Skip to main content

Redactie Beroepseer

November is ‘Maand van het gezag’

In november 2022 organiseert de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) de Maand van het Gezag. Tijdens deze maand worden verschillende studies over het gezag van de overheid gepresenteerd, waaronder een signalement, een essay en een studie naar praktijkcasussen. Daarnaast publiceert en organiseert ROB diverse blogs, podcasts en bijeenkomsten.

Het is zowel mogelijk om deel te nemen aan één van de activiteiten als om zelf iets te organiseren en de Raad voor het Openbaar Bestuur uit te nodigen.

Wie een idee heeft of graag wil samenwerken met de Raad, wordt verzocht voor meer informatie contact op te nemen via info@raadopenbaarbestuur.nl o.v.v. ‘Maand van het Gezag’.

Doe mee met de Maand van het Gezag! ROB, 19 september 2022: www.raadopenbaarbestuur.nl/actueel/nieuws/2022/09/19/doe-mee-met-de-maand-van-het-gezag

Activiteiten

In het kader van de Maand van het Gezag vindt in De Balie in Amsterdam op 8 november 2022 de bijeenkomst plaats: Desinfornatie, gezag en achterdocht. Zie voor meer info: https://debalie.nl/programma/desinformatie-gezag-en-achterdocht-08-11-2022/

 

Foto bovenaan: de Hofvijver in Den Haag met zicht op het parlement en het Torentje, de werkkamer van de minister-president

‘Met zachte drang’. Proefschrift over hulp aan ouders en kinderen: vrijwillig of gedwongen

Binnen de Nederlandse jeugdhulpverlening komt het voor dat hulpverleners ouders onder druk zetten om ‘vrijwillig’ mee te werken. Soms worden kinderen hierbij ook uit huis geplaatst zonder tussenkomst van een rechter. Vanuit het perspectief van de hulpverlening is hier wat voor te zeggen, maar juridisch gezien zijn er veel zorgen over dit fenomeen dat ‘drang’ wordt genoemd. Denise Verkroost onderzocht het juridische schemergebied waarbinnen drang bestaat. Zij promoveert op 27 oktober 2022 aan de Universiteit van Leiden. Titel van haar proefschrift Met zachte drang.

Naar aanleiding van de promotie en het proefschrift schrijft Tom Jansen op de site van Universiteit Leiden:

In de Nederlandse wet zijn alleen het vrijwillige en het gedwongen kader van jeugdhulpverlening geregeld. Maar soms worden ouders onder druk gezet om‘vrijwillig’ hulp te accepteren. Deze hulp zit tussen vrijwillig en dwang in, en wordt in de hulpverlening ‘drang’ genoemd. Verkroost: “Deze drang is niet bij wet geregeld, en daardoor is het niet duidelijk wat de rechten van de betrokken ouders en kinderen zijn”. Ook is het voor beroepskrachten niet duidelijk wat zij wel en niet mogen doen.

Voor haar proefschrift onderzocht Verkroost de rechtshistorie van de jeugdhulpverlening en jeugdbescherming in Nederland en het internationale mensen- en kinderrechtenkader. Ook heeft zij beschikbare bronnen over het drangkader uitgebreid bestudeerd en heeft zij onderzoek gedaan naar drang in de praktijk.

Wetgeving ontbreekt

Doordat wetgeving ontbreekt, is het voor ouders onduidelijk hoe zij een onafhankelijke partij naar hun situatie kunnen laten kijken. Verkroost: “Bij het gedwongen kader komt er duidelijk een rechter aan te pas. Maar bij het drangkader is dat niet het geval”.

Addertje onder het gras

Als ouders het niet eens zijn met de afspraken of hulpverlening, kan het voor hen moeilijk zijn om zich te verzetten, zo ziet Verkroost. Dat heeft volgens haar te maken met de afhankelijkheidspositie van ouders. “De hulpverleners hebben altijd de mogelijkheid om op te schalen. Ik vraag me sterk af of je als ouder toestemming kan geven voor hulp, als er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie met de hulpverleners.’

Tijdens haar onderzoek zag Verkroost hoe sommige ouders worstelen met het geven van deze toestemming. “Tijdens een overleg met hulpverleners zei een vader: ‘Wat is het addertje onder het gras? Wat gebeurt er als ik niet meewerk?’ Toen werd gezegd dat de Raad voor de Kinderbescherming op de hoogte zou worden gesteld als de vader niet meewerkte. ‘Dus ik ben eigenlijk verplicht om mee te werken’, zei de vader toen. Dat laat goed zien dat je in zo’n situatie niet op een vrije manier toestemming kan geven”.

De grens tussen het vrijwillige en het gedwongen kader van jeugdhulpverlening ligt nu bij het moment dat een kinderrechter een kinderbeschermingsmaatregel uitspreekt. Verkroost stelt voor om ook het vrijwillige kader af te bakenen, namelijk tot waar ouders goed geïnformeerd en vrij toestemming (‘informed consent’) kunnen geven voor de hulpverlening.

Casusregie in plaats van drang

Voor hulp zonder informed consent moet een wettelijke basis komen. Verkroost concludeert verder dat de term ‘drang’ niet meer gebruikt moet worden. In plaats daarvan zou ‘casusregie’ beter weergeven wat er in de praktijk gebeurt. Ook adviseert ze om ouders en kinderen beter te informeren en te betrekken binnen de jeugdhulpverlening. Zelf heeft zij een kindvriendelijke samenvatting van haar proefschrift Met zachte drang opgesteld. Klik hier.

Toeslagenaffaire

In het onderzoek naar de toeslagenaffaire wordt onderzocht hoeveel kinderen van gedupeerde ouders uit huis zijn geplaatst. Een gedeelte van die uithuisplaatsingen vallen binnen het drangkader, maar het is onduidelijk hoeveel dat er zijn. Verkroost: “Daardoor zijn er mogelijk nog veel meer uithuisplaatsingen dan tot nu toe bekend is. Hier is nu nog geen zicht op. Hierbij speelt mee dat er grote verschillen zijn tussen gemeentes en dat geen vaste definities worden gehanteerd”. Dit benadrukt het belang van wetenschappelijk onderzoek naar het drangkader.

