Skip to main content

Redactie Beroepseer

Naar een debat in Nederland over evidence-based policing

Evidence-based policing heeft in een periode van 25 jaar een belangrijke positie verworven in zowel de internationale politiewetenschap als binnen de politie. Vooral in de Engelstalige wereld heeft het veel invloed gekregen op het denken over de professionalisering en verbetering van politiewerk en over de relatie tussen politie en wetenschappelijk onderzoek. Ondanks deze succesvolle institutionalisering, heeft EBP bij voortduring ook vele vragen, twijfels, kritiek en controverses opgeroepen. Internationaal woedt het debat over EBP al een tijdje onder wetenschappers.

Jan Terpstra en Renze Salet redigeerden de bundel Evidence-based policiy  om ook in Nederland de discussie over EBP te stimuleren. Terpstra is emeritus hoogleraar criminologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij publiceert en doet onderzoek onder meer op het terrein van politie en veiligheidszorg. Renze Salet is universitair docent criminologie aan de faculteit der rechtsgeleerdheid van de Radboud Universiteit te Nijmegen.  Zij publiceert en doet onderzoek op het brede terrein van politie, politiewerk en maatschappelijke veiligheidszorg.

De bundel begint met een inleiding van Renze Salet, gevolgd door een essay van Jan Terpstra, gebaseerd op een uitgebreid internationaal literatuuronderzoek. Uitgangspunt daarbij is dat het begrip ‘evidence-based policing’ steeds vaker wordt gehanteerd, ook in Nederland. Tegelijk is vaak onduidelijk wat daar precies mee wordt bedoeld en lijkt de gebruiker van de term zich onvoldoende te realiseren welke beperkingen en fundamentele problemen aan evidence-based policing zijn verbonden. Terpstra brengt in kaart wat het begrip evidence-based policing inhoudt, wat de achtergronden daarvan zijn, welke opvattingen en uitgangspunten daarbinnen gelden, bijvoorbeeld over onderzoeksmethoden en over wat als ‘bewijs’ geldt.
Op deze wijze wordt geprobeerd de bestaande verwarring op dit terrein tegen te gaan. Verder geeft hij een kritische analyse van de problemen en beperkingen die verbonden zijn aan evidence-based policing. Deze kritische reflectie heeft niet alleen betrekking op evidence-based policing als wetenschappelijke benadering en als onderzoeksmethodologie, maar ook als visie op politiewerk, op de professionalisering van de politie en op de relatie tussen politie en wetenschap.

Aan een aantal bekende (politie)wetenschappers is gevraagd op het essay te reageren en hun zienswijze te geven. In de reacties wordt onder meer ingegaan op de relatie tussen politie en wetenschap.

Passage uit de bundel, Deel I – Slot: alternatieven in hoofdlijnen, pagina 91

“In Nederland zijn de afgelopen jaren, vooral in navolging van ervaringen opgedaan in de VS, initiatieven genomen om ook hier EBP te ontwikkelen en te institutionaliseren.Het opmerkelijke is dat dit plaatsvindt op grond van verwachtingen en beelden die sterk verschillen van wat in de VS op dit punt is gebeurd en wat ervaringen daar hebben geleerd.
Ten eerste valt op dat in Nederland EBP vaak wordt gepresenteerd als antwoord op het sterk toegepaste en theoriearme karakter van veel van het Nederlandse politiewetenschappelijk onderzoek.

In deze opvatting wordt BP voorgesteld als bij uitstek een versterking van het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Afgezien van de vraag hoe zinvol het onderscheid is tussen fundamenteel en toegepast onderzoek, in de VS wordt ervan uitgegaan dat EBP-onderzoek juist sterk toegepast onderzoek is. Onderzoekers behorend tot de EBP-school maken zich er bijvoorbeeld zorgen over dat hun werk door universiteiten niet als wetenschappelijk zal worden erkend en dat hun artikelen om dezelfde reden niet zullen worden geaccepteerd door wetenschappelijke tijdschriften. Tegelijk ontbreken binnen EBP de ruimte en aandacht om fundamentele vragen aan de orde te stellen, zoals de vraag wat moet worden verstaan (gegeven bepaalde omstandigheden) onder goed politiewerk. Zoals in het voorgaande al werd geconstateerd, laat deze vraag zich binnen het EBP-kader ook niet beantwoorden. Bovendien is veel van het onderzoek binnen EBP zonder duidelijke theoretische component.

Ook op enkele andere punten lijkt de ontwikkeling rond EBP zich in Nederland in precies de tegenovergestelde ontwikkeling te bewegen. Terwijl door EBP-wetenschappers in de VS en deels ook in Engeland en Wales ervoor gepleit wordt het EBP-onderzoek zo dicht mogelijk bij de politie te brengen (sommigen pleiten ervoor dit te laten uitvoeren binnen de politieorganisatie en spreken van police-led science , is in Nederland het EBP-onderzoek juist ondergebracht op grote afstand van de politie in een instituut dat als taak heeft ‘fundamenteel wetenschappelijk onderzoek’ te verrichten.
Daar komt bij dat de vraag opkomt in hoeverre het realistisch is te verwachten dat in Nederland langdurig zeer grote hoeveelheden financiële middelen worden vrijgemaakt om de utopie te realiseren van een ‘totally evidenced’ politie. Een simpele schatting van de enorme hoeveelheid experimentele onderzoeken die nodig is om dit te verwezenlijken, is een bijna hallucinerende ervaring. Dit is des te meer het geval omdat verwacht mag worden dat slechts een klein deel van al het politiewerk past binnen het kader van het EBP-onderzoek. Daar komt bij dat er tot op heden weinig aanwijzingen zijn dat EBP-kennis tot significante doorwerking leidt in de politiepraktijk en bijdraagt tot aanwijsbare verbetering van het politiewerk. Dat is geen kwestie van een tot nog toe te gering aantal experimentele onderzoeken, maar hangt samen met centrale kenmerken van EBP zelf.

Tot slot, het is opmerkelijk dat nu in Nederland naar de politie in de VS wordt gekeken om hier te komen tot verbetering van de kwaliteit en effectiviteit van politiewerk. In veel opzichten lijkt juist de politie in de VS niet het voorbeeld waar de Nederlandse politie zich in het algemeen op zou moeten richten”.

