Skip to main content

Redactie Beroepseer

Shaking Tree Award

Nomineren voor Shakingtree Award: bijzondere mensen die de wereld van zorg en welzijn opschudden

Op 19 november 2019 reikt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voor de vierde keer de Shakingtree Award uit. De prijs is bestemd voor bijzondere mensen die de wereld van zorg en welzijn opschudden.

De prijs werd in 2016 voor de eerste keer uitgereikt aan Niels Schuddeboom. Hij maakte zich jarenlang sterk voor betere zorg. Hij wees beleidsmakers en zorgaanbieders op systeemfouten en overbodige regels en kwam met verfrissende ideeën voor innovatie. Dit alles deed hij met verstand van zaken en de nodige humor. Hij hielp zo, op bijzondere wijze, de zorg in Nederland vooruit. Na Niels Schuddeboom, wonnen Annette Stekelenburg (2016), Tim Kroesbergen (2017) en Eva Westerhoff (2018) de prijs.

Shakingtree Award 2019

VWS is op zoek naar bijzondere mensen voor de Shakingtree Award 2019. Wie verdient volgens u een nominatie? Stuur een mail met de naam van de kandidaat en een heldere beschrijving van zijn of haar initiatief naar: award@shakingtree.nl
Aanmelden kan tot 11 oktober 2019.

Uit de aanmeldingen kiest een commissie drie kanshebbers. Deze genomineerden krijgen een uitnodiging om hun verhaal te komen vertellen aan de Secretaris-generaal van het ministerie van VWS, Erik Gerritsen. Daarnaast wordt een kort filmpje van de genomineerden gemaakt en tijdens de uitreiking van de prijs aan het publiek getoond. Kortom: Deze prijs is een mooie kans om een boodschap voor betere zorg over het voetlicht te brengen!

Criteria voor de Shakingtree Award

Voor het bepalen van de winnaar van de Shakingtree Award  gelden voor de jury drie criteria. De kandidaat dient te beschikken over:

  • Enig verstand van zaken van de zorg
  • Opschuddend vermogen
  • Humor

Uitreiking Shakingtree Award

Wie aanwezig wil zijn bij de uitreiking van de Shakingtree Award 2019 kan zich aanmelden. De uitreiking vindt plaats op het ministerie van VWS te Den Haag op dinsdagmiddag 19 november 2019 van 15:00 – 17:00.  Aanmelden: Shakingtree Award, Ministerie van VWS: www.aanmelder.nl/shakingtreeaward

‘Je kunt boos worden op het systeem, maar het is effectiever om te dansen’’, Eva Westerhoff winnaar Shaking Tree Award, Movisie, 21 november 2018: www.movisie.nl

Shaking Tree Award, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-volksgezondheid-welzijn-en-sport/shakingtree-award

Stille revolutie zorgprofessionals

De stille revolutie van de zorgprofessional is in volle gang

Volgens Lex Tabak van SoloPartners, de brancheorganisatie die zich hard maakt voor de positie van zelfstandige zorgprofessionals, moeten we zuinig zijn op de professionals die werken in de zorg.
De afgelopen jaren is er een beweging op gang gekomen in de zorgsector die vooral laat zien dat de zorgverlener zich niet meer door een minister, werkgever of zorgverzekeraar laat vertellen onder welke omstandigheden zij zorg zouden moeten verlenen. De druk van enorme personeelstekorten, torenhoog verzuim en extreme mobiliteit onder werkenden in de zorg leidt tot op heden niet tot ander gedrag van de zorgpolder. Volgens SoloPartners stevenen we af op een climax.

Het oude denken..

SoloPartners beschrijft op de site in het kort over de geschiedenis van onze zorgsector. Van oudsher bedenken werkgevers en vakbonden wat goed is voor werknemers in de zorg. Vastgelegd in het statuut van de CAO, staat het structuurdenken nog steeds centraal. De kaders over materiële waardering, vakantie-uren en scholingsmogelijkheden hebben vooral hun oriëntatie op ‘arbeidsvoorwaarden’. Als die goed zijn, dan zijn medewerkers tevreden – zo is de heersende gedachte. Een vast salaris binnen een vast contract biedt voorspelbaarheid en structuur. Daar zouden mensen naar op zoek zijn.

Als er niet wordt gereageerd op vacatures van werkgevers, dan is de zorgpolder gewend om dat ‘arbeidsmarkttekorten‘ te noemen. Als we inzoomen op specifiek beleid dat gericht is op het aanpakken van die tekorten, dan zien we bijvoorbeeld bij de RAAT actieplannen dat daar alleen diezelfde polder actief is.
Het programma ondersteunt regionale werkgeversorganisaties, omdat daar de oplossing voor het probleem op de arbeidsmarkt moet ontstaan. De gedachtegang hierbij is dat als er voldoende instroom is, we uiteindelijk voldoende zorgmedewerkers hebben. Het aantal verstrekte contracten is de maatgevende norm.

