritme om mogelijke fraude op te sporen. Met zelfbedachte risico-indicatoren zoals leeftijd en opleidingsniveau selecteert het systeem potentiële fraudeurs. En nu, tien jaar later blijkt dat er veel mis is gegaan bij de opsporingsmethode. Het algoritme dat studenten selecteert heeft bijvoorbeeld geen wetenschappelijke basis. Bovendien is de methode in de testfase niet gebaseerd op neutrale gegevens, maar gevoed met ‘ervaringen’ van medewerkers van DUO.
Bijna 10.000 studenten zijn de afgelopen tien jaar door DUO beschuldigd van fraude. Ruim 6000 studenten gingen in bezwaar, van wie een op de vijf gelijk kreeg.

Lucas Haitsma schreef een blog over DUO, algoritmes en discriminatie op de site van Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Voor zijn promotie op deze universiteit onderzoekt hij hoe algoritmische discriminatie ontstaat, hoe het voorkomen kan worden en welke rol de wetgeving daarbij speelt.

Lucas Haitsma:
“De casus van DUO lijkt deel uit te maken van een breder patroon waarin handhavingsinstanties algoritmes gebruiken met discriminatie als gevolg. Zo werd een rechtszaak aangespannen om het gebruik van SyRI, een algoritmisch systeem dat werd gebruikt om risicosignalen van fraude te genereren, te stoppen.
De rechter oordeelde dat SyRI in strijd was met Europese wetgeving. De rechter merkte op dat de kans op discriminatie en stigmatisering hoog was. Ook de Belastingdienst gebruikte een algoritme om de kans op onrechtmatigheid en fraude bij toeslagen te berekenen. In 2018 kwam naar buiten dat duizenden ouders die kindertoeslag ontvingen onterecht waren geregistreerd als fraudeurs – ook wel de Toeslagenaffaire genoemd.
Er is nadien aangetoond dat ook hier sprake was van discriminatie. Veel van die ouders hadden buitenlandse nationaliteiten en behoorden tot specifieke etnische minderheden. Een recenter voorbeeld is het algoritme van gemeente Rotterdam dat gebruikt werd om bijstandsfraude op te sporen. Uit de onderzoeksrapporten en testen is gebleken dat ook dit algoritme discrimineerde. In dit geval werd geselecteerd op basis van etniciteit en geslacht, wat zichtbaar was in de daaropvolgende controles.

Deze casussen schetsen een duidelijk probleem, namelijk dat non-discriminatie onvoldoende wordt gewaarborgd door handhavingsinstanties die gebruikmaken van algoritmes. Het gevolg hiervan is dat specifieke groepen burgers herhaaldelijk slachtoffer zijn van discriminatie door de overheid. In deze cases zijn de discriminerende effecten van gedigitaliseerde fraudeaanpakken achteraf gesignaleerd door de media, de Autoriteit Persoonsgegevens, de Nationale Ombudsman of de rechter. Maar het achteraf constateren en herstellen van algoritmische discriminatie is ingewikkeld, kostbaar en tijdrovend. Burgers zouden niet afhankelijk moeten zijn van dergelijke ex-post mechanismen om hun grondrechten incidenteel te waarborgen. De overheid moet dit waarborgen door discriminatie te voorkomen”.

Tot slot schrijft Haitsma dat instanties duidelijke strategieën moeten opstellen om schendingen van het recht van non-discriminatie te voorkomen: “In mijn promotieonderzoek kijk ik naar het ontstaan van algoritmische discriminatie, hoe dit voorkomen wordt en kan worden, en welke rol de wetgeving hierbij speelt. Ik hoop kennis op te doen die bijdraagt aan het voorkomen van algoritmische discriminatie binnen handhavingsinstanties”.

Lees de hele blog Algoritmes en discriminatie, door Mr. Lucas Haitsma, Rijksuniversiteit Groningen, 3 augustus 2023: ww.rug.nl/rechten/recht-en-samenleving/blog/algoritmes-en-discriminatie-bij-duo

Toeslagenschandaal in Australië

Op dezelfde site van de RUG schreef Maarten Bouwmeester een blog over Robodebt: het Australische toeslagenschandaal?

