Skip to main content

Redactie Beroepseer

GGZ-cliënten niet geïnformeerd over hun medische gegevens in overheidsdatabank

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) eist vanaf 1 juli 2023 dat de mentale en sociale problematiek van alle GGZ-cliënten in een Nationale GGZ-databank van de NZa wordt opgenomen. Deze eis is de reden geweest van de publiekscampagne Vertrouwen in de GGZ die sinds februari 2023 geld inzamelt voor een rechtszaak tegen de NZA.

De behandelaren die verplicht zijn de vragenlijsten aan te leveren, worden hierover al sinds vorig jaar geïnformeerd via instructiebrieven van de NZa. Uiterlijk 31 augustus 2023 dienen alle zorgaanbieders in de GGZ de eerste lichting vragenlijsten te hebben aangeleverd, via een online portaal van de NZa. Als zij de vragenlijsten niet aanleveren, riskeren ze een dwangsom.
Terwijl behandelaren en instellingen al ruim van tevoren op de hoogte zijn gebracht van deze omstreden verplichting, worden de cliënten om wiens informatie en privacy het gaat hiervan niet op de hoogte gesteld. De NZa en de zorgkoepels verzaken daarmee hun verantwoordelijkheid.

Op 21 juni 2023 deelde MIND – de grootste cliëntenkoepel in de GGZ – mee zich terug te trekken uit de adviescommissie zorgvraagtypering. In deze commissie bereidt de NZa met beroepskoepels en cliëntenorganisaties de aanlevering van gegevens voor.

Uitleg van MIND

Op de website legt MIND het belang van de kwestie uit:

—- Bijna een jaar geleden, op 1 juli 2022, kondigde de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de start aan van de gegevensverzameling ten behoeve van het zorgprestatiemodel. Het gaat hier om de zogeheten HONOS+-vragenlijsten*). Deze aankondiging leidde bij zowel cliënten als behandelaren in de ggz tot onrust over de bescherming van de privacy. Ook werden vraagtekens gezet bij doelmatigheid en doeltreffendheid van de gegevensverzameling, de werkwijze en de communicatie erover. MIND heeft sindsdien herhaaldelijk gevraagd om cliënten en naasten zeggenschap over de gegevensdeling te geven. Hier is tot nu toe geen gehoor aan gegeven. MIND heeft daarom besloten de belangen van cliënten en naasten beter en steviger te behartigen door uit de adviescommissie zorgvraagtypering te stappen e daar niet meer aan deel te nemen.

Eind 2022 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens na aandringen van o.a. MIND een extra toets verricht op de voorgestelde dataverzameling, en daarop de voorwaarden aangescherpt. Daarop is aan de NZa gevraagd om het proces “on hold” te zetten en samen met betrokken ggz-partijen een maatschappelijke dialoog aan te gaan over het onderwerp. Dit omdat MIND twijfels bleef houden bij de ingeslagen richting en ook omdat bij de lidorganisaties van MIND de onrust was toegenomen. De Nza is niet op de verzoeken ingegaan. Voorts heeft MIND de NZa verzocht om goede en tijdige informatie te verstrekken aan zorgverleners en cliënten over nut en noodzaak van de uitvraag en het systeem van zorgvraagtypering.

Het uitgangspunt van MIND in deze discussie is steeds geweest dat een cliënt voldoende zeggenschap dient te hebben over de eigen zorgdata. En dat de cliënt zelf kan beslissen of hij toestemming wil geven voor het gebruik van die gegevens door andere partijen (de zogeheten opt-in). Om die beoordeling te kunnen maken, moet iemand beschikken over juiste, volledige en begrijpelijke informatie voorafgaand aan het behandeltraject.

De keuze die nu door de NZa is gemaakt om met terugwerkende kracht via een opt-out de HoNOS+-uitkomsten van alle ggz-patiënten en -cliënten op te vragen en te analyseren past hier niet bij. Dit betekent immers dat een cliënt in principe instemt met gegevensdeling, en actief bezwaar moet maken als hij het daar niet mee eens is. Het gaat hier ook om patiënten waarvan de behandeling al is afgesloten.
Deze werkwijze is volgens MIND niet juist en schept bovendien een precedent voor andere onderzoeken op het gebied van gegevensverzameling en -verwerking zonder toestemming van de cliënt/patiënt.

De cliëntenorganisatie besluit het bericht met: Bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer en vertrouwen in de behandelaar zijn immers essentiële ingrediënten voor een goede behandelrelatie tussen cliënt en zorgverlener, voor het proces van samen beslissen en uiteindelijk voor een succesvolle ggz-behandeling. MIND zal zich in de komende periode inspannen om dit debat mee aan te jagen. —-

Voor de NZa is de terugtrekking van MIND geen reden om haar plannen te herzien, zo blijkt uit een bericht dat ze op haar site plaatste.

Medisch beroepsgeheim, het delen van informatie en de rechtmatigheidsvraag

Volgens Wim Jongejan, huisarts in ruste en ICT-expert, maakt MIND als cliëntenvertegenwoordiger slechts een halve draai door uit de adviescommissie zorgvraagtypering te stappen. MIND komt niet toe aan de doorbreking van het medische beroepsgeheim door NZa: “Waar MIND absoluut niet op ingaat is de rechtmatigheidsvraag. Dat is de vraag of de NZa kan afdwingen of het medisch beroepsgeheim wel met de aanlevering doorbroken mag worden.
MIND acht thans een regeling met een opt-out niet goed. Dat is een regeling waarbij de gegevens gewoon doorgestuurd worden tenzij de cliënt dat met een privacyverklaring niet wenst te laten gebeuren. MIND ziet meer in een opt-in-regeling. Dat het in principe niet mag, tenzij de cliënt welingelicht toestemming geeft.

In haar stellingname nu gaat MIND langzaamaan de kant op dat zij vindt dat als de cliënt maar wel ingelicht toestemming geeft, dat de verplichte verzameling van de HONOS-data dan wel zou mogen. Dat is een totaal verkeerde weg. Bij de verplichte aanlevering van HONOS-data betreft het maar ten dele het toestemmingsprincipe. Het gaat vooral over de vraag of de aanleververplichting van de HONOS-data wel rechtmatig is. Rechtmatig in het licht van het medisch beroepsgeheim en rechtmatig ten aanzien van de privacy, want door het verplichte opsturen van HONOS-data doorbreekt men het medisch beroepsgeheim.

Voor artsen, tandartsen, apothekers, GZ-psychologen, psychotherapeuten, fysiotherapeuten, verloskundigen en verpleegkundigen geldt het medisch beroepsgeheim. Dit is wettelijk geregeld (artikel 88 Wet Big). Ten aanzien van het medisch beroepsgeheim en de AVG is een duidelijke rangorde aangegeven: eerst geldt het medisch beroepsgeheim, dan de AVG. Zorgverleners moeten zich dus altijd de vraag stellen of het delen van informatie kan op grond van het medisch beroepsgeheim. Pas daarna kijk je of je persoonsgegevens mag delen op basis van de AVG”.

Glijdende schaal

In een volgend artikel gaat Jongejan dieper in op het voorstel van de Patiëntenfederatie Nederland en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, gericht aan de Vaste Tweede Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, om bij de uitwisseling van medicatiegegevens tussen zorgverleners van de opt-in-toestemming (neen, tenzij toestemming vastligt) over te stappen op het opt-out-principe (ja, tenzij weigering vastligt). Dat omdat er wekelijks nogal wat mensen met medicatieproblematiek in ziekenhuizen verdagen. Het opt-in-principe waarbij de patiënt expliciet toestemming geeft voor de uitwisseling van medicatiedata wordt als een grote belemmering gezien. Men geeft aan dat de kwaliteit van de geleverde zorg in de huidige situatie onder druk staat. Overstappen op een opt-out-regeling betekent het afnemen van patiëntenrechten (vastgelegd in de Wet op de Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst=WGBO) en een aantasting van het medisch beroepsgeheim.
(…)
Wat we nu zien gebeuren met het toestemmingsgebeuren bij elektronische zorgdata-uitwisseling is dat er sprake is van een glijdende schaal”.

