Skip to main content

Redactie Beroepseer

Podcast over kindertoeslagaffaire en het bewust duperen van ouders door Belastingdienst

De toeslagaffaire bereikte zijn hoogtepunt tijdens het debat in de Tweede Kamer op 4 december 2019. Hoewel staatssecretaris Snel van Financiën mag aanblijven – hij overleefde de motie van wantrouwen – zijn we nog niet aan het einde gekomen van de toeslagaffaire die nu al anderhalf jaar de gemoederen bezig houdt.
Snel was ter verantwoording geroepen voor de manier waarop de Belastingdienst jarenlang honderden, misschien wel duizenden – precies aantal wordt onderzocht – gezinnen in diepe financiële problemen heeft gebracht door onrechtmatig kinderopvangtoeslag stop te zetten en terug te vorderen. Het debat in de Tweede Kamer werd bijgewoond door tientallen ouders. De uitdrukking op hun gezicht sprak boekdelen, zoals we op foto’s en in video’s kunnen zien.
De zaak die de toeslagenaffaire aan het rollen kreeg begon in 2017 en draaide om een Eindhovens gastouderbureau. Bij dat bureau werden driehonderd ouders slachtoffer. Snel heeft altijd gezegd “geen externe signalen” te hebben ontvangen dat ook in andere, vergelijkbare zaken fouten zijn gemaakt.

Een commissie onder leiding van oud-minister Piet Hein Donner concludeerde medio november 2019 dat er sprake was van ‘institutionele vooringenomenheid’. Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen vond dat de overheid een machine is geworden.
Er komt nog een eindrapport van de commissie- Donner en een intern bureau gaat uitzoeken vanaf welke datum de ambtelijke en politieke top op de hoogte was van het onrechtmatig handelen.
Twee onderzoekers van buiten de Belastingdienst bekijken of ambtenaren ambtsmisdrijven hebben gepleegd door ouders willens en wetens schade toe te brengen.

De kindertoeslagaffaire haarfijn uit de doeken gedaan

Degenen die de zaak in het openbaar aan het rollen kreeg zijn twee journalisten, Pieter Klein van RTL Nieuws en Jan Kleinnijenhuis van dagblad Trouw. Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt probeert al twee jaar lang alle feiten boven tafel te krijgen. De SP presenteerde in augustus 2019 het zwartboek Meldpunt stopgezette kinderopvangtoeslag.

Op platform Dag en Nacht – “voor Nederlandse podcasts” – is een podcast te beluisteren over de kindertoeslagaffaire. In de aflevering De kindertoeslagaffaire: hoe de Belastingdienst willens en wetens duizenden ouders dupeerde, doen Pieter Klein en Jan Kleinnijenhuis haarfijn uit de doeken hoe ze steeds scherper in het vizier kregen dat de Belastingdienst fout handelde. Politiek journalist Jaap Jansen leidt het gesprek. Jurgen de Vries van de Bond voor Belastingbetalers neemt eveneens deel aan het gesprek.

Podcast De kindertoeslagaffaire duurt ruim een uur. Ga voor beluisteren naar:
https://podcasts.apple.com/nl/podcast/68-kindertoeslagaffaire-hoe-belastingdienst-willens/id1434702387?i=1000458460432

Betrouwbare bronnen: https://art19.com/shows/betrouwbare-bronnen



“Die mensen hebben jarenlang moeten procederen. Ze zijn gewoon verneukt door de Belastingdienst. Ook als het gaat om bewijsmateriaal, tot aan de Raad van State toe”, zegt Pieter Klein.
“De Staat loog in procedures tegen burgers. Veel gekker kun je het niet hebben”.


Jurgen de Vries van de Bond voor Belastingbetalers meent dat deze affaire laat zien dat het met de rechten van de burger als belastingbetaler of toeslagontvanger beroerd gesteld is. In Nederland wordt bijna net zo vaak tegen de Belastingdienst geprocedeerd als in de hele Verenigde Staten bij elkaar, vertelt hij. ‘Het systeem is hier zó slecht ingericht, dat mensen geen andere weg meer zien dan te gaan procederen.’

Film Sorry we missed you, Ken Loach

Sorry we missed you, aangrijpende, actuele film van Ken Loach

Sorry we missed you, de nieuwe film van regisseur Ken Loach draait nog tot medio december 2019 in de Nederlandse bioscopen. Loach maakte eerder de film I, Daniel Blake en ook dit keer krijgen we de gelegenheid getuige te zijn van de rauwe werkelijkheid waarmee een deel van de mensheid wordt geconfronteerd. Deze film is een aanklacht, of noem het een ijzersterk, aangrijpend manifest zoals de Volkskrant het uitdrukte.

We krijgen te zien hoe hoofdpersoon Ricky Turner met zijn vrouw Abby en hun twee kinderen, de 15 jarige zoon Seb en de 11-jarige dochter Liza, proberen rond te komen. Ricky is zijn baan in de bouw kwijtgeraakt vanwege de economische crisis en besluit te gaan werken bij een groot distributiecentrum als pakketbezorger. Daar is hij ‘eigen baas’ zoals hem wordt uitgelegd door  manager Maloney, hij is niet in dienst van het bedrijf. Hoopvol begint Ricky aan zijn nieuwe baan.

Het proces van pakketten bezorgen blijkt te verlopen via dichtgetimmerde, onwrikbare protocollen. Alles en iedereen moet de regels volgen – dient eigenlijk als brandstof voor de regels – zonder enige uitzondering. Met onverwachte gebeurtenissen wordt nooit rekening gehouden. Alle bewegingen en verplaatsingen worden tot op de seconde gecontroleerd. Als eigen baas pakketten bezorgen, blijkt niet meer dan een slavenbestaan met een heuse slavendrijver.

