Skip to main content

Redactie Beroepseer

Film ‘Human forever’ over dementie van Teun Toebes en Jonathan de Jong houdt samenleving spiegel voor

“Mijn naam is Teun. Ik ben 24 en ben kerngezond en ik woon op de gesloten afdeling van een verpleeghuis. Waarom? Ik ben 24 maar niet heel mijn leven. Daarom ga ik nu op zoek naar antwoorden, voor later. In een reis van drie jaar door elf landen en vier continenten kijk ik hoe wij in de wereld omgaan met dementie en de mensen die hiermee moeten leven. En hoe kunnen wij de samenleving in de toekomst inrichten voor mensen die onze aandacht zo hard nodig hebben maar die wij zo vaak vergeten. Iedereen, ondanks leeftijd of diagnose, heeft hetzelfde recht op een goed leven”.

9 oktober 2023 ging in het bijzijn van de zorgwereld en BN’ers in Amsterdam Forever human in première, een documentaire film over dementie van verpleegkundige Teun Toebes en filmmaker Jonathan de Jong. Een verkorte versie van de film was al te zien op de internationale conferentie over dementiezorg Defeating Dementia in Den Haag op 2 oktober 2023. www.rijksoverheid.nl

In de openingscène vertelt Toebes wie hij is en waarom hij de film heeft gemaakt. Al jaren streeft hij naar een dementievriendelijke maatschappij en schuwt hij geen enkele moeite zijn missie uit te dragen: de kwaliteit van leven van mensen met dementie verbeteren. Volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) lijden er op dit moment 55 miljoen mensen aan dementie en is de verwachting dat het aantal tot het jaar 2050 stijgt tot 139 miljoen mensen.

Voorbij aan de mens

Toebes woont sinds drie jaar op een gesloten afdeling van mensen met dementie. Hij schreef daarover het boek VerpleegThuis (2021). Daarin vergelijkt hij het verpleeghuis met een ’totalitair regime’: ”We zijn goed in het verzorgen van lichamen, maar gaan voorbij aan de mens”.

In de film komt een tafereel voor van een op haar bed zittende vrouw. Zij zegt: “Ik ben niet langer van enig nut”.
Toebes: “Heb je dat gevoel?”
Vrouw: “Ja, en dat is toch ook zo? Wat voor nut heeft het nog dat ik leef?”
Forever human is tot stand gekomen met steun van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), branchevereniging van zorgorganisaties ActiZ, Pensioenfonds voor de Gezondheid, Geestelijke en Maatschappelijke belangen (PGGM,) Zorgverzekeraars Nederland, Alzheimer Nederland, kennisorganisatie voor zorg en ondersteuning Vilans en de beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN).

De film – duur 1.15 min. – is vanaf de premièredatum van 9 oktober te zien in de Nederlandse bioscopen.

Hieronder de trailer Human forever

Verslag van de filmpremière door Rhijja Jansen: Film ‘Human Forever’: 2 verzorgenden op 40 bewoners in Moldavië, Tijdschrift voor verzorgenden (TVV), 13 oktober 2023: www.tvvtotaal.nl/film-human-forever-2-verzorgenden-op-40-bewoners-in-moldavie
Lees ook de reactie (13.10.23) onderaan het artikel van mevrouw A. Veldhuizen-Schuurmans

Teun Toebes: https://teuntoebes.com/

Afbeelding helemaal bovenaan: tafereel uit Human forever

Uitkomst onderzoek naar autonomie leraar. Onderwijs is keurslijf geworden. Lesmethoden zijn star en strak opgezet

Het Onderwijsblad vroeg via sociale kanalen en nieuwsbrieven van de Algemene Onderwijsbond (AOb): Hoeveel vrijheid ervaar jij in je werk? Bijna 700 mensen vulden de enquête in. Het gros daarvan, 586 personen, is leraar. 86 personen werken in een ondersteunende functie (denk aan intern begeleiders, conciërges, administratief medewerkers of leidinggevenden) en 13 personen zijn gepensioneerd. Van personen die hun sector doorgaven, werken er 244 in het primair onderwijs, 250 in het voortgezet onderwijs, 93 in het mbo, 54 in het speciaal onderwijs, 34 in het hbo en 1 in het wetenschappelijk onderwijs.

Van de bijna zevenhonderd mensen, vooral leraren, die de vragenlijst invulden, gaf grofweg twee derde aan onvoldoende autonomie te ervaren. Redacteur Joëlle Poortvliet van het Onderwijsblad schrijft dat het onduidelijk is of dit getal representatief is voor de beroepsgroep. Misschien is iemand meer geneigd om vragen over autonomie te beantwoorden wanneer hij problemen op dat vlak ervaart. Wel komen vaak dezelfde elementen terug die de autonomie beknotten:

  • Te veel administreren, vooral voor ‘de inspectie’ of voor ‘Cito’
  • Opgelegde methodes en instructiemodellen volgen, zonder inspraak
  • Onder strakke roosters zo uniform mogelijk werken, met nauwelijks pauze
  • Verplicht een onderwijsvernieuwing ondergaan
  • Verplicht irrelevante studiedagen volgen, zonder inspraak
  • Veel experts van buiten die het werk van de leraar bepalen
  • De mening van ouders en leerlingen zwaarder laten wegen dan de professionele mening van de leraar

Ruimte en vertrouwen krijgen

Ook bij de groep mensen die wel voldoende professionele vrijheid ervaart (37 procent) of bij wie de autonomie zelfs is toegenomen (22 procent), zijn er gemene delers. Daar valt vooral op: ruimte en vertrouwen krijgen, zelf je lessen kunnen invullen, je dagindeling bepalen of toetsen (programma van toetsing en afsluiting) ontwikkelen. Een hbo-docent schrijft: “Ik mag zelf de werkvormen voor mijn colleges bedenken. En, zolang de kennisbasis gegarandeerd is, ook de inhoud van de colleges. Ik zie dat als vrijheid”.

Daar voert de leerkracht de boventoon

Op verzoek van de AOB heeft Wiljan Hendrikx van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur een samenvatting van de resultaten van de Onderwijsblad-peiling bekeken Hij deed zelf van 2013 tot 2019 in het voortgezet onderwijs onderzoek naar ‘professionele identiteit in relatie tot beleidshervormingen’ en herkent veel in de reacties. Volgens Hendrikx zit het probleem deels in de hoeveelheid partijen die “zowel inhoudelijk als qua didactiek en pedagogiek opvattingen hebben over wat belangrijk is en hoe dingen zouden moeten”.