“Op vrijdag 7 juli 2023 werd het onderzoeksrapport van de Royal Commission naar het Australische Robodebt-schandaal gepubliceerd. Tussen 2015 en 2019 werden bijna 500.000 uitkeringsontvangers door een geautomatiseerd besluitvormingssysteem geconfronteerd met onrechtmatige schuldinvorderingen, in veel gevallen met desastreuze gevolgen. Het falen van Robodebt doet op veel manieren denken aan het Nederlandse toeslagenschandaal”.

De twee schandalen zijn niet alleen voorbeelden van beleidsfalen, maar ook van collectief falen op het niveau van de rechtsstaat. Zoals het toeslagenschandaal ‘systeemfalen’ in de Nederlandse rechtsstaat heeft blootgelegd, staat Robodebt symbool voor cruciale tekortkomingen in het Australische systeem van rechtsstatelijke waarborgen en controlemechanismen.

Bouwmeester aan het slot van zijn artikel:
“De belangrijkste les is volgens mij dat deze incidenten niet losstaand zijn. ‘Ons’ toeslagenschandaal en Robodebt moeten niet worden gezien als unieke incidenten, maar als deel van een bredere categorie van ‘handhavingsfiasco’s’ in de sociale zekerheid. Behalve met Robodebt is het Nederlandse toeslagenschandaal inmiddels vergeleken met gebeurtenissen in onder meer Noorwegen, Arkansas en Michigan (VS). Het is van groot belang dat we leren van deze gebeurtenissen. Het is daarom goed dat er toenemende aandacht is voor de risico’s van de digitale verzorgingsstaat. Zulk onderzoek is nodig om de rechtsstaat te versterken en daarmee nieuwe handhavingsfiasco’s in de kiem te smoren – of op zijn minst tijdig een halt toe te roepen.

Lees de hele blog Robodebt: het Australische toeslagenschandaal? door Mr. Maarten Bouwmeester, Rijksuniversiteit Groningen, 13 juli 2023: www.rug.nl/rechten/recht-en-samenleving/blog/robodebt-het-australische-toeslagenschandaal

Studenten met migratieachtergrond opvallend vaak beschuldigd van fraude, minister wil systeem grondig nagaan, door Sumeyye Ersoy en Salwa van der Gaag, NOS op 3, 21 juni 2023: https://nos.nl
Op deze site staat een video waarin getoond wordt hoe DUO fraude opspoort

Minister gaat fraudecontroles bij DUO onderzoeken, ‘studenten met migratieachtergrond vaker beschuldigd’, Algemeen Dagblad, 21 juni 2023: www.ad.nl

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) voor studenten en scholieren, Rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl/contact/contactgids/dienst-uitvoering-onderwijs-duo-studenten-en-scholieren

De voordelen en risico’s van data en algoritmen, Digitale overheid: www.digitaleoverheid.nl/nieuws/de-voordelen-en-risicos-van-data-en-algoritmen/

 

Afbeelding bovenaan is van Rollstein

Onderzoek naar cancelcultuur en zelfcensuur in de academische wereld

Wereldwijd maakt men zich zorgen om de academische vrijheid die bijvoorbeeld wordt bedreigd door toenemende eisen betreffende intellectuele conformiteit, of door pogingen tot censuur van intolerante fanatiekelingen die zich bezighouden met ‘woke wars’ en een ‘cancelcultuur’ waarin sociaal-liberaal progressief links het opneemt tegen sociaal-conservatief rechts.

De Amerikaanse Pippa Norris van de Kennedy School of Government*) – een faculteit voor overheidsbeleid en bestuurskunde binnen Harvard University – deed onderzoek naar de cancelcultuur en de zelfcensuur en publiceerde daarover het werkdocument Cancel culture: Heterodox self-censorship or the curious case of the dog-which-didn’t-bark.
Met het onderzoek probeert Norris inzicht te krijgen in de aard en reikwijdte van de wereldwijde bedreiging van academische vrijheid van meningsuiting, en dan met name in de rol die zelfcensuur daarbij speelt.

