Skip to main content

Redactie Beroepseer

Ambtenaren zijn er niet alleen voor politici

Thijs Jansen reageert met zijn artikel Ontwenningskuur: ambtenaren zijn er niet alleen voor politici op het artikel in NRC Hoge ambtenaren bezorgd over samenwerking met politiek, topoverleg bij Rutte (10 januari 2023).
Het topoverleg vond plaats tussen premier Rutte, minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de twaalf secretarissen-generaal, de hoogste ambtenaren van de verschillende ministeries. De spanningen tussen het kabinet en de rijksambtenaren schijnen zodanig toegenomen te zijn dat topoverleg nodig was.

Volgens Jansen behoren de oplopende spanningen geduid te worden “in het licht van de conclusies die dit kabinet-Rutte en de topambtenaren zelf hebben getrokken uit de Toeslagenaffaire. Ze hebben aan den lijve ondervonden dat de geloofwaardigheid van de overheid wordt bepaald door de kwaliteit van de uitvoering; en hebben zich genoodzaakt gezien er consequenties aan te verbinden.

Ze moedigen ambtenaren nu aan om zich in toenemende mate stevig op te stellen richting bestuurders, als dat van belang is voor vertrouwen in en het gezag van de overheid. Het onvermijdelijke gevolg daarvan is echter dat het monopolie van het bestuur op ambtelijk vakmanschap steeds sterker onder druk komt te staan. Kortom: we zien hier de eerste verschijnselen van de ‘ontwenningskuur’ waarvoor bestuurders zelf hebben gekozen.

Door de Toeslagenaffaire is het inzicht gaan dagen dat het toe-eigenen van het recht op vakkundige ambtenaren door bestuurders tot problemen leidt. Het is daarom belangrijk dat in de komende jaren wordt toegewerkt naar een evenwicht waarbij vier partijen in gelijke mate recht hebben op ambtelijk vakmanschap”.
Behalve de bestuurders en de ambtenaren zelf – in beleid, uitvoering en toezicht – zijn dat de burgers en de volksvertegenwoordigers.

Ambtelijk vakmanschap

Voor de metamorfose van de ambtenaar als dienaar van de politiek tot dienaar van de burger heeft de overheid een aantal programma’s opgezet voor de periode 2021 – 2026, zoals ‘Ambtelijk vakmanschap’, ‘Grenzeloos samenwerken’, ‘Dialoog en ethiek’, ‘Werk aan uitvoering’ en ‘Loyale tegenspraak’, waarmee 30 miljoen euro is gemoeid.

Jansen aan het slot van zijn artikel: “Een stevige erkenning van het recht van burgers, volksvertegenwoordiging en ambtenaren zelf op ambtelijk vakmanschap is onontkoombaar. Het vertrouwen in politiek en overheid staat sterk onder druk en het is steeds duidelijker dat goed ambtelijk vakmanschap ten dienste van de maatschappij noodzakelijk is om het tij te keren.

En het is allerminst verbazingwekkend dat deze operatie tot grote spanningen leidt…”

Ontwenningskuur: Ambtenaren zijn er niet alleen voor politici, door Thijs Jansen, NRC, 18 januari 2023: www.nrc.nl/nieuws/2023/01/18/ontwenningskuur-ambtenaren-zijn-er-niet-alleen-voor-politici-a4154542

Thijs Jansen is directeur van Stichting Beroepseer

Het artikel staat in de papieren krant van 20 januari 2023: Ambtenaar, durf je uit te spreken tegen bestuurders. Klik op afbeelding voor vergroten

 

 

Drie reacties van experts op ‘Het geheim van de lange relatie’. Over continuïteit in het sociaal domein

Discontinuïteit is te zeer de norm in sociaal beleid en in organisatie- en uitvoeringspraktijken ervan. In het essay Het geheim van de lange relatie*) schrijven de auteurs dat we maatschappelijke vraagstukken en uitdagingen met meer succes zouden kunnen aanpakken als we continuïteit een centrale plek kunnen geven in het sociaal domein. Het gevolg daarvan is dat in het bijzonder de relationele continuïteit – het contact van sociaal werkers met bewoners en cliënten – wordt gefrustreerd.

Het kan anders en het moet anders. Radboud Engbersen, programmaleider bij Movisie en een van de auteurs van het essay gaat in een artikel op Sociale Vraagstukken nader in op het onderwerp. Aan het slot leveren drie experts, geïnterviewd door Jan van Dam, commentaar.

Discontinuïteit doorbreken

Tijdelijkheid, wisseling en discontinuïteit lijken in het hele semipublieke domein een wezenskernmerk te worden, terwijl er juist behoefte is aan vertrouwdheid, aan vaste contacten, aan rust en aan zekerheid. Het is daarom tijd dat politiek en bestuur serieus werk maken van continuïteit. In beleid, in organisaties, in professionele relaties.

Het essay biedt aanwijzingen om op drie samenhangende niveaus de alom aanwezige discontinuïteit te doorbreken.

– Beleidsmatig: weersta de verleiding om op basis van incidenten, modegrillen of politieke druk het beleid telkens aan te passen.
– Organisatorisch: garandeer meerjarige financiële zekerheid door anders of zelfs niet meer aan te besteden.
– Relationeel: zorg voor een werkklimaat waarin professionals een langdurige relatie met inwoners, cliënten en een wijk kunnen aangaan.

Reactie 1: Stop met aanbesteden

De eerste reactie is van Michiel van der Vlies: Beter betrokkenheid en worteling in lokale gemeenschap dan aanbesteden. Van der Vlies is bestuurder van sociaalwerk-organisatie MEE-Vivenz, een grote welzijnsorganisatie in Dordrecht en omstreken. Hij pleit voor afschaffing van kortjarige aanbestedingen. “Die zorgen alleen maar voor onrust”.

“Ik ben zelf wethouder geweest in Hendrik-Ido-Ambacht, maar besef nu meer dan toen het belang van continuïteit voor de bereidheid van organisaties, professionals en inwoners om te ontwikkelen. Veranderen prima, maar dat werkt beter als je financiële zekerheden hebt waardoor je kunt investeren.

Het essay geeft de lezer inzicht in het geheim van de langdurige relatie, en biedt tevens aanknopingspunten om de continuïteit in het sociaal domein te waarborgen. Ik voeg er graag aan toe: Stop met het circus van aanbesteden en keer terug naar het Rijnlandse model van overleg”.

Reactie 2: Geduld opbrengen

Willemijn van der Zwaard benadrukt: We moeten met z’n allen geduld opbrengen. Van der Zwaard is strategisch projectleider bij zorginstelling Reinaerde. Ze onderschrijft de oproep uit het essay aan professionals om zich zelfbewuster op te stellen.

