Skip to main content

Redactie Beroepseer

Promotieonderzoek ouderenzorg: zorgverleners lijden onder gebrek aan waardering voor hun werk en worden slecht betaald

Veel onderzoeken over problemen in de ouderenzorg richten zich op werkdruk, personeelstekorten en administratieve last. Met haar onderzoek onder laagbetaalde zorgprofessionals in de ouderenzorg heeft Saskia Duijs zichtbaar gemaakt wat de verborgen en verzwegen redenen zijn die de gezondheid van zorgmedewerkers onder druk zetten. Saskia Duijs promoveerde aan de Vrije Universiteit op 17 maart 2023 op het proefschrift The Caring Class dat ingaat op gezondheidsongelijkheid onder betaalde zorgmedewerkers.

Onder begeleiding van fotograaf Janine Schrijver fotografeerden zorgmedewerkers en mantelzorgers in 2018 en 2019 hun eigen leven en werk. Hieruit selecteerden de medewerkers de voor hun meest aansprekende foto’s. Daarnaast gingen de onderzoekers en medewerkers samen in gesprek met collega’s, beleidsmakers en zorgorganisaties. De thema’s die duidelijk naar voren kwamen, waren armoede, racisme en discriminatie. In de tweede fase van het onderzoek, tussen 2019-2021, namen de onderzoekers van Amsterdam UMC 153 interviews bij zorgmedewerkers af en analyseerden die.

De onderzoekers waren op zoek naar de manier waarop maatschappelijke ongelijkheden doorsijpelen naar de werkvloer, met name in de zorg voor ouderen. Duijs: “Over armoede, discriminatie en racisme wordt in de zorgsector te weinig gesproken. We hebben onderzocht wat de impact hiervan is op de gezondheid van zorgmedewerkers en op de keuze om zzp’er te worden”.

Gebrek aan waardering

Er werd niet alleen gekeken naar ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, maar ook tussen mensen met en zonder geldzorgen en tussen witte mensen en mensen van kleur. Zo kwam uit het onderzoek naar voren dat alle betaalde zorgverleners lijden onder het gebrek aan waardering voor hun werk. Daarnaast bleek dat met name de korter opgeleide vrouwen financieel echt in de knoop komen, zeker als ze thuis ook nog voor iemand moeten zorgen. Dit is het gevolg van de lage lonen in combinatie met kleine contracten. Ook bleek dat witte mannelijke medewerkers vaker meer kregen betaald dan hun vrouwelijke collega’s of vaker een leidinggevende functie kregen. De mannen met donkere huidskleur moesten harder werken om deze voordelen te krijgen.

Moeilijk kunnen rondkomen in loondienst

De slecht betaalde banen in de ouderenzorg zorgen er ook voor dat mensen in loondienst moeilijk kunnen rondkomen. De financiële zorgen die daarbij kunnen ontstaan kunnen leiden tot allerlei andere moeilijkheden zoals psychosociale problemen of ziekte. Angst voor armoede en schulden is vaak ook de reden voor zorgmedewerkers om te kiezen voor het onzekere werk als zzp’er. Zo koos een moeder van een kind met een kwetsbare gezondheid om verder te gaan als zzp’er. Toen de coronapandemie uitbrak moest ze kiezen tussen onbeschermd doorwerken met alle risico’s van dien voor haar kind, of tijdelijk niet werken en in de schulden komen.

Zzp’ers verdienen meer aandacht

Daarnaast bleek dat de zzp’ers meer uren werkten of werkten ze door als ze ziek waren om geen inkomsten mis te lopen. Ze ervoeren stress of waren moe en uitgeput. Het zzp-schap was voor hun gezondheid minder goed. Onderzoeker Petra Verdonk: “We zien dat door zzp-schap mensen uit beeld raken, in ieder geval van zorgorganisaties of gemeenten die in de gelegenheid zijn om te helpen. Dit onderwerp verdient veel meer aandacht, zeker met de huidige inflatie en verwachte recessie, en kan ook niet opgelost worden door zorgmedewerkers en zorgorganisaties alleen. Het is daarbij zorgwekkend dat we meerdere zzp’ers van kleur spraken die door de toeslagenaffaire geen beroep meer durven te doen op toeslagen, zoals de Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers) tijdens de covid-19-pandemie”.

Saskia Duijs: “Met het onderzoek willen we de vaak onbesproken oorzaken van verzuim en uitstroom onder de aandacht brengen bij zorgorganisaties en beleidsmakers, om bij te dragen aan de verbetering van de arbeidsomstandigheden. Dat is zeer belangrijk, zeker nu het tekort aan zorgpersoneel alleen maar groter wordt”.

Passage uit artikel met interview met Saskia Duijs in weekblad
De Groene Amsterdammer:

Vaak nemen medewerkers in de ouderenzorg ook in hun persoonlijke leven veel zorgtaken op zich, als ouder of mantelzorger bijvoorbeeld. „Je ziet dat het een zorgzame groep is. Dat maakt het ook een kwetsbare groep.”

Voor haar onderzoek nam Duijs 153 interviews af, vooral bij ‘helpenden’ en ‘verzorgenden’. Dat zijn de mensen ‘aan het bed in de laagste loonschalen, met maandsalarissen van 1.900 tot 2.500 euro bruto bij een voltijdbaan. Deeltijdbanen, met salarissen tussen de 1.200 en 1.800 euro bruto, komen vaker voor. In grote steden gaat het vaak om vrouwen met een migratieachtergrond, zag ze. Hoge werkdruk, lage lonen en racisme in de zorg – zowel van cliënten als van opdrachtgevers – drukken deze mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt verder de marge in, zag Duijs. Zij beschouwt deze groep als een aparte klasse in de samenleving: the caring class. In haar proefschrift spreekt ze van ‘precarisering’ van deze zorgende klasse.

In de coronapandemie moest de ouderenzorg vechten voor een plek aan tafel, terwijl in die sector de hardste klappen vielen

Wat is precarisering?