Presentatie dagvaarding tegen NZa op 5 september 2023

Op 5 september 2023 is er in cultureel centrum Pakhuis de Zwijger in Amsterdam een presentatie over de rechtszaak tegen de NZa. Het betreft een publieke bijeenkomst die begint om 20.00 uur. Naast de presentatie van de dagvaarding en de juridische bezwaren, zijn er gastbijdragen vanuit de zorgsector en de wetenschap.
Volledige programm met nadere details worden gepubliceerd op Vertrouwen in de GGZ. Op de site staan ook aanwijzingen voor doneren aan de rechtszaak: https://vertrouwenindeggz.nl/

Referenties

GGZ-cliënten niet geïnformeerd over opname in NZa-databank: https://vertrouwenindeggz.nl/articles/ggz-clienten-niet-geinformeerd-over-opname-in-nza-databank

MIND stapt uit adviescommissie zorgvraagtypering, Mind platform, 21 juni 2023: https://mindplatform.nl/nieuws/mind-stapt-uit-adviescommissie-zorgvraagtypering

MIND maakt als cliëntenvertegenwoordiger slechts halve draai, door W.J. Jongejan, Zorg ICT Zorgen, 22 juni 2023: https://zorgictzorgen.nl/mind-maakt-als-clientenvertegenwoordiger-slechts-halve-draai/

Opt-out-voorstel medicatie-uitwisseling feitelijk verzoek tot opheffen beroepsgeheim, door W.J. Jongejan, Zorg ICT zorgen, 27 juni 2023: https://zorgictzorgen.nl/opt-out-voorstel-medicatie-uitwisseling-heft-beroepsgeheim-op/

Downloaden Omgaan met medische gegevens, KNMG-richtlijn, november 2022: https://beroepseer.nl

Downloaden HoNOS+ Instructie voor het invullen: https://beroepseer.nl

Steun de actie ‘Vertrouwen in de GGZ’. Tegen de Nationale GGZ-databank van NZa, Blogs Beroepseer, 14 februari 2023: https://beroepseer.nl

Noot
*) HONOS is een internationaal erkende vragenlijst met doel de geestelijke gezondheidstoestand en het sociaal functioneren van psychiatrische patiënten routinematig in kaart te brengen. De lijst wordt niet door de cliënt zelf, maar door de behandelaar ingevuld.

U P D A T E  I I

Motie Tweede Kamer  –  no. 697, 4 juni 2024 – die ervoor zorgt dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de HONOS-database vernietigt. De motie was ingediend door Agnes Joseph van NSC en mede ondertekend door Sarah Dobbe van SP en Lisa Westerveld van GL.  De vier regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie stemden tegen, alle andere partijen stemden voor. https://beroepseer.nl

U P D A T E  I

Schromelijk tekortschieten NZa tav informatieverstrekking, door W.J. Jongejan, Zorg ICT Zorgen, 5 juli 2023: https://zorgictzorgen.nl/schromelijk-tekortschieten-nza-tav-informatieverstrekking/

De websites Parlement.com en Europa-Nu dreigen te verdwijnen: Twee onpartijdige vraagbaken en geheugens van democratie en rechtsstaat

Zonder publieke middelen kunnen de websites Parlement.com en Europa-Nu niet blijven bestaan, tenzij de rijksoverheid op korte termijn bereid is bij te dragen aan de bekostiging ervan. Daarover voert het Montesquieu Instituut gesprekken.

Prof.dr. Joop van den Berg en prof.dr. Bert van den Braak vroegen in een column in april 2023 om een steunbetuiging en het tekenen van de petitie voor behoud van beide sites. Hun column is getiteld Vijf voor twaalf voor Parlement.com en Europa-Nu.nl en legt uit wat de beide sites precies behelzen:

“Ze spreken eigenlijk vanzelf: de websites Parlement.com en Europa-Nu.nl. Voor veel journalisten, onderzoekers, studenten, scholieren, ambtenaren en geïnteresseerde burgers zijn ze al jarenlang een vaste, betrouwbare en rijke bron van informatie. Je zou ze als onmisbaar kunnen bestempelen. Parlement.com krijgt wekelijks bijna 60.000 bezoekers (in verkiezingsjaar 2021 zelfs ruim 90.000) en Europa-Nu.nl krijgt er 50.000 per week.

Eigen historische ontwikkeling in beeld

Met behulp van die sites is onder meer het digitale biografisch archief van de Stichting PDC (Parlementair Documentatiecentrum) te raadplegen. Dit bestaat sedert 1974 en het bevat gegevens over alle landelijke publieke ambtsdragers, zoals parlementariërs, bewindspersonen en staatsraden, sedert 1796. Het bevat niet alleen leesbare biografieën, maar er zitten ook allerlei statistische data aan vast die het mogelijk maken (kwantitatief) wetenschappelijk onderzoek te doen naar hun geslacht, regionale komaf, familieachtergrond, opleiding en beroep. Het archief heeft dan ook als basis gediend voor een reeks wetenschappelijke publicaties. Het maakt het daarnaast beide Kamers der Staten-Generaal mogelijk de eigen historische ontwikkeling in beeld te brengen. Het biografisch archief leidde in 2022 bij de Stichting PDC tot welgeteld 3.100 informatieverzoeken voor uitgebreide informatie en/of analyses, nadere toelichting en verdiepende informatie. Deze verzoeken waren afkomstig van wetenschappers, de beide Kamers der Staten-Generaal, beleidsmakers, het maatschappelijk middenveld, studenten, en burgers met behoefte aan verdiepende en verbredende informatie.

Digitaal staatkundig archief én nieuwsbron

Parlement.com biedt bovendien toegang tot uitgebreide informatie over het wetgevingsproces, parlementaire rechten en hun gebruik, kabinetten, verkiezingen en politieke medespelers naast regering en parlement. Actuele informatie wordt aangevuld met historische invalshoeken. Daarmee is Parlement.com een soort digitaal staatkundig archief en nieuwsbron in één. Het staat scholieren, studenten en onderzoekers ten dienste met zowel onmisbare als betrouwbare informatie, bijeengebracht door een onafhankelijke en deskundige redactie.

Deskundig én onafhankelijk

Europa-Nu.nl is voortgekomen uit de ervaring bij het Europese referendum in 2005 dat de kennis over de Europese Unie, haar instituties en werkwijze bij velen te kort schoot. De site voorziet nu in die kennis, niet alleen van de Unie, haar organen en activiteiten maar ook van al haar lidstaten en hun politieke instellingen. Ook deze site wordt gemaakt door een zowel deskundige als onafhankelijke redactie, die actualiteit en historische achtergrond van de Europese samenwerking met elkaar verbindt en uitlegt.

Zulke informatie behoort inderdaad vanzelfsprekend te zijn, maar dat is zij helaas niet.

De beide websites zijn een initiatief van de Stichting PDC, een van de partners in het Montesquieu Instituut, waar diverse onderzoeksinstellingen in den lande met elkaar samenwerken aan valorisatie van wetenschappelijke kennis. De site van het MI, alsmede Parlement.com en Europa-Nu.nl, worden geproduceerd door PDC. Dat heeft jaren lang de sites, alsmede het biografisch archief, op eigen kosten ‘in de lucht gehouden’.

Europa-Nu.nl heeft in de eerste jaren van haar bestaan een kleine subsidie ontvangen; de site Parlement.com heeft het van meet af aan zonder enige ondersteuning door de overheid moeten stellen.

Onaanvaardbaar

Dat is een aantal jaren goed gegaan, maar is op termijn financieel niet houdbaar. Het maken en dagelijks onderhouden van volwassen websites is een kostbare activiteit. Als niet op korte termijn de rijksoverheid bereid is aan de bekostiging van deze websites en het biografisch archief bij te dragen, dan zal het PDC/Montesquieu Instituut niet langer in staat zijn deze drie onmisbare bronnen van kennis te onderhouden en beschikbaar te stellen. Juist in een tijd van opkomend nepnieuws en alternatieve feiten is het voortbestaan van websites als Parlement.com en Europa-Nu.nl, en de beschikbaarheid van het biografisch archief, onontbeerlijk voor wie uit belangstelling of door professioneel belang op de hoogte wil blijven. Ondersteuning zoals die verschaft is aan bijvoorbeeld de Staatscommissie parlementair stelsel (Staatscommissie Remkes) zou dan ook niet meer mogelijk zijn.

Verdwijning van Parlement.com en Europa-Nu.nl, alsmede het biografisch archief, zou een ongekende en welhaast onaanvaardbare vorm van kapitaalvernietiging zijn”.

