Skip to main content

Redactie Beroepseer

Marije van der Linde houdt jeugdzorg een spiegel voor

Marije van der Linde leest een column voor naar aanleiding van de filmdocumentaire Alicia die eind november 2017 op NPO 2 werd uitgezonden en die gaat over een dertienjarig meisje dat al acht jaar wacht op een plekje in een pleeggezin of een gezinshuis. De film laat zien wat het met je doet als je opgroeit in kindertehuizen en jaar in jaar uit hoopt op een normaal leven. Onmacht en een gebrek aan perspectief zijn het gevolg.

Alicia is buiten aan het voetballen, vertelt Van der Linde, ze moet binnenkomen voor een gesprek. In dat gesprek met hulpverleners vertelt Alicia niet in haar eigen woorden wat haar bezighoudt, maar dat doet zij in de taal van de hulpverleners. Wat Alicia’s werkelijke verlangen is, mag niet echt op tafel komen. Op haar, op een papiertje geschreven, vraag: ‘Of we ernaartoe kunnen werken dat ik soms een dag of een weekend naar mama kan’, komt Alicia helemaal tegemoet aan de wereld van de professionals. Ze adopteert de taal en de tussenstapjes die ze intussen zo goed kent van al die jaren hulpverlening. Het antwoord komt snel en ferm van de gezinsvoogd: ‘Nee, dat is niet goed, dat is voor jou niet de beste plek’.

Institutionele logica

De professionals bedoelen het allemaal vast goed aldus Van der Linde: “Het is belangrijk om duidelijkheid te geven en geen valse beloftes te doen. Het is een keurig gesprek tot nu toe. Maar wat over het hoofd gezien wordt is dat Alicia bij haar moeder wil zijn en wie wil dat nu niet als kind? Doordat de camera zo dichtbij mag komen, zien we hier iets in beeld komen wat we de institutionele logica zijn gaan noemen. Zo schrijf je trajectplannen, zo stel je doelen op, zo geef je grenzen aan. Het grote probleem is wel dat als de professionele werkwijze alles bepaalt wat hier gaat gebeuren, je de ander er volkomen uitdrukt. Dan krijg je jongeren die afhaken, die weglopen en die niks meer willen. Het is daarom van belang om te begrijpen dat deze ontmoeting tussen hulpverlener en hulpontvanger eigenlijk gaat over macht. En dat het hier gaat om de vraag: wiens logica telt? En als de logica van de een heel erg dominant is, kan de ander zich niet laten zien en blijft voor de ander wat er werkelijk toe doet buiten beeld.

Macht tegenover macht

En dan krijg je zo’n gesprek als aan die tafel. Iets dat aanvankelijk lijkt op een prima gesprek, maar waar alleen bepaalde dingen tellen, alleen als je je op een bepaalde manier laat zien, je op een bepaalde manier leert gedragen, je in bepaalde zinnen praat, je aan bepaalde regels gaat houden, dan doet het ertoe. We zien hier de met mooie woorden versluierde macht van die institutionele logica. Alicia beweegt zich figuurlijk helemaal naar haar hulpverleners toe. En als ze iets durft te tonen van haar grote verlangen, ontmoet ze niet een hulpverlener die ook iets van zichzelf laat zien, maar een functionaris die zich aan veiligheidsregels houdt. En dus gaat Alicia ook uit de relatie. Ze wordt in die positie geduwd door hoe de professionals doen, en je ziet Alicia bijna denken: Als dit het antwoord is op mijn inspanningen om zo naar jullie toe te bewegen, op mijn voorzichtige en in jullie taal verwoorde verzoek, tja, dan kun je het krijgen ook. En dat gebeurt. En dus trekt Alicia ook de kaart van de macht. Als het er zo voorstaat, ga ik weglopen, en het jullie moeilijk maken en een mes in mijn hoofd steken. En dan komt macht tegenover macht te staan”.

Erkend, gezien en begrepen worden, is op zich al helend. Dat is de tegenpool van hulpverleners die blijven steken in een maakbaarheidsideaal en een trajectplan opdringen.

Marije van der Linde is supervisor en coach en als staflid verbonden aan Stichting Presentie. Ze heeft ruime ervaring als leidinggevende en uitvoerende in de hulpverlening, onder andere in het begeleiden van gezinnen, zorgmijders, dak- en thuislozen. Haar betrokkenheid bij kwetsbare mensen loopt als een rode draad door haar loopbaan in zorg en welzijn.

Duur van de video: 8 min.
Marije van der Linde sprak haar column uit op 28 mei 2018 op een van de tien dialoogavonden Stop de carrousel die door heel Nederland werden georganiseerd rond de documentaire over Alicia.

rapport enquete zorgverleners over aanrekkelijkheid van werken in de zorg 2017

Hoe aantrekkelijk is werken in de zorg? Nivel vroeg het aan zorgverleners

Verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en praktijkondersteuners huisartsenzorg zijn er trots op om in de zorg te werken. Zij gaan met plezier naar hun werk en vinden het werk inhoudelijk leuk. Toch staat de aantrekkelijkheid van het werken in de zorg onder druk. Om het vak aanlokkelijk te houden zou er meer personeel moeten zijn en meer gelijkwaardigheid en waardering. Ook minder werkdruk en minder administratieve taken en regels maken het werken in de zorg aantrekkelijker. Dit blijkt uit onderzoek van NIVEL, Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg, onder deelnemers aan het Panel Verpleging & Verzorging.