„Dat is wanneer mensen niet meer kunnen rondkomen van hun werk en in armoede dreigen te belanden, of daar al zijn, of wanneer mensen zo hard moeten werken dat hun gezondheid eronder lijdt. Precarisering ontstaat niet vanzelf. Het is geen natuurwet, maar gevolg van beleid. We moeten niet alleen beschrijven dat het steeds meer mensen overkomt, we moeten kritisch kijken naar de politieke keuzes die dit in de hand werken”.

Proefschrift: The Caring Class: Precarization of paid care workers in long-term care and its relation to health, an intersectional perspective, Saskia Elise Duijs, 17 maart 2023: https://doi.org/10.5463/thesis.55

Armoede en discriminatie groot probleem in de ouderenzorg, Vrije Universiteit: https://vu.nl/nl/onderzoek/armoede-en-discriminatie-groot-probleem-in-de-ouderenzorg

‘Wij zijn slijtende werkpaarden’ , door Roos Menkhorst en Catrien Spijkerman, De Groene Amsterdammer, 15 maart 2023: www.groene.nl/artikel/wij-zijn-slijtende-werkpaarden

Saskia Duijs op Linkedin: https://nl.linkedin.com/in/saskiaduijs

 

Afbeelding bovenaan: omslag van proefschrift met foto gemaakt door Janine Schrijver

Achter kunstmatige intelligentie schuilt heel wat mensenwerk

“Om kunstmatige intelligentie bruikbaar te maken, is er heel wat menselijke arbeid nodig en die speelt zich grotendeels af achter de schermen”. In het artikel van Elisa Hulstaert voor het Belgische weekblad Knack legt Stefan Lefever uit hoe mensen worden uitgebuit in de wereld van technologie en kunstmatige intelligentie (artificiële intelligentie, AI). Lefever is technisch directeur digitale transformatie bij Imec, onderzoekscentrum voor nano-elektronica en digitale technologie met hoofdvestiging in Leuven.

Heel wat machines, lezen we in Knack, lijken op eigen houtje te denken, te leren en beslissingen te nemen vanwege artificiële intelligentie (AI). Dankzij AI tonen navigatieapps je op elk moment van de dag de snelste route, helpen slimme thermostaten je energie te besparen en doen streamingdiensten aanbevelingen die passen bij je persoonlijke filmsmaak. We beseffen evenwel niet dat achter de ‘slimme’ technologie vaak nog een leger mensen schuilgaat dat het eigenlijke werk verricht.

Bijzonder weinig betaald

In het Noorden van Antananarivo, de hoofdstad van Madagaskar, monitort een team van 126 mensen in realtime videobeelden van ‘slimme’ bewakingscamera’s in een Franse supermarkt. Als zij iets verdachts opmerken, sturen ze de veiligheidsagent in de winkel een bericht zodat hij in actie kan komen.
“Die 126 mensen in Madagaskar vormen al jaren de zogezegde artificiële intelligentie achter de slimme camera’s”, zegt de Frans-Italiaanse socioloog Antonio Casilli tijdens een online presentatie voor de European Trade Union Institute (ETUI). Casilli schreef het in 2019 gepubliceerde boek En attendant les robots, enquête sur le travail du clic: “Het zijn mensen die naar Europese normen bijzonder weinig betaald worden”. Soms is het goedkoper om werknemers in lagelonenlanden in te schakelen dan om artificiële intelligentie te trainen. Om goede resultaten op te leveren, moet dat systeem het onderscheid kunnen maken tussen klanten die hun telefoon in hun broekzak steken en klanten die een chocoladereep wegmoffelen. Makkelijk voor mensen, maar moeilijk voor artificiële intelligentie.

Stefan Lefever: “Ïn de beginjaren van artificiële intelligentie werd er vooral gefocust op de algoritmes. Vandaag worden heel wat bestaande algoritmes beschikbaar gesteld en kun je die als ontwikkelaar relatief makkelijk gebruiken. Daardoor is de kwaliteit van de data belangrijker geworden. Die moet continu verbeterd worden, maar dat is een repetitief en tijdrovend proces”.

Terwijl AI sterk is in het maken van complexe berekeningen, mist het de cognitieve vaardigheden die de gemiddelde vijfjarige wel heeft. Kinderen weten dat een netjes gekapte poedel en een stoere rottweiler allebei honden zijn. Om datzelfde inzicht te verwerven, heeft AI eerst een enorme hoeveelheid bruikbare data nodig. Maar vooraleer data bruikbaar zijn, moeten ze verzameld, voorbereid en gelabeld worden.
Lefever: “Afhankelijk van de complexiteit van de data gaan verschillende profielen ermee aan de slag. Dat kunnen data-analisten, -wetenschappers of -ingenieurs zijn, en dat zijn dure profielen om in te schakelen. Bovendien kunnen domeinexperts, zoals artsen die tumoren aanduiden op röntgenfoto’s, geen patiënten behandelen zolang ze data aan het labelen zijn. Niet alleen hun werk, maar ook hun tijd is kostbaar. Daarom wordt naar alternatieven gezocht”.

Sinds 2005 zijn er bedrijven op internet bezig via platformen met zoeken naar mensen die eenvoudige taken voor een paar cent per opdracht online uitvoeren. Ze tekenen bijvoorbeeld vierkanten rond tomaten of olijven in salades, zodat slimme apps je op basis van een foto kunnen vertellen hoeveel calorieën je bord telt. Het zijn taken die nodig zijn om artificiële intelligentie te trainen en slim te doen lijken.
Niet alleen grote techbedrijven als Meta, Amazon of Google doen een beroep op zulke outsourcingsdiensten, maar ook startups. Via platform Amazon Mechanical Turk zijn dat 500.00 mensen uit 200 landen.

Onzichtbaar

De Amerikaanse computerwetenschapper Timnit Gebru met specialiteit algoritmische vooringenomenheid en datamining: “Elke zogenaamde automatisering levert een nieuwe groep uitgebuite arbeiders op. Die arbeiders blijven vaak onzichtbaar, maar maken het leven van het brede publiek wel een stuk makkelijker”.