Zorgprofessionals spreken andere taal

De zorgprofessionals zelf spreken andere taal dan ‘arbeidsvoorwaarden’ en CAO. Zorgverleners delen hun behoeftes in taal als ‘werkplezier’, ‘flexibiliteit’ en ‘werkomstandigheden’. Na vele jaren hun leed gedeeld te hebben over administratieve lasten, werkdruk en te weinig zeggenschap, vinden ze het genoeg geweest. Ondanks alle arbeidsmarktprogramma’s op regionaal en landelijk niveau, liep de werkdruk namelijk verder op binnen de instelling en kwamen er geen collega’s bij. Alle vergadertafels ten spijt, hebben de huidige medewerkers in de praktijk meer last van hun omstandigheden dan ooit te voren. Het verzuim is inmiddels torenhoog en het verloop breekt records. Nieuwkomers vinden de praktijk van de zorg te confronterend. Tot wel 50% van de jongeren neemt voor de afronding van hun opleiding al afscheid van de zorg. Daarnaast zijn er signalen dat instellingen soms een ziekmakende omgeving zijn die zorgen voor psychische klachten. De alles overkoepelende reactie van zorgverleners die wel in de sector blijven is dat zij vooral flex willen worden. Flexibel, welteverstaan. Een groot deel van deze professionals verlaat het vaste dienstverband en gaat zelfstandig verder. Een aantal zorgverleners stopt helemaal en kiest voor een ander vak.

De eigen regie lonkt. Volgens SoloPartners was een jaar of tien geleden detachering en uitzenden nog een trend, inmiddels is het een hype om een KvK-nummer op te halen en voor jezelf te starten in de zorg. De tevredenheid hierover torenis hoog. De energie in de zorgsector zit bij de zelfstandigen: “We zijn de fase van ‘Vroege Adopters’ inmiddels voorbij. Met zo’n 135.000 zzp’ers in de zorg in totaal en een groei van zo’n 1200 per maand voorzien wij dat we inmiddels in de eerste fase van ‘Vroege Meerderheid’ zijn aanbeland. We zijn inmiddels een omslagpunt voorbij. Dit heeft alles te maken met het volume aan zzp’ers en de informatie die er tussen zorgprofessionals onderling over het zelfstandig ondernemerschap wordt uitgewisseld.
We zien hier een onvermijdelijke maatschappelijke tendens. Het vaste dienstverband is niet langer de norm in de zorg. De arbeidsmarkt heeft een andere energie nodig. Als we arbeidsvormen zoals ‘dienstverband’ en ‘zzp’ even loslaten, dan zien we werkenden vooral een beweging maken naar flexibiliteit en eigen regie. Niet gehinderd door contractvormen en met een focus op het zelf inrichten van het werkende leven en de zekerheden die daar (al niet dan) bij gelden, winnen initiatieven zoals die van de Werkvereniging steeds meer terrein. Maar ook de wat meer traditionele zzp-belangenorganisaties hebben hierin een steeds prominentere rol. Het vorige week geïntroduceerde Manifest Moderne Arbeidsmarkt door PZO en ZZP Nederland, laat goed zien in welke denkrichting ook zzp organisaties redeneren. Los van de arbeidsvorm en meer richting ‘werken’ op een wijze die bij je past. Ondernemerschap maakt daar onlosmakelijk onderdeel van uit”.

Ieder jaar schrijven bijna 15.000 zorgverleners zich in bij de KvK

Bekend is ondertussen dat de samenwerking tussen zelfstandigen en de grootste financiers in de zorg er niet beter op wordt. De relatie tussen individuele zorgaanbieders (zzp’ers) en zorgverzekeraars kenmerkt zich door wantrouwen. De zzp’er in de zorg wordt tegengewerkt. Het wordt de zzp’er bijvoorbeeld onmogelijk gemaakt om zelfstandig actief te kunnen zijn in de wijkverpleging. Grote werkgevers moeten vooral nog veel groter worden.

SoloPartners: “Zzp’ers zouden professionals in dienstverband loonruimte ontnemen, aldus de ziekenhuizen. De vinger wijzen naar die volstrekt ‘ondoelmatig’ werkende zzp’ers is inmiddels gebruikelijk geworden. Prominente financiers zoals zorgverzekeraars, vragen de minister openlijk om drempels op te werpen voor zelfstandigen. Die daar op zijn beurt graag mee instemt, om op die wijze enkele werkgevers nog veel groter te maken. Dat juist deze werkgevers treurige verzuim- en verloopcijfers hebben en inmiddels structureel leunen op flex omdat zorgverleners daar niet meer in dienst willen zijn, blijkt niet relevant”.

