Skip to main content

Redactie Beroepseer

Jeugdbeschermers leggen werk neer in het hele land

Jeugdbeschermers starten vanaf 10 oktober 2022 met werkonderbrekingen in het hele land. Dat begint met het deels schrappen van bureaudiensten en zal later worden opgeschaald tot het volledig stoppen met bureaudiensten en fors minder huisbezoeken. “Om deze sector nog te kunnen redden is een keiharde noodrem nodig”.

De acties komen nadat een eerder ultimatum van vakbond FNV aan minister Weerwind van Justitie en Veiligheid is verstreken. De minister kondigde onlangs wel maatregelen aan om de sector te ondersteunen, maar die zijn volgens de FNV volstrekt onder de maat. Uit een stemming onder de FNV-leden blijkt dat 94% van hen dat ook vindt, dat bovendien 97% bereid is om actie te voeren en 95% dat ook langdurig wil doen mocht het nodig zijn.

Ultieme schreeuw om hulp

Volgens Maaike van der Aar, FNV-bestuurder Jeugdzorg, is deze verregaande actievorm een ultieme schreeuw om hulp. “Het is heel vervelend dat medewerkers in deze situatie zitten door toedoen van andere partijen die hun verantwoordelijkheid verzaken. Het is nog vervelender dat medewerkers nu zelf ook nog degenen moeten zijn die de sector uit het moeras moeten trekken. Maar om dit nog te kunnen redden is er nu een keiharde noodrem nodig. En omdat niemand die aantrekt, doen we het zelf. Wij zien geen enkele andere optie meer”.

Fatale gevolgen

Uit een inventarisatie van de FNV blijkt dat jeugdbeschermers gemiddeld twee keer meer gezinnen bijstaan dan maximaal mogelijk is om het werk op een veilige manier te kunnen uitvoeren. En dat heeft enorme gevolgen; er is al enige tijd sprake van Code Zwart in de jeugdzorg. FNV wil daarom dat er zo snel mogelijk 5.000 jeugdbeschermers bijkomen. Dat lukt alleen als het werken in de jeugdbescherming aantrekkelijker wordt. FNV eist daarom een landelijke caseloadnorm*) en dat het kabinet de portemonnee trekt voor het aannemen van extra personeel.

Er is helemaal niemand die leiderschap toont

Van der Aar: “In feite is deze sector al omgevallen. Dat er nog kinderen en gezinnen in kwetsbare situaties geholpen worden, is alleen omdat de huidige jeugdbeschermers het nog niet hebben opgegeven. Zij moeten nu als allereerste en met spoed worden ondersteund door hen te ontlasten en door hen meer ruimte en zeggenschap te geven zodat zij hun vakmanschap op een goede en efficiënte manier kunnen inzetten. Maar ondanks dat de sector moord en brand schreeuwt, tot de inspecties aan toe, is er helemaal niemand die leiderschap toont. Daarom gaan we nu zelf in oplopende stappen de werkdruk verlagen door werkzaamheden te verminderen”.

Werkonderbrekingen

De werkonderbrekingen starten op 10 oktober 2022 met het afschalen van de telefonische bereikbaarheid, de zogeheten bureaudiensten. Deze vinden alleen nog van 9 – 12 uur plaats. Vanaf 24 oktober vervalt de bureaudienst in zijn geheel. En vanaf 7 november wordt het aantal huisbezoeken fors teruggeschroefd. Crisisdiensten gaan wel altijd gewoon door. Ook blijven jeugdbeschermers hun lopende werkzaamheden uitvoeren. Na het Wetgevend Overleg Jeugd op 21 november 2022 beraden jeugdbeschermers zich weer op eventuele verdere stappen.

Jeugdbeschermers leggen werk neer, situatie is onhoudbaar, door Sander Wageman, FNV, 30 september 2022: www.fnv.nl

Noot
*) Caseload:  het aantal casussen dat medewerkers onder hun hoede hebben, is de norm voor werkbelasting. Een norm helpt om overzicht te houden.

U P D A T E

Na maanden van acties doorbraak over verlagen caseload jeugdbeschermers. Afspraken over snelle vermindering werkdruk, Sander Wageman, FNV, 21 maart 2023: www.fnv.nl

Stakingen jeugdbeschermers van start: ‘Het is elke dag schipperen’, NOS, 10 oktober 2022: https://nos.nl

De ambtenaar moet ook inzichten aandragen die de politiek leider onwelgevallig zijn

