Skip to main content

Redactie Beroepseer

Drie reportages over gezag in de praktijk

Daan Musters, adviseur van de Raad van het Openbaar Bestuur (ROB), onderzocht het gezag van de overheid door in reportagevorm drie casestudies uit te voeren. Resultaat is de bundel Gezicht geven aan gezag.
Wat zijn de lessen?

Uit het Voorwoord:

Besturen draait – zie bijvoorbeeld beleidsdossiers als stikstof, corona, de opvang van vluchtelingen of de gaswinning in Groningen – steeds vaker op een conflict uit. Hoe komt dat? Waarom treden mensen hun overheid steeds vaker met wantrouwen
tegemoet? Wat is nodig om de relatie tussen overheid en burger te herstellen?
Het waren deze vragen die de ROB hebben aangezet om in de zomer van 2021 een verkenning naar het gezag van de overheid op te starten. Die heeft geleid tot de publicatie Gezag herwinnen. Over de gezagswaardigheid van het openbaar bestuur in november 2022. Hierin komen drie onderzoekslijnen samen die de ROB tijdens haar verkenning heeft uitgezet.

Allereerst is er een een brede filosofisch-historische literatuurstudie uitgevoerd. Ten tweede is op basis van sociaal-psychologisch onderzoek nagegaan wat de staat is van het huidige overheidsgezag in meer kwantitatieve zin. En als derde zijn drie praktijkgevallen bestudeerd.

Schetsen van de verschillende belevingswereld van burger en overheid

Gezicht geven aan gezag bevat drie reportages over gezag in de praktijk, alle met een ander soort casuïstiek. De eerste reportage Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald? De Emmalaan op Texel, betreft een casus in de ruimtelijke ordening en laat zien hoe de versterkte kennispositie van burgers besturen complexer heeft gemaakt.

De tweede reportage De wet of de moraal? Een casus in het sociaal domein, betreft een casus in het sociaal domein waarin de spanning tussen de publieke moraal en de moraal van wet- en regelgeving centraal staat.

De derde reportage Gemiste kans of te grote verwachtingen? De Dialoogtafel Groningen, gaat over het Groningse aardgasdossier en geeft inzicht in de spanning tussen de parlementaire democratie en democratiseringsinitiatieven van onderop.

De reportages zijn gebaseerd op gesprekken met betrokkenen en relevant archiefmateriaal. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van de Raad voor het Openbaar Bestuur om een oordeel te vellen over de individuele casussen en het handelen van overheidsfunctionarissen of burgers; zo zijn de reportages ook niet opgebouwd. Het doel van de reportages is het schetsen van de verschillende belevingswerelden van burgers en overheden en de complexe dilemma’s waar burgers en overheden bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid mee te maken krijgen.

Downloaden Gezicht geven aan gezag – Drie reportages uit de praktijk door Daan Musters, ROB, 82 p., november 2022: www.raadopenbaarbestuur.nl/documenten/publicaties/2022/11/28/gezicht-geven-aan-gezag

Tekorten hebben ervoor gezorgd dat overheid aan gezag heeft ingeboet. Hoe gezag te herwinnen? Blogs Beroepseer, 16 november 2022: https://beroepseer.nl/blogs/tekorten-hebben-ervoor-gezorgd-dat-overheid-aan-gezag-heeft-ingeboet-hoe-gezag-te-herwinnen

De Raad voor het openbaar bestuur (ROB) is een onafhankelijk adviesorgaan van de regering en het parlement

Ministeries zijn gevuld met generalisten. In vacatures wordt niet specialistische kennis gevraagd, maar ‘politieke sensitiviteit’

“Het is een wonder dat die brug er nog staat”, zegt Rob Nijsse. Als hoogleraar constructieleer aan de TU Delft weet hij hoe Nederland eind 2016 aan een ramp ontsnapte. Het was al laat op de vrijdagavond, begin oktober, toen een constructeur van Rijkswaterstaat een belletje kreeg van een collega van onderzoeksbureau TNO. De Merwedebrug bij Gorinchem blijkt 24 scheuren te tellen in cruciale verbindingsstukken. De heren aan de telefoon schrikken zich rot. De brug blijkt nog maar een veilige levensduur te hebben van zes dagen.
Een vluchtig bij elkaar geroepen crisisteam komt om kwart voor drie ’s nachts samen in de Verkeerscentrale Zuidwest-Nederland in Rhoon, onder de rook van Rotterdam. Ze besluiten dat de brug onmiddellijk moet sluiten voor vrachtwagens. Als het zaterdagochtend om half zes eindelijk lukt om de directeur van Rijkswaterstaat te bereiken, wil die het besluit terugdraaien, maar de kogel is al door de kerk. Het zal nog twee maanden duren voordat de brug is gerepareerd. “Er werd lang veel te weinig geld uitgetrokken voor het onderhoud van dit soort bruggen”, zegt Nijsse. “Dan vergeet je als organisatie ook dat het wel eens mis kan gaan”.

Rijkswaterstaat is een van de organisaties waar sinds het begin van deze eeuw het zwaarst is gesneden. Vanaf toen gold als officieel beleid het ‘Markt, tenzij’-principe. Het onderhouden, bouwen en zelfs het ontwerpen van nieuwe infrastructuur werd voortaan aan marktpartijen gelaten. De dienst zelf maakte slechts de grove schetsen en bewaakte ‘het proces’. Ingenieurs zijn verdwenen en aanbestedingsjuristen zijn ervoor teruggekomen.
Werknemers zagen hun werkomgeving in hoog tempo veranderen. “Als ik echte deskundigen nodig had, moest ik met zzp’ers werken omdat we die kennis zelf niet meer in huis hadden”, zegt een voormalig afdelingsdirecteur. “Daar zaten allemaal oud-collega’s tussen die richting hun pensioen waren vertrokken om voor zichzelf verder te gaan”.’

Weinig vraag naar vakinhoudelijke kennis of ervaring

Bovenstaand voorbeeld bevat de kern van het atikel Lege glazen torens door Joris Veerbeek, Coen van de Ven en Emiel Woutersen in weekblad De Groene Amsterdammer van 1 maart 2023. Samen met de Utrecht Data School en de onderzoeksjournalisten van Investico onderzochten zij 130.000 rijksoverheidsvacatures. Welke eisen stelt de overheid aan haar ambtenaren?
Onderzocht zijn alle vacatures die sinds 2015 uitstonden bij ministeries en uitvoeringsorganisaties. Als die 130.000 vacatures iets verraden, dan is het dat de zoektocht naar rijksambtenaren elk jaar nijpender wordt: het aantal verzesvoudigde in de afgelopen acht jaar. Werden er in 2015 nog 5407 nieuwe ambtenaren gezocht, inmiddels zijn dat er 33.139. Die vacatures bleven bovendien veel langer openstaan en werden minder vaak vervuld.