“Als je te weinig ruimte voor je professionaliteit opeist, hoe kun je dan voor mensen met een hulpvraag de goede dingen doen? Het zou‚ met andere woorden‚ je professionele verantwoordelijkheid moeten zijn om je uit te spreken wanneer een regel of financieel kader je hindert je werk goed te doen.

Gemeenten zochten de afgelopen zeven jaar naar passende organisatievormen voor zorg en ondersteuning. Er is discussie mogelijk over de vraag of ze daar voldoende in zijn geslaagd, maar hoe dan ook is er ruimte ontstaan om lokaal de taaie vraagstukken aan te pakken. Het sociaal domein moet daar nu de focus op leggen, een strakke opdrachtgever-opdrachtnemer-relatie is daarbij echter eerder een belemmering dan een stimulans.

We moeten met z’n allen geduld opbrengen, zoals de auteurs van het essay terecht vragen, en gemeenten de gelegenheid bieden om samen met hun partners iets op te bouwen. Als iets de continuïteit in het sociaal domein bedreigt, dan is het wel dat we uit ongeduld zouden besluiten tot een re-centralisering van verantwoordelijkheden”.

Reactie 3: Gemeenschappelijke visie

Marcel Spierts: Discontinuïteit en versnippering bestaan langer dan vandaag. Spierts is zelfstandig onderzoeker en publicist op het gebied van sociaal werk, educatie en cultuur. Hij mist de historische dimensie in het essay.

“Bijna vijftig jaar na het verschijnen van de Knelpuntennota (1974), vertoont wat we nu het sociaal domein noemen nog steeds het beeld van enorme versnippering. Daar kun je moedeloos van worden. Maar als je het beeld goed tot je laat doordringen, vind je er ook aanknopingspunten voor een mogelijke oplossing. Een ervan is dat beleidsmakers, organisaties en professionals veel meer het gesprek met elkaar moeten aangaan, over hoe ze tot een gemeenschappelijke visie kunnen komen. Een visie van waaruit ze via een van tevoren overeengekomen manier van werken bepaalde doelstellingen kunnen realiseren. Dat is volgens mij dé manier om eindelijk af te komen van die vermaledijde versnippering en discontinuïteit in het sociaal domein.

Dat onze premier het hebben van een visie bijna als iets onoorbaars beschouwt, ontslaat ons niet van de plicht om er zelf een te ontwikkelen. Zorg- en welzijnsorganisaties en hun professionals mogen zich niet verschuilen achter welk excuus dan ook. Zij móéten, als ze hun metier serieus nemen, een goed onderbouwde visie ontwikkelen, en hun manier van werken daarop afstemmen. Daarvoor moeten ze gebruikmaken van de kennis die er al is. Maar ook dienen ze hun praktijk zo in te richten dat de kennis verder ontwikkeld wordt. Ik heb het dan over een gezamenlijke inspanning van beleidsmakers, wetenschappers, professionals, ervaringsdeskundigen, bewoners en cliënten”.

Lees het hele artikel en de interviews: Succesvol sociaal werk vraagt om relationele continuïteit, door Radboud Engbersen, Sociale Vraagstukken 9 december 2022: www.socialevraagstukken.nl/succesvol-sociaal-werk-vraagt-om-relationele-continuiteit/
Movisie is het landelijk kennisinstituut voor het sociaal domein. Sociale Vraagstukken is een tijdschrift en een platform voor debat van onderzoekers en deskundigen over maatschappelijke kwesties.

Permanente vernieuwingsdrang ondermijnt het sociaal domein, door Radboud Engbersen (Movisie), Thijs Jansen (Stichting Beroepseer), Rienk Janssens (VNG), mei 2022, een uitgave van Movisie: www.socialevraagstukken.nl/permanente-vernieuwingsdrang-ondermijnt-het-sociaal-domein/

*) Downloaden essay Het geheim van de lange relatie, door Rienk Janssens, Radboud Engbersen, Thijs Jansen, mei 2022: https://beroepseer.nl/wp-content/uploads/2022/05/essay_het_-geheim_van_de_lange_relatie_DEF.pdf

 

 

Er is iets mis met de manier waarop we met ouderen omgaan. 75-plussers over ouder worden voor boek en docu ‘Rebels’

“Het allerergste is het vreselijke woordje ‘nog’. Dan zeggen ze dat ik er nog goed uitzie of me nog goed kan concentreren. Alsof dat op mijn leeftijd een verdienste is”. – Greta (77)

Via een oproep is de Vlaamse journaliste Ann Peuteman op zoek gegaan naar 75-plussers die het op de een of andere manier moeilijk hebben met de manier waarop er met hen wordt omgegaan en hoe ze worden voorgesteld. Binnen een paar dagen kreeg zij honderden reacties.
Eénmaal een bepaalde leeftijd worden ouderen meer dan nodig betutteld. In voorzieningen en in ziekenhuizen wordt iedereen met de voornaam aangesproken of ze dat nu willen of niet. Weinigen worden nog aangesproken op hun expertise of mening. Veel wordt beslist in hun plaats. Haast onzichtbaar worden alle ouderen – ongeacht verleden, identiteit of karakter – op dezelfde manier behandeld en als een anoniem en homogeen blok aangezien.

Rebels

Ann Peuteman sprak voor haar boek en documentaire film Rebels met 75-plussers over ouder worden. Het resultaat is een bundel verhalen van een twaalftal ouderen, verschenen in het najaar van 2022. In samenwerking met filmmaker Brecht Vanhoenacker maakte Peuteman de documentaire voor de sociaal-artistieke werkplaats voor verhalenvertellers, ‘Victoria Deluxe’ in Gent.

Aan Peter Jan Bogaert vertelde Peuteman in een interview voor het Vlaamse Sociaal.Net: “Ik heb iedereen dezelfde vraag gesteld: wat is voor jou het moeilijkst bij het ouder worden om te kunnen blijven wie je bent. Na een eerste selectie heb ik een veertigtal mensen uitgebreid geïnterviewd. Voor de documentaire heb ik er daarvan een tiental geselecteerd, rekening houdend met gender, diversiteit, thuiswonend of in een voorziening, korter en langer geschoold”.

Je hebt in je boek drie rechten geformuleerd die volgens de 75-plussers het meest worden geschonden.
“Op één staat het recht op een eigen mening of het gebrek eraan. Nummer twee is het recht op werk/vrijwilligerswerk. Op drie staat het recht je eigen financiën te regelen. Daarna, maar niet in het boek opgenomen, kwamen het recht om zelf te bepalen wat je eet en drinkt en tenslotte het recht op mobiliteit: je kunnen verplaatsen hoe en wanneer je wil”.