Ieder jaar schrijven bijna 15.000 zorgverleners zich in bij de KvK. Ruim 10% van alle zorgprofessionals is inmiddels zelfstandig. Zij nemen 7% in van de personele capaciteit binnen instellingen.

Lees het hele artikel op site SoloPartners: Zorgprofessionals op ramkoers met zorgpolder, 17 september 2019: https://www.solopartners.nl/nieuws/zorgprofessionals-op-ramkoers-met-zorgpolder/ (Niet meer beschikbaar)

Manifest Moderne Arbeidsmarkt. Visie op een toekomstbestendig arbeidsmarktbeleid van de zelfstandigenorganisaties PZO en Stichting ZZP Nederland: www.pzo.nl/wp-content/uploads/2019/09/Manifest-PZO-ZZPNL.pdf

Manifest Moderne Arbeidsmarkt biedt volgens politici perspectief, PZO, 13 september 2019: www.pzo.nl/

Beleid zorgverzekeraars en werkgevers belemmert zelfstandige verpleegkundigen in hun werk en jaagt ze de zorg uit, Blogs Beroepseer, 11 september 2019: https://beroepseer.nl/

 

Afbeelding bovenaan is van Gordon Johnson

Gratis downloaden boek Wize lessen

Boek ‘Wijze lessen: 12 bouwstenen voor effectieve didactiek’, gratis te downloaden

De kernvraag van het boek Wijze lessen: 12 bouwstenen voor effectieve didactiek is: Wat zijn effectieve lessen en hoe maak je die? Het boek vormt een kruispunt tussen gedegen wetenschappelijk onderzoek en de praktijk in de klas in Nederland en België.

De auteurs geven uitleg bij twaalf instructieprincipes. Ze verklaren vanuit wetenschappelijk onderzoek waarom die principes werken en ze geven voorbeelden van toepassing van deze principes in de klas. Ze kregen daarbij hulp van leraren die met praktijkvoorbeelden illustreren hoe ze aan de slag zijn gegaan met de principes.

Uit de inleiding

Dagelijks verzorgen duizenden leraren in het onderwijs duizenden uren les. Hoewel het takenpakket van leraren zeer divers is, is het verzorgen van een goede les een van de kerntaken van de leraar. Lesgeven is de core business van het leraarschap. Daarom beschrijven we in dit boek twaalf didactische bouwstenen die leraren kunnen gebruiken om hun lessen effectiever te maken. Leraren zullen merken dat je in dit boek geen ‘rocket science’ zult aantreffen, maar wel heldere, duidelijke en wetenschappelijk onderbouwde bouwstenen die hen raken in de kern van het vak, namelijk het lesgeven gericht op lange termijn leren.

Wat maakt een les dan goed? De zoektocht naar de kenmerken van goed les geven startte al lang geleden. Meer dan een eeuw geleden publiceerde de Amerikaanse psycholoog William James een boekje Talks to teachers. Daarin zocht hij naar manieren hoe de psychologie toegepast kon worden op het onderwijs.

‘Ik zeg dat u een grote, zeer grote fout maakt, als u denkt dat psychologie, de wetenschap van de wetten van ons brein, iets is waaruit u bepaalde werk-vormen en instructietechnieken kunt distilleren die onmiddellijk bruikbaar zijn in de klas. Psychologie is een wetenschap, en onderwijs is een kunst, en wetenschappen genereren nooit direct uit zichzelf kunst.’

Het boek was toen niet zo succesvol. De reden is dat er destijds nog niet veel onderzoek gedaan werd naar het functioneren van het menselijk brein, vooral als het om het leren gaat (ofwel de cognitieve psychologie) en het verzorgen van goed onderwijs in de klas (ofwel de onderwijswetenschappen).

Een halve eeuw later startten Amerikaanse onderzoekers hun speurtocht naar de meest effectieve instructietechnieken bij de meest effectieve leraren. Ze observeerden talloze leraren in hun klaslokalen en gingen op zoek naar wat een effectieve leraar doet in de les. Hieronder citeren we uit één van de eerste lerareneffectiviteitsstudies uit 1969.

‘Er werd ons een soort onzichtbare, spookachtige persoon beschreven die in feite misschien niet bestaat. Ze is bereidwillig, sympathiek en evenwichtig gebleken. Ze is goed verzorgd, gezond, fantasierijk en behulpzaam. Ze kan het goed vinden met haar collega’s en haar directeur en ze brengt haar verslagen op tijd binnen. Zoals een van mijn collega’s zei, “ze heeft dezelfde kenmerken die we van een goed barmeisje verwachten’”.