Promotie van D.S. Verkroost – Met zachte drang – op donderdag 27 oktober 2022 om 16.15 uur in Academiegebouw te Leiden. Promotie is te volgen via livestream. www.universiteitleiden.nl/agenda/2022/10/met-zachte-drang

Kindvriendelijke samenvatting van proefschrift ‘Met zachte drang’, D.S. Verkroost: www.universiteitleiden.nl

Ouders onder druk gezet om ‘vrijwillig’ mee te werken aan jeugdhulpverlening, door Tom Jansen, Universiteit Leiden, 25 oktober 2022: www.universiteitleiden.nl/

De la Courtprijs 2022 voor Gera ter Meulen: bekroning van uniek onderzoek naar adoptie en pleegzorg

Gera ter Meulen ontvangt de De la Courtprijs 2022 voor haar onderzoek naar adoptie en pleegzorg. Zij richtte een eigen wetenschappelijk kennisbureau op en levert hiermee een knap voorbeeld hoe een onafhankelijk onderzoeker te werk kan gaan, aldus de jury. De prijs beloont onbezoldigd en onafhankelijk onderzoek buiten de gevestigde academische instituties.

Wetenschappelijk onderbouwde en toegankelijke informatie over adoptie en pleegzorg. Dat is de rode draad die door het onderzoek van Gera ter Meulen loopt. Dankzij haar onderzoek is deze informatie beschikbaar voor de politiek, beleid en praktijk.

Gera ter Meulen

Gera ter Meulen richtte in 2017 Kennisbureau ter Meulen op. Daarvoor was Ter Meulen jarenlang onderzoeker en coördinator van het ADOC (Adoptie Driehoek Onderzoeks Centrum) en werkte zij als beleidsmaker ook in de praktijk. Haar bureau maakt wetenschappelijke kennis over pleegzorg, adoptie en tehuiszorg toegankelijk. Met haar Kennisbureau nam Gera ter Meulen het valoriseren van kennis en het doen van onderzoek van het ADOC over en zet dit nog altijd voort.

Ter Meulen is sociaal ondernemer en doet een groot deel van haar werk onbezoldigd. Ze houdt een database bij van wetenschappelijke artikelen en een website over tehuiszorg, pleegzorg en adoptie én schrijft kennisflitsen, blogs, wetenschappelijke artikelen en beleidsreacties.

Mede door haar verbinding van wetenschap en praktijk worden Ter Meulens bijdragen serieus genomen. Zo informeerde zij Kamerleden en minister over lacunes in het rapport van Commissie Joustra over interlandelijke adoptie. Ter Meulen gaf inzicht in dat wat vanuit de wetenschap bekend is omtrent interlandelijke adoptie. Ze pleit voor een wetenschappelijke poot binnen het Expertisecentrum Adoptie en het oprichten van een leerstoel.

De la Courtprijs

De prijsuitreiking vindt plaats op 21 november 2022 tijdens een feestelijke bijeenkomst in het Trippenhuis te Amsterdam. Meer info en aanmelden op KNAW: www.knaw.nl/bijeenkomsten/uitreiking-de-la-courtprijs-2022-aan-gera-ter-meulen

De De la Courtprijs is in 1998, als samenvoeging van de Johan de la Courtprijs en de Pieter de la Courtprijs ingesteld door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).
De prijs – een bedrag van 7.500 euro en een medaille – wordt om de twee jaar uitgereikt voor wetenschappelijk onderzoek in de geestes- en sociale wetenschappen dat onbetaald en zelfstandig is verricht. Hiermee zet de KNAW mensen in de schijnwerpers die op eigen kracht een bijzondere wetenschappelijke prestatie leveren.

Een van de prijswinnaars van voorgaande jaren is Marcel Spierts. Hij ontving de De la Courtprijs 2015 voor zijn proefschrift De stille krachten van de verzorgingsstaat: over de stormachtige ontwikkeling van de sociaal-culturele beroepen na de Tweede Wereldoorlog. Zie video: Sociaal-culturele professionals: Pioniers van de participatie-samenleving: https://beroepseer.nl

Meer info over De la Courtprijs: www.knaw.nl/fondsen-en-prijzen/de-la-courtprijs

De la Courtprijs 2022 voor Gera ter Meulen. Een bekroning van uniek onderzoek naar adoptie en pleegzorg, KNAW. 19 oktober 2022: www.knaw.nl/

Kennisbureau ter Meulen: https://www.kbtermeulen.nl/

Een geslaagde presentatie van ‘Het recht op ambtelijk vakmanschap’

Het was een geslaagde presentatie van het boek Het recht op ambtelijk vakmanschap in het Nationaal Archief in Den Haag op 6 oktober 2022, waar het eerste exemplaar werd overhandigd aan secretaris-generaal Maarten Schurink van het het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Volgens Schurink levert het boek een mooie bijdrage aan een hernieuwd gesprek over ambtelijk vakmanschap.
Aanleiding tot het boek was onderzoek naar de de vraag “Wat is nodig om de positie en het vakmanschap van de ambtenaar te versterken?” Om daar antwoord op te vinden gaf het Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds Rijk (A+O fonds Rijk)*) aan Stichting Beroepseer de opdracht antwoorden te vinden op die vraag en te onderzoeken wat recht op ambtelijk vakmanschap betekent. De bevindingen en concrete, praktische oplossingen zijn nu gebundeld in een boek.