Wat woonzorgcentra betreft, er blijkt behoefte te zijn aan een andere vorm van inspraak en medebestuur.
“Het gaat dan veel verder dan zelf te beslissen wanneer welke soep geserveerd wordt. Het gaat ook over de mogelijkheid om zelf het budget van de inrichting van de leefgroep te besteden of zelf een zeg te hebben in het personeelsbeleid en de aanwervingen.
Echte participatie is toch vaak de sleutel voor kwaliteit. In een bepaald woonzorgcentrum kampten ze met een personeelstekort waardoor ze niet alle bewoners voor negen uur ’s morgens konden wassen. Vaak duurde het tot elf uur. De directie heeft dan samengezeten met de bewoners. En wat bleek: niet iedereen wilde zo vroeg gewassen worden. Zo is er een regeling ontstaan dat er een groep ’s morgens werd gewassen en een aantal in de late namiddag, op eigen vraag”.

Tot besluit twee treffende uitspraken:

“De verhalen van hoe ouderen, al dan niet subtiel, worden geweerd uit het actieve leven zijn talloos. We laten daar als samenleving veel kansen liggen”.

“Er een cultuuromslag nodig. Niet alleen in de woonzorgcentra, maar in de hele samenleving”.

Lees het hele interview: 75-plussers in verzet: ‘Er is iets mis met de manier waarop we met ouderen omgaan’, door Peter Jan Bogaert, Sociaal.Net, 16 januari 2023: https://sociaal.net/achtergrond/ann-peuteman-rebels-75-plussers-in-verzet/
Sociaal.Net is een online platform voor geïnteresseerden in sociaal werk, welzijn en gezondheid en forum voor maatschappelijk debat.

Ann Peuteman is redactrice bij het Vlaamse weekblad Knack en verdiept zich daarnaast al jaren in het leven van ouderen.  Daarover schreef ze de boeken Grijsgedraaid – Waarom we bang moeten zijn om oud te worden en Verplant – Waarom het heerlijk wonen kan zijn in het woonzorgcentrum.
Brecht Vanhoenacker is filmmaker. Hij werkte eerder al samen met ‘Victoria Deluxe’ voor o.m. de film Somer en de documentaires Buffalo forever en Wat hebben we verdiend vandaag?

Boek Rebels, uitgeverij Vrijdag:  https://www.uitgeverijvrijdag.be/product/6910095/rebels

Documentaire Rebels: https://www.victoriadeluxe.be/rebels/

Zorgverleners kijken alsmaar negatiever naar ouderen: ‘Ageism is sluipend gif’, door Christel Geerts en Charlotte Brys, Sociaal.Net, 5 januari 2022: https://sociaal.net/achtergrond/ageism-zorgverleners-kijken-steeds-negatiever-naar-ouderen/

Hieronder de trailer van de documentaire Rebels. De afbeeldingen helemaal bovenaan zijn eraan ontleend.

Interview met Jelle van Baardewijk over de cultuur van moeiteloosheid, beroepstrots, onderwijs en professionalisering

In zijn lezing op het HGZO-congres*) vertelde filosoof en ethicus Jelle van Baardewijk dat mensen tegenwoordig moeite hebben met moeite. Thema van het congres was Uit je comfortzone.
Joke van Alten en Jacqueline Dijkstra interviewden Van Baardewijk  voor het kennisplatform Onderwijs en Gezondheidszorg – voor mensen die zich bezighouden met opleiden en leren in de zorg.
Van Baardewijk houdt zich bezig met de ethiek van het bedrijfsleven en de overheid. Hij is universitair docent Maatschappelijke bestuurskunde aan de Vrije Universiteit en lector Bedrijfsethiek aan de Hogeschool Rotterdam .

De interviewers vroegen aan Van Baardewijk een toelichting te geven op zijn uitspraak dat mensen tegenwoordig moeite hebben met moeite. Zijn lezing – die o.m. ging over het mijden van inspanning, dociel gedrag en vakmanschap – was getiteld Onderwijs en zorg in een cultuur van moeiteloosheid.

“We leven in een consumptie-, maar ook in een prestatiesamenleving. Mensen zijn gericht op de bevrediging van hun behoeftes en vinden het ingewikkeld om te presteren, terwijl dat steeds meer van ons gevraagd wordt. Dat is paradoxaal. Er waart een grote kracht rond die aanzet tot een passieve houding ten opzichte van onze eigen doelen en ons eigen vakmanschap. Dat zie je in moderne techniek, moderne levenssferen die aanzetten tot een passieve levenshouding. Veel mensen zetten eerder Netflix aan dan dat ze een boek lezen. Of waarom zou je een vriendin bellen als je ook lekker kan instagrammen. Zo is een cultuur van moeiteloosheid ontstaan, weerstand tegen weerstand. Dat resulteert in een palliatieve samenleving, volgens de filosoof Byung-Chul Han, waarin pijn weggeslikt en niet geaccepteerd wordt. Een samenleving waarin discipline ook iets heel moeilijks is geworden. Dat zie ik terug op de universiteit en de hogeschool. Ook op de werkvloer laten mensen over zich heen lopen, gaan ze dociel met administratiesystemen mee. De kunst is hier in opstand tegen te komen. Je eigen werk vorm te geven”.

Structuur bieden voor voortdurende professionalisering

Wij herkennen die moeiteloosheid, horen bijvoorbeeld zorgmedewerkers zeggen: ‘Als de baas het niet betaalt, dan doe ik niets aan mijn ontwikkeling’.

“Er zijn veel beroepen die geen gezag meer hebben in Nederland. Eigenlijk bestaat positioneel gezag in Nederland niet meer, zoals Thijs Jansen van de Stichting Beroepseer laat zien in zijn boeken. Wanneer je vroeger zei dat je aan de universiteit of als verpleegkundige werkte, dan had je een soort autoriteit. Maar gezag moet je tegenwoordig toch meer verdienen. De meeste beroepen in de zorg zijn in coronatijd, door de herbezinning op wat vitale beroepen zijn, enorm in waardering gestegen. Werken in de zorg wordt als bijzonder gezien, er wordt voor zorgmedewerkers geapplaudisseerd.
Verpleegkundigen, meer nog dan specialisten en huisartsen, zouden hun nieuwe gezag nu kunnen verzilveren. Hun beroepstrots is terecht. Het is een overvraagde beroepsgroep met een normaal loon, er is flinke schaarste, en ieder doemscenario laat zien dat er meer verzorgenden en verpleegkundigen nodig zijn. Dat zij dan nu zeggen ‘ik doe dit of dat niet, want het is geen onderdeel van mijn werk’, dat snap ik. Eindelijk staan ze voor hun werk en zeggen ze NEE. Dat heeft ook te maken met dat zij heel goed weten dat zij altijd ‘aan’ staan, pauze heeft bijvoorbeeld een heel andere betekenis dan in kennisintensieve beroepen. Ik vind het een teken van beroepstrots en ik denk dat ze groot gelijk hebben als ze zeggen ‘wij doen genoeg’.