In deel I wordt het begrip ‘cancelcultuur’ in de academische wereld verklaard en waar het wordt opgevat als een kil klimaat waarin het uiten van opvattingen en meningen die worden beschouwd als denigrerend en vijandig, feitelijk onjuist of moreel aanstootgevend het zwijgen wordt opgelegd. Het onderzoek verkent processen van zelfcensuur waarbij wetenschappers niet bereid zijn hun authentieke opvattingen in het openbaar te uiten.

Tweeduizend politicologen geënquêteerd

Mechanismen die mogelijk aan de basis liggen van deze processen zijn onder andere:
– de heterodoxe status: culturele minderheden die uit de pas lopen met de meerderheidsstandpunten of iemand die zich ongemakkelijk voelt omdat hij zich in een situatie bevindt die niet vertrouwd is;
– de instituties: grondwettelijke principes, wettelijke kaders en administratieve regels die door onderwijsautoriteiten gebruikt worden om academische opvattingen te reguleren;
– de cultuur: mentaliteit en houding, waarden en sociale normen ten opzichte van vrije meningsuiting;
– de academische status: ongelijkheid in academische macht, veiligheid, geslacht en leeftijd.

Om empirisch bewijs te leveren wordt in deel II de opzet van het onderzoek uiteengezet. Die is gebaseerd op nieuwe onderzoeksgegevens uit de tweede enquête: ECPR-IPSA World of Political Science survey (WPS-2023)**) waarin de achtergrond en mentaliteit van bijna tweeduizend politicologen, wonend en werkend in ongeveer honderd landen wereldwijd, in kaart zijn gebracht.

Deel III analyseert de belangrijkste resultaten die de terughoudendheid van heterodoxe wetenschappers bevestigen om meerderheidsstandpunten in controversiële debatten uit te dagen. De conclusie in deel IV vat de bevindingen samen, beschouwt de bredere implicaties ervan en bespreekt de volgende te nemen stappen in de onderzoeksagenda.

Lang waargenomen ideologische scheefgroei

Het in dit onderzoek gepresenteerde bewijs bevat vier hoofdpunten. Ten eerste bevestigen de gegevens in het onderzoek de al lang waargenomen ideologische scheefgroei in de academische wereld, zoals eerdere onderzoeken hebben gerapporteerd, met een overwicht van wetenschappers die liberaal-sociale waarden aanhangen, vooral in westerse samenlevingen. Er was ook een minder uitgesproken voorkeur voor linkse standpunten over economische kwesties.

Ten tweede is het in liberale, westerse samenlevingen waarschijnlijker dat heterodoxe wetenschappers vaker dan orthodoxen aan zelfcensuur doen en aarzelen om controversiële standpunten te uiten. Heterodoxe wetenschappers zijn wetenschappers die zichzelf beschouwen als sociaal-conservatief en wetenschappers die zichzelf beschouwen als afwijkend van het heersende opinieklimaat binnen hun vakgroep. Dit patroon werd waargenomen in het onderwijs en in research, maar ook breder in sociale media en op andere openbare terreinen.
In niet-westerse ontwikkelingslanden daarentegen, die worden gekenmerkt door meer traditionele morele waarden, waren zelfbenoemde sociaal-conservatieven en een zichtbare heterodoxe status niet significant geassocieerd met zelfcensuur

Andere factoren die zelfcensuur voorspellen zijn een mentaliteit die robuuste vrijheid van meningsuiting en negatieve opvattingen over de cancelcultuur ondersteunen.  Zowel leeftijd als geslacht bleken significant, waarbij wetenschappers aan het begin van hun carrière en niet-cis-mannen veel vaker geneigd waren tot zelfcensuur.
Academische status en aanstelling bleken geen significante voorspellers te zijn in westerse landen, in tegenstelling tot wat wordt beweerd over ongelijkheid in academische macht en status, maar ze waren wel van belang in niet-westerse samenlevingen. De reglementaire omgeving die de academische vrijheid van meningsuiting bepaalt, was ook van belang. Het zal niet verbazen dat wetenschappers die werkten in Amerikaanse staten die de academische vrijheid sterk beperken, waar openlijke critici van het regiem het risico liepen zwaar gestraft te worden, zoals in Rusland en Turkije, meer aarzelden om controversiële standpunten te verkondigen.