Volgens Hans Wilmink zijn ambtenaren toe aan een herijking van hun moreel kompas. Hij zet zich al jaren in voor de bevordering van ambtelijk vakmanschap. Voor het boek Het recht op ambtelijk vakmanschap schreef hij het hoofdstuk Voorbij de perverterende loyaliteiten, naar een recht op vakmanschap? dat 6 oktober 2022 officieel wordt gepresenteerd in Den Haag.
Als voorproef publiceerde Follow the Money op 4 oktober een verkorte en licht bewerkte versie van het hoofdstuk: Ambtenaren moeten stoppen hun minister uit de wind te houden. Wilmink, zelf ambtenaar geweest en nu met pensioen, formuleert vier ‘kernwaarden’ voor een opnieuw te kalibreren moreel kompas van de ambtelijke dienst,

Ambtenaren krijgen vaak het verwijt vooral bezig te zijn met het voorkomen van politieke krassen voor hun minister en zich te zeer te vereenzelvigen met de belangen van hun ministerie.
Die kritiek is niet onterecht. De Toeslagenaffaire toonde een Belastingdienst die fraude moest bestrijden, maar volledig doordraafde en de gezinslevens van tienduizenden ouders ruïneerde. De enkele ambtenaar die binnenshuis waarschuwde voor ‘laakbaar handelen’ – de jurist Sandra Palmen – werd genegeerd. Haar kritische memo verdween in de doofpot en werd door de ambtelijke top van de Belastingdienst weggehouden bij de verantwoordelijke staatssecretaris.

Deze en andere affaires hebben een flinke bres geslagen in het publieke vertrouwen. Maar Wilmink gelooft dat juist ambtenaren een belangrijke rol hebben bij het restaureren daarvan – als ze maar leren zich kritischer op te stellen in het spanningsveld tussen loyaliteit en verantwoordelijkheid.

Lees het hele artikel op Follow the Money: Ambtenaren moeten stoppen hun minister uit de wind te houden, door Hans Wilmink, 4 oktober 2022: www.ftm.nl/artikelen/voorpublicatie-het-recht-op-ambtelijk-vakmanschap
Gratis proefabonnement voor een maand.
Follow the money is een multimediaal platform voor financieel-economische onderzoeksjournalistiek.

Boekpresentatie ‘Het recht op ambtelijk vakmanschap’ op 6 oktober 2022, Blogs Beroepseer: https://beroepseer.nl/

Hans Wilmink is voortrekker van Stichting Beroepseer.

Hans Wilmink:
De rol van de ambtenaar in ons rechtsstatelijk bestel.
“De ambtenaar is een vakvrouw of vakman die een zekere onafhankelijkheid moet bewaren ten opzichte van de politiek én ten opzichte van de organisatie waarin hij of zij werkt. De spanningen die dat met zich meebrengt, komen uitvoerig aan de orde. Een recht op ambtelijk vakmanschap lijkt nodig om die spanningen verantwoord te kunnen hanteren”

 

Gesprek met Thijs Jansen over 4-voudig recht op ambtelijk vakmanschap en republikeins burgerschapsperspectief

Jellie van Baardewijk interviewt Thijs Jansen voor De Nieuwe Wereld TV naar aanleiding van de publicatie en officiële presentatie van het boek Het recht op ambtelijk vakmanschap op 6 oktober 2022. Jansen is een van de redactieleden en directeur van Stichting Beroepseer, uitgever van het boek.
Het boek beschrijft de uitkomsten van een verkennend onderzoek van Stichting Beroepseer naar ambtelijk vak­manschap, in opdracht van het Arbeidsmarkt­ en Opleidingsfonds Rijk en in samenwerking met de Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen. Aan het boek hebben meer dan twintig mensen meegewerkt: auteurs, geïnterviewden en redactieleden.
De kernvraag van het onderzoek was: Welke voorzieningen zijn er nodig om ambtelijk vakmanschap in de praktijk te ontwikkelen en te beschermen?

In het gesprek ging Thijs Jansen in op o.m. de relatie tussen macht en gezag, het belang van ambtelijk vakmanschap en de Nederlandse bestuurscultuur.

Over macht en gezag

Gezag is de zorgvuldige manier waarop je met macht omgaat. Als je zelf macht uitoefent en je hebt geen benul meer dat je dat doet, dan kom je niet eens meer aan gezag toe.
Vanuit de samenleving is er een enorme behoefte aan gezagdragers. Mensen die op een gezaghebbende manier zeggen: “Daar gaan we heen”. Of: “We gaan het zo doen, om die en die redenen en dat pakken we zo aan”. Het gaat om duidelijkheid over hoe je macht uitoefent, en waarom.
De beleving van macht is in Frankrijk en Duitsland bijvoorbeeld totaal anders dan in Nederland. In Frankrijk is machtsuitoefening vanuit een positie veel normaler. Het ambtenarenapparaat heeft het daar veel meer voor het zeggen en heeft daar ook veel meer status. In Nederland is het meewaaien met trends omdat er geen klasse is of beroepsgroep van ambtenaren die echt weten waar zij voor staan: “Zo moet het, zo doen wij dat”. Zo zouden wij het in Nederland ook kunnen.