Het idee dat technologie ons werk overneemt, blijkt voorlopig ongegrond. Studies tonen aan dat het ontstaan van hightech jobs gepaard gaat met een grote creatie van lowtech jobs. Gebru en haar collega’s beseffen dat artificiële intelligentie niet verder ontwikkeld behoort te worden. Zij is van mening dat als we technologie willen die écht voor mensen werkt, we de behoeften van mensen centraal moeten stellen, niet die van multinationals.

Lees het hele artikel Onzichtbare uitbuiting: ‘Om AI bruikbaar te maken, is er heel wat menselijke arbeid nodig’, door Elisa Hulstaert, KNACK, 20 januari 2023: www.knack.be/nieuws/technologie/hoe-ai-tot-kolonisatie-kan-leiden-elke-zogenaamde-automatisering-levert-een-nieuwe-groep-uitgebuite-arbeiders-op/

Lees ook: ‘Wachten op de robots’. Onderzoek naar de ‘onzichtbare’ microwerkers op digitale platforms, Blogs Beroepseer, 3 februari 2020: https://beroepseer.nl/

AI talks @ ETUI: What is a “really ethical” AI? The role of human labour and natural resources in automation. The European Trade Union Institute (ETUI). Video met gastspreker Antonio A. Casilli, hoogleraar Polytechnisch Instituut Parijs. Online discussie op 14 oktober 2022: www.etui.org/events/ai-talks-etui-what-really-ethical-ai

ETUI Internet and Platform Work Survey (IPWS): www.etui.org/etui-internet-and-platform-work-survey-ipws

Niet meer meewerken aan onzin in de jeugdzorg. Maaike van der Aar: ‘Doe iets met de ideeën, vanuit het werkveld aangereikt’

“Hoe lang gaan we deze glijbaan af? Wanneer zeggen we: het is klaar? Artikelen met ronkende ‘oplossingen’ van wethouders die op de stoel van de zorgprofessional gaan zitten en beweren dat je er met judo ook wel bovenop komt. Die denken met het schrappen van het aantal aanbieders de jeugdzorg te verbeteren, zonder te kijken wie die aanbieders zijn, voor welke zorgvraag ze een antwoord bieden. Die van lichte zorg een karikatuur maken”.
Aan het woord is Maaike van der Aar, landelijk bestuurder van vakbond FNV Jeugdzorg. In FNV Magazine Zorg & Welzijn vertelt ze: “Het lijkt exemplarisch geworden. Politici die professionals in de krant laten weten hoe jeugdzorg moet worden uitgeoefend, rechten negeren en zo de autonomie en zeggenschap van professionals uithollen”.

In een diepe la

Ze vervolgt: “Met gekromde tenen zag ik een Kamerdebat tussen staatssecretarissen René Peters (CDA, Justitie en Veiligheid) en Maarten van Ooijen (CU, Jeugd en Preventie). Het leek wel een gesprek tussen twee mannen op een verjaardagsfeestje die – niet gehinderd door professionele kennis – casuïstiek bespraken. Ze weten niet waar ze het over hebben. Dit moet je overlaten aan degenen met dat hbo- of universitaire diploma. Een kind met een serieuze zorgvraag stuur je niet naar judo. En dat het om een serieuze zorgvraag gaat, ontdek je misschien pas na een half jaar. Niemand zegt tijdens een eerste ontmoeting: ‘Ik eet batterijen’ of ‘Ik snij mijzelf’.  Op deze manier wordt alles kapotgemaakt. De jeugdzorg, maar ook het vertrouwen dat we hebben in de politiek. Ja, zevenduizend aanbieders in de jeugdzorg in een land als Nederland is belachelijk. Maar kies op basis van de bestaande zorgvraag je aanbieders, organisaties die voldoen aan eisen zoals duurzaam ondernemen, bepaalde expertises. Doe iets met de ideeën die vanuit het werkveld zijn aangereikt.

Sinds 2018 is er van alles ontwikkeld, nieuwe protocollen, andere manieren van verantwoording afleggen, hebben we alternatieven en adviezen aangereikt … Dat ligt allemaal in een diepe la. Het Rijk, gemeenten en werkgevers zijn allemaal debet aan de desastreuze arbeidsmarktcijfers”.

Zelf grenzen stellen

“We kunnen nóg een keer op het Malieveld gaan staan. We kunnen nóg een keer een brief aan de Tweede Kamer sturen, massaal acte de présence geven op de publieke tribune en Kamerdebatten bijwonen. Maar dit leidt niet tot wezenlijke en structurele verbeteringen. De verantwoordelijke partijen moeten eindelijk hun werk gaan doen. Tot dat gebeurt, zit er voor werknemers maar één ding op: zelf grenzen stellen. Niet meer meewerken aan onzin zoals tijdschrijven. Keuzes maken in het werk. Wat doe je nog wel, wat doe je niet, wat kun je binnen je beschikbare tijd doen en wat moet je laten liggen. Alleen zo kunnen werknemers tijd winnen voor wat ze het belangrijkst vinden: zelf gezond blijven en het mogelijk maken dat ze er voor hun cliënten zijn”.

Volgens Van der Aar kunnen op dit moment alleen de medewerkers in de jeugdzorg zelf verbeteringen aanbrengen door met de door henzelf aangereikte alternatieven en adviezen inhoud te geven aan hun beroep.