Psychologische mechanismen

Veel vragen over het proces van zelfcensuur verdienen het om in toekomstig onderzoek onderzocht te worden, en wel om meerdere, complexe redenen. Studies zouden meer inzicht moeten verschaffen in de psychologische mechanismen die bij dit proces betrokken zijn en in hoeverre heterodoxe wetenschappers (terecht of onterecht) anticiperen op mogelijke sociale of carrièrekosten bij het onthullen van informatie die opweegt tegen de potentiële voordelen van het uiten van hun mening.
Angst voor juridische sancties kan in Amerika het best worden bestudeerd aan de hand van vergelijkingen op staatsniveau. Van een kil klimaat bijvoorbeeld veroorzaakt door straffen in Florida voor het onderwijzen van de Critical Race Theory of het bespreken van kwesties rond slavernij, burgerrechten en raciale vooroordelen. Of lesgeven in genderidentiteiten en seksuele oriëntaties in Idaho, Iowa, Oklahoma en Tennessee.
Individuele persoonlijkheidskenmerken verdienen ook nader onderzoek, waaronder enkele van de ‘Big Five’ psychologische karaktertrekken voor risico of veiligheid, extraversie of introversie, ruimdenkendheid of geslotenheid, meegaandheid of antagonisme, evenals angst voor buitengesloten worden, een zelfbewuste houding en morele overtuiging.

Kortom, hoewel het onderzoek nader bewijs levert dat heterodoxen inderdaad eerder geneigd zijn om hun mond te houden over controversiële zaken, is meer onderzoek nodig naar de onderliggende redenen voor deze neiging. En vooral de voorwaarden en het beleid die deze neiging kunnen verminderen, verdienen meer aandacht.

Downloaden en meer info: Cancel culture: Heterodox self-censorship or the curious case of the dog-which-didn’t-bark, door Pippa Norris, Social Science Research Network – SSRN, 23 juli 2023: https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=4516336

Noten
*) De Kennedy School of Government is een school voor overheidsbeleid en bestuurskunde binnen Harvard University in de VS. Sinds de oprichting in 1936 is de Harvard Kennedy School uitgegroeid tot een internationaal instituut, met honderden opmerkelijke alumni, van premiers en presidenten tot Nobelprijswinnaars.
Harvard Kennedy School publiceert onderzoeksresultaten in zg. working papers, versies van voorpublicaties van academische tijdschriftartikelen, die al zijn ingediend of worden ingediend voor publicatie. Working papers die geacht worden bij te dragen aan het stimuleren van openbare kennis en beleidsinnovatie zijn online beschikbaar, vaak als onderdeel van een serie. Zie Faculty Working Papers: www.hks.harvard.edu/centers/cid/publications/faculty-working-papers

**) Tweede ECPR-IPSA World of Political Science survey (WPS-2023). De eerste ECPR-IPSA enquête World of Political Science (WPS-2019) werd gelanceerd in het voorjaar van 2019. Daarna volgde de tweede (WPS-2022) die van 1 december 2022 tot 1 februari 2023 door politicologen is ingevuld.
De onderzoeken zijn uitgevoerd door Pippa Norris in samenwerking met de European Consortium of Political Research (ECPR) en de International Political Science Association (IPSA). Doel is een representatief profiel schetsen van het beroep van politicoloog wereldwijd. Zie World of Political Science: www.pippanorris.com/wps

 

Afbeelding bovenaan is van Viarami

Over lerende en innovatieve organisaties: Versterk variatie, uitdaging en autonomie in het werk

Voor zowel organisaties als medewerkers is het essentieel om te blijven leren en ontwikkelen. Door technologische ontwikkelingen, zoals digitalisering, artificiële intelligentie (AI) en andere innovaties veranderen, verdwijnen en komen er nieuwe taken voor mensen bij. Mensen hebben dus ook kennis en vaardigheden nodig om hun werk te kunnen blijven doen. En voor organisaties is het dus nodig om leren, omscholen, of een andere inrichting van de werkzaamheden mogelijk te maken.