De analyse van de vacatureteksten wijst uit dat er weinig gevraagd wordt naar vakinhoudelijke kennis of ervaring. Het soort ambtenaar dat gezocht werd blijkt steeds minder specialistisch. Vooral bij de vacatures voor beleidsambtenaren – zij die ministers direct ondersteunen bij het maken van nieuwe plannen – worden de lijstjes met competenties vaag. Het wemelt van termen als ‘vlotte pen’, ‘humor’ en ‘pro-actief’, maar slechts in elf procent van de beleidsvacatures van vorig jaar werd vakinhoudelijke kennis of ervaring geëist, blijkt uit de analyse.

Van de 7072 beleidsambtenaren die werden gezocht werd in slechts een kwart van de gevallen om inhoudelijke kennis gevraagd en dan ging het in bijna de helft van de gevallen om juridische kennis. Slechts in ongeveer duizend vacatures sinds 2015 werd gevraagd om andere inhoudelijke kennis of ervaring.

Andere interessante bevinding:
Het aantal gezochte ambtenaren met ‘politieke sensitiviteit’ en ‘politieke antennes’ bleef onverminderd hoog. Het is vaak de eerst genoemde competentie in wervingsteksten.

Ambtelijk vakmanschap

Het onderzoek blijkt allerlei inzichten en stellingen uit het boek Het recht op ambtelijk vakmanschap van Stichting Beroepseer te bevestigen. Bijvoorbeeld: de helft van de ambtenaren gaf aan in hoge of zeer hoge mate druk te ervaren vanuit de politiek.

Lees het hele artikel: Lege glazen torens, door Joris Veerbeek, Coen van de Ven en Emiel Woutersen, De Groene Amsterdammer nr 9, 1 maart 2023: www.groene.nl/artikel/lege-glazen-torens

Het recht op ambtelijk vakmanschap, een uitgave van Stichting Beroepseer, 2022 Op de achterflap van het boek staat: “Rijksambtenaren in beleid, uitvoering en toezicht zijn de afgelopen decennia steeds meer ondergeschikt geraakt aan de Haagse politieke wil”: https://beroepseer.nl

 

Diagram bovenaan is ontleend aan het artikel in De Groene Amsterdammer

Intern toezicht in eerstelijnszorg volgens Wtza leidt tot ongewenste effecten en enorme lastenverzwaring

Vóór 1 januari 2024 moet in de eerstelijnszorg het volgende geregeld zijn:

1. Praktijken met meer dan 10 zorgverleners: een vergunning moet zijn aangevraagd;
2. Praktijken met meer dan 25 zorgverleners: een interne toezichthouder (Raad van Toezicht) moet zijn ingesteld.

Mr. David Renkema, eerstelijnszorgjurist, geeft commentaar op deze bepalingen, vastgelegd in de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza)*), en legt uit hoe deze in de praktijk gaan werken.
Hij schrijft dat met name het tweede punt in de praktijk van de eerstelijnszorg gaat leiden tot hoofdbrekens. Huisartsenpraktijken blijven véél sneller dan gedacht te voldoen aan het criterium van 25 zorgverleners om een Raad van Toezicht te moeten instellen: “Ik maak me zorgen door wat ik hoor in mijn rol als juridisch adviseur. Die zorgen deel ik graag en ik hoop dat ook veel beleidmakers dit lezen. Met name voor hen is de boodschap: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Het is nog niet te laat om de scherpe en ongewenste randen van de regels af te vijlen”.

Juridisch kader

Praktijken met meer dan 25 zorgverleners moeten voor 1 januari 2024 een interne toezichthouder gaan aanstellen. Bestaande uit tenminste drie personen. Over de taakstelling van deze interne toezichthouder, vaak Raad van Toezicht (RvT) genoemd, merkt de Wtza het volgende op:

“Er is een interne toezichthouder die toezicht houdt op het beleid van de dagelijkse of algemene leiding van de instelling en de algemene gang van zaken binnen de instelling en die de dagelijkse of algemene leiding van de instelling met raad ter zijde staat”.

De invulling hiervan wordt grotendeels opengelaten. Dit is dus aan praktijken zelf. Er bestaat dus ook veel vrijheid in het bepalen van de omvang van het toezicht, met name nu huisartsenpraktijken niet gebonden zijn aan de Governancecode Zorg. Wél is er een ‘strak’ kader rondom belangenverstrengelingen. Zo wordt onder meer bepaald dat een toezichthouder niet ook toezichthouder mag zijn bij een andere praktijk in hetzelfde zorggebied.

In de praktijk zijn er behoorlijk wat hoofdbrekens en misverstanden over de telling van het aantal zorgverleners. Enigszins platgeslagen is de hoofdregel dat je moet tellen wie (1) feitelijk (2) in de regel als (3) zorgverlener werkt voor een praktijk.

Uitvoering van de wet in de praktijk

Er zijn veel praktijken in de huisartsenzorg die gebruik maken van gezamenlijk personeel. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een HOED (meerdere Huisartsen Onder Eén Dak, die in hetzelfde gebouw werken, maar wel ieder een eigen praktijk hebben). Ook zijn er huisartsen die niet ‘onder één dak’ werken, maar wel intensief regionaal samenwerken met andere praktijken. Zij hebben (bepaald) personeel soms gezamenlijk in dienst, bijvoorbeeld om personeel flexibeler en efficiënter in te kunnen zetten of om een zorgverlener gezamenlijk een omvangrijker dienstverband te kunnen aanbieden. Of om (bijvoorbeeld) betere zorg in een wijk te kunnen verlenen. Dit is in de huisartsenzorg bekend als ‘potconstructie’: een gezamenlijk werkgeverschap waarbij de huisartsen in gezamenlijkheid de personeelskosten betalen.

De grens al snel in zicht

De Wtz-telling van het aantal zorgverleners volgend, leidt dit ertoe dat het personeel dat via de potconstructie in de regel wordt ingezet bij alle praktijken, ook bij alle praktijken moet worden meegeteld. Voorbeeld: de twee balie-assistenten die voor vijf relatief kleine praktijken werken, tellen voor alle vijf praktijken gewoon mee als één medewerker.

Kort samengevat leiden de vele in urenomvang geringe functies er in de praktijk toe dat de grens van 25 zorgverleners al snel in zicht komt. Véél sneller dan gedacht en vermoedelijk ook sneller dan de beleidsmakers hebben gedacht.

Met als uitzondering wellicht de écht grote praktijken, willen huisartsenpraktijken vaak waar mogelijk voorkomen dat een raad van toezicht moet worden ingesteld. De toegevoegde waarde wordt, in ieder geval door de kleine praktijken, niet gezien.