Wat is goed politiewerk?

In het deel Vertrekpunt: wat is goede politie? op pagina 94 komen vijf thema’s aan bod die van belang zijn als alternatief voor EBP, te weten: een ander vertrekpunt voor onderzoek, nadruk daarbij op het eigenlijke politiewerk in plaats van op effecten, pluriformiteit in onderzoeksmethoden, de relatie tussen politie en wetenschap en de herwaardering en aanpassing van problem-oriented policing.

“Onderzoek dat tot een beoordeling van politiewerk wil komen, moet beginnen met de vraag: ‘wat is goed politiewerk’? Deze vraag komt binnen EBP niet aan de orde en laat zich in dat kader ook niet beantwoorden. Bovendien laat deze vraag zich in concrete zin alleen beantwoorden voor een bepaalde context. Dat houdt in dat onderzoek dat als doel heeft een oordeel uit te spreken over hoe goed politiewerk is, altijd moet beginnen met een analyse van wat in de betreffende context goed politiewerk is”.

Downloaden bundel essays Evidence-based policing – Bouwstenen voor een debat in Nederland, Jan Terpstra, Renze Salet (red.), Sdu, Den Haag,  2023: https://beroepseer.nl

Evidence-based policing, Politie en Wetenschap: www.politieenwetenschap.nl/publicatie/bijzondere_publicaties/2023/evidence-based-policing-389

Josine Teeuw promoveert maandag 5 juni: Hoe visie, kennis en tijd uit Den Haag verdwenen

De rijksoverheid is alleen nog maar in staat om ad-hocbeleid te maken, concludeert Josine Teeuw op basis van haar promotieonderzoek. De oorzaak daarvan is het verlies aan visie, kennis en tijd van Tweede Kamerleden, bewindspersonen en ambtenaren in wisselwerking met pragmatisme, bezuinigingen, doelmatigheidsstreven en verzelfstandiging. Volgens Teeuw lijkt Den Haag te zijn vastgeroest in het denken in termen van oplossingen, geld, regels, managen, markt en meten. Financiële doelstellingen vervingen weloverwogen inhoudelijke afwegingen.

Volkshuisvestingsbeleid en het thuiszorgbeleid

Teeuw beschrijft in haar proefschrift deze ontwikkeling en illustreert die met het volkshuisvestingsbeleid en het thuiszorgbeleid. De pragmatische introductie van de huursubsidie in 1970 zette volgens Teeuw het begin van het einde in van de rijksverantwoordelijkheid voor de volkshuisvesting in 1995. De integratie van het kruiswerk en de gezinszorg om doelmatigheidsredenen mondden vanaf het einde van de jaren tachtig uit in een opeenstapeling van ad-hocbeleid in de thuiszorg. Dat leidde tot steeds meer zinloze bureaucratie.

Grabbeltonmodel

Het grabbeltonmodel kan een uitdaging voor nader wetenschappelijk onderzoek zijn, aldus Teeuw. Bovenal biedt het conceptueel kader van visie, kennis en tijd een nieuw gezichtspunt van waaruit de wetenschap naar beleid kan kijken. De belangrijke rol van visie, kennis en tijd in het beleidsproces heeft nog niet eerder zo centraal gestaan.

Proefschrift Ik wil er niets van weten: hoe visie, kennis en tijd uit Den Haag verdwenen, Josine Teeuw: https://research.rug.nl/en/publications/ik-wil-er-niets-van-weten-hoe-visie-kennis-en-tijd-uit-den-haag-v

Promotie Josine Teeuw in
Groningen op maandag 5 juni 2023

De promotie van Josine Teeuw vindt plaats in het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen, Broerstraat 5, op maandag 5 juni 2023 om 12.45 uur.
Meer info op RUG: www.rug.nl/about-ug/latest-news/events/promoties/?hfId=120606


U P D A T E

Bij de rijksoverheid domineert grabbeltonbeleid, door Josine Teeuw, Sociale Vraagstukken, 28 augustus 2023: www.socialevraagstukken.nl/bij-de-rijksoverheid-domineert-grabbeltonbeleid/

Over de werkelijke uitdaging van de werkgelegenheid in Nederland. Ron van Es: Zoals het nu is, kan het niet langer

De Volkskrant meldde dat er elke dag miljoenen platformwerkers algoritmen trainen die bepalend zijn voor toepassingen als ChatGPT. Wie zijn zij?
Ron van Es, oprichter van de School for Purpose Leadership en zich richtend “op een verdiepend en betekenisvol leiderschap in leven en werk” sprak een van hen: Ivan Vojnits, 46 jaar oud, wonend in het zuiden van Nederland en afkomstig uit voormalig Joegoslavië. Vojnits vertelt dat hij talloze brieven schreef om ergens aan de slag te gaan, maar dat lukte niet. Nu werkt hij 15 uur per dag online achter zijn computer voor Amazon Mechanical Turk. Hij voert commando’s in voor allerlei AI applicaties om die zo slimmer te maken, en uiteindelijk zelflerend zoals we dat zeggen. Hij verdient voor die 15 uur per dag tussen de 20 en 50 dollar, een schijntje vergeleken bij wat de ontwikkelaars in Silicon Valley verdienen. “We zijn slechts de schoonmakers van de dure wolkenkrabbers”, verzucht hij. “Wij doen het werk dat iedereen kan, maar niemand wil doen – behalve de mensen die het geld nodig hebben”.

Van Es schrijft dat Vojnits in de schaduw van het bestaan werkt en net als de meeste van deze schaduwwerkers is er geen enkel sociaal vangnet. Het is de moderne slavernij. Hij refereert naar het artikel van Marieke de Ruiter in de Volkskrant.  Zij schrijft dat de positie van microwerkers (ook wel ‘ghost workers’) kwetsbaar is. Net als de platformwerkers van Uber en Deliveroo staan ze niet op de loonlijst van de techbedrijven waarvoor ze werken. Het zijn vogelvrije zzp’ers zonder vangnet, die worden betaald per klus – meestal tussen de 0,05 en 5 dollar. Maar anders dan de platformwerkers van Uber of Deliveroo zijn microwerkers onzichtbaar.