Fasen van ontwikkeling

In het rapport Van weten en willen, naar dóen: interventies voor een lerende en innovatieve organisatie van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO  wordt onder andere beschreven in welke fasen medewerkers kunnen zitten in hun ontwikkeling. Er worden vier fasen onderscheiden:

– onbewuste fase – iemand is zich nog onbewust van het belang van leren en innoveren;
– selectiefase – medewerker is zich bewust van het belang om te blijven leren en innoveren;
– actiefase – medewerker gaat aan de slag met leren en innoveren;
– continu lerende fase – iemand neemt continu eigen regie op leren en innoveren

Om als organisatie structureel en blijvend vorm te geven aan leren en innoveren, is het belangrijk om bij het inzetten van interventies rekening te houden met de fase waarin medewerkers zich bevinden.

Versterk variatie, uitdaging en autonomie in het werk

In het rapport staan voorbeelden uit de praktijk ter vergroting van de variatie, de uitdaging en de autonomie in het werk:

  • ‘Intrapreneurship’: stimuleer de inbreng van innovatieve ideeën van medewerkers en laat hen hier uitvoering aan geven. Wanneer organisaties beter gebruik maken van deze ondernemende werknemers kan het de organisatie versterken.
  • Job crafting: medewerkers krijgen de vrijheid om in hun eigen baan zoveel mogelijk zelf vorm te geven aan de taken die aansluiten bij de eigen sterktes, voorkeuren, drijfveren en passies. Het gaat dan vooral om het sleutelen op basis van taken, talenten, interesses en ontwikkelbehoeften. Een nadeel van job crafting is dat er vooral op individueel niveau knelpunten worden aangepakt en niet op organisatieniveau.
  • Balans vinden in werkdruk. Om leren en innoveren te bevorderen is een balans in de mate van werkdruk wenselijk. Medewerkers hebben ruimte en tijd nodig om te leren en innoveren. Als de werkdruk te laag is heeft men minder behoefte om zich te ontwikkelen.

Als we kijken naar leren en ontwikkelen via collega’s en leidinggevenden is het vooral belangrijk dat collega’s en leidinggevenden elkaar feedback kunnen geven en mee mogen denken over het werk.

Downloaden TNO rapport: Van weten en willen, naar dóen: Interventies voor een lerende en innovatieve organisatie, door Linda Koopmans, Daniëlle Bruel, Roos van den Bergh, Wouter van der Torre, TNO, 30 juni 2023: https://beroepseer.nl

TNO schenkt aandacht aan Leven Lang Ontwikkelen, SER, 28 juli 2023: www.ser.nl/nl/actueel/Nieuws/tno-rapport-llo

Afbeelding bovenaan is ontleend aan het TNO rapport: Figuur 1 op pagina 3

Verkiezingspamflet 2023 met tien speerpunten voor toegankelijke gehandicaptenzorg

Een aantal organisaties heeft vanwege de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 een verkiezingspamflet opgesteld: Beroepsvereniging van professionals in sociaal werk (BPSW), Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG), Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN).

Ruim 1,5 miljoen mensen met een beperking in Nederland kunnen nog niet of onvoldoende meedoen in de samenleving. Want deze wordt steeds complexer, sneller en veeleisender. Daarnaast hebben steeds meer mensen een intensievere zorgvraag. Het is steeds moeilijker om voldoende personeel te vinden. De financiële positie van zorgorganisaties is verslechterd en het zorgstelsel kent nog teveel schotten. Met het verkiezingspamflet vragen de betrokkenen aandacht bij de politiek nu zij hun verkiezingsprogramma’s aan het maken zijn.

Tien aanbevelingen

In het pamflet staan tien aanbevelingen voor het gewoon kunnen meedoen van mensen met een beperking, het leiden van een betekenisvol leven en voor het kunnen blijven werken aan goede, toegankelijke en betaalbare zorg en ondersteuning.