Negen op de tien zorgverleners vindt het werk inhoudelijk leuk en bijna een even grote groep gaat over het algemeen met plezier naar het werk. Ruim vier op de vijf zorgverleners is trots op het werk dat zij doen. Zorgverleners waarderen hun baan dan ook met gemiddeld een 7,5: een ruime voldoende. Deze algehele tevredenheid is sinds 2011 stabiel. Het meest tevreden zijn zorgverleners over de contacten met patiënten en collega’s.

Werkplezier onder druk

Desondanks laat het onderzoek zien dat de aantrekkelijkheid van het werk onder druk staat. Het percentage zorgverleners dat verwacht het huidige werk niet tot hun pensioen te kunnen volhouden, is gestegen van 40 procent in 2013 tot 52 procent in 2017. Nivel-onderzoeker Anke de Veer: ‘De toename heeft waarschijnlijk te maken met het ophogen van de pensioengerechtigde leeftijd. Daarnaast zien we dat zorgverleners de laatste jaren steeds meer werkdruk ervaren. Om in de toekomst voldoende personeel te hebben moeten werkdrukmaatregelen topprioriteit krijgen.’

Minder werkdruk, administratie en regels

Driekwart van de zorgverleners geeft aan dat een verlaging van de werkdruk het werk aantrekkelijker maakt. Daarnaast willen zorgverleners dat de administratieve taken en de regels in de zorg verminderen. Ten opzichte van 2013 nam de behoefte aan maatregelen hiertoe duidelijk toe. Steeds meer zorgverleners vinden dat er te weinig werkdrukmaatregelen zijn genomen: in 2017 vond ruim de helft van de ondervraagden dat er de afgelopen vijf jaar te weinig werkdrukmaatregelen waren genomen.

Meer personeel, gelijkwaardigheid en waardering

Een grote groep zorgverleners wil meer personeel in de directe zorgverlening. Daarnaast is er een breed gevoelde wens voor meer gelijkwaardigheid tussen de top en de uitvoerenden en voor meer waardering binnen de organisatie. Veelal krijgen zorgverleners voldoende waardering van patiënten en van hun direct-leidinggevenden, maar minder vanuit hun directie.

Monitoronderzoek

Het Nivel rapporteert elke twee jaar over de aantrekkelijkheid van het werken in de zorg op basis van monitoronderzoek onder verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en praktijkondersteuners huisartsenzorg. Zij zijn deelnemer van het Nivel Panel Verpleging & Verzorging. De zorgverleners werken in ziekenhuizen, de GGZ, de gehandicaptenzorg, de thuiszorg, de intramurale ouderenzorg en huisartsenpraktijken. Thema’s die aan bod komen zijn groei- en ontplooiingsmogelijkheden, werkdruk, informatievoorziening, betrokkenheid, waardering, autonomie, leiderschap en werktevredenheid. Het rapport beschrijft de ontwikkelingen in de periode 2011 – 2017 en kwam tot stand met subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Klik hier voor downloaden De aantrekkelijkheid van werken in de zorg 2017. Cijfers en trends voor verpleegkundigen, verzorgenden, begeleiders en praktijkondersteuners huisartsenzorg, Nivel, juli 2018: www.nivel.nl

Hoe blijft werken in de zorg aantrekkelijk? Nivel, 24 juli 2018: www.nivel.nl

Ethische alternatieven voor privacy schendende sociale media en e-commercebedrijven

Bestel uw digitale boeken niet bij Kindle en Amazon maar bij ‘ethische, alternatieve’ adressen, adviseert Switching Social, een website die mensen helpt alternatieven te vinden voor e-commercebedrijven en apps die de privacy bedreigen. Amazon is makkelijk in gebruik, maar het gemak heeft een prijs, voor zowel de mensen die tegen een belachelijk laag loon in de goederenloodsen van Amazon werken als voor de samenlevingen die belastinggeld ontberen. Amazon volgt ook gebruikers op internet.

De e-boeken die Amazon aanbiedt via Kindle hebben een beperking: digital rights management (DRM).
DRM betekent dat boeken gesloten worden voor bepaalde apparaten. Amazon kan op elk tijdstip uw Kindle e-boeken bewerken of zelfs verwijderen, ook nadat u ze heeft gekocht. Amazon heeft dat bijvoorbeeld gedaan met de boeken 1984 en Animal Farm van George Orwell¹⁾, en een gebruiker van Kindle heeft ervaren dat haar hele bibliotheek bewust door Amazon is leeggehaald²⁾. (Amazon heeft haar nooit meegedeeld waarom). Een Kindle-boek is in feite nooit ons bezit. Het blijft voor altijd eigendom van Amazon.

