Skip to main content

Redactie Beroepseer

Is het verpleegkundig ideaal bijzaak geworden? Verpleegkundige reageert op ingezonden brief

In de rubriek Ingezonden lezersbrieven van De Volkskrant van 11 juni 2018 reageert een verpleger in klare taal op een optimistische voorspelling van een docent Verpleegkunde.

Pieterbas Lalleman, docent HBO-V aan de Hogeschool Utrecht, verwacht door zij-­instromers de zorg te verbeteren, omdat die door hun levens- en werkervaring gewend zijn kritische vragen te stellen en nadenken over hetgeen ze aan het doen zijn (Ten eerste, 8 juni).

De reactie van Eric Middelhuis uit Almere – ‘al jaren broeder voor groote & kleyne luyden’ – op Lallemans brief luidt: “Ik zal hem maar snel uit deze droom helpen, want dit gaat niet gebeuren. En wel hierom: de Nederlandse ziekenhuizen zijn verworden tot zorg­productiebedrijven aangestuurd door een Amerikaans managementsysteem waarbij geld de boventoon voert.

Veel ideeën worden met wortel en tak uitgeroeid omdat ze niet binnen dit management­systeem passen. Het ideaal van veel verpleegkundigen, het op een fatsoenlijke manier mensen verzorgen en bijstaan, is bijzaak geworden. Vele jaren terug heeft deze omslag van denken al plaatsgevonden; investeren in nieuwe aanwas was niet nodig. Met de huidige tekorten als resultaat.

Als ik de cursisten van Lalleman nog één advies mag geven voordat ze de verpleegkundige praktijk ingaan: kijk naar de film Modern Times van Charlie Chaplin.Er is nog bar weinig veranderd”.

‘Het ideaal van verpleegkundigen is bijzaak geworden’, Brieven, De Volkskrant, 11 juni 2018: www.volkskrant.nl

Minister Slob van Onderwijs in Kamerbrief: “Het opbouwen van een stevige beroepsgroep voor leraren verdient een nieuwe kans”

Een stevige, professionele beroepsgroep is belangrijk voor leraren en het onderwijs in Nederland. De inspanningen van de afgelopen jaren om tot zo’n beroepsgroep te komen, hebben tot nog toe onvoldoende opgeleverd. Daarom kiest minister Slob  van Onderwijs voor een ingrijpende koerswijziging. “Het opbouwen van een stevige beroepsgroep voor leraren verdient een nieuwe kans”, schrijft hij 11 juni 2018 in een brief aan de Tweede Kamer.

Om te bepalen welke stappen nu gezet moeten worden om te komen tot een stevige beroepsgroep, heeft de minister Alexander Rinnooy Kan gevraagd om dat nader te verkennen. Rinnooy Kan gaat nog voor de zomer de eerste gesprekken voeren met lerarenorganisaties, leraren en andere betrokkenen. “Een goed functionerende beroepsgroep is in ieders belang en essentieel voor ons onderwijs. Ik wil daar graag naar vermogen toe bijdragen”, aldus Rinnooy Kan.

Rinnooy Kan was eerder voorzitter van de Commissie Leraren. Deze commissie werd in 2007 door de toenmalige minister van Onderwijs om advies gevraagd over de aanpak van het lerarentekort, de positie van de leraar en de kwaliteit van de leraar.

Rapportage

Naar verwachting kan Rinnooy Kan rond de herfst rapporteren over de verdere professionalisering van de beroepsgroep. Op basis daarvan kan een nieuwe koers bepaald worden. Rinnooy Kan is goed bekend met de vraagstukken die spelen. “Hij is bij uitstek geschikt voor deze taak, gezien zijn ervaring met complexe vraagstukken en zijn eerdere advisering over dit onderwerp”, stelt de minister.

Leraren zijn nu wel georganiseerd in vakbonden en per thema is er soms een vakvereniging, maar er is geen organisatie die hen op landelijk niveau overkoepelend vertegenwoordigt als het gaat om de kwaliteit van het vak en vakinhoudelijke vraagstukken. Bij andere beroepen, zoals advocaten en artsen, is dat wel het geval. Eerder voerde de Onderwijscoöperatie die rol uit. Omdat deze organisatie te weinig draagvlak had onder leraren besloten zij eerder te stoppen met hun activiteiten.

Register

De minister doet ook een pas op de plaats met het verplichte Lerarenregister. Slob: “Pas als duidelijk is wat er nodig is om het register in te zetten als register van, voor en door de leraar gaan we de volgende stap zetten”. Het vrijwillige register blijft ondertussen gewoon beschikbaar voor leraren die daar hun portfolio in hebben opgeslagen.