Het duurt niet lang voordat de hoopvolle stemming in het gezin omslaat. De werkdruk is hoog en Ricky raakt verstrikt in het web van regels. Er blijft geen tijd over voor een normaal gezinsleven. Het wordt al gauw duidelijk dat een betere toekomst er niet in zit.

Op een gegeven moment roept Ricky wanhopig uit: “Wat doen we elkaar aan?“ Het zou de hamvraag van de tegenwoordige tijd kunnen zijn. Waarom drijven we elkaar de vernieling in?

Het gezin Turner is een sympathiek gezin wonend in Newcastle. Abby werkt in de thuiszorg. Ze is toegewijd en bekwaam en geeft om haar mensen. Ricky is betrokken, neemt zijn werk serieus en verlangt naar een fatsoenlijk inkomen. De kinderen mankeren niets, zijn intelligent en levendig. Zoonlief blijkt heel goed door te hebben waarin de wereld om hem heen tekort schiet.
We komen in de film in aanraking met een keiharde managersfilosofie, waarin geen greintje menselijkheid bewaard is gebleven. Daarvoor zorgen flexwerk, de gig- en platform-economie, onderbetaling en het wegvallen van zekerheden. De mens gereduceerd tot een stuk gereedschap.

Let in de film op de monoloog van ‘baas’ Maloney. Zo bevlogen en toegewijd als hij spreekt. Je kunt het moeilijk oneens met hem zijn. Hij klinkt zo logisch. En dat is nu juist het probleem. Er ontbreekt iets wezenlijks en dat is menselijkheid.

In een interview zei Loach dat hij hoopt dat het publiek zich verscheurd voelt bij het zien van zijn film. De kans is klein dat dat niet gebeurt. Deze film stemt niet vrolijk, maar we kijken wel naar de werkelijkheid van onze maatschappij die wij zelf vormgeven.

Duur van de film: 100 min.
Bioscoopagenda: Sorry we missed you: www.biosagenda.nl/film_sorry-we-missed-you_34455.html

Over de televisieserie De twaa;f

Het echte verhaal over de nieuwe slavernij

De tiendelige misdaadserie De twaalf op de Belgische televisie schijnt bij kijkers herinneringen op te roepen. De twaalf is elke zondagavond te zien op de Vlaamse zender Eén. Kern van de serie zijn twaalf gewone burgers die zijn belast met een zware taak: ze zijn opgeroepen als volksjury in een veelbesproken moordzaak en moeten beslissen over het lot van een 46-jarige vrouw. De zaak draait om de keurige en gerespecteerde schooldirectrice Frie Palmers die wordt beschuldigd van een dubbele moord – hoe onwaarschijnlijk dit ook mag klinken – op haar beste vriendin Brechtje achttien jaar geleden en recent op haar eigen dochtertje Roos. In tien afleveringen worden de juryleden gevolgd. De regisseur en scenarioschrijvers over de serie: “Het is aan de kijker om te ontdekken wat er echt is gebeurd”.

Het proces blijkt niet alleen bepalend voor het lot van Frie Palmers, ook het leven van de juryleden krijgt een geheel nieuwe wending. Een van de juryleden is Joeri Cornille, een bouwondernemer die samen met zijn broer illegale bouwvakkers tewerkstelt en daar grof geld mee verdient. Wanneer zo’n zwartwerker van een stelling valt, dumpen de broers de zwaargewonde man aan een bushokje – met dodelijk gevolg.

De serie won op het Cannes International Series Festival – Canneséries –  van 2019 de prijs voor beste scenario; Australië, Nieuw-Zeeland, Spanje en Frankrijk hebben de rechten al gekocht. De eerste aflevering van de serie werd uitgezonden op 3 november 2019. Inmiddels wordt de serie door ruim een miljoen kijkers gevolgd.

Van tv-serie naar werkelijkheid

Dagblad De Morgen publiceerde een artikel van Annemie Bulté met onthullende feiten over de manier waarop arbeiders in België worden behandeld.
“Toen ik het verhaal van het arbeidsongeval in De twaalf zag, moest ik onmiddellijk denken aan een soortgelijk voorval dat zich in 2017 in Gent heeft afgespeeld”, vertelt Kris V., sociaal inspecteur bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ):
“Twee arbeiders werden na een ongeluk in de bakkerij waar ze clandestien werkten, gedumpt op de parking van een warenhuis. Ze waren bevangen door CO-gassen en in levensgevaar. Hun baas had de mannen vroeg in de ochtend buiten bewustzijn op de vloer van de bakkerij gevonden, de ene met schuim op zijn lippen, en had hen naar de parking versleept. Hij belde de hulpdiensten niet, want hij wilde vermijden dat de twee slachtoffers aan zijn bakkerij gelinkt konden worden. Een toevallige klant van de bakkerij deed dat gelukkig wel.”

Ook voor collega-inspecteur Eddy Van Herreweghe riepen de beelden van De twaalf herinneringen op: “Ik moest meteen terugdenken aan het verhaal van een illegale bouwvakker uit Moldavië die door zijn baas voor dood werd achtergelaten op straat, nadat hij op een bouwwerf in Anderlecht van een stelling was gevallen. Hij was zwaargewond, maar de aannemer wilde geen ziekenwagen bellen. Hij gooide de man in zijn bestelwagen en reed naar Aalst, waar hij hem in een doodlopend straatje dumpte. De aannemer keerde daarna terug naar zijn werf, haalde de beschadigde kraan weg en liet een nieuwe asfaltlaag gieten, om de bloedresten van de Moldaviër te doen verdwijnen. Hij dacht dat de bouwvakker intussen dood was, maar die overleefde het voorval nipt omdat hij gevonden werd door een toevallige voorbijgangster. Die man zit nu wel voor de rest van zijn leven in een rolstoel”.

