Skip to main content

Redactie Beroepseer

Arbeid, arbeidsethos en vrije tijd. Hoe gaan wij om met werk?

Werk, werk, werk. We zijn erdoor geobsedeerd. In de confronterende en wrang-komische televisiedocumentaire After Work stelt de Zweedse regisseur Erik Gandini de vraag: wat doen we eigenlijk met onze vrije tijd als werk, onder meer door Artificiële Intelligentie (AI) niet meer het belangrijkste in ons bestaan zal zijn?
Het debat over de gevolgen hiervan wordt over het algemeen gedomineerd door technologie-experts en economen, en wordt vaak afgeschilderd als een science-fiction dystopie. Maar wat betekent werk dan nog voor óns?

Dat is de vraag die Gandini probeert te beantwoorden en daarvoor reist hij naar vier landen: de Verenigde Staten, Zuid-Korea, Italië en Koeweit. Hij laat een breed scala aan mensen aan het woord. In de VS blijkt men zich weinig te bekommeren om vrije tijd en vakanties, hooguit twee aansluitende weken vakantie per jaar is de norm. In het puissant rijke Koeweit hebben werknemers weinig te doen. In dat oliestaatje worden meerdere mensen voor een zelfde baan aangenomen. Omdat ze niets te doen hebben raken ze gedeprimeerd. De overbodigheid van hun baan leidt ertoe dat werknemers geconfronteerd worden met existentiële leegte.

Een groep jongeren

In Zuid-Korea is het een ander verhaal. Daar heerst werkverslaving. De werkdruk is enorm met als resultaat het hoogste zelfmoordaantal ter wereld. Ex-minister van Werkgelegenheid Kim Young Joo: “Zuid-Korea is een land geworden waar de gezinnen ongelukkig zijn omdat mensen teveel werken”. Gelukkig treft de Koreaanse regering maatregelen. Via een reclamecampagne wordt  een werkweek van 52 in plaats van 68 uur aangemoedigd.

Gandini’s bezoek aan een superrijke familie in Italië toont een inkijkje in de mentaliteit van mensen die het aan niets ontbreekt en een onwaarschijnlijk luxe leven leiden. Verder blijkt dat in Italië een derde van de jongeren bewust niet werkt. Socioloog Luca Ricolfi vertelt tegen een achtergrond met jonge mensen op een beeldscherm: “Dit zijn NEET’s, een groep jongeren die helemaal niets doen met hun leven. De hoogste aantallen komen voor in Italië, en Griekenland staat op de tweede plaats. Het percentage jongeren die niets doen is 30 procent, bijna een op de drie. Ze doen echt niets, ze werken niet, studeren niet en volgen geen traject. NEET slaat op jongeren zonder baan, opleiding of werkervaringsplek.
Het aantal NEET’s hangt samen met de ‘verwachte erfenis’. Huizenbezit is wijdverbreid. De gemiddelde Italiaanse familie heeft zo’n 400.000 euro aan bezittingen. Maar het probleem ligt vooral bij het kleine aantal erfgenamen, onder wie die erfenis wordt verdeeld. Italiaanse vrouwen krijgen gemiddeld 1,2 of 1,3 kinderen, wat betekent dat de jongeren zich er in meer of mindere mate van bewust zijn dat alles voor ze is geregeld. Wat er ook gebeurt, ze zullen nooit in de problemen raken. Deze accumulatie van rijkdom door huishoudens, heeft het belangrijkste sociale fenomeen van Italië veroorzaakt: vrijwillige werkloosheid”.
Verder wijst Ricolfi er nog op dat “vermaak en plezier de belangrijkste activiteiten van Italianen zijn. De vrijetijdsbesteding van Italianen is zeer decadent. Collectieve rituelen. Nachtelijke collectieve rituelen. Ze gaan massaal stappen en gebruiken drugs”.
Een deel van de Italiaanse bevolking, zo’n 15 tot 20 procent, bestaat uit mensen die werken in omstandigheden die doen denken aan slavernij.

Basisinkomen

Uit gesprekken blijkt dat mensen – of ze nu arm of rijk zijn – werk nodig hebben. Ter sprake komt ook of het basisinkomen voor iedereen een oplossing biedt voor hedendaagse vraagstukken. De Italiaanse rijkaard Ferdinand wordt gevraagd wat hij ervan vindt als iedereen een basisinkomen zou krijgen. Zijn antwoord: “Omdat ik kom uit een cultuur die is gebaseerd op meritocratie, denk ik dat het idee van een basisinkomen iets is wat heel verkeerd is, demotiverend en ontmoedigend en dat het heel slecht is voor de economie van een land”.
Uit gesprekken blijkt dat mensen – of ze nu arm of rijk zijn – werk nodig hebben. Noam Chomsky: “In de wereld van nu is een van de belangrijkste doelen in het leven, het hebben van een baan. Het beste advies dat je aan een jongere kunt geven is dat hij zich moet voorbereiden op zijn werkzame leven. Dat hij zich erop moet voorbereiden z’n hele leven onderworpen te zijn aan een baas”. Maar, volgens Chomsky kan technologie ons bevrijden van saai en gevaarlijk werk. En dan ligt de weg open naar creatief en interessant werk.