De andere kant is: hoeveel wil je investeren in je eigen beroepsontwikkeling? Jongere generaties hebben veel meer moeite met investeren in hun eigen vakmanschap. In een consumptiecultuur is het niet meer vanzelfsprekend aan je eigen ontwikkeling te werken. Maar het hoort er natuurlijk wel bij. Je mag verwachten van verpleegkundigen dat ze niet de avond voor een vroege dienst tot laat in de kroeg staan en dat ze hun vakliteratuur bijhouden. Dat vergt discipline en dat is echt niet zo makkelijk in een cultuur van moeiteloosheid. Je moet als onderwijs en beroepsgroep ook een structuur bieden voor de voortdurende professionalisering. Er zijn beroepen waarin het heel gewoon is om jaarlijks terug te keren in de schoolbanken, om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen op je vakgebied en om te publiceren. Voor hbo en mbo zou daarvoor een andere vorm bedacht moeten worden. Cultuur is in de kern het stellen van eisen en moeite doen”.

Andere uitspraken over onderwijs:

– Het onderwijs moet […] in de spiegel gaan kijken. Kennis en kunde moeten terug in het hart van het onderwijs.

 – Onderwijs moet inhoudelijk veeleisend en daarmee goed zijn. Je hele leven wordt leuk als je dingen begrijpt en onder controle hebt. Het ‘leuk zijn’ van je school of je werk is een secundaire kwaliteit, die je er als je geluk hebt bij krijgt.

– In de zorg bestaat een vrij realistisch beeld van het vakmanschap, al vrees ik ook bij jullie voor de onderwijsvernieuwers. Op het vakmanschap van artsen en verpleegkundigen kun je geen compromissen sluiten.

Herwaardeer vakinhoud

Op de slotvraag – Welke boodschap wil je geven aan opleiders in de zorg? – antwoordt Van Baardewijk:
“Herwaardeer vakinhoud. Schuw discipline niet. Studenten gaan minder hard leren als ze drie herkansingen hebben, laat staan vijf! Zoek ook je eigen beroepseer op als mede-poortwachter van het zorgsysteem. Wat is de kern van jullie werk, vakinhoudelijk?”

Lees het hele interview: De beroepstrots wordt alleen maar groter als iets moeilijk is, door Joke van Alten en Jacqueline Dijkstra, Onderwijs en Gezondheidszorg, 19 december 2022: https://onderwijsengezondheidszorg.nl/artikelen/2022/december/editie-7/de-beroepstrots-wordt-alleen-maar-groter-als-iets-moeilijk-is


Noot

*) Het HGZO-Congres, georganiseerd door het Amsterdam UMC, vond voor de 21e keer plaats op 6 en 7 oktober 2022. Het is een jaarlijks congres bestemd voor docenten en opleiders in het Hoger Gezondheidszorg Onderwijs (HGZO). Men kan lezingen bijwonen en deelnemen aan verschillende workshops. www.vumc.nl/
Het volgende congres vindt plaats op 20 maart 2023. Thema: De onderzoekende docent.

Praktische wijsheid is essentieel voor verlenen goede medische zorg

“Praktische wijsheid staat vanaf de laatste decennia van de 20ste eeuw toenemend in de belangstelling van professionals van allerlei aard: psychologen, juristen, docenten, managers, bestuurders en medici. Deze vernieuwde belangstelling is toegeschreven aan factoren als: de toenemende complexiteit en de alsmaar versnellende ontwikkelingen van laatmoderne samenlevingen en de eraan gekoppelde onzekerheden, aan het wegvallen van vertrouwde ideologieën en denkkaders, en aan de technologisering en instrumentalisering behorend bij het momenteel in de westerse wereld overheersende, door marktdenken beheerste neoliberale
discours.

Met name professionals die te maken hebben met morele vraagstukken hebben daardoor toenemend behoefte aan een kompas dat hen helpt te koersen op moraliteit: het doen van het goede en het geen schade toebrengen. Het dagelijks werk van medische professionals, artsen, is doordrenkt met moraliteit. Medici-practici vragen zich voortdurend af: wat is hier en nu voor deze individuele patiënt goed om te doen (of te laten)? Hoe voorkom ik schade of te grote risico’s op schade voor deze mens die aan mijn zorgen is toevertrouwd? Zou het ontwikkelen van de Aristotelische phronèsis, die wij vertaalden als ‘praktische wijsheid’ kunnen helpen bij het vinden van de juiste weg in de wirwar van alledaagse morele vragen in door onzekerheid en complexiteit gekenmerkte moderne praktijken? Dat was de vraag die het uitgangspunt vormde voor dit onderzoek”.

Marij Bontemps-Hommen verdedigde haar proefschrift Praktische wijsheid. De essentie van professionaliteit in medische praktijken – waaraan bovenstaande is ontleend in de samenvatting –  aan de Universiteit voor Humanistiek in  oktober 2020. Promotoren waren Frans Vosman, emeritus hoogleraar Zorgethiek (overleden in 2020) en Andries Baart, geestelijk vader van de Presentietheorie.
Bontemps, kinderarts en ziekenhuisbestuurder, observeerde de dagelijkse medische praktijken in een algemeen ziekenhuis, en ontdekte dat praktische wijsheid onmisbaar is om in deze complexe netwerken goede medische zorg voor elkaar te krijgen.

Herwaardering van praktische wijsheid

Bontemps benoemt een aantal factoren waardoor praktische wijsheid zo belangrijk is geworden. Dat is in de eerste plaats omdat onze huidige zorg te eenzijdig gericht is op (meetbare) werkzaamheid, waardoor het zicht verdwijnt op wat in specifieke gevallen goed is. Verder omdat het algemene van richtlijnen en regels geregeld blijkt te wringen met een zorgvuldige afstemming op individuen in hun eigen context.
Medische zorg wordt tegenwoordig niet meer louter verleend door individuele zorgverleners maar ook door teams binnen netwerken. Die moeten dus ook praktische wijsheid laten zien. Tenslotte: omdat zorg- en maatschappelijke organisaties vaak meer belang hechten aan efficiëntie, soepele logistiek en een flink marktaandeel dan aan ‘goede zorg’, dreigen zij praktische wijsheid te miskennen en te verdringen.
Bontemps laat zien hoe praktische wijsheid zich voordoet, wat bevorderend werkt of  tegenwerkt, en hoe praktische wijsheid geleerd kan worden tijdens het dagelijks werk. Ze toont wat er gebeurt als praktische wijsheid ontbreekt of juist floreert. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek pleit Bontemps voor een herwaardering van praktische wijsheid. Waar die wijsheid ontbreekt, moet ze worden geïntroduceerd en ontwikkeld. Dat geldt niet alleen voor medische praktijken, maar ook voor andere vakgebieden, zoals verpleegkunde, sociaal werk, management, bestuur en toezicht, het recht en de politiek.