De vakbonden bemoeien zich nauwelijks met de hen. Er is geen zicht op hun arbeidsomstandigheden en het is niet bekend hoeveel microwerkers Nederland telt. Volgens de Sociaal Economische Raad (SER) zou het gaan om ongeveer veertigduizend werkers.

Het ‘nieuwe werken’

Van Es groeide op in de wijk Bloemhof op Rotterdam-Zuid: “Een typische arbeiderswijk, eigenlijk zoals heel Rotterdam-Zuid was. Gebouwd voor de vele arbeiders uit met name omliggende provincies die kwamen te werken in de uitgegraven havens van Rotterdam. Zelf heb ik daar nog de vele kranen gezien die de schepen leeg haalden, de mannen die af en aan liepen om de ladingen te verdelen op vrachtauto’s. Mijn opa was zo’n arbeider, afkomstig uit Brabant, zocht en vond zijn plek tussen de andere arbeiders. Zo groeide een community, of commons zoals we dat vandaag de dag zeggen. Een gemeenschap van gezinnen die elkaar kenden en wisten van elkaars werk en leven. En niet onbelangrijk: wisten wat hun werk was en voor wie ze werkten.
(…)
Waar in vroegere dagen mensen elkaar kenden in de wijken van grote steden is dat nu allang niet meer het geval. De wijk Bloemhof veranderde met de komst van veel arbeidsmigranten en kreeg niet de tijd om die te absorberen op een organische manier. Er waren er domweg te veel en er waren er te veel van verschillende culturen. In de jaren ‘70 en later werd door het neoliberale beleid de groeimotor van de economie aangezet waardoor er meer en meer arbeiders nodig waren. Maar in plaats van hen te begeleiden en te beschermen in een sociaal vangnet, zorg, wonen en onderwijs werd het ‘nieuwe werken’ uitgevonden door de bedrijven. Het idee van eigen keuze in al dat flexwerk bleek een drogreden, de arbeiders werden moderne slaven en de ondernemers lieten de wijken en de mensen aan hun lot over. Waar vroegere saamhorigheid door bedrijven werd gefaciliteerd, denk aan Philips”.

Doorgedraaid

Hoofdeconoom bij ABN AMRO, Sandra Phlippen vertelde in een televisieprogramma dat we als bedrijven én banken misschien wel doorgedraaid zijn in onze eindeloze zucht naar groei:“We zijn in een economie terechtgekomen die ver boven zijn capaciteit opereert waarin wij meer willen dan eigenlijk instrumenten tot onze beschikking hebben. Dat is geen natuur gegeven, ik denk dat we het daarover moeten hebben. We hebben heel veel extra banen gecreëerd en heel veel extra mensen zijn al in Nederland aan het werk, maar als je al maar meer economische activiteiten in gang zet zijn er op een bepaald moment helemaal geen mensen meer”.
We zijn zo bezig geweest met economische groei dat we geen rekening hebben gehouden met de leefomgeving van mensen. Die instrumenten waarop Sandra Phlippen doelt zijn woningen en zorgcapaciteit. Onderwijs, maar ook sociale samenhang en weerbaarheid.
Van Es: “Nederland is het land van de Koopman geworden die de Dominee voorgoed de deur heeft uitgewerkt. Wat is het gevolg?”

Nederland kent momenteel volgens het in maart 2023 verschenen rapport Eigentijdse Ongelijkheid van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) zeven sociale klassen. Onderaan staan de onzekere werkenden en het precariaat die resp. 10 procent en 6,3 procent deel uitmaken van de bevolking.
Onzekere werkenden zijn de microwerkers, de taxichauffeurs van Uber, de oproepkrachten in de verdeelcentra, de thuisbezorgers – allemaal anoniem, allemaal onzeker over hun toekomst. Maar tel daar ook maar de arbeidsmigranten bij op die werken in de glas- en tuinbouw, in de slachterijen, in de bouw. De mensen die het ‘precariaat’, worden genoemd, zijn mensen in de laagste sociale klasse. Zij hebben weinig kans op te klimmen op de maatschappelijke ladder.

De werkelijke uitdaging

Van Es eindigt zijn artikel met:…. “Compassie voor medebewoners, omzien naar nieuwe bewoners, het hoofd bieden aan structurele problemen, de zorg voor sociale cohesie, de transformatie naar een duurzame maatschappij en niet als laatste: een betekenisvolle draai in de gedachte dat de economie moet groeien. De tomeloze groei heeft veel leed gebracht. Het zal anders moeten. Dat is de werkelijke uitdaging die we met elkaar moeten aangaan”.

Lees het hele artikel van Ron van Es: Zo kan het niet langer – De werkelijke uitdaging van onze werkgelegenheid in Nederland, New Financial Forum, 1 juni 2023: www.newfinancialforum.nl/blog/1500/zo-kan-het-niet-langer-de-werkelijke-uitdaging-v
New Financial Forum staat voor een nieuwe economie, dienstbaar aan de samenleving.

Eindeloos stoplichten taggen en praten met Alexa, wie zijn de mensen achter AI? door Marieke de Ruiter, de Volkskrant, 31 mei 2023: www.volkskrant.nl

 

Foto bovenaan is van Aamir Mohd Khan

Geef zorgprofessionals een stem in het publieke debat. Cursus voor werken aan zichtbaarheid en invloed als verpleegkundig opiniemaker

Aan de Fontys Hogeschool is een cursus te volgen die zorgprofessionals aanmoedigt vaker van zich te laten horen. Het nieuwsmedium Bron van Fontys Hogescholen meldt dat drie onderzoekers van Fontys ter aanmoediging om je uit te spreken de cursus Opinieleiderschap voor zorgprofessionals geven: Jessie van Wijk, Fleur Hendrickx en Rick van Loon.
De cursus is een samenwerking tussen de lectoraten Persoonsgerichtheid in een ouder wordende samenleving en Journalistiek en verantwoorde innovatie, en beroepsvereniging NU91. Dertien enthousiaste cursisten werken aan het versterken van hun zichtbaarheid en invloed als verpleegkundig opiniemakers. In mei 2023 produceerden zij podcasts en publiceerden zij opiniestukken in Nederlandse dagbladen.

