Skip to main content

Redactie Beroepseer

Het roer moet om

‘Het Roer Moet Om’ doet oproep mee te denken over kernwaarden van huisartsenberoep

Actiecomité Het Roer Moet Om (HRMO) schrijft in zijn Nieuwsbrief van juli 2018 over plannen voor de herijking van de kernwaarden en kerntaken van de huisartsenzorg in januari 2019 in Woudschoten.

HRMO – bestaande uit een groep huisartsen – publiceerde op 11 maart 2015 het Manifest van de bezorgde huisarts met de eis dat politiek en verzekeraars een andere koers varen en een einde maken aan de ‘geëxplodeerde zorgbureaucratie’ en de afgedwongen marktwerking. De oproep om het manifest te ondertekenen bleek zeer succesvol. In korte tijd betoonden bijna achtduizend huisartsen – tweederde van de beroepsgroep – hun steun voor het verdedigen van de waarden van de huisartsenzorg.
Daarna volgde een Nationaal Debat in juni 2015, de presentatie van een ‘deltaplan’ met als doel het betaalbaar en toegankelijk houden van de gezondheidszorg in Nederland en een nationaal debat Politieke keuzes in de zorg in januari 2017.
In november 2017 was er de schrap- en verbeterconferentie (Ont)regel de Zorg, georganiseerd met de beroepsvereniging van zorgprofessionals VvAA. Op die conferentie maakten zeven beroepsgroepen een eerste start met het terugbrengen van overbodige administratieve lasten.

Kruispunt

HRMO bericht dat huisartsen op een kruispunt staan: “Politiek en samenleving dichten de huisarts telkens weer meer en nieuwe taken toe. Maar welke horen onvervreemdbaar bij ons vak en welke niet? Tegelijkertijd verandert ook onze beroepsgroep zelf. Het tekort aan huisartsen loopt op en steeds minder waarnemers lijken praktijkhouderschap te ambiëren.
We moeten dus hoognodig op zoek naar een nieuw kompas, met herijkte kernwaarden en kerntaken. Belangrijk voor de toekomst, maar ook nu al actueel, kijkend naar het recent gesloten Hoofdlijnenakkoord*⁾. Uitwerking van dit akkoord vereist datzelfde kompas: gaan tijd en geld naar de belangrijkste zaken? Moeten organisatie en structuren nog verder opgetuigd worden?”

Het tegen het licht houden van het huisartsenberoep is urgent. Als de beroepsgroep daarin niet zelf actief is, gaan anderen de inhoud van het beroep bepalen: de verzekeraars, de overheid en beroepsorganisaties die teveel gevangen zitten in het systeem: “Onze praktijkinzichten en de ervaringen van onze patiënten dienen leidend te zijn”.

De bijeenkomst in Woudschoten in januari 2019 wordt de komende maanden voorbereid met discussies en denksessies in heel Nederland. Met hulp van de Argumentenfabriek is een werkwijze en een toolkit ontwikkeld om de opinie van huisartsen te verzamelen.

HRMO doet een oproep bij te dragen aan de discussie over kernwaarden van het huisartsenberoep: “Bespreek met je collega’s in intercollegiale bijeenkomsten, in toetsgroepen, hagro’s of op de opleidingen welke taken in jullie ogen cruciaal zijn voor het huisartsenvak en wat dat betekent voor de benodigde praktijkhoudende en waarnemende huisartsen”.

Om deze discussies op vruchtbare wijze te kunnen voeren organiseert de Argumentenfabriek een voorbereidende training, op 28 augustus, 15.00-17.30 uur, in de Domus in Utrecht. Opgeven kan via info@annemarieklabbers.nl  

Klik hier voor lezen van de nieuwsbrief Het Roer Moet Om van juli 2018: https://mailchi.mp/hetroermoetom/alle-zeilen-bij-450553?e=a190c70d5f

Herijking kernwaarden en kerntaken huisartsenzorg 2018-2019, Nederlands Huisartsengenootschap: www.nhg.org

Noot
*⁾ Hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg 2019-2022, Rijksoverheid, 4 juni 2018: www.rijksoverheid.nl

Jonge vluchtelingen startten authentiek Afghaans restaurant Darah in centrum van Utrecht

In 2011 vluchtte een aantal jonge mannen uit Afghanistan, helemaal alleen, zonder ouders of familie. Eenmaal in Nederland, kwamen ze terecht bij restaurant Sarban in Tilburg, dat deze groep kwetsbare vluchtelingen gastvrij opvangt en klaarstoomt voor een baan. De bedrijfsfilosofie is gebaseerd op het Afghaanse spreekwoord: “Als iedereen elkaar vasthoudt dan valt er niemand”.