Lees het hele artikel ‘Het is tijd dat we zeggen: het is klaar’ door Karen de Jager, FNV Magazine Zorg & Welzijn, no 1, 11 maart 2023: https://zorgenwelzijn.fnv-magazine.nl/012023/jeugdzorg-bereikt-grens (Niet meer beschikbaar)

Aanbevolen: Manifest De Jeugdsprong feestelijk gepresenteerd, Blogs Beroepseer, 17 mei 2021: https://beroepseer.nl/actueel-in-beroepseer/manifest-de-jeugdsprong-feestelijk-gepresenteerd/

De illustratie bovenaan is gemaakt door Françoise Nick bij het artikel over de jeugdzorg in FNV magazine Zorg & Welzijn, no 1, 2023

 

Pleidooi voor wettelijke erkenning van het beroep van sociaal werker

Vóór de decentralisatie van overheidstaken naar gemeenten in 2015, was het vrijwel ondenkbaar dat een (algemeen) maatschappelijk werker niet een opleiding zou hebben gevolgd die bij het beroep hoort. Voor goede en effectieve hulpverlening is het belangrijk dat er eisen gesteld worden aan de opleiding van sociaal werkers.
Wat Jan Willem Bruins betreft, kunnen we, omdat er steeds meer getornd wordt aan die eisen, een voorbeeld nemen aan het sociaal werk in België en Frankrijk waar al in respectievelijk 1945 en 1946 wettelijk is geregeld dat je alleen de titel sociaal werker mag gebruiken als  je de beroepsopleiding hebt gevolgd. De sociaal werker immers moet soms ingrijpende besluiten nemen over het leven van anderen.

Professionele standaard

Bruins is directeur van de Beroepsvereniging van professionals in sociaal werk (BPSW). Hij pleit voor de wettelijke erkenning van het beroep sociaal werker en schrijft “dat Nederlandse sociaal werkers vanaf de oprichting van hun beroepsvereniging in 1947 ook geprobeerd hebben een wettelijke erkenning te regelen. Die leek er ook te komen toen de minister van maatschappelijk werk Marga Klompé in 1955 kwam met een ‘ontwerp subsidiewet maatschappelijk werk’ waarin ook de wettelijke erkenning van het vak was opgenomen. Het wetsvoorstel haalde het echter net niet. Men vond het beroep nog niet voldoende geprofessionaliseerd om de bedenkingen vanuit andere ministeries en de politiek overtuigend te weerleggen.
De mate van professionalisering wordt onder andere bepaald door de kwaliteit van de ‘professionele standaard’ van een beroep. Daarbij gaat het om de vraag of een beroepsgroep een beroepscode heeft, of er een goede beschrijving van het beroep is en een duidelijke body of knowledge”.

Degelijke beroepsopleiding

Bruins vervolgt: “Inmiddels voldoet het Nederlandse sociaal werk aan die standaard en is er niets meer dat een wettelijke erkenning in de weg staat. Zo’n wettelijke erkenning zou niet alleen een eind maken aan de wildgroei aan modieuze functienamen, maar ook borgen dat een sociaal werker een degelijke beroepsopleiding heeft gedaan. Voor alle sociaal werkers in de jeugdzorg is die opleidingseis al een feit. Dat zijn er zo’n 50.000. Het is dus niet zo’n grote stap om die opleidingseis aan álle sociaal werkers te stellen.

Begrijpelijk is dat eisen stellen aan de opleiding van sociaal werkers in tijden van een krappe arbeidsmarkt soms de krapte kan doen toenemen. Maar voor andere beroepen die veel invloed hebben op het leven van mensen stellen we die opleidingseisen toch ook?”

Lees het hele artikel Wettelijke erkenning van het beroep sociaal werker? door Jan Willem Bruins, BPSW, 7 maart 2023: www.bpsw.nl/actueel/columns/wettelijke-erkenning-van-het-beroep-sociaal-werker/

Beroepsprofiel

De BPSW publiceerde in september 2022 het boek Beroepsprofiel van de sociaal werker, geschreven door Laura Koeter. Daarin is voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis een profiel geschetst. In het Voorwoord schreef Jan Willem Bruins dat het sociaal werk veel beroepsvarianten kent met soms eigen expertise- of competentieprofielen, maar een beroepsprofiel dat beschrijft wat alle beroepsvarianten van het sociaal werk gemeenschappelijk hebben, was er nog niet.
Beroepsprofiel van de sociaal werker is te downloaden op PSWB: https://www.bpsw.nl/publicaties/beroepsprofiel-van-de-sociaal-werker/

Beroepscode

Per januari 2022 geldt er een nieuwe beroepscode voor sociaal werkers. Deze is opgesteld door de BPSW. Zie voor meer info Beroepscode voor professionals in sociaal werk: www.bpsw.nl/dossiers/nieuwe-beroepscode-sociaal-werk/

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Webinar over de noodzaak van een debat over academische vrijheid op 15 maart

Op woensdag15 maart 2023 organiseert de Algemene Onderwijsbond (AOb) een webinar over academische vrijheid. Aan het webinar nemen deel Susanne Täuber, sociale wetenschapper en expert sociale veiligheid, columnist Rosanne Hertzberger en Ceren Pekdemir, AOb-sectorbestuurder. Zij buigen zich over de vraag hoe we deze vrijheid kunnen waarborgen.

Aanleiding is het ontslag van universitair hoofddocent Susanne Täuber door de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Vanwege een ‘verstoorde werkrelatie’ is het contract met de hoofddocent ontbonden. Dat heeft de kantonrechter bepaald op 8 maart 2023.

Zie uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland op Rechtspraak.nl: https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBNNE:2023:854

Reactie van Täuber

Journalist Karen Hagen bij de Algemene Onderwijsbond schrijft op de site over de reactie van Täuber : “Het scenario waar ik zo bang voor was, komt hiermee uit. Als je ongewenst gedrag aankaart, word je ontslagen”. Een dag erna is de wetenschapper nog bezig met het lezen en interpreteren van het vonnis. “Deze uitspraak bereikt vooral dat de angstcultuur erger wordt. Het laat zien dat mensen die prima functioneren en al lange tijd in vaste dienst zijn, weggewerkt kunnen worden. Mensen durven op deze manier niets kritisch meer te zeggen”, zegt Täuber die veel onderzoek doet en expert is op het gebied van sociale veiligheid.

