Skip to main content

Redactie Beroepseer

Beste Overheidsmanager en Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2022 bekend!

Nanette van Schelven is uitgeroepen tot Overheidsmanager van het Jaar 2022 en WerkSaam Westfriesland heeft de verkiezing van Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2022 gewonnen. Dat is bekend gemaakt tijdens de uitreiking van de Overheidsawards in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag op 22 november 2022.

De drie finalisten van de Verkiezing Beste Overheidsmanager 2022, bekend gemaakt op 28 september 2022, waren: Christien Bronda, gemeentesecretaris, gemeente Groningen; Theodor Kockelkoren, inspecteur-generaal, Staatstoezicht op de Mijnen en Nanette van Schelven, directeur-generaal Douane, ministerie van Financiën.
De drie finalisten van de Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar 2022, bekend gemaakt op 19 september 2022, waren: Douane; Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en Werksaam Westfriesland

De jury over Nanette van Schelven, directeur-generaal Douane, ministerie van Financiën

De jury onder leiding van Jetta Klijnsma, Commissaris van de Koning in Drenthe, heeft voor Nanette van Schelven gekozen als winnaar vanwege haar onvermoeibare enthousiasme om zich in te zetten voor de Douane. Ze is een betrokken manager die heel goed weet wat er speelt in de organisatie. Die kennis laat ze leidend zijn voor de focus die ze aanbrengt in haar management. De manier waarop ze onderwerpen zoals integriteit prioriteert is baanbrekend. Verder is ze niet alleen een voorbeeld in Nederland, maar ook op internationaal gebied. Ze heeft de Nederlandse Douane op de kaart gezet en helpt actief mee in het doorontwikkelen van Douane. Door te kijken en te luisteren stelt ze niet alleen zichzelf, maar ook haar managementstijl in dienst van de organisatie.

De jury over arbeidsbemiddelaar WerkSaam Westfriesland

De jury onder leiding van burgemeester Jan van Zanen van Den Haag, heeft WerkSaam Westfriesland als winnaar gekozen omdat het een creatieve, vernieuwende en transparante organisatie is. WerkSaam streeft naar waardevol werk voor de diversiteit aan cliënten. De vanzelfsprekendheid waarmee de focus ligt op werkgelegenheid, ondanks dat WerkSaam zich ook bezighoudt met uitkeringen, is heel bijzonder. Er is een sterke combinatie van het verzorgen van de uitkeringen en het begeleiden van cliënten naar werk. Zo is bijvoorbeeld de TOZO-regeling (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers) uitgevoerd. Ook biedt WerkSaam de mogelijkheid door te stromen van cliënt naar medewerker naar coach, waardoor nogmaals het waardevolle werk blijkt. WerkSaam heeft een sterke en zichtbare positie in de regio. Bestuurders willen onderdeel zijn van WerkSaam, en bedrijven en ondernemers zoeken de samenwerking op door de goede beleidsmatige aspecten zoals de sustainable development goals. Bovendien is de rol van de medezeggenschap in deze organisatie groot.

Minister Bruins Slot van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties sprak het publiek toe met een speech over het belang van trots zijn op de overheid. Op deze avond is ook het thema voor de Verkiezing Jonge Ambtenaar van het Jaar 2023 bekend gemaakt: Pionieren!

De verkiezingen hebben tot doel transparantie en kennisdeling binnen het openbaar bestuur te bevorderen door het werk van goede overheidsmanagers en organisaties uit te lichten en te belonen. Thema van het jaar 2022 was: Baanbrekend besturen.

De verkiezingen worden georganiseerd door de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) in samenwerking met Binnenlands Bestuur, landelijk netwerk van jonge ambtenaren werkzaam bij de overheid FUTUR, Interprovinciaal Overleg (IPO), ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN), Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), Ordina, Publiek Denken en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Overheidsawards – Winnaars 2022 bekend! Overheidsawards, 23 november 2022: www.overheidsawards.nl/nieuws/overheidsawards-winnaars-2022-bekend/

Jonge Ambtenaar van het Jaar 2023: https://futur.nl/javhj

 

Foto bovenaan: Uitreiking van de Overheidsawards 2022 in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. In het midden burgemeester Jan van Zanen van Den Haag

Het Integraal Zorgakkoord is zeer ambitieus, maar ook weinig realistisch

De torenhoge ambities van het Integraal Zorgakkoord zijn weinig realistisch, schrijft Erik Buskens op het onafhankelijk multimediaal platform voor artsen Medisch Contact. De beleidsdoelen missen concrete onderbouwing. De ambities betreffen: meer samenwerking, meer preventie en minder uitgaven. Maar hoe dat allemaal moet worden gerealiseerd, is nauwelijks uitgewerkt. Erik Buskens is hoogleraar van health technology assessment van het UMCG en van de faculteit economie en bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Het Integraal Zorgakkoord (IZA) is door de ministers en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aangeboden aan de Tweede Kamer op 16 september 2022. Titel: Samen werken aan gezonde zorg. Doel is “de zorg voor de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar houden. Om dit te bereiken zijn afspraken gemaakt tussen het ministerie van VWS en een groot aantal partijen in de zorg. Ondertekenaars van het IZA zijn onder meer overkoepelende organisaties van ziekenhuizen, de geestelijke gezondheidszorg en de ouderenzorg”.