Vijf voor twaalf voor Parlement.com en Europa-Nu.nl, door Prof.Dr. Joop van den Berg en Prof.Dr. Bert van den Braak, Europa Nu, 20 april 2023: www.europa-nu.nl/id/vm2eecvhtgh5/nieuws/vijf_voor_twaalf_voor_parlement_com_en

Wie op de hoogte wilt blijven over de toekomst van Parlement.com en Europa Nu, zie de websites en meld je aan voor de Nieuwsbrief:
Europa Nu: www.europa-nu.nl/
Parlement Com: www.parlement.com/

Montesquie Instituut: www.montesquieu-instituut.nl/id/vlvpflo0i2x0/over_deze_site

Lees ook het artikel van Marc Chavannes Het parlementair en Europees geheugen van Nederland dreigt verloren te gaan, De Correspondent, 26 juni 2023: https://decorrespondent.nl/marcchavannes
Chavannes:

“In het Nederlandse verkiezingsjaar 2021 werd door scholieren, studenten, wetenschappers, journalisten en andere burgers 4,7 miljoen keer naar informatie gezocht op parlement.com. Betrouwbaar en beknopt.
Niemand die zich afvroeg hoe die prettige en praktische websites konden bestaan. Dat wordt hoog tijd.
(…)
Twee onpartijdige vraagbaken en geheugens van democratie en rechtsstaat in Nederland en Europa dreigen te verdwijnen. Dat gebeurt als het Montesquieu Instituut (MI), de moeder van beide sites, binnenkort sluit bij gebrek aan financiële middelen.
(…)
”Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de laatste subsidieaanvraag geweigerd. Vond europa-nu.nl en actuele informatie over de EU kennelijk niet belangrijk genoeg. Binnenlandse Zaken denkt er nog over na. Welk potje het wordt is niet belangrijk. Wel dat deze steunberen van onze democratische rechtsstaat behouden blijven”.

U P D A T E  I I

Parlement.com en het Montesquieu Instituut zien de toekomst opgewekt tegemoet, Parlement.com, 20 december 2023: www.parlement.com/9353000/1/j9vvknrezmh4csi/vm96plbwb4i9

U P D A T E  I

Europa-Nu.nl stopt per maandag 3 juli noodgedwongen, Europa Nu, 29 juni 2023:  https://www.europa-nu.nl/id/vm4cjsji0yv1/nieuws/europa_nu_nl_stopt_per_maandag_3_juli

Motie
In  de Tweede Kamer is op 28 juni 2023 gestemd over de motie van de leden Piri en Boutkan over een overbruggingsfinanciering voor het Montesquieu Instituut zodat de website Europa-Nu.nl niet op zwart gaat.
De motie is verworpen. Stemmingsuitslag: Voor de overbruggingsfinanciering: 58 stemmen. Tegen: 75 stemmen. Zie: www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2023Z12223&did=2023D29048

 

 

Nederland daalt 16 plaatsen op kinderrechtenranglijst: naar 20ste positie. Vorig jaar nog op plaats vier

Nederland presteert ondermaats op het gebied van de naleving van kinderrechten. Dat blijkt uit de resultaten van onderzoek van de internationale kinderrechtenorganisatie KidsRights in samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotterdam en het Institute of Social Studies. Volgens het het KidsRights Index 2023-rapport daalde Nederland maar liefst 16 plaatsen naar de 20e positie op de ranglijst en viel daarmee voor het eerst buiten de top 10.

De daling wordt veroorzaakt door slechte scores in de domeinen gezondheid en gunstig klimaat voor de rechten van het kind. Op mondiaal niveau waarschuwt het rapport voor een wereldwijde polycrisis.

Resultaten Nederland en buurlanden

De KidsRights Index is een wereldranglijst die jaarlijks – sinds 2013 – meet hoe kinderrechten in 193 landen worden gerespecteerd op het gebied van 1) leven, 2) gezondheid, 3) onderwijs, 4) bescherming, 5) creëren van een gunstig klimaat voor de rechten van het kind. Voor 2023 is een zesde domein toegevoegd: klimaatverandering.

In de index van 2023 zakt Nederland van de 4e naar de 20e positie. Buurlanden Duitsland en België staan respectievelijk op de vijfde plaats en achttiende plaats.

Ondermaats

De grootste achteruitgang is te zien in Domein 5 (‘gunstig klimaat voor de rechten van het kind’). Hier scoort Nederland ondermaats op de indicator ‘beschikbaar budget’. Dit wil zeggen dat er naar rato van het budget van de Nederlandse overheid, maar een zeer laag percentage naar kinderen gaat. Ook haalt Nederland in dit domein de laagst mogelijke score op de indicator ‘belang van het kind’, wat betekent dat Nederland het beginsel van het belang van het kind onvoldoende toepast bij beslissingen die kinderen aangaan. Een andere significante daling voor Nederland wordt onder meer veroorzaakt door slechte scores in Domein 2 (gezondheid). Dit is bijvoorbeeld te verklaren door de huidige lange wachtlijsten in de jeugdzorg en jeugdbescherming.

Op vijf indicatoren boekte Nederland sinds 2015 al geen vooruitgang meer. Dit zijn de indicatoren: ‘non-discriminatie’, ‘respect voor de mening van het kind’, ‘wetgeving’, ‘middelen’ en ‘gegevens’.

Schending van kinderrechten

Volgens de KidsRights Index maakt Nederland zich schuldig aan schending van enkele fundamentele kinderrechten, onder andere op het gebied van jeugdzorg en jeugdbescherming. De staat kan namelijk niet de benodigde zorg of bescherming bieden voor een grote groep kwetsbare kinderen. Denk hierbij aan kinderen die afhankelijk zijn van jeugdzorg en jeugdbescherming, kinderen die in armoede leven of asielzoekerskinderen die leven in azc’s. Diverse overheidsinspecties sloegen recent nog alarm over de opvang van asielzoekerskinderen. Bovendien is er ook sprake van regionale kansenongelijkheid, waarbij bepaalde groepen Nederlandse kinderen minder toegang hebben tot onderwijs of jeugdzorg. Kinderen uit benadeelde groepen worden volgens het rapport onevenredig hard geraakt.

Marc Dullaert, oprichter en voorzitter van KidsRights is uiterst kritisch:

“Deze dramatische cijfers zijn een terugslag van jarenlang slecht beleid op het gebied van kinderrechten. De VN heeft dit al vaker aangekaart en met de aanbevelingen en zorgen is in de afgelopen jaren niets gebeurd. We schieten als Nederland over de gehele linie tekort op het gebied van kinderrechten, denk hierbij aan jeugdzorg, jeugdbescherming, kinderparticipatie en discriminatie. Door de stijging van het kinderarmoedecijfer zijn er nu nog meer kinderen die minder kansen krijgen. Bovendien zien we dat we in Nederland vooral bezig zijn met problemen op de korte termijn op te lossen. Nederland behoort tot de rijkste landen ter wereld, maar presteert op het gebied van kinderrechten ondermaats. Met dit rapport willen we dringend aandacht vragen om de bescherming van kinderrechten in Nederland te waarborgen. De overheid, maatschappelijke organisaties en belanghebbenden moeten samenwerken om inclusief beleid en programma’s te ontwikkelen die regionale verschillen verminderen en gelijke kansen voor alle kinderen bevorderen.”

Over het algemeen toont het rapport meer achteruitgang in plaats van vooruitgang op het gebied van kinderrechten wereldwijd. Dit is mede te verklaren door het feit dat de meeste landen nog niet hersteld zijn van de coronacrisis, waarna er andere crisissen op de wereld af kwamen zoals de oorlog in Oekraïne.
Slechts vier landen wisten hun rangorde te verbeteren: Griekenland, Koeweit, Oekraïne (op basis van een beoordeling van de situatie voorafgaand aan de oorlog) en Oezbekistan. Niettemin is de algemene toestand wereldwijd alarmerend te noemen.
Geen van de 193 landen behaalde een hoge score bij individuele beoordelingen in de domeinen 1 tot 4. Ze ontvingen allemaal een ‘gemiddelde’ of ‘lage’ score.