De docent werkte sinds 2009 bij de Rijksuniversiteit Groningen en kreeg in 2015 een vast contract aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde. Daarnaast is ze lid van de nationale adviescommissie diversiteit en inclusie waarvoor ze door de onderwijsminister is benoemd. De kiem van het conflict met de universiteit begon volgens de rechter al een aantal jaren terug toen Täuber een promotie misliep en een formele klacht over discriminatie indiende.

Daarna schreef ze een wetenschappelijke publicatie over het Rosalind Franklin Fellowship-programma dat vooral als doel heeft om de positie van vrouwelijke wetenschappers te verbeteren en te bevorderen. “In de publicatie schreef ik kritisch over dit programma aan mijn universiteit. Het programma ondermijnde de positie en daarmee de gelijkheid van vrouwen juist omdat het de ongelijkheidspraktijken op de werkvloer niet aanpakt”, zegt Täuber die een causaal verband ziet tussen deze kritische publicatie en haar ontslag. “Ik heb documenten die dat kunnen aantonen”.

Tauber zegt dat dit ontslag de kern van de academische vrijheid raakt. In februari 2023 won zij de AOb-prijs Academiekus voor haar inzet voor de academische vrijheid. Deze prijs wordt elk jaar op Valentijnsdag uitgereikt aan een academicus die zich op een bijzondere wijze heeft ingezet voor de wetenschap. De jury was onder de indruk van het verhaal Professorale pestkoppen, dat Täuber publiceerde in weekblad De Groene Amsterdammer van 14 februari 2023 over grensoverschrijdend gedrag in de wetenschap, samen met Yolande Jansen, Natalie Scholz en Remco Tuinier.

Aanmelden voor webinar Academische vrijheid. Aanvang 19.00 uur op woensdag 15 maart 2023: www.aob.nl/agenda/webinar-academische-vrijheid/

Rechter besluit dat universiteit Täuber mag ontslaan, door Karen Hagen, Algemene Onderwijsbond, 9 maart 2023: www.aob.nl/nieuws/rechter-besluit-dat-universiteit-tauber-mag-ontslaan/

Over academische vrijheid

In 2021 verscheen het rapport Goede wetenschap. Een visie van binnenuit. Het rapport is voortgekomen uit het project Bevorderen van verantwoorde onderzoekspraktijken van ZonMw.  Het project is door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) geïnitieerd en bij ZonMw ondergebracht. In deze studie is onderzocht hoe wetenschappers in vijf verschillende disciplines – wiskunde, scheikunde, filosofie, antropologie en medicijnen – wetenschap vorm geven, tegen welke problemen ze daarbij aanlopen en wat zij zelf als goede wetenschap zien.
Downloaden Goede wetenschap. Een visie van binnenuit: https://beroepseer.nl

R.A. J. van Gestel schreef er een artikel over, getiteld  Wettelijke bescherming van de academische vrijheid? in het tijdschrift RegelMaat (aflevering 4 van 2021). Van Gestel is hoogleraar theorie en methode van wetgeving aan de Universiteit van Tilburg en hoogleraar methodologie van juridisch onderzoek aan de Katholieke Universiteit Leuven.
Het artikel is te lezen op de site van Boom Juridische Tijdschriften: www.bjutijdschriften.nl/tijdschrift/regelmaat/2021/4/RM_0920-055X_2021_037_004_006/fullscreen

Op Linkedin schrijft Van Gestel (13 maart 2023) n.a.v. het ontslag van Täuber: “Mijn indruk op grond van een studie naar de bescherming van de academische vrijheid is dat je in de praktijk juist wel tamelijk gemakkelijk ontslagen kunt worden en je zelden met succes op de academische vrijheid kunt beroepen wanneer er sprake is van verstoorde arbeidsverhoudingen”.
Van Gestel verwijst vervolgens naar de rechtszaak van Paula van Manen die totaan de Hoge Raad heeft moeten procederen om voor elkaar te krijgen dat er beter naar haar recht op vrijheid van meningsuiting wordt gekeken. Van Manen werd ontslagen als docent door ROC Nijmegen, omdat zij in 2019 een kritisch boek publiceerde over de vernieuwing van het onderwijs. Zie: Webinar over arrest Hoge Raad inzake Paula van Manen en de vrijheid van meningsuiting van docenten, Blogs Beroepseer, 17 oktober 2022: https://beroepseer.nl

Paula van Manen n.a.v. ontslag van Täuber op Twitter (13 maart 2023): “Opnieuw is een kritische docent ontslagen vanwege een ‘verstoorde werkrelatie’. De docent ziet een causaal verband tussen een kritische publicatie en haar ontslag. Kan zij dit causale verband aantonen, dan kan mijn uitspraak van de Hoge Raad haar helpen”.

Tot slot een tweet (11 maart 2023) van Ingrid Robeyns, hoogleraar Ethiek van Instellingen aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht: “We moeten dringend een grondig debat voeren over hoe de wetenschap in Nederland zichzelf reguleert, wat we onder academische vrijheid verstaan, wat daar grenzen/rechten/plichten van zijn en wat bescherming AV betekent voor hoe we universiteiten inrichten (incl. personeelsbeleid)”.