Hier werd de ideale leraar dus vergeleken met de perfecte barvrouw! Sindsdien heeft de wetenschap van ons onderwijs flinke stappen gezet. De cognitieve psychologie geeft heldere richtlijnen over hoe we informatie verwerken, begrijpen, onthouden en kunnen toepassen. De lerareneffectiviteitsstudies hebben het gedrag van de meest effectieve leraren in kaart gebracht. We putten voor dit boek intensief uit beide bronnen van de wetenschap, trekken er wijze lessen uit en overgieten dit met een rijke saus van praktijkervaring. Als er iets is, waarin James wel een punt heeft, is dat lesgeven steeds weer een stukje ‘kunst’ blijft, en dat laat zich niet grijpen met enkel en alleen wetenschap.

Omslag boek Wijze lessenDownload hier in PDF: Wijze lessen – Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek, door Tim Surma, Kristel Vanhoyweghen, Dominique Sluijsmans, Gino Camp, Daniel Muijs, Paul A. Kirschner, Ten Brink uitgevers, 2019: www.ou.nl

Een gedrukte versie kan worden besteld op de site van Open Universiteit: www.ou.nl/web/wijze-lessen

Liever monteur dan in de zorg: ‘Nu kan ik wel kwaliteit leveren’

Wietske Beljon ervoer hoe hoog de werkdruk was in het verpleeghuis waar ze als verzorgende werkte. Na een periode van stress en ziekte koos ze voor een ander beroep, vertelt ze aan Rianne Oosterom van dagblad Trouw.

Volgens een onderzoek van IZZ, een ledencollectief van werknemers en werkgevers in de zorg, blijkt de werkdruk in de zorg zo hoog dat medewerkers steeds vaker psychische hulp nodig hebben.

Het aandeel zorgmedewerkers dat psychische zorg ontvangt, is de afgelopen vier jaar met 40 procent gestegen. Vooral werknemers onder de 25 jaar hebben vaker psychische problemen. Dat blijkt uit een analyse van de gegevens van 210.000 zorgmedewerkers bij 385 instellingen.

“Dit is een enorme stijging”, zegt Anouk ten Arve, programma­manager voor gezond werken in de zorg bij IZZ. De personeelstekorten spelen volgens haar zeker een rol in de forse toename van psychische zorg voor medewerkers.

Volgens Ten Arve zijn veel organisaties in een negatieve spiraal beland. “Wat wij veel terughoren van onze leden, is dat er geen vet meer op de botten zit. De werkdruk gaat omhoog, waardoor mensen uitvallen. Daardoor verslechtert het werkklimaat en vallen nog meer mensen uit.”

De meesten gaan naar de praktijkondersteuner

Aan het onderzoek werkten organisaties uit alle hoeken en gaten van de zorg mee. Gemiddeld ontving bijna 7 procent van de zorgmedewerkers in 2018 psychische zorg, tegenover 4,7 procent in 2014. Van jongeren onder de 25 kreeg vorig jaar één op de tien psychische hulp, in de langdurige zorg lag het percentage jongeren met psychische klachten op 13 procent.

Lees het hele artikel Onderzoek: psychische klachten bij zorgpersoneel met 40 procent toegenomen, door Rianne Oosterom, Trouw, 16 september 2019: www.trouw.nl

Zorggebruik stijgt opnieuw: jonge zorgmedewerkers zoeken vaker psychische hulp, IZZ Ledencollectief van mensen in de zorg, 30 augustus 2019: www.izz.nl

 

Foto bovenaan is van Mohamed Hassan

Mini_enquete over Wet BIG II

Mini-enquête over Wet BIG II

Het besluit van minister Bruno Bruins voor Medische Zorg en Sport over de overgangsregeling verpleegkundigen in het kader van het BIG II-register heeft deze zomer een storm aan reacties opgeleverd en tot grote onrust geleid onder verpleegkundigen. Duizenden verpleegkundigen voelen zich door de voorstellen in deze wet aan de kant gezet. En dat gevoel is terecht en goed te begrijpen, want deze wet doet geen recht aan het verpleegkundige beroep.

Op initiatief van de SP zal er een debat worden gehouden in de Tweede Kamer over de wet BIG II. Dat zal voor een deel gaan over de vraag hoe het zover heeft kunnen komen, maar ook over hoe het nu verder moet. Terugblikken en vooruitkijken.

Om te weten te komen wat er in de plaats van de Wet BIG II moet komen, vragen SP-Kamerleden Maarten Hijink en Henk van Gerven mee te doen aan een mini-enquete. Wat kan anders, of gaat het nu al goed? Is differentiatie tussen verpleegkundige beroepen nodig of juist niet? En hebben we daar wetten voor nodig of moet differentiatie volgen uit de praktijk?

Het invullen van deze enquête vergt minder dan vijf minuten De gegevens worden vertrouwelijk behandeld, De enquête kan ook anoniem worden ingevuld. en mocht u dat willen dat kunt u de vragen ook anoniem invullen.