Inboeten aan kwaliteit

Renkema geeft vervolgens een achttal voorbeelden van effecten die hij in de praktijk tegenkomt:

  • Praktijken die overwegen om te gaan stoppen met opleiden van BBL – doktersassistenten;
  • Praktijken die willen stoppen met het opleiden van huisartsen (Aios);
  • Praktijken die willen gaan stoppen met het aanbieden van bepaalde vormen van zorg;
  • Praktijken die zich weer gaan opsplitsen in kleinere (minder efficiënte) praktijken;
  • Praktijken die een patiëntenstop overwegen om groei te voorkomen;
  • Praktijken die een naburige praktijk met een opvolgingsprobleem niet willen overnemen omdat dan het aantal zorgverleners boven de 25 komt;
  • Praktijken die contracten met zorgverleners niet willen verlengen met mogelijke toekomstige overbelasting van personeel tot gevolg;
  • Praktijken die deeltijdwerk zo veel mogelijk willen gaan ontmoedigen.

Samengevat: Wetgeving waarvan het motief is het verbeteren van zorg in de praktijk leidt dus juist tot het inboeten aan kwaliteit en efficiency.

Renkema vraagt of het tij nog te keren is? Hij wijst erop dat de Wet op de Ondernemingsraad (WOR) als criterium voor het moeten instellen van een Ondernemingsraad meer dan vijftig medewerkers is. Daarom tot slot een welgemeend advies: “Partijen met een dergelijke omvang zijn gewend om te werken met complexere organisatiestructuren, kennen veelal aansturing met een directie die meer op afstand staat tot de daadwerkelijke zorgverlening en de omvang van dergelijke organisaties rechtvaardigt mijns inziens ook extra toezicht. Toezicht kan dan iets wezenlijks toevoegen. Maar laat de kleine zorgverleners met rust, intern toezicht opleggen gaat daar juist ten koste van goede zorg”.

Lees het hele artikel: Intern toezicht WTZA: Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, door mr. David Renkema, Eerstelijnszorgjurist, 31 januari 2023: https://eerstelijnszorgjurist.nl

Wet toetreding zorgaanbieders, Wetten Overheid: https://wetten.overheid.nl/BWBR0043797/2022-01-01

Noot
*) In de Wtza zijn vier hoofdzaken geregeld:
– Meldplicht: Een eenmalige meldplicht voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders.
– Vergunningsplicht: Zorgaanbieders met meer dan 10 zorgverleners moeten ook een Wtza-vergunning aanvragen.
– Inrichting bestuursstructuur (intern toezicht): Zorgaanbieders met 25 zorgverleners of meer zijn verplicht een interne toezichthouder aan te stellen.
– Jaarverantwoording: Alle zorgaanbieders zijn verplicht om een jaarlijkse verantwoording openbaar beschikbaar te maken. Er zal onderscheid gemaakt worden in de eisen tussen kleine, middelgrote en grote zorgaanbieders.

Vanaf 1 januari 2022 is de Wtza in werking getreden. De instelling van de Raad van Toezicht dient plaats te vinden vóór 1 januari 2024. Van de Wtza wordt wel gezegd dat deze aan de eerste lijn onmogelijke eisen stelt en een enorme lastenverzwaring veroorzaakt.

 

Afbeelding bovenaan is van Ulrike Mai

Rondetafelgesprek in Tweede Kamer over enorme stijging aantal mensen met psychische stoornis. Met commentaar van Alan Ralston

Op 22 februari 2023 vond in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats over de enorme stijging van het aantal mensen met een psychische stoornis, georganiseerd door de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Het Trimbos-instituut meldt dat ruim een kwart van de volwassen Nederlanders in het afgelopen jaar een psychische aandoening heeft gehad. Dat zijn 3,3 miljoen mensen. Dertien jaar geleden waren dat 1,9 miljoen mensen. De sterke stijging is vooral te zien onder jongvolwassenen. De commissie wil graag weten hoe het komt dat het aantal mensen met een psychische stoornis zo is toegenomen. Ook wil de commissie horen hoe een verdere stijging kan worden voorkomen.

De groei van psychisch leed

Naar aanleiding van het debat in de Tweede Kamer is Alan Ralston begonnen met de serie artikelen De groei van psychisch leed om een en ander nader te verklaren en meer mensen te betrekken bij het gesprek. Hij geeft een overzicht van de problemen, wat er besproken is  en welke oplossingen er zijn voorgesteld. Hij doet dat in vier delen. Het eerste deel bevat een samenvatting van het rapport Ggz uit de knel van het Trimbos Instituut. Deel twee bevat een overzicht van de stukken die de deelnemers aan het rondetafelgesprek ingebracht hebben. Deel drie is een samenvattend verslag van het rondetafelgesprek en in deel vier geeft Ralston zijn eigen commentaar en ontvouwt hij zijn ideeën.
Ralston is psychiater en werkzaam bij het UMC Utrecht en de Parnassia Groep Noord-Holland. In april 2019 verdedigde hij zijn proefschrift Philosophy in Psychiatric Practice aan de de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ralston is voortrekker van Stichting Beroepseer.

Hoe komt het dat het aantal psychische stoornissen zo is toegenomen, en hoe kan een verdere stijging worden voorkomen? Als oorzaken van de toename worden genoemd maatschappelijke druk, medicalisering, marktwerking, overspecialisatie, getrapte zorg, decentralisatie, effecten van de bekostiging en werkplezier. Wat het laatste betreft: Voor de zorgmedewerkers werd het werk zelf complexer, ze hadden te maken met steeds meer verantwoording en administratie, terwijl de inhoud van hun werk steeds meer bepaald werd door financiële aspecten. Hierdoor ontstond meer risico op verzuim of verlaten van de sector, en stijgend personeelstekort.

Oplossingen en randvoorwaarden

Als oplossingen worden genoemd:

  • Promotie van mentale gezondheid gedurende de gehele levensloop.
  • Laagdrempelige hulp bij beginnende problemen, zonder label.
  • Integraal kijken en samenwerken in de eerste lijn.
  • Integraal kijken en samenwerken bij de poort van de ggz.
  • Van ‘geholpen worden’ naar ‘jezelf (en anderen) leren helpen’.
  • Geïntegreerde zorg en ondersteuning voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen.

Dan zijn er nog de randvoorwaarden:

  1. Het sociaal domein moet versterkt worden om een belangrijke rol te spelen in mentale gezondheid.
  2. Bevorder een cultuur van samenwerken.
  3. Aanpassingen in het financieringssysteem.
  4. Goed onderbouwen met bewijs.
  5. Genoeg geld.

Een belangrijke vraag die wordt opgeworpen is: Wat kunnen we leren van eerdere hervormingen?