Het sociaal boekennetwerk Goodreads en de site voor Engelstalige luisterboeken Audible zijn eigendom van Amazon en dragen dus ook bij aan de problemen. Gelukkig zijn er zowel online als offline nog voldoende ethische alternatieven voorhanden, voor zowel gedrukte en digitale boeken als voor audioboeken en e-readers.
Een greep:

Lokale boekwinkel
Ga bijvoorbeeld eens naar de lokale boekwinkel. Dat is in feite het meest ethische alternatief. Dergelijke winkels hebben over het algemeen betere arbeidsomstandigheden, betalen belasting en volgen kopers niet. In de winkel staat een mens die je gratis advies kan geven over boeken.
Als men niet heeft wat u zoekt, dan bestelt men het voor u.

Openbare bibliotheek
Ethisch lenen kunnen we ook bij de openbare bibliotheek. Dat kost niet veel en het is ook nog goed voor het milieu. Een bibliotheek is misschien wel de enige openbare gelegenheid waar je kan zitten, lezen en ontspannen zolang als je wilt zonder iets te hoeven kopen. Moderne bibliotheken lenen ook e-boeken en audioboeken uit, naast cd’s, dvd’s, blu-rays en videogames.

Better World Books
Better World Books is een online-boekwinkel met een ethische benadering. De winkel doneert voor elk verkocht boek een boek aan een liefdadigheidsinstelling. Het aantal gedoneerde boeken op de teller wijst inmiddels het getal 26.356. 619 aan, gemeten ‘s morgens 25 juli 2018. Zonder extra kosten wordt over de hele wereld geleverd.
Better World Books: https://www.betterworldbooks.com/

E-boeken en audioboeken zonder DRM
Veel uitgevers verkopen e-boeken zonder DRM-beperkingen, ze worden ‘DRM-vrij’ genoemd, of ‘non-DRM’. Als u zo’n DRM-vrij boek koopt, is het voor altijd uw eigendom. U kunt het op alle apparaten lezen en niemand kan het boek van u afnemen.
Het uitgebreidste alternatief voor Kindle is misschien wel Kobo, een wereldwijde verkoper van e-boeken van zowel DRM- als DRM-vrije e-boeken. Op de site kunt u zoeken naar DRM-vrije boeken via de niet-officiële Kobo-pagina van Switching Social: https://switching.social/unofficial-kobo-search/ (Switching Social heet nu Switching Software: https://switching.software/tools/kobo-search/)

Kobo biedt ook mooie e-readers aan waarmee bijna elk e-boek gelezen kan worden, inclusief de DRM-vrije en waarmee ook e-boeken geleend kunnen worden bij de openbare bibliotheek.

Public Domain eBooks en Audiobooks
Veel klassieke boeken zijn beschikbaar in het publieke domein. Ze kunnen op diverse sites legaal en zonder kosten gedownload worden. Enkele voorbeelden:

– Public Domain eBooks Search: https://switching.social/public-domain-ebooks-search/ (Website heet nu Switching.software:  https://switching.software/)
– Project Gutenberg: https://www.gutenberg.org/
– Feedbooks Public Domein: https://www.feedbooks.com/catalog/public_domain
– Librivox: https://librivox.org/
– Standard e-books: https://standardebooks.org/
– Faded page: https://www.fadedpage.com/
– Internet archive: https://archive.org/details/texts
– Wikisource: https://en.wikisource.org/wiki/Main_Page

Verslaafd aan verzamelen van gegevens

switching socialOp de site van Switching Social kunnen ook ethische alternatieven gedownload worden voor Facebook, Twitter, Whatsapp, Messenger, Skype, Google search, Gmail, Yahoo Mail, Outlook, Windows, Chrome, Internet Explorer, Google maps, Dropbox, Google drive, Google docs, Google news en nog meer. Voor de gevorderde gebruiker zijn er ook heel interessante alternatieven waarvoor wat meer technische kennis nodig is.
Het is zo langzamerhand wel bekend bij de meeste internetgebruikers, maar als u een app als Facebook Messenger gebruikt, wordt de inhoud van het adresboek van uw telefoon naar Facebook gestuurd. Dat betekent dat gegevens van vrienden, familie en collega’s meegestuurd worden zonder dat ze daarvan op de hoogte zijn en zonder hun toestemming.
Het is zelfs al zover gekomen dat Google medische dossiers weghaalt uit de ziekenhuizen zonder toestemming van de patiënt en dat Facebook werd betrapt op een zelfde poging tot diefstal..
Veel bedrijven zijn zwaar verslaafd aan het verzamelen van gegevens. Hun beurskoers is niet alleen afhankelijk van gegevens verzamelen maar van dat doen in steeds sneller tempo op gevaar af de wet daarbij te overtreden.

De vraag is: Hoe kunt u als individu deze gang van zaken een halt toeroepen? Hoe kan een mens het verschil maken? Antwoord: Door gebruik te maken van apps en diensten die geen gegevens stelen en anderen aanmoedigen dat ook te doen.