Downloaden KidsRights Index 2023, juni 2023: www.kidsrights.org/nl/onderzoek/kidsrights-index/

KidsRights Index 2023: ‘Nederland daalt 16 plaatsen op KidsRights Index en schendt een aantal fundamentele kinderrechten, KidsRights, 25 juni 2023: www.kidsrights.org/

 

Afbeelding bovenaan zie: www.kidsrights.org/research/kidsrights-index/

Beroepsbeeld leraar in de maak: ‘Ik zou het fijn vinden als er meer waardering was voor mijn beroep’

“We hebben een prachtig vak en we zijn van onschatbare waarde voor onze samenleving. Er wordt dan ook veel over ons geschreven. Maar er is maar één groep mensen die weet wat het beroep echt inhoudt: wij zelf”.
Beroepsbeeld Leraar is een initiatief van leraren waarin zij gezamenlijk bouwen aan een beeld van het lerarenberoep. Hoe het echt is om leraar te zijn, niet hoe het door anderen wordt gezien. Een realistisch, gezamenlijk gemaakt beroepsbeeld helpt de leraar om de eigen rol, doelen en ontwikkelmogelijkheden te formuleren. En het laat toekomstige leraren en anderen zien wat er aantrekkelijk en belangrijk is aan het lerarenberoep en hoe het zich ontwikkelt.

Beroepsbeeld Leraar on Tour

Beroepsbeeld Leraar on Tour nodigt leraren uit op maandag 3 juli 2023 online mee te praten over de essentie van het beroep. Het gaat om een beroepsbeeld voor leraren waarin leraren zich herkennen en dat beschreven is vanuit de lerarenpraktijk. Dit is een kans voor elke leraar de eigen stem te laten horen en mee te praten over de toekomst van het beroep.
In augustus en september 2023 volgen bijeenkomsten op locatie

Thijs Roovers

Thijs Roovers, dagelijks bestuurder bij Algemene Onderwijsbond (AOb) en voormalig leraar in het primair onderwijs, vindt dat het onderwijs, met name het primair onderwijs, te lang heeft geaccepteerd dat het de problemen van de wereld moet oplossen: “Ik zie het vak van leraar als een gilde, een ambacht. Het beroepsbeeld functioneert als de code van dit gilde, waar een nieuwe leraar aan zou moeten voldoen.

Toen ik actief was bij PO in actie*), waar we ons vooral richtten op arbeidsvoorwaarden, kwam ik veel in contact met beleidstafels. Ondanks dat ik als leraar in het basisonderwijs vijf dagen per week voor de klas stond, werd er steeds naar mijn inhoudelijke mening gevraagd. Ik moest altijd antwoorden dat ik daar niet voor ‘aan de lat’ stond, maar ik merkte dat er iets ontbrak. We waren als basisonderwijs niet in staat om ons uit te spreken over de inhoud en betekenis van ons vak. We hadden geen zitting aan enige beleidstafel. Hoewel de vakbonden dat wel hadden, en daar kijk ik nu als AOb’er ook kritisch naar. We hebben dit simpelweg te lang verwaarloosd”.

Het gebrek aan een duidelijk beroepsbeeld heeft ervoor gezorgd dat het onderwijs zichzelf heeft overbelast en daardoor kampt met een hoge werkdruk. Leraren hebben, volgens Roovers, al lange tijd te weinig gezegd: “Nee, stop maar.” Het onderwijs is volgens hem kampioen niet ‘nee’ zeggen. Aan de ene kant is dit heel charmant, maar het heeft volgens hem geleid tot de loonkloof en de enorme werkdruk die leraren nu ervaren. Het is veel moeilijker om dingen te repareren dan om ze te voorkomen. Hij ziet te vaak dat leraren instorten omdat ze te veel op hun bordje hebben toegelaten.

Roovers hoopt dat het beroepsbeeld van de leraar zal leiden tot een hernieuwde trots en waardering voor het beroep. Trots zijn op het beroep heeft invloed op alle aspecten binnen het onderwijs. Roovers gelooft dat het Beroepsbeeld Leraar een positief effect zal hebben op de onderwijskwaliteit, de arbeidsvoorwaarden en het wegwerken van het tekort aan leraren.

Verder lezen: Thijs Roovers (AOb): “Het onderwijs is kampioen in niet ‘nee’ zeggen”, Beroepsbeeld Leraar: https://beroepsbeeldleraar.nl


Noot

*) PO in actie – actiegroep, en later vakbond, van leraren van het primair onderwijs werd opgericht in maart 2017 door Jan van de Ven en Thijs Roovers, met als voornaamste doelen: een eerlijk salaris en kleinere klassen. In september 2018 stopte de actiegroep als vakbond. De lerarengroep is thans een  platform op Facebook waar leraren elkaar kunnen vinden en werkt samen met beroepsvereniging Het Lerarencollectief, opgericht in maart 2020.

Online bijeenkomst 3 juli 2023 en enquête

Meer info over de online bijeenkomst van 3 juli 2023 – Beroepsbeeld Leraar on Tour: praat mee over de essentie van het beroep: https://beroepsbeeldleraar.nl/actueel/beroepsbeeld-leraar-on-tour-praat-mee/ (Niet meer beschikbaar)

Invullen enquête over Beroepsbeeld van leraar: Zie formulier op https://beroepsbeeldleraar.nl/ (Niet meer beschikbaar)

Zie verder Beroepsbeeld Leraar: https://beroepsbeeldleraar.nl/actueel/

Project Beroepsbeeld Leraar

Project Beroepsbeeld Leraar: jouw beroep, jouw beeld: www.kl.nl/projecten/beroepsbeeld-leraar-jouw-beroep-jouw-beeld/

De gezamenlijke lerarenorganisaties – Algemene Onderwijsbond (AOb), CNV Onderwijs, Federatie van Onderwijsvakorganisaties (FvOv,) Beroepsvereniging Opleiders MBO (BVMBO), Lerarencollectief en Platform Vakinhoudelijke Verenigingen Voortgezet Onderwijs (PVVVO) – hebben Kennisland gevraagd om tot een beroepsbeeld van te leraar komen. Een beeld dat beschreven is en herkend wordt door leraren uit het primair, voortgezet en speciaal onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Leraren hebben een betekenisvol beroep en zijn ontzettend belangrijk voor de samenleving.

Toch neemt het tekort aan leraren nog steeds toe. Een van de constateringen is dat een gedeeld beroepsbeeld ontbreekt. In 2019 vroeg de Minister van Onderwijs aan Merel van Vroonhoven om als onafhankelijk aanjager advies te geven over het versnellen en intensiveren van de aanpak van het lerarentekort. In haar rapport Samen sterk voor elk kind stelt Merel van Vroonhoven onder andere dat een gedeeld beroepsbeeld van de leraar ontbreekt. Er zijn al sectorspecifieke beroepsbeelden, bijvoorbeeld voor leraren in het voortgezet onderwijs en docenten in het middelbaar beroepsonderwijs, maar er is nog geen beroepsbeeld dat de afzonderlijke onderwijssectoren overstijgt. Bovendien bestaat er nog geen beroepsbeeld dat door leraren zelf is beschreven.

Aanbevolen boek: Het lerarentekort – Pleidooi voor vakmanschap, door Jacquelien Bulterman: https://beroepseer.nl


Thijs Roovers is voortrekker van Stichting Beroepseer

Advies RVS ‘Met de stroom mee’ over noodzakelijk groot onderhoud zorgstelsel

“De grens is bereikt, de rek is eruit, het kan zo niet langer”. De boodschap komt niet alleen van burgers die goede zorg missen, maar ook vanuit de zorgsector zelf. Bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar CZ zei eind 2022 dat hij niet kon garanderen dat zorg altijd voor iedereen toegankelijk zou zijn in 2023.

De organisatie van zorg en ondersteuning leidt er steeds vaker toe dat mensen ziek(er) worden. Veel mensen raken de weg kwijt in de zorg- en ondersteuningssector en daardoor krijgen ze gewoonweg niet de hulp die ze nodig hebben. Aan de andere kant blijkt de zoektocht naar passende zorg en ondersteuning voor patiënten lang en ingewikkeld. Die voert langs vele bureaucratische loketten en leidt ertoe dat mensen aftakelen en uiteindelijk alleen maar meer zorg nodig hebben.

Met de stroom mee

Op 20 juni 2023 is het advies Met de stroom mee. Naar een duurzaam en adaptief stelsel van zorg en ondersteuning. gepresenteerd op een bijeenkomst waar het werd toegelicht door voorzitter Jet Bussemaker en raadslid Bas Leerink van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS). De Raad constateert dat met het huidige zorgstelsel burgers niet de zorg en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Het huidige zorgstelsel draagt zelf in belangrijke mate bij aan het probleem.
Maar wat gaan we eraan doen? Hoe doen we het beter?