De grote maatschappelijke opgave

Elke partner die het IZA ondertekent, committeert zich aan de gestelde opgaven. Op dit moment, aldus Buskens, weet echter niemand wat dat voor de eigen organisatie of branche zal gaan betekenen. Welke verantwoordelijkheden en taken zouden moeten worden gedelegeerd? Welke financiële en economische gevolgen hieraan kleven, blijft onduidelijk, om nog maar te zwijgen van de personele en digitale consequenties. Niet verwonderlijk dus dat meerdere partijen hun handtekening nog niet wilden zetten.

Een belangrijk element uit het IZA is de expliciete stelling dat de inkomens- en kansenongelijkheid leiden tot onacceptabele gezondheidsverschillen, en dat dit onderdeel is van de grote maatschappelijke opgave.
Om gelijke kansen op gezondheid daadwerkelijk te realiseren is ingrijpen in de verdeling van welvaart, en beteugeling van de zogenaamde ‘vrije markt’ in de voedselketen nodig, de branche voor alcoholhoudende dranken en uiteraard tabak. Scholen, horeca, sportkantines, theaters en festivals, ja overal zal een gezonde leefstijl de norm moeten worden. Daarbovenop is ook beleid nodig voor de woningmarkt, het onderwijssysteem, de ruimtelijke ordening en het milieu. Op deze gebieden liggen taken voor niet alleen het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport maar voor ook het ministerie van Sociale Zaken, Economische Zaken en Financiën, Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Zij dienen alle hun (mede)verantwoordelijkheid te nemen.

Gezond & Actief Leven Akkoord – GALA

Naast het IZA is er nog een akkoord, het Gezond & Actief Leven Akkoord (GALA), dat tot doel heeft meer aandacht te vestigen op mentale en lichamelijke gezondheid en preventie van ziekte. VWS spreekt daartoe met gemeenten gezondheidsdoelen af, bijvoorbeeld ‘een rookvrije generatie’. Gemeenten spelen hierin een sleutelrol. Het is de bedoeling dat de oplossing voor sociaal-economische gezondheidsverschillen gerealiseerd worden via GALA.

Om alles te realiseren rekent men op een soepele samenwerking en afstemming tussen de eerste en tweede lijn, de langdurige zorg, de gemeenten, de GGD, de ggz en burgerinitiatieven. Wie of welke (zorg)partij is op dit moment voldoende toegerust, en heeft de capaciteit om een dergelijke zeer omvangrijke taak te absorberen?

Autonomie van de professional

Buskens wijst er vervolgens op dat het principe van de vrije markt – met zorgverzekeraars als makelaars en inkopers van zorg – niet ter discussie staat. Hoe er in het huidige systeem grootschalig en succesvol zou kunnen worden samengewerkt, blijft een raadsel. Het ondernemerschap en de autonomie van de professional staan evenmin ter discussie. Die zouden het vak immers aantrekkelijk houden, en zo jonge aanwas interesseren en expertise behouden.
Andere niet-uitgewerkte punten die Busken noemt zijn de concentratie van zorg, ‘de stand van wetenschap en praktijk’ en de vereiste digitale samenwerking en taak-delegatie van: Umc’s, topklinische ziekenhuizen, reguliere ziekenhuizen, huisartsen, verpleeghuizen, thuiszorg, paramedische zorg, ambulance­diensten, gemeenten met sociaal domein en GGD, ggz en jeugdzorg, enz. Alles en iedereen moet met elkaar samenwerken, kennis en ervaring delen, en wellicht fundamenteler, data delen, ook om e-health-toepassingen mogelijk te maken.

Buskens eindigt met: “Kortom, alhoewel er geen garanties, geen (wettelijke) kaders en geen eindverantwoordelijkheden zijn belegd, levert het IZA wel een belangrijke aanzet tot discussie, en onderstreept het de noodzaak om in actie te komen”.

Reactie van een bedrijfsarts op het artikel van Buskens: “Er is geen regie… de regering regeert niet en de zorgverzekeraars kunnen het ook niet organiseren, want dat zal de zorg zelf moeten doen. Kijk naar hoe de steden in de Middeleeuwen het regelden met de vleesverkoop, de stad zorgde voor de goede verkoopplekken en zag toe op de hygiëne, maar de slagers zorgden voor aanbod en verkoop. De oplossing is zo oud als de weg naar Jeruzalem, maar je moet die weg wel willen en vooral kunnen zien”.