Zie voor nog meer adressen en de ideeën achter Switching Social: https://switching.social/ethical-alternatives-to-amazon-and-goodreads/ Website heet voortaan Switching Software: https://switching.software/

Noten
¹⁾ Amazon Erases Orwell Books From Kindle, Brad Stone, New York Times, 17 juli 2009: www.nytimes.com
²  Remote Wipe of Customer’s Kindle Highlights Perils of DRM (Updated), Mat Honan, Wired, 22 oktober 2012: www.wired.com

 

school_potlood_elisa_riva

Serie artikelen over democratische scholen waar leerlingen meepraten en meebeslissen

21ste-eeuwse vaardigheden, zoals creatief denken en omgaan met ict, komen veel te weinig aan bod in het onderwijs. Niet op democratische scholen, waar leerlingen meepraten én meebeslissen over alles, van te laat komen tot het nemen van een schoolkat. Werkt dat?
Journalist Astrid Schutte liep mee op drie democratische scholen. Ze brengt verslag uit in een driedelige serie artikelen in Vrij Nederland. Het eerste deel, verschenen op 24 juli 2018, is getiteld Democratische scholen: toekomst of uitwas?

Astrid Schutte:

“Het wetsvoorstel ‘Meer ruimte voor nieuwe scholen’ dat na de zomer wordt ingediend, geeft scholen met een nieuw onderwijsconcept meer kans op bekostiging door de overheid. Democratische scholen bijvoorbeeld. Kinderen besturen daar samen met begeleiders en directie de school. ‘Ik vind drie maal per week te laat komen wel heel veel.’

‘Afspraak negen: te laat komen. Als je meer dan drie keer per maand te laat komt, krijg je een gesprek met je mentor. Wat vinden we?’

De 16-jarige Jonas is voorzitter van de Leerlingenkring die in democratische school Vrije Ruimte iedere woensdag samenkomt. In de voormalige pastorie van de rooms-katholieke kerk aan de Haagse Stadhouderslaan, zitten zes leerlingen en begeleider Claartje van der Grinten rond een tafel. Op de Vrije Ruimte zitten zeventig kinderen in de leeftijd van vier tot achttien jaar. In de Leerlingenkring zitten afgevaardigden uit verschillende leeftijdsgroepen.

‘Ik dacht dat de afspraak was: drie maal per week te laat en dan een gesprek met de mentor,’ zegt Ruben (12).
Jonas: ‘Eerst was het driemaal per maand en daarna drie maal per week, maar dat is nooit aangepast. De vraag is: moet het zo blijven of willen we het anders?’
Sem (13): ‘Er was ook nog iets over de Inspectie.’
Jonas: ‘Misschien is drie maal per week beter en dan inderdaad Leerplicht erop afsturen.’
Lars (10): ‘Ja, want ik vind drie maal per week wel heel veel.’
Begeleider Claartje van der Grinten: ‘Je kunt Leerplicht er wel op af sturen, maar het gaat er meer om dat mensen er last van hebben als je te laat komt. Dat anderen dan op je moeten wachten.’

21st Century Skills

21ste-eeuwse vaardigheden als kritisch en creatief denken, problemen oplossen en omgaan met ict zijn belangrijk maar komen te weinig doelgericht en structureel aan bod op scholen. Dat vond de Stichting voor Leerplanontwikkeling vier jaar geleden. Platform Onderwijs 2032, aan het werk gezet om het Ministerie van Onderwijs te adviseren over de toekomst van het onderwijs, stelde twee jaar later dat 21ste-eeuwse vaardigheden tot het kerncurriculum van basis- en middelbare scholen zouden moeten horen. En ondanks stevige kritiek – leraren zouden te weinig hebben mogen meepraten – op het Platform volgden vorig jaar Onderwijscoöperatie, PO- en VO-raad, AVS, LAKS en Ouders & Onderwijs met hetzelfde advies: er moet méér aandacht komen voor burgerschap en digitale vaardigheden. Ook minister Slob vindt burgerschap zo belangrijk dat hij onlangs aankondigde dat hij preciezer wil omschrijven wat de scholen op dat vlak moeten doen.

Democratische scholen zijn sinds hun oprichting primair gericht op het ontwikkelen van 21st Century Skills, zoals ze ook wel worden genoemd. Ze werken met sociocratische kringen. Elk kind dat naar een democratische school gaat, leert meepraten in ‘kringen’ over bijvoorbeeld regels voor te laat komen, uitgaven voor materialen en uitjes en over hoe ze met elkaar willen omgaan. De kringen werken sociocratisch: een beslissing wordt pas genomen als niemand overwegend bezwaar heeft. Er zijn leerlingenkringen, een begeleiderskring, een ondersteunerskring, een ouderkring, een schoolkring (dagelijks bestuur) en een bestuurskring. Veel democratische scholen hebben ook een communicatiekring. Pas toen iedereen van die kring ‘consent’ was, mocht de auteur van dit artikel komen kijken. Wat hielp: ze had een boek geschreven over voorloper Iederwijs.