Het labyrint

 

Tegen het eind van van de film zien we een labyrint. Het labyrint als symbool is bedoeld om aan te moedigen tot bespiegelingen over het leven. Armando Pizzoni, die dankzij een erfenis niet hoeft te werken maar op zijn landgoed constant bezig is met werken in de tuin en het snoeien van de heggen van het labyrint vertelt: “Je komt aan bij het doolhof, belast met zonden, met angst. Je weet niet wat de zin van het leven is. Dus je verdwaalt in de gangen van het doolhof die op zeven plekken doodlopen, wat staat voor de zeven hoofdzonden. Meestal kun je dan gewoon niet verder. Elke keer dat je pad doodloopt, moet je omkeren en om vergiffenis vragen zodat je weer op het rechte pad kunt komen. Uiteindelijk ga je begrijpen welke rol je speelt in deze wereld”.

Keren we weer even terug naar het begin van de film met de Zuid-Koreaanse Yoo Deug Yeon die werkte van zeven uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds en het commentaar van zijn dochter:. “Alles bij hem draait om zijn werk. Hij ís zijn werk. Hij heeft geen vrienden. Buiten zijn werk heeft hij helemaal niets. Als hij dat loslaat, heeft hij helemaal niets meer”.

Wat is de zin van mijn leven? Wat wil ik nou echt doen? Als ik elke maand geld zou krijgen zonder ervoor te  hoeven werken, wat zou ik dan doen?

After Work  is uitgezonden op NOP2 op 24 augustus 2023 en nog te zien op 2Doc: www.2doc.nl/documentaires/2023/07/after-work.html

Interview met Gandini op: https://cineuropa.org/en/interview/440570

Hieronder: naar de video After work

Verkiezingsmanifest Patiëntenfederatie: Kies voor passende zorg – niet minder, maar anders!

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023 roept Patiëntenfederatie Nederland politieke partijen op in hun verkiezingsprogramma te kiezen voor passende zorg voor patiënten. Volgens Patiëntenfederatie Nederland is dat dé manier om de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg – ondanks de toenemende vraag en beperkte capaciteit – de komende jaren te garanderen. Wat Patiëntenfederatie Nederland betreft wordt de zorg voor patiënten de komende jaren anders, maar niet minder.

Patiëntenfederatie Nederland vertegenwoordigt ruim 200 patiëntenorganisaties en maakt zich sterk voor alle mensen die zorg nodig hebben.

Acht concrete aanbevelingen

De Patiëntenfederatie Nederland doet in het verkiezingsmanifest acht concrete aanbevelingen aan politieke partijen om op te nemen in hun verkiezingsprogramma. Zo roept Patiëntenfederatie Nederland onder andere op om de wachtlijsten in de zorg en de hoge (stapeling van) zorgkosten voor patiënten aan te pakken. Dat laatste moet bijvoorbeeld gebeuren door mondzorg en fysiotherapie meer te gaan vergoeden vanuit het basispakket.

Patiënten moeten op goede zorg kunnen (blijven) rekenen

Volgens directeur-bestuurder Dianda Veldman zijn er fundamentele politieke keuzes nodig om de goede zorg voor patiënten de komende decennia te garanderen: “Patiënten in Nederland moeten op goede zorg kunnen (blijven) rekenen. Wij geloven dat dat kan door meer regie, een efficiëntere organisatie, beter gebruik van technologie en intensievere samenwerking over zorgdomeinen en instellingsmuren heen. Al die veranderingen kunnen bovendien alleen goed plaatsvinden met inbreng en inspraak van patiënten. Zij moeten daarin een sterke positie krijgen. Ons verkiezingsmanifest helpt politieke partijen hopelijk om daarvoor de goede keuzes te maken”.

Oproep aan politieke partijen. Acht aanbevelingen

  1. Pak de wachtlijsten aan
  2. Stop de stapeling van zorgkosten
  3. Vergoed mondzorg en fysiotherapie vanuit het basispakket
  4. Versimpel de toegang en ondersteuning van zorg thuis
  5. Geef inzicht in de uitkomsten van zorg
  6. Voer hybride zorg versneld in
  7. Bepaal opnieuw welk zorgaanbod waar in Nederland nodig is
  8. Geef patiënten een volwaardige stem in de zorg

Downloaden Verkiezingsmanifest: www.patientenfederatie.nl/downloads/organisatie/1449-verkiezingsmanifest-van-patientenfederatie-nederland/file

Kies voor passende zorg: niet minder, maar anders! Patiëntenfederatie, 14 augustus 2023:
www.patientenfederatie.nl/actueel/nieuws/kies-voor-passende-zorg-niet-minder-maar-anders

Brieven aan de Staatscommissie rechtsstaat. Werkt de rechtsstaat in Nederland goed? Lukt het burgers goed te beschermen?

In november 2022 is de Staatscommissie rechtsstaat ingesteld met de opdracht het functioneren van de Nederlandse rechtsstaat te onderzoeken en voorstellen te doen voor versterking. Henk Kummeling werd benoemd tot voorzitter van de commissie. Kummeling is rector magnificus en hoogleraar vergelijkend constitutioneel recht aan de Universiteit van Utrecht. Bij de opdracht zou de commissie nadrukkelijk aandacht hebben voor bescherming van burgers tegen onvoorziene en ongewenste gevolgen van overheidsmaatregelen.
De commissie heeft het voornemen voor juni 2024 haar advies aan te bieden aan het kabinet.