Zo bleven ook Salim Afghanmal en Esmat Shafagh overeind. Ze begonnen met afwassen. Daarna koken. Daarna in de bediening. En sinds 2017 runnen ze dus hun eigen restaurant Darah in het centrum van Utrecht, waar ze op hun beurt ook weer ama’s (alleenstaande minderjarige asielzoekers) de kans bieden een bestaan op te bouwen.

Het restaurant is er niet alleen om te eten: “Wij willen een cultureel restaurant zijn. Dat betekent dat we de tijd nemen om met onze gasten, merendeels Nederlanders, over de cultuur en het eten in Afghanistan te praten. Hier maak je als het ware een reis naar Afghanistan”. Het restaurant is vijf dagen in de week geopend.

Zelfstandig videoproducent Sahar Mokamel vatte het verhaal over Darah samen in de video: Impactstory Darah: gevlucht en gesettled!. Duur 4 min.
Hiervoor werkte zij bij Start Foundation. Start Foundation investeert in oplossingen en innovaties die mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt aan werk helpen en investeert ook in de aanpak van Darah.
In december 2013 lanceerde Start Foundation ‘Social Impact Bond’, een veelbelovend financieringsinstrument waarbij particulier geld wordt ingezet om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. In een SIB sluiten de gemeente, een sociaal ondernemer en een particuliere investeerder gezamenlijk een sociaal prestatiecontract.
Start Foundation gelooft in de aanpak van Darah en investeerde in nog minstens dertig jongeren om hen aan werk te helpen. www.startfoundation.nl

Het is crisis in de psychiatrie. Andrea Ruissen biedt met drie collega’s een uitweg

Andrea Ruissen, psychiater en filosofe*):

“Het is crisis in de psychiatrie. De evidence base van ons vak blijkt smal; inmiddels is bijna een vijfde van de vakbroeders interimmer; er wordt terecht of onterecht gemopperd op psychofarmaca; onze dwang- en drangmaatregelen staan internationaal ter discussie; de neurowetenschappen doen veel en zijn zeer kostbaar, maar nog weinig praktisch toepasbaar; en de bureaucratie viert hoogtij volgens velen. Stigma is nog steeds aan de orde van de dag; de DSM-5 ¹) is lauw of ronduit negatief ontvangen; de verwarde personen-discussie laat niet alleen de verwardheid van personen, maar zeker ook van de sector zien; en het psychiatrisch ziektebegrip is niet helder en gaat dat misschien ook nooit meer worden. Ondertussen dringt de kwestie van rechtmatige zorg zich steeds meer op: vragen als ‘wat doen we precies in de psychiatrie’ en ‘hoe effectief is het’ zijn volledig begrijpelijk, maar transparantie geven lukt ons niet, althans niet middels de ROM²). Het schuift en piept en kraakt in de psychiatrie.

Ondertussen werken de meeste psychiaters dag in, dag uit, gewoon hard door. Ze zijn bezig met diagnostiek, indicatiestelling en beleid. Dat beleid voeren ze soms zelf uit, soms verwijzen ze door. Om in individuele casussen goed  beleid te kunnen maken, moeten zij zich bezighouden met het beleid van hun poli, afdeling of team en soms zelfs met het beleid van de instelling, denk aan hoe er met diensten omgegaan wordt, het vacature-beleid en de opname-afspraken. Dat is wat klinisch leiderschap genoemd wordt: uitstijgen boven de individuele arts-patiëntrelatie en de brede blik aanmeten, initiatief nemen, een voorloper of aanjager zijn of het voortouw nemen. In veel instellingen is hier op informele wijze ruimte voor en in sommige instellingen is er ook een medische staf of een vakgroep waar precies dit aan de orde komt.

Maar geen enkele instelling van de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) heeft een hoofdstuk zoals alle andere medisch specialisten in Nederland dat wel hebben; namelijk AMS 8: hoofdstuk 8 uit de Arbeidsvoorwaarden Medisch Specialisten. Dit hoofdstuk waarin zaken omtrent leiderschap geregeld worden ontbreekt in de CAO-GGZ. Feitelijk kunnen de psychiaters in Nederland onder maar liefst vier verschillende cao’s vallen, naast die van de algemene ziekenhuizen, UMC’s en dus GGZ, ook die van het rijk (het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, NIFP, bijvoorbeeld), waarin bij die laatste twee niets geregeld is over de positie van de psychiater ten aanzien van de zorg en het bestuur. Dat vraagt om reparatie en om actie voor een kernwaarde van ons vak: het formeel vastleggen van ons klinisch leiderschap – een alom erkende en voor de RGS-herregistratie³) relevante competentie, datgene dat de psychiater maakt tot medisch specialist.
Om dat te realiseren nam ik met drie collegae het initiatief tot De psychiater is een medisch specialist. Over de achtergronden daarvan en over mijn visie op leiderschap gaat deze bijdrage. Ik gebruik daarbij de tragedie van Homerus over Ajax als illustratie.