Inspirerende sprekers en positieve reacties

Na de officiële overhandiging in een goed gevulde zaal gaven een aantal auteurs en leden van de redactie van het boek – Erik Pool, Meike Bokhorst, Caroline Raat, Guido Enthoven en Sandra Palmen een korte presentatie over de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen. Namens het bestuur van het A+O fonds Rijk spraken Vries Kool en Aleid Ringelberg over de rol die het Rijk als werkgever heeft in het duurzaam ontwikkelen en versterken van ambtelijk vakmanschap. Volgens projectleider Maurits Hoenders zijn de vele positieve reacties uit de zaal een mooie erkenning voor het onderzoek

Meer rechten en plichten

De rijksambtenaar is de afgelopen decennia steeds meer een normale werknemer geworden. Het lijkt alsof bewindspersonen en de top van ambtelijke organisaties zich het recht op ambtelijk vakmanschap hebben toegeëigend. De kernboodschap van het boek is daarom dat rijksambtenaren in beleid, uitvoering en toezicht het recht en de plicht moeten krijgen om meer groepen te dienen. Burgers, volksvertegenwoordigers en ambtenaren zelf hebben namelijk net zo goed recht op ambtelijk vakmanschap als bewindspersonen.

Bestellen en downloaden

Het recht op ambtelijk vakmanschap is te bestellen in de webshop van Stichting Beroepseer of via de boekhandel. Naast de gedrukte uitgave is het e-book ook gratis te downloaden.

Noot
*) Het A+O fonds Rijk is een onafhankelijke stichting die als werkgever samenwerkt met vakorganisaties die de werknemers vertegenwoordigen, w.o. FNV Overheid, AC Rijksvakbonden, CNV Overheid en de Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen (CMHF). In het bestuur van het A+O fonds Rijk zitten zowel leden van deze vakorganisaties als vertegenwoordigers van de werkgever Rijk.


Thijs Jansen (links) overhandigt het eerste exemplaar van het boek ‘Het recht op ambtelijk vakmanschap’ aan secretaris-generaal Maarten Schurink van het ministerie van BZK

Succesvolle boekpresentatie ‘Het recht op ambtelijk vakmanschap’, A_O fonds Rijk, 14 oktober 2022: www.aofondsrijk.nl/artikel/succesvolle-boekpresentatie-het-recht-op-ambtelijk-vakmanschap/

Boekpresentatie Het recht op ambtelijk vakmanschap, door Jan Jelle van Hasselt, Grenzeloos samenwerken, 7 oktober 2022: https://grenzeloossamenwerken.pleio.nl

Meer info over het boek: ‘Het recht op ambtelijk vakmanschap’ verschenen, door Corné van der Meulen, Blogs Beroepseer, 7 oktober 2022: https://beroepseer.nl/actueel-in-beroepseer/het-recht-op-ambtelijk-vakmanschap-verschenen/

Terugkijken op video

Impressie Boekpresentatie Het recht op Ambtelijk Vakmanschap: https://www.youtube.com/watch?v=yGrbLdQgbY8

Boekpresentatie terugkijken op video: https://www.youtube.com/channel/UCgVPDJUxV_25hXSBkL5YAyg

U P D A T E

Ambtelijk vakmanschap-1: ‘Ik merk dat ik aan het radicaliseren ben’, Overheid van nu, 1 november 2022: www.overheidvannu.nl/actueel/artikelen/2022/11/02/ambtelijk-vakmanschap-1

Webinar over arrest Hoge Raad inzake Paula van Manen en de vrijheid van meningsuiting van docenten

De Hoge Raad heeft het vonnis van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in de kwestie-Paula van Manen vernietigd. Paula van Manen (1968), docent, orthopedagoog en onderwijskundige werd ontslagen als docent door ROC Nijmegen, omdat zij in 2019 een kritisch boek publiceerde over de vernieuwing van het onderwijs, getiteld Wanneer krijgen we weer les? Daarin beschreef zij over haar ervaringen op het ROC. Onder meer over de overstap die haar beroepsopleiding maakte naar een nieuw onderwijsconcept met gepersonaliseerd onderwijs. Ze noemde niet de naam van de school. Het was haar uitsluitend te doen om de dagelijkse praktijk van een docent die te maken krijgt met ineffectieve onderwijsvernieuwingen.
Op 2 december 2019, niet lang na het verschijnen van het boek, werd Van Manen gedwongen haar werkzaamheden als docent tijdelijk neer te leggen. Zij werd voor maanden geschorst. Rechtszaken volgden tot aan de Hoge Raad toe.

De kernvraag

Op 7 oktober 2022 vond uiteindelijk het arrest van de Hoge Raad plaats. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch is verplicht Van Manens zaak opnieuw te beoordelen.
De kernvraag in deze kwestie luidt: “Kan een onderwijsinstelling een docent die een boek heeft geschreven pardoes ontslaan omdat de inhoud ervan de instelling niet bevalt?” Volgens de Hoge Raad is er een causaal verband tussen de publicatie van het boek en het ontslag en is daarmee sprake van een inmenging in het recht op vrijheid van meningsuiting van de docente. Of die inmenging gerechtvaardigd is, moet bij de nieuwe behandeling van het ontslag worden onderzocht en beoordeeld.

Webinar

De Academie voor de Rechtspraak (AVDR) heeft een webinar gewijd aan de beschikking van de Hoge Raad in de zaak. De AVDR is een door de Orde van Advocatien in 2006 opgericht opleidingsinstituut. Volgens de filosofie van de Academie is het voor de deskundigheid van advocaten van belang dat zij zich gedurende hun werkende leven blijven ontwikkelen via onder meer cursussen.
Het webinar Paula van Manen en de vrijheid van meningsuiting van docenten maakt deel uit de serie Bij de Hoge Raad besproken, waarbij specialisten uitspraken van de Hoge Raad onder de loep nemen op de dag waarop de uitspraak gedaan wordt.

In het webinar becommentariëren de advocaten van Paula van Manen – mr. Wouter Pors en mr Evelyn Tjon-En-Fa – uitgebreid de beschikking die van groot belang blijkt te zijn. De professionele autonomie, en bescherming van docenten, is met de beschikking versterkt. Maar niet alleen van hen, in feite van alle werknemers, en van bijvoorbeeld leden van een ondernemingsraad. Hun positie tegenover de werkgever is versterkt door de uitspraak.
Het laatste woord over de bescherming van werknemers en de vrijheid van meningsuiting is evenwel nog niet gezegd. Het debat gaat voort.