Motie Omtzigt/Van dam

De Staatscommissie Rechtsstaat is ingesteld op voordracht van de ministers Weerwind (Rechtsbescherming) en Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). De commissie komt voort uit het rapport Ongekend onrecht over de toeslagenaffaire. Dat rapport constateert dat in de toeslagenaffaire de grondbeginselen van de rechtsstaat zijn geschonden en dat burgers daardoor ernstig in de knel zijn gekomen. Naar aanleiding van dit rapport heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen van de leden Omtzigt en Van Dam waarin de regering wordt gevraagd een Staatscommissie in te stellen die kijkt naar het functioneren van de rechtsstaat.

Brieven aan de staatscommissie

Om tot een goede analyse te komen is een breed beeld van ervaringen met de rechtsstaat en ideeën om de rechtsstaat te verbeteren nodig. Om tot zo’n breed beeld te komen zijn aan verschillende personen en organisaties gevraagd een brief aan de commissie te schrijven.

Inmiddels zijn er bijna vijftig brieven binnengekomen. Daarvan zijn er 32 van personen, o.a. van:

  • Rob van Gestel, hoogleraar theorie en methode van wetgeving en methoden van juridisch onderzoek, Tilburg University
  • Ernst Hirsch Ballin, hoogleraar Tilburg University en voormalig minister van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  • Robine de Lange-Tegelaar, president rechtbank Den Haag
  • Sandra Palmen, strategisch adviseur bij het ministerie van Financiën en raadsheer-plaatsvervanger bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB)
  • Johan Remkes, bestuurder en voormalig voorzitter van de Staatscommissie parlementair stelsel
  • Herman Tjeenk Willink, Minister van Staat en onder meer voormalig voorzitter van de Eerste Kamer en vice-president van de Raad van State
  • Evelien Tonkens, hoogleraar burgerschap en humanisering van de publieke sector aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht
  • Wim Voermans, hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden
  • Arre Zuurmond, Regeringscommissaris Informatiehuishouding en voormalig ombudsman

Daarnaast hebben vijftien organisaties een brief gestuurd aan de commissie, waaronder:

  • Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV)
  • Instituut Publieke Waarden (IPW)
  • Landelijke Cliëntenraad (LCR)
  • Privacy First
  • Raad voor de rechtspraak (Rvdr)

Klik hier voor lijst alle inzenders: https://www.staatscommissierechtsstaat.nl/onderwerpen/brieven/brieven

De brieven zijn één manier voor de staatscommissie om ervaringen en ideeën te verzamelen. Daarnaast heeft de staatscommissie een ‘flitspeiling’ laten uitvoeren onder burgers en kon iedereen een bijdrage leveren via een internetconsultatie (tot juli 2023). Daarnaast maakt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) voor de staatscommissie een overzicht van burgerperspectieven op de rechtsstaat.

Denk mee! Open Forum op 20 oktober 2023

Als burger of professional kunt u meedenken met de staatscommissie. De eerstvolgende mogelijkheid hiervoor is op vrijdag 20 oktober 2023. Er is dan een Open Forum bij de Social Impact Factory in Utrecht, vlakbij het Centraal station.

Meer info en aanmelden op: ww.staatscommissierechtsstaat.nl/actueel/activiteiten/2023/10/20/open-forum


Brieven aan de staatscommissie, Staatscommissie rechtsstaat: www.staatscommissierechtsstaat.nl/onderwerpen/brieven/brieven

Bijdragen van burgers en professionals, met tijdlijn: www.staatscommissierechtsstaat.nl/wat-we-doen

Motie Omtzigt/Van Dam over een staatscommissie die het functioneren van de rechtsstaat analyseertParlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag, Parlementaire monitor: www.parlementairemonitor.nl/9353000/1/j9vvij5epmj1ey0/vlfmjb5u43zh

Eindverslag onderzoek kinderopvangtoeslag gepresenteerd: ‘Ongekend onrecht’, Blogs Beroepseer, 18 december 2020: https://beroepseer.nl/

U P D A T E

Op 10 juni 2024 overhandigde de Staatscommissie rechtsstaat haar adviesrapport aan burgers, en aan regering, parlement en rechtspraak. De staatscommissie had opdracht om vanuit het perspectief van de burger het functioneren van de rechtsstaat te analyseren, en voorstellen te doen voor versterking ervan.

Ga naar het rapport, De gebroken belofte van de rechtsstaat, en bekijk de persoonlijke verhalen van burgers: www.staatscommissierechtsstaat.nl/onderwerpen/rapport

Cijfers CBS over instroom en uitstroom aantal werknemers in zorg en welzijn. Uitstroom groeit harder dan instroom

In zorg en welzijn zijn er 21 duizend werknemers bijgekomen tussen het eerste kwartaal van 2022 en het eerste kwartaal van 2023. De uitstroom is vanaf het midden van 2021 sneller toegenomen dan de instroom, maar per saldo nam het aantal werknemers nog steeds toe. De meeste uitstromers gingen naar een andere bedrijfstak. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn.van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

De hele bedrijfstak zorg en welzijn – inclusief de leidinggevende en ondersteunende functies – telde in het eerste kwartaal van 2023 ruim 1,4 miljoen werknemers. In- en uitstroom worden per kwartaal gemeten ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De uitstroom in de laatste drie kwartalen van 2022 en in het eerste kwartaal van 2023 lag op het hoogste niveau sinds de start van de meting in 2010. De instroom lag echter hoger.