Volgens de minister is het Lerarenregister te veel een doel op zich geworden, terwijl dit juist bedoeld was als een middel was om de beroepsgroep te versterken. “Al onze energie moet nu gericht zijn op het verder opbouwen van een stevige beroepsgroep. Leraren moeten daar nu al lang genoeg op wachten” zegt Slob. Rinnooy Kan deelt dit beeld. “Het register is het sluitstuk en niet het begin”.

Regie terug bij de leraar

Volgens Slob moet de leraar de regie terugkrijgen. Hij is niet van plan om van bovenaf een beroepsgroep te verplichten, maar wil leraren wel ondersteunen om zo’n collectief goed vorm te geven.“Het belang van de leraar moet voorop staan. En dan kan de leraar dus ook het beste aan het roer staan“, aldus Slob.

Ingrijpende koerswijziging nodig voor verdere versterking positie leraar, Nieuwsbericht Rijksoverheid, 11 juni 2018: https://www.rijksoverheid.nl/regering/bewindspersonen/arie-slob/nieuws/2018/06/11/ingrijpende-koerswijziging-nodig-voor-verdere-versterking-positie-leraar (Niet meer beschikbaar op Rijksoverheid. Ga naar Sitearchief https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#archive en tik in zoekveld van grijze linkerkolom aan linkerkant de titel van het nieuwsbericht)

Omvangrijke publicatie over (uitdagingen op) de onderwijs-arbeidsmarkt: Onderwijs aan het werk 2018

De Bijzondere Leerstoel Onderwijsarbeidsmarkt van de Universiteit van Tilburg en CAOP, kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken en het publieke domein, hebben een omvangrijke publicatie van 550 pagina’s uitgebracht over de huidige onderwijsarbeidsmarkt: Onderwijs aan het werk – 2018. Met actuele thema’s zoals leraarschap, arbeidsvoorwaarden, professionalisering en mobiliteit. Naast feiten zijn in het boek ook analyses en visies van deskundigen opgenomen. Het gaat hierbij om een combinatie van wetenschappelijke analyses en ervaringen uit de praktijk met o.m. een bijdrage over arbeidsverhoudingen van Hein van Asseldonk, vice-voorzitter van de VO-raad – Vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs – en over een beroepsbeeld voor de leraar en een handvat voor loopbaan- en ontwikkelpaden van Bas de Wit, teamleider Professionele schoolorganisatie VO-raad.
Het boek is geredigeerd door de bijzonder hoogleraren dr. Frank Cörvers en dr. Marc van der Meer. Het voornemen is om een dergelijke publicatie elke twee jaar uit te brengen.

Patrick Banis, directeur van CAOP schrijft in het Voorwoord: “De onderwijsarbeidsmarkt is op het moment dat deze publicatie verschijnt bijna dagelijks in het nieuws. De tekorten van leerkrachten in het primair onderwijs, werkdruk bij docenten en het imago van werken in het onderwijs zijn thema’s die de media en dus de politiek beheersen. Onderwijs wordt gezien als een belangrijke voorwaarde voor de kenniseconomie en daarmee voor de arbeidsmarkt van morgen. Dat legt vooral een zware verantwoordelijkheid bij degenen die daarin werkzaam zijn (leraren, schoolleiders en onderwijsondersteunend personeel). Onderwijs is ook politiek al een aantal jaren een prioriteit.

Het voorspelde tekort is er nu echt gekomen

Na het Actieplan Leerkracht van het kabinet-Balkende IV volgde de afgelopen jaren de Lerarenagenda, waarmee prioriteit werd gegeven aan het werken in het onderwijs en de positie van de leraar in het bijzonder. Het al jaren voorspelde tekort op de arbeidsmarkt is er nu echt gekomen en werpt vragen op over de hoogte van de beloning en de arbeidsomstandigheden van werken in het onderwijs. Maar zoals deze publicatie aantoont kunnen deze zaken niet los worden gezien van de bredere context van de werking van de onderwijsarbeidsmarkt. Dan gaat het om vragen op het vlak van de arbeidsverhoudingen, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, arbeidsproductiviteit, kwaliteit van werken en mobiliteit van medewerkers.
Met deze publicatie maakt de Bijzondere Leerstoel Onderwijsarbeidsmarkt verschillende aspecten van werken in het onderwijs inzichtelijk”.

omslag onderwijs aan het werk

 

Downloaden: Onderwijs aan het werk 2018. Analysen, feiten en visies over werken in het onderwijs, redactie Frank Cörvers en dr. Marc van der Meer, CAOP, 2018: www.vo-raad.nl