KNAW

De Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW) presenteerde op 17 februari 2021 het rapport Academische vrijheid in Nederland. Een begripsanalyse en richtsnoer, geschreven door de Commissie voor de Vrijheid van Wetenschapsbeoefening. Voorzitter is Paul van der Heijden, emeritus hoogleraar internationaal arbeidsrecht aan de Universiteit Leiden.
Rapport downloaden op KNAW: www.knaw.nl/publicaties/academische-vrijheid-nederland
Zie ook: Rapport ‘Academische vrijheid in Nederland’ gepresenteerd door KNAW, Blogs Beroepseer, 17 februari 2021: https://beroepseer.nl

Petitie Susanne Täuber

Meer dan 2300 mensen hebben inmiddels een petitie getekend om dr. Susanne Täuber opnieuw aan te nemen aan de Rijksuniversiteit Groningen (stand op 13 maart ‘s avonds). Een Open Brief is gezonden aan voorzitter Jouke de Vries en de leden van het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen op 10 maart 2023, die aldus begint:

“Wij ondergetekenden – medewerkers, collega’s en studenten van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), bijgestaan door bezorgde collega’s van andere instellingen over de hele wereld – zijn geschokt over het ontslag van dr. Susanne Täuber. De feiten in deze zaak zijn duidelijk: dr. Täuber is gestraft voor het uitoefenen van haar academische vrijheid. De rechtbank staat de RUG dan wel toe haar te ontslaan. De uitspraak toont echter ook dat de negatieve reactie de universiteit op een (peer-reviewed) publicatie over haar ervaringen met genderdiscriminatie aan de universiteit aanleiding was voor de “ernstig verstoorde” werkrelatie. Er zijn ook verontrustende details aan het licht gekomen over de manier waarop de universiteit dr. Täuber onder druk zette: zo moest zij onder meer toekomstige publicaties censureren om haar positie te behouden”.

De brief eindigt met:

“Kortom, dr. Täubers aanstelling moet hersteld worden, de klachtenprocedures moeten hervormd worden en het is noodzakelijk om bindende bescherming van de academische vrijheid vast te stellen. De relatie tussen de Rijksuniversiteit Groningen enerzijds en de mensen die er werken, onderwijzen en studeren anderzijds is de afgelopen weken ernstig verstoord, maar die relatie kan worden hersteld als het College vandaag begint met deze maatregelen”.

Lees hier de hele Open brief, met namen ondertekenaars, 10 maart 2023: https://openletter.earth/reinstate-susanne-tauber-protect-social-safety-and-academic-freedom-at-the-rug-ed83c085

Aanbevolen: Goed werk voor academici,  Gabriël van den Brink, Wout Scholten & Thijs Jansen (red.), uitgave van Stichting Beroepseer, 2016. Te downloaden op: https://beroepseer.nl/goed-werk-voor-academici/


U P D A T E

Susanne Täuber: “Wie haar klacht niet laat afzwakken, wordt kapotgemaakt”, Science Guide, 17 maart 2923: www.scienceguide.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Alexandra Koch

Congres ‘Het gezag van de rekenkamer’ op 31 maart. Met Thijs Jansen over ‘modern gezag’

De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers & Rekenkamercommissies (NVRR) organiseert een congres in Utrecht op 31 maart 2023. Thema Het gezag van de rekenkamer.
Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer, is een van de sprekers. Hij begint als eerste en gaat het hebben over de ontwikkeling en de gevolgen van ‘modern gezag’:

“Gezag betekent gebruik van machtsmiddelen dat erkend of aanvaard wordt. Aan zuivere machtsuitoefening moet iets worden toegevoegd om er gezag van te maken: de erkenning van degene die de machtsuitoefening ondergaat. Een dergelijk gezag verwerven is in deze tijd van groot belang, maar bepaald niet eenvoudig. Een teken daarvan is dat de agressie tegen gezagsdragers behoorlijk is toegenomen. Het oude gezag was verbonden aan maatschappelijke positie. Dit is nu niet meer het geval: modern gezag is sterk afhankelijk van morele geloofwaardigheid. De druk op organisaties en vertegenwoordigers om moreel geloofwaardig handelen te demonstreren, is sterk toegenomen”.

’s Middags na de lunch spreekt Katrien Termeer, raadslid van de Raad voor het Openbaar Bestuur en hoogleraar bestuurskunde aan de Wageningen Universiteit over ‘Gezag herwinnen’.
Na de workshops spreekt tot slot Klaartje Peters over ‘De missie van de Rekenkamer’. Peters is bestuurskundige, onderzoeker, publicist en parttime hoogleraar Lokaal en regionaal bestuur aan de Universiteit van Maastricht.

Programma
10.45 u Modern gezag, door Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer en verbonden aan Centrum Èthos (Vrije Universiteit;
13.00 u Gezag herwinnen, door Katrien Termeer, raadslid Raad voor het Openbaar Bestuur;
14.45 u De missie van de rekenkamer, door Klaartje Peters, bestuurskundige, onderzoeker en publicist; parttime hoogleraar Lokaal en regionaal bestuur Universiteit Maastricht.

Aanvang workshops om 13.30 u
– Workshop: De rekenkamer en gezagwaardig openbaar bestuur,
door Ard Schilder, directeur-secretaris Zuidelijke Rekenkamer.
– Workshop: Rekenkamer, doe ertoe!  met Mariet de Boer, Daan Musters en Michael Mekel.
– Workshop: Zichtbaarheid en actualiteit, met Rekenkamercommissie Dordrecht.
– Workshop: Rekenkamer in het waterschap

Datum en tijd: Vrijdag 31 maart 2023, van  10.30 – 15.00 uur
Plaats: Congres- en vergadercentrum Bar Beton Rijnsweerd, Pythagoraslaan 101, Utrecht
Deelname is kosteloos

Aanmelden, volledig programma met beschrijving van de workshops en meer info bij NVRR: www.nvrr.nl/agenda/10717/congres-het-gezag-van-de-rekenkamer/

De Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) – opgericht in 2003 – streeft ernaar dé autoriteit te zijn op het gebied van publieke verantwoording in Nederland. De vereniging wil toegevoegde waarde leveren aan rekenkamers en rekenkamercommissies en iedereen die betrokken is bij het werk van deze instanties.

Longarts Sander de Hosson: ‘Meer over de dood praten. Met focus op kwaliteit van leven en niet alleen op verlenging ervan’

Leven toevoegen aan de dagen heet het nieuwe boek van Sander de Hosson en Els Quagebeur, te verschijnen op 14 maart 2023. De titel is afkomstig van een bekende uitspraak van de pionier van de palliatieve zorg, de Engelse arts en verpleegkundige Cicely Saunders (1918 – 2005). Zij heeft gezegd: “We moeten leven toevoegen aan de dagen in plaats van dagen aan het leven”.