Lees het hele artikel van Erik Buskens, Torenhoge ambities zorg­akkoord zijn weinig realistisch – IZA mist concrete onderbouwing van beleidsdoelen, Medische Contact, 10 november 2022: www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/torenhoge-ambities-zorgakkoord-zijn-weinig-realistisch.htm

Integraal Zorgakkoord: ‘Samen werken aan gezonde zorg’, Rijksoverheid, 16 september 2022: www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2022/09/16/integraal-zorgakkoord-samen-werken-aan-gezonde-zorg
PDF: https://beroepseer.nl/

 

Afbeelding bovenaan is van Adrian

De menselijke maat is zoveel meer dan maatwerk

In de Troelstrazaal van de Tweede Kamer vindt op woensdag 23 november 2022 een rondetafelgesprek plaats over de ‘menselijke maat’. De Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) gevraagd om deel te nemen aan het rondetafelgesprek. Op basis van inzichten uit het WRR-rapport Weten is nog geen doen beargumenteren Mark Bovens en Anne-Greet Keizer in een zg. ‘position paper’ dat de menselijke maat zoveel meer is dan maatwerk. Mark Bovens is hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Utrecht en Raadslid WRR; Anne-Greet Keizer is senior wetenschappelijk medewerker bij de WRR en projectcoördinator van het rapport Weten is nog geen doen.

Kernboodschap: De menselijke maat is zoveel meer dan maatwerk

“De overheid moet meer rekening houden met de menselijke maat in het maken en uitvoeren van beleid. Zoals het onderwerp van dit rondetafelgesprek illustreert, is dit tegenwoordig het uitgangspunt voor het denken over de verhouding overheid en burger. Dat is heel goed nieuws. Het minder goede nieuws is dat we zien dat ‘rekening houden met de menselijke maat’ in dit denken soms wordt verengd tot het leveren van maatwerk in de uitvoering.
Uw commissie stelt terecht de vraag hoe we kunnen zorgen dat de praktijk van dienstverlening ruimte krijgt voor maatwerk. Een belangrijke voorwaarde daarvoor is capaciteit om burgers met problemen daadwerkelijk te helpen. Dat kan alleen als de groep burgers die hier aanspraak op kan maken niet te groot is.

Verenging tot maatwerk

In het regeerakkoord wordt de menselijke maat als volgt uitgelegd: ‘In de uitvoering moet ruimte zijn om af te wijken als de gevolgen voor mensen onevenredig groot zijn. Waar mogelijk krijgen professionals in de uitvoering meer beslisruimte. We nemen daarvoor hardheidsclausules op in de wet’. Rijksbreed zijn departementen bezig met hardvochtigheidsonderzoeken, komt er een aanpassing van de AWB om maatwerk te bevorderen en wordt er gekeken of er meer hardheidsclausules moeten komen. De landsadvocaat heeft zelfs een AWB-toolbox ontwikkelt voor hoe je maatwerk kunt leveren, bijvoorbeeld door burgers de kans te geven om achteraf fouten te herstellen.

Waarom is deze verenging minder goed nieuws? Omdat maatwerk slechts een ultimum remedium is voor als er bijzondere omstandigheden zijn of als er sprake is van extreme hardheid. Maatwerk is een klassiek onderwerp voor rechtsfilosofische bespiegelingen, bestuursrechtelijke nuances en voor een verdere verfijning van de AWB, maar het biedt geen soelaas aan grote groepen burgers die in de knel zitten, of aan uitvoeringsorganisaties die al die burgers willen helpen. Maatwerk is bedoeld om Einzelfallgerechtigkeit te bieden – om recht te doen aan bijzondere gevallen of wanneer lex dura, sed lex, regels zijn regels, geen bevredigend antwoord is. Ook omdat wet- en regelgeving nu eenmaal onmogelijk alle situaties en omstandigheden van individuele burgers kan voorzien en regelen.

Maatwerk is een kwestie van beschaving, maar bij grote uitvoeringsorganisaties is het niet de oplossing voor een meer humane behandeling van burgers. Het is prachtig als je fouten achteraf kunt herstellen of als je in bezwaar kunt aanvoeren dat er sprake is van bijzondere omstandigheden. Maar om maatwerk te laten werken is het belangrijk dat wetgeving en uitvoering zo worden ingericht dat burgers zo min mogelijk fouten kunnen maken. We illustreren ons pleidooi graag aan de hand van twee voorbeelden”.

Lees verder over de voorbeelden – Kinderopvangtoeslag en UWV –  in het ‘position paper’ WRR-bijdrage Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, WRR, 17 november 2022: www.wrr.nl/publicaties/publicaties/2022/11/17/wrr-bijdrage-commissie-voor-sociale-zaken-en-werkgelegenheid

Meer info over Rondetafelgesprek Menselijke maat, Tweede Kamer, 23 november 2022, van 10.00 – 13.00 uur: www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2022A07761
Met de experts: Dhr. A.J. Kruiter, Instituut voor Publieke Waarden; Dhr. J.R. Lunsing, Bestuurskundig onderzoeker; Mw. A.G. Keizer, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid; Dhr. A. Bosman, voorzitter tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties.

Podcastaflevering ‘Tegenspraak’ in serie ‘De publieke ruimte’

De eerste aflevering van het nieuwe seizoen van de podcastserie De publieke ruimte gaat over tegenspraak. Gasten zijn Erik Pool en Sandra Palmen. Hoe je kun als medewerker je goed uitspreken tegenover je leidinggevende of in een groep als je ziet dat er iets aangekaart moet worden? Hoe kan goede tegenspraak helpen bij een betere publieke dienstverlening?