 

Gelanceerd: website over samenwerking tussen vmbo, mbo en bedrijfsleven in de regio

Scholen in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs die samenwerken of dit gaan doen om de doorstroom vmbo-mbo te verbeteren en goed en toegankelijk beroepsonderwijs in de regio te behouden, kunnen sinds 4 juni 2018 terecht op de website Sterk beroepsonderwijs: www.sterkberoepsonderwijs.nl

Op deze website – gelanceerd in het kader van het landelijke programma Sterk beroepsonderwijs – vindt de bezoeker informatie, nieuws, inspirerende voorbeelden, regionale activiteiten en hulp van experts.
Het programma Sterk beroepsonderwijs zet in op meer regionale samenwerking tussen vmbo en mbo en de arbeidsmarkt, ruimte om doorlopende routes vmbo-mbo op alle niveaus mogelijk te maken en een nieuwe leerweg in het vmbo.

Het ministerie van OCW, de AOC Raad (Agrarisch Opleidingscentru), MBO Raad, Stichting Platforms VMBO-SPV (Sociaal psychiatrische verpleegkunde), Platform Theoretische Leerweg (TL) en de VO-raad geven hier op landelijk niveau uitvoering aan. De MBO-raad en VO-raad zullen vmbo- en mbo-scholen daarnaast faciliteren om op regionaal niveau de samenwerking te intensiveren en uit te breiden.

Op de site kan men zich ook aanmelden voor de nieuwsbrief van Sterk beroepsonderwijs.

Koplopers gezocht

Wie een goed voorbeeld voor de samenwerking vmbo-mbo kent, kan zich op de nieuwe site aanmelden als koploper. Het voorbeeld wordt dan op de site gepubliceerd ter inspiratie van andere scholen. Koplopers zijn innovatieve samenwerkingsprojecten waarin vmbo, mbo en arbeidsmarktpartijen concrete resultaten hebben geboekt.

Sterk Beroepsonderwijs: www.sterkberoepsonderwijs.nl

Nieuwe website rond ‘Samenwerken aan sterk beroepsonderwijs’, VO-raad, 7 juni 2018: www.vo-raad.nl

Kamerbrief over programma versterking vmbo-mbo, Rijksoverheid, 28 mei 2018: www.rijksoverheid.nl

samenwerking sterk beroepsonderwijs

 

 

 

Filmimpressie Start Alternatieven-kabinet

thijs jansen alternatievenkabinetVan de start van het Alteratieven-kabinet op 31 mei 2018 is een korte filmimpressie gemaakt door Motion Identity. Directeur Thijs Jansen van Stichting Beroepseer, initiatiefnemer van het Alternatieven-kabinet, vertelt over doel en werking van het kabinet dat bestaat “uit inspirerende mensen die proberen de wereld een stukje beter te maken: Er is dringend verandering nodig voor leerlingen, voor patiënten, voor burgers. Nu hebben we vaak te maken met hiërarchische en grootschalige organisaties waar de behoeften van patiënten, burgers en leerlingen eigenlijk secundair zijn”.

Corine Korrel, een van de kabinetsleden, zegt in haar toespraak dat we kinderen scheiden vanaf hun twaalfde jaar. Dat zouden we niet meer moeten doen. Ze komt met een voorstel, een alternatief, om daar een eind aan te maken. Het kan anders.
Op de video zien we ook Jason Bhugwandass twee columns voordragen over zijn persoonlijke ervaringen met jeugdhulp waar de focus is gericht op systemen die de menselijkheid en het vakmanschap van zorgverleners in de weg zitten.

Het Alternatieven-kabinet staat onder leiding van Jos de Blok van Buurtzorg. In zijn openingstoespraak benadrukte hij dat het in de zorg gaat om vakmanschap, vertrouwen en menselijk contact en niet om een product leveren.
De deelnemers aan de start kregen de gelegenheid aan te geven wat zij verwachten van het Alternatieven-kabinet.

Bekijk onderaan het artikel de video. Duur: 3 min.

Klik hier voor een  geschreven verslag van de start van het Alternatieven-kabinet, met namen kabinetsleden: https://beroepseer.nl/actueel-in-beroepseer/verslag-start-alternatieven-kabinet/

In landelijke publiekscampagne ‘IK ZORG’ staan werken in zorg en welzijn centraal

Verschillende partijen vanuit de zorg- en welzijnssector starten samen met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vanaf najaar 2018 de landelijke publiekscampagne ‘IK ZORG’. In deze campagne staan mensen centraal die werken in de sector zorg en welzijn.