Ook Margriet van der Sluis, onderzoeker voor TIAS, waar o.a. schoolleiders worden opgeleid bekeek de resultaten. Zij merkt op: “Leraren willen ook niet altijd vrijheid. Je hebt ook kaders nodig. Het is niet: hoe meer autonomie, hoe beter”.
Van der Sluis herkent dat ‘mensen van buiten’ steeds meer observeren in klaslokalen en iets vinden van wat een leerkracht doet. Maar zij vindt dat juist slim: “Heer en meester zijn in eigen klas kan niet meer. De problematiek is daarvoor te groot en te complex geworden”.  Wel moet de schoolleiding een buffer vormen tussen onderwijspersoneel en wat er van hen gevraagd wordt, vindt Van der Sluis. Ze merkt op dat leraren in Nederland een andere positie hebben dan bijvoorbeeld hun collega’s in Denemarken. “Daar voert de leerkracht de boventoon in het debat over onderwijs”.

‘Stevige beroepsgroep’

Volgens Hendrikx ontbreekt het in Nederland aan ‘een stevige beroepsgroep’. “Eigenlijk is er niet echt een groep. Het commentaar van de invullers luidt: er wordt heel veel voorgeschreven en de zeggenschap is enorm in het geding. Blijkbaar lukt het niet om daar echt tegen in het geweer te komen”.

AOb-bestuurder Thijs Roovers heeft geprobeerd met het Lerarencollectief een beroepsgroep te vormen, hetgeen niet is gelukt: “Verenigen van mensen op inhoud is gewoon heel erg lastig. Het zit niet in ons dna. De focus is toch de klas, de leerlingen en je eigen lessen”.
Volgens Roovers ligt een oplossing in de lerarenopleidingen en de vakbond, en het meehelpen met het opstellen van een professioneel statuut: “Samen het beroepsbeeld bepalen”.

Lees het hele artikel van Joëlle Poortvliet, Geef de leraar ruimte en vertrouwen, AOb, 2 oktober 2023:www.aob.nl/actueel/nieuws/geef-de-leraar-ruimte-en-vertrouwen/

Lees ook: Druk op cijfers leidt tot fraude, door Daniëlle van ‘t Erve, AOb, 2 oktober 2023: www.aob.nl/actueel/nieuws/druk-op-cijfers-leidt-tot-fraude/

Beroepsbeeld leraar in de maak: ‘Ik zou het fijn vinden als er meer waardering was voor mijn beroep’, Blogs Beroepseer, 22 juni 2023: https://beroepseer.nl

Interview met Jelmer Evers over het onderwijssysteem, taak en belang van vakbonden en terugblik op ‘Het alternatief’, Blogs Beroepseer, 30 september 2023: https://beroepseer.nl

Aanbevolen boeken III: Onderwijs als ambacht: https://beroepseer.nl/aanbevolen-boeken/aanbevolen-boeken-iii/#onderwijsalsambacht

Manifest roept politiek op ICT-infrastructuur serieus te nemen en hoog op de agenda te zetten bij komende formatie

De ICT-infrastructuur van de Nederlandse overheid is als een oud, vervallen huis. De bedrading is kapot en de leidingen lekken. Het tocht en het kraakt. De fundamenten moeten worden gerenoveerd, maar niemand durft die meer aan te raken uit angst dat alles in elkaar stort. Daardoor blijven we bezig met dure reparaties uitvoeren, wordt het systeem steeds onbetrouwbaarder, en blijft nieuw beleid op de plank liggen.

De gevolgen voor de maatschappij zijn immens. Zo vraagt de politiek al jaren om een rechtvaardige box 3 belasting, maar lukt het de Belastingdienst niet om dat technisch klaar te spelen. Diezelfde Belastingdienst is bang dat zij binnen enkele jaren niet meer in staat zal zijn om de meest cruciale belastingen te innen. Dat zou betekenen dat we een derde van onze jaarlijkse belastinginkomsten mislopen. Kosten: het krankzinnige bedrag van 100 miljard per jaar.

Maar de gevolgen van het gebrek aan competentie op het gebied van ICT gaan verder dan alleen de Belastingdienst. Zo laat de lancering van de Omgevingswet door slecht ICT-management al bijna 10 jaar op zich wachten, en kost nu al 1,1 miljard meer dan gebudgetteerd. Ook het project rondom de digitalisering van de persoonsgebonden budgetten, dat in eerste instantie gratis zou worden neergezet door zorgverzekeraars, kostte al bijna 100 miljoen en is al vijf jaar over datum. Bij Defensie liep het ICT-project Speer zodanige vertraging op, dat de totale kosten de miljard ruimschoots overschreden.

Deze problemen zijn slechts het begin van de ellende die ons staat te wachten als we de huidige koers doorzetten. Al véél te lang wordt digitale infrastructuur door bestuurders behandeld als een bijzaak. Uitvoerders krijgen een beperkt renovatiebudget, om het tussentijds weer te verliezen en al het werk in de prullenbak te zien verdwijnen. Ook wordt ICT-talent bij de overheid ondermaats gewaardeerd, met als gevolg dat de personeelstekorten oplopen.

Bij gebrek aan interne kennis lukt het niet om fatsoenlijke aanbestedingen te schrijven, waardoor grijpgrage private partijen en consultancies weglopen met honderden miljoenen aan belastinggeld. En áls er dan wordt besloten om intern iets te bouwen, denken beleidsmakers nauwelijks na over de technische implementatie. Programmeurs worden vervolgens geconfronteerd met onuitvoerbare, of extreem onpraktische plannen, zonder dat ze nog kunnen bijsturen.

Dit kan niet langer zo doorgaan. De politiek moet het digitale functioneren van de overheid gaan zien als een kerncompetentie, en het roer radicaal omgooien voordat het schip is gezonken. ICT moet hoog op de agenda staan bij de komende formatie.

Herprogrammeer de overheid

Een groep bezorgde burgers, verenigd onder de naam Herprogrammeer de overheid, heeft een manifest geschreven met als doel de politiek aan te sporen door middel van concrete ideeën. De groep is van mening dat IT een kerntaak van de overheid is en presenteert een aantal voorstellen, gebaseerd op het beste advies van commissies, hoogleraren en mensen uit het technisch bedrijfsleven. Zo willen zij onder meer dat de overheid binnen tien jaar al haar technische achterstanden afbouwt. Programmeurs behoren meer aanzien te krijgen binnen de overheid door betere salarissen en meer inspraak op beleidsvorming. Daarnaast willen ze één centrale plek waar persoonsdata liggen opgeslagen, zodat deze niet kunnen rondslingeren op ‘zwarte lijsten’.