Ajax

In de Nederlandse vertaling Het Ajax-dilemma van Paul Woodruff, wordt deze tragedie vanuit het perspectief van leiderschap verteld. Het verhaal van Ajax gaat om een strijd, en inzet is het harnas van Achilles. Degene die de titel van beste, meest waardevolle strijder verdient, krijgt het harnas en de keuze is tussen Ajax en Odysseus. Agamemnon is de legerleider en moet kiezen. Maar hij durft niet en besteedt de keuze uit aan een commissie van wijzen. Ajax verliest en in een vlaag van verstandsverbijstering maakt hij zichzelf te schande en pleegt zelfmoord.

Dit type rivaliteit zien we overal om ons heen. In het bedrijfsleven gaan enkelen er met grote bonussen en miljoenen ontslagpremies van door. De rest werkt hard, probeert een goed teamspeler te zijn en loyaal te zijn. Als het grote geld dan toch naar die anderen gaat, die onze waarden niet nastreven, voelen we ons net als Ajax: genept, onrechtvaardig behandeld.

De keuze tussen Ajax en Odysseus is er een tussen loyaliteit en strategie. Of, vertaald naar de psychiatrie tussen productie en kwaliteit. Tussen nog even die ene patiënt zien vanwege de DBC⁴) of tijd nemen voor een beter crisispreventieplan bij een andere patiënt. Tussen ad hoc-brandjes blussen of met elkaar de behandelplannen naar een hoger niveau tillen. Ook wij psychiaters hebben een harnas, iets dat ons toekomt omdat wij er zoveel jaren opleiding ingestoken hebben. Wat het harnas van Achilles was voor Ajax, dat is voor ons psychiaters (medisch-)psychiatrische diagnostiek en indicatiestelling tegen de achtergrond van het (neuro)biopsychosociale model.

Het ging mis bij Ajax op twee punten. Hij liet zijn waardering en zelfwaardering helemaal afhangen van het harnas. Had hij eerder goed voor zichzelf gezorgd en waardering durven vragen, dan was dit harnas niet zo’n heikel punt geworden. Een goed leider ziet dat.

“De ware leider is niet iemand die de boel managet of aan de touwtjes trekt, maar iemand die door zijn houding en gedrag anderen de weg wijst hoe het moet, die een voorbeeld is, die ‘volgelingen’ in de goede zin van het woord heeft, geen aanhangers.”

De psychiater

Terug naar de crisis in de psychiatrie. Ik citeer Damiaan Denys, psychiater, filosoof en voorzitter van de beroepsvereniging van psychiaters, de NVvP: “De psychiater worstelt met zijn identiteit. (…) We weten niet goed meer wie we zijn. Daar is ook wel aanleiding voor. De wetenschappelijke fundamenten van ons vak zijn weggeslagen. (…) De scepsis over de beschrijving van psychiatrische ziektebeelden was nooit eerder zo groot.”

De vraag naar de crisis in de psychiatrie gaat dus gepaard met de vraag naar wie de psychiater ‘is’. Antwoord vinden we wellicht bij de beroepsvereniging zelf. De NVvP stelde een profielschets van de psychiater op in 2005. In 2009 werd een poging ondernomen om tot een nieuwe versie te komen. Die poging strandde.

Inmiddels leven we in 2018 en moeten we dus vaststellen dan ondanks de vele veranderingen in ons vak, niet alleen medisch-inhoudelijk en wetenschappelijk, maar ook wat betreft financieringsstructuur en verantwoordelijkheidsverdeling, psychiaters moeten terugvallen op een document van 13 jaar oud over wat in hoofdlijnen hun profiel is. Wellicht heeft de beroepsgroep hier zelf ook iets laten liggen. Psychiaters als een hardwerkende Ajax die te weinig investeerden in zelfzorg. Gelukkig zijn er inmiddels verschillende werkgroepen die dit thema oppakken.