De toename van 21 duizend werknemers tussen het eerste kwartaal van 2022 en het eerste kwartaal van 2023 is het resultaat van 176 duizend instromers en 155 duizend uitstromers

Aantal werknemers zorg en welzijn neemt nog steeds toe

Het aantal werknemers in zorg en welzijn neemt vanaf eind 2016 toe. Tegenover een toenemende instroom stond jarenlang een redelijk stabiele uitstroom. Het aantal uitstromers werd snel groter vanaf het derde kwartaal van 2021, terwijl het aantal instromers in de meeste kwartalen minder snel steeg of zelfs daalde. Daarmee nam het totale aantal werknemers minder snel toe.

Bij de meest recente meting, het eerste kwartaal van 2023, waren 155 duizend werknemers uitgestroomd ten opzichte van een jaar eerder. Dat aantal ligt 36 duizend hoger dan de uitstroom van bijna twee jaar eerder, het tweede kwartaal van 2021. Na dat kwartaal groeide de uitstroom van werknemers uit zorg en welzijn.

Grotere uitstroom vooral naar banen in andere bedrijfstakken

In de uitstroomcijfers gaat het alleen om de werknemers die niet langer werkzaam zijn in de bedrijfstak zorg en welzijn. Degenen die binnen de bedrijfstak in een andere branche gaan werken (doorstromers) zijn niet meegeteld. Het gaat dus om werknemers die in een andere bedrijfstak gaan werken, met pensioen gaan, die gaan werken als zelfstandige (binnen of buiten zorg en welzijn), die een andere uitkering krijgen of om een andere reden stoppen met werken.

Van deze mogelijke redenen kwam een vertrek naar een andere bedrijfstak het vaakst voor. De grotere toename van de uitstroom vanaf het derde kwartaal van 2021 is voor het grootste deel (circa 70 procent) toe te schrijven aan deze groep werknemers.

Pensionering speelt een veel kleinere rol. Het aantal werknemers dat uitstroomde naar pensioen steeg ook in de periode tussen medio 2021 en begin 2023, maar deze toename was beperkt tot enkele duizenden. Dat maakt slechts een klein deel uit van de totale stijging.

De rest van de toename is toe te schrijven aan de werknemers die als zelfstandige gingen werken (al dan niet binnen zorg en welzijn) of stopten met werken om een andere reden dan pensionering. Van deze groepen zijn (nog) geen afzonderlijke cijfers bekend voor het eerste kwartaal van 2023.

Opnieuw meer werknemers in zorg en welzijn, ondanks grotere uitstroom, CBS, 22 augustus 2023: www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2023/34/opnieuw-meer-werknemers-in-zorg-en-welzijn-ondanks-grotere-uitstroom

 

Afbeelding bovenaan: Tabel uit onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn van CBS, augustus 2023

Resultaten enquête aantoonbaar vakbekwaam indiceren door wijkverpleegkundigen

De Vereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) hield in het voorjaar van 2023 een enquête onder wijkverpleegkundigen over aantoonbaar vakbekwaam indiceren. Op de enquête is gereageerd door ruim vijfhonderd leden en niet-leden van V&VN.*)

Vier uitgangpunten

In de enquête zijn vragen gesteld over vier uitgangspunten voor aantoonbaar vakbekwaam indiceren, voorgesteld door de expertkring indiceren en intercollegiale toetsing, een onderafdeling van V&VN wijkverpleegkundigen. De uitkomst laat zien dat twee van de vier uitgangspunten op steun kunnen rekenen. Maar punt 3 – dat een wijkverpleegkundige minimaal 24 uur per week moet werken om aantoonbaar vakbekwaam te indiceren, heeft onvoldoende steun. Ook zijn kritische opmerkingen gemaakt over het volgen van intercollegiale toetsing.
De online-enquête is landelijk via nieuwsbrieven en sociale media verspreid.

Tabel 1 uit de enquête: Een wijkverpleegkundige is aantoonbaar vakbekwaam om verpleging en verzorging in de eigen omgeving voor de Zorgverzekeringswet te indiceren en te organiseren als:

  1. ze werkt volgens het Expertisegebied Wijkverpleegkundige (V&VN, 2019);
  2. ze een aanvullende training vakbekwaam indiceren heeft gevolgd;
  3. ze minimaal 24 uur per week werkzaam is in de wijkverpleging;
  4. ze 3x per jaar deelneemt aan Intercollegiale Toetsing met een onafhankelijk procesbegeleider

De expertkring stelt dat de twee punten zonder voldoende steun nader moeten worden bekeken. Wie interesse heeft om zich aan te sluiten bij deze expertkring kan zich aanmelden bij wijkverpleegkundigen@venvn.nl