Ze bouwen de huizen waarin wij wonen

In het artikel wordt gerefereerd naar het jaarverslag Mensenhandel en mensensmokkel 2019: slagkracht voor slachtoffers dat veel aandacht besteedt “aan het onzichtbare slavenleger van duizenden metselaars, lassers, elektriciens, vrachtwagenchauffeurs, bakkers, koeriers, afwassers en fruitplukkers. Ze bouwen de huizen waar wij in wonen, slachten de kippen die op ons bord komen, wassen onze auto’s en bezorgen de kranten die we ’s ochtends in onze bus vinden. Ze slapen in beschimmelde krotten, werken in ongezonde en onveilige omstandigheden, en ze worden door niemand beschermd. Soms loopt dat verkeerd af: een bakkersgast raakt zijn hand kwijt in een kneedmachine, een lasser moet zonder veiligheidsbril werken en krijgt metaal in de ogen, een metselaar valt van een slecht geplaatste stelling…”

Kris V.: “En dan blijkt plots dat hun werkgever geen ongevallenverzekering heeft afgesloten of sociale bijdragen heeft betaald. Dan moet de gewonde arbeider de volle pot betalen: een paar duizend euro voor een ziekenhuisverblijf”.

Nieuwe slavernij in ‘De twaalf’, het echte verhaal: hoe arbeiders in België als beesten worden behandeld, door Annemie Bulté, De Morgen, 2 december 2019: www.demorgen.be/nieuws/nieuwe-slavernij-in-de-twaalf-het-echte-verhaal-hoe-arbeiders-in-belgie-als-beesten-worden-behandeld~b9001cea/

Omslag jaarverslag Mensenhandel en mensensmokkel
Jaarverslag Mensenhandel en mensensmokkel 2019: slagkracht voor slachtoffers, Myria, 22 november 2019: www.myria.be

Nationaal debat Klem op de werkvloer bij Omroep MAX

Nationaal debat bij Omroep MAX: Klem op de werkvloer

Op maandagavond 2  december 2019 is er op televisie het Nationaal Debat: Klem op de werkvloer dat gaat over de frustrerende invloed van regels, productie-targets, protocollen, managers en zware werkdruk op het dagelijks werkplezier van werknemers. In deze ‘hete herfst’ komen allerlei beroepsgroepen, van boeren en bouwvakkers, tot leerkrachten en verpleegkundigen, in opstand. De onvrede leeft al langer en veel breder, want ook veel agenten, rechters, buschauffeurs, fysiotherapeuten, psychiaters en verzorgenden voelen zich klem gezet op de werkvloer.

Aanleiding tot het debat is een breed onderzoek onder werkenden door Omroep MAX in samenwerking met vakbond FNV. Aan het onderzoek hebben 800 werkenden in uiteenlopende beroepen meegedaan, van ambtenaren en docenten tot verzorgenden in de thuiszorg, van luchthavenbeveiligers tot hoveniers en huismeesters.

Ongenoegen is groot

Het ongenoegen op de werkvloer anno 2019 blijkt groot. Zo zegt bijna twee derde (64 procent) slechts heel af en toe tot nooit met plezier naar zijn of haar werk te gaan. In belangrijke mate komt dat door de druk van allerlei regels, bureaucratie en productie-targets. Die druk is volgens negen op de 10 werkenden (89 procent) de voorbije jaren toegenomen of zelfs sterk toegenomen.
Een grote frustratie onder werkenden is het gebrek aan vertrouwen en waardering. Zo stelt bijna 4 op de 5 (79 procent) zelden tot nooit waardering van hun leidinggevenden te ervaren. Door de overheid voelt zelfs meer dan negen op de tien (92 procent) zich zelden tot nooit gewaardeerd. Ook voelt twee derde (68 procent) zich als professional slechts af en toe tot nooit serieus genomen.

Opjaagcultuur

FNV-vicevoorzitter Kitty Jong: “Dit zijn behoorlijk schokkende cijfers. Mensen voelen zich te weinig gewaardeerd, ook in loon, terwijl het goed gaat in Nederland. De werkdruk rijst de pan uit. Privatisering, bijvoorbeeld in de zorg, zorgt voor enorme regeldruk. In aanbestedingen worden personeelskosten gezien als gemakkelijke ‘knop’ waaraan gedraaid kan worden, dat pakt negatief uit voor werknemers. En concurrentie tussen bedrijven leidt tot een opjaagcultuur, al helemaal voor mensen die een onzeker contract hebben.”

Ook managers zitten klem, blijkt uit het onderzoek.