En die profielschets, heeft dat ons iets opgeleverd? Ja, zegt Wouter van Ewijk in een column van een aantal jaar gelden. Maar hij plaatst ook een kanttekening.  Van Ewijk is psychiater en onder meer voorzitter van de Raad van Bestuur van de Forensische Zorgspecialisten: “De psychiater was vanaf dat moment (…) weer dokter (…) Ik ben ervan overtuigd dat veel psychiaters hun vak verwaarloosd hebben, zich niet gedragen als dokter (…). Er wordt (…) door een psychiater zelden nog een somatisch onderzoek gedaan, laat staan dat hij een verband legt tussen een somatische stoornis en een psychiatrische ziekte. (…) ik denk dat de psychiater van de toekomst zich echt onderscheidt door dokter te zijn (…) die een verband legt tussen het geestelijke welzijn en de lichamelijke conditie van zijn patiënt en de omgeving waarin die zich bevindt. Die psychiater doet interventies om de balans in en tussen deze drie modaliteiten te verbeteren.”

Hier wordt de psychiater getypeerd als Ajax. Een hardwerkende trouwe lobbes, die nauwelijks meer weet wat de sterke kanten zijn van het eigen beroep en die basale vaardigheden laat waaien. Het schild van Achilles wordt veronachtzaamd. Van Ewijk eindigt zijn stuk met bijna profetische woorden: “Er is geen psychiatertekort meer wanneer psychiaters gaan doen waarvoor zij zijn opgeleid.”

De psychiater als klinisch leider

Laten we helder zijn over waar de psychiater voor is opgeleid. Psychiaters zijn opgeleid tot medisch specialist en om klinisch leiderschap te tonen. Niet om vervolgens psychiaters de baas te laten zijn, of hun gewenst of ongewenst te promoveren tot manager, hoofd of directeur. We zijn geen Agamemnon die als het er echt om draait naar anderen wijzen. Wij zijn ook geen Odysseus, slim, krachtig en gewiekst, maar soms ten koste van anderen.

En we zijn zeker geen Ajax, een hardwerkende goedzak die als hij uiteindelijk niet krijgt wat hij wil, bezwijkt onder een verstandsverbijstering.

Het gaat ons psychiaters om waardering en zelfzorg. Dat waar Ajax te laat mee was, daar staan wij nu voor op. Voor ons harnas, namelijk de ‘lead’ nemen in (medisch-)psychiatrische diagnostiek en indicatiestelling. We staan voor klinisch leiderschap en willen dat geborgd zien in regelgeving, zoals de CAO. Omdat het medisch specialisten eigen is om door houding en gedrag anderen, patiënten, collegae, bestuurders de weg te wijzen ondanks al dat gepiep, gekraak en geschuif in ons vak.

Daarom pleit ik voor een statuut in de cao-ggz dat gelijkwaardig is aan hoofdstuk 8 van de AMS. De praktische consequenties van een dergelijk statuut zullen voor elke instelling anders zijn. Meer nog om concrete veranderingen, zoals het organiseren van een medische stad, gaat het om een attitude-verandering. De psychiater weer als de kapitein, de playing captain, van de psychiatrische zorg. Inmiddels zijn er ruim voldoende handtekeningen verzameld voor een ledenraadpleging.

Op 4 juli 2018 overhandigden de vier initiatiefnemers van De psychiater is een medisch specialist de 384 keer ondertekende brief aan de voorzitter van de NVvP, prof. dr. Damiaan Denys. Zie voor meer info over De psychiater is een medisch specialist: www.depsychiateriseenmedischspecialist.nl (website is opgeheven)

Dit artikel van Andrea Ruissen is eerder gepubliceerd onder de titel Uitweg uit de crisis op de site van De jonge psychiater, 28 juni 2018: https://dejongepsychiater.nl

*) Dr. Andrea Ruissen (1981) is psychiater en filosofe. Naast haar werk in de (forensische) patiëntenzorg geeft zij voordrachten, adviezen en scholing op het gebied van onderwijs, filosofie, ethiek van de zorg, geneeskunde en psychiatrie.

Noten
1) DSM-5 is de in mei 2013 uitgekomen nieuwste versie van het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), internationaal het meest gebruikte classificatie-systeem voor psychiatrische aandoeningen.
2) ROM = Routine Outcome Monitoring, het regelmatig invullen van vragenlijsten, bedoeld ter ondersteuning van de behandeling.
3) RGS = Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten.
4) DBC = Diagnose Behandel Combinatie is een code in de gezondheidszorg voor financiering van geleverde zorg: diagnose, behandeling, kosten.