Uitslag enquête vakbekwaam indiceren, V en VN, 27 juli 2023: www.venvn.nl/nieuws/uitslag-enquete-vakbekwaam-indiceren/

Uitslag enquête aantoonbaar vakbekwaam indiceren wijkverpleegkundigen, V en VN, 11 augustus 2023: https://www.venvn.nl

Downloaden: Uitslag enquête aantoonbaar vakbekwaam indiceren wijkverpleegkundigen: www.venvn.nl/media/gxamjolz/artikel-enquete-uitgangspunten-vakbekwaam-indiceren-27-07.pdf

Indiceren en intercollegiale toetsing: https://www.venvn.nl

Wijkverpleegkundigen zijn professioneel autonoom om te indiceren, Blogs Beroepseer, 28 november 2022: https://beroepseer.nl


Noot
*) Resultaten enquête: In totaal hebben 537 respondenten het enquêteformulier ingevuld. 93% van deze respondenten is werkzaam als wijkverpleegkundige. Van alle respondenten (537) geeft 97% aan dat dat ze zorg in eigen omgeving indiceren en organiseren voor de Zorgverzekeringswet (artikel 2.10BZv) volgens het Normenkader V&VN (V&VN, 2014). Voor deze groep respondenten is de enquête bestemd. Om deze reden vielen 15 respondenten af. De hierna gepresenteerde resultaten gelden voor de overgebleven 522 respondenten. Van hen werkt het overgrote gedeelte (89%) in loondienst. Tevens werkt het overgrote gedeelte (89%) in de directe cliëntenzorg.

Gepensioneerd huisarts Wim J. Jongejan schrijft zijn duizendste kritische artikel op eigen site over ICT en de zorg

Op 15 augustus 2023 publiceert de gepensioneerde huisarts Wim J. Jongejan zijn duizendste artikel op zijn website Zorg-ICT zorgen: Duizend artikelen. De drijfveren om door te gaan.

Dat is een felicitatie waard!

Jongejan:

“Een aantal dat ik nooit gedacht had te zullen bereiken. Het eerste artikel verscheen op 6 april 2015 om 12.42u op de zelfgebouwde website. Dat zelf bouwen was het vervolg op een cursus website-bouwen bij de Volksuniversiteit Woerden. Voor april 2015 verschenen er vanaf april 2004, toen ik nog werkzaam was als huisarts, artikelen op de nog steeds druk bezochte website www.huisartsvandaag.nl van huisarts Jan Huizinga uit Groningen. Op die website publiceerde ik 107 artikelen in de periode tussen april 2004 en april 2015. Aanvankelijk gingen toen de artikelen over elektronische declaratieperikelen. Deze speelden volop in de periode na 1 januari 2006 toen de nieuwe Zorgverzekeringswet inging tijdens het bewind van VWS-minister Hans Hoogervorst. Gaandeweg verschoof mijn focus richting zorgICT”.

Jongejan volgt de ontwikkelingen in de zorg in combinatie met ICT op de voet en bericht daar met grote regelmaat over op zijn website. Vooral wat betreft de onrechtmatige verzameling en verwerking van medische gegevens door zorgverzekeraars. In februari 2019 bijvoorbeeld doet Jongejan verslag van een rechtszaak onder de titel: Onbegrijpelijke gebeurtenis met geheime stukken in rechtszaak Vrijbit. Zo’n verslag lees je niet in krant:

”Tijdens één van de zittingen van de rechtbank Midden-Nederland op vrijdag 15 februari 2019 in de zaken die de burgerrechtenvereniging Vrijbit tegen de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) aanspande, deed zich iets zeer opmerkelijks voor. Ik beschreef zeer recent (14 februari 2019) deze twee zaken op deze website. In dat artikel maakte ik al melding van het feit de AP na het verstrijken van elk redelijke termijn in september 2018 plotseling een flinke stapel papier bij de rechtbank deponeerde. Daarbij de melding dat een aanzienlijk deel van deze stukken onder geheimhouding werd aangeleverd en dus niet aan de eisende partij, Vrijbit, geopenbaard mocht worden. De rechtbank blijkt deze gang van zaken geaccepteerd te hebben. De jurist Ab van Eldijk die samen met Vrijbit voorzitter Miek Wijnberg, de eisende partij vertegenwoordigde was echter volstrekt verbijsterd toen de AP ter zitting alsnog enige geheime stukken wilde inbrengen”.

Nog een voorbeeld

“Op 17 juli 2023 publiceerde de Autoriteit Persoonsgegeven(AP) trots haar eerste Rapportage Algoritmerisico’s Nederland (RAN). Opgesteld door de Directie Coördinatie Algoritmes (DCA). Sinds begin 2023 heeft de AP de rol van toezichthouder op algoritmes op zich genomen. Met stuwend taalgebruik vertelt de AP waar ze mee bezig is. Als je het zeventien pagina’s tellende stuk kritisch leest slaat de schrik je om het hart. Je kunt dan zien dat de AP weinig tot geen af te dwingen mogelijkheden heeft. De mogelijkheid om echt door te pakken ontbreekt. De AP doet vooral een beroep op bedrijven, instituties en overheden die algoritmes maken om verantwoordelijk bezig te zijn. Meer de richting van bewustwording dan de richting van handhaving op dus. Het algoritmeregister dat de overheid bijhoudt is niet verplicht. Bedrijven, instituties en vooral overheden kunnen discriminerende algoritmes gewoon niet melden. Het zal nog jaren duren vooraleer de AP enig bijtgedrag kan ontwikkelen”.