Erik Pool is programmadirecteur Dialoog & Ethiek bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hij schreef het boek Macht en moed. Ambtelijk vakmanschap en de kunst van het tegenspreken. Sandra Palmen werd vooral bekend door het memo waarin ze beschreef wat er volgens haar niet goed ging bij de fraudebestrijding van de Kinderopvangtoeslag en dat vervolgens belandde in de spreekwoordelijke la. Totdat de affaire in de volle omvang duidelijk werd. Als geen ander weet ze wat het is om tegenspraak te geven.

In deze podcastserie gaan Martijn Grimmius en Otto Thors met een gast op zoek naar manieren om de publieke dienstverlening te verbeteren. De serie is onderdeel van het programma Werk aan Uitvoering (WAU). Wat komt er allemaal kijken bij een betere dienstverlening? Met welke dilemma’s krijgen ambtenaren te maken? En welke goede initiatieven zijn al tot bloei gekomen?

Naast de aflevering Tegenspraak is er een speciale aflevering – een bonus – gewijd aan Sandra Palmen over de fraudebestrijding en de kinderopvangtoeslag. Hoe kijkt zij terug op die periode en welke lessen heeft ze er als ambtenaar uit getrokken?

Tegenspraak luisteren op Spotify: https://open.spotify.com/episode/0jPFkFVHu7JrP0yIql6azm

Luisteren naar BONUS: Sandra Palmen blikt terug op Spotify: https://open.spotify.com/episode/79nEwlokYqQ9Tnj3HlSgB5

De publieke ruimte: https://open.spotify.com/show/5VWtfJI3bOU0fDfO33YgeD

Werk aan uitvoering: https://www.werkaanuitvoering.nl/

Tekorten hebben ervoor gezorgd dat overheid aan gezag heeft ingeboet. Hoe gezag te herwinnen?

Het gezag van de overheid is noodzakelijk voor de aanpak van urgente vraagstukken en langlopende beleidsopgaven. Dit gezag staat echter onder druk. De Raad voor het Openbaar Bestuur adviseert daarom te investeren in de bekwaamheid, betrouwbaarheid en betrokkenheid van de overheid en presenteert een agenda voor het herwinnen van gezag in het rapport: Gezag herwinnen. Over de gezagswaardigheid van het openbaar bestuur

Han Polman en Rien Fraanje, resp. voorzitter en secretaris­-directeur van ROB in het Voorwoord:

“Het openbaar bestuur wordt vandaag de dag uitgedaagd om op de toppen van zijn kunnen te opereren. Een aantal grote, urgente en uitdagende opgaven komen samen en vragen om daadkrachtig en voortvarend ingrijpen. Maar interventies kunnen niet effectief zijn als ze niet ook steun krijgen in de samenleving. Incidenteel kan leiderschap vragen om ingrijpen ook als daar geen steun voor is, op de lange termijn zijn daadkracht en draagvlak twee zijden van dezelfde medaille.

De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) moet vaststellen dat het draagvlak voor het handelen van de overheid niet vanzelfsprekend meer is. Steeds vaker wordt haar optreden met argwaan bekeken. Dat tast de slagkracht van de overheid aan. Waarom treden mensen hun overheid steeds vaker met wantrouwen tegemoet? Wat is nodig om de relatie tussen overheid en burger te herstellen? Het waren deze vragen die de Raad aanzette om in de zomer van 2021 een verkenning naar het gezag van de overheid op te starten.

De verkenning is uitgevoerd langs drie onderzoekslijnen. Allereerst heeft de Raad een brede filosofisch-historische literatuurstudie uitgevoerd om meer te weten te komen over hoe de gezagsrelatie tussen overheid en burger zich in de afgelopen decennia heeft ontwikkeld. Hiervoor is de Raad onder andere een samenwerking met de Filosofische School Nederland aangegaan. Ten tweede heeft hij op basis van sociaal-psychologisch onderzoek onderzocht wat de staat is van het huidige overheidsgezag in meer kwantitatieve zin.

Deze studie – die voor een belangrijk deel gebaseerd is op bestaand empirisch onderzoek, bijvoorbeeld van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) – hielp bij het doorgronden van de redenen waarom burgers de overheid al dan niet gezag toedichten. Onder de noemer ‘gezag in de praktijk’ is de Raad – als derde onderzoekslijn – antropologisch te werk gegaan om de gezagsrelatie tussen overheid en burger in enkele praktische cases te onderzoeken. Het resultaat van deze praktijkcasussen is een bundel met drie longreads die separaat van dit signalement verschijnt.