Lees verder over het onderzoek: Onderzoek MAX/FNV: te veel regels en targets, te weinig vertrouwen en waardering, Max Vandaag, 2 december 2019: https://www.maxvandaag.nl

Nationaal Debat: Klem op de werkvloer: maandag 2 december 2019 om 20.25 uur op NPO 2, gepresenteerd door Elles de Bruin en Cees Grimbergen: www.maxvandaag.nl/programmas/tv/nationaal-debat-klem-op-de-werkvloer/

Downloaden rapport Klem op de werkvloer, FNV: https://www.fnv.nl/getmedia/4e35f5c3-af5d-4a47-ae51-a0c1e12905b9/Klem-op-de-werkvloer-29-11-19-rapport.pdf

Petitie gestart door fysiotherapeuten voor behoud vrije artsenkeuze

Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Gezondheid en Sport (VWS) bereidt momenteel het nieuwe Wetsvoorstel bevorderen contracteren voor. In een Kamerbrief van 25 oktober bericht hij dat dit voorstel

“in lijn is met de afspraken uit het hoofdlijnenakkoord wijkverpleging. In dit hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat het streven is om in 2019 een daling van de niet-gecontracteerde zorg te realiseren ten opzichte van ijkjaar 2017 (7,4%), met inachtneming van de ontwikkeling van de tussenliggende jaren. Daarin is afgesproken dat als het aandeel niet-gecontracteerde zorg ondanks de inspanningen niet daalt, na een gezamenlijke analyse van aard en oorzaak verdergaande (gerichte) aanpassingen in wet- en regelgeving noodzakelijk zijn om het onderscheid tussen de vergoeding van niet-gecontracteerde versus gecontracteerde zorg te verhelderen dan wel te versterken. De wetswijziging biedt de mogelijkheid om voor bepaalde (deel-) sectoren de hoogte van de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg in (nadere) regelgeving vast te leggen en deze dus niet langer over te laten aan verzekeraars en de daarover ontstane jurisprudentie. Het wetsvoorstel zal naar verwachting nog dit jaar aan u worden aangeboden”.

De vrije artsenkeuze dreigt hiermee te worden ingeperkt. Als het voorstel wet wordt kan de patiënt niet meer naar zijn vertrouwde zorgaanbieder.

Het huidige hinderpaalcriterium zorgt ervoor dat patiënten die niet-gecontracteerde zorg afnemen ongeveer 75% vergoeding krijgen. Bij het aankomende wetsvoorstel kan die vergoeding lager worden.
Nu kan men dus nog zelf bepalen door welke arts of zorgaanbieder men zich wil laten behandelen. Afhankelijk van de zorgverzekering wordt de rekening volledig of gedeeltelijk vergoed. Bij een restitutiepolis betekent dat vaak een volledige vergoeding. In het geval van een naturapolis is dit gemiddeld 75 procent. Bepaalde verzekeraars werken met 65 of 70 procent.

Petitie

De Vereniging Fysiotherapie & Wetenschap is de petitie Behoud vrije artsenkeuze gestart op 26 november 2019. Binnen vijf dagen zijn er al 2500 handtekeningen verzameld.
Deze petitie is ten behoeve van patiënten om regie over eigen zorg te behouden en zorgverleners om niet gedwongen de contracten van zorgverzekeraars te tekenen.

Ga voor tekenen van de petitie naar: Fysiotherapie en wetenschap: www.fysiotherapiewetenschap.com/form/?url=petitie-behoud-vrijeartsenkeuze (Niet meer beschikbaar. Zie: www.fysiotherapiewetenschap.com/nieuws/228/handen-ineenslaan-voor-behoud-van-vrijezorgkeuze)

Brief aan Raad van State

Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze (SHVA) heeft een brief gestuurd aan de Raad van State: “Door dit wetsvoorstel goed te keuren, geeft u de zorgverzekeraars de macht om de tarieven van niet-gecontracteerde zorgverleners tot bijvoorbeeld 50 procent te verlagen”. De stichting ziet mogelijk een einde komen aan het hinderpaalcriterium, en dus van de vrije zorgkeuze, voor in elk geval bepaalde zorgsectoren.

Het wetsvoorstel, alsmede het advies van de Raad van State, wordt voor het einde van 2019 aan de Tweede Kamer gestuurd. De inhoud van het voorstel en het advies zijn nog niet bekend.

Medio december 2017 is de Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze met steun van ruim 35 klinieken een bodemprocedure gestart tegen twee zorgverzekeraars met als inzet het behoud van de vrije artsenkeuze van patiënten als bedoeld in artikel 13 van de Zorgverzekeringswet.
Zie meer hierover in het artikel van 9 november 2018 op deze site: Rechtszaak Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze tegen zorgverzekeraars over niet-gecontracteerde verzekerde zorg op 12 november:  https://beroepseer.nl/blogs

Kamerbrief over Wetsvoorstel bevorderen contracteren, Rijksoverheid, 25 oktober 2019: https://beroepseer.nl/

Stichting Handhaving vrije artsenkeuze: www.handhavingvrijeartsenkeuze.nl/

Fysiotherapie & wetenschap: www.fysiotherapiewetenschap.com/

Verpleegkundige Caren Kunst: ‘Als je kiest voor ongecontracteerde zorg…’

Caren Kunst schrijft op De Eerstelijns, magazine en platform voor strategie en innovatie, over de ellende van de ongecontracteerde zorg. Caren Kunst is verpleegkundige en zelfstandig ondernemer in de zorg. Ze schrijft:

“Je moet als ongecontracteerde wijkverpleegkundige documenten aanvoeren om je bekwaamheid te bewijzen. Dit gaat steekproefsgewijs, dan weer de ene zorgverzekeraar en dan weer de andere. Ik denk dat ik inmiddels wel 1.800 diploma’s heb ingestuurd, maar waar die blijven is een raadsel. Ik weet dat het BIG-register niet aangeeft of een verpleegkundige niveau 4 of 5 heeft, dus op zich snap ik de vraag van de zorgverzekeraars, maar het móet toch simpeler kunnen.