Lees het manifest en onderteken het op Herprogrammeer de overheid: https://www.herprogrammeerdeoverheid.nl/

Ondertekenaars van het manifest zijn o.a.: Alexander Rinnooy Kan, voormalig Senator D66, oud-voorzitter SER en VNO-NCW; Maxim Februari, schrijver, filosoof; Viktor Knaap, CEO van Media Monks; Werner Vogels, CTO (Chief Technology Officer) Amazon; Ali Niknam, oprichter TransIP, Bunq; Kees Verhoeven, oud-Tweede Kamerlid;  André Bosman, oud-Tweede Kamerlid;
Het manifest is een initiatief van ondernemers Alexander Klöpping en Onno Eric Blom. Met een groep betrokkenen uit Den Haag en de tech-industrie willen zij de politiek oproepen de digitale stilstand bij de overheid te doorbreken en gebruik te maken van de vaardigheid, kennis en know-how van mensen die hun vak verstaan.

Hoe bewindspersonen probeerden hun schuld te ontlopen en ambtenaren betrokken in hun verdediging bij de Toeslagenaffaire

De verhoren van de Parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening vonden plaats van 6 september tot en met 5 oktober 2023 in de Enquêtezaal van de Tweede Kamer. De enquête was ingesteld naar aanleiding van het in december 2020 gepubliceerde rapport Ongekend Onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Onderzocht is hoe het fraudebeleid zo kon ontsporen.
Marlous van der Zande, masterstudent Research in Public Administration & Organisational Science, schrijft op Platform O over wat haar is opgevallen. Hoe probeerden bewindspersonen de schuld te ontlopen en hoe betrokken zij ambtenaren in hun verdediging? Op politieke bescherming hoefden ambtenaren in ieder geval niet te rekenen.

Marlous van de Zande:

“Op 15 januari 2021 viel kabinet Rutte-III vanwege de Toeslagenaffaire. Aan dit aftreden ging een uitgebreid proces van blame shifting vooraf. Zo deden de staatssecretarissen van Financiën aangifte tegen hun ondergeschikten bij de Belastingdienst, werden enkele ambtenaren op non-actief gesteld en trad de toenmalig directeur-generaal van de Belastingdienst gedwongen terug. Het leken stuk voor stuk manieren om ambtenaren als schuldigen aan de Toeslagenaffaire af te schilderen en zo zelf, als kabinet, uit de vuurlinie te blijven.

Het opwerpen van de schuldvraag en de focus op ‘daders’ is inherent aan politieke verantwoording.Tijdens zulke verantwoordingsmomenten blijft meestal onderbelicht hoe ministers en staatssecretarissen zich ten opzichte van hun ambtenaren positioneren. Hieronder laat ik zien hoe bewindspersonen de verantwoordelijkheid voor de Toeslagenaffaire probeerden te verleggen naar de ambtelijke organisatie in de eerste fase van het verantwoordingsproces. Hoe betrokken zij ambtenaren in hun blame game? En wat zijn daarvan de gevaren?

Afrekencultuur

Ambtenaren zijn, met het toenemend voorkomen van parlementaire enquêtes, zichtbaarder geworden. Ook komen zij door de incidentgedreven en persoonsgerichte verantwoordingscultuur steeds vaker in de publiciteit. Op deze manier zijn zij een explicietere rol in het openbare verantwoordingsproces gaan spelen. Tegelijkertijd wordt hun positie steeds vaker ter discussie gesteld. Deze versoepeling van de politiek-ambtelijke spelregels is duidelijk in de eerdere parlementaire mini-enquête over de kinderopvangtoeslag terug te zien.

Bron van onwetendheid

Geen van de politiek verantwoordelijken gaf in zijn ondervraging volledige rugdekking aan de ambtelijke dienst. Allen brachten de rol van ambtenaren ter sprake, en bijna nooit in positieve zin. Van alle actoren die een plaats hadden in het narratief van de bestuurders werd het handelen of nalaten van de ambtelijke dienst veruit het meest genoemd.

De rol die ambtenaren werd toegekend in het ontstaan van de Toeslagenaffaire verschilde. Bewindspersonen weten hun eigen onwetendheid over de grootschalige ellende achter de fraudeaanpak aan ambtenaren. Ambtenaren zouden hun politiek leidinggevenden (en soms zelfs de Kamer niet, onjuist, onduidelijk of te laat hebben geïnformeerd over de hardheid van de fraudeaanpak en de consequenties daarvan. Toenmalig minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (p. 69) komt tot de conclusie dat de topambtenaren die zich bewust waren van het (dreigende) onrecht ‘niet het gevoel hebben gehad of niet in staat zijn gebleken om dat op de goede manier aan de kaak te stellen, zodat er wat mee kon gebeuren.’

Ambtelijk disfunctioneren

Ondanks de inspanningen van ministers en staatssecretarissen voor een veilig meldingsklimaat, zouden ambtenaren passief zijn geweest in het communiceren van signalen. Daardoor werd de omvang van de ellende over het hoofd gezien. Voormalig staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes (p. 77) noemde het ‘buitengewoon ingewikkeld [om] verantwoordelijkheid te dragen in het donker.’

[ … ]

Ambtenaren als zondebok

Een enkele keer werden ambtenaren zelfs als zondebok weggezet; als verantwoordelijken voor het algehele beleidsfalen. Het ontbreken van voldoende ‘maatschappelijke antenne’ bij de ambtelijke organisatie werd hierbij als reden aangevoerd. Toenmalig staatssecretaris van Financiën Frans Weekers had zijn opvolger Wiebes dan ook meegegeven ‘de dienst behoorlijk door te lichten.’ Menno Snel (de opvolger van Wiebes als staatssecretaris van Financiën , p. 98) zette zijn ambtenaren niet zelf uitdrukkelijk als zondebok weg, maar benoemde wel dat anderen dat deden: ‘Welke ambtenaar moet eruit, werd mij soms verzocht’.”

Marlous van de Zande besluit haar artikel met de constatering dat van alle partijen in de toeslagenaffaire ambtenaren het veruit het zwaarst te verduren kregen. Ze waarschuwt voor het potentële gevaar voor wantrouwen met als gevolg een gesloten (angst)cultuur op ministeries.