Lees het hele artikel van Astrid Schutte: Democratische scholen: toekomst of uitwas?, Vrij Nederland, 24 juli 2018: www.vn.nl

Netwerkcorruptie. Proefschrift over uitruilen gunsten en smalle scheidslijn tussen lobbyen en corrupt gedrag

Willeke Slingerland schreef een proefschrift over netwerken en corruptie: Network corruption: When social capital becomes corrupted.
Slingerland, verbonden aan het Lectoraat Governance van Hogeschool Saxion, promoveerde op 20 juni 2018 aan de Vrije Universiteit. Sinds 2009 deed zij onderzoek naar netwerkcorruptie. Haar onderzoek toont aan dat er in de corruptieliteratuur te weinig aandacht is voor de rol van netwerken en dat er in de netwerkliteratuur maar beperkt aandacht is voor het ‘ontaarden’ van netwerken. Onderzocht is of de moeizame aanpak en vervolging van corruptie veroorzaakt wordt door de beperking van het huidige anti-corruptiebeleid.

Recente corruptiecasuïstiek uit zowel de EU als de VS laat zien dat er een discrepantie bestaat tussen de wijze waarop openbare aanklagers naar corruptie kijken en de wijze waarop rechters corruptie beoordelen. In de grote corruptieschandalen blijken steeds kluwen van personen en organisaties betrokken te zijn, wat het vrijwel onmogelijk maakt de corrupte handelingen van individuen aan te tonen. Dit leidt in de praktijk vaak tot vrijspraak van individuen, met het onbevredigende gevoel dat sociale netwerken een belangrijke rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de corruptie.

Nationale overheden en internationale organisaties blijken moeilijk uit de voeten te kunnen met deze vorm van corruptie. Deze constatering was voor Slingerland de aanleiding om de link tussen netwerken en corruptie nader te onderzoeken. Bovendien werd haar al snel duidelijk dat er weinig theorieën voorhanden zijn die de relatie tussen netwerken en corruptie beschrijven. Slingerland koos ervoor dit onderzoek uit te voeren met de EU als context.
De reden hiervoor was tweeledig. Allereerst had de EU ten tijde van de start van het onderzoek net bekendgemaakt de strijd tegen corruptie als een van haar grootste prioriteiten voor de komende decennia te zien. Daarnaast was Slingerland rond diezelfde periode begonnen als Nationaal Corruptie-correspondent voor de Europese Commissie. Tijdens de jaarlijkse besprekingen van de 28 correspondenten werd duidelijk dat er binnen de EU en haar lidstaten nog veel te verbeteren viel aan de wijze waarop anti-corruptiebeleid vormgegeven wordt. Wat niet wil zeggen dat het concept van netwerkcorruptie enkel van meerwaarde is binnen de EU-context. Integendeel. Als iets duidelijk is geworden in dit onderzoek, dan is het wel dat er wereldwijd weinig aandacht is voor de processen binnen netwerken en de mogelijke ontaarding daarvan..

Corruptie brengt veel schade teweeg

Bij haar onderzoek heeft Slingerland gebruik gemaakt van inzichten uit het recht, de sociale wetenschappen en de (bedrijfs)ethiek. Centraal staan drie case-studies van onderzoek naar de wijze waarop netwerkcorruptie ontstaat. Hoe worden kenmerken van netwerken en corruptie uit de literatuur zichtbaar in de praktijk? Slingerland schrijft dat ze met open vizier heeft geprobeerd te begrijpen hoe netwerken een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de corruptie. De case-studies betreffen de corruptiezaak rondom de wereldvoetbalorganisatie FIFA, de zaak die bekend staat als het ‘Phone Hacking Scandal’ bij de Britse tabloidkrant News of the World, en de zaak rond voormalig VVD-senator en wethouder Jos van Rey in Roermond.

Corruptie is niet een ‘slachtofferloos’ misdrijf. Corruptie veroorzaakt veel schade. De algemene definitie van corruptie, gehanteerd door de Wereldbank en Transparency International luidt: “Corruptie is het misbruik maken van toevertrouwde macht voor privaat gewin”. Slingerland definieert corruptie als: “Toestaan dat oneigenlijke belangen besluitvorming beïnvloeden ten koste van het algemeen belang”.
De kern van corruptie zit in het resultaat van besluitvorming en de uitruil van belangen.