Hieronder de video Paula van Manen en de vrijheid van meningsuiting van docenten, met advocaten Wouter Pors en Evelyn Ton-En-Fa, 15 oktober 2022. Duur 43 min.

Uitspraak Hoge Raad op 7 oktober2022: Hoge Raad: beoordeling ontslag ROC-docente die kritisch boek publiceerde moet opnieuw, Hoge Raad, 7 oktober 2022: www.hogeraad.

U P D A T E

14 september 2023: Besluit op de zitting van 14 september bij Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch: de uitspraak is gepland op donderdag 26 oktober 2023. Deze uitspraak vormt het sluitstuk van een langlopende juridische procedure.

7 oktober 2022: De zitting bij het Gerechtshof Den Bosch is gepland op 14 september 2023. Dit gerechtshof moet opnieuw de zaak in behandeling nemen en uitspraak doen, nadat de Hoge Raad de uitspraak van het Gerechtshof in Arnhem heeft vernietigd. De vrijheid van meningsuiting moet dit keer uitdrukkelijk worden meegewogen, zo valt te lezen in de uitspraak van de Hoge Raad. Deze uitspraak moet in acht worden genomen door Gerechtshof Den Bosch.

Rapport over de jaarlijkse geldverspilling van 23 miljard euro in de Nederlandse gezondheidszorg

“Wat ik in de thuissituatie vaak zie. Je hebt iets nodig voor de cliënt, je weet nog niet of dat gaat werken. Dus je wilt klein beginnen met een klein tubetje zalf. Maar die apotheker die denkt, als ik gelijk 5 grote tubes stuur, en die zijn achter de voordeur geweest. Dan neem ik ze niet meer terug… Maar als je dan zegt ‘ik had toch gevraagd om een kleine tube’ dan krijg je terug ‘dit is de minimale hoeveelheid die wij leveren’… Dat telt ook voor verbandmiddelen en zo”.

Het blijkt dat een kwart van de totale zorguitgaven kan worden aangemerkt als ‘verspilling’. Dat wil zeggen: zorgkosten die geen waarde toevoegen. Kosten die voorkomen kunnen worden. Dat constateert het wetenschappelijk centrum voor kwaliteitsverbetering in de zorg van Radboud Universiteit Medisch Centrum, IQ Healthcare, dat voor het eerst de faalkosten van het Nederlandse zorgstelsel in kaart heeft gebracht. Hoewel ze de nodige armslag houden, spreken de onderzoekers van een ‘schokkende uitkomst’. Omdat de verschillende soorten verspilling elkaar versterken, bieden deeloplossingen geen soelaas.

De hoge faalkosten zijn niet los te zien van de problemen waar de zorg mee worstelt, stelt hoogleraar en onderzoeksleider Patrick Jeurissen: “Het ziekteverzuim in de zorg is enorm, er is net een covid-crisis geweest en de budgettaire kaders zijn krap.
Lees de eerste kopjes van het integraal zorgakkoord. Dan zie je dat de toegang tot zorg onder druk staat, net als de kwaliteit en de professionals zelf. Er is bovendien een duurzaamheidsopgave. En meer geld is er niet. Als je dat op je laat inwerken, begrijp je hoe groot de urgentie is. Dit onderzoek onderstreept dat”.

De onderzoekers van IQ Healthcare definieren de faalkosten als “structurele inefficiënties, die aantoonbaar worden veroorzaakt door het systeem en die voorkomen hadden kunnen worden”. In de context van de zorg is bijvoorbeeld te denken aan heropnames omdat de eerdere behandelingen niet goed zijn verlopen. De onderzoekers hebben een schatting gemaakt van de optelsom van al deze kosten binnen het hele zorgsysteem.

Substantiële winst

Hoewel IQ Healthcare aantoont dat er in potentie forse doelmatigheidswinst te behalen valt, moet het onderzoek volgens Jeurissen niet worden gelezen als een oproep om het mes in de zorgbegroting te zetten. In het onderzoek is uitgegaan van een zorgbudget van in totaal 92 miljard euro, waarvan 25 procent kan worden aangemerkt als verspilling. “Het is niet zo dat er ergens 23 miljard euro voor het oprapen ligt. Verspilling heb je in iedere sector en organisatie. Nul verspilling is niet denkbaar. Dan zouden we met zijn allen 365 dagen per jaar honderd procent productief moeten zijn. Maar in de zorg zijn wel substantiële bedragen te winnen”.

Soorten faalkosten

De onderzoekers onderscheiden vijf soorten faalkosten:

• Onnodige administratieve lasten
• Fraude en misbruik van zorggelden
• Gebrekkige zorgverlening en coördinatie
• Onnodige zorg en overbehandeling
• Excessieve prijzen en winsten

Deze soorten kennen een (behoorlijke) mate van onderlinge overlap en zijn niet altijd scherp van elkaar te onderscheiden.

Uit Amerikaans onderzoek komt naar voren dat administratieve complexiteit het meest bijdraagt aan ‘verspilling’. Een kwart tot bijna een derde van de faalkosten valt hier op terug te voeren. Daarna komen falende beprijzing en onnodige zorg in beeld, al zijn onderzoekers het niet eens over het relatieve gewicht van deze twee categorieën. Fraude en misbruik scoren relatief laag. Wel merken de onderzoekers op dat een deel hiervan zich naar zijn aard buiten het blikveld van waarnemers afspeelt.

Correlatie

Belangrijker dan het relatieve aandeel van de verschillende soorten faalkosten vinden de onderzoekers de constatering dat deze op elkaar inwerken. Onnodige administratieve lasten bijvoorbeeld dragen bij aan slechte coördinatie en daarmee via een omweg aan onnodige zorg en overbehandeling. Uit het onderzoek komt bovendien naar voren dat faalkosten op alle niveaus van het zorgstelsel worden gemaakt. Systeem, organisatie, netwerk en individuele zorgverlener dragen allemaal op eigen wijze bij aan verspilling.