De uitkomsten van de drie onderzoekslijnen komen samen in dit onderliggende signalement Gezag herwinnen. Over de gezagswaardigheid van het openbaar bestuur. Hierin betoogt de Raad dat verschillende tekorten ervoor hebben gezorgd dat de overheid aan gezag heeft ingeboet. Er is een cognitief tekort ontstaan, omdat afgelopen decennia veel publieke taken buiten
de overheid zijn belegd. Daarnaast werden veel ambtenaren, zeker in de top, geacht met regelmaat binnen de Rijksdienst te rouleren. Dit heeft als gevolg dat specialisten binnen de overheid schaars zijn geworden. Daarnaast is een moreel tekort ontstaan omdat het overheidshandelen is gereduceerd tot technocratisch-­rationeel optreden dat volledig neutraal zou zijn. Maar de overheid kan niet neutraal zijn, ze maakt uiteindelijk altijd keuzes vanuit een normatief kader. Het is van belang dat politieke bestuurders die morele uitgangspunten weer expliciet maken. Ten slotte bestaat er een maatschappelijk tekort waarmee de Raad bedoelt dat wat er leeft in de volle breedte van de samenleving niet altijd meer de overheid weet te bereiken.

Geredeneerd vanuit deze tekorten stelt de ROB vast dat een gezagswaardige overheid bekwaam, betrouwbaar en betrokken is. Vanuit die drie kernkwaliteiten presenteert de Raad in hoofdstuk 5 drie denkrichtingen die leiden tot herwinnen van gezag. De Raad wil – mede gebaseerd op de reacties op zijn signalement – hierna zelf aan de slag gaan met de uitwerking van in ieder geval een van de in hoofdstuk 5 genoemde oplossingsrichtingen. Dit signalement is aldus een tussenproduct van een langer lopend traject over het gezag van de overheid”.

Maand van het gezag

Volgens de ROB begint het herwinnen van gezag bij een overheid die beter presteert. Als start van het gesprek over het herwinnen van gezag organiseert de ROB daarom in november de ‘Maand van het Gezag’. Hiermee wil de ROB een aanzet doen voor het democratische debat over gezag en bestuurders en burgers activeren om er mee aan de slag te gaan en deze agenda verder vorm te geven.

Overheid moet gezag herwinnen, ROB, 10 november 2022: www.raadopenbaarbestuur.nl/actueel/nieuws/2022/11/10/overheid-moet-gezag-herwinnen

Downloaden rapport Gezag herwinnen. Over de gezagswaardigheid van het openbaar bestuur, ROB, 10 november 2022: www.raadopenbaarbestuur.nl

Meer over gezag:

Leergang Modern gezag en de Synopsis Modern gezag: https://beroepseer.nl

Het gezag van de wethouder: https://beroepseer.nl

Eindrapport ‘Het gezag van de gemeenteraad’ gepresenteerd: https://beroepseer.nl

De SAM-professional als gezagsdrager. Onderzoek naar beroepseer in het publiek sociaal domein: https://beroepseer.nl

Stichting Beroepseer onderzoekt het gezag van de raadsgriffier: https://beroepseer.nl

Gezagsdragers – De publieke zaak op zoek naar haar verdedigers. Redactie: Thijs Jansen, Gabriël van den Brink en René Kneyber, 2012: https://beroepseer.nl/gezagsdragers/
Met de bundel Gezagsdragers heeft Stichting Beroepseer in 2012 het onderwerp gezag op de kaart gezet.

Met gezag! Agressie tegen werknemers met een publieke taak: inzicht en uitzicht, door prof. Bas van Stokkom. Uitgeverij Boom, 2013: https://basvanstokkom.eu/

Eerst zand toevoegen aan pannenkoekendeeg, daarna docenten leren de korrels uit de gebakken pannenkoek te verwijderen

“Bij discussies over onderwijs is er dikwijls sprake van een clash tussen progressief en traditioneel onderwijs. Kritiek op traditioneel onderwijs ervaar ik al vanaf mijn opleiding. Na veertig jaar lesgeven oogt die kritiek voor mij nu zélf erg traditioneel. De kunstmatige tweedeling van progressief tegenover traditioneel heeft echter weinig te maken met de werkelijkheid, maar veel met ideologie en macht. Het zou goed zijn als we beide wat kunnen inperken en redelijk houden”.

Aan het woord is Trudo Herman in het artikel De Staat van het Onderwijs en zand in de pannenkoek op Komensky Post, onafhankelijk online onderwijsplatform. Herman noemt zich een ‘polyfoon gekweekte antieke lesgever’ in Vlaanderen.

De titel van zijn artikel is ontleend aan de reactie van een docente op het jaarlijkse, in april 2022 gepubliceerde rapport De Staat van het Onderwijs door de Inspectie van het Onderwijs, dat gaat over over trends en ontwikkelingen in het onderwijsstelsel en binnen de onderwijssectoren. Zij reageert op de stelling in het rapport dat de neergaande trend voor taal en rekenen in twee jaar kan worden gekeerd door vooral veel aandacht te besteden aan het vergroten van de kennis en kunde van leraren.*)

Eerst het ambacht afleren, en dan weer aanleren

Zij maakte een treffende vergelijking en beschreef hoe enerzijds wordt gevraagd zand toe te voegen bij het deeg, en anderzijds bijles kan worden georganiseerd voor leerkrachten om te leren hoe ze krakende korrels uit de gebakken pannenkoek moeten verwijderen. Zo beschreven komt dit neer op het afleren van een ambacht om het dan weer aan te leren. Op de werkvloer worden inderdaad al lang vraagtekens geplaatst bij enkele nog steeds dominante maar helaas falende onderwijstheorieën die twintig tot dertig jaar geleden door overheden werden gepropageerd en opgelegd. Veel veldwerkers vinden dat net deze theorieën ervoor hebben gezorgd dat steeds meer gediplomeerde mensen, waaronder ook leraren, niet het onderwijs hebben gekregen dat ze verdienden.