Een groot probleem is dat het factureren via de patiënt verloopt, en zie dan als wijkverpleegkundige dat geld maar eens te krijgen. Je treft mensen die het al hebben opgemaakt en desgevraagd zeggen: ‘O ik dacht dat het voor mij was’. Bij mensen in de schuldhulpverlening wordt een afbetalingsregeling voorgesteld. Dat verlegt het probleem naar de wijkverpleegkundige. En als die in het weekend palliatieve zorg verleent en de patiënt overlijdt, duurt het zes tot acht maanden voordat de familie bij het geld kan. Betaalt die dan nog?”

Lees het artikel Zie je geld maar te krijgen…,  door Caren Kunst, De Eerstelijns, september 2019: www.de-eerstelijns.nl/wp-content/uploads/2019/10/DEL_7_2019_pag_17_krokodil-v1.pdf

Paarse krokodil: ‘Ellende ongecontracteerde zorg’, Caren Kunst, De Eerstelijns, 28 november 2019: www.de-eerstelijns.nl/2019/11/paarse-krokodil-ellende-ongecontracteerde-zorg/

U P D A T E

Tweet van Caren Kunst, 10 augustus 2023

 

Omslag proefschrift When policy meets practice

Professionals in de frontlinie

Leraren op het Malieveld, artsen die een nieuw zorgstelsel voorstellen, de rechterlijke macht die kraakt in haar voegen, politiemensen die publieksvriendelijke acties voeren en recent verpleegkundigen die uit protest zondagdiensten draaien. Wat is er toch gaande met al deze professionals in Nederland? Eén ding is in ieder geval volstrekt duidelijk: er staat veel op het spel. De diensten die deze professionals leveren – van gezondheidszorg tot veiligheid, van onderwijs tot rechtspraak – zijn namelijk niet alleen onmisbaar voor burgers, de kwaliteit ervan straalt ook nog eens direct af op hoe burgers het openbaar bestuur waarderen.

Op 11 december 2019 promoveert bestuurskundige Wiljan Hendrikx op een proefschrift naar professionele identiteit in een context van beleidshervormingen. Hoewel er veel onderzoek is gedaan naar hervormingen in het openbaar bestuur, hebben beleidsmakers en bestuurskundigen verrassend genoeg tot nu toe relatief weinig aandacht besteed aan hoe professionals zelf aankijken tegen de beleidsmaatregelen die ze moeten implementeren en tegen hun positie in een context van veranderende – en soms zelfs tegengestelde – verwachtingen. Dit proefschrift combineert een studie naar veranderende verwachtingen van professionals in beleid door de jaren heen met een grondige analyse van de eigen percepties van professionals over professionalisme.

Opstapeling

In zijn studie heeft Hendrikx ruim zestig jaar beleidshervormingen in de huisartsenzorg en het voortgezet onderwijs in kaart gebracht en daarbij achterhaald hoe verwachtingen ten aanzien van professionals zich hebben ontwikkeld. Het blijkt dat nieuwe beleidsmaatregelen altijd gepaard gaan met nieuwe rolverwachtingen, maar dat deze verwachtingen elkaar niet zomaar vervangen maar dat zij zich eerder opstapelen. Voor professionals betekent dit dat ze steeds meer ballen tegelijkertijd in de lucht moeten houden. Zo moeten ze veelal heel kundige experts zijn en verdienstelijke ondernemers en goede netwerkmanagers, waarbij ze gelijktijdig verantwoording af moeten leggen aan hun professionele gemeenschap en hun management en hun netwerkpartners.

Identiteitsconflict

Door middel van het concept ‘professionele identiteit’ heeft Hendrikx vervolgens de spanningen inzichtelijk gemaakt tussen professionals’ zelfbeeld – hoe denken professionals dat ze moeten zijn – en hun rol – wat doen professionals naar hun idee in hun dagelijkse praktijk. Hij constateert daarbij een groeiend identiteitsconflict: professionals kunnen steeds minder voldoen aan hun eigen standaarden van ‘goed professioneel werk’. Daar waar hun dagelijkse praktijk wordt gedomineerd door een technische rationaliteit die hun professionele werk voornamelijk begrijpt als meetbare en op te delen processen, definiëren zij zelf hun professionele werk juist als sociaal proces dat bol staat van relationele aspecten. Deze zien zij zelfs als voorwaarde voor kwaliteit: zonder een goede relatie met leerling of patiënt en kennis van diens achtergrond zijn goed onderwijs en goede zorg nagenoeg onmogelijk.

Mismatch beroepsidentiteit en systemen

Het vergt voor professionals veel kunst- en vliegwerk om goed professioneel werk te leveren binnen een systeem wat – vaak zelfs letterlijk in tijd – weinig ruimte laat voor deze sociale kant. En dat is precies waar het al die professionals in de frontlinie om gaat. Hun protest moet dus niet begrepen worden als slechts een oproep voor meer geld of voor simpelweg meer waardering. Het probleem ligt fundamenteler, namelijk een mismatch tussen de beroepsidentiteit van professionals en de systemen waarbinnen zij dag in dag uit hun werk moeten doen. Het lijkt erop dat voor veel professionals de rek er behoorlijk uit is.

Serieuze gesprekspartner

Op basis van zijn proefschrift stelt Hendrikx dat professionals meer en eerder betrokken moeten worden bij het vormgeven van beleid. Zij zijn namelijk degenen die al deze plannen daadwerkelijk moeten implementeren en alleen zo is het mogelijk dat systemen aansluiten bij de professionele identiteit van professionals. Beleidsmakers moeten daarbij meer oog krijgen voor hoe hun verwachtingen ten aanzien van professionals leiden tot een stapeling van rolverwachtingen in de praktijk en hoe dit uitpakt voor verschillende typen professionals.