Meer praktische wijsheid kan:
1. leiden tot een betere kwaliteit van zorg: zorg die beter aansluit bij de individuele patiënt,
2. bijdragen aan een beter leven van patiënten na of met een ziekte,
3. bijdragen aan meer geluk voor professionals die een zeer zinvolle maar moeilijke taak hebben in het vakbekwaam, wijs en samen beoefenen van de professie.

Recensie van Hans Hoek

Hans Hoek schreef recent een uitgebreide recensie  van het proefschrift op de website van C3 van adviseurs en managers die zich inzetten voor maatschappelijke organisaties in zorg, welzijn en het sociaal domein. C3 staat voor Community – Cooperation – Coordination. Hoek is docent aan de Universiteit Maastricht en doceert bij het C3 College. Zie: Praktische wijsheid in de gezondheidszorg, C3am, 10 januari 2023: https://c3am.nl/praktische-wijsheid-in-de-zorg/

Downloaden promotie-onderzoek: Practical wisdom: the vital core of professionalism in medical practices (Praktische wijsheid: de essentie van professionaliteit in medische praktijken: https://research.uvh.nl/ws/portalfiles/portal/14763241/Full+Text.pdf

Praktische wijsheid is onmisbaar om goede medische zorg te verlenen, Universiteit voor Humanistiek, 20 oktober 2020: www.uvh.nl

Zie ook: ‘De ongetemde ambtenaar’. Webinar met Henk den Uijl, Beroepseer, 25 mei 2022: https://beroepseer.nl/

 

Prof. Remco Breuker kandidaat voor verkiezing ‘Persoon van het Jaar’ in Leiden en omgeving

Een van de kandidaten voor de verkiezing Persoon van het Jaar 2022 in Leiden en omgeving is Remco Breuker, hoogleraar Koreastudies. De verkiezing wordt sinds 2017 georganiseerd door het Leidsch Dagblad. Lezers van de krant kunnen kandidaten voordragen die volgens hen een positieve bijdrage hebben geleverd aan de Leidse regio en Duin- en Bollenstreek of de samenleving. Uit de voorgedragen regiogenoten selecteert de redactie de beste kandidaten op wie vervolgens gestemd kan worden (tot 15 januari 2023). Dit jaar strijden tien mensen om de eer.

Voor Remco Breuker was de nominatie een totale verrassing, meldt Sabine Waasdorp in een artikel voor de nieuwsbrief van de Universiteit van Leiden: “Ik was zeer verrast en vereerd toen ik het hoorde. Ik had het absoluut niet verwacht”.

Breuker is genomineerd voor zijn veelzijdige activiteiten voor de (Leidse) academische gemeenschap. Met zijn eigen politieke partij in de Universiteitsraad (Leidse Academische Gemeenschap), zijn vaste column in het universitaire weekblad Mare en zijn prominente rol als actievoerder bij WO in Actie heeft Breuker, zo stelt het Leidsch Dagblad, zich tot een academisch geweten van de universiteit ontwikkeld.

Breukers ideaal

Breukers ideaal is een universiteit die midden in de samenleving staat en stad en omgeving vooruithelpt. “De universiteit levert een hele wezenlijke bijdrage aan de stad Leiden. Ik hoop dat mijn continue nadruk op het belang van de academische gemeenschap en democratie binnen de universiteit dat ook doet en zorgen in stad en omgeving over democratie, vertegenwoordiging en de kloof tussen bestuurders en de gemeenschap verkleint. Zorgen en issues die aan de universiteit spelen, stralen immers ook uit naar de regio”.

Ga naar de lijst van alle tien kandidaten – met de fraaie portretten, gefotografeerd door Hielco Kuipers – en stem mee: Wie wordt de Persoon van het Jaar in Leiden en omgeving? De stembussen zijn geopend, Leidsch Dagblad, 31 december 2022: www.leidschdagblad.nl/cnt/dmf20221230_51725774
Zie onderaan artikel stemknop.

Twee Leidse wetenschappers genomineerd voor Persoon van het Jaar verkiezing, door Sabine Waasdorp, Universiteit Leiden, 5 januari 2023: www.universiteitleiden.nl/nieuws/2023/01/twee-leidse-wetenschappers-genomineerd-voor-persoon-van-het-jaar-verkiezing

Bijdrage van prof. Remco Breuker aan hoorzitting Tweede Kamer over ‘Verscheidenheid en diversiteit in de wetenschap’, Blogs Beroepseer, 24 april 2019: https://beroepseer.nl

40 Stellingen over de wetenschap (2020) door Rens Bod, Remco Breuker en Ingrid Robeyns, in de rubriek Aanbevolen Boeken: https://beroepseer.nl/aanbevolen-boeken/aanbevolen-boeken-iii/#veertigstellingenwetenschap
Met link naar gratis download: www.boomfilosofie.nl/media/26/40_stellingen_open_acces(1).pdf

 

WO in Actie: https://woinactie.blogspot.com/

Artikelenreeks ‘Taboes en belangen’ is gericht op verbetering gezondheidszorg en terugkeer werkplezier

Wat schrijven artsen zelf over hun beroep? Het derde artikel in de rubriek The great escape van de serie Taboes en belangen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) belicht de voor- en de nadelen van hyperspecialiseren en deeltijdwerken. Marcel Olde Rikkert schrijft dat hyperspecialiseren en deeltijdwerken momenteel een zegen en een vloek zijn in de opleiding en het werk van veel artsen. Maar, de zegening is er veelal voor de dokter, de vloek voor de patiënt. De discussie over de wenselijkheid van beide loopt al meer dan vijftig jaar en heeft geleid tot emotionele pro- en contradebatten. Ontkennen ervan of er alleen tegen strijden is zinloos en ongewenst. De echte vragen zijn: hoe gebruiken we beide ten voordele van zowel arts als patiënt en waar liggen de grenzen?