Over het geheugen

We doen weinig aan geheugen opbouwen en trainen. Het is allemaal vrij vluchtig en hersenloos, zou je kunnen zeggen.
Waarom deden we dit ook alweer? Waarom hebben we de jeugdzorg naar de gemeente gebracht?  Je kan bijna voorspellen dat over een aantal jaren de jeugdzorg voor een deel óf weer naar provinciaal niveau óf naar rijksniveau gebracht wordt, want men is weer teleurgesteld en er zijn weer geen goede analyses gemaakt. In Nederland hebben we heel veel van dat soort hypes die ieder keer heen en weer gaan.
Bij de overheid is geen geheugen en de omloopsnelheid is gigantisch. Er zijn veel ambtenaren die zich bezig houden met zorg. Zij zitten dan een tijdje op het dossier van de apotheker, en dan gaan ze verder bij Landbouw, naar een ander ministerie om werkervaring op te doen. Er is geen institutioneel geheugen.

Kijken we naar het Integraal Zorgakkoord dat net is afgesloten (Er  is overigens veel kritiek op). We weten uit eerdere jaren dat zit soort zorgakkoorden niet goed werkt. De afspraken worden niet gehouden, ze leveren onvoldoende effecten op. Daarom wordt er weer een nieuw zorgakkoord afgesloten, en dat moest voor Prinsjesdag af zijn. Dan maken we weer opnieuw fouten. Men had allang kunnen leren van het verleden. Dat heeft ermee te maken dat men geen idee heeft hoe men het anders moet aanpakken. We hebben er niet over nagedacht. Men heeft er niet de tijd voor genomen en niet geleerd uit het verleden.

Je zou willen dat een overheid ondersteund wordt door een breed, goed geschoold team van ambtenaren met veel geheugen, die nadenken en weten: dit werkte niet. De volgende keer gaan we het op een andere manier doen.

Republikeins burgerschapsperspectief

Jansen pleit aan het eind van het interview voor een republikeins burgerschapsperspectief. Dat houdt o.m. in dat je van de burger ook mag vragen dat hij de samenleving mede vormgeeft en verantwoordelijkheid neemt.

In Nederland is burgerschap in veel opzichten: “Ja, ik ben een individu en ik wil gefaciliteerd worden. Maak mijn vrijheid zo groot mogelijk”. Bij het republikeinse perspectief gaat het erom dat de overheid er is om te voorkomen dat de burger te maken krijgt met willekeurige machtsuitoefening. Dat sluit niet uit dat de burger te maken heeft met machtsuitoefening, Gezag is niet-willekeurige machtsuitoefening. Er wordt door de overheid macht uitgeoefend en je bent als burger, als het goed is, via de democratische weg, daar ook bij betrokken.

Burgers zouden veel meer waarden mogen eisen van de overheid. Jansen vindt dat de overheid behoorlijk slecht functioneert. Burgers moeten veel meer van zich laten horen en minder accepteren. De liberale opvatting van “maak mijn vrijheid zo groot mogelijk” wordt gecombineerd met het klantperspectief van “erover zeuren dat de overheid niet doet wat jij wilt”.

We zijn een democratische rechtsstaat. Die maken we gezamenlijk. We moeten niet zeuren, maar kritisch zijn. Een goed idee is  meer burgerdenktanks. Ga zelf beleid ontwikkelen. Maak het de overheid ingewikkeld, daag haar uit en beconcurreer haar, zodat ze kwaliteit moet gaan leveren. Zo van: wij kunnen het beter dan die ambtenaren die daar zitten, want die doen het niet goed. Wij zeggen dat het op deze manier moet. Tegenwoordig kan dat. We hebben het recht gemeenten uit te dagen.
Republikeins wil zeggen: als burger begeef je je op het gebied van beleid en uitvoering. Je beconcurreert de overheid en je laat zien dat je het beter kunt. Het is dan aan de overheid om het beter te doen.

Jansen wordt aan het eind van het gesprek zichtbaar enthousiast. Dat komt, zegt hij, omdat hij het Republikeins burgerschapsperspectief een begaanbare en mooie weg vindt. Aan de andere kant is er een soort vrees dat we als samenleving een volstrekt verkeerde kan opgaan. We kunnen kiezen: Óf de activistische burger die de overheid gaat beconcurreren zodat deze veel beter wordt en haar best gaat doen. Óf we krijgen, en die trend is er ook, In Nederland de behoefte aan een autoritair leiderschap. En dat is precies het omgekeerde.

Boekpresentatie Het recht op ambtelijk vakmanschap: https://beroepseer.nl/

Hieronder videogesprek tussen Jelle van Baardewijk en Thijs Jansen.
Duur 65 min.