Sander de Hosson is longarts in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA) en maakt zich hard voor de palliatieve zorg; de zorg en hulp die mensen krijgen in de laatste fase van het leven. Het belangrijkste doel is ervoor zorgen dat mensen een zo goed mogelijke tijd hebben en kwaliteit van leven houden. Hij is medeoprichter van Carend, een centrum voor palliatieve zorg en stervenszorg.

In het boek volgt en interviewt journalist Els Quaegebeur Sander de Hosson in zijn praktijk in het ziekenhuis. Samen beschrijven ze de wereld van mensen die ongeneeslijk ziek zijn, hun naasten en de palliatieve zorg.  Met het boek hoopt De Hosson een maatschappelijke discussie op gang te brengen: “Uitbehandeld is een woord van lang geleden. De wereld staat niet stil”.

Volgens De Hosson is het belangrijk om te praten over het verlengen van het leven of iets toe te voegen aan de kwaliteit van het leven, zolang iemand nog leeft. “Zodra mensen horen dat ze bijvoorbeeld longkanker hebben, stellen ze de vraag: ‘Hoelang heb ik nog?’ en dat is een begrijpelijke vraag. Hoelang is ook belangrijk, maar hoe goed is nog belangrijker”.

Verleng het leven, maar niet het lijden

De Hosson vindt dat “we het leven moeten verlengen, niet het lijden. Daarom moet de focus naar de kwaliteit van het leven en niet alleen naar het verlengen van het leven”.
Leven toevoegen aan de dagen is een ode aan de palliatieve zorg én een oproep aan de maatschappij, bestemd voor alle mensen, maar vooral voor patiënten, naasten en zorgverleners.

Videogesprek met Sander de Hosson op RTV Drenthe, 5 maart 2023: ‘De focus moet op kwaliteit van leven, niet alleen het verlengen ervan’: www.rtvdrenthe.nl

De Hosson won in 2017 de Global Lung Cancer Award voor zijn column Daverend slotcouplet, gepubliceerd op 12 mei 2016 in de bijlage Gezondheid & Co in Dagblad van het Noorden. Slotcouplet is te lezen op: https://shosson.webnode.nl/news/slotcouplet/
In 2018 verscheen van zijn hand het boek Slotcouplet – Ervaringen van een longarts, uitgegeven bij De Arbeiderspers.

Leven toevoegen aan de dagen. Van slechtnieuwsgesprek tot laatste adem en rouw – hoe een stervensproces verloopt, door Els Quaegebeur & Sander de Hosson is een uitgave van De Arbeiderspers: www.singeluitgeverijen.nl/de-arbeiderspers/boek/leven-toevoegen-aan-de-dagen/

Boek ‘Leven toevoegen aan de dagen’ verschijnt in maart, Carend, 4 december 2022: https://carend.nl/artikel/boek-leven-toevoegen-aan-de-dagen-verschijnt-februari

 

Sander de Hosson is voortrekker van Stichting Beroepseer

 

Vertrouwen en bestaanszekerheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor een stabiele en evenwichtige samenleving

Voor zijn onderzoek naar armoede- en schuldproblematiek ontving Roeland van Geuns de Amsterdam Impact Award in 2019. Het onderzoek – Van schulden naar kansen – heeft geleid tot waardevolle inzichten in de financiële redzaamheid van mensen. Roeland van Geuns (1954) was tien jaar lang lector Armoede-interventies aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). In september 2022 nam bij afscheid.

Vanwege het afscheid organiseerde de HvA het symposium Vertrouwen en bestaanszekerheid; wensdroom of noodzaak? in Amsterdam op 22 september 2022. Om nog één keer zijn inzichten als lector te horen over de noodzaak van vertrouwen en bestaanszekerheid voor vooruitgang op het gebied van armoede en schulden. In zijn essay met dezelfde titel schrijft hij dat chronisch wantrouwen en steeds grotere bestaansonzekerheid zorgen voor maatschappelijke onrust. Er kan geen herstel van vertrouwen van burgers in de overheid zijn als die overheid haar burgers niet eerst gaat vertrouwen.
Tegelijkertijd zal de burger de overheid niet gaan vertrouwen wanneer diezelfde burger niet weet dat de overheid zich inspant om de welvaart in Nederland zo te verdelen dat iedereen een minimale bestaanszekerheid heeft die past bij de welvaart van Nederland. Dat betekent dat die overheid direct of indirect zal moeten zorgen voor een herverdeling van rijkdom en voor een zwaardere belasting van hoge inkomens en van arbeidsloos inkomen of geen ruimte meer bieden om de gevraagde fiscale bijdrage te ontlopen.

Vertrouwen en bestaanszekerheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor een stabiele en evenwichtige samenleving en voor het aanpakken van al die crises waarvan de oplossing door achtereenvolgende kabinetten steeds weer voor zich uit is geschoven. Om dat te realiseren zal de overheid en de politiek een ander mensbeeld moeten omarmen. Afscheid nemen van het beeld van de homo economicus en het mensbeeld omarmen dat uitgaat van vertrouwen, zonder uiteraard naïef te zijn. Natuurlijk zijn er mensen die de mazen van de wet opzoeken – of zelfs over de randen van de wet heen gaan. Maar wanneer de overheid duidelijk is over wat wel en niet geaccepteerd wordt en we ervan uitgaan dat veruit de meeste mensen zich aan de regels houden, dan dóén de meeste mensen dat ook.