Marcel Olde Rikkert:
“Wie wil bij duizeligheidsklachten naar vier of vijf opeenvolgende dokters verwezen worden? Toch houden in mijn praktijk veel specialismen de verantwoordelijkheid af om relatief simpele medische problemen als duizeligheid, valneiging of gewichtsverlies breed te analyseren (…) Deze klachten zijn echter bij ouderen geriatrische syndromen die meestal verklaard worden door meerdere oorzaken. Toch wil een orgaanspecialist liever niet over de grenzen van zijn lievelingsorgaan kijken. Deze zal de gordiaanse knoop van het geriatrische syndroom dus niet ontwarren en verwijst doorgaans snel door.

Evenzo is er meer dan genoeg bewijs dat parttime werken grote voordelen kan bieden om een gezin draaiende te houden, jezelf te ontplooien, mantelzorg te verlenen of een burn-out te voorkomen. Uiterst nuttig voor modern ‘human resource management’. Het is echter binnen de Nederlandse werkcultuur en zorgcao’s taboe geworden om over grenzen of voorwaarden te spreken van parttime werken. Maar zou het eigenlijk niet redelijk zijn dat onze samenleving, die gedurende een opleiding van gemiddeld 10 jaar een miljoen in ons investeert, minimaal 10 jaar een contract van 0,6 fte terugvraagt? Of is dat een te groot taboe en een grens te ver?”

Taboes en belangen

Al jaren is er overeenstemming over het feit dat de medische zorg in Nederland beter georganiseerd moet worden, wil het systeem niet vastlopen. Taboes en belangen lijken de noodzakelijke verandering echter te verhinderen.
Optimale Zorg – Dappere Dokters en het Nederlandse Tijdschrift voor Geneeskunde hebben auteurs met verschillende expertise gevraagd om op persoonlijke titel te schetsen welke concrete keuzes aan de politiek, beroepsgroep, patiëntenorganisaties en anderen kunnen worden voorgelegd.
De serie artikelen getiteld Taboes en belangen, is te lezen op de site van het NTvG. In een later stadium worden de artikelen gebundeld en in bescheiden oplage gepubliceerd. De bedoeling van de serie is bij te dragen aan de noodzakelijke besluitvorming in de hoop dat de organisatie van de gezondheidszorg wordt verbeterd en het werkplezier terugkeert.
De bijdragen zijn ingedeeld in rubrieken: Illusie van maakbaarheid, The great escape, Controledrift en wantrouwen, De tirannie van de tevredenheid, Gezond kunnen leven is allereerst een publieke verantwoordelijkheid, Als de dood voor de dood.

Optimale Zorg – Dappere Dokters

Optimale zorg – Dappere dokters is in 2012 opgericht – een door huisartsen en specialisten gedragen beweging die als doel heeft samen op zoek te gaan naar concrete mogelijkheden om de zorg te optimaliseren. Belangrijke kernwaarden zijn: gezamenlijke besluitvorming met de patiënt, kritisch naar het eigen functioneren kijken, jezelf aanspreekbaar opstellen en collega’s durven aanspreken, intensieve samenwerking tussen zorgverleners stimuleren, kritisch zijn op standpunten van de eigen beroepsgroep en maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. De beweging heeft zich de afgelopen jaren gericht op werkconferenties, projecten, opleidingen en debatten, en deed in 2020 een oproep aan de volksvertegenwoordigers van Eerste en Tweede Kamer.

Controledrift en wantrouwen

Een andere, recente bijdrage in de serie – in de rubriek Controledrift en wantrouwen – is van de hand van Margot Smits: Splits registratielast in kwaliteits- en doelmatigheidsinformatie:
“Zorgverleners genieten over het algemeen een groot vertrouwen. En terecht. Zorgverleners doen elke dag hun best om goede zorg te leveren voor de patiënt en hebben vrijwel zonder uitzondering voor hun vak gekozen omdat ze het mooi vinden om anderen te helpen. Dat is nog steeds zo, maar in de loop der jaren is een aantal dingen veranderd in de omgeving van de zorgverlener waardoor zij het vertrouwen in hen niet altijd meer ervaren”.

Er blijkt een “groeiende behoefte bij derde partijen, zoals zorgverzekeraars en de overheid, aan informatie waarmee ze de doelmatigheid en toegevoegde waarde van de snel toenemende hoeveelheid zorg kunnen monitoren en waar nodig bijsturen”.
Smits wijst erop dat de beroepsgroep ook zelf bijdraagt aan de registratielast. Ze merkt op dat er vaak naar andere partijen gewezen wordt als belangrijkste veroorzakers. Kortom, het is tijd voor een nieuw perspectief op informatieregistratie.
Smits stelt een splitsing voor in informatie verzamelen: “Alle keuzes om de ervaren registratielast te helpen verminderen hebben voor- en nadelen, maar ik pleit voor de volgende veranderingen ten opzichte van de huidige situatie. Maak vanaf nu onderscheid tussen informatie over kwaliteit en doelmatig van zorg”.

De verwachting van Margot Smits is dat de “totale hoeveelheid verantwoordingsinformatie kan worden verlaagd, vooral door het besef dat er minder informatie over kwaliteit van zorg nodig is. Daarnaast verwacht ik dat dit bij de verschillende partijen zal leiden tot minder frustratie over het registreren en delen van de informatie. Kortom, via slimmere registratie naar nuttige informatie en minder frustratie”

Hyperspecialiseren en deeltijdwerken, door Marcel Olde Rikkert, NTvG, 4 januari 2023: www.ntvg.nl/artikelen/hyperspecialiseren-en-deeltijdwerken

Splits registratielast in kwaliteits- en doelmatigheidsinformatie, door Margot Smits, NTvG, 6 januari 2023: www.ntvg.nl/artikelen/splits-registratielast-kwaliteits-en-doelmatigheidsinformatie

Overzicht artikelen in de serie Taboes en belangen: www.ntvg.nl/taboesenbelangen/overzicht

Optimale zorg – Dappere dokters: www.optimalezorg-dapperedokters.nl/

Het NTvG verschijnt sinds 1857 wekelijks als vakblad en sinds enkele jaren als webversie voor artsen, artsen in opleiding, studenten geneeskunde en medische wetenschappers in Nederland. Hoofdredacteur is Marcel Olde Rikkert: www.ntvg.nl/service/over-ntvg

U P D A T E

Gratis downloaden bundel Taboes en belangen: https://www.ntvg.nl/webshop/download/taboes-en-belangen-digitaal-0

Niemand weet precies waarom ‘disruptieve’ wetenschap en technologie in de laatste zestig jaar stagneren