Lees het hele eerste deel De groei van psychisch leed (1): GGZ uit de knel, door Alan Ralston, De GGZ laat zich horen, 25 februari 2023: https://ggzlaatzichhoren.wordpress.com/

Rondetafelgesprek over de enorme stijging van het aantal mensen met een psychische stoornis, Tweede Kamer, 22 februari 2023: www.tweedekamer.nl

Video terugkijken Rondetafelgesprek: De enorme stijging van het aantal mensen met een psychische stoornis, Tweede Kamer, 22 februari 2023: https://debatgemist.tweedekamer.nl

 

Foto bovenaan: Scène uit video-opname Rondetafelgesprek: De enorme stijging van het aantal mensen met een psychische stoornis in Tweede Kamer op 22 februari 2023

Het grote bedrog – Hoe de machtige adviesbureaus de wereld veroverden

The Big Con laat zien hoe onze economie afhankelijk is geworden van grote adviesbureaus als McKinsey, Boston Consulting Group, Bain & Company, PwC, Deloitte, KPMG en EY. Volgens auteurs  Mariana Mazzucato en Rosie Collington verzwakken zij bedrijven, infantiliseren zij regeringen en ontwrichten zij economieën.

De adviessector groeide sinds de jaren tachtig en negentig in het kielzog van de hervormingen door zowel neoliberaal rechts als de Derde Weg-progressieven. Het werd een machtige sector die gedijde op de kwalen van het moderne kapitalisme en de
financialisering: het toenemen van de invloed van financiële markten, instellingen en elites op economisch beleid en economische resultaten.
De grote adviesbureaus wekken de illusie dat ze objectieve bronnen van expertise en capaciteiten zijn. Tot overmaat van ramp worden de beste en slimste afgestudeerde studenten weggelokt van de publieke dienstverlening en begeleid naar ‘consulting’.

De auteurs ontkrachten de mythe dat adviesbureaus altijd waarde toevoegen aan de economie. Ze pleiten voor een nieuw systeem waarin de publieke en de particuliere sector samenwerken voor het algemeen belang. Het is nodig de rol van adviseurs te herijken, opnieuw een economie op te bouwen en een regering te kiezen die geschikt is voor haar taak.

Angstige klanten

Boeiend in het boek zijn de interviews met de consultants, vindt Hettie O’Brien in haar boekrecensie in dagblad The Guardian. Over de reactie van de Britse regering op de Covid-pandemie zei er één: “Het leek wel of er bij elk project een hele stoet Deloitte mensen rondzwierf … het grote aantal was de oorzaak van de vele zombie-e-mails die de hele tijd binnenkwamen … en die onze  aandacht van het eigenlijke werk afhield”.
Onbegrijpelijk is de veronderstelling dat externe consultants het beter weten dan de eigen werknemers of de professionals in de gezondheidszorg bijvoorbeeld. Mazzucato en Collington schrijven dat men schijnt te denken dat kennis kan worden gekocht en ter keuze uitgestald ligt in het schap in de winkel.

The Big Con bevat een afbeelding van de ‘growth-share matrix’ van de Boston Consulting Group: de BCG Matrix – zie afbeelding links ontwikkeld in de jaren zeventig en in de decennia daarna op grote schaal onderwezen op bedrijfsscholen. In de BCG Matrix worden marktgroei en marktaandeel van de producten (of dienst) van een bedrijf tegen elkaar afgezet. Hierdoor kan een bedrijf bepalen of deze moeten investeren in een product of juist moet ‘de-investeren’, of zelfs helemaal met het product moet stoppen. Het model bevat een diagram met afbeeldingen van een koe, een ster, een hond en een vraagteken, bedoeld om bedrijven te helpen bij strategische planning op lange termijn. O’Briens opmerking over de afbeelding in haar recensie: “Het zou niet misstaan in een kinderboek”.

De reden waarom regeringen de grote adviesbureaus blijven inschakelen heeft te maken met vertrouwen. De taak van een adviseur bestaat erin angstige klanten ervan te overtuigen dat hij de antwoorden heeft, of dat nu zo is of niet. De auteurs suggereren dat de zwendel zichzelf voedt. Hoe groter dergelijke organisaties worden, hoe zwakker de regeringen en hoe groter de kans dat zij een beroep doen op de adviesbureaus om hen te redden.
Er is nog een andere reden. Sinds de jaren tachtig hebben politici ernaar gestreefd de publieke sector als een bedrijf te runnen, door mechanismen als prestatiebeloning en kosten-batenanalyses uit de particuliere sector te introduceren in het publieke domein. De Britse politicus Michael Heseltine zei het in de jaren tachtig zo: Het managementethos moet door ons hele nationale leven lopen – particuliere en publieke organisaties, het ambtenarenapparaat, genationaliseerde industrieën, lokale overheden, het nationale gezondheidszorgstelsel (NHS).

Het idee voor een boek

Het idee om een boek te schrijven ontstond na een discussie tussen Mariana Mazzucato en Rosie Collington over het raadplegen van consultants door de Britse regering tijdens de Covid-19 pandemie. De Britse regering heeft bij de aanpak van de pandemie miljoenen uitgegeven aan adviesbureaus, waaronder bijna 40 miljoen pond aan Deloitte voor consulten in verband met het mislukte ‘test-and-trace’-initiatief.  Het probleem met de bureaus is dat het advies dat zij aan regeringen geven de afhankelijkheid van de staat geleidelijk vergroot en dat kennis en capaciteiten worden overgedragen aan deze organisaties.

Om het tijd te keren, hebben de auteurs een lijst met oplossingen samengesteld.

Lijst met oplossingen

1. Intern investeren in instituten van de publieke sector.
2. Politici en media veranderen het discours over de staat
3. Beëindiging van ‘prime contracting’*)
4. Contracten met ‘geen buitensporige winsten’-clausules
5. Zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden en lonen in de publieke sector
6. Laat werknemers uitdagingen aangaan en ondersteun scholing
7. Herstel van interne IT-expertise
8. Zet intern een consultancy-eenheid op voor advies om vooral potentiële capaciteitstekorten op korte termijn op te vangen als de uitgaven voor consultancy worden verminderd
9. Neem scholing op in contracten als dat nodig is
10. Maak gebruik van echte economische deskundigheid – in de lokale overheid met gebruikmaking van de lessen van het Preston-model**)
11. Transparantie en bekendmaking van belangenconflicten verplicht stellen
12. Aanbestedingen vooraf taxeren om low-balling***) te voorkomen

Mariana Mazzucato is hoogleraar economie van innovatie en publieke waarde aan het University College London, waar zij oprichtster is van het Institute for Innovation and Public Purpose  (IIPP).
Rosie Collington is politiek econoom en schrijver. Ze is promovenda aan het University College London, IIPP.