Meest aparte artikel

Het ‘meest aparte artikel’ dat Jongejan publiceerde was

“dat van 6 juli 2017, hoewel dat nooit iemand tot heden opgevallen zal zijn. Op 4 juli 2017 was ik halverwege een artikel over het handelen van de directie van SBG in de aanloop naar een kort geding van twee cliënten uit de GGZ. Op dat moment kreeg ik een hartinfarct waarvoor ik binnen een uur gedotterd werd en van een stent voorzien. Ik had veel geluk toen. Eenmaal van de hartbewaking af had ik op zaal weinig te doen. Met medewerking van mijn jongste zoon kwam het half afgemaakte artikel per email op mijn verzoek naar mij toe. In het ziekenhuis maakte ik het op mijn iPad af en kon het op 6 juli via het wifi-netwerk van het ziekenhuis online zetten”.

De missie

Zorg-ICT zorgen beoogt “de overheid, instanties en personen kritisch te volgen op het gebied van zorg-ICT en privacy om waar nodig de vinger op de zere plek te leggen middels publicaties”. De website wil ook een plaats zijn waarop andere kritische zorgaanbieders hun artikelen over de zorg en ICT kunnen publiceren. Jongejan besluit zijn missie met: “een waakzame blik, een gezonde portie wantrouwen en een kritische pen zijn daarbij onmisbaar. Als een zeearend, vliegend, spiedend, soms toeslaand”.

Lees meer over de missie van Zorg-ICT en privacy: https://zorgictzorgen.nl/missie-zorg-ict-en-privacy/

Duizend artikelen. De drijfveren om door te gaan, 16 augustus 2023: https://zorgictzorgen.nl/duizend-artikelen-de-drijfveren-om-door-te-gaan/

Onbegrijpelijke gebeurtenis met geheime stukken in rechtszaak Vrijbit, 18 februari 2019: https://zorgictzorgen.nl/onbegrijpelijke-gebeurtenis-met-geheime-stukken-in-rechtszaak-vrijbit/#comment-12586

Algoritmetoezicht Autoriteit Persoonsgegevens is wassen neus, 28 juli 2023: https://zorgictzorgen.nl/algoritmetoezicht-autoriteit-persoonsgegevens-is-wassen-neus/

Wanhoopsdaad directie SBGGZ in aanloop naar kort geding, 6 juli 2017: https://zorgictzorgen.nl/wanhoopsdaad-directie-sbggz-in-aanloop-naar-kort-geding/

ZORG -ICT ZORGEN: https://zorgictzorgen.nl/

Rapport van Eurofound over de ‘Onbetaalbare en ontoereikende huisvesting in Europa’

Het rapport Unaffordable and inadequate housing in Europe brengt de huisvestingsproblemen in kaart van mensen wonend in de Europese Unie (EU) en de maatregelen om de problemen aan te pakken. Het rapport is gebaseerd op gegevens van de e-enquête van Eurofound Living, working and COVID-19, statistieken van de Europese Unie over inkomen en levensomstandigheden en input van het netwerk van Eurofound-correspondenten.

Belangrijkste bevindingen uit het rapport:

♦  Huisvestingssteun, onder meer in de vorm van sociale huisvesting en huursubsidies, draagt bij tot meer veerkracht en sociale bescherming voor veel mensen in de EU. Het is van cruciaal belang dat beleidsmakers bij hervorming van het stelsel van sociale uitkeringen rekening houden met huisvestingssteun, aangezien deze onmiddellijke bescherming kan bieden wanneer zich crisissituaties voordoen als gevolg van de stijging van de reële huisvestingskosten, onder meer als gevolg van hogere energiekosten en inkomstenongelijkheid

♦  Het huisvestingsbeleid moet erop gericht zijn de betaalbaarheid van huisvesting te verbeteren, maar mag de ongelijkheid niet onbedoeld verergeren. Beleidsmaatregelen om de betaalbaarheid van woningen te vergroten, kunnen complexe gevolgen hebben die niet altijd leiden tot verbetering van de toegang tot huisvesting of de levenskwaliteit. Huisvestingssteun kan bijvoorbeeld de huur- en koopprijzen opdrijven, terwijl eigendomsondersteuning vaak meer ten goede komt aan mensen met een hoger inkomen dan aan mensen met een lager inkomen, die vaak worden aangemoedigd om hypotheken aan te gaan die ze niet kunnen terugbetalen

♦  Het is essentieel dat beleidsmakers rekening houden met zowel huurders als kopers in kwetsbare situaties. Zo loopt 46 % van de huurders op de particuliere huurmarkt het risico hun woning in de komende drie maanden te moeten verlaten omdat zij zich de huur niet meer kunnen veroorloven, terwijl in de meeste landen waar meer dan de helft van de bevolking zonder hypotheek huiseigenaar is, ongeveer een kwart nog steeds het risico op armoede loopt.

