Skip to main content

Redactie Beroepseer

Gemeenten met het hart op de goede plaats, blijken in staat hun lokale jeugdstelsel te transformeren

“Alle jeugdigen in Zwijndrecht moeten gezond en veilig kunnen opgroeien. Dit is niet altijd vanzelfsprekend en dan kunnen zorg en ondersteuning een oplossing bieden. Met de decentralisatie van de Jeugdhulp in 2015 kregen we als gemeente een extra mogelijkheid om deze ambitie te realiseren. De afgelopen jaren zijn hier belangrijke stappen in gezet maar er waren ook signalen dat verbeteringen nodig en wenselijk waren”.

In maart 2019 maakte de gemeente Zwijndrecht een lokaal plan van de jeugdzorg bekend voor de jaren 2019 – 2021. Wethouder voor jeugdzaken Jolanda de Witte schreef het Voorwoord waarin ook geschreven stond:
“Naast de reguliere cliënt-tevredenheidsonderzoeken heeft de gemeente Zwijndrecht besloten ouders en jeugdigen uit te nodigen om hun ervaringen met de zorg en ondersteuning op het gebied van Jeugdhulp te delen. Op 1 november jl. spraken we hierover met ouders en op 12 december met een aantal jeugdigen uit Zwijndrecht”.

Van die bijeenkomsten is een verslag gemaakt en als bijlage gevoegd bij het lokale plan van aanpak. De wethouder besluit het Voorwoord met: “In dit lokale plan gaan we in op de aanpak van de gesignaleerde knelpunten. Ik heb er alle vertrouwen in dat we met ouders, jeugdigen en partners erin slagen nog beter invulling te geven aan onze zorg voor de jeugd. Ik geloof erin dat we gezamenlijk het verschil kunnen en moeten maken. De acties in dit lokale plan van aanpak dragen bij aan deze doelstelling”.

“De regie naar ons toegetrokken”

Op 12 januari 2022 schrijft Yolanda de Koster op de nieuwssite voor ambtenaren en bestuurders Binnenlands Bestuur in haar artikel ‘Stop met steggelen over budget jeugdzorg’ dat Zwijndrecht de discussies over (extra) budget voor de jeugdzorg zat is: “De gemeente heeft in 2019 het roer omgegooid en de inhoud op de eerste plaats gezet. Goede hulp en ondersteuning aan de meest kwetsbare kinderen en gezinnen staat centraal. Niet alles kan, en zeker niet tot in de lengte der dagen. Zwijndrecht schrijft vrijwel geen rode cijfers meer op de jeugdzorg”.

De huidige wethouder Ronald de Meij van Jeugd en Wmo van Zwijndrecht – Jolanda de Witte is sinds juli 2019 burgemeester van gemeente Albrandswaard – op Binnenlands Bestuur: “In 2019 liepen de tekorten in de jeugdhulp hard op en hebben we de regie naar ons toe getrokken. De jeugdzorg moeten en gaan we beter regelen voor onze inwoners. Ik vind het dan ook een principieel punt om er daadwerkelijk te staan, om verantwoordelijkheid te nemen”.

Het gaat om de inhoud

Op eigen kracht knelpunten wegwerken. Het kan. Zwijndrecht heeft het bewezen en heeft het jaar 2021 vrijwel zonder tekorten op de jeugdzorg afgesloten.
Het gaat de gemeente Zwijndrecht in de eerste plaats om de inhoud. De Meij blijft het herhalen: “Via de inhoudelijke weg gaan we stap voor stap naar een betere jeugdzorg en financieel beheersbare situatie toewerken, en naar een situatie waarbij de maatschappelijke kosten goed uitlegbaar zijn”. De Meij stoort zich eraan dat gemeenten en rijk eindeloos blijven steggelen over het geld en dat “we landelijk op de inhoud niet verder komen”.
De Meij legt uitgebreid en met voorbeelden uit de praktijk in het interview uit hoe zijn gemeente te werk is gegaan bij de transformatie van de jeugdzorg.