Een van de cursisten isTeie Salomons. Hij schreef een artikel in dagblad Trouw getiteld De verpleegkundige weet het meest van de patiënt. Salomons is verpleegkundig specialist in de geestelijke gezondheidszorg er pleit ervoor dat alle patiënten een zorgverlener verdienen die bij het regisseren van de zorg hun gezondheid vooropstelt: “Ik heb meestal wel een mening over ons vak, maar om die ook kenbaar te maken, is iets anders”.

In media nauwelijks aan het woord

Zorgprofessionals zoals verpleegkundigen worden in de media nauwelijks als expert aan het woord gelaten. Dat blijkt onder andere uit speurwerk van de drie Fontys-onderzoekers. Tussen 2019 en 2022 spitten ze de landelijke media door op zoek naar publicaties over de zorg en zorgprofessionals. Daarbij keken ze naar wie er aan het woord wordt gelaten en het geschetste beeld.

Niet over hen, maar met hen spreken

Met de cursus willen de onderzoekers zorgprofessionals een stem geven in het publieke debat en binnen de eigen zorginstelling, zodat er niet langer over hen, maar met hen wordt gesproken en beslist. Cursisten leren hoe ze zowel beleidsmatig kunnen meepraten en meebeslissen, als hoe ze zich in het maatschappelijk debat kunnen en durven laten horen.

Deelnemers gaan bijvoorbeeld naar de Tweede Kamer in Den Haag waar ze op bezoek gaan bij beleidsmakers en lobbyisten. Ze oefenen een gesprek voeren met acteurs die zich voordoen als zorgmanagers. Ook leren ze hun mening duidelijk formuleren in een artikel of podcast.
Onderzoeker Rick van Loon: “Pal staan voor je beroep en uitdragen wat je daarvan vindt is belangrijk. Niet alleen voor de ontwikkeling van het vakgebied, maar ook voor jezelf als zorgprofessional”.
Onderzoeker Fleur Hendrickx ziet dat zorgprofessionals die wel met hun mening naar buiten willen komen, vaak op weerstand stuiten van de communicatieafdeling. Een van de redenen daarvoor is dat zorginstellingen bang zijn voor imagoschade. Dat ligt vaak anders voor mensen die een zelfstandiger functie hebben, waardoor zij waarschijnlijk wat meer vrijheid voelen om hun mening te uiten.

Een mooie ontwikkeling

Onderzoeker Jessie van Wijk: “Aan elke zorginstelling ligt van oudsher een organisatiestructuur ten grondslag waarin een manager of medisch specialist de leiding heeft. In sommige instellingen worden momenteel verpleegkundig directeuren aangesteld. Dat is een mooie ontwikkeling, maar moet nog wel goed van de grond komen”.

Lees verder: Zorgprofessionals mogen vaker van zich laten horen, Fontys, 24 mei 2023: https://bron.fontys.nl/zorgprofessionals-mogen-vaker-van-zich-laten-horen/

Bron: https://bron.fontys.nl/

Fontys: https://fontys.nl/

NU’91: https://www.nu91.nl/

Enquête van VvAA naar mogelijkheden verbetering relatie zorgprofessionals en zorgverzekeraars

De beroepsvereniging voor zorgverleners VvAA start in samenwerking met adviesbureau in de zorg SiRM een onderzoek naar de mogelijkheden ter verbetering van de relatie tussen zorgprofessionals en zorgverzekeraars. Aan ruim 16.000 zorgprofessionals wordt eind mei 2023 gevraagd hun ervaringen met zorgverzekeraars mee te delen. De uitkomsten kunnen een belangrijke stap voorwaarts betekenen in het versterken van hun relatie, een van de speerpunten van het Integraal Zorgakkoord (IZA). De resultaten worden dit najaar bekendgemaakt.
Het IZA gaat over zorg die geregeld wordt in de Zorgverzekeringswet (Zvw) en heeft als doel de zorg voor de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Om dit te bereiken zijn afspraken gemaakt tussen het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en dertien partijen in de zorg, waaronder  de overkoepelende organisaties van ziekenhuizen, de geestelijke gezondheidszorg en de ouderenzorg.

Meer vertrouwen en waardering en minder controle en regels

Aanleiding voor het onderzoek zijn, naast de komst van het IZA, de Brede verkenning zorglandschap en de Quickscan Bezieling die VvAA eerder uitvoerde. Daaruit bleek onder andere dat zorgprofessionals sterke behoefte hebben aan meer vertrouwen en waardering vanuit zorgverzekeraars en minder controle en regels.

Het onderzoek richt zich in eerste instantie op beroepsgroepen waarbij deze behoefte sterk naar voren komt: huisartsen, tandartsen, apothekers en fysiotherapeuten. Vragen die aan bod zullen komen zijn bijvoorbeeld: Welke zorgverzekeraar scoort het beste op bereikbaarheid? Bij welke zorgverzekeraar zitten mensen met de juiste kennis van zaken en welke biedt de meeste ruimte voor innovatie?

De huidige relatie blijft vaak steken op kritiek. De focus verleggen naar leren en verbeteren, kan een belangrijke stap voorwaarts betekenen. Beide partijen zijn gebaat bij het onderzoek: zorgprofessionals kunnen per zorgverzekeraar de cruciale elementen in de relatie aangeven, zorgverzekeraars kunnen zien op welke onderdelen zij de grootste verbeterslag kunnen realiseren.

Uitnodiging

Eind mei 2023 ontvangen de ongeveer 16.000 leden van de VVAA een uitnodiging per mail. In de zomerperiode worden de antwoorden verwerkt en in het najaar maakt VvAA de resultaten bekend. In eerste instantie met zorgverzekeraars, vervolgens met haar achterban. VvAA streeft ernaar ook bij de opvolging betrokken te zijn, naar verwachting in voornamelijk een verbindende rol. De exacte opvolging zal tot stand komen in samenspraak met zorgprofessionals en zorgverzekeraars.