In Vlaanderen is in maart 2020 de commissie Beter Onderwijs opgericht. Aan zeven academici en zeven praktijk mensen was gevraagd zich te buigen over de oorzaken van de niveaudaling. De Commissie werkte iets langer dan een jaar aan een rapport met adviezen dat eind oktober 2021 is gepubliceerd: Naar de kern: de leerlingen en hun leer-kracht.

Zandvrije pannenkoeken

Herman hoopt op beter onderwijs… minder in het belang van ideologie of macht, maar meer in het belang van onze kinderen… “Laat ons paraplu’s dichtvouwen om de schadelijke gevolgen van een teveel aan ik-gerichte pedagogie en didactiek te helpen wegspoelen”.
Hij merkt aan het slot van zijn artikel op dat er “gelukkig nog veel zandvrije pannenkoeken gebakken worden in het onderwijs. Je kan het elke dag constateren op werkvloeren waar lesgeven wordt beschouwd als een stiel waarbij men mag blijven zoeken hoe men zoveel mogelijk leerlingen hoger kan tillen, met degelijke en voldoende instructie, los van enig dogma of doctrine”.

Noot
*) De Staat van de Pannenkoek, door Charlotte Goulmy, 14 april 2022: https://sites.google.com/view/destaatvandepannenkoek/homepage

Lees het hele artikel van Trudo Herman: De Staat van het Onderwijs en zand in de pannenkoek, Komensky Post, 11 november 2022: https://komenskypost.nl/?p=7753

Rapport De Staat van het Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, 13 april 2022:
www.onderwijsinspectie.nl/documenten/rapporten/2022/04/13/de-staat-van-het-onderwijs-2022

Commissie Beter Onderwijs in Vlaanderen presenteert tien speerpunten om onderwijskwaliteit te verhogen, Blogs Beroepseer, 2 november 2021: https://beroepseer.nl

Van alle beroepen lijden verhoudingsgewijs docenten het meeste onder de hoge werkdruk

Bijna 520 duizend werknemers (6,7 procent) van 15 tot 75 jaar noemden in 2021 werkdruk als belangrijkste reden voor hun laatste verzuim op het werk. Deze werknemers waren twee keer zo lang afwezig van het werk vergeleken met alle werknemers die hadden verzuimd. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van cijfers uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van het CBS en TNO.

Werknemers die aangaven dat de reden voor hun meest recente verzuim werkgerelateerd was, met werkdruk als belangrijkste reden, waren gemiddeld 38 werkdagen niet inzetbaar. De gemiddelde afwezigheid van een werknemer bij verzuim is 17 werkdagen. Van alle werknemers die verzuimden vanwege werkdruk, was 33 procent langdurig (20 werkdagen of meer) afwezig. Dat is ruim twee keer zo hoog als gemiddeld bij werknemers die verzuimden.

Verzuim door werkdruk hoogst bij docenten

10,9 procent van de werknemers met een pedagogisch beroep noemde in 2021 werkdruk als belangrijkste reden voor het laatste verzuim. Docenten in het wetenschappelijk onderwijs, het hoger onderwijs en op middelbare scholen gaven dit het vaakst aan. Verzuim door werkdruk werd ook relatief vaak genoemd door werknemers met een ICT-beroep, een creatief- en taalkundig beroep, of een zorg- en welzijnsberoep. Bij werknemers in agrarische beroepen, in beroepen in transport en logistiek, en in dienstverlenende beroepen, kwam verzuim door werkdruk veel minder vaak voor.

Voorbeeld

Het artikel Stress op de werkvloer leidt vooral tot mentale problemen in Het Financieele Dagblad door Elfanie toe Laer begint met een voorbeeld van werkstress in het onderwijs:

Ze durft niet met haar echte naam in de krant. Merel (45) werkt al ruim twintig jaar in het speciaal onderwijs. Ze geeft les aan basisschoolkinderen met gedragsproblemen en de omstandigheden waaronder zij dat doet verslechteren. Ze mag van haar werkgever niet in het openbaar klagen over de werkdruk. Dan maar anoniem, als Merel.

Er wordt veel met onbevoegden gewerkt, er zijn minder klassenassistenten en als iemand ziek is, wordt de assistent die er nog wel is voor de klas gezet. Ook de indeling van de werkdag noemt Merel ‘steeds pittiger’: ‘Je werkt van acht tot vijf. Je eet tussendoor met de kinderen, tijd om even op adem te komen is er niet. Dat was voorheen anders.’