Serieuze alternatieven

Het blijkt dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) tijdens een extra ingelaste algemene vergadering op 13 januari 2022 heeft besloten de Hervormingsagenda Jeugd 2022-2028 op te schorten. Deze Hervormingsagenda komt voort uit de bestuurlijke afspraken die de VNG en het rijk op 2 juni 2021 over de bekostiging van de jeugdhulp hebben gemaakt. Met de agenda willen de gemeenten én het stelsel verbeteren én de uitvoering versterken. De agenda wordt opgeschort totdat er een principeafspraak is gemaakt met het nieuwe kabinet. In deze principeafspraak moet het nieuwe kabinet onderschrijven dat de extra bezuiniging in het coalitieakkoord niet ten laste komt van kwetsbare kinderen en dat dit niet wordt afgewenteld op gemeenten.

Net als VNG is ook FNV Zorg en Welzijn uit het overleg over de hervormingsagenda gestapt. Het geeft wel aan dat het tijd wordt  serieuze alternatieven te raadplegen, zoals bijvoorbeeld het manifest met adviezen van denktank De Jeugdsprong. Of neem de gemeenten die hun zaakjes allang op orde hebben serieus, en ga bij hen eens kijken hoe goed ze het doen. Het Verwey Jonker instituut deed samen met het Instituut voor Management Research van de Radboud-universiteit in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) onderzoek in vijf gemeenten waar de transformatie van de jeugdhulp wel op koers lijkt te zijn: de gemeenten Deventer, Peel en Maas, Roosendaal, Utrecht en Zaltbommel. Zie hun rapport Eigenwijs transformeren – Onderzoek naar de ervaringen van 5 gemeenten met de transformatie van de jeugdhulp.

Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer spoort aan: “Laat de VNG zorgen dat alle gemeenten als de wiedeweerga gaan leren van de gemeenten die het al goed doen en uit de rode cijfers zijn en goede jeugdzorg hebben. Waar wacht de VNG in hemelsnaam op!?”

‘Stop met steggelen over budget jeugdzorg’, door Yolanda de Koster, Binnenlands Bestuur, 12 januari 2022: www.binnenlandsbestuur.nl

Lokaal plan van aanpak Jeugd 2019-2021, Gemeente Zwijndrecht, 12 maart 2019: https://beroepseer.nl/

Hervormingsagenda Jeugd onder druk, VNG, 13 januari 2022: https://vng.nl

Manifest De Jeugdsprong: https://beroepseer.nl

Eigenwijs transformeren – Onderzoek naar de ervaringen van 5 gemeenten met de transformatie van de jeugdhulp, Rijksoverheid, 31 maart 2021: www.rijksoverheid.nl/

Interactieve, digitale ‘Speelveld LLO-tool’ biedt overzicht van alle partijen, betrokken bij een leven lang ontwikkelen

Er zijn veel partijen die zich bezighouden met leven lang ontwikkelen. Van beleidsmakers tot onderwijsaanbieders. Er zijn er zoveel dat mensen door de bomen het bos niet meer zien. De interactieve, digitale tool – Speelveld LLO-tool – moet daar verandering in brengen.  De tool is ontwikkeld door Marian Thunnissen, Mariëlle Rosendaal en Ellen Koop-Spoor van Fontys Hogescholen.  Zij hebben alle LLO-spelers op een rij gezet.

Een leven lang ontwikkelen (LLO) is een van de grote arbeidsmarktthema’s van dit moment. In de snel veranderende samenleving is het continu leren en ontwikkelen belangrijk, zodat mensen mee kunnen doen in werk en samenleving, bijblijven en niet uitvallen. De continue ontwikkeling wordt een leven lang ontwikkelen genoemd.
LLO kan omschreven worden als alle leeractiviteiten die iemand gedurende het hele leven ontplooit om kennis, vaardigheden en competenties vanuit een persoonlijk, burgerlijk, sociaal en/of werkgelegenheidsperspectief te verbeteren (Commissie van de Europese Gemeenschappen, 2001).