De belangrijkste reden voor het schrijven van het advies, aldus de RVS in de Inleiding, is dat de funderende principes van het zorgstelsel niet meer passen bij de veranderde maatschappelijke context waarin de zorg zich bevindt. Dat gaat ten koste van de meest basale publieke waarden waarop de zorg zich van oudsher richt: toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit. Maar ook de rechtvaardigheid en de legitimiteit van het stelsel staan onder druk.

In de eerste plaats zien we dat de manier waarop het zorgstelsel met zorg en gezondheid omgaat steeds meer afwijkt van hoe er inmiddels in brede kring wordt gedacht over de aard van zorg- en ondersteuningsvragen.
Ten tweede staat de solidariteit van het bestaande stelsel onder druk. In de afgelopen jaren heeft de RVS meerdere malen aandacht gevraagd voor ongelijkheden in gezondheid en de samenhang met andere thema’s zoals bestaanszekerheid en de inrichting van de leefomgeving.
Ten derde zien we dat het huidige zorgstelsel op dit moment niet is ingericht voor het maken van legitieme afwegingen tussen botsende publieke waarden, zoals toegankelijkheid en kwaliteit.

Tijd voor verandering, ook van het stelsel

Het stelsel is niet langer houdbaar en bovendien niet meer wenselijk, aldus de Raad. Het is daarom, kortweg, tijd voor verandering. Niet alleen binnen het stelsel, maar ook van het stelsel.
Hoofdstuk 3 van Met de stroom mee gaat dieper in op de belangrijkste problemen van het huidige zorgstelsel.
Hoofdstuk 4 plaatst de kernproblemen in historisch perspectief.
Hoofdstuk 5 presenteert een aantal voorwaarden waaraan het zorgstelsel moet gaan voldoen. Behandeld worden de rol van de rijksoverheid, systeempartijen en burgers, en de sociale innovaties die horen bij stelselaanpassingen.
Hoofdstuk 6 gaat over welke verandering er volgens de RVS in het zorgstelsel dient te worden aangebracht om de kernproblemen aan te pakken en tot een andere afweging van publieke waarden te komen.

Voorzitter Jet Bussemaker in het Voorwoord:

“U bent dus gewaarschuwd: in dit advies bepleiten we als RVS fundamentele veranderingen. Maar wellicht ook ter geruststelling: we zijn ons er zeer van bewust dat werken aan grote allesomvattende transities verkeerde energie kunnen opslurpen. We komen dan ook zeer zeker niet met een tekentafeladvies waarin we een geheel nieuw stelsel ontwerpen. Onze aanbevelingen zijn erop gericht vooral de huidige fragmentatie te doorbreken en tot meer samenhang te komen, toegankelijkheid en solidariteit ook voor de toekomst te borgen en toe te werken naar een stelsel dat kan meebewegen met nieuwe uitdagingen.
(…)
Als we willen dat zorg en ondersteuning beter georganiseerd worden, zou het stelsel niet moeten tegenwerken, maar juist moeten meewerken.  Het zou goede initiatieven de stroom mee moeten geven, in plaats van dat ze tegen de stroom in moeten zwemmen en op z’n best met veel moeite langzaam vooruitkomen.

Dit advies gaat dus over een stelsel waarin het aanbod van zorg en ondersteuning samenhangend en toegankelijk georganiseerd is. Groot onderhoud aan het stelsel is noodzakelijk om dat te bereiken. Maar uiteindelijk blijft transitie mensenwerk. Een beter georganiseerd stelsel van zorg en ondersteuning is niet alleen een politieke verantwoordelijkheid, maar vraagt moed, lef en leiderschap van alle betrokkenen op alle niveaus. We hopen dat dit advies daartoe inspireert”.

Het advies besluit met een Lijst met geraadpleegde personen en een Literatuurlijst.

Reacties

Al snel na publicatie van Met de stroom mee verschenen er reacties op internet. Een greep:

– Een gezondheidswetenschapper en adviseur vindt het “tamelijk naïef van de RVS om te denken dat dit kan gaan gebeuren zonder het fundamenteel niet-passende zorgstelsel te vervángen, maar er juist weer aan te gaan sleutelen…” Het huidige zorgstelsel vindt hij niet te handhaven; het is een fossiel zorgstelsel dat allang in een museum had moeten staan. Waarom weer voorstellen te gaan sleutelen aan het huidige al gezonken en stilliggende wrak?

– Een deskundige op het gebied van de gezondheidszorg en extern vertrouwenspersoon schrijft dat het huidige zorgstelsel geen groot onderhoud nodig heeft. Het heeft een plek in een museum nodig. Zij vindt dat de RVS krabt, wéér, waar het niet jeukt. En blijft onderdeel van het probleem.

– Huisarts: Het zorgstelsel wordt niet beter door de premie ervoor anders te financieren. Je moet de zorginrichting veranderen en richten op samenwerking. En de verdieners aan de zorg, zoals de ZV en vele adviseurs etc, eruit

– Huisarts: Het hybride zorgstelsel is intrinsiek kostenverhogend en dan moet je niet de werkelijkheid aanpassen aan het systeemmodel, maar het systeemmodel aanpassen aan de realiteit! Gelijke toegang tot zorg voor iedereen is niet slechts een wens maar een recht.

– Huisarts: Mooi dat Bussemaker het zorgstelsel wél ter discussie stelt… maar verder? Men blijft een beetje binnen het geijkte discourse schrijven door dezelfde poppetjes: intellectuele lafheid en financiële belangen gaan hand in hand. Wat maakte Bussemaker tot hoogleraar aan het Leids Universitair Medisch Centrum en de Universiteit Leiden? Wetenschap?

– Een bedrijfsarts reageert op een uitspraak van Jeurissen, hoogleraar betaalbaarheid van zorg aan het Radboud UMC en een van de experts die voor het RVS-advies is geraadpleegd: ‘Want met die intrinsieke motivatie gaat het momenteel niet goed. Een toetssteen hiervoor is het ziekteverzuim, en dat is hoog in de zorg’. Deze opmerking komt bij mij over als dat gebrek aan motivatie de oorzaak is voor het gemak dat iemand zich ziek meldt. Hopelijk is dit een verspreking. Het is juist de overmaat aan motivatie die hebben geleid tot het ziekteverzuim. De zorgmedewerkers hebben veel te lang zichzelf laten opjutten in “lean” en “efficiënt”werken. Er is geen enkele ruimte meer voor rust en reflectie in het systeem. Het administratieve circus dat is opgetuigd, gebaseerd op een inmiddels geïnstitutionaliseerd wantrouwen, zorgt voor extra belasting. Maar het volslagen gebrek aan vertrouwen in de inschattingscapaciteit van de zorgverleners, dat heeft daarbij echt de grootste schade gedaan. Te veel mensen die op afstand staan van het primaire werkproces hebben zich laten inspireren door diverse “hype’s” en moeten bevredigd worden met “management informatie”, want dat is de primaire reden voor al die administratiedruk, gebrek aan inzicht bij de leidinggevende laag en vooral gebrek aan lef om vertrouwen te geven aan je professionals.
(….)
Ga niet weer “over de hoofden van de zorg heen” Haagse oplossingen bedenken, daar hebben we er al te veel van gezien.

– Klinisch psycholoog en psychotherapeut: “Het stelsel moet meewerken”. Bussemaker wil het geldverslindende zorgstelsel niet vervangen omdat dat “bakken met geld kost en alle aandacht vraagt”. En wel € 2,8 miljard transitiegelden verspillen via het Integraal Zorg Akkoord (kassa voor consultants en managers) dat niets gaat opleveren en veel aandacht vraagt? “Het stelsel moet meewerken”. Aha, klare taal.

– Anton Diedrich in het Haarlems Dagblad: De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving stelt voor de premie inkomensafhankelijk te maken. Het is een lapmiddel, om het systeem zoals dat aan het rafelen is nog even mee te laten gaan.