Noten

*) Prime contractors – hoofdaannemers – werken rechtstreeks met de overheid. Zij sturen eventuele onderaannemers aan en moeten ervoor zorgen dat het werk wordt voltooid zoals bepaald in het contract).
**) Het ‘Preston-model’ is een term die wordt gebruikt voor de manier waarop de gemeente en haar instanties alsmede andere partners de beginselen van community wealth building in de stad Preston en de wijdere omgeving van Lancashire toepassen. Het komt erop neer dat de lokale bevolking de controle weer terugkrijgt over de eigen economie.
Zie: How we build community wealth in Preston: www.preston.gov.uk
***) Low-balling: Techniek voor gedragsmodificatie waarbij een lage prijs wordt aangekondigd voor een product/merk en vervolgens de prijs wordt verhoogd nadat de afnemer in het product geïnteresseerd is geraakt.

The Big Con: How the Consulting Industry weakens our businesses, infantilizes our governments and warps our economies, door Mariana Mazzucato en Rosie Collington, Penguin/Allen Lane en Penguin Press (USA), 2023: https://www.penguin.com.au/books/the-big-con-9780241573099
The Big Con wordt vertaald in het Nederlands en uitgegeven bij Nieuw Amsterdam

The Big Con by Mariana Mazzucato and Rosie Collington review – how consultancy firms cash in, Hettie O’Brien, The Guardian, 16 februari 2023: www.theguardian.com

Calling the consultants’ bluff: The Big Con author on reining in the power of consulting firms, Louis Goss, City A.M., 20 februari 2023: www.cityam.com

Rosie Collington: https://rosiecollington.work/

 

U P D A T E

Mariana Mazzucato: ‘Hoog tijd dat de overheid de externe consultants eruit gooit en het weer zelf gaat doen’, Overheid van nu, 17 april 2023: www.overheidvannu.nl

Duits Constitutioneel Hof verwerpt inzetten door politie van Palantir-surveillance-software

Het Duitse Constitutionele Hof (Bundesverfassungsgericht – BVG) heeft in een belangrijke uitspraak het gebruik van Palantir data-analysesoftware door de politie in Hessen en Hamburg ongrondwettig verklaard. De uitspraak op 16 februari 2023 vormt de afsluiting van een zaak die vorig jaar door het Gesellschaft für Freiheitsrechte (GFF) – de Duitse vereniging voor burgerrechten – is aangespannen en waarvan de hoorzittingen in december 2022 zijn begonnen. De aanklagers voerden aan dat de software kan worden gebruikt voor voorspellend politiewerk, waardoor het risico op fouten en discriminatie door de politie toeneemt.

‘Hessendata’

De Duitse deelstaat Hessen gebruikt de software sinds 2017, maar in Hamburg is deze nog niet in gebruik. De technologie wordt geleverd door Palantir, een Amerikaans data-analysebedrijf dat al vroeg steun kreeg van inlichtingendiensten, waaronder de CIA, FBI en NSA.
De zaak werd aangespannen namens elf eisers en berustte op het argument dat het softwareprogramma – met de naam ‘Hessendata’*) – voorspellend politiewerk vergemakkelijkt door gegevens te gebruiken om profielen van verdachten samen te stellen voordat een misdaad is gepleegd. De rechtsgrondslag van de wetten die deze systemen toestaan werd in twijfel getrokken door het GFF, dat zei dat Hessen en Hamburg niet duidelijk hadden gemaakt welke bronnen de politie kon gebruiken voor het verkrijgen van gegevens of hoeveel en op welke gronden datamining door wetshandhavers mocht worden toegepast.

Volgens de rechtbank zijn de aan de politie in Hessen verleende bevoegdheden via het Hessendata-platform duizenden keren per jaar gebruikt.

Vertegenwoordigers van de staat evenwel hebben aangevoerd dat de software essentieel is voor het voorkomen van criminaliteit en gewoon gegevens verzamelt en verwerkt die elders zijn verzameld. Palantir, waarvan het Gotham AI-systeem Hessendata*) is afgeleid, heeft gezegd dat het alleen de software voor gegevensanalyse levert en niet de gegevens zelf.
“Palantir brengt de software naar de gegevens, niet de gegevens naar de software”, aldus Jan Hiesserich, vice-bestuursvoorzitter Strategy and Communications van Palantir tegen de Duitse krant Handelsblatt. “Het zijn onze klanten die bepalen welke gegevens relevant zijn voor het onderzoek in overeenstemming met de relevante wettelijke bepalingen”.

De systemen worden ongrondwettelijk geacht

Maar op 16 februari 2023 heeft het BVG in Karlsruhe wetten verworpen die de politie een wettelijke basis verschaften voor de verwerking van opgeslagen persoonsgegevens door middel van geautomatiseerde gegevensanalyse, in het geval van Hessen, of geautomatiseerde gegevensinterpretatie, in Hamburg.

De systemen worden ongrondwettelijk geacht omdat zij het recht op informatieve zelfbeschikking hebben geschonden. “Gezien de bijzonder ruime formulering van de bevoegdheden, zowel wat de gegevens als wat de methoden betreft, blijven de redenen voor inmenging ver achter bij de grondwettelijk vereiste drempel van een identificeerbaar gevaar”, aldus het Hof in een verklaring.

Palantir is in 2003 opgericht door onder anderen Peter Thiel, de PayPal- en Facebook-investeerder. Het is een dataminingbedrijf dat zich specialiseert in overheidssurveillance. De naam Palantir is ontleend aan het door J.R.R. Tolkien geschreven  epos The Lord of the Rings. De palantíri (enkelvoud palantír), ook bekend als de Zeven stenen of de Zeven zieners, zijn bolvormige stenen voorwerpen die werden gebruikt voor communicatie en het verzamelen van inlichtingen.

Noot
*) Hessendata: https://atlas.algorithmwatch.org/datenbank/hessendata/


German Constitutional Court strikes down predictive algorithms for policing
, door Molly Killeen, EURACTIV, 16 februari 2023: www.euractiv.com/section/artificial-intelligence/news/german-constitutional-court-strikes-down-predictive-algorithms-for-policing/
EURACTIV is een onafhankelijk pan-Europees medianetwerk gespecialiseerd in EU-zaken, opgericht in 1999. EURACTIV stimuleert en bevordert beleidsdebatten tussen belanghebbenden – overheid, bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld. EURACTIV verslaat beleidsprocessen voorafgaand aan besluiten en vat de kwesties samen zonder partij te kiezen.