“Wat ik interessant vind, is dat de verschillende soorten verspilling lijken te correleren”, reageert Jeurissen. “Dat betekent iets voor de aanpak die je moet kiezen. Er zijn nu veel programma’s die zich richten op een deeltje, terwijl je juist moet kijken of je maatregelen kunt clusteren.”

Maatregelen toetsen

Het Integraal Zorgakkoord (IZA) is wat dit betreft een stap in de goede richting, vindt Jeurissen. Maar beleidsmakers moeten er met nieuwe maatregelen wel voor waken dat ze het paard niet achter de wagen spannen. “We hebben al veel bureaucratische drukte, dus maatregelen moeten wel wat opleveren. Als we besluiten om alleen te kiezen voor ‘gepaste zorg’, krijg je dan niet weer meer kwaliteitsregistraties en hogere administratieve lasten?”

Om dergelijke perverse effecten voor te zijn, is verder empirisch onderzoek wat Jeurissen betreft hard nodig. Alleen zo wordt duidelijk wat de precieze faalkosten per sector zijn. En pas door ze in de praktijk te toetsen, kan worden vastgesteld welke strategieën werken.

Onderzoeksrapport Verkenning naar faalkosten in de Nederlandse gezondheidszorg, door S.A. van Dulmen , N. Stadhouders, T. Som, en P.P.T. Jeurissen PPT, Nijmegen: IQ healthcare, oktober 2022). www.dutchhealthhub.nl/wp-content/uploads/2022/10/Verkenning-naar-faalkosten-in-de-Nederlandse-gezondheidszorg-202210.pdf

Nederlandse zorg verspilt jaarlijks 23 miljard euro, persbericht door Philip van de Poel, Dutch Health Hub, 13 oktober 2022: www.dutchhealthhub.nl/artikel/nederlandse-zorg-verspilt-jaarlijks-23-miljard-euro/

Spring Foundation: ww.spring.foundation/

Pleidooi voor herwaardering van vakmanschap en professionaliteit in lectorale rede ‘Samen goed werken’ van Daniël van Middelkoop

In de lectorale rede Samen goed werken, hield Daniël van Middelkoop een pleidooi voor herwaardering van professionaliteit en vakmanschap. Vakmensen en professionals zijn van grote waarde in werk en maatschappij. Vanuit motivatie en betrokkenheid leveren ze samen goed werk – betekenisvol werk van hoge kwaliteit. Ze spelen bovendien een belangrijke rol in de zoektocht naar oplossingen voor grote maatschappelijke en ecologische uitdagingen. Maar ondanks dit belang staan vakmanschap en professionaliteit in veel organisaties onder druk. Systemen en processen gericht op controle en efficiëntie lijken vaak belangrijker dan organiseren vanuit een professionele logica.

Samenwerken in teams aan complexe vraagstukken komt in veel organisaties niet goed van de grond en de dialoog over goed werk en de aanpak om dat te realiseren is nog te vaak het sluitstuk op overvolle to-do lijsten.  Van Middelkoops pleidooi voor herwaardering van professionaliteit en vakmanschap  vraagt om condities voor goed werk, maar begint bovenal bij professionals en vakmensen zelf.

Daniël van Middelkoop is per augustus 2021 benoemd tot lector Samenwerkende Professionals (Professional Agency) aan de Hogeschool van Amsterdam. Hij sprak zijn oratie uit in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam op 11 oktober 2022. Van Middelkoop richt zich in zijn onderzoek op het versterken van het handelingsvermogen van samenwerkende professionals in een veranderende economie, zowel in de publieke als de private sector.

Begin van de rede:

“In de maanden dat ik schreef aan deze rede kwam ik bij toeval langs de documentaire ‘We are the thousand’ op tv. Daarin staat de droom van de Italiaan Fabio Zaffagnini centraal om duizend rockmuzikanten gezamenlijk te laten
spelen om daarmee zijn favoriete band The Foo Fighters te overtuigen om in het kleine stadje Cesena te komen spelen. Spoiler alert: dat lukt. ‘The Rocking 1000’ zouden daarna nog vaker samen spelen en grote concerten geven. Het beeld op de cover van deze rede laat muzikanten zien tijdens een van deze concerten, in Florence.

De documentaire, maar met name het moment dat de duizend muzikanten met elkaar spelen, ontroerde me. Dat zal deels gekomen zijn door mijn gedegen opvoeding in de gitaarmuziek, maar meer nog kwam het door de volharding van de initiatiefnemers, het streven om met duizend man een nummer zo perfect mogelijk te spelen, en het ongelimiteerde plezier dat van de muzikanten afstraalt terwijl ze spelen. Het laat zien hoe geweldig samen werken – en in dit geval spelen – kan zijn. Met elkaar goed werk leveren, of dat nu muziek maken is of zorgen voor goed onderwijs, goede jeugdzorg of een goed draaiende energiecentrale, kan veel energie geven en geweldige resultaten opleveren. Met elkaar zijn problemen waar je in je eentje tegenaan hikte, toch op te lossen, gewoon omdat je collega’s je helpen met hun inzichten of net iets andere blik. En wanneer het druk is en het erop aankomt in het werk, is het fijn om collega’s te hebben op wie je kan vertrouwen. De ervaringen ten tijde van de coronapandemie hebben ons geleerd hoe belangrijk dat samen werken is – in ons onderzoek onder collega’s van mijn eigen hogeschool viel het meest op dat we het ‘echte’ contact misten, met studenten, maar zeker ook met onze collega’s.