Voor vragen: contact opnemen met afdeling Corporate Communicatie van VvAA: communicatie@vvaa.nl

VvAA-onderzoek zorgverzekeraars: wat gaat goed en wat kan er beter? VvAA, 17 mei 2023: www.vvaa.nl/nieuws-en-kennis/nieuws-en-artikelen/onderzoek-zorgverzekeraars

Bezielingsscan 2022: www.vvaa.nl

Integraal Zorgakkoord (IZA): www.rijksoverheid.nl

Resultaten van brede verkenning van zorglandschap: Grote kloof tussen beleid en praktijk, Blogs Beroepseer, 17 februari 2022: https://beroepseer.nl

U P D A T E

Zorgverzekeraars en -professionals: verschillen onder ogen zien voor verbetering, VvAA,
1 november 2023: www.vvaa.nl/nieuws-en-kennis/nieuws-en-artikelen/blog-onderzoek-verbetercyclus

Rapport Van verschil naar verbetering – De ervaring van praktijkhouders met zorgverzekeraars, SiRM en VvAA, september 2023: https://media.umbraco.io/vvaa/5wqpw5h3/onderzoek-vvaa-en-sirm-van-verschil-naar-verbetering.pdf

 

Afbeelding bovenaan is van Gino Crescoli

Zorgelijke tijden – de musical

De robot genaamd Sara komt binnen. In de kamer zitten een jonge man en vrouw, ‘ontwikkelaars van autonome sociale robots’ die erg hun best doen de ouderen in het verzorgingshuis enthousiast te maken voor ‘interactie’ met Sara. In de kamer zit een oudere man in een rolstoel. De vrouw zegt tegen de oudere man: “U kunt vandaag gezellig wat tijd met Sara doorbrengen”.
Bewoner: “Met dat ding. Nooit van z’n leven. Als dat vermaak is, dan mankeren we iets aan ons hoofd”.
Jonge man: “Wilt u uw bloedsomloop niet een beetje stimuleren?”
Oudere man: “Ik heb geen zin in lichaamsbeweging. Laten we samen iets leuks doen”.
Jonge man: “Als u zelf zin hebt om wat te bewegen, komt Sara naar u toe met wat arm- en beenoefeningen”.
Oudere man: “Dat hoeft niet hoor”.
Jonge man: “Hoe vindt u het om even met Sara samen te zijn?”
Oudere man: “Wanneer is dat ding gebouwd?”
Jonge man: “Het is vrij nieuw. Ik denk dat het voor een deel…”
Oudere man: “Hij was nieuw toen ze hem kochten”.
En dan grappend, kijkend naar de vrouw in de kamer: “Die meid die daar staat, daar wil ik wel wat lichaamsbeweging mee doen. De oude instincten doen het nog”.
De robot draait zich om en glijdt de kamer uit. Langzaam verdwijnt Sara uit beeld.

De documentaire Zorgelijke tijden – de musical gaat over ouderenzorg in Finland. Interviews worden afgewisseld met observaties uit de praktijk, waarin zorgrobots en afstandszorg als kostenbesparende oplossingen zijn ingevoerd. Door de film heen zijn muzikale intermezzo’s ingelast: vermoeide verpleegkundigen en gelaten ouderen zingen liederen, gebaseerd op anonieme brandbrieven van zorgpersoneel. Het zijn hypnotiserende liederen over de dagelijkse praktijk van verpleegkundigen die onder vaak erbarmelijke omstandigheden moeten werken en de angstige gedachten van ouderen die zich overbodig en tot last voelen.

Zorgelijke tijden is uitgezonden op NPO2 op woensdag 24 mei 2023 om 22.50 uur. De Engelse titel luidt: Ruthless Times – the musical. Regie: Susanna Helke. Muziek: Anna-Mari Kähärä. Duur 89 min.

Efficiency en kosten de belangrijkste thema’s

Marja Vaarama, emeritus hoogleraar sociaal werk aan de Universiteit van Oost-Finland heeft meegewerkt aan het voorbereiden en becommentariëren van wetgeving, aanbevelingen en scenario’s aangaande de ouderenzorg. Vaarama heeft de afgelopen veertig jaar de problemen in de zorgverlening voor ouderen in honderden studies en publicaties aan de orde gesteld. Ze vertelt in de documentaire dat de jaren negentig een belangrijk keerpunt in Finland waren.Toen kwam het idee op dat de publieke sector inefficiënt was. Dat was in 1995, vlak na de recessie die volgde op de bankencrisis waar heel Scandinavië onder leed. Er kwamen grote bezuinigingen op de ouderenzorg. Vaarama: “Het was meedogenloos. We zagen vaak berekeningen waarin ouderen een enorme post vormden.Toen bedachten ze de “afhankelijkheidsratio”. Ze keken naar de economie en berekenden de afhankelijkheidsratio. Die berekeningen liepen vaak erg uiteen, bij de onderzoeksinstituten en ministeries. Maar ze wisten het idee wel te verkopen aan de Finse bevolking.
De Finnen hebben de afhankelijkheidsratio omarmd. Publieke diensten stonden als slecht te boek, dus werd besloten ze te privatiseren. Begin deze eeuw streken ze neer in Finland: durf-kapitalisten kochten kleine familiebedrijven op die het goed deden in de ouderenzorg. Overal werd de economische benadering op toegepast. Dat drong ook door tot de zorgsector. Efficiency en kosten werden de belangrijkste thema’s. De zorg werd onderworpen aan een zakelijke benadering. En eerlijk gezegd gaat het ethos van geld verdienen niet samen me het ethos van zorg verlenen”.

De snel toenemende vergrijzing zorgt in Finland voor een grote druk op het geprivatiseerde zorgsysteem. De kloof tussen vraag en aanbod groeit en er is een enorm personeelstekort.

Het koor van ouderen zingt:

De afhankelijkheidsratio dat zijn wij.
De piramide staat op zijn kop. De onderkant staat boven, zo breed als maar kan.
In het land van begrotingstekorten zijn wij een schommeling in de afhankelijkheidsratio.
De publieke sector dat zijn wij. Veel te groot geworden. Een verwarde sector, misplaatst.
Wij zijn met teveel. En we hebben teveel kwalen. Wij zijn het risico aan de uitgavenkant. Wij zijn de eeuwige wanverhouding, tussen inkomsten en uitgaven.
Wij zijn een land van excessieve schulden. We knabbelen op geleend geld. .
Het land van mensen die ver over de datum zijn.
Een demografisch defect. Het land van begrotingstekorten.