Uit de literatuurstudie is gebleken dat sociale netwerken een belangrijke rol vervullen in onze samenleving. Mensen organiseren zich in netwerken en dankzij deze organisatie van een netwerk zijn zij betrokken bij elkaars welzijn en welvaart. Dankzij het collectief kunnen zij doelen behalen die zij ieder voor zich anders niet zouden behalen. Netwerken vormen samen een belangrijk sociaal kapitaal. Netwerken kunnen doelnetwerken zijn, opgericht om een bepaald doel te realiseren of kunnen meer organisch ontstaan, de zogenaamde emergente netwerken. Ook kunnen netwerken een georganiseerd karakter hebben zoals in het geval van bijvoorbeeld ledenorganisaties, of juist informeel zijn met geen of slechts een beperkte mate van organisatie. Informele netwerken ontstaan doordat gelijkgestemden elkaar opzoeken om zo hun eigen en gezamenlijke belangen beter te kunnen dienen. Een algemeen kenmerk van een netwerk is dat het dynamisch is en zich steeds aanpast aan de omstandigheden. Netwerkleden hebben eigen opvattingen en denkbeelden en tezamen dragen zij bij aan de ontwikkeling en het karakter van het netwerk. Het netwerk beïnvloedt vervolgens weer de leden. Dit sociale proces wordt versterkt doordat netwerkleden zich gaan identificeren met het netwerk. Hierdoor wordt de netwerkidentiteit groter dan de eigen individuele identiteit en wordt het netwerkdoel leidend in de gedragingen van de netwerkleden. Deze kenmerken maken dat een netwerk meer is dan de som van haar leden. Een netwerk wordt zo een aparte entiteit.

Definitie netwerkcorruptie

Netwerken kunnen verantwoordelijkheid dragen, en ze kunnen ontaarden. Netwerkleden kunnen elkaar bevoordelen en hierbij derden buitensluiten. Slingerland beschrijft hoe de processen van netwerkcorruptie verlopen.
Netwerkcorruptie ontstaat binnen informele netwerken waarbij wederkerigheid de norm wordt en deze netwerken zich sluiten.
De huidige definities van corruptie zijn volgens Slingerland niet toereikend om corruptie als gevolg van de werkwijze van netwerken, te kunnen begrijpen. Vandaar de introductie van de definitie netwerkcorruptie: “Informele collectieve wijze van samenwerken, waarbinnen professionele rollen worden misbruikt om netwerkbelangen te dienen, en dit op zodanige wijze, dat er een algemene norm van complete wederkerigheid ontstaat, die weer leidt tot het uitsluiten van anderen, terwijl de leden zich bewust zijn van hun netwerk, wat blijkt uit hun gemeenschappelijke houding”.

Klik hier voor de Samenvatting in het Nederlands (Summary in Dutch): Netwerkcorruptie: wanneer Sociaal Kapitaal corrupt wordt. Over de betekenis en het belang in corruptie- en netwerktheorie en de gevolgen voor (EU) beleid en het recht: https://research.vu.nl/ws/portalfiles/portal/58753189/abstract+dutch.pdf

Network corruption: when social capital becomes corrupted: Its meaning and significance in corruption and network theory and the consequences for (EU) policy and law, door W. Slingerland, Vrije Universiteit Amsterdam, 20 juni 2018: http://dare.ubvu.vu.nl/handle/1871/55685?show=full

U P D A T E

Burgers hebben niets te zeggen. De netwerkcorruptie regeert, door Bram Logger en Parcival Weijnen, Vrij Nederland, no 1, 2022.

Hoezo inspraak? In de praktijk staat de burger vaak buitenspel, door Bram Logger en Parcival Weijnen,  website Vrij Nederland, 29 januari 2022: www.vn.nl/netwerkcorruptie/

Oorsprong en betekenis van traditionele ambachten

In zijn boek Craeft duikt de Britse archeoloog en BBC-presentator Alexander Langlands in een fascinerende en verrassende wereld waarover we in het algemeen weinig weten: de oorsprong van de traditionele ambachten in het Europa van de Middeleeuwen.
Toen het woord voor het eerst in de oud-Engelse taal verscheen had craeft de betekenis van vermogen, fysieke kracht, vaardigheid en vindingrijkheid. Het betekende bewust zijn van je eigen omgeving, de natuur en de seizoenen, kennis van materialen, voorwerpen en systemen. De herontdekking van het ambacht verbindt ons volgens de auteur met ons verleden, ons gevoel voor de omgeving en het vermogen te overleven in onherbergzame streken.

Langlands boek biedt, volgens recensent Sarah Archer van het Amerikaanse tijdschrift The Atlantic, “een betoverende virtuele reis door middeleeuws Engeland” waarin hij vertelt over zijn ervaring van geluk tijdens het filmen van de twaalfdelige documentaire televiseserie Tales from the Green Valley waarvan de eerste aflevering te zien was in 2005. Langlands daarover: “Iedere dag werd ik ieder uur van de dag ondergedompeld in historisch boerderijwerk. Ik verzorgde, ploegde, maaide, hakte, veegde, zaaide, ommuurde, zaagde, beitelde… de lijst is eindeloos. Bovendien keek ik met een archeologisch oog naar de manier waarop mijn handelingen de omgeving veranderden en aanpasten”.

Homo faber

Met Craeft wil Langlands pleiten voor meer kennis over de tijd waarin het ambacht een integraal onderdeel was van het dagelijkse leven. Bijen houden bijvoorbeeld was geen vlucht uit de werkelijkheid, maar een essentieel onderdeel daarvan.
Ontwerper Michael Bierut schreef in het Amerikaanse dagblad The New York Times dat Langland overtuigend is als hij schrijft dat onze overgave aan machines in feite leidt tot achteruitgang. In een tijd waarin we steeds meer afgesneden raken van de wereld om ons heen, is dat niet alleen tragisch maar ronduit gevaarlijk. We zouden weer een homo faber moeten worden, een mensensoort die dingen maakt. Dat zou wel eens onze redding kunnen zijn.