Aan de kant van de professionals is ook werk aan de winkel: professionals moeten beter in staat zijn te definiëren wie ze zijn en daar actief in gesprek over kunnen gaan. Professionaliteit is namelijk een capaciteit en geen competentiechecklist. Professionele gemeenschappen moeten daarom een continu debat faciliteren tussen professionals over wat ‘goed’ professioneel werk inhoudt en betekent in de praktijk. Beleidsmakers hebben namelijk een serieuze gesprekspartner nodig en geen kakafonie aan opvattingen. Alleen met een sterke en breed gedragen professionele identiteit zijn professionals in staat deze rol van serieuze gesprekspartner op zich te nemen.

Promotie

Wiljan Hendrikx promoveert op woensdag 11 december 2019 om 16.00 uur in aula van Tilburg University.
Iedereen is van harte welkom. Meer info op: www.tilburguniversity.edu/nl/actueel/promotie-pma-hendrikx

Downloaden proefschrift When Policy meets Practice – Professional Identity in a context of Public Management Reform, door Wiljan Hendrikx, 2019: https://beroepseer.nl

Omslag boekje Patiënt tussen wal en schip van actiecomité Het roer moet om

Actiecomité Het Roer Moet Om publiceert ‘Patiënt tussen wal en schip’. Duizenden patiënten niet te verwijzen

Huisartsen-organisatie Het Roer Moet Om heeft een boekje aangeboden aan de Tweede Kamer op 26 november 2019 waarin sprake is van een onhoudbare situatie, een ‘stille ramp’: Patiënt tussen wal en schip. Hoe gebrek aan samenhang vooral de kwetsbare patiënten treft.

In hun spreekkamer, aldus de Inleiding van actiecomité Het Roer Moet Om

zien de huisartsen van Nederland de stille ramp die zich in de samenleving voltrekt. Nauwelijks waarneembaar voor de buitenwereld, maar voor elke huisarts inmiddels aan de orde van de dag. Duizenden kwetsbare ouderen, chronisch zieken met meerdere aandoeningen en jongeren met geestelijke problemen kunnen niet doorverwezen worden naar passende, juiste zorg van andere professionals om de huisarts heen. En blijven daardoor steken in de huisartsenzorg.

Groeiend gebrek aan samenhang

We hebben hier niet te maken met een opdoemend, nieuw probleem. Al tien jaar geleden signaleerden zorgverleners een groeiend gebrek aan samenhang in de zorg. Recent onderzoek onder onze eigen achterban (8400 collega’s) laat zien dat praktisch elke huisarts (97%) bijna dagelijks (gemiddeld zes keer per week) tegen het compleet vastgelopen doorverwijzingssysteem aanloopt. Een kwetsbare patiënt met complexe klachten verwijzen naar instanties waar hij verder geholpen kan worden, stuit in de dagelijkse praktijk heel vaak op onderbezetting, competentie- en verantwoordelijkheidsdiscussies, nog verder doorverwijzen en nog meer administratie. Energievretende en frustrerende inspanningen, die huisarts en team, zo laat ons onderzoek zien, gemiddeld 3 nodeloze uren per week kost. Om dan – om welke reden dan ook – de patiënt binnen de kortste keren weer terugverwezen
te krijgen…

Inmiddels is de situatie onhoudbaar. Onhoudbaar voor de patiënt, die vaak vele maanden en soms meer dan een jaar op passende zorg moet wachten, met schrijnende situaties als gevolg. Onhoudbaar voor de huisarts, die veel te veel tijd kwijt is met soebatten, leuren en administreren voor deze groep patiënten en daardoor minder tijd en aandacht heeft voor de andere patiënten in zijn wachtkamer. Maatschappelijk onhoudbaar, omdat de gevolgen van die aanhoudende, ernstige gezondheidsproblemen bij deze groepen dagelijks in de samenleving gevoeld worden. En principieel onhoudbaar – zo vindt Het Roer Moet Om – omdat een beschaafd en rijk land als Nederland
de zwaksten in haar samenleving niet zo schijnbaar achteloos aan hun lot over kan laten.

Pamflet Zorg voor samenhang

Daarom gaf Het Roer Moet Om afgelopen zomer al een noodsignaal af. In het pamflet ‘Zorg voor Samenhang!’ roepen we alle betrokken partijen –politiek ,zorgverzekeraars, en onszelf als zorgverleners – op om de samenhang in de basale zorg tussen huisarts en ‘omliggende’ zorginstanties in ere te herstellen. Al die instanties – de wijkverpleging, de spoedeisende hulpposten van ziekenhuizen, de geestelijke gezondheidszorg, de gemeentelijke jeugdzorg, de verpleeghuiszorg – zijn de afgelopen jaren op eilanden komen te staan. Niet uit onwil of onkunde, maar door verkokerde aansturing en financiering, door schrijnende capaciteitsproblemen, door kortzichtig en karig personeels-(wervings) beleid en bezuinigingen.
En niet in de laatste plaats omdat de zorg de afgelopen decennia doordesemd is van concurrentie denken: marktwerking is troef, niet samenwerking. Laat staan samenhang. Terugbrengen van die samenhang kent geen eenvoudige oplossingen, daar zijn we van overtuigd. Sterker: het vraagt om oplossingen die de reikwijdte van onze spreek- en wachtkamers te boven gaan. Om de oplossingen helder te krijgen en aan te kunnen kloppen bij
Kamer, kabinet, verzekeraars en zorgverleners hebben we denk- en actiekracht van de zorg in de volle breedte nodig. Half december brengen we die denkers en doeners bijeen op de Spaanse Trap in Den Haag om in de scherpte van een debat met elkaar te komen tot de essentie van wat er moet gebeuren.