Tool Speelveld LLO

Hoewel LLO betrekking heeft op het individu en de activiteiten die door de persoon worden ondernomen om zich persoonlijk en professioneel te ontwikkelen, is facilitering en ondersteuning door werkgevers, onderwijs- en overheidsinstellingen van essentieel belang. Zij spelen een belangrijke rol hierin. Voor werkenden, werkzoekenden en werkgevers is het evenwel lastig om een overzicht te krijgen wie nu eigenlijk welke ondersteuning biedt. Een niet-volledig en gebrekkig overzicht kan voor werkgevers een belemmering zijn om met LLO aan de slag te gaan.

Fontys

Via onderzoek heeft Fontys alle bij LLO betrokken partijen in kaart gebracht. Werkgevers krijgen de naam van de partijen te zien, welke rol zij spelen, en op welke doelgroep zij zich in hun dienstverlening richten. Op basis van deze informatie kunnen werkgevers beter bepalen met wie zij in contact willen treden.

Op de site Tool ‘Het Speelveld LLO’ van Fontys staat een gebruiksaanwijzing van de tool, met een startscherm en met spelerskaarten: https://fontys.nl/Onderzoek/Dynamische-talentinterventies/Interventies/Tool-Speelveld-LLO.htm

Fontys Hogescholen is een Nederlandse instelling voor hoger beroepsonderwijs en bestaat uit 24 instituten, voornamelijk gevestigd in Zuid-Nederland. Internationaal wordt de naam Fontys University of Applied Sciences gevoerd.

Tool zet leven lang ontwikkelen-spelers op een rij, SER, 11 januari 2022: https://www.ser.nl/nl/actueel/Nieuws/tool-speelveld-llo (Niet meet beschikbaar. Zie: Sectoraal en Regionaal LLO-netwerk: https://www.ser.nl/nl/thema/leven-lang-ontwikkelen/regionale-projecten)

SER-thema Leven Lang Ontwikkelen: www.ser.nl/nl/thema/leven-lang-ontwikkelen/actie-agenda

Actie-agenda leven lang ontwikkelen: de hoogtepunten van 2021, SER, 21 december 2021: www.ser.nl/nl/thema/leven-lang-ontwikkelen/actie-agenda

Jos de Blok van Buurtzorg gaat voor zorgpersoneel een salarisschaal hoger indelen: Niet zeggen dat het anders kan, maar het gewoon zelf anders gaan doen

Buurtzorg Nederland gaat al het zorgpersoneel in maart een salarisschaal hoger indelen. Directeur Jos de Blok roept collega-bestuurders op hetzelfde te doen. “De politiek geeft zorgpersoneel niet de waardering die ze verdienen voor hun werk in de coronacrisis”. De Blok hoopt dat een betere beloning voor verpleegkundigen en verzorgenden navolging krijgt bij andere zorgaanbieders “Meer dan ooit is in de afgelopen twee jaar duidelijk geworden hoe belangrijk dit werk is. Verpleegkundigen en verzorgenden verdienen dit”.

Berichten over het voornemen van De Blok verspreidden zich al snel via kranten, radio, televisie en de vakbladen. Frank van Wijck van Arts en Auto en Bart Kiers van Zorgvisie besteedden er  bijvoorbeeld aandacht aan, en beroepsvereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden (V&VN) interviewde Jos de Blok voor de website.
De eerste vraag luidde: Waar komt dit idee vandaan?
Jos de Blok: “Eerder dit jaar gooide ik er al eens een balletje over op via Twitter. Verpleegkundigen en verzorgenden hebben de afgelopen twee jaar meer dan ooit laten zien dat ze onmisbaar zijn. In Den Haag zag je in de tussentijd Kamerleden weglopen bij stemmingen die een beter salaris moesten regelen. Toen was ik al aan het bekijken wat we zelf konden bij Buurtzorg”.