Verhalen en foto’s

In de zomer start een tour om verhalen en foto’s uit de sector te verzamelen, onder de slogan IK ZORG. De bedoeling is dat werkenden vertellen wat ze doen, waar ze trots op zijn en wat ze willen dat anderen weten over werken in zorg en welzijn. Die verhalen worden gebruikt voor de landelijke publiekscampagne. Zo zien mensen buiten de sector dat werken in zorg en welzijn meer inhoudt dan misschien op het eerste gezicht lijkt.

De campagne IK ZORG is onderdeel van het actieprogramma Werken in de zorg van het ministerie van VWS dat tot doel heeft de personeelstekorten in het zorg aan te pakken en sluit aan bij de arbeidsmarktagenda Aan het werk voor ouderen waarmee werknemers, werkgevers, opleiders en overheid zich sterk maken voor behoud en instroom van zorgpersoneel.

Sector zorg en welzijn start landelijke publiekscampagne ‘IK ZORG’, Aan het werk voor ouderen, 6 juni 2018: https://aanhetwerkvoorouderen.nl

Klik hier voor downloaden Actieprogramma Werken in de zorg, Rijksoverheid, 13 maart 2018: www.rijksoverheid.nl

De kracht van zorg, Aan het werk voor ouderen met de arbeidsmarktagenda: https://aanhetwerkvoorouderen.nl

 

 

De AVG is een voorbeeld van disproportionele, onuitvoerbare en contraproductieve wetgeving

Cultuurpsycholoog en journalist Jos van der Lans ergert zich aan de nieuwe AVG-wet, de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Op zijn site legt hij uit wat het effect is van de invoering van de AVG. Hij verbaast zich erover dat die merkwaardigerwijs in de discussie tot nu toe nauwelijks belicht is maar die volgens hem ronduit dramatische gevolgen kan hebben.
De AVG beschermt niet alleen persoonsgegevens maar ook bureaucratische praktijken, professionele angstvalligheid, institutionele risicomijding, shoppende cliënten, stronteigenwijze ouders, verwarde patiënten, meedogenloze incassobureaus. Kortom al die praktijken waar we nu juist van af wilden.

Jos van der Lans:

”Omdat er een aantal specifieke problemen bestaan van grote commerciële krachten die ongevraagd persoonsgegevens exploiteren, stellen we een verordening op waar iedereen aan moet voldoen. Dus ook al die instanties en personen die nooit en te nimmer voor een probleem hebben gezorgd en die met de bestaande wetgeving prima uit de voeten kunnen. Was de speeltuinvereniging bezig met het exploiteren van haar ledenbestand? De basisschool? De zzp’er die zijn klanten van een nieuwsbrief voorziet? Natuurlijk niet. Maar allemaal worden ze gedwongen om een privacybeleid vast te stellen, dat kenbaar te maken en in een modus-van-toestemming-vragen te gaan staan. Dat is buiten proporties.

De AVG is bovendien onuitvoerbaar. Het is het dreigen met een boeman die zijn onbegonnen werk met hoge boetes moet zien te legitimeren. We leven immers in een netwerksamenleving die gedreven wordt door technologieën wier kracht het nu juist is om mensen permanent met elkaar te verbinden. Of het nu likes zijn, opgeslagen telefoonnummers, cookies, mails, ons bestaan is meer en meer getekend door het feit dat onze persoonsgegevens als stofdeeltjes door het digitale heelal zwerven.

Ja, zegt de Europese wetgever, maar daar willen we juist paal en perk aan stellen door burgers het recht op verwijdering te geven. Nog even afgezien van het feit dat je dit recht veel eenvoudiger kunt regelen, is het ook een illusie. We zijn al zover gedigitaliseerd dat het idee dat je daar als persoon een streep door zou kunnen trekken een naïeve voorstelling is, gebaseerd op het achterhaalde idee van papieren dossiers die je in een papierversnipperaar kunt stoppen.

Oké, je kunt je uit de digitale dossiers laten verwijderen van de speeltuinvereniging, de hockeyclub. Maar is dat de bedoeling? Je hoeft maar een blik te werpen op de ultra gewiekste privacyformulieren die je als Facebooker, Twitter-account-houder of WhatsApp-gebruiker geacht wordt in te vullen om te begrijpen dat deze bedrijven allang door de mazen van het AVG-net zijn ontsnapt.