De Nieuwe Wereld TV is een platform dat mensen uit verschillende disciplines bij elkaar brengt om na te denken over grote veranderingen die op komst zijn door een combinatie van snelle technologische ontwikkelingen en globalisering. Het is een initiatief van filosoof Ad Verbrugge in samenwerking met anchors Jelle van Baardewijk, Marlies Dekkers en Thomas Bollen.

Zojuist opgericht ‘SPOON’: Samenwerking Passieve Openbaarmaking Overheidsinformatie Nederland

Tim Staal en Liset Hamming gaan zich met hun nieuwe expertisecentrum SPOON inzetten voor de versterking van de rechten van Wob-verzoekers*). Dat is hard nodig schrijft Staal:

“Al jaren lopen termijnoverschrijdingen steeds verder uit de hand, dwangsommen maken geen enkele indruk, de informatiehuishouding van de overheid is een puinhoop, de lakstift wordt veel te kwistig gehanteerd. De nieuwe Woo*) heeft daarin nog niks veranderd.
De kennis onder indieners van Wob-verzoeken is volstrekt versnipperd. Samen weten we heel veel, maar we houden dat te veel voor onszelf. Nu de Woo net is ingevoerd is dit het moment om kennis en krachten te bundelen. Die rol gaat SPOON vervullen.

SPOON staat voor Samenwerking Passieve Openbaarmaking Overheidsinformatie Nederland. ‘Passieve openbaarmaking’ is het ambtelijke woord voor het op verzoek openbaar maken van informatie. De afkorting staat voor onze ambitie het recht op openbaarmaking weer toegankelijk te maken.

Dat gaan we doen op drie manieren:

  1. wobben naar het digitale tijdperk brengen met de http://woo-knop.nl
  2. het verzamelen en laagdrempelig delen en uitwisselen van basiskennis en de fijne kneepjes
  3. op allerlei manieren het recht op openbaarheid versterken

De problemen zijn zo ernstig dat we alle mogelijkheden gaan inzetten: aanspreekpunt voor de media, beinvloeding van de besluitvorming in Den Haag, meedenken met bestuursorganen die het beter willen doen, naming and shaming, en last but not least strategische procedures

Dat we deze hoognodige strijd aan kunnen gaan is in grote mate te danken aan drie geweldige en moedige fondsen die ons hierin de komende jaren gaan ondersteunen: het Gieskes-Strijbis Fonds, Stichting Democratie en Media en Vereniging Veronica. Ook dank aan @VVOJ en @mySociety

Hoewel Liset Hamming en ik allebei uit de journalistiek komen, is SPOON er voor alle Wob-verzoekers. Of het nu gaat om verontruste burgers die de lokale democratie controleren, NGO’s die op hun terrein zicht proberen te krijgen op de besluitvorming, of onderzoeksjournalisten.

Wie de ontwikkelingen rond SPOON wil volgen kan zich op http://expertisecentrumspoon.nl inschrijven voor de nieuwsbrief.
En wie serieuze ideeen heeft over waar SPOON zich op moet richten en hoe dat aan te pakken, stuur me een DM. Niet voor niets staat de S in SPOON voor Samenwerking”.

Noot
*) De Wet open overheid (Woo) regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet. Het is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden

Expertisecentrum SPOON ging van start op 28 september 2022, op International Right to know day: https://expertisecentrumspoon.nl/

Twitter Tim Staal: https://twitter.com/StaalTim

Enquête CBS: Gevoelens van eenzaamheid toegenomen. Vooral bij jongeren

In 2021 voelde 11 procent van de Nederlanders van 15 jaar of ouder zich sterk eenzaam. Dat zijn er meer dan twee jaar eerder (9 procent). Alleenstaanden en alleenstaande ouders voelden zich het vaakst eenzaam. In 2021 gaven jongeren van 15 tot 25 jaar het vaakst aan zich sterk emotioneel eenzaam te voelen, in 2019 waren dat nog de 75-plussers. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), uit het onderzoek Sociale samenhang en welzijn.1)

In 2019 en 2021 zijn in deze enquête2) vragen gesteld over eenzaamheid. Aan bijna zeven duizend mensen van 15 jaar of ouder werden stellingen voorgelegd over het ervaren van leegte om zich heen, of zij mensen om zich heen missen, en of zij zich vaak in de steek gelaten voelen (emotionele eenzaamheid). Daarnaast werd gevraagd of zij mensen om zich heen hebben met wie zij zich verbonden voelen, die zij vertrouwen, en op wie zij in het geval van narigheid kunnen terugvallen. Het (deels) ontbreken van deze sociale steun kan een aanwijzing zijn voor sociale eenzaamheid. De algehele eenzaamheid is gebaseerd op de stellingen over zowel emotionele als sociale eenzaamheid.