Rechtspraak wordt steeds anoniemer en ontoegankelijker

In het juni/julinummer 2018 van vakblad voor de journalistiek Villamedia, verscheen een belangrijk artikel van Peter Olsthoorn over rechtspraak, anonimiteit en ontoegankelijkheid.
In Groot-Brittannië is zichtbaarheid van oudsher het kernpunt van de rechtspraak. Steeds weer opnieuw hoor je daar de uitspraak herhaald: Justice is not only to be done, it must be seen to be done. In Nederland ligt dat anders en is een tegenovergestelde tendens waar te nemen: toenemende anonimiteit en afnemende toegankelijkheid.

Dat blijkt eens te meer door de invoering van anonimiseren van vonnissen. Dat dit ten koste gaat van maatschappelijk relevante openbaarmaking, daarover zijn hoogleraren en journalisten het steeds meer eens. Maar niet alleen zij, ook de rechtspraak zelf vindt dat een debat over dit onderwerp hard nodig is.

Barbara den Uijl, senior woordvoerder en coördinator externe communicatie bij de Raad voor de Rechtspraak in Den Haag zet vraagtekens bij de toepassing van de vergaande anonimiseringsrichtlijnen (Noot 1) van de rechtspraak en, mede daardoor, beperkte openbaarmaking.

Juridisch journalist bij NRC Folkert Jensma beaamt het belang en zegt dat hij zich nooit zo in deze kwestie had verdiep: “Maar dit is een zeer relevant thema. Qua publicatie van vonnissen is de openbaarheid van rechtspraak een fictie. Journalistiek onderzoek is dan niet mogelijk, ook niet vergelijkend dataonderzoek”.

Waar gaat het over? Tekortschietende online openbaarheid van de Nederlandse rechtspraak als gevolg van drie oorzaken die met elkaar samenhangen: (1) te vergaande regels voor anonimisering van vonnissen die (2) in de praktijk vaak verschillend en triviaal worden toegepast en (3) tijdrovend zijn waardoor uitspraken laat of helemaal niet online komen.

Als hoofdregel zouden alle uitspraken openbaar moeten zijn

Het is voor journalisten niet zelden een mijl op zeven om vonnissen te verkrijgen. Om twee redenen: veel vonnissen komen niet online. Vervolgens slaagt het opvragen vanuit een papieren archief vaak alleen bij de betreffende rechtsinstantie en met vermelding van zaaknummers. Op naam zoeken mislukt door willekeur: de ene voorlichter speurt urenlang naarstig om te helpen, de ander begint er niet eens aan.

Zo stuurt de voorlichtster van de Hoge Raad op verzoek wel geanonimiseerde uitspraken van gevraagde bedrijven en heft dus – geestig – automatisch de anonimiteit op. Maar dat gebeurt impliciet.

Zelfs bedrijven staan vaak geanonimiseerd op Rechtspraak.nl. Bijvoorbeeld Pretium Telecom dat veelvuldig media daagde. Ook vonnissen van bijvoorbeeld Novum Nieuws staan in de strafzaken tot aan de Hoge Raad en de civiele zaak van het ANP geanonimiseerd op Rechtspraak.nl, of zijn niet meer te vinden bij de gerechtshoven

Er zijn meer voorbeelden. Zo zijn in dit recente vonnis over TV Media Partners (Noot 2) pardoes bijna tweehonderd namen van eisende bedrijven in een civiele zaak geanonimiseerd.
“Dit gaat echt veel te ver. Ik kan geen goede reden bedenken om hier de bedrijfsnamen te schrappen”, zegt Gerrit-Jan Zwenne, hoogleraar Recht en Informatiemaatschappij van niversiteit Leiden: “Als hoofdregel zouden alle gerechtelijke uitspraken openbaar moeten zijn, en anonimiseren de uitzondering. Bijvoorbeeld bij vonnissen en arresten in straf- en belastingzaken en zaken met minderjarigen”.
Met collega’s Laurens Mommers en Bart Schermer heeft Zwenne dit uitgebreid beargumenteerd in het artikel ‘Het best bewaarde geheim van de raadkamer. Over de ontoegankelijkheid van de rechtspraak’ (Noot 3).