Ga naar: https://vragen.sp.nl/index.php/324114?newtest=Y&lang=nl (Enquête niet meer beschikbaar)

Besluit minister Bruins tot overgangsregeling voor verpleegkundigen. Introductie van de regieverpleegkundige, Blogs Beroepseer, 7 juni 2019: https://beroepseer.nl/

Brief met reactie van verpleegkundigen op uitnodiging van V&VN voor overleg over Wet BIG II en overgangsregeling, Nienke Ipenburg, Blogs Beroepseer, 31 juli 2019: https://beroepseer.nl

Storm van reacties en kritiek op besluit overgangsregeling verpleegkundigen. BIG-II is niet nodig, Nienke Ipenburg, 19 juni 2019: https://beroepseer.nl

Kritische beschouwing met adviezen Wetsvoorstel BIG II van twee medisch specialisten, Mathijs Binkhorst en Ralph Bronsema Blogs Beroepseer, : https://beroepseer.nl

Adviezen voor verkenner Rinnooy Kan: wat nu na de opstand van verpleegkundigen? Nienke Ipenburg, Marc van der Gracht, Thijs Jansen, Blogs Beroepseer,

Geef actiegroep Wet BIG II een plek aan tafel, door Thijs Jansen, Blogs Beroepseer, 19 augustus 2019: https://beroepseer.nl

Uitslag Stelling van de Dag: ‘Tekorten in de zorg lopen door Wet BIG II nog meer op. Veel ervaring gaat verloren’, Blogs Beroepseer, 15 augustus 2019: https://beroepseer.nl

Overpeinzingen van een inservice B-pleeg bij het fenomeen regieverpleegkundige, door Marc van der Gracht, Blogs Beroepseer, 6 augustus 2019: https://beroepseer.nl/blogs

Buurtzorg Jong wordt samenwerkingspartner gemeente Oude IJsselstreek. Een volgende stap in ontwikkeling toegang jeugdhulp

Hulp zo dicht mogelijk bij de inwoners organiseren en de toegang zo eenvoudig en eenduidig mogelijk maken is een belangrijke wens van Oude IJsselstreek. De gemeente heeft hiervoor Buurtzorg Jong als samenwerkingspartner gekozen na een subsidietender.

Wanneer inwoners contact hebben met deze ‘toegang’ hoeft dit niet altijd onmiddellijk en automatisch tot een hulpverleningstraject te leiden. Verantwoord niets doen en mensen helpen om zelf aan hun problemen te werken is de eerste optie. Dit kan omdat mensen al in een vroeg stadium contact kunnen hebben. Deze werkwijze past binnen de visie van de gemeente waarin normaliseren centraal staat. Met normaliseren wordt bedoeld dat dingen die gewoon bij het leven horen, ook wanneer ze moeilijk of vervelend zijn, niet automatisch tot problemen worden gemaakt waarvoor hulpverlening moet worden georganiseerd. Veel belangrijker vindt de gemeente dat mensen hulp krijgen om zelf te werken aan problemen. En natuurlijk is er altijd hulp voor mensen als dat echt nodig is.

Langdurige samenwerking

De gemeente is op zoek gegaan naar een samenwerkingspartner voor de toegang tot de jeugdhulp die aansluit bij deze visie en ambitie. Daarvoor is een subsidietender uitgeschreven voor opvoedkundige ondersteuning, de toegang tot jeugdhulp en het voeren van de regie van jeugdhulp.

Het college van B&W heeft, op basis van deze subsidietender, Buurtzorg Jong gekozen om de komende vijf jaar deze werkzaamheden uit te voeren in samenwerking met de gemeente en overige partners. Deze partij sluit het best aan bij de visie en ambitie van de gemeente. De komende maanden treffen de gemeente en Buurtzorg Jong de voorbereidingen. Daarbij draagt de gemeente er zorg voor dat de continuïteit van hulp voor de jeugdigen blijft gewaarborgd.
De gemeente kiest bewust voor een langlopende subsidierelatie. Dit is een trendbreuk die volgens de gemeente noodzakelijk is om samenwerkingspartners een toekomstperspectief te bieden op samen kunnen innoveren. Deze manier van langdurige samenwerking wil de gemeente binnen het Sociaal Domein op meer plekken organiseren.

Niet langer een knip tussen indicatie en hulp

De professionals van Buurtzorg Jong verkennen in de nieuwe werkwijze niet alleen de vraag, maar verlenen zelf ook lichte vormen van ondersteuning en hulp. De knip tussen indicatie en het verlenen van hulp, die er nu is, verdwijnt daarmee voor een deel. Hiermee bestrijdt de gemeente een deel van de bureaucratische belemmeringen om echt te doen wat nodig is.
Voor zwaardere en specialistische vormen van hulp blijft natuurlijk een doorverwijzing mogelijk en hiervoor blijf vooralsnog een vorm van indicatie nodig. De professionals van Buurtzorg Jong zullen nadrukkelijk de verbinding leggen met voorzieningen in het basisniveau ter versterking van elkaar: alles dat in buurten aanwezig is en waarvoor geen indicatie nodig is, zoals verenigingen, bibliotheek en sociaal werk.