De gevolgen van de oplopende werkdruk zijn niet te missen. Het verzuim is hoog en ondanks hun enthousiasme voor het vak, zijn al veel collega’s van Merel vertrokken.

Week van de werkstress 2022

De Week van de werkstress wordt gehouden van 14 tot en met 18 november 2022. De Week is voor de negende keer georganiseerd door OVAL, de brancheorganisatie voor duurzame inzetbaarheid. De leden van OVAL zijn grote en kleine bedrijven, breed georiënteerd of specialistisch en gericht op mens en organisatie. Ze werken voor werkgevers, verzekeraars, werknemers, UWV, gemeenten en individuele werkzoekenden.

De Week van de werkstress vormt de aftrap van een platform voor co-creatie en participatie op het gebied van werkstress en mentale kracht. De focus ligt dit jaar op werkstress bij werkende jongeren, werkplezier en een juiste werk-privébalans. Honderden bedrijven doen mee, inspireren elkaar en organiseren een breed scala aan activiteiten, zoals gratis online trainingen, webinars en de live training ‘Leidinggeven aan een hybride team’.
De officiële opening van de week werd verricht door Hanneke van den Bout, directeur Gezond en Veilig werken bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op de Avans Hogeschool te Breda op maandagochtend 14 november 2022.

Op dinsdag 15 november is er een Gratis webinar Young Professionals en werkstress, van 10.00 – 19.45 u. Voor wie wil kennismaken met vaardigheden die van belang zijn om werkstress te voorkomen. Zie: https://www.wvdws.nl/events/gratis-webinar-young-professionals-en-werkstress

Week van de werkstress: https://www.wvdws.nl/

OVAL: https://www.oval.nl/

Werknemers relatief lang afwezig bij verzuim door werkdruk, CBS, 14 november 2022: www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/46/werknemers-relatief-lang-afwezig-bij-verzuim-door-werkdruk

Stress op de werkvloer leidt vooral tot mentale problemen, door Elfanie toe Laer, Het Financieele Dagblad, 14 november 2022: https://fd.nl/economie/1457228/stress-op-de-werkvloer-leidt-vooral-tot-mentale-problemen-tnk2caSsNrcf

Onderwijs kampioen werkdruk, door Joëlle Poortvliet, AOb, 14 november 2022: www.aob.nl/nieuws/onderwijs-kampioen-werkdruk/

 

Afbeelding bovenaan: Tabel uit Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van CBS en TNO: Werkdruk als belangrijkste reden voor verzuim, beroepsklasse, 2021

Nivel Jaarverslag 2021 in beeld: Missiegedreven onderzoek brede gezondheidszorg

Het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel) heeft ook in 2021 onderzoek gedaan naar de vragen die spelen in de volle omvang van de gezondheidszorg. Daarmee geeft Nivel uitvoering aan zijn missie: het bieden van ‘kennis voor betere zorg’. Daarnaast is in 2021 de nieuwe Nivel Onderzoeksagenda 2022-2024 opgesteld. Deze agenda is in dialoog met het veld tot stand gekomen en focust op vier grote, maatschappelijke uitdagingen in de samenleving:

  • Gezond zijn en gezond blijven
  • Naar een inclusieve samenleving
  • De zorgprofessional van de toekomst
  • Duurzame gezondheidszorg

Bij elke uitdaging geeft Nivel aan wat voor bijdrage het onderzoek levert en wat voor oplossingen er worden gevonden

Missiegedreven onderzoek

Ook de komende jaren doet Nivel onderzoek naar de vragen die spelen in de gezondheidszorg. In essentie draait al het onderzoek om de vraag hoe de zorg voor de patiënt verbeterd kan worden, of het nu gaat om zorg bij de huisarts, zorg rond het levenseinde, zorgaanbod in de krimpgebieden of patiëntveiligheid in de ziekenhuizen. Met het onderzoek voert Nivel zijn missie uit: ‘Kennis voor betere zorg’ en de vier bijbehorende kernwaarden:

  • Maatschappelijk relevant
  • Wetenschappelijk betrouwbaar
  • Verbindend
  • Onafhankelijk maar betrokken

Nivel is gericht op brede verspreiding van de onderzoeksresultaten. Deze zijn openbaar toegankelijk.

Nivel Jaarverslag 2021 in beeld, 2022: www.nivel.nl

Nivel Jaarverslag 2021 – missiegedreven onderzoek brede gezondheidszorg, Nivel, 7 november 2022: www.nivel.nl

Nivel Onderzoeksagenda 2022 – 2024, Blogs Beroepseer, 3 februari 2022: https://beroepseer.nl/blogs/nivel-onderzoeksagenda-2022-2024/

Over Nivel: kennis bieden voor betere zorg: www.nivel.nl/nl/over-het-nivel/over-ons-instituut

Verschenen: Jaarrapport 2022 Landelijke Jeugdmonitor. Hoe gaat het met de jeugd in Nederland?