Klik hier voor verder lezen van het hele artikel: Journalisten opgelet: vonnissen zijn nog veel te vaak geanonimiseerd, door Peter Olsthoorn, Villamedia, juni/juli 2018: www.villamedia.nl

Noten
1) Anonimiseringsrichtlijnen, De Rechtspraak:  www.rechtspraak.nl
2) Uitspraken, De Rechtspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl
3) Het best bewaarde geheim van de raadkamer. Over de ontoegankelijkheid van de rechtspraak, door Laurens Mommers, Gerrit-Jan Zwenne en Bart Schermer, Nederlands Juristenblad, 24-09-2010, afl. 32:  https://openaccess.leidenuniv.nl

Grote politieke veranderingen blijken van invloed op schaalvergroting publieke sector

Grote politieke veranderingen, zoals partijcrisis bij de confessionele partijen en sociaaldemocraten en de opkomst van het nationaal-populisme, blijken van grotere invloed te zijn op het schaalbeleid van de overheid dan incidenten en romantische beelden over groot- en kleinschaligheid. Dat stelt bestuurskundige Renze Portengen in zijn proefschrift Beleidsdynamiek en schaalpolitiek. Opkomst van de menselijke maat in schaalbeleid?. Portengen verdedigde zijn proefschrift op 5 juli 2018 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Portengen heeft politicologie gestudeerd in Leiden. Hij is beleidsonderzoeker geweest bij het Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen bij Radboud Universiteit. Daarna is hij teruggekeerd als beleidsadviseur bij verschillende onderwijsorganisaties, o.a. de MBO-raad waarna hij in 2001 overstapte naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Decennialang is schaalvergroting in de publieke sector gestimuleerd en afgedwongen. Het werd geassocieerd met grotere kracht en meer invloed en zichtbaarheid. Inmiddels roepen de woorden ‘fusie’ en ‘schaalvergroting’ ongemakkelijke reacties op en is de pendule in het overheidsbeleid richting ‘kleinschaligheid’, ‘klein is fijn’. De kritische houding van een meerderheid van de Tweede Kamer ten aanzien van fusies van woningcorporaties, zorginstellingen en onderwijsinstellingen ontstond mede naar aanleiding van incidenten bij Vestia, Meavita en InHolland, Amarantis en ROC Leiden en meer recent incident met grote schoolbesturen in Limburg.

Broekriem en voorspoed

In perioden dat in de landelijke politiek het beeld bestaat dat de broekriem collectief moet worden aangetrokken en bezuinigen op de overheidsuitgaven centraal staat, worden fusies van kleine scholen, ziekenhuizen en gemeenten gestimuleerd vanuit de hoop en verwachting dat dit geld oplevert. In perioden van economische voorspoed worden er in het overheidsbeleid investeringen gedaan om ook kleine scholen, ziekenhuizen en gemeenten te koesteren.

Politieke veranderingen

De grote politieke veranderingen, zoals partijcrisis bij de confessionele partijen en sociaaldemocraten en de opkomst van het nationaal-populisme, blijken veel invloed te hebben op het schaalbeleid van de nationale overheid, aldus Portengen. De bijbehorende machtswisselingen zijn daarbij gepaard gegaan met grote economische verandering, die de politiek gedreven beleidsverandering extra vaart heeft gegeven.

Invloed op schaalbeleid

Het zijn van oudsher de kleine confessionele partijen, de kleine linkse partijen en het CDA, die aandacht hebben gevraagd voor de nadelen van schaalvergroting, laat Portengen zien. Hij weerlegt in zijn proefschrift de stelling dat onder invloed van het ‘populisme’ (opkomst Pim Fortuyn), media en incidenten de gevestigde politiek ‘grootschaligheid’ is gaan afwijzen. De verandering over het denken over schaal in de Nederlandse politiek was rond de millenniumwisseling al in gang gezet, jaren vóór de opkomst van Pim Fortuyn.

Blinde vlek

Daarnaast toont Portengen aan dat het idee ook niet klopt dat de politiek is teruggekomen van een collectieve blinde vlek van decennialang schaalvergrotingsbeleid. Weliswaar is onder de kabinetten Balkenende een periode van circa tien jaar kleinschaligheid het dominante paradigma geworden, maar inmiddels zwaait de pendule van het schaalbeleid weer terug naar meer grootschaligheid.

Ruzies over fusies, schaalbeleid in de publieke sector, Erasmus Universiteit, 3 juli 2018: www.eur.nl

Presentatie nieuwe editie ‘Handreiking Voorkomen huisuitzettingen 2018’ op 6 juli 2018

Op vrijdag 6 juli 2018 presenteert Stichting Eropaf! de Handreiking Voorkomen huisuitzettingen 2018 op een seminar in Amersfoort.

Onderwerpen:

– Pleidooi voor een wettelijk verbod op huisuitzettingen wegens huurschuld
– Bespreken van de voors en tegens van zo’n verbod met een panel van deskundigen
– Interview met twee ervaringsdeskundigen, met een geheel eigen kijk op schulden en huisvesting.