Lees het hele artikel van Marlous van de Zande, De ambtenaar voor de leeuwen, Platform O, 2 oktober 2023:
https://platformoverheid.nl/artikel/de-ambtenaar-voor-de-leeuwen/
Platform O slaat online een brug tussen de praktijk van het openbaar bestuur en de wetenschap en publiceert artikelen van wetenschappers, ambtenaren en professionals van adviesbureaus

Parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening: www.tweedekamer.nl/kamerleden_en_commissies/commissies/pefd
Over de commissie: www.tweedekamer.nl/kamerleden-en-commissies/commissies/parlementaire-enquetecommissie-fraudebeleid-en-0
Openbare verhoren: kijk en lees terug Verhoorweek 1 e.v. op: www.tweedekamer.nl/kamerleden_en_commissies/commissies/pefd

Hoe geven overheden vorm aan uitnodigend besturen en hoe wordt het ervaren door burgers?

“Burgerinitiatieven zijn projecten die bijdragen aan de leefomgeving: van het organiseren van een straatfestival tot inwoners die samen het OV in stand houden in hun regio”, verklaart Vivian Visser.
Visser promoveerde eind augustus 2023 op het proefschrift Wie is uitgenodigd? Een multi-methode studie naar de perspectieven van overheden en burgers op uitnodigend besturen.
Vissers onderzoek richtte zich op het beter begrijpen van hoe overheden burgers uitnodigen om initiatief te nemen en hoe die uitnodigingen worden ontvangen door burgers. Dit onderzoek geeft daarmee antwoord op de vraag: Hoe geven overheden vorm aan uitnodigend besturen en hoe wordt dit ervaren door burgers?

Overheden zijn volgens haar steeds vaker bereid om dit soort initiatieven te steunen en zelfs te stimuleren. Rotterdam heeft hierin inmiddels een lange traditie. Hoewel burgers hiermee een positieve impuls kunnen geven aan hun buurt, schuilt in deze trend ook een risico. Visser: “De ambtenaren die ik sprak zijn bang dat het ongelijkheid kan vergroten. Het zijn juist de welvarende hoogopgeleiden die de potjes weten te vinden en die hier slim gebruik van maken om bijvoorbeeld hun straat te vergroenen”.
Daar komt bij dat hoger opgeleiden ook andere voorkeuren hebben, zo bleek uit de interviews met ambtenaren die de promovenda afnam. Waar nieuwe bewoners (al dan niet met bakfiets) de stoep willen vergroenen en parkeervakken liever zien verdwijnen, hebben andere bewoners die plekken hard nodig omdat zij bijvoorbeeld voor hun werk in de haven per se een auto nodig hebben. Deze groep doet minder snel een aanvraag en blijft vervolgens berooid achter. “Die afweging maken is heel lastig voor een ambtenaar. Ze zijn voor meer groen en klimaatadaptatie, maar voelen ook dat het niet eerlijk is dat de meest mondige burgers met een hoge sociaaleconomische status aan het langste eind trekken”.

Een soort minderwaardigheidsgevoel

Voor haar proefschrift sprak Visser ook met Rotterdammers met een lage sociaaleconomische status. Vaak wordt aangenomen dat het deze groep het ontbreekt aan tijd, middelen of een sterk netwerk. Dat speelt zeker mee, maar de onderzoeker kreeg ook andere dingen terug in de soms behoorlijk heftige gesprekken. “Ze verwachten niet serieus genomen te worden en er klonk echt een soort minderwaardigheidsgevoel door. Hoewel sommigen aangaven normaal niet op hun mondje gevallen te zijn, voelen ze zich in de interactie met de gemeente onzeker. Aan de andere kant is er een groep die zich juist te goed voelt en die gaat rebelleren. Ook is er een groep die niets te maken wil hebben met de gemeente omdat de manieren van doen en werken van ambtenaren en politici hun niet aanstaat”.

Plannen van ‘yuppen’ wantrouwig bekeken

De onderzoeker verwachtte ook dat ambtenaren inderdaad een bepaalde scepsis hadden richting de aanvragen van deze groep. Tot haar verbazing bleek het tegenovergestelde. Ambtenaren blijken platgezegd juist wantrouwig over de aanvragen van yuppen, omdat ze zich afvragen of zij het wel echt nodig hebben. “Terwijl de initiatieven van mensen met een lagere sociaaleconomische status juist met open armen worden ontvangen. Die groep denkt onterecht geen kans te maken, maar hun initiatieven worden haast geromantiseerd of geïdealiseerd. Zelfs als een buurtfeest een handjevol mensen zou trekken, werd dat gezien als wenselijke vooruitgang.”

Geen rap maar opera

Bovendien bleken ambtenaren ook bereid om verder te gaan bij het bieden van hulp, bijvoorbeeld bij het aanvragen van een vergunning of het opstellen van een begroting. Naast dat ambtenaren bereid waren om te helpen, bleken ze geneigd te zijn om zich te bemoeien met het programma. “Het kan niet alleen maar rap zijn”, hoorde ik dan terug van een ambtenaar die de organisatie vervolgens koppelde aan een lokaal operagezelschap. “Bij geveltuintjes wordt soms zelfs gestuurd op de bloemen die daar zouden moeten staan. Dat heeft iets belerends en ik kan me goed voorstellen dat dit de aanvragers tegen de borst stuit”.

Vivian Visser geeft toe dat ze “best wel onder de indruk was geraakt van wat de gemeente doet om meer aansluiting te vinden bij bewoners. Ik denk dat het probleem dieper zit. Er heerst in de samenleving nog te veel het beeld dat je als hoger opgeleide er meer toe doet”.

Downloaden proefschrift Who is invited? A mixed-method study on governments’ and citizens’ perspectives on invitational governance, Rotterdam, 31 augustus 2023: https://pure.eur.nl/en/publications/who-is-invited-a-mixed-method-study-on-governments-and-citizens-p

Samenvatting proefschrift: https://www.eur.nl/evenementen/promotie-v-vivian-visser-2023-08-31

De gemeente juicht burgerinitiatieven toe, maar welke verdienen ook echt steun? Erasmus Universiteit, 30 augustus 2023: www.eur.n

Zie ook: Netwerkcorruptie. Proefschrift over uitruilen gunsten en smalle scheidslijn tussen lobbyen en corrupt gedrag, Blogs Beroepseer, 23 juli 2018: https://beroepseer.nl/

Universiteitsblad Cursor op zwart. “In deze situatie kunnen wij ons werk niet naar behoren uitvoeren”

Han Konings, hoofdredacteur van Cursor kreeg op dinsdag 3 oktober 2023 te horen dat hij ‘met onmiddellijke ingang’ uit zijn functie is ontheven. Cursor is het onafhankelijk online magazine van de Technische Universiteit Eindhoven. Dinsdagavond laat ging de homepage van de Cursorwebsite op zwart. De redactie plaatste een Statement:

“Al enige tijd ervaren wij, de redactieleden van Cursor, een beperking in onze persvrijheid. Als triest slotstuk daarvan – en tot onze grote ontsteltenis – is vandaag hoofdredacteur Han Konings per direct uit zijn functie ontheven. Daarom publiceren we nu dit statement.