Zesde aanbeveling: Investeren in professionals

Zorg voor voldoende opleidingscapaciteit voor de arts voor verstandelijke gehandicapten (VG) en de orthopedagoog-generalist, een bijbehorende adequate bekostiging en bevorder dat deze capaciteit ook daadwerkelijk wordt benut.
Zorg dat professionals voldoende ruimte (tijd en geld) hebben voor reflectie en ontwikkeling. Zorg ervoor dat zij plezier houden in hun werk, ook als werkwijze, gedrag en houding om verandering vraagt. Maak het werken in loondienst
aantrekkelijk, zorg dat de sector concurrerend kan zijn ten opzichte van de markt (zie het SER-rapport) en steun daarmee het terugdringen van het aantal ZZP’ers in de zorg

Negende aanbeveling: Minder administratieve lasten, minder regels, meer ruimte

Werk op basis van vertrouwen in professionals en zorgorganisaties. De administratieve lasten als gevolg van regelgeving en controle moeten omlaag. Vereenvoudig het stelsel. Dat geeft meer werkplezier voor professionals, vermindert de werkdruk en levert capaciteit op die ten goede komt aan mensen met een beperking.

Voor een echt inclusieve samenleving is iedereen nodig, juist ook de partijen buiten de zorgsector: het bedrijfsleven en de politiek, het onderwijs, het openbaar vervoer en de recreatie-sector.

Downloaden Verkiezingspamflet 2023 gehandicaptenzorg: https://beroepseer.nl

Ga voor meer info naar Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN): Verkiezingspamflet gehandicaptenzorg: betekenisvol leven, gewoon meedoen en passende zorg, 28 juli 2023: www.vgn.nl/nieuws/verkiezingspamflet-gehandicaptenzorg-betekenisvol-leven-gewoon-meedoen-en-passende-zorg

De beste lasser van de wereld wordt in de toekomst misschien wel een vrouw. En: óp naar de EuroSkills Gdańsk in september 2023

De zestienjarige Esther Bosgoed zegt dat ze de beste lasser van de wereld wil worden. Dat dit geen loze woorden zijn, blijkt uit haar prestaties in het praktijkonderwijs waar ze het lasdiploma MAG 1 en 2*) behaalde. “Dat komt bijna nooit voor” vertelt Wim van de Merwe – van oorsprong docent metaaltechniek. Hij organiseert namens WorldSkills Netherlands de jaarlijkse NK-laskampioenschappen en verzorgt de begeleiding van de lassers bij de EuroSkills en WorldSkills
Van de Merwe werd op een avond gebeld, vertelt hij aan Jerom Rozendaal in een interview voor vakblad Lastechniek “door een meisje dat beweerde dat ze de beste lasser van Nederland wil worden. Haar verhaal is uniek. Dit heb ik nog nooit eerder gehoord”.

Volgens van de Merwe kan de uiterst getalenteerde 16-jarige uit Empe, een dorp bij Apeldoorn, als voorbeeld dienen voor de sector en het onderwijs. Daarbij wijst hij naar de recente resultaten van lasser Bart Willems, die twee keer Nederlands kampioen werd en ook deelnam aan de WorldSkills in Amerika in 2022 en in september 2023  deelneemt aan de EuroSkills in Polen.

Een stuk hoger

Het blijkt dat het aantal aanmeldingen voor het Nederlands kampioenschap lassen dit jaar een stuk hoger is dan in voorgaande jaren. Dit was voor de organisatie aanleiding om ook het aantal kandidaten in de finale op te krikken van acht naar zestien.
Esther Bosgoed is bij de eerstvolgende NK Lassen waarschijnlijk ook van de partij. Ze moet zich eerst nog bewijzen tijdens de kwalificatieronden in januari 2023.
Van de Merwe: “Het komt eigenlijk niet voor dat scholieren op het praktijkonderwijs al een lasdiploma MAG 2 behalen. Maar Esther heeft op eigen kracht het lasdiploma MAG 1 en 2 gehaald. Ook het theoretische gedeelte heeft zij zelf opgepakt. Dit is uniek”.

Voorbeeld

Esther Bosgoed: ”Ik wist vier jaar geleden dat ik lasser wilde worden en las nu sinds een jaar. Ik vind het leuk om iets moois te creëren en mensen zo blij te maken”. In eerste instantie is het haar ambitie om de beste vrouwelijke lasser van Nederland te worden. De beste van de wereld worden is  dan voor later”.
Het zal niemand verwonderen, maar “in de laswereld leven veel vooroordelen. Vrouwen zouden niet kunnen lassen. Het tegendeel is waar en ik wil dat bewijzen en zo ook een voorbeeld zijn voor andere meisjes”.