Concreet: wat krijgen mensen er bij?
“Er werken bij Buurtzorg ongeveer 10.000 verpleegkundigen en verzorgenden die nu in aanmerking komen voor een extra schaal. Als het me lukt, worden dat er 15.000. De huishoudelijk verzorgenden neem ik graag mee in deze slag, maar de vergoedingen die we voor hun werk krijgen zijn helaas een stuk lager. Gemiddeld gaan mensen er bruto 500 euro per jaar op vooruit”

Hoe betaal je dit?
“Door het werk zorgvuldiger over de dag te spreiden en te zorgen dat er meer variatie in de gemiddelde dag van een verpleegkundige of verzorgende zit. Een verpleegkundige die de hele dag bezig is met chronisch zieken doet mentaal en fysiek heel zwaar werk. Je krijgt een veel productievere dag als je er met diezelfde verpleegkundige voor zorgt dat hij bijvoorbeeld in de ochtend bezig is met chronisch zieke cliënten, maar in de middag tijd krijgt voor preventie van problemen. Gelukkig willen zorgverzekeraars tegenwoordig ook preventie vergoeden. Door die variatie wordt de dag optimaal besteed. Dat komt ook ten goede aan het verzuim. Dat is al laag, maar Buurtzorg geeft mensen een gezondheidsbudget, waarmee ze zelf kunnen werken aan hun inzetbaarheid. Dus ook op dat punt: autonomie bij de professional.
Verder hebben we de beschikbaarheid van buurtzorg in de nacht anders ingericht. Dat kostte vroeger veel tijd en energie van teams, maar nu is dat geregionaliseerd en dat werkt heel goed. Dat scheelt enorm veel tijd en geld”.

Lees het hele interview: Jos de Blok van Buurtzorg: ‘Verpleegkundigen en verzorgenden verdienen extra salaris’, V&VN, 12 januari 2022: www.venvn.nl

Voor het blok, door Frank van Wijck, Arts en auto, 12 januari 2022: www.artsenauto.nl

Jos de Blok zet al zijn zorgpersoneel in hogere salarisschaal – met reacties – door Bart Kiers, Zorgvisie, 7 januari 2022: www.zorgvisie.nl

Naar aanleiding van de actie van Jos de Blok stuurde Thijs Jansen een tweet rond waarin hij verwees naar een ander, eerder geslaagd optreden, dat van PO in Actie, dat tot positieve gevolgen heeft geleid:

Eindelijk gaan juffen en meesters net zoveel verdienen als leerkrachten op middelbare scholen: ‘Missie geslaagd’, door Henk van Gelder, De Gelderlander, 11 december 2021: www.gelderlander.nl

Jos de Blok en de initiatiefnemers van PO in Actie, de leraren Jan van de Ven en Thijs Roovers zijn voortrekker van Stichting Beroepseer

 

Afbeelding bovenaan is van Mohamed Hassan: ‘De toekomst hangt af van wat je nu aan het doen bent’ (Gandhi)

FNV Jeugdzorg presenteert ‘Commissie van wijzeren’, als reactie op ‘Commissie van wijzen’ die staatssecretaris Jeugd en Preventie gaat helpen

De sector Jeugdzorg van vakbond FNV presenteert – met een knipoog, maar wel serieus – de ‘Commissie van wijzeren’ die de nieuwe staatssecretaris van Jeugd en Preventie, Maarten van Ooijen, een handje komt helpen bij zijn zware taak om de jeugdzorg weer op de rit te krijgen. Het is een tegengeluid als reactie op het advies dat de zogeheten ‘Commissie van wijzen’ vorig jaar gaf aan het kabinet over financiering en hervorming van de Jeugdzorg.
Maaike van der Aar, bestuurder FNV Jeugdzorg in een interview met Sander Wageman: “De Commissie van Wijzeren bestaat uit mensen die met de voeten stevig in de modder staan. Zij moeten gehoord worden. Het is een gezonde mix van jeugdprofessionals en ervaringsdeskundigen”.

Adviezen

Er zijn door FNV Zorg & Welzijn en de sector adviezen opgeleverd voor nu, en voor de toekomst. Die adviezen zijn onder meer terug te vinden in het manifest ‘de Jeugdsprong’ waarvoor FNV met Stichting Beroepseer een brede denktank oprichtte, en het SER advies ‘Van systemen naar mensen’.
Volgens de ‘Commissie van Wijzeren’ moeten deze adviezen de basis zijn voor hervormingen in de sector. Van der Aar: “Wij willen onder andere met een brief aan de nieuwe staatssecretaris duidelijk maken dat er meer werk gemaakt moet worden van de (ervarings)kennis van onze ‘Commissie van Wijzeren’. En dat zij niet alleen mee moeten praten, maar ook mee moeten beslissen. Vandaar dat ze op het bordes staan; het zijn de beste vakministers die we ons kunnen wensen!”*)