Maar het roer omgooien begint bij die stille ramp een stem geven. Wat gaat er dag-in-dag-uit mis in de huisartsenpraktijk? Tegen welke frustratie en machteloosheid lopen huisarts en patiënt aan? We vroegen het aan onze achterban en ontvingen binnen enkele weken honderden mails met schrijnende voorbeelden. Dit boekje is een bloemlezing uit die misstanden. Zoals we ook in het voorjaar van 2015 de strijd aanbonden met de verstikkende bureaucratie in de huisartsenzorg door alledaagse praktijkervaringen te bundelen, te publiceren en aan politiek en zorgverzekeraars aan te bieden. Het bleek de start van een steeds breder en ingrijpender gevecht
tegen het bureaucratische spook in de zorg, waarin tot op de dag van vandaag resultaat geboekt wordt. Zo geven we nu stem aan de stille ramp die juist de kwetsbare patiënten in onze praktijk raakt. Opdat die niet meer tussen wal en schip blijven vallen, maar straks in een geoliede samenwerking tussen huisartsen en collega-zorgverleners snel en samenhangend de zorg krijgen die ze nodig hebben.

Inhoudsopgave Patiënt tussen wal en schip – Hoe gebrek aan
samenhang vooral de kwetsbare patiënten treft

Inleiding: Stem geven aan een stille ramp 5|Hoofdstuk 1 Van eiland naar eiland  9
Van kastje naar de muur  9
En zo belandt de patiënt weer op mijn bordje  13
Het moet toch niet zo moeilijk zijn…?  20|
Hoofdstuk 2 In het vacuüm van verantwoordelijkheid  26
Hoe ver gaat mijn verantwoordelijkheid? 26
Thuis gaat het niet langer  34
Hoofdstuk 3 Aan alles tekort  40
De organisatie doet het op het tandvlees 40
Het verkeerde medicijn 46
Allemaal extra werk door die wachtlijsten 50
Bijlage 1: Pamflet Zorg voor Samenhang! 57
Bijlage 2: Het Manifest van de Bezorgde huisarts  59
Colofon  63


Downloaden boekje Patiënt tussen wal en schip, door Pascale Hendriks, Mai Neijens, Stan van den Buijs, Hans Padding en Maarten Bijl, Actiecomité Het Roer Moet Om en VvAA, 68 p., november 2019: www.hetroermoetom.nu/pdf/Boekje-HETROERMOETOM-Patient-tussen-wal-en-schip.pdf

Persbericht Aanbieding boekje enquête Tweede Kamer: www.hetroermoetom.nu/pdf/Persbericht-HETROERMOETOM-Aanbieding-boekje-enquete-tweede-kamer-20191125.pdf

Debat Zorg voor samenhang in Den Haag op 14 december 2019: https://beroepseer.nl

Nieuw pamflet van actiegroep Het Roer Moet Om: Zorg voor samenhang, Blogs Beroepseer, 12 juni 2019: https://beroepseer.nl

Het Roer Moet Om: www.hetroermoetom.nu

Marie Kamphuislezing 2019 door Margo Trappenburg

Margo Trappenburg over nieuwe clientèle sociaal werk en nieuwe principes voor casework nieuwe stijl

Margo Trappenburg was uitgenodigd voor het geven van de jaarlijkse Marie Kamphuislezing 2019. Trappenburg is bijzonder hoogleraar Grondslagen van Maatschappelijk Werk aan de Universiteit voor Humanistiek en hoofddocent Bestuurs- en Organisatiewetenschappen aan de Universiteit van Utrecht.
Al sinds 1999 organiseert de Marie Kamphuis Stichting de Marie Kamphuislezing over een onderwerp op het snijvlak van maatschappelijk werk en maatschappelijke ontwikkelingen. De eerste lezing werd gegeven in het jaar waarin de oudste school voor maatschappelijk werk 100 jaar bestond.
Marie Kamphuis, naar wie de stichting is vernoemd, was een markante persoonlijkheid die haar stempel heeft gezet op het Nederlandse maatschappelijk werk van na de Tweede Wereldoorlog. Zij overleed in 2004 op 96-jarige leeftijd.

Voor de MKS Lezing worden sprekers uitgenodigd die vanuit een specifieke invalshoek het professioneel maatschappelijk werk in een breder kader plaatsen. In 2019 gaven twee personen de MKS Lezing. Naast Margo Trappenburg ook de Vlaamse professor dr. Rudi Roose van de Universiteit van Gent.