Het koor van verpleegkundigen zingt:

Tegen een verpleegkundige kan iedereen maar zeggen wat er in hem opkomt.
Ik heb vaak meegemaakt dat er fouten werden gemaakt met medicatie.
Wij mochten de familie niet vertellen dat we onderbezet waren.
Er was geen tijd meer voor activiteitenbegeleiding.
Onze werkdruk is toegenomen, we hebben nergens tijd voor.
We nemen al geen pauzes meer.
Wij zijn het laagste, iedereen staat boven ons. Ik ben doodmoe, doodmoe.

Zie hieronder de video, terug te zien op site HUMAN

2Doc: Zorgelijke Tijden – De Musical, Human, 24 mei 2023: www.human.nl

Fins koor zingt klaagzang in documentaire over ouderenzorg, VPRO gids, 15 mei 2023:
www.vprogids.nl/

Waarom geven al die onderwijsadviseurs zelf geen les?

Eus van Hove vroeg zich af waarom al die onderwijsdeskundigen zelf geen les geven?. Van Hove is microbioloog met een eerstegraads onderwijsbevoegdheid; hij geeft vier dagen per week les.

Hij schrijft: “De kwaliteit van het onderwijs in Nederland loopt al jaren terug. De Onderwijsinspectie stelt in de Staat van het Onderwijs 2023 vast dat leerlingen en studenten nog steeds hun opleiding afronden met taal- en rekenniveaus die niet voldoende zijn om zich te kunnen redden in de maatschappij. Deze dalende lijn van onderwijskwaliteit staat in schril contrast met de explosieve stijging van het aantal onderwijsadviseurs in Nederland. Het aantal onderwijsadviseurs nam toe van 17 duizend in 2006 naar 61 duizend in 2021.

Het lerarentekort in Nederland is een groot en groeiend probleem. Momenteel is er naar schatting een tekort van 9.700 fte. Dat is 9,5% van de totale werkgelegenheid voor leraren. Maar er lijkt een taboe te liggen op de oorzaak van het lerarentekort. De Rijksoverheid komt in de ‘Aanpak lerarentekort’ niet verder dan het noemen van verschillende redenen: er komen niet genoeg leraren bij, veel oudere leraren gaan met pensioen en er is krapte op de arbeidsmarkt (Ministerie OCW).
Jacqueline Bulterman doorbreekt het grote taboe in onderwijs met haar onlangs verschenen boek ‘Het lerarentekort, pleidooi voor vakmanschap‘. Zij beschrijft de ‘gespleten kennisinfrastructuur’ in het onderwijs; de wetenschap (kennisontwikkeling) opereert gescheiden van het vakmanschap (handelen). Het belangrijkste werk in het onderwijs heeft de laagste status”.

Vraag op Twitter

De vraag waarom al deze deskundigen geen les geven heeft Van Hove in mei 2023 geplaatst op Twitter. Daar werd de tweet ruim 58.000 maal bekeken met meer dan 1200 interacties en 77 antwoorden.

Een van de antwoorden luidde: “Onderwijsadviseur verdient beter”.
Een andere: “Na 25 jaar voor de klas ben ik er ook helemaal klaar mee. Teveel frustratie. Altijd tekort schieten, weinig tot geen waardering. Te grote klassen, veel problemen, gezagscrisis etc.”
Of: “Praten over werk verdient beter dan werken”. En: “Je kunt in dit land ‘onderwijskundige’ zijn zonder ooit zelf een seconde voor de klas te hebben gestaan”.

Lees verder op Twitter Eus van Hove: https://twitter.com/eusvanhove/status

Website Eus van Hove: www.eusvanhove.nl

Onderwijsadviseurs gaan weer lesgeven, Eus van Hove, 24 mei 2023: www.eusvanhove.nl/waarom-geven-al-deze-onderwijsadviseurs-geen-les/#more-6305

 

Een twitteraar plaatste als commentaar deze illustratieve tekst over Management

Interview met huisarts Robert-Jan van Rijn in AD

“Beste allemaal. Deze praktijkhouder gaat voorlopig op zwart. Leeg en moegestreden. Klaar met alle administratieve ballast, verplichte vinkjes op in te dienen excel-sheets, WSV-projecten voor de bühne van de ZV’s, huisvestingslasten die amper te dragen zijn, loterijen waaraan je moet meedoen om wat meer tijd voor de patiënt te kunnen krijgen. Oplopende kosten van personeel, ICT enz enz met ontoereikende indexatie die je daarvoor krijgt. Geen enkele support die je als individuele praktijkhouder verder concreet ervaart van ZV, NZa of beroepsorganisaties…. Ik doe even nergens meer aan mee. Geen projecten, geen WSV, geen FTO enz enz.

Het is niet anders voor nu. Als ik door zou gaan op oude voet kent Nederland anders weer een jonge praktijkhouder minder…”

Deze woorden zijn afkomstig van huisarts Robert-Jan van Rijn uit Alphen aan den Rijn op LinkedIn, begin mei 2023.

Boze of ontevreden mensen

Tegen Harrie van Opstal van het Algemeen Dagblad (AD) van 21 mei 2023 zegt Van Rijn tijdens een interview dat je “in dit vak bijna dagelijks wordt geconfronteerd met boze of ontevreden mensen, die via een omweg hun zin proberen te krijgen”.
Terwijl hij dacht dat hij naar eer en geweten zijn werk als huisarts deed, dacht de familie van een patiënt er anders over. Van de ene op de andere dag was Van Rijn doelwit van een heftige lastercampagne op internet. Hij werd aan de online schandpaal genageld omdat hij een verkeerd medisch oordeel had gegeven volgens de nabestaanden van een 85 jarige man. Deze overleed op 14 februari 2021. Uit onderzoek bleek dat het slachtoffer positief getest was op corona en dat er verder geen aanwijzingen waren naar een mogelijke andere doodsoorzaak. Van Rijn vulde daarom het coronavirus als vermoedelijke doodsoorzaak in. Volgens de zoon kon dit geen doodsoorzaak zijn. Hij stelde dat zijn vader al jaren hartpatiënt was en zich prima voelde op de dag voor zijn overlijden. De huisarts krijgt daarom een ultimatum voorgesteld: de doodsoorzaak herzien of onderzocht worden door het Medisch Tuchtcollege. Bovendien publiceerde de familie van de overledene artikelen op internet, met naam en foto van Van Rijn plus het adres van zijn praktijk.
Prompt kwam er een stroom haatzaaiende berichten op gang met soms regelrechte doodsbedreigingen: ‘moordenaar’, ‘nazizwijn’, ‘zet die huisarts tegen de muur’.
Nadat het Tuchtcollege had vastgesteld dat Van Rijn als huisarts zorgvuldig had gehandeld, spande Van Rijn een rechtszaak aan tegen de zoon. Uiteindelijk stelde de strafrechter vast dat onder meer laster is bewezen. De zoon is op 28 maart 2023
veroordeeld tot een (deels voorwaardelijke) geldboete en een vergoeding aan de arts voor immateriële schade.
Al met al is Van Rijn twee jaar bezig geweest met de lasterkwestie.