Cursor ervaart vanuit het College van Bestuur van de TU/e en de redactieraad een steeds groeiende druk om bepaalde artikelen, die als onwenselijk worden gezien, niet te publiceren. Het meest recente voorbeeld daarvan is een artikel over belangenvermenging, geschreven door onze collega Bridget Spoor. Er werd een negatief advies uitgebracht door de redactieraad inzake het publiceren van dit artikel, dit was echter niet op basis van journalistieke principes. Het artikel zou volgens de redactieraad “niet voldoen aan de informatiebehoeften van de TU/e-gemeenschap”.

Kort daarna werd er druk uitgeoefend op onze hoofdredacteur Han Konings om een andere functie binnen de organisatie te gaan bekleden. Dit na een eerste poging hiertoe in 2021, ook na een gevoelig artikel.

De inperking van de journalistieke vrijheid en de uitgeoefende druk hebben al een lange tijd een negatieve impact op de redactie. Gebleken is dat het huidige redactiestatuut niet voldoende bescherming biedt – zoals de Nederlandse Vereniging van Journalisten wél voorschrijft – om de onafhankelijkheid van Cursor te waarborgen.

We voelen enorme onzekerheid over de toekomst van Cursor als een onafhankelijk medium dat volgens algemeen geldende journalistieke normen over zaken schrijft die met de TU/e-gemeenschap te maken hebben of voor deze gemeenschap relevant zijn. Ook over zaken die minder gunstig zijn voor de reputatie van de universiteit dus, zoals het geval was met het artikel in kwestie.

Er is door de redactie grondig gecheckt of het artikel in overeenstemming met alle afgesproken journalistieke principes is geschreven; alle bronnen en feiten zijn zorgvuldig gecontroleerd. Er is ruimte voor wederhoor gegeven en de persoon waar het artikel over gaat, heeft geen feitelijke fouten kunnen aantonen. Toch bleef de redactieraad bij haar negatieve advies om te publiceren en werd de druk om niet te publiceren steeds beter voelbaar. De hoofdredacteur heeft besloten om het artikel onder deze omstandigheden niet te publiceren, omdat hij bang was voor de gevolgen.

Onze collega Bridget Spoor “kon hier niet mee leven”, zoals ze meermaals bij de rest van de redactie aangaf, en voelde zich uiteindelijk genoodzaakt om deze kwestie in eigen regie te nemen middels de Wet bescherming klokkenluiders. Op 26 juni heeft ze een officiële klacht ingediend bij de universiteit. De klacht kwam na vele omwegen terecht bij de commissie melding onregelmatigheden. Pas eind oktober worden de betrokkenen gehoord.

In deze situatie kunnen wij ons werk niet naar behoren uitvoeren. We vragen het College van Bestuur om transparant te zijn naar de gemeenschap over of Cursor als onafhankelijk journalistiek medium moet kunnen functioneren. Als dat het geval is, dan zijn de volgende stappen nodig om die onafhankelijkheid te garanderen:

    • De huidige redactieraad maakt plaats voor een nieuwe, onafhankelijke redactieraad;
    • De redactieleden van Cursor krijgen een stem bij het aanstellen van een nieuwe hoofdredacteur;
    • Het redactiestatuut wordt herzien om de onafhankelijkheid van Cursor te waarborgen”.Redactie Cursor

Ga naar Cursor op zwart, 3 oktober 2023: www.cursor.tue.nl/nieuws/2023/oktober/week-1/cursor-op-zwart-4/

Lees ook de commentaren onder het Statement. Bijvoorbeeld deze:

“Als de beroepsvereniging voor journalisten (NVJ) onderschrijven we jullie actie van harte. Journalistiek kan alleen maar bestaan in onafhankelijkheid. Alleen dan neem je je lezers serieus en kan je je controler.ende functie volwaardig vervullen. Juist in een universitaire gemeenschap is een onafhankelijke en kritische stem van grote waarde. Cursor is geen marketing en communicatie krantje maar een onafhankelijk universiteitsblad. Het universiteitsbestuur zou dat moeten respecteren en koesteren! Thomas Bruning, alg Secr Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ)”.

ScienceGuide spreekt steun uit voor Cursor, het universiteitsblad van de TU Eindhoven, door Frans van Heest, Science Guide, 4 oktober 2023: www.scienceguide.nl

Universiteitsblad TU Eindhoven op zwart: ‘Beperking van persvrijheid’, Omroep Brabant, 4 oktober 2023: www.omroepbrabant.nl

U P D A T E  II

Als universiteiten de pers monddood proberen te maken, door Frans van Heest & Michiel Bakker, Science Guide, 18 oktober 2023: www.scienceguide.nl

U P D A T E  I
5 oktober 2023

Bekend is intussen dat de hele kwestie draait om een artikel over de nieuwe rector van de universiteit, Silvia Lenaerts, een Belgische scheikundige die voorheen als hoogleraar en vicerector verbonden was aan de Universiteit Antwerpen. Sinds 11 mei 2023 is Lenaerts rector magnificus van de Technische Universiteit Eindhoven.

Lenaerts zou zich de schijn van belangenvermenging op de hals hebben gehaald, vanwege een rol in een reclame over de chemische industrie. Cursor wilde het artikel publiceren, maar kreeg een negatief advies van de redactieraad. Die raad zou volgens de redactie het artikel willen verbieden omdat het de reputatie van de universiteit zou kunnen schaden. De redactie evenwel hield voet bij stuk en wilde publiceren. Daarop werd Konings weggestuurd. Op zijn ontslag volgde het protest van de redactie: een Statement op de website en het zwart lakken van delen op de homepage.

Nu is de publicatie alsnog openbaar. Journalist Bridget Alcione Spoor publiceerde haar verhaal op 5 oktober 2023 op LinkedIn. Zij schrijft:

Ik heb besloten de stukken die niet naar buiten mochten komen over vermeende belangenvermenging van de rector waar de Volkskrant vandaag over schrijft, alsnog naar buiten te brengen, mede omdat ik hoor dat niet iedereen de PDF goed kan openen die erin zit van mijn stuk. En hier deel ik ook het tweede stuk waar na lobbyen wel wederhoor op kwam, maar dat vervolgens toch niet werd toegestaan te publiceren door de rector zelf en wederom een negatief advies kreeg van de redactieraad.