Casework nieuwe stijl

In haar lezing, getiteld Casework nieuwe stijl, betoogt Trappenburg dat de klassieke principes van het sociaal casework niet geschikt zijn voor de hedendaagse clientèle van het sociaal werk: “We hebben andere principes nodig en die principes zullen niet meteen populair zijn bij de wereld van bestuur en beleid”.
Noodzakelijk is een Casework nieuwe stijl. Immers, de cliënten van het sociaal werk lijken niet meer op die uit de tijd van Marie Kamphuis. Zelfinzicht, empowerment, transparantie en kortdurende hulp zijn, aldus Trappenburg, bijvoorbeeld lang niet altijd meer de goede principes om hulp te verlenen.
Maar hoe zouden de nieuwe principes eruit kunnen zien? Volgens Trappenburg geeft lector en hogeschooldocent Klaas Mulder een mooie aanzet voor deze nieuwe principes in zijn essay Voorbij de grenzen van zelfredzaamheid. Hulpverlening aan mensen die het niet snappen. Het boekje is geïnspireerd door Mulders’ ervaringen met zijn eigen ouders die allebei op latere leeftijd dementeerden en onvoldoende ziekte-inzicht hadden om adequate hulp te accepteren.
Wat gold voor zijn ouders, gold ook voor heel veel andere ouderen met dementie en voor cliënten met andere ziekten en symptomen die niet gebaat zijn met transparante, kortdurende hulp, empowerment en zoveel mogelijk zelf doen.

Vier nieuwe principes

Andere principes zijn dus nodig. Het eerste principe zou volgens Mulder kunnen zijn: daadwerkelijk, metterdaad, echt helpen. Niks op je handen zitten terwijl de cliënt het zelf probeert; gewoon als hulpverlener de handen uit de mouwen steken. De chaotische administratie sorteren, acute rekeningen betalen, een ijskast vol beschimmelde levensmiddelen leegmaken en ondertussen een beetje praten met de cliënt om te kijken wat hij of zij nog wel of niet begrijpt.

Het tweede principe is een aanpak die sociaal werkers wel kennen uit het opbouwwerk. Trappenburg verwijst naar Margreeth Broens, langjarig opbouwwerkster, adviseur en onderzoekster in Brabant. Bij haar pensionering schreef Broens een essay getiteld Het nieuwe welzijn woont in het buurthuis, en daarin legt zij heel helder uit dat je sommige gewenste effecten het beste,
of zelfs alleen maar, langs een omweg kunt bereiken. Als je een locatie wilt hebben waar mensen met een psychiatrische aandoening terecht kunnen moet je die locatie vooral niet aanduiden als ‘inloophuis voor mensen met een psychiatrische beperking’. Dat werkt vreselijk stigmatiserend en dan gaat je buurvrouw met een beginnende depressie sowieso niet naar toe. Wat je moet hebben is een algemeen toegankelijk multifunctioneel buurthuis voor verschillende groepen.

Het derde principe luidt: heb oog voor de naasten en de omwonenden van de cliënt. Ook dat is een principe dat niet onbekend is in het sociaal werk. Sociaal werkers zijn geen advocaten, voor wie alleen het belang van hun cliënt telt. Sociaal werkers hebben altijd oog gehad voor het functioneren van hun cliënten in hun sociale omgeving: hun gezin, hun familie, hun buren, hun werkplek. Sociaal werkers zijn zich ook altijd bewust geweest van de effecten van hun werk op andere terreinen: een cliënt in de hulpverlening is hopelijk een cliënt die niet op straat gaat stelen of bedelen.

Trappenburg: “Waar het gaat om het casework nieuwe stijl zou dit principe nog iets verder mogen worden doorgetrokken. De vermaatschappelijking van mensen met psychiatrische problematiek trekt een zeer zware wissel op hun familie, die voortdurend bang is dat hun dierbare zichzelf verwaarloost, zijn medicijnen vergeet, een nieuwe aanval krijgt of zelfs zichzelf van het leven berooft. Het is – zou ik willen stellen – heel belangrijk om deze naasten te zien en te horen, niet alleen als vertegenwoordiger van de cliënt, maar vooral als mensen met hun eigen belangen, hun eigen verdriet en hun eigen leven.
Hulpverleningsplannen in het casework nieuwe stijl moeten daar rekening mee houden. Wat geldt voor de naasten van mensen met psychiatrische problematiek, geldt ook voor familie van mensen met een verstandelijke beperking. Ook zij zijn meer dan de woordvoerder of belangenbehartiger van hun verstandelijk beperkte familielid. Ze hebben recht op een eigen leven, met hun andere, niet beperkte kinderen, zonder zorgen over hun verstandelijk beperkte broer of zus.
Mensen met een psychiatrische aandoening of een verstandelijke beperking die zelfstandig wonen zijn niet altijd de makkelijkste buren. Aedes, de koepelorganisatie van woningcorporaties, luidde onlangs de noodklok: deze mensen veroorzaken soms veel overlast in de buurt”.

En vierde en laatste principe is: duurzame hulp. Psychiatrische aandoeningen gaan soms over, maar vaak ook niet. Verslaafden slagen er soms in af te kicken van de alcohol of drugs, maar lang niet altijd.
Verstandelijke beperkingen zijn blijvend. Dementie wordt in de meeste gevallen geleidelijk steeds erger. Duurzame hulp betekent blijvende hulp maar bij voorkeur ook: continuïteit van hulp, niet hulp van telkens wisselende personen, met telkens wisselende gezichten, in dienst bij telkens andere organisaties.

Hoe vertel ik het de politiek?

Trappenburg stelt in haar lezing de vraag: Hoe vertel ik het de politiek? Ze doet een aantal aanbevelingen: “Wie de principes van het sociaal werk aan politici en beleidsmakers wil uitleggen, moet snappen hoe hun wereld werkt en een klein beetje meedenken in hun termen. Daarom bij deze drie tips…”
Lees de hele MKS Lezing van Margo Trappenburg: Casework nieuwe stijl, Utrecht, 14 november 2019: https://margotrappenburg.nl

Marie Kamphuis Stichting: www.mariekamphuisstichting.nl

Afbeelding bovenaan is van Orlando, PIRO4D