Ook aan de kant van de patiënt mag wat gebeuren

Van Rijn heeft de nodige reacties van collega’s gekregen naar aanleiding van de recente rechtszaak: “Velen vinden het goed dat er een streep in het zand wordt getrokken. Weet je, meestal zuchten we als huisartsen dit soort incidenten weg. Maar ten diepste zie je dat medici hier meer en meer tegenaan lopen. Een vervelende of zelfs agressieve bejegening… Er zijn erg veel korte lontjes”.

Deels is die eisende houding verklaarbaar, geeft Van Rijn meteen toe. “Mensen zijn mondiger geworden. Ze gaan eerst zelf op internet zoeken. En – zeker sinds corona – kent het leven veel meer onzekerheid. Mensen zijn bezorgder.  (…) Mensen voelen zich klem zitten, alles is veel strikter geregeld. En dan groeit de neiging om de dokter te vragen het maar even op te lossen”.

“Mensen voelen zich afgescheept als ze in eerste instantie pijnstillers voorgeschreven krijgen. Antibiotica wordt als een wondermiddel beschouwd. Waarom gedragen zij zich als een verwend kind dat z’n zin niet krijgt? Echt, het is bijna dagelijks dat we een dreigement naar het hoofd geslingerd krijgen. Voor je het weet word je als arts geframed dat je zorg zou weigeren’’.
(…)
“Tijdens die lasterkwestie ben ik geschrokken van hoe kwetsbaar je bent als dokter. De eerste reflex is om wat meegaander te zijn. Maar ik merk dat ik inmiddels toch wat defensiever word en mijn zelfvertrouwen herwin. Ik durf zo nodig weer ‘nee’ te zeggen. Het is vooral de manier waarop je dat doet. Je kijkt toch altijd hoe je jezelf kunt verbeteren. En die omgang met de patiënt is soms een hele kunst, zeker als je de de persoon tegenover je niet kent’’.

Van Rijn zou graag zien dat ook de patiënt zijn houding gaat veranderen: “Ik ben bang dat de wal het schip keert. Mensen beseffen vaak niet dat de HAP*) een noodvoorziening is. De zorg verschraalt omdat er te weinig nieuwe aanwas is en de kosten stijgen. Ook gaat de vergrijzing voorlopig nog wel door. HAP’s denken al na of zij strenger moeten worden in het bepalen van ‘levensbedreigende spoed’. En klachten daarover worden minder vaak gehonoreerd, verwacht ik. Daar moet de maatschappij aan wennen. Je mag straks al blij zijn áls je je eigen huisarts hebt’’.

Tot slot vertelt Van Rijn dat de animo om praktijkhoudend huisarts te zijn daalt: “Dokters raken vaker uit de running door een burn-out. Het is teveel wat ze op zich af krijgen. Ik ben nu dertien jaar werkzaam als huisarts en heb ik in die tijd al drie collega’s verloren aan suïcide’’.

Een behartenswaardig advies sluit het interview af. De moeder van Van Rijn had in de gang een verbandkast “waarin pleisters, verband, jodium, pijnstillers en weet ik wat allemaal zat. Tegenwoordig lijkt in dat kastje op de gang alleen het kaartje van de HAP te liggen. Ik hoop van harte dat dát gaat veranderen. Dat iedereen, thuis of misschien wel op school, gewoon weer de broodnodige medische zelfzorg leert’’.

Lees het hele interview Hoe huisarts mikpunt op internet werd, omdat familie het niet eens was met doodsoorzaak, door Harrie van Opstal, Algemeen Dagblad, 21 mei 2023: www.ad.nl/binnenland/hoe-huisarts-mikpunt-op-internet-werd-omdat-familie-het-niet-eens-was-met-doodsoorzaak~aa4e7725/

‘Dood door covid-19? Dat kan niet en pikken we niet!’, door Simone Pauw, Medisch Contact, 13 januari 2023: www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/dood-door-covid-19-dat-kan-niet-en-pikken-we-niet

Man (58) verspreidt online haatberichten over Alphense huisarts en wordt veroordeeld door rechter, Alphens.nl, 29 maart 2023: www.alphens.nl

Noot
*) HAP = Een huisartsenpost (HAP) of dokterswacht is een regionaal centrum voor huisartsgeneeskundige spoedzorg buiten de normale praktijktijden.

Aanbevolen

Defensieve zorgverlening, trendrapport VvAA i.s.m. Stichting Beroepseer. Van defensieve zorgverlening is sprake als een zorgverlener door druk van patiënten en hun familie of derden, zoals zorgverzekeraars en IGZ, andere zorg verleent dan hij volgens zijn professionele inzicht nodig acht. Klik hier voor downloaden.

Patiëntenbelang onder druk door spagaat zorgverlener, Blogs Beroepseer, 29 maart 2016: https://beroepseer.nl/blogs/zorg/patientenbelang-onder-druk-door-spagaat-zorgverlener/

Een brutaal mens heeft de halve wereld. Over toename van defensieve zorgverlening en de weerbaarheid van de huisarts – Stichting Beroepseer, Blogs Beroepseer, 18 augustus 2017: https://beroepseer.nl

 

Nieuw boek van Herman Tjeenk Willink gepresenteerd: ‘Het tij tegen’

Het nieuwe boek van Herman Tjeenk Willink gaat over de democratische rechtsorde als fundament: Het tij tegen. Vijf personen namen de eerste exemplaren in ontvangst tijdens de presentatie op de Campus Den Haag van de Universiteit van Leiden op 16 mei 2023: Huri Sahin, burgemeester van Rijswijk; Caspar van den Berg, bestuurskundige, bijzonder hoogleraar Transities in de publieke sector en lid van de Eerste Kamer; Esther Bodde, ambtenaar bij de Belastingdienst; journalist Mark Lievisse Adriaanse en cabaretière Claudia de Breij.