Kwaliteitsslag Sociaal Domein

De samenwerking met Buurtzorg Jong houdt verband met de kwaliteitsslag die Oude IJsselstreek in 2018 heeft ingezet in het Sociaal Domein. Hierbinnen staan drie hoofdlijnen centraal: normaliseren – zaken die gewoon bij het leven horen, dienen niet tot problemen worden gemaakt –  voorkomen en samenwerken/innoveren.

Gemeente Oude IJsselstreek is de eerste gemeente die de aanpak van ‘echt doen wat nodig is’ heeft overgenomen en gaat uitvoeren.

Meer over die aanpak:

Omslag Echt doen wat nodig is, over jeugdhulpStichting Beroepseer organiseert Alternatieven-lab Jeugdhulp door heel Nederland, Blogs Beroepseer: https://beroepseer.nl

Écht doen wat nodig is. Pleidooi voor kleinschalige effectieve jeugdhulp: https://beroepseer.nl/

 

Foto bovenaan is gemaakt door Sergej Skorchanov

Controle op uitgaven van regering kan beter. Het belang van artikel 3.1 Comptabiliteitswet

“We pakken de problemen aan, we gaan er meer geld aan uitgeven”.  We horen het bewindslieden vaak zeggen. Bij een belangrijk onderwerp wordt er al gauw gezegd dat er meer geld nodig is. Maar, de vraag naar de effectiviteit daarvan wordt minder vaak gesteld. Noch vooraf, op het moment dat extra geld ter beschikking wordt gesteld, noch achteraf, als het tijd is om de effectiviteit van beleid onder de loep te nemen, bijvoorbeeld op Verantwoordingsdag, de derde woensdag in mei waarop de minister van Financiën namens het kabinet verantwoording aflegt over het beleid en de financiën van het afgelopen jaar.

Nu is voorgeschreven dat ministers en staatssecretarissen voor elk voorstel dat zij doen aangeven wat het doel ervan is en de doelmatigheid en doeltreffendheid beargumenteren. Dat staat voorgeschreven in de Comptabiliteitswet. Voor de Kamer is deze verplichting een belangrijk hulpmiddel om de regering te controleren. Wat belooft een bewindspersoon en welke argumenten worden aangevoerd wat betreft de kosten? Hoe beter omschreven in de plannen, des te beter de Kamer het kabinet kan controleren. Dat vergemakkelijkt ook de evaluatie van beleid door de departementen.

Veel ruimte voor verbetering

Twee Tweede Kamerleden, Joost Sneller (D66) en Bart Snels (GroenLinks), hebben de afgelopen tijd onderzocht of de departementen aan de eisen voldoen en of de Kamer op haar beurt bij behandeling van voorstellen voldoende aandacht schenkt aan die eisen. “Want als wij Kamerleden er niet naar kijken en vragen, waarom zouden de bewindspersonen het dan opschrijven?” vroegen zij zich af. Het duo heeft vijf casussen onderzocht. Het blijkt dat er veel ruimte is voor verbetering, zo vertelden zij tijdens de overhandiging van hun rapport Onderbouwing van beleid aan Kamervoorzitter Khadija Arib op 11 september 2019. Het duo deelde tevens kaartjes uit, een soort ‘creditcard’, bedoeld om bij iedere uitgave bij de hand te houden. Op het kaartje staat een passage uit de Comptabiliteitswet gedrukt.

”Op deze manier worden wij bij elke beoogde uitgave herinnerd aan de zorgvuldigheid die wij moeten betrachten bij het uitgeven van belastinggeld en de rol die wij hier als parlement in hebben”, zei Kamervoorzitter Arib. Vooral op Prinsjesdag komen er weer veel beleidsvoorstellen die de Kamer moet controleren.

Lees hier het hele rapport Onderbouwing van het beleid.

Controle Rijksuitgaven beter, Tweede Kamer, 11 september 2019: www.tweedekamer.nl

Comptabiliteitswet 2016: https://wetten.overheid.nl/BWBR0039429/2019-01-01

Foto bovenaan: Tweede Kamerleden Snels (links) en Sneller overhandigen Kamervoorzitter Khadija Arib het rapport ‘Onderbouwing van beleid’

Beleid zorgverzekeraars en werkgevers belemmert zelfstandige verpleegkundigen in hun werk en jaagt ze de zorg uit

SoloPartners, de brancheorganisatie die zich hard maakt voor de positie van zelfstandige zorgprofessionals – zzp’ers in de zorg – heeft bericht dat het beleid van werkgevers en zorgverzekeraars richting 30.000 zelfstandig verpleegkundigen tot gevolg heeft dat zij de zorg dreigen te verlaten. Het actief belemmeren en tegenwerken van deze steeds groter wordende groep doet de tekorten in de zorg alleen nog maar verder oplopen*).