Maar het meest dramatische is dat we met de AVG jaren worden teruggeworpen als het gaat om samenwerking tussen professionals in de publieke sector. Om die samenwerking mogelijk te maken zijn we onder meer gaan decentraliseren, om op de werkvloeren van buurten en wijken de verkokering te doorbreken. We wilden een einde maken aan de schier eindeloze opdeling van het menselijke bestaan, in door specialisten beheerde levensdomeinen waarvoor aparte loketten zijn ingericht (voor schulden, inkomen, werk, opvoeding, geestelijke gezondheid, et cetera)”.

Lees het hele artikel van Jos van der Lans: AVG: disproportioneel en contraproductief, 6 juni 2018: www.josvdlans.nl
Ook te lezen op Sociale Vraagstukken, 2 juni 2018: www.socialevraagstukken.nl

 

Als u zo succesvol bent, waarom werkt u dan nog 70 uur per week?

Amy Ripley, communicatiemedewerker aan de Cass Business School van de Universiteit van Londen bespreekt op de site van Cass het boek Leading professionals: power, politics, and prima donnas van Laura Empson, hoogleraar Management professional service firms aan Cass Business School. Haar boek is gebaseerd op ruim twintig jaar wetenschappelijk onderzoek naar professionele organisaties.
Empson schrijft dat leidinggevenden van zeer invloedrijke bedrijven – waaronder grote accountants- en advocatenkantoren, adviesbureaus en investeringsmaatschappijen – de hele tijd aan het werk zijn om een instabiel evenwicht te handhaven. Dat instabiele evenwicht kan elk moment worden verstoord. Als dat gebeurt verliezen zij hun gezag en ligt chaos waarschijnlijk in het verschiet.

Ripley refereert in haar bespreking aan een belangrijk hoofdstuk uit het boek dat is gepubliceerd op de site van het Amerikaanse vaktijdschrift Harvard Business Review. In dat hoofdstuk onderzoekt Empson hoe onze neiging als professional naar overwerk en burn-out bepaald wordt door een ingewikkelde combinatie van factoren die te maken heeft met ons beroep, onze organisatie en onszelf. De kern daarvan is onzekerheid.

Paradoxaal

Om dit probleem nog te verergeren, gaan sommige topbedrijven doelbewust op zoek naar ‘onzekere strebers’ – buitengewoon capabele en overambitieuze personen die gedreven worden door een diep gevoel van eigen ontoereikendheid.

Op de korte termijn vallen onzekere strebers op door het leveren van buitengewone prestaties. Hun neiging tot hard werken wordt aangemoedigd door een cultuur van sociale controle die is gecreëerd door professionele topbedrijven.
Paradoxaal genoeg denken deze professionals nog steeds dat zij onafhankelijk zijn en uit vrij keuze zo hard werken. Ze nemen hun organisatie niets kwalijk, maar wel zichzelf. Ze schieten immers tekort.
Het gevolg is dat tegen de tijd dat onzekere strebers leidinggevend worden in hun organisatie, zij onbewust het systeem van sociale controle en overwerk, dat hun gevormd heeft, overnemen.

Professor Empson:

“Werk lange uren als dat nodig is of als je dat wilt, maar doe dat bewust, gedurende bepaalde perioden en omdat je een bepaald doel wilt bereiken. Laat het geen gewoonte worden omdat je niet meer weet hoe je ook op een andere manier kunt leven en werken.
“Let erop hoe je je collega’s die minder hard werken dan jij, beoordeelt. Misschien hebben zij wel iets ontdekt dat jij nog dient te leren.
“Als je een leidinggevende bent draag je niet alleen verantwoordelijkheid voor je bedrijf maar ook voor de mensen die daar werken. Sta je collega’s bij om hun capaciteiten ten volle te benutten, maar zorg er tegelijkertijd voor dat je hun onzekerheden niet versterkt of uitbuit.
“En vergeet niet dat de uiteindelijke ‘plicht tot zorg’ gericht is op jezelf.

omslag leading professionals

Klik hier voor het hele hoofdstuk in Harvard Business Review: If You’re So Successful, Why Are You Still Working 70 Hours a Week? door Laura Empson, 1 februari 2018: https://hbr.org

If You’re So Successful, Why Are You Still Working 70 Hours a Week? door Amy Ripley, Cass Business School, 13 februari 2018: www.cass.city.ac.uk

Leading Professionals. Power, Politics, and Prima Donnas, door Laura Empson, uitgave van Oxford University Press, 2017: https://global.oup.com

Zie hieronder de video met de speech van Laura Empson tijdens de lancering van haar boek in oktober 2017: Power, Politics, and Prima Donnas. Met Engelse ondertiteling. Duur: 22 min.