De meerwaarde maar ook het plezier van samen goed werk leveren ligt ten grondslag aan deze rede, en ik kan het belang daarvan hier niet genoeg benadrukken. De afgelopen jaren voerden we vanuit het lectoraat gesprekken met honderden professionals en vakmensen – zowel individueel als in teamverband. Daarin valt op dat plezier en voldoening voortkomen uit het willen en kunnen leveren van goed werk. Samenwerking is daarin vaak belangrijk, maar altijd een middel en geen doel op zich. Ik spreek daarom in deze rede veelal van samen werken, als twee losse woorden, om die doelstelling van het realiseren van goed werk te benadrukken. Vaker in deze rede gaat het echter over het hoe van samen werken, meer dan het waarom. Met dat hoe komen ook de worstelingen, vraagstukken en problemen naar voren in de manier waarop we het samen werken van professionals en vakmensen hebben georganiseerd.
Waar samenwerking wel een doel op zich is, of waar de condities voor goed samen werken ontbreken, kan het plezier in samen werken omslaan in frustratie en sacherijn”.

Het laatste, vijfde hoofdstuk is getiteld: Pleidooi voor een andere manier van samen werken:

“We moeten wegbreken van een manier van organiseren waarin controlemechanismen, efficientiëdenken en de nadruk op ‘meetbare output’ centraal staan en waarin deze tot doel in plaats van middel gemaakt worden.
Dit geldt nadrukkelijk voor publieke sectoren, zoals de jeugdzorg, waar het werk niet of nauwelijks te standaardiseren is en waar efficiëntieverbetering gezien de aard van het werk slechts tot een zeker punt mogelijk is – waar het jarenlange adagium van meer met minder de kwaliteit van het werk aantast en tot misstanden leidt. Breng de organisatorische en financiële logica terug naar de juiste proporties – het zijn randvoorwaarden om professionals en vakmensen in staat te stellen goed werk te leveren.

Maar hoe doen we dat? Goed werk centraal zetten en handelingsvermogen van professionals versterken vraagt om meer dan het uitspreken van het belang daarvan. Het vraagt om het daadwerkelijk organiseren van het werk vanuit het vertrouwen in professionals en vakmensen. Dat begint ermee hun een stem te geven – zij moeten uiteindelijk gaan over de professionele logica en de invulling van goed werk in hun specifieke werksituaties. Bestuurders, leidinggevenden en ondersteuners bepalen niet wat goed werk is, maar hebben wel een cruciale rol in het zorgen voor de juiste condities voor goed werk. Dat betekent onder andere ruimte bieden aan professionals en vakmensen om te bepalen wat in een specifieke situatie de beste oplossing is, zonder dit te willen controleren of standaardiseren met ‘van bovenaf’ vastgestelde protocollen, processen of andere blauwdrukken. Dat vraagt van die professionals en vakmensen om het ontwikkelen en hanteren van een helder kader over wat voor hen goed werk is, zodat die ‘beste oplossing’ gestoeld is op doordachte professionaliteit en vakmanschap.
[…]
Het vraagt vanuit de organisatie om een focus op het creëren van de juiste condities voor goed werk. Het veranderen van die condities begint in de structuur van organisaties – de processen en handelingen die vaak onbewust en vanuit gewoonte gericht zijn op controle en efficiëntie en waarin nu op te veel plekken de wens tot verantwoording en controle over processen en output centraal staat”.

Samen goed werken. Pleidooi voor een herwaardering van professionaliteit en vakmanschap, door Daniël van Middelkoop, Academische Uitgeverij Eburon, 2022: https://pure.hva.nl/ws/files/24989560/Samen_goed_werken.pdf

Lectoraat Samenwerkende professionals: www.hva.nl

Uitnodiging Lectorale Rede: www.hva.nl

Hieronder video: Daniël van Middelkoop spreekt zijn lectorale rede uit in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam op 11 oktober 2022. Duur: 63 min. Foto helemaal bovenaan is een tafereel uit de video.

Onderwijsblad besteedt in oktobernummer 2022 aandacht aan invloed van verkiezing ‘Leraar van het Jaar’

De vier winnaars van de Leraar van het Jaar-verkiezing van 2022 zijn tijdens een feestelijke prijsuitreiking door minister Wiersma van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in Laren bekendgemaakt op de Dag van de Leraar, 5 oktober 2022:

  • Steffie van der Meijden, speciaal onderwijs (so), mentorleraar aan VSO Heuvelrug College in Zeist
  • Dimitri van Dillen, middelbaar beroepsonderwijs (mbo), docent Nederlands en loopbaan & burgerschap aan het ROC van Twente
  • Lennart van der Meulen, primair onderwijs (po), Leerkracht groep 5/6 op basisschool De Gouden Griffel in Berkel en Rodenrijs
  • Erik Ex, voortgezet onderwijs (vo), docent geschiedenis op het Cynus Gymnasium in Amsterdam

De vier winnaars zijn een jaar lang het gezicht van de beroepsgroep en ambassadeur binnen hun sector. Dat betekent dat ze een jaar lang het onderwijsvak promoten en zich inzetten voor thema’s die de kwaliteit van de beroepsgroep raken.
De Leraar van het Jaar is niet een titel voor de beste leraar van Nederland, wel voor de leraar die volgens de jury het beroep van leraar op een inspirerende manier kan uitdragen en op een goede manier kan vertegenwoordigen.

De eerste verkiezing van Leraar van het Jaar vond plaats in 1999 en gold het vo. In 2005 werd de verkiezing voor het po toegevoegd, en in 2007 en 2012 voor het mbo en het so.
De initiatiefnemer van de verkiezing in 1999 was het het onderwijsadviesbureau CPS. Daarna werden de verkiezingen georganiseerd door resp. de Stichting Beroepskwaliteit Leraren SBL, de Onderwijscoöperatie (opgeheven in 2020) en tenslotte de onafhankelijke stichting Leraren van het jaar waarvan de leden in het verleden zijn verkozen tot leraar van het jaar.

In het oktobernummer 2022 van het Onderwijsblad staat een uitgebreid artikel van Joëlle Poortvliet over de jaarlijkse lerarenverkiezing waarin verschillende mensen hun zienswijze toelichten. De verkiezing blijkt bij sommigen weerstand op te wekken.