De afgelopen vijf jaar is het aantal zelfstandige verpleegkundigen meer dan verdubbeld. Per maand stromen er 1200 zorgprofessionals uit hun dienstverband en in het zelfstandig ondernemerschap. “De cijfers zijn explosief te noemen”, aldus Lex Tabak van SoloPartners. “De snelheid van de stijging loopt op. In 2017 stopten 1000 professionals per maand met hun dienstverband en in 2018 waren dat er 1100. Dit jaar loopt dit op tot 1200. Steeds meer zorgverleners zijn klaar met de vastgeroeste kaders van het loondienstverband en zoeken hun heil in het zelfstandig ondernemerschap”.

Anders gaan nadenken over hoe zorg georganiseerd wordt. Het huidige organisatiemodel werkt niet langer

Lex Tabak doet een oproep om te komen tot een inclusieve arbeidsmarkt voor de zorg: “We pleiten voor een inclusieve arbeidsmarkt in de zorg, maar vooralsnog staan we daar alleen in.
De arbeidsmarkt gaat over meer dan alleen werknemers met een arbeidscontract. We hebben alle professionals nodig in de zorg en zelfstandigen maken daar definitief onderdeel van uit. Faciliteer ook deze groep om op een goede wijze hun werk te doen.

Er moet nogal wat gebeuren om te komen tot een arbeidsmarkt waar ook de 135.000 zelfstandigen in de zorg volwaardig mee mogen doen. Oud denken bij werkgevers staat nog steeds centraal, ondanks de signalen van astronomisch hoog verzuim en een enorm verloop. De vanzelfsprekendheid van zorginkoop bij traditionele zorgorganisaties alleen heeft geen zin meer. Deze organisaties leunen inmiddels structureel op flex en zijn dus in reële zin gekrompen.

Het proces van zorginkoop moet op de schop. Daarnaast dienen we anders na te gaan denken over hoe zorg georganiseerd wordt. Het huidige organisatiemodel werkt niet langer. Al jaren uiten zorgprofessionals hun ontevredenheid over administratieve lasten, werkdruk en weinig invloed over hun omstandigheden.
Zorgverzekeraars en werkgevers hebben de kans laten lopen om dit te beïnvloeden. Inmiddels trekken professionals massaal hun conclusie en vragen zij als zelfstandige om een eigen positie. De arbeidsmarkt in de zorg zou ruimte moeten geven aan deze groep werkenden. Zij keren namelijk niet terug naar een dienstverband”.

Werkgevers en zorgverzekeraars jagen verpleegkundigen de zorg uit, ANP Perssupport, 11 september 2019: www.perssupport.nl

Noot
*) De reden waarom inperking van keuzevrijheid in de zorg grotendeels aan het zicht onttrokken blijft, Blogs Beroepseer, 29 mei 2019: https://beroepseer.nl/

Investeren in digitale vertrouwensinfrastructuur en digitale zelfbeschikking

Alles transactie, het boek dat Shikko Nijland schreef met Chiel Liezenberg en Douwe Lycklama is uitgeroepen tot Managementboek van het Jaar 2019. Volgens de jury komt het boek precies op tijd en dient het een maatschappelijk en economisch belang.

Op de site van Banken, het platform van de Nederlandse bankensector, staat een interview met Nijland, waarin hij stelt dat “we moeten investeren in een digitale vertrouwensinfrastructuur”. Dat advies zou een antwoord kunnen zijn op de vraag of vertrouwen inmiddels niet is vervangen door technologie? Shikko Nijland is directeur en managing partner van consultancybureau Innopay.

De eerste vraag van de interviewer betreft de titel van het boek. Waarom heet het Alles transactie?

Nijland: “Deze titel hebben we gekozen omdat interacties en transacties zijn als ademhalen. We doen het de hele dag, het gaat meestal goed en we staan er verder niet zo bij stil. Wanneer je een berichtje stuurt, iets koopt in een winkel, online een vliegticket boekt, een professionele deal afrondt, en wanneer je bijvoorbeeld inlogt op een platform als Twitter. Alles is dus transactie en dat is dan ook waar het boek over gaat. Een boek over ‘transacties’ in de breedste en meest fundamentele zin van het woord, want interacties en transacties vormen het weefsel van onze maatschappij en economie.