Regelungen in Hessen und Hamburg zur automatisierten Datenanalyse für die vorbeugende Bekämpfung von Straftaten sind verfassungswidrig, Persbericht Nr. 18/2023 – 16 februari 2023: www.bundesverfassungsgericht.de/SharedDocs/Pressemitteilungen/DE/2023/bvg23-018.html

EU fundamental rights agency warns against biased algorithms, door Luca Bertuzzi, EURACTIV, 8 december 2022: www.euractiv.com/section/artificial-intelligence/news/eu-fundamental-rights-agency-warns-against-biased-algorithms/

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Lectorale rede Willeke Slingerland: Op zoek naar weerbaarheid wanneer de democratie onder druk staat

De lectorale rede over actief burgerschap en weerbare democratie van Willeke Slingerland was indrukwekkend te noemen. Slingerland sprak de rede uit ter gelegenheid van haar installatie als lector Weerbare Democratie aan de Saxion Hogeschool op 26 januari 2023 in de Glasfabriek van Deventer. Titel: Op zoek naar weerbaarheid wanneer de democratie onder druk staat.

Slingerland introduceerde in 2018 het begrip netwerkcorruptie, vals spelen in het openbaar bestuur dat op het eerste gezicht niet zo opvalt. Het gaat hierbij om mensen in posities, die zich met elkaar identificeren, dezelfde ‘taal’ spreken en eenzelfde kijk op de wereld hebben. Samen vormen zij netwerken waarbinnen groepsmechanismen op gang komen. Zo is er veelal sprake van een grote mate van onderlinge solidariteit en loyaliteit, soms ook vriendschap. Deze netwerken vormen een waardevolle vorm van sociaal kapitaal. Maar, al zijn de intenties aanvankelijk goed, na verloop van tijd blijken collectieve gedragingen geleidelijk aan schade te betrokkenen aan de maatschappij. Het netwerk ontaardt.

Geen sprake van een evenwicht tussen gezond vertrouwen en wantrouwen

In haar rede zegt Slingerland dat “een democratie alleen functioneert als er naast instituten zoals de volksvertegenwoordiging, ombudspersonen, rekenkamers en kiesraden ook maatschappelijke waakhonden zijn in de vorm van een actieve burgersamenleving en pluriforme media. Immers, de vertegenwoordigende democratie kan niet zonder de maatschappelijke democratie en de institutionele macht niet zonder de geïnstitutionaliseerde en maatschappelijke tegenmacht. Hierbij valt nog iets paradoxaals op te merken ten aanzien van het publiek vertrouwen. Voor een democratie is het nodig dat er sprake is van burgervertrouwen in de politiek. Dit legitimeert de macht en daarmee de totstandkoming en invoering van beleid. Maar tegelijkertijd is voor het goed functioneren van de democratie ook enig wantrouwen noodzakelijk. Immers we verwachten van onze volksvertegenwoordigers, burgersamenleving en media dat zij actief de macht controleren. De druk op onze democratie neemt toe nu de kracht van zowel de geïnstitutionaliseerde als maatschappelijke tegenmacht verzwakt is en er geen sprake is van een evenwicht tussen gezond vertrouwen en wantrouwen.

Recent hebben ervaren politici en oud-politici zoals Johan Remkes, Herman Tjeenk Willink en Pieter Omtzigt maar ook de Raad voor het Openbaar Bestuur en SER voorzitter Kim Putters zich uitgelaten over het niet goed functioneren van de vertegenwoordigende en maatschappelijke democratie. Titels en quotes als “Lage drempels, hoge dijken” “Burgers aan het roer van hun leven” en “Het moet anders” geven blijk van de gevoelde urgentie om werk te maken van dit aspect van onze democratie.

Werken oude democratische structuren niet meer in het huidige tijdsgewricht? Over de Tweede Kamer wordt al langer gezegd dat zij haar controlerende rol niet meer waarmaakt nu regeringsinformatie gemankeerd of slechts ten dele wordt verstrekt, er sprake is van hoge werkdruk en fractiediscipline domineert. Dit geeft ruim baan aan lobbyisten. Er is ook enige zorg over het functioneren van de lokale volksvertegenwoordiging: de gemeenteraad.

Recent gaf ik een lezing voor de griffiers van de 100.000 plus gemeentes. Er werd instemmend geknikt toen een van de griffiers zei: ‘de belangenstrijd wordt al lang niet meer in de politieke arena van de raad gevoerd, maar in de triple helix samenwerking (vaak board genaamd) tussen politiek, bedrijfsleven en kennisinstellingen. In dit gremium worden door bestuurders de grote plannen voor de economische en sociale ontwikkeling in de regio bepaald’.

Weerbaarheid vergroten via bewustwording

Anderzijds voelde ik mij ook wat bedroefd. Hoe kan het dat we in tegenstelling tot het optimisme van de jaren ’90 nu zo somberen over het functioneren van de democratie? Nu is het makkelijk om de schuld te leggen bij het neoliberalisme en kapitalisme, de ontzuiling of marktwerking. Hier is door deskundigen al het nodige over gezegd dat ik niet zal herhalen. De reden is dat dit grootse bewegingen zijn die zich gevoelsmatig buiten onszelf afspelen. Ze zijn relevant en wetenschappelijk gezien valt hier ook de komende jaren nog veel over te zeggen. Maar voor mij als lector met een focus op de praktijk, zijn dit niet direct de aanknopingspunten die toepasbaar zijn in het werkveld. Als lectoraat proberen wij voor specifieke doelgroepen en binnen concrete contexten de weerbaarheid te vergroten via bewustwording en door middel van concrete handelingsperspectieven

De democratie kan dus niet zonder ‘spel’ of ‘strijd’ in de vorm van macht en tegenmacht, maar dit dreigt te verdwijnen wanneer er wordt vals gespeeld. Valsspelen vindt plaats wanneer het speelveld te maken krijgt met ongekende belangen en invloeden. Dit is de druk die onze democratie op de proef stelt. We denken dat we een goed beeld hebben van valsspelen. In ons onderzoek blijken er toch hele klassieke beelden van vals spelen te bestaan. Vals spelen kan op verschillende manieren. Door crimineel gedrag en door slecht bestuur. Binnen de onderzoekslijnen financieel economische criminaliteit en goed bestuur en integriteit doen wij onderzoek naar beide fenomenen”.

Paarse krokodil-professionals

Slingerland laat aan de hand van twee heel verschillende voorbeelden van valsspelen zien hoe institutionele macht en institutionele macht en tegenmacht aan kracht inboeten. Door de ongekende belangen en invloeden wordt het spel niet meer eerlijk gespeeld. Het deel van de spelgemeenschap dat vals speelt blijft over en het andere deel van de spelgemeenschap verliest en zal uiteindelijk gedwongen of zelfverkozen het spel verlaten. Ze zullen getypeerd worden als ‘afgehaakten’ of ‘buitenstaanders’. Deze spelbrekers worden daarbij vaak harder veroordeeld dan de valsspelers.