Craeft bevat de ene na de andere anekdote over oude procedés die tot in detail worden beschreven op Langlands reizen door Spanje, Frankrijk, Engeland, Schotland en IJsland. Lezers krijgen de sfeer te proeven van oude craefts, zoals dakbedekken, wol spinnen en het looien van huiden.

Cræft – An Inquiry Into the Origins and True Meaning of Traditional Crafts, door Alexander Langlands, Amerikaanse uitgave januari 2018 bij uitgeverij W.W. Norton & Company, Inc., New York, februari 2018: https://wwnorton.com/books/9780393356571

In de video hieronder introduceert Langlands zijn boek Craeft.

Jaarcijfers zorgverzekeraars en zorgfinanciering 2018

Vektis,  een dienstverlener op het gebied van zorg, publiceert elk jaar de jaarcijfers over de zorgverzekeraars en de zorgfinanciering. Vektis Streams biedt tools waarmee operationele processen tussen zorgverzekeraars, zorgverleners en overheden slimmer georganiseerd kunnen worden. Doel is verminderen van de administratieve lasten en verzamelen van waardevolle data. Vektis beschikt over een database met alle declaratiedata in de zorg. Vektis Intelligence geeft op basis van deze data inzicht in het gebruik van zorg over de volle breedte.

De belangrijkste punten van Jaarcijfers zorgverzekeraars en zorgfinanciering 2018

  • iptiQ is als nieuwe zorgverzekeraar toegetreden tot de zorgverzekeringsmarkt. Het aantal zorgverzekeraars blijft echter 24, doordat er ook een zorgverzekeraar verdwenen is.
  • Het merendeel van de zorgverzekeraars sluit net als in 2016 het jaar 2017 met een negatief resultaat af. De lasten laten in 2017 een sterkere stijging zien dan de baten, waardoor het verlies toeneemt ten opzichte van 2016 tot 618 miljoen euro. Dit komt neer op 36,27 euro negatief per verzekerde.
  • Bij de aanvullende verzekeringen komt het resultaat in tegenstelling tot het jaar ervoor over 2017 wel positief uit. De baten laten een kleine stijging ten opzichte van 2016 zien, terwijl de lasten een kleine daling laten zien. Dit resulteert in een positief resultaat van 135 miljoen euro. Dit is echter onvoldoende om het verlies op de Zorgverzekeringswet te compenseren.

Tegelijk met Jaarcijfers zorgverzekeraars en zorgfinanciering 2018 is Verzekerden in beeld 2018 verschenen dat inzicht biedt in de mobiliteit van verzekerden in het overstapseizoen, het zogenaamde ‘vijfde seizoen’. Per 1 januari 2018 is 6,2% van de verzekerden overgestapt naar een andere zorgverzekeraar. Ten opzichte van vorig jaar is dit een afname van 0,2%. Verzekerden kunnen in 2018 kiezen uit 55 polissen, 3 minder dan vorig jaar. Hiermee zet de dalende trend in het aantal zorgpolissen door.

Voor downloaden Jaarcijfers zorgverzekeraars en zorgfinanciering 2018, Vektis, 2018: klik hier.

Voor downloaden Verzekerden in beeld 2018: Inzicht in het overstapseizoen, door Marnix Romp en Eline Nijhof MSc, Vektis 2018:
klik hier.

Jaarcijfers zorgverzekeraars 2018, Vektis, 17 juli 2018: www.vektis.nl

Aangeklaagd worden als zorgverlener. Wat zijn de beroepsnormen?

Dolf Algra, tot voor kort zelfstandig bedrijfsarts en adviseur, schrijft in zijn blog Het tuchtcollege, de beroepsnorm, én je collega-beroepsgenoten: één grote blackbox op de site van Medisch Contact over aangeklaagd worden als zorgverlener zonder waarschuwing vooraf en de grote gevolgen die een tuchtzaak kan hebben: “Plotseling is het zover. Je bent aangeklaagd. Schijnbaar vanuit het niets ligt daar zomaar die brief van het tuchtcollege op de mat. Iemand is niet tevreden over je professionele handelen én heeft een klacht tegen je ingediend. Die had je niet zien aankomen. Wat nu?

Nu blijkt het indienen van een klacht een peuleschil te zijn. Het in te vullen klaagschrift staat namelijk al kant-en-klaar op de site van het tuchtcollege. Bovendien is een tuchtzaak gratis, want vrij van (griffie)kosten. Alhoewel de klager ‘geacht’ wordt op de zitting aanwezig te zijn, blijkt het niet verplicht te zijn gesteld. Kortom: klager zet grieven op papier en belt daarna met juridische bijstand (want toch verzekerd) en off we go. Je gram halen. Zo eenvoudig kan het dus zijn.