Maar wat weten we eigenlijk van transacties? Hoe kun je naar transacties kijken? Hoe vinden transacties plaats in een steeds verder digitaliserende wereld? Welke positie nemen intermediairs in bij het faciliteren van transacties? Hoe creëer je groei en hoe ontwikkel je proposities voor een dergelijke markt? Dit analyseren we in het boek aan de hand van de kernbegrippen interactie, transactie, koopproces, tweezijdige markt, platform, data en met ‘vertrouwen’ als rode draad, om beter te begrijpen hoe dit allemaal samenhangt”.

Huidige internet niet gebouwd op ondersteunen van transacties

Interacties en transacties vormen de kern van onze samenleving maar zijn nauwelijks onderwerp van studie. De auteurs vonden dat vreemd, zeker nu de wereld in snel tempo digitaliseert en dit in sterke mate de manier beïnvloedt waarop transacties worden gedaan én hoe het hiervoor benodigde vertrouwen tot stand komt. Bovendien krijgen digitale interacties steeds vaker de kenmerken van een (data)transactie, waardoor het aantal transacties de komende jaren explosief zal toenemen.

Volgens Nijland is het huidige internet niet gebouwd op het ondersteunen van transacties. Dat is een een probleem: “De wijze waarop vertrouwen erin is verankerd, is verre van optimaal. Het is daarom nog geen volwaardig transactiekanaal. Dat is niet alleen een enorme gemiste kans voor economische groei, het houdt ook een groot risico in. Binnen vijf jaar zal het aantal transacties minimaal verzesvoudigen. Door meer mensen die online komen, door onderlinge transacties die digitaal worden, door het Internet of Things, en allemaal met datatransacties als multiplier. Daar is de infrastructuur eigenlijk niet klaar voor”.

Interviewer: Digitalisering heeft alles en iedereen in elkaar verstrengeld. Wat betekent dit voor organisaties enerzijds en consumenten anderzijds en in hoeverre is vertrouwen vervangen door technologie?

Nijland: “Het kernbegrip van waar ‘internet’ en ‘transacties’ in samenkomen is het woord ‘vertrouwen’. Vertrouwen drijft transacties en manifesteert zich binnen het digitale domein op een heel andere manier dan we gewend zijn in de fysieke wereld, namelijk in de vorm van data. En laat die data nou precies het onderwerp zijn waar vandaag de dag veel over te doen is. Aan de ene kant zijn persoonsgegevens nodig om een digitale transactie te kunnen aangaan, om daarmee het vertrouwen van de betrokkenen te winnen. Aan de andere kant worden steeds meer vraagtekens gezet bij de manier waarop met dergelijke data wordt omgesprongen. De schandalen over datalekken, beïnvloeding van verkiezingen, de zorgen over privacy en het onvermogen van platforms als Facebook om op een veilige manier met deze onvoorstelbaar grote hoeveelheden gegevens om te gaan: het zijn allemaal gevolgen van dezelfde oorzaak”.

Nationale vertrouwensinfrastructuur

Volgens Nijland is het voor de consument vooral van belang dat er een nationale vertrouwensinfrastructuur wordt gecreëerd. Bijvoorbeeld in de vorm van een afsprakenstelsel over data delen waarbij gebruikers controle behouden over hun eigen data en ook de digitale instrumenten krijgen om dit op een makkelijke manier te kunnen doen: “Een publiek-private samenwerking is nodig om tot een oplossing te komen, waarbij financiële instellingen een voorbeeldrol zouden kunnen spelen. Niet alleen omdat er sprake is van een gemeenschappelijk belang, maar ook omdat het probleem te groot is om door één partij opgelost te worden. We moeten als overheid en bedrijven de handen ineenslaan en het normaal gaan vinden om te investeren in een digitale vertrouwensinfrastructuur. Evenals we het vanzelfsprekend vinden om geld te steken in snelwegen of spoorlijnen. Data delen doen we immers elke dag, net als reizen met de auto of trein”.

Een ander punt van belang blijkt het in evenwicht brengen van de data benefit balance. Hiermee wordt bedoeld dat niet alleen financiële instellingen en platforms profiteren van de opbrengsten van data genereren, maar ook de consumenten. Het is immers zo dat de voordelen voor de consumenten in geen verhouding staan tot die van de professionele tegenpartijen. Het evenwicht dient te worden hersteld en dat kan door de consument mee te laten delen in de opbrengsten van zijn data.

Lees het hele interview met Shikko Nijland, ‘We moeten investeren in een digitale vertrouwensinfrastructuur’, Banken.nl, 23 juli 2019: www.banken.nl

Omslag Alles transactie (klein)Managementboek van het jaar 2019: www.managementboekvanhetjaar.nl

Alles transactie. Over data, vertrouwen en de ongekende kansen van het transactionele internet, door Chiel Liezenberg, Douwe Lycklama, Shikko Nijland, uitgeverij LannooCampus, Houten, 2018: www.managementboek.nl