Datum en tijd: Vrijdag 6 juli 10:30 – 12:00 uur; inloop vanaf 10.00 uur
Plaats: De Prodentfabriek, Oude Fabrieksstraat 20, Amersfoort.
Deelname is gratis, aanmelden via info@eropaf.nl

Deelnemers aan het seminar krijgen een gratis exemplaar van de Handreiking Voorkomen huisuitzettingen 2018.

Over de Handreiking Voorkomen huisuitzettingen 2018

Vijf jaar geleden publiceerde stichting Eropaf! de Handreiking Voorkomen huisuitzettingen. Het boekje is inmiddels uitverkocht en er is sindsdien veel gebeurd. Het werd tijd voor een herziene editie, waarin de ontwikkelingen, recente kennis en inzichten en vernieuwende praktijken anno 2018 worden belicht.
In deze nieuwe editie is er extra aandacht voor de situatie van gezinnen. Voor kinderen kan een uitzetting ontwrichtende gevolgen hebben. Ook de sociaal-maatschappelijke schade van een ontruiming is hoog.
Nieuwe inzichten en praktijken rond preventie en interventie in verschillende fases komen aan bod. In elke fase kan uitzetting worden voorkomen.

De nadruk ligt op huurachterstanden en huisuitzettingen, maar het terrein dat wordt bestreken is veel breder. Bij huurachterstand gaat het over geld, maar evengoed over gedrag. Het gaat over preventie en op tijd signaleren, maar ook over tweede-kans beleid. Over schuldhulpverlening en over zelf je schulden regelen. Over bewindvoering, incassopraktijken en het werk van deurwaarders.

Marc Räkers van stichting Eropaf! gaat in de Handreiking in op het heilloos ontruimen wegens wietkweek of AIRBNB-verhuur. De Federatie Opvang neemt stelling in als het gaat om het voorkomen van huisuitzettingen en dakloosheid.
Andere bijdragen zijn van Jan Siebols, ambassadeur ‘vroegsignaleren schulden’; Roeland van Geuns, lector Armoede-interventies aan de Hogeschool van Amsterdam; gerechtsdeurwaarder Jeroen Boudewijn.

Stichting Eropaf! – het kritische geweten van de sociale sector – is in de jaren negentig ontstaan uit de noodzaak te voorkomen dat mensen vanwege schulden op straat belanden na huisuitzetting. Eropaf ontwikkelt slagvaardige methoden om mensen in moeilijkheden thuis op te zoeken en ze met compassie bij te staan in plaats van met de knuppel in de hand: http://eropaf.nl

U P D A T E

Klik hier voor downloaden in PDF van Handreiking Voorkomen huisuitzettingen 2018, door Catelijne Akkermans, Marc Räkers, m.m.v. Joke Jansen,  Stichting Eropaf!, 68 p., 2018: http://eropaf.nl

De papieren versie van deze handreiking is te bestellen via info@eropaf.nl
Kosten: 1 euro per exemplaar plus verzendkosten

Verslag symposium ‘De beroepseer van de auditor’

Op 6 juni 2018 vond op het ministerie van Financiën in Den Haag het interactieve symposium ‘De beroepseer van de auditor’ plaats, georganiseerd door de Auditdienst Rijk (ADR) en Stichting Beroepseer en bijgewoond door ruim tachtig medewerkers van de Auditdienst Rijk. Aanleiding vormde het eind 2017 verschenen boek Artikel 5 – De beroepseer van de accountant.
Centrale vraag op het symposium was: Hoe staat het met de beroepseer van de auditor? De middag werd geleid door Gert-Jan de Jager, compliance officer bij de ADR.

De eerste spreker op het symposium was Thomas van Tiel, directeur Kennis en Ontwikkeling bij de ADR. Hij ging in op de individuele verantwoordelijkheid van de registeraccountant en die van de beroepsorganisatie. Hij herkent de zorg over het aanzien van de accountant en de accountancy in brede zin. Die ligt al jaren onder vuur. Verschillende incidenten en schandalen hebben het publieke vertrouwen geschaad. Als reactie hierop is er extra regelgeving opgesteld om accountants in het gareel te houden.
Volgens Van Tiel is dat niet de manier om het vertrouwen te herwinnen. Hij ziet meer heil in het herstel van de eer van de stand van de accountant.