Bom

De in het coalitieakkoord aangekondigde bezuinigingen, maar ook de eigen bijdrage legt voor FNV Zorg & Welzijn een bom onder alle randvoorwaarden die nodig zijn om de sector te redden. Van der Aar: ‘Dat er nu een kabinet aantreedt dat opnieuw wil bezuinigen op deze sector is onacceptabel. Jeugdzorgverleners zitten al jaren met de handen in het haar en steeds meer van hen verlaten gedesillusioneerd de sector. De overgebleven ‘die hards’ hebben hun laatste hoop op de nieuwe staatssecretaris gevestigd. Hopelijk worden ze gehoord, want tot nu toe werden ze steeds buiten de deur gehouden.’

Massale protestactie

In december 2021 stapten al een aantal jeugdzorgmedewerkers uit de werkgroepen van de zogeheten Hervormingstafel, waar onder meer het Rijk en gemeenten werken aan een verbeterplan voor de sector. De groep medewerkers voelt zich niet gehoord en wilde zich niet verbinden aan planloze bezuinigingen op voorhand.
Op dinsdag 15 maart 2022 organiseert FNV Jeugdzorg daarom een massale protestactie tegen de bezuinigingen.

Noot
*) Zie de foto FNV presenteert eigen vakministers op bordes, op site van FNV: www.fnv.nl/nieuwsbericht/sectornieuws/zorg-welzijn/2022/01/laat-kabinet-eindelijk-luisteren-naar-echte-wijzen

Laat kabinet eindelijk luisteren naar echte wijzen uit de jeugdzorg, door Sander Wageman, FNV, 10 januari 2021: www.fnv.nl/nieuwsbericht/sectornieuws/zorg-welzijn/2022/01/laat-kabinet-eindelijk-luisteren-naar-echte-wijzen

Manifest De Jeugdsprong: https://beroepseer.nl

Jeugdzorg: van systemen naar mensen, SER-advies: www.ser.nl/-/media/ser/downloads/adviezen/2021/van-systemen-naar-mensen.pdf

Brief van FNV aan de nieuwe staatssecretaris: https://www.fnv.nl/getmedia/a03d602f-d9b3-4697-b46c-24be7b5d9ce5/kamerbrief-over-oordeel-commissie-van-wijzen-v3.pdf


Foto bovenaan is van Julia Sezemova

Wijkverpleging lijdt aan gebrekkige beeldvorming. Betere verpleegkunde-opleiding brengt daar verandering in

Terwijl het werk van wijkverpleegkundigen veelzijdiger en uitdagender is geworden, kiezen relatief weinig hbo-verpleegkunde-studenten voor een baan in de wijk. Onderwijskundig onderzoek van promovenda Margriet van Iersel helpt hierin verandering te brengen.
De onterecht negatieve beeldvorming van de wijkverpleging is hardnekkig, leert het promotieonderzoek. Dat is een probleem, omdat de transities in de zorg juist om méér medewerkers in de wijkverpleging vragen.

Docent-onderzoeker Margriet van Iersel*) promoveerde in november 2021 op het onderzoek Verpleegkundig onderwijs voor wijkverpleegkundigen. Volgens Van Iersel levert haar onderzoek veel informatie op die gebruikt kan worden om het onderwijs te verbeteren. Meer nog dan zij dacht, zijn er ‘misconcepties’ over de beroepspraktijk van verpleegkundigen.
Van Iersel in een interview met ZonMw – organisatie voor gezondheidsonderzoek en -innovatie: “Veel studenten denken bijvoorbeeld dat ze in de wijk vooral met oudere patiënten werken. Maar in het ziekenhuis zijn verreweg de meeste patiënten toch ook oud? En in de GGZ zou de emotionele belasting van het werk zo groot zijn. Maar wat denk je dan van de kinderoncologie?”