Gevoel van eenzaamheid toegenomen

In 2021 voelde 11 procent van de Nederlanders van 15 jaar of ouder zich sterk eenzaam, 32 procent was enigszins eenzaam. In 2019 was dat achtereenvolgens 9 en 26 procent.

Alleenstaande ouders vaakst sterk eenzaam

In 2021 zijn, net als in 2019, alleenstaanden (16 procent) en alleenstaande ouders (19 procent) het vaakst sterk eenzaam. Kinderen die bij hun ouders wonen (ongeacht hun leeftijd) voelden zich vaker sterk eenzaam (12 procent, tegen 8 procent in 2019). Ook partners zonder kinderen zijn met vaker eenzaam dan twee jaar geleden (9 procent tegen 6 procent).

Jongeren vaker emotioneel eenzaam dan ouderen

Het percentage 15-plussers dat zich sterk emotioneel eenzaam voelde (een hechte band mist) nam tussen 2019 en 2021 toe van 8 naar 11 procent. Onder 15- tot 25-jarigen is dit aandeel met 14 procent het hoogst. Ook laat deze groep de sterkste toename zien ten opzichte van twee jaar eerder, toen 75-plussers nog het vaakst sterk emotioneel eenzaam waren.
Uit ander onderzoek van het CBS3) blijkt dat jongeren (18 tot 25 jaar) in 2020 het vaakst van alle leeftijdsgroepen aangaven dat zij zich tijdens de coronaperiode vaker eenzaam voelden dan daarvoor.

Toename sociale eenzaamheid

Ook de groep die zich sterk sociaal eenzaam voelde (behoefte heeft aan meer sociaal contact) is tussen 2019 en 2021 toegenomen, van 12 naar 14 procent. Sterke sociale eenzaamheid komt het vaakst voor onder 45- tot 55-jarigen (19 procent), maar ook 25- tot 45-jarigen gaven aan zich vaak sociaal eenzaam te voelen (15 procent). Onder 25- tot 35-jarigen steeg de ervaren sociale eenzaamheid in deze jaren het sterkst: van 10 naar 15 procent.

Data over eenzaamheid

In de Staat van Volksgezondheid en zorg4) is een kerncijfer opgenomen over eenzaamheid, gebaseerd op de Gezondheidsmonitor die eens in de vier jaar wordt gemaakt (laatste jaar: 2020). De cijfers in dit nieuwsbericht hebben betrekking op 2019 en 2021, en zijn gebaseerd op het onderzoek Sociale samenhang en welzijn. Ook hebben deze cijfers betrekking op een andere leeftijdsafbakening (15 jaar of ouder, in plaats van 18 jaar of ouder). De onderzoeksopzet en uitvoering van beide onderzoeken zijn niet geheel vergelijkbaar.

Noten
1) De cijfers in dit nieuwsbericht zijn gebaseerd op het onderzoek Sociale samenhang en welzijn van het CBS. www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/39/vooral-jongeren-emotioneel-eenzaam-in-2021/sociale-samenhang-en-welzijn

2) Eenzaamheid. Zie: www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/39/vooral-jongeren-emotioneel-eenzaam-in-2021/eenzaamheid
3) Impact corona op mentale gezondheid en leefstijl: www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/39/vooral-jongeren-emotioneel-eenzaam-in-2021/impact-corona-op-mentale-gezondheid-en-leefstijl
4) De Staat van Volksgezondheid en zorg: website met kerncijfers op het terrein van het Ministerie van VWS, gemaakt door acht samenwerkende organisaties waaronder het CBS. https://www.staatvenz.nl/kerncijfers/eenzaamheid

Vooral jongeren emotioneel eenzaam in 2021, CBS, 29 september 2022: www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/39/vooral-jongeren-emotioneel-eenzaam-in-2021

U P D A T E

Grootste onderzoek ooit ten behoeve van Europese jongeren met mentale gezondheidsproblemen van start, Universiteit Maastricht (UM), 10 oktober 2022: www.maastrichtuniversity.nl
Universiteit Maastricht coördineert studie naar genetische en omgevingsfactoren van geestelijke gezondheid bij jongeren. Hoogleraar Bart Rutten coördineert de studie die wordt gesubsidieerd door de Europese Unie.