Noot
*) MAG = Metal Active Gas, gasmengsel van argon, kooldioxide en soms een beetje zuurstof. Een opleiding tot MAG-lasser volgen kan op vier niveaus.

Lees het hele artikel van Jerom Rozendaal: Esther Bosgoed: ‘Ik wil de beste lasser van de wereld worden’, door Jerom Rozendaal, Lastechniek, juli/augustus 2023. Te lezen op Vraag & Aanbod, Nieuwsbrief met actualiteiten uit de maakindustrie, 27 juli 2023: www.vraagenaanbod.nl/esther-bosgoed-ik-wil-de-beste-lasser-van-de-wereld-worden/

Al eerder

Er was overigens al eerder een meisje dat kon lassen als de beste: 16-jarige Gitte Vruggink: eerste meisje ooit in de landelijke finale lassen van de Vakkanjerwedstrijden, Blogs Beroepseer, 26 februari 2016. https://beroepseer.nl/blogs/16jarige-gitte-vruggink-eerste-meisje-ooit-in-de-landelijke-lasfinale-van-vakkanjerwedstrijden/

WorldSkills Netherlands bestaat twintig jaar. ‘Vakwedstrijden hebben me gemaakt tot wat ik nu ben’, Blogs Beroepseer, 10 oktober 2022: https://beroepseer.nl/blogs/worldskills-netherlands-bestaat-twintig-jaar-vakwedstrijden-hebben-me-gemaakt-tot-wat-ik-nu-ben/

EuroSkills 2023

Polen is gastheer van de achtste EuroSkills competitie 2023, die van 5 – 9 september wordt gehouden in Gdańsk. Polen verwacht 600 jonge professionals uit 31 landen om deel te nemen aan de wedstrijden en zogenoemde demonstratiewedstrijden in ongeveer 50 verschillende beroepen. De verwachting is dat er rond de honderdduizend bezoekers uit Polen en het buitenland komen.

Een van de deelnemers aan EuroSkills is lasser Bart Willems. Hij behaalde de elfde plaats tijdens de WorldSkills in oktober 2022 in de VS en ontving een Medal for Excellence die wordt uitgereikt aan deelnemers die boven een bepaald aantal punten scoren en daarmee excellent vakmanschap hebben laten zien:
Op 15 mei 2023 won Willems de Best of Excellence Award die jaarlijks door WorldSkills Netherlands wordt uitgereikt aan de MBO-student die in de finale van Skills Heroes, de vakwedstrijden voor het MBO, de hoogste score heeft behaald.

Van de Merwe drie weken geleden:

“Ja het is over twee maanden weer zover, de Euroskills in Gdańsk in Polen. Vanaf de eerste keer dat ik er live bij was, 20 jaar geleden in Zwitserland, ben ik met het Skills-virus besmet. Ben al in heel wat landen geweest. Japan, Brazilië, Zweden, Finland Abu Dhabi, Rusland, Amerika.
Wat mogen wij toch trots zijn dat er weer een team Nederland is. Jongelui die er energie in steken om het beste uit zichzelf te halen in hun vakgebied. Het staat ook fantastisch op hun cv. Alleen, wij moeten in Nederland dit meer gaan waarderen

Ik ben nu al gevraagd om een rondleiding op de wedstrijdvloer te verzorgen voor mensen uit het onderwijs om te laten zien wat er van de deelnemers verwacht wordt. Ik ben er klaar voor. Nu de media nog. Laat eens zien in Nederland dat we trots mogen zijn op onze MBO’ers. Ik ben het zeker”.

Ontmoet Team Netherlands van EuroSkills 2023 Gdańsk: https://worldskillsnetherlands.nl/teamnl/editie/euroskills-2023-gdansk/

Wim van de Merwe is voortrekker van Stichting Beroepseer

 

Foto bovenaan is van Marek Kvarda