– Steven P.M. de Waal, voorzitter Public Space Foundation, Denktank voor Actief Burgerschap en Maatschappelijk Ondernemerschap en auteur van Het zal mijn zorg zijn – 7 routes naar een gezond zorgstelsel: Scherp en belangrijk advies van de Raad voor Zorg & Samenleving (dat laatste wordt echt waargemaakt) over problemen in dit stelsel en de pragmatische ingrepen die nodig zijn. Het is een oproep tot het civil leadership, dat ik zo belangrijk vind, maar nu in kringen van polder en nationale overheid: doe je eigen, noodzakelijke, maar ook soms pijnlijke werk, in plaats van alleen maar ‘visies’, ‘toekomstbeelden’, ‘convenanten’ en ‘beleidsplannen’ te produceren. Beweeg van papier naar bestuurlijke werkelijkheid en toon dus ook meer moed!
(…)
Veel is herkenbaar in het advies en het legt zeker een goede politieke agenda neer. De aanpak ervan gaat – helaas – nog jaren duren. Het goede nieuws is dat de gezondheidszorg nu al veel zichtbaar maatschappelijk leiderschap kent en gelukkig heeft afgeleerd op dit type visies en beleidsagenda’s te wachten. Velen, van professionals tot patiënten, zijn al voluit bezig de zorg in de goede richting te vernieuwen, zoals ik in mijn boek laat zien! Ik merk nu uit diezelfde zorgpraktijk veel belangstelling, juist voor deze voorbeelden van wat er blijkbaar nu al kan en nog meer kan.
Zoals het in mijn visie hoort, helpt dit advies om de politiek en polder erop te wijzen waar zij hun werk moeten doen om dit (nog) verder te gaan ondersteunen!

Groot onderhoud zorgstelsel dringend nodig om goede zorg voor burgers te garanderen, RVS, 19 juni 2023: www.raadrvs.nl

Downloaden Met de stroom mee – Naar een duurzaam en adaptief stelsel van zorg en ondersteuning, RVS, juni 2023: www.raadrvs.nl/documenten/publicaties/2023/06/20/met-de-stroom-mee

‘Zicht op zorgen’ – rapport met cijfers over problemen, hulpbronnen, leefsituatie en ondersteuning van mensen in het sociaal domein

Meedoen in de samenleving is niet voor iedereen even eenvoudig. Zeker niet voor mensen die te maken hebben met een stapeling van problemen en weinig hulpbronnen hebben. Deze mensen bevinden zich in een kwetsbare situatie en hebben wellicht ondersteuning nodig om mee te kunnen doen, vanuit hun netwerk of vanuit de overheid. In het sociaal domein ligt er daarmee een belangrijke taak voor de gemeenten. niet alleen bij het bieden van ondersteuning aan mensen, maar ook bij het faciliteren van de netwerken van mensen en de lokale kracht.
Om goede ondersteuning te kunnen bieden is actueel inzicht in de kwetsbaarheden waarmee mensen te maken hebben onmisbaar. Het gaat dan niet alleen om problematiek die direct op het terrein van het sociaal domein ligt, maar ook om aanpalende terreinen als digitale vaardigheden en schuldenproblematiek.

Twee rapporten

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft twee publicaties gepubliceerd over mensen met problemen op meerdere terreinen. Het rapport Zicht op zorgen bevat cijfers over de problemen, hulpbronnen, leefsituatie en ondersteuning van mensen in het sociaal domein. Het deelrapport Meer zicht op ouders rapporteert over zorgen, problemen en hulpbronnen van ouders van minderjarige kinderen.

Extra hard geraakt

Mensen in kwetsbare situaties worden extra hard geraakt door (de nasleep van) de coronacrisis, de energiecrisis en de inflatie.
Daarnaast kunnen deze ontwikkelingen leiden tot een toename van het aantal mensen in een kwetsbare situatie. Het beroep op ondersteuning zal naar verwachting dan ook toenemen. Dit wordt nog versterkt door demografische ontwikkelingen als vergrijzing en immigratie. Door het toenemend aantal ouderen, langer thuis wonen en personeelstekorten in de zorg wordt steeds meer gevraagd van informele hulpverleners en de sociale basis. Het wordt daarom steeds belangrijker om te zorgen dat mantelzorgers niet uitvallen en burgers niet overvraagd worden Dit alles vraagt om een langetermijnvisie en om creatieve oplossingen van het rijk, gemeenten, werkgevers, professionals, informele hulpverleners en burgers zelf.

Drempels wegnemen

Eén op de zes volwassenen in Nederland heeft te maken met een stapeling van problemen. Uit het onderzoek Zicht op zorgen blijkt dat deze mensen bijvoorbeeld weinig financiële middelen hebben en geen sociaal netwerk om problemen het hoofd te bieden. Mensen met een stapeling van problemen hebben relatief weinig hulpbronnen zoals financiële middelen, opleiding, gezondheid, veerkracht en eigen regie. Daardoor bevinden ze zich relatief vaak in een kwetsbare situatie en kunnen ze vaak minder goed meedoen in de samenleving.

Het onderzoek onderstreept het belang van een brede blik op het dagelijks leven van mensen en het leveren van maatwerk bij hulp en ondersteuning. Er dient daarbij niet alleen naar de problemen van mensen gekeken te worden, maar ook naar de hulpbronnen waar zij over (kunnen) beschikken. Zo kan het voor gemeenten en hulpinstanties zinvol zijn om in te zetten op het versterken van hulpbronnen van mensen. Daarnaast is het belangrijk dat mensen beter toegang tot ondersteuning hebben en dat de drempels die mensen ervaren om in aanmerking te komen voor voorzieningen in het sociaal domein worden weggenomen. Zo zou ook de informatievoorziening breder toegankelijk en eenvoudiger moeten zijn.

Downloaden rapport Zicht op zorgen, door Mirjam de Klerk, Evelien Eggink, Inger Plaisier, Klarita Sadiraj, Sociaal en Cultureel Planbureau, mei 2023: www.scp.nl/publicaties/publicaties/2023/05/31/zicht-op-zorgen

Downloaden deelrapport Meer zicht op ouders, door Freek Bucx, Evelien Eggink, Mirjam de Klerk, Sociaal en Cultureel Planbureau, mei 2023: www.scp.nl/publicaties/publicaties/2023/05/31/deelrapport-meer-zicht-op-ouders

Afbeelding bovenaan Infographic Zicht op zorgen: https://beroepseer.nl/

Bij sociaal werkers in België groeit het ongenoegen: ‘We zwoegen aan formulieren en documenten waarvan we weten dat het onzinnig is’

Een bijeenkomst tussen 42 deelnemers over veerkracht en motivatie bleek bijzonder moeilijk te verlopen. Ze maakten elkaar over en weer verwijten. Over het sluiten van loketten bijvoorbeeld.
Birgit Goris was erbij en brengt verslag uit op het Belgische Sociaal.Net – digitaal platform voor sociale professionals – dat sinds 2015 bestaat en is ontstaan uit de vaktijdschriften Alert voor sociaal werk en politiek en het Tijdschrift voor welzijnswerk. Goris is lector sociaal werk aan de Vlaamse Hogeschool UC Leuven-Limburg en medewerker participatie bij De RuimteVaart, vereniging tegen armoede. De titel van haar artikel is veelzeggend: De kernopdracht van sociaal werk staat onder druk: ‘We moeten front vormen’.

De bijeenkomst werd georganiseerd door Sterk Sociaal Werk Vlaams-Brabant in Heverlee op 23 mei 2023. Birgit Goris: “Vandaag is de eerste lijn massaal present, maar ook vanuit de gespecialiseerde tweede lijn zijn er collega’s. Het zijn basiswerkers uit alle mogelijke hoeken van het sociaal domein: van basiseducatie, opbouwwerk, sociaal-cultureel volwassenenwerk en sociale economie tot OCMW*), gezinsondersteuning, wijkgezondheidscentra, mutualiteit, geestelijke gezondheidszorg en jeugdhulp“.
De deelnemers vormen een dwarsdoorsnede van het sociaal werk.

Alles wat de ziel van de stiel bederft

Goris: “En dan gebeurt het. Een deelnemer stelt de ultieme vraag: ligt bij sociaal werkers, door de aard van het beroep en de hoge werkdruk, burn-out meer op de loer? Er ontstaat geroezemoes in de zaal. Het is een instemmend gezoem. Maar daar blijft het niet bij. Een sociaal werker gooit haar frustratie over de ontoegankelijkheid van diensten eruit. En plots gaat het over alles wat de ziel van de stiel bederft: de sluiting van loketten, werken op afspraak, digitalisering, ingewikkelde procedures en de steeds complexere administratieve verplichtingen om rechten af te dwingen.
Allerlei diensten worden benoemd en bekritiseerd. Burgers vinden hun weg niet meer in het doolhof van de samenleving. Sociaal werkers sukkelen mee en verliezen soms een hele dag aan het uitzoeken van waar mensen terechtkunnen en hoe ze daar dan binnenkomen.
Iemand verwijt collega sociaal werkers dat ze de ontoegankelijkheid van diensten en rechten alleen maar vergroten. Het gevoel dat verschillende eerstelijnsdiensten hun taken afschuiven op anderen, waardoor ook die niet tot hun kerntaak komen, wordt beaamd en tegengesproken”.