 

Afbeelding bovenaan: Tabel Sterke emotionele eenzaamheid 2019 en 2021 uit enquête Impact corona op mentale gezondheid en leefstijl

Promotie Erik-Jan van Dorp: Het vakmanschap van topambtenaren

Op vrijdag 30 september 2022  verdedigt Erik-Jan van Dorp zijn proefschrift Topambtelijk vakmanschap. Hoe beoefenen topambtenaren hun ‘vak’? Voor zijn proefschrift bestudeerde Erik-Jan van Dorp hen van dichtbij. Op basis van langdurige observaties van topambtenaren, interviews en meerjarige data laat hij op een unieke manier van binnenuit zien wat de dagelijkse praktijk van Nederlandse topambtenaren is. Hoe zij ministers adviseren, leidinggeven en jongleren met allerlei belangen. Van Dorp brengt de dagelijkse praktijk van het vak van topambtenaren tot leven. Bovendien doet hij belangrijke observaties over de uitdagingen van het vak – voor nu en in de toekomst.

Zo zeggen topambtenaren bijvoorbeeld al heel lang dat zij willen samenwerken met burgers, medeoverheden en andere belanghebbenden in de samenleving, maar keer op keer legt de urgentie daarvan het af tegen het belang dat zij hechten aan de eigen organisatie en aan de advisering van de minister.

De schijn van partijpolitieke benoemingen

Welke ambtenaar wordt topambtenaar? Erik-Jan van Dorp onderzocht de loopbaan van topambtenaren en ontdekte dat Secretarissen-Generaal, de hoogste functionarissen, in de afgelopen twintig jaar bovengemiddeld vaak partijpolitiek actief zijn geweest binnen de centrumpartijen en bovengemiddeld vaak op het Torentje (Ministerie van Algemene Zaken) hebben gewerkt, ten opzichte van hen die géén SG werden. Hoe zorgvuldig de procedures ook zijn ingericht zijn, de uitkomst ervan is opvallend, zeker ook in het licht van de discussies over de Algemene Bestuursdienst.

Topambtenaren politiseren zichzelf: spanning tussen beleid en uitvoering

Zogenaamde ‘functionele politisering’ is overal waarneembaar. Dat is geen opgelegde wetmatigheid vanuit de minister, stelt Van Dorp. Op basis van vele honderden uren observaties, concludeert hij dat topambtenaren dit feitelijk zelf doen. De uitspraak “de minister wil het” is regelmatig het einde van het gesprek onder ambtenaren – daar is vrijwel geen weerwoord tegen bestand. Dit levert zichtbaar spanningen op tussen Beleid, Uitvoering en Toezicht.

Buiten is belangrijk, maar binnen is urgenter

Overheidsambtenaren die opgavegericht willen werken voor de samenleving, willen graag met anderen samenwerken (burgers, buurgemeenten, medeoverheden en allerlei belanghebbenden) en noemen dat ‘buiten’ willen werken. Je zou dan ook verwachten dat dat zich vertaalt naar de aandachts- en aanwezigheidsverdeling van topambtenaren. Zij zeggen grofweg een derde van hun tijd aan ‘boven’ te willen besteden (de minister), een derde aan ‘beneden’ of ‘binnen’ (het managen van de eigen organisatie) en een derde aan ‘buiten’ (werkbezoeken, samenwerkingsoverleg etc.).

Hun agenda’s leverden Van Dorp echter de ontnuchterende observatie op dat dat zij in de praktijk vooral ‘binnen’ blijven. De wil is er wel, maar alles van ‘binnen’ en van ‘boven’ lijkt urgenter. En dan legt het belangrijke het af tegen het urgente. Ze blijken gevangen door hun agenda.

Temmen van chaos

Volgens Van Dorp betekent het vakmanschap van topambtenaren in de praktijk concreet het laveren tussen drie uitdagingen.

Ten eerste bestaat hun werk uit dienen én beïnvloeden. Zij zijn invloedrijk als adviseurs, en willen de minister dienen maar zijn nooit zelf ‘de baas.’ Toch hebben ze (vergaande) invloed.

Ten tweede: er komt heel veel op hen af, en zij moeten de keuze maken wat daaruit echt belangrijk is; welke zaken ‘naar boven’ gaan (naar de minister, de politieke besluitvorming) en welke niet. Hun vakmanschap is gebaat bij het temmen van deze chaos.

Ten derde: topambtenaren willen graag hun privacy behouden in een tijd van toenemende openbaarheid. Door de wet openbare overheid kunnen bijvoorbeeld allerlei documenten opgevraagd, gepubliceerd en door iedereen geïnterpreteerd worden – waardoor zij net zo beoordeeld, bekritiseerd (en bedreigd) kunnen worden als politici.