Is er een betere manier om het nieuwe jaar te beginnen dan stil te staan bij het onderwerp wetenschappelijke vooruitgang? vraagt een wetenschapper op Twitter zich af, daarbij wijzend op het eerste nummer in 2023 van het tijdschrift Nature (5 januari). Daarin schrijven Michael Park, Erin Leahey en Russell J. Funk dat publicaties en octrooien sinds zes decennia weinig opzien baren. Dat wil zeggen: minder ontwrichten, minder ‘disruptief’ zijn.
De afgelopen decennia is de hoeveelheid nieuwe wetenschappelijke en technologische kennis exponentieel toegenomen. Maar, schrijven de auteurs, deze toename van kennis heeft niet geleid tot een evenredige golf van grote vooruitgang. Het is eerder zo dat diverse belangrijke wetenschappelijke gebieden tekenen van stagnering vertonen.
Uit de analyse van gegevens van 45 miljoen artikelen en 3,9 miljoen octrooien die sinds de jaren vijftig zijn gepubliceerd, concluderen de onderzoekers dat beide nauwelijks enige ophef veroorzaken. Het gevolg is minder levendigheid en meer uniformiteit. De afbeelding op het omslag van Nature laat dat zien: de toenemende kleurloosheid en eenvormigheid van de draden van een webpatroon.

Samenvatting van Papers and patents are becoming less disruptive over time

In theorieën over wetenschappelijke en technologische veranderingen worden ontdekkingen en uitvindingen beschouwd als endogene processen, waarbij eerder vergaarde kennis toekomstige vooruitgang mogelijk maakt doordat onderzoekers, in de woorden van Newton, “op de schouders van reuzen kunnen staan”.
De laatste decennia is de hoeveelheid nieuwe wetenschappelijke en technologische kennis exponentieel gegroeid, waardoor de voorwaarden zijn geschapen die gunstig zijn voor grote vooruitgang. De laatste decennia blijkt evenwel het tegendeel. De vooruitgang neemt op verschillende belangrijke gebieden af..

In hun artikel analyseren de auteurs hun beweringen in zes decennia aan de hand van gegevens van 45 miljoen publicaties en 3,9 miljoen octrooien ontleend aan zes omvangrijke datasets, samen met een nieuwe kwantitatieve maatstaf, de CD-index, die beschrijft hoe publicaties en octrooien citaten-netwerken in wetenschap en technologie veranderen.
De auteurs stellen vast dat het steeds minder vaak voorkomt dat publicaties en octrooien met het verleden breken op een manier die wetenschap en technologie in een nieuwe richting duwt. Dat patroon geldt voor alle gebieden en blijkt op te gaan voor verschillende op citatie en tekst gebaseerde statistieken.

Vervolgens koppelen de onderzoekers de daling van ontwrichting aan een versmalling in gebruik van eerdere kennis. Daardoor kunnen zij de waargenomen patronen verzoenen met de ‘schouders van reuzen’-opvatting.
Ze opperen dat de waargenomen daling waarschijnlijk niet wordt veroorzaakt door veranderingen in de kwaliteit van de gepubliceerde wetenschap, citeerpraktijken of vakinhoudelijke factoren. In het algemeen suggereren de resultaten dat de afnemende ontwrichting een fundamentele verschuiving weerspiegelt in de aard van wetenschap en technologie.

Afnemende innovatie

Hoewel de afgelopen eeuw een ongekende expansie van wetenschappelijke en technologische kennis heeft gekend, bestaat de vrees dat de innovatieve activiteit aan het afnemen is. Uit studies blijkt dat de onderzoeksproductiviteit in bijvoorbeeld de halfgeleidersector en de farmaceutische sector afneemt.
Documenten, octrooien en zelfs subsidieaanvragen zijn minder vernieuwend ten opzichte van eerder werk en zullen minder snel ongelijksoortige kennisgebieden met elkaar verbinden, beide voorlopers van innovatie.

De kloof tussen het jaar van ontdekking en de toekenning van een Nobelprijs is ook groter geworden, wat erop wijst dat de bijdragen van vandaag zich niet kunnen meten met die van het verleden. Deze trends krijgen steeds meer de aandacht van beleidsmakers, omdat zij een aanzienlijke bedreiging vormen voor de economische groei, de gezondheid en het welzijn van de mens en de nationale veiligheid, naast de wereldwijde inspanningen om grote uitdagingen zoals klimaatverandering het hoofd te bieden.

Er zijn tal van verklaringen voor het verschijnsel gegeven. Sommigen wijzen op een gebrek aan ‘laaghangend fruit’, aangezien de direct beschikbare productiviteitsverhogende innovaties al zijn doorgevoerd. Anderen wijzen op de toenemende last van kennis. Wetenschappers en uitvinders hebben steeds meer opleiding nodig om de grenzen van hun vakgebied te bereiken, waardoor er minder tijd overblijft om die grenzen te verleggen. Toch blijft er veel onbekend, niet alleen over de oorzaken van de trage innovatie, maar ook over de diepte en breedte van het verschijnsel

De route verleggen

Een van de oorzaken zou volgens de auteurs kunnen zijn dat wetenschappers en uitvinders zich verlaten op een tamelijk beperkte reeks bestaande kennis. Wetenschapsfilosofen mogen dan wel gelijk hebben dat de groei van kennis een endogeen proces is – waarbij geaccumuleerde kennis toekomstige ontdekkingen en uitvindingen bevordert – maar voor dat proces is betrokkenheid bij een brede waaier aan bestaande kennis noodzakelijk. Een vereiste waaraan men in de afgelopen periode moeilijker blijkt te kunnen voldoen. Vertrouwen op kleinere hoeveelheden kennis komt individuele carrières ten goede, maar niet de wetenschappelijke vooruitgang in het algemeen.

De auteurs wijzen er nog op dat, hoewel het overwicht van disruptieve werken is afgenomen, het aantal zelf stabiel is gebleven. Enerzijds kan dat komen doordat er een vaste ‘draagkracht’ is voor zeer ontwrichtende wetenschap en technologie. In dat geval kunnen beleidsinterventies, gericht op het vergroten van dergelijk werk, een uitdaging vormen.

Aan de andere kant suggereert het waarnemen van aanzienlijke veranderingen in de betreffende gebieden, verantwoordelijk voor het produceren van ontwrichtende wetenschap en technologie, het mogelijke belang van bepaalde factoren.
Factoren als verschuivende belangen van financiers en wetenschappers en de ‘rijpheid’ van wetenschappelijke en technologische kennis voor een doorbraak. In dat geval zou de productie van disruptief werk kunnen reageren op beleidsinstrumenten.
In beide gevallen suggereert de stabiliteit in het aantal disruptieve publicaties en octrooien dat wetenschap en technologie niet het einde van de ‘eindeloze grens’ lijken te hebben bereikt. Er blijft ruimte voor een regelmatige routeverlegging waarop ontwrichtende werken bijdragen aan wetenschappelijke en technologische vooruitgang.