Zwarte pieten schuiven

De ontmoeting mondt uit in een haast eindeloze sessie zwarte pieten schuiven. “We schieten op elkaar”, concludeert Goris: “We richten de pijlen op elkaar. We schieten op andere sociaal werkers die ook met hun voet in de modder staan. Sociaal werkers die op hun beurt botsen op nutteloze regels, gesloten diensten en het moeten werken op afspraak.
Sociaal werkers zijn kwaad op het systeem, maar blijven er wel in meedraaien”.
Goris heeft het over ‘onzichtbaar schaduwwerk’. In plaats van een front te vormen, maken sociaal werkers elkaar verwijten: “We zwoegen aan formulieren en documenten waarvan we weten dat het onzinnig is”.

Laten we samenwerken

Het enige advies, aldus Goris, dat hout snijdt is uiteraard: “Laten we samenwerken en ons verzetten tegen systemen zodat we het onrecht dat we zien en dat op beleidsniveau georganiseerd wordt, aan de kaak kunnen stellen. Enkel zo komen we tot echte verandering. Enkel zo zullen we kunnen waarmaken wat we pretenderen: het afdwingen van sociale rechten van mensen”.

Goris wijst in haar verslag op de kerntaak van het sociaal werk, gedefinieerd in De vijf krachtlijnen van Sterk Sociaal Werk tijdens de eerste Sociaalwerkconferentie in Brussel op 24 mei 2018. Deze vijf krachtlijnen zijn: nabijheid; politiserend werken; procesmatig werken; generalistisch werken; verbindend werken.
Meer hierover op Departement Zorg: https://departementwvg.be/ssw/5-krachtlijnen

Lees het hele artikel: De kernopdracht van sociaal werk staat onder druk: ‘We moeten front vormen’, door Birgit Goris, Sociaal.Net, 9 juni 2023: https://sociaal.net/opinie/de-kernopdracht-van-sociaal-werk-staat-onder-druk/

Noot
*) OCMW = Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn in België is een gemeentelijke openbare instantie

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Gert Biesta over inspiratie en het wonder in het onderwijs

Gert Biesta sprak eind mei 2023 op de de Verus-congresdag 2023 in Bussum over inspirerend onderwijs. Speciaal voor de gelegenheid schreef hij De school als vrijplaats, een publicatie die deel uitmaakt van de strategische pijler ‘Geïnspireerd Goed Onderwijs’ van de vereniging Verus voor katholiek en christelijk onderwijs in Nederland. Bij Verus zijn ruim vierduizend scholen aangesloten.
Onderwijspedagoog Gert Biesta is kroonlid van de Onderwijsraad en sinds 2016 wetenschappelijk adviseur bij Verus. Biesta heeft verschillende boeken geschreven over de theorie en het beleid van opvoeding en onderwijs, en de theorie en filosofie van onderwijspedagogisch en sociaal-wetenschapplijk onderzoek.

Het eerste hoofdstuk is getiteld Verwacht geen wonderen? Biesta:

“In de tuin van het Scottish National Gallery of Modern Art in Edinburgh staat een zes meter hoge installatie van de Schotse beeldend kunstenaar Nathan Coley met daarop in grote verlichte hoofdletters “THERE WILL BE NO MIRACLES HERE”. Coley vond de tekst in een zeventiende-eeuwse koninklijke proclamatie uit een stad in Frankrijk waar met regelmaat wonderen zouden zijn gebeurd. ‘There will be no miracles here’ klinkt een beetje als de politieagent die bij de plaats van een ongeluk staat en zegt: ‘Doorlopen allemaal, er valt hier niets te zien.’

Er zijn mensen die het liefst bij iedere school zo’n bord neer zouden willen zetten. Hun ideaal van onderwijs is er een waarin alles onder controle is. Een school waar leraren louter wetenschappelijk bewezen interventies toepassen om op de meest effectieve wijze vooraf geformuleerde leerdoelen te realiseren. Een school waar niet alleen de basis op orde is, maar een school die tot in alle uithoeken perfect is. Kortom, een school zonder verrassingen.

Voor sommigen is dit een aantrekkelijk perspectief, wat verklaart waarom mensen het op veel plekken in de wereld met energie en enthousiasme propageren en nastreven. Voor anderen is dit ideaalbeeld echter de dood in de pot van het onderwijs. Een school zonder verrassingen, een school waar al van tevoren vaststaat wat er moet gebeuren en zal gaan gebeuren, is een school waar eigenlijk helemaal niets meer kan gebeuren. En het is vooral een school waarin de mogelijkheid voor kinderen om aan te komen in de wereld en in die wereld te verschijnen minimaal is.

En dat terwijl het verschijnen van een nieuwe mens in de wereld misschien wel het grootste wonder is. Dat is in ieder geval hoe de filosofe Hannah Arendt erover denkt wanneer ze het fenomeen van de ‘geboortelijkheid’ (in het Engels: natality) benoemt als een wonder, en, nog krachtiger, als het wonder dat de wereld behoedt voor haar ondergang. Terwijl veel filosofen geobsedeerd zijn door de sterfelijkheid van de mens, kijkt Arendt juist de andere kant op. Ze wijst op het nieuwe begin dat zich bij iedere geboorte aandient. En ze wijst op het vermogen van mensen om iets nieuws te beginnen en een nieuw begin te zijn; een vermogen dat besloten ligt in het fenomeen van de geboortelijkheid en zichtbaar is in het simpele feit dat mensen worden geboren. Het besef van dat vermogen, aldus Arendt, is de bron van vertrouwen en hoop.

Maar het aankomen van nieuwkomers in de wereld gaat niet vanzelf. Het nieuwe begin is kwetsbaar en heeft bescherming nodig, omdat de wereld maar al te vaak overweldigend is. Het nieuwgeboren kind zegt daarom niet ‘Onderwerp me aan jouw idealen en ambities’, maar vraagt om tijd en ruimte om aan te komen in de wereld. Het nieuwgeboren kind zegt daarom niet ‘Geef me leerdoelen, toets me, beoordeel me, reken me af’, maar vraagt om toerusting, oriëntatie en aanmoediging om de stap de wereld in te kunnen, willen en durven zetten, en daar staande te kunnen blijven.

Het nieuwgeboren kind zegt daarmee: ‘Geef me een eerlijke kans op mijn eigen zelfstandigheid.’ En het zegt ook: ‘Verwacht het onmogelijke van me, verwacht wat niemand van ons nu al als mogelijkheid kan zien of berekenen of voorspellen.’ Het nieuwgeboren kind zegt: ‘There will be miracles here!’”

Inhoudsopgave De school als vrijplaats – Over geïnspireerd goed onderwijs
Voorwoord van Berend Kamphuis en Mark Buck, college van bestuur Verus  7
1. Verwacht geen wonderen? 11
2. Geïnspireerd goed onderwijs 15

Onderwijs en inspiratie  16
Leven van de lucht  18
Geïnspireerd onderwijs  22
Inspirerend onderwijs  26
De integriteit van het onderwijs  29

3. In gesprek over inspiratie 34
4. Verder denken: vijf thema’s 41

Visie of opdracht?  42
Volwassenheid  45
‘Goede’ en ‘slechte’ inspiratie  48
Goed onderwijs  49
Drie gereedschappen van de leraar  50

5. De school als vrijplaats  54
Werkvormen voor inspiratiegesprekken  61

Downloaden De school als vrijplaats, door Gert Biesta, 66p, mei 2023 op Verus: https://verus.nl/download-publicatie-de-school-als-vrijplaats

Lees ook: Biesta bij Verus2023 over inspirerend onderwijs: ‘Daar zitten een aantal valkuilen in. Dus elkaar scherp houden is belangrijk.’ door Rob van der Poel, Nivoz, 7 juni 2023: https://nivoz.nl

Boeken geschreven door Biesta en uitgegeven bij Phronese (www.uitgeverijphronese.nl/)
Wereldgericht onderwijs: Een visie voor vandaag (2022)
De terugkeer van het lesgeven (2021)
Pedagogiek als betrokken handelingswetenschap (met co-redacteur Maartje Janssens (2021)
Het prachtige risico van onderwijs (2020)
Het leren voorbij (2016)

Ontdek hoe werknemers over de hele wereld hun werk vorig jaar hebben ervaren in ‘State of the Global Workplace 2023 Report’ van Gallup

“Wat kunnen leidinggevenden vandaag doen om de wereld mogelijk te redden?” CEO Jon Clifton van Gallup heeft één duidelijk antwoord: “Verander de manier waarop je mensen aanstuurt”.
Het jaarlijkse Gallup-rapport bevat de stem van werknemers wereldwijd. In het State of the Global Workplace 2023 Report analyseert Gallup de wereldwijde toename van werknemers die goed gedijen op het werk, ook al blijft de stress onder werknemers op recordhoogte staan. Als werknemers zich goed voelen op het werk, is dit beter voor bedrijf en mensheid.