De promotie vindt plaats op vrijdag 30 september 2022 in het Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht en is online te volgen: www.uu.nl/agenda/promotie-het-vakmanschap-van-topambtenaren (promotiepagina niet meer beschikbaar)

Het vakmanschap van topambtenaren, Universiteit Utrecht: : www.uu.nl/nieuws/het-vakmanschap-van-topambtenaren

Erik-Jan van Dorp, MSc is universitair docent en als promovendus verbonden aan het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO). : www.uu.nl/medewerkers/GHvanDorp

Downloaden proefschrift Senior Civil Servants’ Craftwork.  An up-close and personal narrative on the heart of Dutch government, door Erik-Jan van Dorp, 2022: http://seniorcivilservants.com/wp-content/uploads/2022/09/Van-Dorp-PhD-Thesis.pdf

http://seniorcivilservants.com/

U P D A T E

Eén ding is heilig voor de topambtenaar: de agenda, door Martijn Delaere, Binnenlands Bestuur, 15 oktober 2022: www.binnenlandsbestuur.nl/carriere/topambtenaren-houden-niet-van-verrassingen

 

Jasper J. van Dijk adviseert in De Hofvijver: ‘Kabinet moet laten zien wat er te kiezen valt, ook als het om stikstof gaat’

Elk jaar analyseert het Montesquieu1) Instituut de Troonrede. De analyse wordt gepubliceerd in de maandelijkse nieuwsbrief De Hofvijver en is dit jaar getiteld: Troonrede 2022: financiële pleisters zonder veel visie, door Dr. Gerard Breeman en Prof. dr. Arco Timmermans. In dezelfde aflevering van De Hofvijver van 26 september 2022 staat ook  een artikel van Jasper J. van Dijk, econoom bij Instituut voor Publieke Economie2). Hij schrijft dat het Kabinet moet laten zien wat er te kiezen valt, ook als het om stikstof gaat:

“Bij de aanpak van de stikstofcrisis heeft Rutte IV twee opties: kiezen, of niet kiezen. Of het onteigent alleen de vijfduizend meest vervuilende boeren, of het verspreidt de ellende over alle 30 duizend betrokken boeren. Het ministerie van Financiën heeft deze twee opties naast elkaar gelegd. De gerichte aanpak zou slechts € 10 mld. kosten, terwijl het gekozen alternatief wordt geraamd op € 34 mld.

Het is jammer dat de analyse van Financiën pas naar buiten kwam toen er door iemand naar het NRC werd gelekt en er vervolgens expliciet door de Kamer om werd verzocht. Het is waardevol dat ministeries elkaar scherp houden door ook over de voornemens van andere departementen te adviseren. Het is nodig dat mensen weten dat er wat te kiezen valt. Zo had de regering ook onnodige maatschappelijke onrust rondom het stikstofdossier kunnen voorkomen.

Gebrek aan onderbouwing

Stelt u zich voor dat de regering de ambtelijke data-analyse van Financiën al had gedeeld en benut bij het nemen en communiceren van haar besluit. De regering had voor de verschillende scenario’s een helder inzicht kunnen geven in de argumenten voor en tegen. Op basis hiervan had de regering kunnen onderbouwen dat de gestelde doelen het beste worden bereikt met het voorkeursscenario (van de uitkoop van die vijfduizend boeren). Dit had de kwaliteit van het besluit en het draagvlak hiervoor kunnen vergroten. Bovendien maakt deze transparantie het besluit minder kwetsbaar voor relletjes vanwege gelekte stukken of verzoeken om openbaarmaking

Het gebrek aan onderbouwing speelt niet alleen op het stikstofdossier, maar op vrijwel elk beleidsterrein”.

Lees het hele artikel Kabinet moet laten zien wat er te kiezen valt, ook als het om stikstof gaat, door Jasper J. van Dijk, De Hofvijver, Montesquieu Instituut, 26 september 2022: www.montesquieu-instituut.nl

—————————-

Noten
1) Het Montesquieu Instituut is een kenniscentrum voor parlementaire democratie, en begeeft zich op het snijvlak van democratie, politiek en parlementaire besluitvorming in Nederland en de Europese Unie. www.montesquieu-instituut.nl
2) Het Instituut voor Publieke Economie legt complexe economische onderwerpen uit, draagt nieuwe ideeën aan, en vertegenwoordigt het algemene belang als deelbelangen de overhand nemen. www.instituut-pe.nl/

 

Nationale cursus AI & Ethiek

Op 20 september 2022 is de Nationale cursus AI & Ethiek gelanceerd. Tijdens een feestelijke bijeenkomst in Science Park in Amsterdam drukten dr. Sennay Ghebreab, Mieke van Heesewijk en Quirine Eijkman gezamenlijk op een rode knop waarmee de online cursus nu voor iedereen gratis toegankelijk is.
Ghebreab is oprichter en directeur van het Civic AI Lab, lid van het Innovation Center for Artificial Intelligence (ICAI) en universitair hoofddocent Sociale kunstmatige intelligentiesystemen aan de Universiteit van Amsterdam. Mieke van Heesewijk is onderdirecteur van het SIDN fonds dat “bijdraagt aan een sterk internet” alsmede bestuurslid van de internationale Internet Society en bestuursvoorzitter van  het Nederlandse klokkenluidersplatform Publeaks. Quirine Eijkman is vice-voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens.