Het eerste artikel waarop geen wederhoor kwam, Weerstand tegen nieuwe rector door INEOS-advertentie: https://lnkd.in/eXgGFhXj
of: https://beroepseer.nl

Tweede artikel, “Praten kan altijd, maar met respect voor elkaars mening”:  https://lnkd.in/eaj5NKWr
of: https://beroepseer.nl

U P D A T E

Interim-hoofdredacteur Cursor, Cursor, 15 november 2023: www.cursor.tue.nl/nieuws/2023/november/week-3/interim-hoofdredacteur-cursor/

Met ingang van deze week is Roy op het Veld aangesteld als interim hoofdredacteur van Cursor. Daarmee heeft het universiteitsblad van de TU/e weer een hoofdredacteur, nadat Han Konings begin oktober uit zijn functie werd ontheven. De redactie voelde zich beperkt in haar persvrijheid en uit protest ging de website van Cursor ‘op zwart’.

De houdbaarheid van een topambtenaar

Twintig jaar op dezelfde plek of flexibel jobhoppen door het landsbestuur? De Algemene Bestuursdienst, uitzendbureau voor overheidsmanagers, laveert tussen de twee uitersten als speelbal van een verhit debat. “Topambtenaren hebben een verantwoordelijkheid niet te veel in de spotlights te staan”.

Dieuwertje Kuijpers is voor Vrij Nederland nagegaan wat de effecten zijn als topambtenaren ‘te lang blijven plakken’ en daardoor – zonder dat zelf in te zien – ongezond veel in de melk te brokkelen hebben. Maar wat zijn de effecten als vakinhoudelijke kennis nauwelijks nog telt en ambtenaren beoordeeld worden op hun ‘politieke sensitiviteit’?

Een greep uit Hoe lang is een topambtenaar houdbaar? Tussen schaduwmacht en de banencarrousel.

Behoefte aan ‘flexibilisering

In hetzelfde jaar dat Yes, Minister*) het daglicht zag, plofte er in de Tweede Kamer een lijvig rapport op de mat van de commissie-Vonhoff. ‘Hierin werd het ongenoegen uitgesproken over lang zittende ambtenaren, en geconstateerd dat er behoefte was aan meer samenwerking tussen ministeries,’ aldus de Leidse bestuurskundige Kutsal Yesilkagit. Die behoefte aan ‘flexibilisering’ had niet alleen te maken met vastgeroeste ambtenaren in departementale koninkrijkjes, maar was ook een product van de tijd. De jaren tachtig werden gekenmerkt door hoge werkloosheid, inflatie, dalende huizenprijzen en bezuinigingen door de overheid. Onder de eerste kabinetten-Lubbers ontstond het idee dat er meer moest worden overgelaten aan de markt. De overheid bleek immers niet in staat om alle maatschappelijke problemen op te lossen. Naast decentralisatie, deregulering en privatisering moest ook de interne organisatie van de overheid op de schop. Hoog tijd om flexibeler te werken. Op advies van de commissie-Wiegel (1993) werd in 1995 een Algemene Bestuursdienst (ABD) opgericht.

Die dienst is te zien als een ambtelijk werving- en selectiebureau, maar dan voor topambtenaren van de Rijksoverheid. ‘Er zijn nu in totaal 1800 functies waar wij voor werven en waarbij we de ministeries ondersteunen bij de selectie,’ legt directeur-generaal Bram de Klerck uit. De allerhoogste ambtenaren (secretaris-generaals en inspecteur-generaals) vallen onder een aparte ‘Top Management Groep’. En sinds 2010 is er – onder de noemer ABDTOP-Consult – ook de mogelijkheid voor ministeries om gebruik te maken van een club van momenteel twaalf topambtenaren voor advies- en interimklussen. Dit alles zorgt ervoor dat topambtenaren niet langer een carrière lang veroordeeld zijn tot hetzelfde ministerie.

Groei-bloei-doei

Niet alleen wordt tegenwoordig van topambtenaren verwacht dat zij ook eens verder kijken dan de gang van hun eigen ministerie, ook is het streven vooral niet te lang op dezelfde plek te blijven zitten. Hoewel een machtige topambtenaar die het oor van de minister heeft tot de verbeelding spreekt, wijst Frits van der Meer, bestuurskundige aan de Universiteit Leiden, erop dat ook vasthoudende afdelingshoofden hun stempel kunnen drukken. Als voormalig rijksambtenaar herinnert hij zich een collega die als ‘hoofd grenswijzigingen’ al vijfentwintig jaar verantwoordelijk was voor gemeentelijke herindelingen. ‘Niemand mocht zich met hem bemoeien en uiteindelijk bepaalde hij als ambtenaar het beleid, niet de minister.’

Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren (D66) pleitte daarom in 2018 voor een gemiddelde periode van vijf jaar, niet alleen voor topambtenaren, maar ook voor beleidsmedewerkers. Dat streven is in Den Haag bekend komen te staan als het 3-5-7-model en in de wandelgangen als ‘groei-bloei-doei’.

Want een te snelle roulatie gaat ten koste van de vakinhoudelijke kennis. Begin dit jaar bekeek De Groene Amsterdammer welke eisen de overheid stelde aan haar ambtenaren. Hiervoor analyseerden de onderzoekers alle 130.000 vacatures die sinds 2015 uitstonden bij ministeries en uitvoeringsorganisaties. De vacatureteksten lieten zien dat Den Haag in 40 procent van de gevallen zoekt naar ‘politieke sensitiviteit’ en ‘het kennen van het politieke spel’, en in slechts 11 procent vroeg om vakinhoudelijke kennis of ervaring. Bestuurskundige Paul Bovend’Eert sprak zich in De Telegraaf kritisch uit over het gebrek aan inhoudelijke kennis: ”Tegenwoordig zijn topambtenaren managers geworden, die niet worden geselecteerd op basis van inhoudelijke deskundigheid, maar vanwege hun bestuurlijke vaardigheden”.
Zo kan een directeur van Staatsbosbeheer bij Financiën terecht komen en een planoloog de hoogste baas van Justitie en Veiligheid worden.

Een functie in zwaar weer

Dat neemt niet weg dat ambtenaren ook zelf een morele verantwoordelijkheid hebben als ze een klokkenluider op de huid zitten, de menselijke maat niet hanteren, een angstcultuur laten bestaan, gebruikmaken van riante vertrekregelingen of stukken en bonnetjes ‘kwijtraken’. Die dingen zijn niet helemaal toe te schrijven aan het politieke beleid (en de bijbehorende mankementen daarvan), ze berusten ook op individuele morele keuzes. Het woord ‘banencarrousel’ een verwijt noemen, en vervolgens tevreden constateren dat er geen sprake is van zo’n carrousel, gaat voorbij aan dit integriteitsvraagstuk. Want omdat het gaat om topambtenaren, gaat het hier óók om moreel leiderschap. Dat iets formeel binnen de regels valt, betekent niet dat het daarmee ook moreel gerechtvaardigd is.