♦  Het Housing First-beleid is grotendeels succesvol in het voorkomen van dakloosheid en moet in de hele EU worden versterkt. Om de toegang tot huisvesting te garanderen is het van cruciaal belang dat dergelijke huisvesting onafhankelijk en stabiel is en niet gebonden aan begeleiding door ondersteunende diensten

♦  Fondsen om de energie-efficiëntie van woningen te verbeteren moeten terechtkomen bij mensen met een laag inkomen en hen beschermen tegen toekomstige stijging van energieprijzen. Uit de bevindingen blijkt dat 28% van de mensen in de EU verwacht moeite te krijgen met het betalen van de energierekening. Dit cijfer steeg tot 36% in de groep van sociale huurders en huiseigenaren zonder hypotheek in de onderste helft van de inkomensverdeling, die hun huizen vaak niet passend kunnen verwarmen. Hieruit blijkt dat de huidige en toekomstige behoeften van inwoners in aanmerking moeten worden genomen om voor adequate huisvesting te kunnen zorgen.

Samenvatting

Onbetaalbare huisvesting is een punt van grote zorg in de EU. Het leidt tot dakloosheid, onzekere huisvesting, financiële druk en ontoereikende huisvesting. Het weerhoudt jongeren er ook van het ouderlijk huis te verlaten.
Deze problemen tasten de gezondheid en het welzijn van mensen aan, belichamen ongelijke levensomstandigheden en kansen, en leiden tot kosten voor gezondheidszorg, verminderde productiviteit en milieuschade.
Particuliere huurders hebben te maken gehad met bijzonder grote stijging van huisvestingskosten en eigenaren met een hypotheek zijn kwetsbaar voor rentestijging. Bovendien hebben veel eigenaren zonder hypotheek, vooral in postcommunistische en Zuid-Europese landen, te kampen met armoede en huisvestingsproblemen. De crisis in de kosten van levensonderhoud treft alle huishoudens. Sociale huisvesting en huursubsidies ondersteunen velen, maar de capaciteit verschilt van land tot land en binnen landen. Deze maatregelen sluiten bepaalde groepen in kwetsbare situaties uit en bereiken niet iedereen die er recht op heeft. Driekwart van de lidstaten heeft initiatieven voor “Housing First” – huisvesting voor daklozen – maar deze zijn meestal kleinschalig.

Downloaden rapport Unaffordable and inadequate housing in Europe, door Hans Dubois en Sanna Nivakoski, Eurofound (2023), Publications Office of the European Union, Luxembourg. https://beroepseer.nl/

Onbetaalbare en ontoereikende huisvesting in Europa, Eurofound, 30 mei 2023: www.eurofound.europa.eu/nl/publications/report/2023/unaffordable-and-inadequate-housing-in-europe#tab-02

Eurofound: Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden: www.eurofound.europa.eu/nl

Win de scriptieprijzen van de Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer reikt jaarlijks een scriptieprijs uit. De hoofdprijs bedraagt
€ 2.000. Er is ook een tweede prijs, ter waarde van € 1.000. De derde prijs is € 500.

De Algemene Rekenkamer vindt goed onderzoek belangrijk. Vandaar een scriptieprijs, bedoeld voor master- en postmasterscripties geschreven aan een Nederlandse universiteit. De scriptie dient te gaan over een onderwerp dat relevant is voor de Algemene Rekenkamer. Bijvoorbeeld verantwoording van publieke middelen, public finance management, auditing, effectiviteit, evaluaties, de kloof tussen beleid en uitvoering en de rol van de controlerende instituties binnen het staatsbestel. Denk ook aan de doelmatigheid en doeltreffendheid van overheidsbeleid.

Welke scripties komen in aanmerking?

  • Is je scriptie na 1 september 2022 goedgekeurd aan een Nederlandse universiteit?
  • Is je scriptie beoordeeld met minimaal een 8?
  • Gaat je scriptie over de effectiviteit en werking van overheidsbeleid, verantwoording van publieke middelen, de rol van instituties als de Algemene Rekenkamer binnen het staatsbestel of aanverwante onderwerpen?

Prijsuitreiking

De prijsuitreiking vindt plaats op donderdag 29 februari 2024 in het gebouw van de Algemene Rekenkamer aan het Lange Voorhout in Den Haag (zie foto links).
De winnaars krijgen behalve het geldbedrag een oorkonde en de gelegenheid de scriptie te presenteren.

Meedoen

Je neemt deel door je vóór 15 oktober 2023 aan te melden via scriptieprijs@rekenkamer.nl

Bij je aanmelding s.v.p. de volgende stukken meesturen:

  • Een Nederlands- of Engelstalige samenvatting van de scriptie van maximaal 1.000 woorden (in PDF);
  • De volledige Nederlands- of Engelstalige scriptie (in PDF);
  • Bewijs van het eindcijfer van minimaal 8 (bijvoorbeeld d.m.v. cijferlijst).
  • Je curriculum vitae (in PDF).

Downloaden Reglement Scriptieprijs Algemene Rekenkamer met voorwaarden voor deelname: https://beroepseer.nl

De jury maakt rond de jaarwisseling de namen van de winnaars bekend.