Voldoen aan de eisen van democratie en recht

Meer dan een halve eeuw was Herman Tjeenk Willink (geb. 1942) direct betrokken bij ontwikkelingen in en rond de overheid: als publieke ambtsdrager, als maatschappelijk bestuurder, als kritische beschouwer. Hij werd niet moe erop te wijzen dat de overheid in haar beleid én functioneren moet voldoen aan de eisen van democratie en recht. Die bieden burgers zekerheid: de zekerheid dat ieder zijn zegje kan doen en wordt gehoord, de zekerheid dat ieder gelijk is voor de wet en rechtsbescherming geniet, de zekerheid dat de overheid zegt wat zij doet en doet wat zij moet doen.
Door de dominantie van het geld als ijkpunt voor beleid en het managementdenken zijn de zekerheden gestaag uitgehold. Dáártegen komen burgers – terecht, en niet voor het eerst – in opstand.

Tjeenk Willink was onder meer voorzitter van de Eerste Kamer, vicepresident van de Raad van State en meermalen kabinetsinformateur. Hij publiceerde recentelijk de boeken Groter denken, kleiner doen en Kan de overheid crises aan?. In 2022 ontving hij de Prinsjesprijs vanwege zijn bijzondere betekenis voor het parlement en de democratie in Nederland. De jury: “Met al zijn publicaties heeft hij min of meer een handboek geschreven dat populair gezegd als stevige basis kan gelden voor politiek crisismanagement”.

Medeverantwoordelijkheid

In het Woord vooraf schrijft Tjeenk Willink: “Het boek verschijnt op een moment dat de overheid op veel fronten hapert en burgers hun ongenoegen daarover uiten. Maar ook op een moment dat het belang en de belangstelling voor beleid, functioneren en inrichting van de overheid weer toenemen. Het besef groeit dat de weg die we 40 jaar collectief hebben bewandeld doodloopt. Maar het besef dat een weg doodloopt betekent niet dat ook duidelijk is welke weg wel moet worden ingeslagen. Als economische groei via de private sector na 40 jaar toch niet het belangrijkste ijkpunt voor succesvol overheidsbeleid blijkt te zijn, wat is dat ijkpunt dan wel? Als na 40 jaar het besef doordringt dat de overheid toch meer is dan een bedrijf dat goed gemanaged moet worden, is daarmee dat meerdere nog niet duidelijk. Zonder een gemeenschappelijk ijkpunt, zonder duidelijkheid over waarom en waardoor de overheid juist geen bedrijf is, zal misschien wel het praten over maar niet het handelen van de overheid veranderen. Zeggen en doen, verwachtingen en resultaten zullen dan nog verder uit elkaar lopen, zoals bijvoorbeeld nu bij de compensatieregeling toeslagen.
[…]
In mijn beschouwingen is de nadruk steeds meer op de medeverantwoordelijkheid komen te liggen. Het gaat uiteindelijk om het morele besef, bij ieder van ons, van wat wel en niet mag. Vind ik dit rechtvaardig? Is dit proportioneel? In een democratische rechtsorde worden die vragen niet alleen binnen de overheid gesteld, maar ook in de samenleving; niet alleen door ambtsdragers, ook door burgers; niet alleen in Den Haag, ook op de Zuidas.”

25 jaar geleden een van de beste uitvoerende diensten

Bij het in ontvangst nemen van het boek door Esther Bodde, werkend bij de Belastingdienst,  ging Tjeenk Willink in zijn toespraak in op de kloof tussen beleid en uitvoering in de praktijk en de gevolgen van verkeerde politieke beslissingen: “In mijn beschouwingen over het functioneren van de overheid neemt de uitvoering een belangrijke plaats in. De professionals op de werkvloer – van huisartsen tot medewerkers van de belastingdienst – zijn de verbinding tussen de Haagse werkelijkheid en de maatschappelijke werkelijkheid waarin burgers leven. Zij beschikken over veel kennis en ervaring. Met hun mogelijkheden en grenzen wordt in Den Haag echter zelden rekening gehouden. Veel van hun problemen zijn dan ook terug te voeren op beslissingen van regering en parlement: tegenstrijdige politieke eisen, bezuinigingen, taakverzwaring, reorganisaties, privacyregelingen, et cetera. Maar als het (bijna onvermijdelijk) misgaat wordt met de beschuldigende vinger naar de professionals op de werkvloer en hun organisaties gewezen.
Zonder opeenvolgende politieke beslissingen sinds 2004 zou de toeslagenaffaire niet zijn ontstaan. Maar tot nu toe wil de Kamer van geen medeverantwoordelijkheid weten. De politiek verantwoordelijke staatssecretarissen van Financiën deden in april 2020 aangifte tegen de (eigen) belastingdienst (30.000 mensen) ‘wegens vermoeden van knevelarij en beroepsmatige discriminatie’. Naar mijn oordeel, toen en nu, een uiting van bestuurlijke onmacht in een vooral door de politiek veroorzaakt probleem, na het uitbrengen van een rapport (POK), waarin elke deugdelijke analyse ontbrak. Die beslissing werkt tot op de dag van vandaag door in de dienst, die 25 jaar geleden een van de beste uitvoerende diensten was”.

Zoals het nu gaat, gaat het mis. We moeten gezamenlijk aan de bak. Want we kunnen er wat aan doen. Het tij keren bevat een selectie uit Tjeenk Willinks betogen van de afgelopen tien jaar met een terugblik op de context waarin ze werden uitgesproken of geschreven.
Meer info bij uitgeverij Prometheus: https://uitgeverijprometheus.nl/boeken/tij-tegen-paperback/


Op de foto: Caspar van den Berg (links) en Herman Tjeenk Willink (rechts) tijdens de presentatie van Het tij keren.
Caspar van den Berg: “Geen ander idee dan de democratische rechtsstaat biedt ons de vrijheid én de bescherming om onszelf te ontplooien, en geen ander idee dan de democratische rechtsstaat verbindt Nederlanders in hun ontzuilde, grotendeels ontkerkelijkte, en in cultureel en ruimtelijk opzicht pluralistische samenleving”.