Lees het hele artikel: Hoe lang is een topambtenaar houdbaar? Tussen schaduwmacht en de banencarrousel, door Dieuwertje Kuijpers, Vrij Nederland, 14 september 2023: www.vn.nl/topambtenaar-schaduwmacht-banencarrousel/
Gedrukt exemplaar in kiosk en winkel: Hoelang is een topambtenaar houdbaar? Tussen Yes, Minister en de banencarrousel, door Dieuwertje Kuijpers, Vrij Nederland no 8, 2023,
€ 8,99

Noot
*) Yes, Minister, Britse comedy uit de jaren 1980 – 1984. In deze tv-serie moest de naïeve pasbenoemde minister Jim Hacker continu de strijd aangaan met zijn hoogste ambtenaar Sir Humphrey. Rode draad in de serie is hoe de sluwe Humphrey de minister vooral in de waan laat de touwtjes in handen te hebben, terwijl hij vakkundig de status quo op het departement bewaakt.

Interview met Jelmer Evers over het onderwijssysteem, taak en belang van vakbonden en terugblik op ‘Het alternatief’

Tien jaar geleden verscheen de bundel Het alternatief. Weg met de afrekencultuur in het onderwijs! geredigeerd door de leraren René Kneyber en Jelmer Evers.
Evers is inmiddels – sinds 2029 – lid van het dagelijks bestuur bij de de Algemene Onderwijsbond (AOb) voor de sector voortgezet onderwijs. In 2015 verscheen er een vervolg op de bundel, Het alternatief II. Daarin stond dat de leraar zijn handelingsvermogen is verloren door ‘negatieve ervaringen met de Onderwijsinspectie, top-down-hervormingen en -management’.

Evers wordt geïnterviewd door Joëlle Poortvliet en Daniëlla van ’t Erve voor het Onderwijsblad. Hij vertelt dat, hoewel veel mensen de boeken hebben gelezen, er over een belangrijk deel te makkelijk heen is gelezen: “Je kunt de ideeën niet los van elkaar zien. Als je ‘de beroepsgroep versterken’ eruit pakt, maar je pakt het systeem niet aan, dan is het een wassen neus. We hebben tien jaar lang geprobeerd de beroepsgroep te versterken, maar het zijn pleisters op een systeem waardoor het niet krachtiger kán worden”.

Vraag: In Het alternatief was je best negatief over vakbonden, inmiddels ben je AOb-bestuurder voor het voortgezet onderwijs. Hoe dat zo?

Evers: “Je kunt boeken blijven schrijven, maar op een gegeven moment is de vraag: wil je dat het gebeurt of niet? In het eerste boek hadden we nog te weinig aandacht voor: hoe organiseer je je als beroepsgroep en hoe hou je dat in stand? Door onder andere mijn werk bij Education International (wereldwijde federatie van onderwijsbonden waar AOb lid van is, red.) kwam ik tot de conclusie: dat organiseren hoort bij de vakbond. Als personeel onderling het gesprek aangaan, elkaar blijven vasthouden, tot een compromis  komen. Dat is allemaal hartstikke moeilijk. Zeker in het voortgezet onderwijs, met eigen vakken, eigen onderwijsideeën. Je moet dat leren. En onderwijsbonden zijn daar traditioneel en wereldwijd goed in”.

Vakbonden werken ook belemmerend, ze leggen van alles vast in cao’s. Dat werkt de autonomie van leraren niet in de hand.

“Dat zie ik niet zo. Als 30 procent van de werkgevers starters niet de lestaakreductie geeft waar zij recht op hebben, dan gaat er iets niet goed. Dat is niet de fout van strenge regeltjes door de vakbond. Dat is de fout van werkgevers die, onder het mom van ‘er moet toch iemand voor de klas staan’ of onder het mom van vernieuwing, keuzes maken die uiteindelijk de onderwijskwaliteit enorm benadelen.
Bovendien: binnen de school kun je met tweederde meerderheid alles veranderen wat je wilt. Dus als mensen zeggen: door de vakbond kan er niks, dan denk ik: kijk om je heen, moet je zien wat een diversiteit aan scholen we hebben. Waar ze in het buitenland met verbazing en soms ook met jaloezie naar kijken. Daar zit het probleem niet. Dat zit ‘m in de lumpsum, decentralisatie en privatisering van het Nederlandse onderwijs”.

Evers bedoelt dat “we geen openbaar publiek onderwijs meer hebben. De overheid besteedt eigenlijk alles uit via de lumpsum aan private werkgevers. Dat heeft oud-minister Dennis Wiersma wel degelijk ter discussie gesteld. Er ligt nu een aangenomen motie in de Tweede Kamer: wij, de vakbonden, moeten weer direct met de minister onderhandelen. Dat is een noodzakelijke breuk met dertig jaar onderwijsbeleid”.

Wat wil je uiteindelijk bereiken?

“Dat weer veel mensen leraar willen worden en blijven. Dat de werkdruk goed is, dat mensen met plezier naar het werk gaan en we trots zijn op ons vak. Dat is de basis van goed onderwijs. En het kan, ook binnen tien jaar. De AOb zet belangrijke stappen, door bijvoorbeeld beroepsbeelden te formuleren. En natuurlijk hoop ik dat meer collega’s lid worden van onze vereniging. Maar voor de echte, fundamentele verandering hebben we de politiek en de hele maatschappij nodig. Een vakbond kan veel lobbyen en organiseren, maar het vraagt politieke moed om systemen te doorbreken. Daar zouden de aankomende verkiezingen over moeten gaan”.