Natuurlijke behoefte aan materiële bestaanszekerheid dient uitgangspunt te zijn

In zijn essay omschrijft Van Geuns wat de begrippen bestaanszekerheid en vertrouwen inhouden. Deze begrippen krijgen vorm en betekenis in de context van de huidige maatschappij:

“Bestaanszekerheid bestaat uit twee aspecten, namelijk de hoogte van het inkomen en haar duurzaamheid. Graag sluit ik aan bij de definitie van het basisbehoeftenbudget van het SCP. Het SCP omschrijft dit als het inkomen, nodig voor het dekken van de minimale uitgaven van een zelfstandig huishouden aan onvermijdbare, basale zaken als voedsel, kleding en wonen. Ook de uitgaven aan andere moeilijk te vermijden posten, zoals verzekeringen en persoonlijke verzorging, zijn meegeteld. Met de duurzaamheid van bestaanszekerheid doel ik op de zekerheid dat het inkomen niet langer dan een of twee weken onder dat basisniveau zakt.
Er is dus een garantie op inkomen op dat laagste niveau. Dat kan zijn in de vorm van werkzekerheid maar ook in de vorm van een doorlopend inkomen op dat minimale niveau.

Het definiëren van vertrouwen is ingewikkelder. Wanneer je gaat zoeken op internet krijg je een aantal elementen waar het gevoelsmatig om draait: eerlijkheid, afwezigheid van negatieve bijbedoelingen, betrouwbaarheid (ervan uit kunnen gaan dat de ander doet wat hij zegt te gaan doen), et cetera. De helderste omschrijving die ik vond is: ‘het geloof dat je op iemand kunt rekenen’. Vertrouwen is daarmee een relationeel concept, gebaseerd op het geloof in de goede intenties van anderen.

Als mensen elkaar vertrouwen, verlopen samenwerkingen soepeler en zijn successen groter. Je bouwt vertrouwensdividend op. Slaat vertrouwen om in wantrouwen, dan trek je elkaars goede bedoelingen in twijfel, dan ontstaan er gevoelens van wederzijdse frustraties doordat afspraken niet worden nagekomen en is er achterdocht ten aanzien van het gedrag van de ander. Het vertrouwensdividend maakt dan plaats voor vertrouwensschuld. Het gaat er dus om dat iemand (u, ik, de burger) erop meent te kunnen bouwen dat de andere burger maar ook een organisatie of een abstracte actor als ‘de overheid’ doet wat die zegt te zullen gaan doen. Daarbij: het gaat ook om op elkaar kunnen bouwen. Niet steeds opnieuw zoeken naar bewijs dat iemand te vertrouwen is, maar hiervan uitgaan tot het tegendeel bewezen is.

De behoefte aan en het garanderen van bestaanszekerheid en het onderlinge vertrouwen van overheid en burgers zijn nauw met elkaar verbonden en sterk afhankelijk van de context waarbinnen ze aan de orde zijn”.

Downloaden essay: Vertrouwen en bestaanszekerheid: wensdroom of noodzaak? door Roeland van Geuns, Hogeschool van Amsterdam, 2022: www.hva.nl

Lectoraat Armoede-interventies: www.hva.nl/kmr/gedeelde-content/lectoraten/lectoraat-armoede-interventies/lectoraat-armoede-interventies.html

Zie ook: We moeten elkaar gewoon weer vertrouwen, door Roeland van Geuns, Sociale Vraagstukken, 1 november 2022: www.socialevraagstukken.nl/we-moeten-elkaar-gewoon-weer-vertrouwen/

Inge Neven: ‘Verplegend personeel verlaat de zorgsector’ en ‘een FTE van 2023 is geen FTE van 2003 meer’

“Veel zorgverleners hebben het gevoel dat ze geen kwalitatieve zorg meer kunnen leveren. Dat gevoel zorgt voor frustratie. Professionals verlaten de zorgsector. Dat vertrek verhoogt de druk op degenen die blijven”, analyseert Inge Neven. Zij voegt daar nog aan toe dat de zoektocht naar een zekere levenskwaliteit ook een impact heeft op de organisatie van het werk.

Inge Neven is CEO van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en adviseur van de Belgische minister Frank Vandenbroucke van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Zij presenteerde begin februari 2023 de resultaten van een studie die in ziekenhuizen werd uitgevoerd om onder meer het probleem van het personeelstekort te evalueren. Zij vertelt aan Vincent Claes van De Specialist – tweewekelijks magazine voor huisartsen, specialisten en apothekers – dat er momenteel in theorie geen tekort is aan verplegend personeel in ziekenhuizen, maar dat dat er in de praktijk wel is en dat het in de toekomst nog groter zal worden als er niet snel structurele maatregelen worden genomen.

Beter afgestemd op behoeften van professionals

“Een voltijds equivalent (FTE) in 2023 is geen FTE meer in 2003”, zegt Inge Neven. “Zorgverleners hebben veel meer opleiding en moeten vandaag flexibeler zijn dan 20 jaar geleden. De 38 uur per week komt niet meer overeen met de oude 38 uur per week. Door deze veranderingen moet het aantal FTE’s dat nodig is om de ziekenhuizen draaiende te houden, worden herzien”.
Neven merkt ook op dat er steeds meer in silo’s*) wordt gewerkt, dat de accreditatienormen oud en ontoereikend zijn, dat de nieuwe IFIC-schalen**) problematisch zijn en dat de opleidingen beter moeten worden afgestemd op de behoeften van de professionals.

Inge Neven is ervan overtuigd dat er geen mirakeloplossingen bestaan voor het tekort aan gezondheidswerkers. Ze meent dat “we het positieve imago van de gezondheidszorg moeten versterken”, dat door de gezondheidscrisis ernstig is aangetast.

Noten
*) In silo’s werken = Organisatiesilo’s vormen een probleem voor zowel grote als kleine bedrijven. Een silo is een systeem waarbij verschillende soorten werknemers van elkaar worden gescheiden. Normaal gesproken gebeurt dit aan de hand van de afdeling waarin ze werken. Dit leidt weer tot hindernissen die teamsamenwerking en communicatie in de weg staan, waardoor de efficiëntie minder wordt en de informatiestroom gehinderd.
**) IFIC: https://www.if-ic.org/nl
www.if-ic.org/nl/ific-baremacalculator

Referentie

Verpleging: “Een FTE van 2023 is geen FTE van 2003 meer” (Inge Neven), door Vincent Claes, De Specialist, 23 februari 2023: www.despecialist.eu