Samenwerken met mensen die om de cliënt heen staan

Het werk in de wijk is uitdagender en complexer geworden, ook omdat de visie op zorg veranderd is. Denk aan begrippen als zelfmanagement en samen beslissen. “Er is veel meer aandacht voor de vraag hoe je als wijkverpleegkundige jezelf overbodig kunt maken. Hoe kan je de cliënt helpen om beter voor zichzelf te zorgen? Met die enorme ‘diversiteit achter de voordeur’ vraagt dit veel van de wijkverpleging. Wijkverpleegkundigen bevinden zich op andermans terrein. Zíj moeten invoegen en echt samenwerken met mensen die om de cliënt heen staan”.

Beeldvorming hbo-v-studenten

Een belangrijk onderdeel van het promotieonderzoek van Van Iersel was de ontwikkeling van een vragenlijst om de beeldvorming van hbo-v-studenten over de wijkverpleging te kunnen onderzoeken. Over deze zogeheten SCOPE-vragenlijst publiceerde zij in 2018 een artikel in een internationaal tijdschrift. Ze is nog steeds verbaasd over de respons. “Er is wereldwijde belangstelling. Ik heb nu de Turkse en Chinese vertaling in mijn computer staan. Ook in Amerika en Australië wordt de lijst al gebruikt. Dit is de grootste spin-off van het onderzoek”.

Beroepsvoorlichting

Op basis van haar eigen onderzoek heeft Van Iersel concrete aanbevelingen voor hbo-verpleegkunde-opleidingen. Bijna meer nog dan gedacht, blijkt bijvoorbeeld dat studenten al bij het begin van hun opleiding vooral dat (onterechte!) beroepsbeeld van de ziekenhuisverpleegkundige voor ogen hebben. Een betere en vooral ook vroegere voorlichting kan daar iets aan doen, bijvoorbeeld bij de beroepsvoorlichting op middelbare scholen en tijdens de open dagen voor aankomende studenten.

Hogeschool van Amsterdam

Om meer studenten voor een baan in de wijk te motiveren, heeft de Hogeschool van Amsterdam het onderwijsprogramma aangepast. Er is bijvoorbeeld meer aandacht voor ‘rolmodellen’ uit de wijkverpleegkunde, tweedejaars studenten kunnen in een community care-week meelopen in een wijkteam en in het 3e jaar is er een nieuwe minor Complex Community Care. Daarnaast is vanuit het nieuwe opleidingsprofiel Bachelor Nursing 2020 ook landelijk gewerkt aan een nieuwe insteek van de opleiding hbo-v. De opleiding is nu meer gericht op de huidige transities in de zorg.

Leerwerkplaatsen voor de wijk

Ook voor thuiszorgorganisaties heeft Van Iersel adviezen. Zo kunnen de leerwerkplaatsen die in de ziekenhuissector al bestaan, ook voor aankomend wijkverpleegkundigen worden opgezet. “Studenten in de wijk missen peers, daar kunnen we meer oplossingen voor vinden”.  Ook een goede begeleiding tijdens de stage blijkt heel belangrijk. “Voor aankomend wijkverpleegkundigen moet er een balans zijn tussen voldoende veiligheid in de wijk én de uitdaging om een kick te ervaren als je alleen met een patiënt aan het werk bent”.

Meer en beter opgeleide studenten kiezen voor de wijk. Interview met onderwijskundige Margriet van Iersel, door Gonny ten Haaf, eindredactie ZonMw, januari 2022: https://publicaties.zonmw.nl/onderwijs/meer-en-beter-opgeleide-studenten-kiezen-voor-de-wijk/

Nursing education for community care – Effect of curriculum-redesign on students’ perceptions and choices in caregiving, met samenvatting in het Nederlands, door M. van Iersel, november 2021: https://dare.uva.nl/search?identifier=40fb4dc9-0844-453d-a057-42a8c1b01b25

*) Naast onderzoeker is Margriet van Iersel werkzaam als hoofddocent bij de opleiding Verpleegkunde aan de Hogeschool van Amsterdam. Bovendien is zij programmacoördinator van de nieuwe master GGZ-Verpleegkunde.