Je moet wel kunnen incasseren

Ismail Aghzanay, in 2018 verkozen tot Rotterdamse Leraar van het jaar voortgezet onderwijs schreef onder de titel Als je je hoofd boven het maaiveld uitsteekt… op Linkedin n.a.v. de negatieve reacties die hij en mede (ex-)leraren van het jaar soms krijgen, zowel online als offline: “Opmerkingen zoals: je doet het alleen voor jezelf. Of op school grapjes met een ondertoon. Dat je met een groepje leerlingen in de pauze staat te kletsen en een collega zegt: Zo, ze weten je wel weer te vinden hè? Leraar van het jaar natuurlijk”.
Aghzanay denkt dat het met de Nederlandse cultuur te maken heeft. “Van doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Je moet wel kunnen incasseren. Het gekke is, bij een demonstratie voor het gelijktrekken van salarissen verwachten we allemaal dat leraren in de frontlinie staan, dat zij zich uitspreken. Maar wanneer je als Leraar van het jaar op de voorgrond staat en impact wil maken met jouw positieve visie op onderwijs, word je – door een klein groepje, dat is wel belangrijk om te zeggen – heel anders bejegend”.

In de schijnwerpers

Onderwijsbestuurder Annet Kil, betrokken vanaf het eerste uur bij de Lerarenverkiezing, heeft behartenswaardige dingen te zeggen over de mediabelangstelling voor kandidaten en genomineerden. Zij krijgen als het ware vip-kaarten voor de onderwijspolder. Denk aan: bezoeken aan ministers, het koningshuis, mogen aanschuiven bij innovatielunches en op bezoek gaan bij de sectorraden. Ook belanden ze in de Rolodex van Hilversum. Kil: “Ik denk dat we rond 2010 met mediatraining voor de genomineerden begonnen zijn. Het is best heftig wat er allemaal op je afkomt. De scope van je werk wordt ineens veel groter. Juist het vertellen over je passie, vakmanschap en drijfveren maakt je kwetsbaar”

Andrew Niemeijer, Leraar van het jaar in 2009 denkt dat menig huwelijk van titelhouders onder druk is komen te staan. “Het gaf bij mij wel spanning thuis. Ik was net vader geworden. Mijn vrouw, Alexandra, is ook docent. Zij vond het wel een paar dagen leuk, maar daarna was ze er wel klaar mee. Het is vooral het ambassadeurschap wat niet voor iedereen is weggelegd en wat veel tijd kost”.

Het is een merk geworden

“Het is een brand geworden”, weet Kil. Waardoor men de Leraren van het jaar voor de gekste zaken weet te vinden. Niemeijer: “Of ik een ijsbaan wilde openen, een lintje wilde knippen en een fotoshoot wilde doen voor Miljonair magazine.” Achteraf stelt Niemeijer dat hij de activiteiten ‘inhoudsloos’ vond:  “Het ging mij om de status van het beroep, om een betere opleiding en meer tijd om door te leren. Ik wilde met Rinnooy Kan aan tafel”.

Met Rinnooy kan aan tafel zitten lukte uiteindelijk, maarm zo schrijft Joëlle Poortvliet in haar artikel, Niemeijer deed een ‘shocking’ inzicht op:  “Of het nu gaat om de commissie-Dijsselbloem, Rinnooy Kan, de programmaraad van de NRO of de jury voor de nationale onderwijsfilm: je bent doorgaans de enige leraar aan tafel”. Niemeijer voelde zich geregeld een Don Quichot,

Lees het hele artikel Leraar van het jaar is optimistische influencer, door Joëlle Poortvliet, AOb, 5 oktober: https://www.aob.nl
Onderwijsblad verschijnt maandelijks en is een uitgave van de Algemene Onderwijsbond (AOb).

Aanbevolen: Leraar van het Jaar verkiezing & mijn statement, door Juf Cherelle, Teach and Cher, 4 december 2021: https://teachandcher.nl/leraar-van-het-jaar-verkiezing-mijn-standpunt/

Leraren van het jaar: https://lerarenvanhetjaar.nl/

Leraar 24: ww.leraar24.nl/2632340/leraar-van-het-jaar-2022-dit-zijn-de-winnaars/

Hieronder video van verkiezing Leraar van het Jaar 2022 (foto bovenaan is ontleend aan deze video)

WorldSkills Netherlands bestaat twintig jaar. ‘Vakwedstrijden hebben me gemaakt tot wat ik nu ben’

WorldSkills Netherlands bestaat in oktober 2022 twintig jaar. Doel is vmbo-scholieren en mbo-studenten bewuster maken van hun talenten, kansen en mogelijkheden en hen inspireren na te denken over hun toekomst. Ze worden uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen en gemotiveerd zich volledig in te zetten. Dit draagt bij aan de trots en de passie van vakmannen en vakvrouwen Zij kunnen door mee te doen aan de vakwedstrijden hun opleiding succesvol afmaken en een goede start maken in hun loopbaan.

Op 13 oktober 2022 begint de WorldSkills-competitie in de Amerikaanse plaats Cleveland, Ohio. Aan die competitie doet  de Nederlandse ‘vakkanjer’ Bart Willems mee op het onderdeel lassen. Hij wordt begeleid en getraind door Wim van de Merwe en Richard Roolvink, coördinator Nationale wedstrijden lassen. Tot oktober 2016 was Van de Merwe vmbo-docent metaaltechniek van scholengemeenschap Reggesteyn in Rijssen. Zijn hele loopbaan was Van de Merwe pleitbezorger van technisch onderwijs. Steeds weer bedacht hij nieuwe plannen om het te promoten, bijvoorbeeld in de vorm van laswedstrijden voor vmbo-scholen in zijn eigen regio. Een hoogtepunt van zijn inspanningen waren de junior Vakkanjerwedstrijden voor metaal- en elektrotalenten. Met zijn leerlingen presteerde hij het vanaf 2007 vier keer op rij Nederlands kampioen lassen te worden. In maart 2013 werd zijn leerling, de veertienjarige Bas ter Steege uit Enter Nationaal Kampioen Lassen in de categorie elektrode lassen

Skills the Finals van 2023

In voorronden en regionale kwalificatiewedstrijden gaan leerlingen en studenten van het vmbo en het mbo uit heel Nederland de strijd met elkaar aan. Skills Talents zijn vakwedstrijden voor het vmbo, Skills Heroes voor het mbo.
Het eerstvolgende, jaarlijkse Nederlandse kampioenschap voor beroepen, Skills The Finals, vindt plaats in Amsterdam op donderdag 23 en vrijdag 24 maart 2023. Ruim 700 finalisten uit het (v)mbo nemen deel aan ruim zestig vakwedstrijden. Wie wordt de beste van Nederland in zijn of haar vakgebied? Degenen die goed presteren op de Skills Heroes kwalificeren zich voor Team Netherlands, dat Nederland vertegenwoordigt tijdens de internationale vakwedstrijden. Het is een zeer divers team van rond de dertig nationaal mbo-kampioenen.