Lastig parket

De verweerder – jij, wij en/of ik – zitten in een heel wat lastiger parket. Bij het klaagschrift zit namelijk een schrijven van het tuchtcollege met informatie over de opzet van de procesgang – trek daar maar een maandje of acht voor uit! – én het verweerschrift. Voor de rest is het vooral: good night and good luck!

Het is de taak van het tuchtcollege om te toetsen of jouw professionele handelen zorgvuldig en/of deskundig genoeg is geweest. Dat is hun maatschappelijke opdracht. De meetlat voor deze toetsing heet de ‘beroepsnorm’ en de hoeder van deze beroepsnorm is je eigen beroepsvereniging. Wat die beroepsnorm precies inhoudt is vaag. Bijzonder vaag.

Het tuchtcollege heeft er maar liefst 75 woorden voor nodig om te duiden dat het professioneel handelen ‘binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening’ dient te vallen. Dat is zo oprekbaar als elastiek.

Typ beroepsnorm en beroepsvereniging in en je zult zien dat velen veronderstellen dat richtlijnen, standaarden, werkwijzers, leidraden, standpunten daarin voorzien. Dat die voor andere doeleinden zijn geschreven blijft meestal onbesproken.

Nu is de officiële uitleg van bijvoorbeeld een richtlijn dat het ‘een document is met aanbevelingen, gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg’. Een hulpmiddel. Hoe open, leerbaar en vooral onschuldig klinkt dit alles.

Streng in de leer

In mijn vakgebied – de bedrijfsgezondheidszorg – blijken de leden van het tuchtcollege nogal streng in de leer. Bijna fundamentalistisch eigenlijk. Dit valt op te maken uit het aantal recente – sterk betwistbare – uitspraken. Voor hen is de richtlijn versteend tot afvinkbare normen passend bij de Tien Geboden. Gij dient de richtlijn te volgen. Punto e basta.

Dit ondanks het feit dat ongeveer de helft(!) van de bedrijfsartsen – ja, u leest het goed – stelt de NVAB-richtlijnen in de praktijk niet te kunnen uitvoeren. Ik verwijs naar spraakmakend onderzoek van Nico Plomp, ‘Waarom NVAB-richtlijnen niet worden gevolgd‘.”

Lees de hele blog van Dolf Algra: Het tuchtcollege, de beroepsnorm, én je collega-beroepsgenoten: één grote blackbox, Medisch Contact, 17 juli 2018: www.medischcontact.nl

Interview met Jaap Peters: “Zelfsturing krijg je door de autonomie van mensen te vergroten en ze de leiding te geven”

In het julinummer 2018 van de ‘digitale blikopener’ Pioniers magazine staat een interview van Desirée Paalvast met organisatieactiviteit Jaap Peters.
Pioniers magazine verschijnt vier keer per jaar en is gratis te lezen op internet. Het tijdschrift is bedoeld voor actieve pioniers met idealen voor een betere wereld en besteedt aandacht aan positieve, evolutionaire verandering en maatschappelijke vooruitgang, teweeggebracht door mensen die pionier zijn op hun vakgebied.

Jaap Peters:

“De rode draad door mijn leven is: als ik al iets vind, dan vind ik vaak iets wat kennelijk de onderstroom is, iets waar de aandacht nog niet zo op staat. Ik ontvang allerlei tegenargumenten. Maar als ik het eenmaal in mijn hoofd heb, gaat het gebeuren. Ik heb al een paar keer mijn droom kunnen realiseren. Na iedere droom komt er weer een nieuwe droom. Ik ben ooit begonnen in het MBO-onderwijs als werkstudent. In die tijd had ik al het idee dat wat we vroegtijdige schoolverlaters noemen niet zozeer aan de schoolverlaters lag, maar aan het rigide systeem dat we ze aanboden. Ik zou graag een school willen neerzetten voor vroegtijdige schoolverlaters (tussen de 17 – 27 jaar), waarbij we ons richten op hun talenten in plaats van op hun tekortkomingen.

De tijd is daar nu rijper voor dan ooit, omdat wij straks steeds meer gestandaardiseerd gaan werken met robots. Ik ben in contact met MBO Rijnland om dat voor elkaar te krijgen. Ik wil vanuit het MBO-perspectief bijdragen omdat MBO-ers op het raakvlak van de leef- en de systeemwereld werken. HBO-ers en universitair geschoolden zitten in de systeemwereld en denken in systemen. Op het moment dat de planning de realiteit ontmoet, ziet het leven er toch anders uit: dan heb je vakwerk nodig, interdisciplinair denken. Dat is op het MBO-niveau van nature beter verankerd. Zij staan immers met het ene been in de praktijk en met het andere in de theorie. MBO-ers zijn bezig met het hier en nu en veel minder met bijvoorbeeld een buitenlandse stage”.

Klik hier voor lezen van het hele interview met Jaap Peters: Hij maakt het verschil, door Desirée Paalvast, Pioniers magazine, juli/augustus/september 2018: https://view.joomag.com/pioniers-magazine-juli-aug-sept-2018-zelfsturing-authenticiteiti/0468794001527520755/p6