Het Jaarrapport 2022 van de Landelijke Jeugdmonitor beschrijft aan de hand van thema’s als jeugdzorg, opgroeien in ongelijke omstandigheden, onderwijs, werk, middelengebruik, criminaliteit en welzijn hoe het in 2021 ging met de jeugd in Nederland. Uit de vorige editie van het Jaarrapport bleek dat er in het eerste coronajaar 2020 veranderingen waren in de leefsituatie van jongeren. De vraag die in deze editie centraal staat is in hoeverre deze ontwikkelingen in 2021 hebben doorgezet.

Het Jaarrapport is samengesteld door het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) in samenwerking met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Uit de Inleiding door Ruud van Herk van VWS:

“In het Jaarrapport Jeugdmonitor 2022 wordt allereerst gekeken naar de demografische ontwikkeling bij jeugdigen, daarna komen ontwikkelingen in het jeugdzorggebruik aan bod. Het beeld van het jeugdzorggebruik wordt vervolgens verrijkt met informatie over de leefsituatie van de jeugd aan de hand van een aantal maatschappelijke indicatoren. Deze maatschappelijke indicatoren komen aan bod in de hoofdstukken over het opgroeien in ongelijke omstandigheden, school, werk, criminaliteit en middelengebruik. De stand van zaken op deze onderwerpen heeft mogelijk impact op het welzijn van jongeren, en daarin worden lezers meegenomen in hoofdstuk 10. Doordat cijfers over het jeugdzorggebruik en de maatschappelijke indicatoren ook op gemeenteniveau beschikbaar zijn, is het mogelijk om de leefsituatie van de jeugd per gemeente af te zetten tegen het jeugdzorggebruik in de gemeente. De leefsituatie van jongeren op de BES-eilanden wordt afzonderlijk beschreven in hoofdstuk 9.

Het themaonderzoek gaat dit jaar over de arbeidsmarkt van de jeugdzorg (hoofdstuk 11). Schaarste aan personeel is immers, net als in andere sectoren, de dagelijkse realiteit. Het vraagstuk is niet eenvoudig omdat verschillende factoren doorwerken op elkaar en uiteindelijk effect hebben op thema’s als o.a. werkdruk, tevredenheid en in- en uitstroom van personeel. De uitdaging voor alle partijen die hier een rol in hebben is om hier met nog meer creativiteit naar te kijken”.

Jongvolwassenen voor het eerst lager persoonlijk welzijn dan 25-plussers

In 2021 daalde bij jongvolwassenen het aandeel met een hoog persoonlijk welzijn. Hierdoor hadden zij voor het eerst sinds de start van de meting minder vaak een hoog welzijn dan 25-plussers. Het persoonlijk welzijn van jongeren nam het meest af op het gebied van vertrouwen in instituties, het sociale leven en gezondheid.

Het percentage jongeren van 18 tot 25 jaar met een 7 of hoger voor persoonlijk welzijn is afgenomen van 70 in 2020 naar 63 in 2021. Hiermee hadden jongeren voor het eerst sinds het begin van de meting in 2013 minder vaak een hoog welzijn dan 25-plussers (67 procent). Deze afname is vooral te zien bij jonge vrouwen. Bij hen daalde het percentage met een hoog persoonlijk welzijn van 66 naar 53. Onder jongvolwassen mannen bleef het percentage met een hoog persoonlijk welzijn met 73 vrijwel gelijk. Niet alleen het persoonlijk welzijn nam in 2021 af, maar ook het percentage jongvolwassenen dat aangaf zich gelukkig te voelen en tevreden is met het leven.

Grootste afname hoog persoonlijk welzijn lag op gebied van vertrouwen

De grootste afname van het aandeel jongvolwassenen met een hoog persoonlijk welzijn had te maken met vertrouwen in instituties zoals de Tweede Kamer, rechters en de politie. Terwijl dit tussen 2019 en 2020 nog toenam van 53 naar 64 procent, was dit in 2021 met 52 procent weer op het niveau van 2019. Ook hadden jongvolwassenen minder vaak een hoog persoonlijk welzijn op het gebied van sociaal leven en gezondheid. Binnen de dimensie gezondheid daalde het percentage tevredenen met de psychische gezondheid, van 74 naar 68. Ook op het gebied van opleiding en arbeid en de financiële toekomst was er een daling in het aandeel met een hoog persoonlijk welzijn tussen 2021 en 2020.

Jaarrapport 2022 Landelijke Jeugdmonitor, CBS, 9 november 2022: www.cbs.nl/nl-nl/publicatie/2022/45/jaarrapport-2022-landelijke-jeugdmonitor

Inleiding tot Jaarrapport 2022 Landelijke Jeugdmonitor, Ruud van Herk, CBS, 9 november 2022: https://longreads.cbs.nl/jeugdmonitor-2022/

Downloaden PDF Jaarrapport 2022 Landelijke Jeugdmonitor, CBS, 9 november 2022: https://beroepseer.nl

Jongvolwassenen voor het eerst lager persoonlijk welzijn dan 25-plussers, CBS, 9 november 2022: www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/45/jongvolwassenen-voor-het-eerst-lager-persoonlijk-welzijn-dan-25-plussers