Spreker Edwin Brugman, directeur van de beroepsvereniging voor zorgprofessionals VvAA, ging dieper in op het vakmanschap en de benodigde professionele ruimte van de auditor. Hij trok parallellen tussen het werk van accountants en auditors met de zorgsector. Beide sectoren dienen een groot maatschappelijk belang. Beide sectoren hebben te maken met veel negatieve berichtgeving, wat defensief handelen in de hand werkt. Het gevol is toenemende regulering.
Brugman hield een vurig pleidooi voor professioneel activisme. Hij riep de aanwezigen op te staan voor hun beroepseer, actief hun beroep te beschermen en zich uit te spreken als er misstanden plaatsvinden binnen de beroepsgroep.

Beroepseer en integriteit: basis voor professioneel handelen

Margreeth Kloppenburg, redacteur van Artikel 5 vertelde over de inhoud van het boek en het belang van het centraal stellen van beroepseer van accountants en integriteit als basis voor professioneel handelen. Zij bepleit aandacht voor de intrinsieke motivatie van professionals, voor wat accountants bezielt, persoonlijk en professioneel.
Kloppenburg loopt al een paar jaar mee in de accountancy-wereld en heeft accountants leren kennen als betrokken, intelligente mensen met een sterke focus op de inhoud. Voor Artikel 5 heeft zij vele accountants geïnterviewd.
Kloppenburg onderkent dat het lastige tijden zijn voor de accountancy met veel berichten over integriteitsschendingen. De druk is hoog en de belangen zijn groot. Het is een uitdaging om als beroepsgroep gezamenlijk doelen en principes vast te stellen. Daarvoor is Artikel 5 ook bedoeld: de discussie over de richting van de accountancy vanuit het perspectief van de praktiserende accountant aanmoedigen.

Corné van der Meulen, onderzoeker bij stichting Beroepseer,  vertelde in het kort over de doelen van de stichting die sinds 2006 opkomt voor het belang van professionaliteit, beroepstrots en beroepseer. De stichting ondersteunt beroepsbeoefenaren op de werkvloer concreet en praktisch om in hun eigen werksituatie ‘goed werk’ en ‘beroepstrots’ te versterken. De stichting verzorgt Goed Werk-trajecten in organisaties, waarbij deelnemers reflecteren op de vraag wat goed werk is, wat het betekent voor hun eigen werk en hun organisatie en hoe zij zelf meer verantwoordelijkheid kunnen nemen.

Na de sprekers volgde een paneldiscussie. Een van de belangrijkste vragen was hoe je moet omgaan met regels. Dien je die strak te volgen of gaat het er in de kern om om vast te stellen wat eerlijk en rechtvaardig is?

Klik hier voor lezen van het hele verslag: Verslag symposium ‘De beroepseer van de auditor’, door Maurits Hoenders, juli 2018: https://beroepseer.nl

Op foto boven:

V.l.n.r. Margreeth Kloppenburg, Thomas van Tiel, Hans Simons (staffunctionaris ADR) en Gert-Jan de Jager

U P D A T E

Testimonial “De beroepseer van de accountant”, Thomas van Tiel, directeur Kennis en Ontwikkeling Auditdienst Rijk, Ministerie van Financiën, juli 2018: https://beroepseer.nl

Pedro de Bruyckere analyseert de onderliggende problemen van de afgekeurde vmbo-examens

De Belgische pedagoog Pedro de Bruyckere die zich sinds jaren verdiept in de leefwereld van jongeren, geeft op zijn onderwijsblog X, Y of Einstein commentaar op het nieuws*) over de honderden vmbo-eindexamens die in Maastricht ongeldig werden verklaard en dat sinds 22 juni 2018 in Nederland in het middelpunt van de belangstelling staat:

De Bruyckere in zijn blog Hoe een school de vakantie (en mogelijk het jaar) van meer dan 300 leerlingen verpestte (en de onderliggende problemen):

’Het is een groot verhaal in Nederland: 354 leerlingen van de Maastrichtse VMBO-scholen te horen dat hun eindexamens afgekeurd zijn omdat de school er een warboel van heeft gemaakt.

De uitleg van de directeur:

Kllik hier voor verder lezen van Hoe een school de vakantie (en mogelijk het jaar) van meer dan 300 leerlingen verpestte (en de onderliggende problemen), X, Y of Einstein? blog, 24 juni 2018: https://pedrodebruyckere.blog

Noot
354 examens VMBO Maastricht afgekeurd door foute toetsing, 1 Limburg, 22 juni 2018: www.1limburg.nl
Honderden vmbo-eindexamens in Maastricht ongeldig verklaard, Algemeen Dagblad, 22 juni 2018: https://www.ad.nl