John Clifton, CEO van het internationale analyse- en adviesbureau Gallup, schrijft in het Voorwoord:

“Dit voorjaar deed Indermit Gill, hoofdeconoom van de Wereldbank, een opzienbarende uitspraak: ‘De wereldeconomie kan een verloren decennium tegemoet gaan. De voortdurende daling in potentiële groei heeft ernstige gevolgen voor het vermogen van de wereld om het toenemende scala aan uitdagingen die uniek zijn voor onze tijd, aan te pakken – hardnekkige armoede, divergerende inkomensverschillen en klimaatverandering’.

De boodschap is duidelijk. De economische groei vertraagt. En als we het wereldwijde BBP niet verhogen, wordt elk ander probleem moeilijker op te lossen.
Dus wat kunnen leiders vandaag doen om de wereld mogelijk te redden?
Gallup heeft één duidelijk antwoord gevonden: Verander de manier waarop je mensen aanstuurt.

In het rapport State of the Global Workplace van dit jaar schatten we dat een lage betrokkenheid de wereldeconomie 8,8 biljoen dollar kost. Dat is 9% van het wereldwijde BBP – genoeg om het verschil te maken tussen succes en mislukking voor de mensheid.

Slecht management leidt tot verlies van klanten en winst, maar ook tot ellendige levens. Uit onderzoek van Gallup naar welzijn op het werk blijkt dat een baan waaraan je een hekel hebt, erger is dan werkloos zijn – en die negatieve emoties komen thuis terecht en hebben invloed op de relatie met het gezin. Als je niet floreert op het werk, is het onwaarschijnlijk dat je floreert in het leven.

Dit rapport legt de stem van de werknemers van de wereld vast om leiders te helpen betere beslissingen te nemen. Er zijn enkele positieve trends, maar er is ook veel werk aan de winkel. Leidinggevenden behoren te beginnen met het volgende:

1) Richt je op je meest winbare werknemers. Bijna zes op de tien werknemers hebben het stilletjes opgegeven, maar met een paar veranderingen op hun werkplek zullen ze waarschijnlijk wel betrokken raken.

2) Geef ze een betere manager. In de afgelopen drie jaar heeft Gallup onze beste wetenschap gebruikt om meer dan 14.000 managers op te leiden tot effectieve coaches. Negen tot 18 maanden later was de betrokkenheid van hun teams gestegen met 8% tot 18%.

Door over te stappen op bewezen, science-based management kunnen organisaties de koers van de economie – en de wereldgeschiedenis – veranderen. Zo belangrijk is het”.


Het Gallup-onderzoek omvat alle landen van de wereld. De belangrijkste bevindingen:

1. De betrokkenheid van werknemers bereikte een recordhoogte in 2022.
2. De meerderheid van de werknemers wereldwijd geven het stilletjes op.
3. Stress onder werknemers bleef gehandhaafd op recordhoogte.
4. In 2022 kende de wereld een toename van het aantal vacatures.
5. Meer dan de helft van de werknemers is actief of passief op zoek naar een baan.
6. Betrokkenheid is belangrijker dan de plek waar werknemers werken.
7. ‘Stille opgevers’ weten wat ze zouden veranderen op het werk.

Na een daling in 2020 tijdens de pandemie, is de betrokkenheid van werknemers weer aan het stijgen tot een recordhoogte van 23%. Dit betekent dat meer werknemers hun werk zinvol vinden en zich verbonden voelen met hun team, manager en werkgever. Dat is goed nieuws voor de wereldwijde productiviteit en groei van het BBP.

Stilletjes opgeven is wat er gebeurt als mensen zich psychologisch losmaken van het werk. Zij zijn misschien fysiek aanwezig of ingelogd op hun computer, maar ze weten niet wat ze moeten doen of waarom hun werk ertoe doet. Ze hebben ook geen ondersteunende relatie met hun collega’s, baas of organisatie. Het betreft hier bijna zes op de tien werknemers.

Wereldwijd zei 44% van de werknemers dat ze de vorige dag veel stress hadden ervaren. Dit is het tweede jaar op rij dat stress onder werknemers recordniveaus bereikt.

Drieënvijftig procent van de werknemers in 2022 zei dat het nu een goed moment is om een baan te vinden waar ze wonen, een sterke stijging ten opzichte van het voorgaande jaar en dicht bij de recordhoogte in 2019 .

De toename van het aantal beschikbare banen geeft aan dat de wereldeconomie open staat voor onderhandelen. Maar werkgevers zullen daardoor meer aandacht moeten besteden aan het behouden van hun meest getalenteerde werknemers.

In alle onderzochte landen en regio’s zegt 51% van de werknemers die momenteel een baan hebben, dat ze uitkijken naar een nieuwe baan of daar actief naar op zoek zijn.

Een hoger loon is de belangrijkste factor in wat mensen willen in hun volgende baan. Maar ook meer welzijn en mogelijkheden om te groeien en zich te ontwikkelen worden door werkzoekenden zeer gewaardeerd.

Er is een voortdurende discussie gaande tussen organisaties en werknemers die op afstand kunnen werken. Wat is beter: Werken op afstand, hybride of volledig op locatie? Werken op afstand kan meer flexibiliteit bieden en de stress van het woon-werkverkeer wegnemen. Aan de andere kant biedt werken op locatie kansen om een band op te bouwen, samen te werken en mentor te zijn.
Uit een analyse van Gallup blijkt dat betrokkenheid bij werknemers 3,8 keer zoveel invloed heeft op stress als de werklocatie. Het gevoel van mensen over hun baan heeft veel meer te maken met hun relatie met hun team en manager dan met het feit dat ze op afstand of op locatie werken.

“Mijn werk geeft me niet de kans om naar de kerk te gaan, familieleden te bezoeken of een tijdje te reizen”, zegt kassier Bolaji (39) in Nigeria. Onderdeel van de Gallup-enquête betrof de vraag: “Als u één verandering zou kunnen doorvoeren bij uw huidige werkgever om er een fantastische werkplek van te maken, wat zou die dan zijn?”. In totaal had 85% van de antwoorden betrekking op drie categorieën: betrokkenheid of cultuur, salaris en welzijn.

Wat Europa betreft zijn de opvallendste uitkomsten:

– laagste percentage betrokken werknemers;
– op één na laagste percentage van dagelijkse woede;
– op één na laagste percentage werknemers die uitkijken naar een nieuwe baan of actief op zoek zijn naar een nieuwe baan.

De betrokkenheid van Europese werknemers is het hoogst in Roemenië (35%) en het laagst in Italië: 5%. Nederland: 14%.

Wat het percentage aan dagelijks ervaren stress betreft, staat Griekenland bovenaan met 60%. Onderaan staat Letland met 22%. Nederland: 29% (hetzelfde percentage als vermeld in het rapport van 2022).

Dagelijks ervaren woede is ook gemeten. Het land met het hoogste percentage is Montenegro met 33%. Onderaan staat Finland met 5%. Nederland: 8%

Het werkklimaat – de arbeidscultuur – is ook gemeten. Hoe voelen werknemers zich op hun werk? Het meest tevreden zijn de Denen met 70%, het minst tevreden zijn de Italianen met 20%. Nederlanders: 56%.

Downloaden van State of the Global Workplace 2023 Report – The voice of the world’s employees: https://www.gallup.com/workplace/349484/state-of-the-global-workplace.aspx