Scriptieprijs 2023

De allereerste scriptieprijs Algemene Rekenkamer is gegaan naar historicus Timen Sijens. De titel van zijn masterscriptie is Publieke werken: Een systemische analyse van de borging van het eindniveau in het hoger onderwijs in de periode 1985-2019. Sijens ontving de prijs op 16 februari 2023 uit handen van Barbara Joziasse, lid in het college van de Algemene Rekenkamer.
De tweede prijs ging naar Minya Chan (Universiteit Leiden) voor haar onderzoek naar en de impact van rekenkameronderzoek en de derde prijs ging naar Constantina Markou (Radboud Universiteit) met een onderzoek naar het meten van welvaart.

Wat is de Algemene Rekenkamerscriptieprijs? Met overzicht tijdbalk: www.rekenkamer.nl

Win de scriptieprijs van de Algemene Rekenkamer van € 2000, Rekenkamer, 30 juni 2023: www.rekenkamer.nl

Allereerste scriptieprijs Algemene Rekenkamer gaat naar historicus Timen Sijens, Rekenkamer, 16 februari 2022: www.rekenkamer.nl

Downloaden reglement scriptieprijs Algemene Rekenkamer: https://beroepseer.nl

U P D A T E

Algemene Rekenkamer reikt scriptieprijs uit, Algemene Rekenkamer, 1 maart 2024: www.rekenkamer.nl/actueel/nieuws/2024/03/01/algemene-rekenkamer-reikt-scriptieprijs-uit

Winnares van de prijs is Kim van Berkel met de masterscriptie Incentivizing social assistance recipients: quasi-experimental evidence from trials with earnings exemptions in the Netherlands. Van Berkel levert een belangrijke bijdrage aan de discussie over stimulering van mensen die bijstandsuitkeringen ontvangen om aan de slag te gaan op de arbeidsmarkt.

De tweede en derde prijs gingen naar Max ten Velde (Rijksuniversiteit Leiden) en Frank Schuiten (Erasmus Universiteit Rotterdam) voor onderzoeken naar het niet-aanvragen van toeslagen en moderne audittechnieken.

Wat de ambtenaar nu met de democratische rechtsstaat moet. Eendaagse stoomcursus

Het democratisch en rechtsstatelijk besef is een kernonderdeel van ons ambtelijk vakmanschap.’   Die zin is te vinden in de toelichting op de nieuwe ambtseed die naar verwachting per 1 januari 2024 van kracht zal worden. In die nieuwe eed wordt veel sterker dan in de huidige de nadruk gelegd op de rechtsstatelijke opdracht van de ambtenaar. Het dienen van de democratie was tot nog toe sterk verankerd in het werk van ambtenaren. Dit komt tot uitdrukking in de dienstbaarheid aan de bewindspersonen en  – via deze – aan de volksvertegenwoordiging. Het dienen van de rechtsstaat heeft in het bijzonder sinds de Toeslagenaffaire sterk aan belang gewonnen. Dit vraagt meer dienstbaarheid aan burgers.

Deze eendaagse cursus biedt een compacte en intensieve kennismaking met wat er nu democratisch en rechtsstatelijk van ambtenaren wordt verwacht. Deze cursus helpt ambtenaren om hun koers opnieuw scherp te stellen. Tijdens de cursus verwerf je essentiële basiskennis, krijg je praktische handvatten om met dilemma’s in de eigen praktijk om te gaan  en word je uitgedaagd om zelf weloverwogen keuzes te maken.

De cursus is primair gericht op ambtenaren van uitvoeringsorganisaties.  Op verzoek en in overleg kunnen we het programma  aanpassen aan ambtelijke organisaties die zich met beleid of toezicht bezighouden.

Stichting Beroepseer en de Vrije Universiteit hebben de cursus ontwikkeld. Deze is inmiddels gegeven aan ambtenaren van drie grote uitvoeringsorganisaties: DUO, de Belastingdienst en de Sociale Verzekeringsbank. Enkele quotes van deelnemers:

Ik vond het een goede module. Leerzaam en ogen openend…’

De verhouding theorie versus interactie was een hele plezierige
en de diepgang was precies goed
.’

‘De inhoudelijke professionaliteit en de interactie vond ik
boven verwachting. Goed gekozen sprekers, inhoudelijk aanvullend.’

‘Ik heb er veel van geleerd. Mooie opbouw van overall
achtergrond naar praktisch. Ruimte voor vragen en discussie.’

‘Iedereen die bij de overheid werkt en die met wetgeving
werkt, heeft baat bij het volgen van deze masterclass rechtsstatelijk handelen.’

De cursus wordt begeleid door de volgende docenten:

  • prof. Dr. Bart van Klink (hoogleraar Methoden van Recht en Rechtswetenschap, Vrije Universiteit)
  • drs. Thijs Jansen (directeur Stichting Beroepseer)
  • mr. Sandra Palmen is jurist, strategisch adviseur binnen de rijksoverheid en Raadsheer plaatsvervanger bij de Centrale Raad van Beroep.

We werken met groepen van 15 deelnemers en maken het liefst afspraken met organisaties.

Wil je meer weten? Heb je belangstelling? Neem  dan contact op met Thijs Jansen, thijsjansen@beroepseer.nl