Skills The Finals trekt jaarlijks duizenden bezoekers die de wedstrijden live volgen. Naast de wedstrijden kunnen jongeren een Loopbaanoriëntatie en Begeleidingsprogramma (LOB-programma) met doe-activiteiten volgen waarmee zij zich kunnen oriënteren op een vervolgopleiding. Skills The Finals biedt niet alleen de leerlingen en studenten maar ook docenten en bezoekers een onvergetelijke en zeer leerzame ervaring.

Vakkampioenen

Arnold Ros, oud-leerling van het Munnikenheide College in Etten-Leur, werd uitgeroepen tot wereldkampioen metselen tijdens het WorldSkills wedstrijdseizoen 2002-2003 in het Zwitserse Sankt Gallen:

“Als ik zo terugkijk, dan kan je zeggen dat vakwedstrijden me gemaakt hebben tot wat ik nu ben. Je krijgt door deelnemen meer zelfvertrouwen en je leert met mensen omgaan. Dat is ook belangrijk voor je persoonlijke ontwikkeling. En als je internationaal weggaat, dan maak je kennis met andere culturen en eetgewoonten. Daar heb ik nog steeds profijt van. Ben je vakkampioen, dan hangt er wel een ‘kwaliteitskaartje’ aan je naam. Daarom werk ik nog steeds zoals bij de wedstrijden: nauwkeurig en zo mooi mogelijk”.

Lees het verhaal van Arnold Ros op: ‘Vakwedstrijden hebben me gemaakt tot wat ik nu ben’: https://worldskillsnetherlands.nl/20jaar/

Bart Willems ziet uit naar de komende WorldSkills in de V.S.: “Ik vind het een unieke ervaring die niet iedereen krijgt. Je kan je onderscheiden van anderen”. Over zijn vak: “Wat ik zo mooi vind aan mijn vak is dat je dingen maakt met je handen. Je maakt van niks, iets. En het streven naar kwaliteit”.

In de lokale krant Hart van Hellendoorn-Nijverdal staat een artikel over de komende WorldSkills, met Wim van de Merwe aan het woord: “Momenteel zijn Richard Roolvink, deelnemer aan de WorldSkills 2015 in San Paolo Brazilië, en ik bezig met het trainen van Bart Willems. Hij doet als lasser van 13 tot en met 22 oktober mee aan de WorldSkills competitie 2022 in Cleveland, staat Ohio, Verenigde Staten. Is niet zo makkelijk als het lijkt. Zelf woon ik in Hellendoorn, Richard in Hengelo (OV) en Bart woont helemaal in Mill (NB). Maar de passie en het enthousiasme dat is iets wat we delen. Zelfs op vrije dagen gaat Bart naar het bedrijf waar hij werkt om te oefenen en van zijn werkgever, Wennekers Welding Support, krijgt hij ook de ruimte om dat te doen. En wij brengen dat wat hij nodig heeft vanuit Twente naar hem toe”. (Zie helemaal onderaan UPDATE).

Wim van de Merwe is voortrekker van Stichting Beroepseer

World Skills Netherlands. 20 Jaar Skills. Het begon in 2002: https://worldskillsnetherlands.nl/20jaar/

WorldSkills Netherlands: https://worldskillsnetherlands.nl/

Skills the Finals 2023 in Amsterdam: https://worldskillsnetherlands.nl/stf/

WorldSkills: https://worldskills.org/skills/

Hart van Hellendoorn-Nijverdal, 1 oktober 2022: www.hartvannijverdal.com

Hieronder een video met meester-patissier Rudolph van Veen over deelname aan de Skills-vakwedstrijden. Van Veen zegt dat ze hem hebben geholpen bij het vinden van een baan. In 1988 deed hij mee aan WorldSkills: “Als je je best doet in een beroep, is dat heel eervol. Er is waardering voor durven en lef hebben, dat gevoel tijdens de vakwedstrijd was heel leuk”.

U P D A T E

Wim van de Merwe: “Ik heb een topbaan”. Gouden verbinding: tomeloze inzet en doorzettingsvermogen van bevlogen leraar en sprankelend Nijverdals staalbouwbedrijf Van den Brink. De Week van Hellendoorn en Nijverdal, 21 december 2022: www.deweekvanhellendoorn.nl/

Bart Willems is 11e geworden en ontvangt Medal for Excellence tijdens WorldSkills 2022 (7–20 oktober)
Lasser Bart Willems heeft een Medal for Excellence behaald en is 11e geworden van de wereld in de WorldSkills competitie ‘Special Edition’ in Cleveland Ohio, VS.

Een Medal for Excellence wordt uitgereikt aan deelnemers die boven een bepaald aantal punten scoren en daarmee excellent vakmanschap hebben laten zien: “Het was leuk om kennis te maken met mensen uit verschillende landen met dezelfde passie. Een super-ervaring samen met Wim en Richard, om nooit meer te vergeten!”

Worldskills 2022: https://worldskills2022se.com/skills/welding/

Nederlandse lasser op wereldkampioenschap lassen – ‘Bart Willems ontvangt Medal of Excellence’, Vakblad Lastechniek, december 2022 – januari 2023: https://beroepseer.nl