De gratis online cursus is een inhoudelijk vervolg op de populaire Nationale AI-Cursus uit 2018 waaraan inmiddels meer dan 300.000 mensen hebben meegedaan. In die cursus stond vooral de technologie centraal, maar cursisten lieten in de evaluaties weten vooral nieuwe vragen te hebben. Die vragen gingen over de vrees dat algoritmen kunnen discrimineren of dat consumenten de dupe zouden worden van hun eigen data.

Initiatiefnemer Jim Stolze:

“Nauwelijks bekomen van de toeslagenaffaire en grove privacyschendingen door techbedrijven is het hoog tijd dat iedereen in Nederland snapt hoe AI werkt en welke ethische dilemma’s om de hoek komen kijken als data en algoritmen worden ingezet”.

Dilemma’s

In de verschillende hoofdstukken wordt de cursist geconfronteerd met dilemma’s waarbij een knoop doorgehakt moet worden. Later is ook inzichtelijk hoe andere cursisten daarover dachten. De lesstof bestaat verder uit een afwisseling van video’s, teksten, animaties en illustraties.
De cursus bestaat uit negen hoofdstukken waarin experts de rol van docent op zich nemen

De volgende vragen worden daarbij behandeld:

  • Dr. Katleen Gabriels: Wat is ethiek?
  • Mieke van Heesewijk: Het internet is nog niet kapot
  • Prof. José van Dijck: Het probleem van Facebook
  • Dr. Sennay Ghebreab: Kunstmatige ongelijkheid
  • Sander Duivestein: Deep fakes en desinformatie
  • Prof. Jeroen van den Hoven: Ethiek op de tekentafel
  • Quirine Eijkman: Solliciteren bij een robot
  • Mr. Dr. Reijer Passchier: AI en de democratie
  • Merel Koning: Je hebt wél wat te verbergen!

Gratis

De AI & Ethiek-cursus is voor deelnemers gratis te volgen, dankzij financiële steun van het kenniscentrum ICAI, het SIDN fonds en een subsidie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Meer info AI en Ethiek: www.ai-cursus.nl/nieuws/ai-en-ethiek/
en
https://ethiek.ai-cursus.nl/home

SIDN fonds: www.sidnfonds.nl/wat-we-doen

Innovation Center for Artificial Intelligence (ICAI): https://icai.ai/

College voor de Rechten van de mens: www.mensenrechten.nl/

Lees ook Vrijwel alle werkgevers gebruiken algoritmes voor sollicitaties, bewustzijn risico op discriminatie en uitsluiting laag, College voor de Rechten van de mens, 31 augustus: www.mensenrechten.nl

Onderwijsraad roept op mee te denken met advies over Europa en onderwijs

De Onderwijsraad denkt op dit moment na over de betekenis van Europa voor het onderwijs en vraagt anderen mee te denken en advies te geven. Het Europees beleid dat van invloed is op het Nederlandse onderwijs raakt aan steeds meer onderwijssectoren en reikt soms tot in de klas, praktijklokaal of collegezaal.

Met de invoering van de zogenaamde Europese onderwijsruimte door de Europese Commissie is de samenwerking tussen EU-lidstaten verstevigd. Deels gaat dat via EU-regelgeving op het gebied van onderwijs en aanverwante beleidsterreinen zoals de arbeidsmarkt. Een ander deel gaat meer impliciet via zachte vormen van sturing zoals samenwerking en afstemming (Open Method Coordination). Ook de toenemende Europese samenwerking op andere terreinen zoals zorg, klimaat en digitalisering heeft gevolgen voor het Nederlandse onderwijs.

Advies

Vanaf 2023 dient zich een aantal mijlpalen aan die bepalend zijn voor de vorm en de inhoud van het Europese onderwijsbeleid. Zo wordt de Europese onderwijsruimte geëvalueerd en vindt een herijking van de doelstellingen plaats. Daarnaast wordt in 2027 gestart met een nieuw Erasmus+ programma. En in 2029 is Nederland voorzitter van de Europese Unie.

In het licht van bovenstaande ontwikkelingen denkt de Onderwijsraad uit eigen beweging na over de betekenis van Europa voor het Nederlandse onderwijs.

Het advies verschijnt naar verwachting in het voorjaar van 2023.

Denk mee, tot 1 november 2022

De Onderwijsraad is benieuwd naar voorbeelden, analyses en suggesties. Die informatie wordt gebruikt om tot een afgewogen advies te komen.
Meer info op Onderwijsraad: www.onderwijsraad.nl/actueel/nieuws/2022/09/21/denk-mee-over-europa-en-onderwijs

Reageren is mogelijk tot 1 november 2022.

 

Illustratie bovenaan is van The digital artist