In juli 2021 publiceerde Saxion Hogeschool het rapport met de titel: Professionals van morgen: ‘Hoe het hoger onderwijs moet voorkomen onbedoeld een nieuwe generatie paarse krokodil-professionals af te leveren’, dat gaat over de resultaten van een onderzoek naar burgerschapsvorming. Hoe doen we dat, bouwen aan weerbaarheid? Allereerst door docenten en studenten zo toe te rusten dat zij tot gefundeerde morele oordeelsvorming kunnen komen tijdens de lessen en in de begeleiding van studenten.
Uit het onderzoek bleek dat docenten en studenten weliswaar niet zitten te wachten op ‘ethiek’ maar wel degelijk behoefte hebben de moraliteit van een vraagstuk te onderzoeken. Opvallend hierbij is dat studenten vaak prima in staat zijn om het systemische, het grotere geheel of de gelaagdheid van een vraagstuk op te zoeken, maar men vanuit het onderwijs nog zoekende is hoe deze ruimte zo te bieden dat vooral de zoektocht beoordeeld wordt en in mindere mate het eindresultaat. Zeker wanneer het opdrachten betreft van daadwerkelijke opdrachtgevers.

Burgerschapsvorming en nieuwe waardesystemen

Slingerland besluit haar rede met een aantal suggesties en aanbevelingen voor burgerschapsvorming en nieuwe waardesystemen: “De afgelopen jaren hebben we in Nederland en daarbuiten veel ervaring opgedaan met ons onderzoek naar nationale en lokale integriteitssystemen. Hierbij stuitten we op regelgeving die niet werkte en praktijken die niet mochten, maar ook regelgeving die prima werkte en praktijken die volstrekt rechtmatig zijn. Juist vanwege ons werken in de praktijk krijgen wij inzichten die waardevol zijn voor bestuur en beleid. Zo constateerden twee onderzoekers tijdens een opdracht voor de Tweede Kamer dat de regeldruk voor ondernemers veel te hoog is. Als kennisinstelling blijken wij op zo’n moment steeds vaker de gewaardeerde onafhankelijke en daarmee neutrale partij te zijn die bijvoorbeeld een brug kan slaan tussen bedrijven en maatschappelijke organisaties aan de ene kant en de overheid aan de andere kant. Dit is een hoopvolle beweging die de maatschappelijke democratie versterkt”.

Het gaat om individueel en gezamenlijk een moreel kompas ontwikkelen, om meer respect te krijgen voor andere perspectieven, en om waarden te kunnen omzetten naar een concreet handelingsperspectief.

Lees de hele lectorale rede van Willeke Slingerland: Op zoek naar weerbaarheid wanneer de democratie onder druk staat, 15 februari 2023: https://beroepseer.nl

Professionals van morgen, door Annemarijn Walberg, Renske de Leeuw en Willeke Slingerland, Saxion Hogeschool, 1 juli 2021: www.researchgate.net/profile/Annemarijn-Walberg/publication/357832608_Professionals_van_morgen/links/61e18ba18d338833e36b6b89/Professionals-van-morgen.pdf

Netwerkcorruptie. Proefschrift over uitruilen gunsten en smalle scheidslijn tussen lobbyen en corrupt gedrag, Blogs Beroepseer, 23 juli 2018: https://beroepseer.nl

Mr. dr. Willeke Slingerland: www.saxion.nl

 

Foto bovenaan is gemaakt door Jeyaratnam Caniceus

Marc Räkers: Sociaal werk is een mensenrechtenvak

“Regelmatig word ik gebeld door mensen die op het punt staan hun huis te worden uitgezet. Mijn nummer staat op de website van Eropaf! bij het ‘Meldpunt huisuitzettingen’. De bellers zijn vaak ten einde raad. Ze hebben ‘alles geprobeerd’, maar het is niet gelukt om het proces te keren dat tot uitzetting, dakloosheid en het verlies van ‘thuis’ leidt. De angst, onmacht en vooral het gevoel niet begrepen te worden, zijn meestal door de telefoon heen voelbaar. Dan probeer ik te luisteren, aandacht te hebben voor het verhaal en er met gerichte vragen langzamerhand achter te komen wat er precies aan de hand is. Vaak lukt het daarna nog om suggesties te doen waarmee de daadwerkelijke uitzetting toch voorkomen wordt”.

Marc Räkers is al 35 jaar sociaal werker. Vanuit activistische drijfveren en een diepgevoelde missie. Hij schreef zijn persoonlijke verhaal op voor het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken en legt uit waarom hij zich een hoeder van mensenrechten voelt:

“Het gekke is dat deze mensen vaak al benaderd zijn door medewerkers van de verhuurder, door medewerkers van incassobedrijven en deurwaarders, door sociaal werkenden van het buurt- of wijkteam of door leden van een ‘Vroeg Eropaf-team’. En toch hebben zij het proces niet weten te keren. Blijkbaar gaat er iets niet goed in het contact tussen eerdergenoemde functionarissen en de persoon met huurachterstanden. Waarbij ik hier het voorkomen van huisuitzettingen als voorbeeld neem, omdat dit al dertig jaar ‘mijn’ onderwerp is, maar het had net zo goed sociale zekerheid, de zorgverzekering, de gemeente of iedere andere willekeurige dienst met publieke taken kunnen zijn.

Gemeente overtuigen

De belevingswerelden van overheid en van veel burgers lopen nogal uiteen. Niet altijd met boze opzet, hoewel nog niet zo lang geleden het wantrouwen van de overheid tegenover de burger behoorlijk structureel was. Dit zien we nog steeds terug in bijvoorbeeld de wet- en regelgeving rond de sociale zekerheid, maar de toeslagenaffaire is wel het absolute dieptepunt.

Zo werd ik eens gebeld door een slachtoffer van de toeslagenaffaire die als gevolg van deze affaire voor de tweede keer(!) ontruimd dreigde te worden. De eerste keer omdat ze, door het beslag dat de Belastingdienst op haar inkomen legde, haar huur niet meer kon betalen. De tweede keer omdat ze zich ‘niet begeleidbaar’ opstelde volgens de instelling voor begeleid wonen, die de woning beheerde waarin de gemeente haar en haar kinderen uit nood had onderbracht. ‘Laat ze de Belastingdienst maar gaan begeleiden, ik heb dat niet nodig’, was haar begrijpelijke reactie. Het heeft nog best veel moeite gekost om de gemeente ervan te overtuigen dat deze tweede uitzetting absoluut voorkomen moest worden”.