Lees het hele interview met Jelmer Evers: ‘Het onderwijssysteem veranderen vraagt om politieke moed’, door Joëlle Poortvliet en Daniëlla van ‘t Erve, AOb, 28 september 2023: www.aob.nl/actueel/nieuws/het-onderwijssysteem-veranderen-vraagt-politieke-moed/


Het Alternatief. Weg met de afrekencultuur in het onderwijs
! geredigeerd door René Kneyber en Jelmer Evers met bijdragen van leraren en internationale onderwijsexperts. Kern van de bundel: de schadelijke gevolgen van de richting die de Nederlandse politiek het onderwijs opstuurde. Het boek biedt ook oplossingen: sturen op vertrouwen en vakmanschap. Het alternatief is: Flip the system, geïllustreerd door een omgekeerde driehoek. https://beroepseer.nl/het-alternatief/

Het alternatief II
: https://beroepseer.nl/het-alternatief-ii/
Flip the system: https://beroepseer.nl/flip-the-system/

Nieuwe uitgave ‘Flip the System Australia’. Internationale invloed van leraren breidt zich steeds verder uit, Blogs Beroepseer, 29 april 2019: https://beroepseer.nl/

Jelmer Evers is Voortrekker van Beroepseer

Afbeelding helemaal bovenaan is ontleend aan ‘Het alternatief’, p. 270: ‘Collectieve autonomie oftewel Flipping the system’

Advies Onderwijsraad: ‘Overheid en schoolbesturen: herstel de bestuurlijke verhoudingen’

Schoolbesturen vormen een onmisbaar knooppunt in het onderwijsbestel tussen school, overheid en de maatschappelijke omgeving. Maar inconsistent handelen van de overheid en diverse, deels tegenstrijdige, verwachtingen en beelden van de rollen en het waartoe van schoolbesturen, maken het moeilijk voor besturen om hun verantwoordelijkheid waar te maken. Tegelijkertijd zijn niet alle schoolbesturen intern goed verbonden met hun school of scholen en werken zij niet altijd extern samen wanneer dat wel nodig is. Om de posities en verhoudingen binnen het onderwijsbestel te verduidelijken en te verbeteren adviseert de Onderwijsraad subsidiariteit en publieke belangen consequent als richtsnoer te hanteren. Zowel de overheid als schoolbesturen moeten dat beter doen.

Aanleiding: rol en waartoe van schoolbesturen complex

Regelmatig klinkt de vraag of schoolbesturen hun verantwoordelijkheid wel waarmaken. De verwachtingen vanuit de overheid en de maatschappij zijn nogal eens tegenstrijdig. Schoolbesturen moeten hun verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van het
onderwijs door daar gericht op te sturen. Tegelijkertijd moeten ze het onderwijs aan de professionaliteit van leraren laten. Schoolbesturen moeten beter luisteren naar wat leraren en ouders willen en de zeggenschap van schoolleiders en leraren
respecteren. Tegelijkertijd moeten ze tegen de wensen van leraren en ouders ingaan als maatschappelijke belangen daarom vragen.

Advies Onderwijsraad

De overheid moet consistent sturen en zorgen voor een duidelijke positie voor schoolbesturen. Op hun beurt moeten schoolbesturen ervoor zorgen dat beslissingen over onderwijs zoveel mogelijk op school worden genomen en dat zij extern samenwerken als dat nodig is voor publieke belangen. Dit adviseert de Onderwijsraad in het advies Een duidelijke positie voor schoolbesturen. Schoolbesturen vormen een onmisbaar knooppunt in het bestel tussen school, overheid en de maatschappelijke omgeving, maar de bestuurlijke verhoudingen zijn verstoord geraakt.

De sturing van de overheid is niet consistent, constateert de raad. De overheid is in wetgeving niet altijd duidelijk wat schoolbesturen moeten doen, tegelijkertijd maakt de overheid ook wetten die teveel voorschrijven wat schoolbesturen moeten doen. Daarnaast passeert de overheid schoolbesturen steeds vaker door geld en ondersteuning direct aan scholen toe te kennen, terwijl schoolbesturen wel verantwoordelijk blijven voor de manier waarop het geld wordt besteed. De raad ziet ook dat schoolbesturen niet altijd voldoende professionele ruimte laten aan leraren en schoolleiders en hen onvoldoende faciliteren om goed onderwijs te kunnen geven. Sommige schoolbesturen zijn losgezongen van hun scholen; andere staan onvoldoende in contact met ouders. En niet alle schoolbesturen werken extern goed samen als dat wel nodig is.

Wat is nodig voor waarmaken verantwoordelijkheden besturen?

De overheid en schoolbesturen behoren beter werk te maken van hun eigen bestuurlijke rol om goed onderwijs voor alle kinderen en jongeren te garanderen. De Onderwijsraad adviseert de overheid om de rol en verantwoordelijkheden van schoolbesturen te respecteren en consistent te sturen. In lijn daarmee, dringt de raad erop aan om het onderwijs zo veel mogelijk structureel te bekostigen en concurrentieprikkels in de bekostiging te dempen.

Voorzitter Edith Hooge: “Een deel van de schoolbesturen doet het echt niet goed. Dat los je niet op door te centraliseren en schoolbesturen te passeren. De raad doet overheid en besturen aanbevelingen om de bestuurlijke verhoudingen te herstellen. En dat is hard nodig, want verstoorde verhoudingen mogen het omgaan met en oplossen van de grote opgaven voor het onderwijs niet in de weg staan.”

Schoolbesturen krijgen het advies om stevig intern verbonden te zijn met hun scholen. Hiermee bedoelt de raad dat een schoolbestuur weet wat er speelt op de school of scholen, zicht heeft op de toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs, in contact staat met ouders, beslissingsruimte laat aan schoolleiders en leraren en hen zo toerust dat zij deze ruimte goed kunnen invullen. De raad adviseert schoolbesturen om te zorgen voor samenwerking tussen scholen en om ook extern samen te werken met andere schoolbesturen en maatschappelijke partners om publieke belangen te dienen. De raad beveelt schoolbesturen aan elkaar hieraan te houden met behulp van codes goed bestuur binnen de PO-Raad en de VO-raad.

Downloaden advies Een duidelijke positie voor schoolbesturen, Onderwijsraad, 28 september 2023: www.onderwijsraad.nl/publicaties/adviezen/2023/09/28/schoolbesturen

Persbericht: Overheid en schoolbesturen: herstel de bestuurlijke verhoudingen, Onderwijsraad, 28 september 2023: www.onderwijsraad.nl

U P D A T E

Commentaar op advies van de Onderwijsraad:
Er zijn nijpender problemen in het onderwijs dan gekwetste schoolbestuurders, Aleid Truijens, de Volkskrant, 2 oktober 2023: www.volkskrant.nl/columns-opinie/er-zijn-nijpender-problemen-in-het-onderwijs-dan-gekwetste-schoolbestuurders~b546daf3/

Over het ondermaatse advies van de Onderwijsraad. Hebben de PO- en VO-raad lobby weer gewonnen? door Hans Duijvestijn, Komensky Post, 29 september 2023: https://komenskypost.nl/?p=8166