Papers and patents are becoming less disruptive over time, door Michael Park, Erin Leahey en Russell J. Funk, Nature 613, 5 januari 2023: https://doi.org/10.1038/s41586-022-05543-x
Of: https://rdcu.be/c2MDD

Reacties op Twitter

«Voor meer innovatie, is het nodig tijd uit te trekken voor het creatieve proces: het gebruik van analogieën, het vinden van nieuwe vragen, het omarmen van tegenstrijdigheden, het importeren en exporteren van ideeën, improvisatie en verkenning van gegevens»

«De huidige trend kan worden gekeerd door: 1. veel lezen. 2. minder focussen op de hoeveelheid en meer op de kwaliteit van het onderzoek. 3. een sabbatical van een jaar nemen»

Nog een artikel

In hetzelfde nummer van Nature staat een kort artikel van Max Koslov: ‘Disruptive’ science has declined — and no one knows why. Daarin citaten van Russell Funk en andere onderzoekers: “Het aandeel publicaties dat een wetenschappelijk gebied in een nieuwe richting stuurt is de afgelopen halve eeuw gekelderd”.

“Het aantal ontwrichtende wetenschappelijke artikelen, zoals dat over de dubbele helix-structuur van DNA in 1953, is sinds het midden van de jaren veertig dalende”.

“Een verklaring vinden voor de daling zal niet gemakkelijk zijn ( … ). Hoewel het aandeel disruptief onderzoek tussen 1945 en 2010 aanzienlijk is gedaald, is het aantal zeer disruptieve studies ongeveer gelijk gebleven. Het tempo van de daling is ook raadselachtig: De CD-indexen daalden sterk van 1945 tot 1970, daarna geleidelijker van eind jaren negentig tot 2010. Welke verklaring je ook hebt voor het afnemen van de disruptieve werking, je moet ook een verklaring vinden voor het afvlakken ervan in de jaren 2000”.

‘Disruptive’ science has declined — and no one knows why, door Max Koslov, Nature online, 4 januari 2023: www.nature.com/articles/d41586-022-04577-5

Zorgprofessionals worden totnutoe weinig betrokken bij terugdringen regeldruk in eigen organisatie. Zij komen nu met zes strategieën vanuit de praktijk

Zorgorganisaties en landelijke partijen dienen zich in te zetten voor vermindering van de regeldruk in de zorg. Dat vinden negen van de tien verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en praktijkondersteuners. Twee derde van deze zorgprofessionals (65%) vindt dat zij daar zélf ook een actieve rol in moeten hebben. Tot nu toe worden zorgprofessionals nog beperkt betrokken bij de aanpak van regeldruk. Zorgprofessionals zien zes strategieën op verschillende niveaus om regeldruk te verlagen. Dit blijkt uit een enquête van het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Nivel onder 860 zorgprofessionals in het kader van het VWS-programma [Ont]regel de Zorg.

Lokale aanpak

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) werkt met het programma [Ont]Regel de Zorg aan de vermindering van de regeldruk. Een van de actielijnen binnen het programma is erop gericht om zorgorganisaties en zorgprofessionals te stimuleren en helpen om zélf de regeldruk aan te pakken, de zogenoemde lokale aanpak. Dit betekent dat zorgprofessionals en het management samen proberen de regeldruk binnen hun zorgorganisatie te verlagen.

Rol van zorgprofessionals beter faciliteren

Zorgprofessionals geven aan dat zij tot nu toe weinig betrokken zijn bij het aanpakken van regeldruk in hun eigen zorgorganisatie. De helft (49%) is er niet bij betrokken, ook niet indirect via collega’s, of weet niet of hun beroepsgroep erbij betrokken is. De bereidheid om mee te denken is er wel; slechts 6% ziet geen enkele rol voor zichzelf bij het verminderen van de eigen regeldruk. Werkgevers kunnen de betrokkenheid van de zorgprofessionals beter faciliteren, onder andere door hen te laten meedenken en daar ook tijd voor vrij te maken, door scholing te bieden en door informatie te delen over veranderde regels en succesvolle regeldrukvermindering in andere zorgorganisaties.

Zes strategieën om regeldruk te verlagen

Zorgprofessionals noemen in de vragenlijst veel ideeën voor regeldrukverlaging. Hun ideeën zijn ingedeeld in zes strategieën:

  • Verminderen van de registratie door die te beperken tot de strikt noodzakelijke informatie, bijvoorbeeld door minder standaardlijsten en alleen veranderingen en bijzonderheden te registreren.
  • Efficiënter maken van registratiesystemen, bijvoorbeeld door het koppelen van verschillende registratiesystemen en het vóórinvullen van formulieren. Nu moet er bij het uitwisselen van informatie tussen verschillende disciplines binnen een organisatie en tussen organisaties onderling nog te vaak dezelfde informatie meer keren worden ingevuld.
  • Inzetten van extra personeel dat de zorgprofessionals ontlast bij hun administratieve taken, zodat zij meer tijd krijgen voor de patiëntenzorg.
  • Aanpassen van wet- en regelgeving, zoals aanvraag-, meld- en controleprocedures.
  • Inzetten van goede technische apparatuur, zoals snelle computers.
  • Meer vertrouwen op het handelen van professionals en minder controleren van de professionals.

Deze ideeën vanuit de praktijk bieden managers, beleidsmakers en professionals in de zorg enkele handvatten die zij kunnen ‘meenemen’ bij het nemen van maatregelen om regeldruk van de zorgprofessionals te verminderen.

Over het onderzoek

Najaar 2022 is een online vragenlijst uitgezet onder verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en praktijkondersteuners die deelnemen aan het Panel Verpleging & Verzorging van het Nivel. Daarnaast konden zorgprofessionals de vragenlijst invullen via een open link. In het totaal vulden 860 zorgprofessionals de vragenlijst in (31% respons). Subsidiegever: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Zorgprofessionals willen aanpak van regeldruk op alle niveaus, door Anke de Veer en Kim de Groot, Nivel, december 2022: www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1004333_1.pdf

Bijna helft zorgprofessionals kent programma [Ont]Regel de Zorg, door Anke de Veer en Kim de Groot, Nivel, december 2022: www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1004332_1.pdf

Zorgprofessionals worden graag betrokken om regeldruk op alle niveaus te verminderen, Nivel, 22 december 2022: www.nivel.nl

(Ont)Regel de Zorg, Ministerie van VWS: https://www.ordz.nl/