Räkers eindigt zijn verhaal met erop te wijzen dat je je als sociaal werker kan beroepen op de mensenrechten: “Dat is onze eed van Hippocrates. In het belang van de totale samenleving, bestaande uit overheid en burgers, is het onze taak om te bevorderen dat mensen aan hun fundamentele rechten toekomen. Omdat dit de samenleving voor iedereen leefbaar houdt, niet alleen voor de mensen aan de ‘maatschappelijke onderkant’. Daarom is sociaal werk een mensenrechtenvak. Wij als sociaal werkenden zijn bij uitstek hoeders van de mensenrechten. Dat voel ik zo en daarom werk ik zo”.

Lees het hele verhaal van Marc Räkers: De drive van de sociaal werker: ‘Aandacht is mensenrecht’, Sociale Vraagststukken, 27 januari 2023: www.socialevraagstukken.nl/de-drive-van-de-sociaal-werker-aandacht-is-mensenrecht/

Eropaf!: https://eropaf.nl/

Marc Räkers is voortrekker van Stichting Beroepseer

Publieke dienstverlening staat onder druk. SER biedt oplossingen voor arbeidsmarktkrapte

De problemen op de arbeidsmarkt zijn groter dan ooit. Door de arbeidsmarktkrapte komt de uitvoering van publieke taken zoals zorg, onderwijs, kinderopvang en veiligheid in de knel, constateert de Sociaal-Economische Raad (SER). Om de effecten van vergrijzing en stijgende werkdruk op te vangen zijn drastische maatregelen nodig. Niet alleen moet (meer uren) werken aantrekkelijker worden, ook is gerichte sturing nodig om het werk slimmer en innovatiever te organiseren rond de schaarse menskracht. Daarbij hoort een vermindering van bureaucratie en complexe regelgeving. Realisme past over teveel maakbaarheid: ook met gerichte actie zal menskracht de komende dertig jaar de beperkende factor blijven.

Structureel probleem

Die aanbevelingen doet de SER in zijn advies Waardevol werk: publieke dienstverlening onder druk. Het advies is gevraagd door zes ministeries die beleid ontwikkelen voor sectoren die zitten te springen om personeel: zorg, onderwijs, kinderopvang, veiligheid, rechtspraak, openbaar bestuur en uitvoeringsorganisaties. Hoewel het aantal vacatures inmiddels iets daalt, valt te verwachten dat de arbeidsmarkt in deze sectoren krap blijft. Veel oudere werknemers zullen tussen 2025 en 2030 met pensioen gaan. Hun uitgavenpatroon en vooral de (zorg)behoeften zullen de vraag naar arbeid verder doen groeien. Daarnaast stagneert de productiviteit in grote delen van de publieke sector. Ook de kabinetsplannen voor verduurzaming, woningbouw en defensie zullen leiden tot extra druk op de arbeidsmarkt.

Minder welvaart

De krappe arbeidsmarkt in de publieke sectoren is op drie manieren problematisch. Allereerst voor de werknemers die te maken hebben met toenemende werkdruk, knellende regelgeving en afnemende motivatie. Ten tweede voelen burgers en bedrijven de gevolgen hiervan, in de vorm van oplopende wachtlijsten, uitval van dienstverlening of diensten van mindere kwaliteit. In de derde plaats vormt de krapte een belemmering voor het functioneren van de economie als geheel. De gevolgen zijn minder welvaart, toenemende sociale ongelijkheid en vertraging in de aanpak van grote maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie.

Versnipperd beleid

Gericht beleid en betere samenwerking zijn nodig om de uitvoering en beschikbaarheid van publieke taken zeker te stellen en het functioneren van de publieke sectoren te verbeteren. Dat moet leiden tot een effectievere inzet van mensen en aantrekkelijk en leerrijk werk met goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. De overheid heeft op deze punten een voorbeeldrol.
Het huidige arbeidsmarktbeleid is nu versnipperd over ministeries, sectoren en organisaties. Betere samenwerking biedt kansen voor duurzame inzetbaarheid over sectorgrenzen heen en kan concurrentie om schaars personeel helpen voorkomen. De SER pleit voor een pragmatische aanpak, die voortbouwt op bestaande samenwerkingen, goede voorbeelden en (cao-)afspraken in sectoren en regio’s. In de uitvoering van publieke taken wordt duidelijk wat wél werkt en worden vaak ook bruikbare oplossingen ontwikkeld. Landelijk beleid kan daarvan leren, en bijdragen aan een werkbare aanpak.

Aanbevelingen

De SER onderscheidt in het advies drie groepen van aanbevelingen om respectievelijk het aanbod van arbeid (meer mensen, meer uren) te vergroten, de effectieve inzet van de beschikbare menskracht te verbeteren en het samenspel tussen beleid en uitvoering te versterken.

  1. Voor extra menskracht is de kwaliteit van leiderschap en HR van groot belang. De SER adviseert de kwaliteit van management en leiderschap te stimuleren, uitval, verzuim en vertrek van medewerkers te verminderen met strategisch HR-beleid en de condities te verbeteren waardoor mensen die dat willen (meer uren) gaan werken. De SER adviseert vol in te zetten op het nog onbenutte potentieel: werkzoekenden, deeltijders die meer willen werken, gepensioneerden die zich nuttig willen blijven maken en nieuwkomers en statushouders.
  2. De SER adviseert te sturen op het slimmer en innovatiever organiseren van het werk, bijvoorbeeld door de inzet van technologie en procesinnovatie, benchmarking van prestaties en het verbeteren van de operationele capaciteit. De cruciale randvoorwaarde daarbij is dat dit niet leidt tot nog meer werkdruk. Het is belangrijk om werkenden te betrekken bij het slim en leerrijk organiseren van het werk en administratie en overbodig werk te voorkomen.
  3. De SER adviseert om in nieuw én bestaand beleid veel sterker te sturen op uitvoerbaarheid. Wet- en regelgeving is in de ogen van de SER te complex geworden. Dat maakt de uitvoering arbeidsintensief. In uitvoeringstoetsen moet meer aandacht zijn voor de arbeidsmarkteffecten en de haalbaarheid van beleid. Ook concurrerende arbeidsvoorwaarden zijn nodig, en meer duidelijkheid en continuïteit in beleid en financiering.

Downloaden: Waardevol werk: publieke dienstverlening onder druk. Oplossingsrichtingen voor de arbeidsmarktkrapte, Sociaal-Economische Raad, februari 2023: https://www.ser.nl/-/media/ser/downloads/adviezen/2023/arbeidsmarktkrapte-publieke-sectoren.pdf

Aanhoudende arbeidsmarktkrapte in publieke sectoren vraagt om ferme keuzes van kabinet, SER, 17 februari 2023: https://www.ser.nl/nl/adviezen/arbeidsmarktkrapte