 

Foto bovenaan is van Cade Martin

Manifest voor echte bijstand met bestaanszekerheid

De Participatiewet is bedoeld als vangnet. Mensen die zelf onvoldoende inkomen hebben, moeten worden beschermd in hun bestaanszekerheid, toekomstperspectief krijgen, zo nodig met ondersteuning. De werkelijkheid staat hier mijlenver van af. Het kán anders. Emeritus hoogleraar Trudie Knijn heeft met de Landelijke Cliëntenraad (LCR) en vakbond FNV het initiatief genomen voor opstelling van het manifest Een oproep tot meer echte bijstand.
Achter het initiatief hebben zich geschaard – in de werkgroep Verbetering Participatiewet – wetenschappers, professionals in het sociaal domein, ervaringsdeskundigen en gespecialiseerde advocaten.

Uit het Manifest

Hoe het nu is
Geen mens zit voor zijn plezier in de bijstand. De bijstand schept door alle voorschriften een afhankelijkheidsrelatie tussen burgers en de overheid die velen ervaren als bedreigend of beklemmend. Het bedrag dat mensen per maand krijgen, is minimaal. Wie (langdurig) in de bijstand zit, heeft moeite om rond te komen. Het lage inkomen en de ingewikkelde regelgeving zorgen ervoor dat burgers onbedoeld in de schulden raken. Het is ook bekend dat mensen in de bijstand vaker dan gemiddeld kampen met problemen die met elkaar samenhangen: slechtere huisvesting, verminderde gezondheid, spanningen in relatie of gezin.

Hoe het is bedoeld
De Participatiewet is bedoeld als vangnet. Mensen die zelf onvoldoende inkomen hebben, moeten zo worden beschermd in hun bestaanszekerheid. Zij moeten zo nodig ondersteuning krijgen om deel te kunnen nemen aan de samenleving. Het bieden van toekomstperspectief op volwaardig meedoen, is onmisbaar.

Wat er moet gebeuren
Wij menen dat een bijstandswet waaruit vertrouwen en respect spreekt wél voldoet aan de behoeften van uitkeringsgerechtigden. Er moet worden gebouwd vanuit een andere visie. In dit manifest beschrijven wij onze visie.

Kernpunten

De knelpunten: onvoldoende betaald passend werk en mensen niet centraal

Uit onderzoeken van het Centraal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV ) blijkt dat er niet voor alle mensen (passend) werk is. De huidige wetgeving en de uitvoering ervan sluiten onvoldoende aan op de mogelijkheden, behoeften en belevingswereld van honderdduizenden mensen in Nederland. Een deel van de bevolking kán niet participeren binnen de huidige kaders, een deel kan dit slechts beperkt en een deel participeert op een andere manier dan beleidsmakers hebben bedoeld. Al deze mensen hebben het moeilijk: ze passen niet in het aanbodgerichte formaat van de dienstverlening en ze wantrouwen instituties.

De huidige benadering is er een vanuit een eenzijdig economisch mensbeeld. Het product en het resultaat staan centraal, en niet de mens. Dit werkt niet en kwetst mensen. Bijstandsgerechtigden verkeren in armoede en gaan gebukt onder stigmatisering en vernedering. Gemeenten hebben niet de middelen om goede bijstand te verlenen en uitvoerende professionals merken dat ze geen kans krijgen om mensen werkelijk te ondersteunen en perspectief te bieden op zinvol meedoen.

Bijstand vanuit een nieuwe visie kan niet langer wachten.

Het nieuwe kabinet moet zo snel mogelijk zorgen voor een bijstandswet die uitgaat van een sociaal mensbeeld. Iedereen moet kunnen bijdragen op basis van de eigen mogelijkheden en wensen.

Belangrijkste elementen in deze nieuwe visie op de bijstand

Mensen beschermen, betekent bestaanszekerheid bieden.
Mensen ondersteunen betekent luisteren, aandacht geven en zorgen dat zij de mogelijkheden krijgen die zij nodig hebben.

Andere manier van bejegening

De manier waarop de overheid burgers nu bejegent, is gericht op wantrouwen met strikte handhaving. Dwang met zogenaamde prikkels is nu dè manier om resultaten te behalen. Wij wijzen deze houding af.

De overheid biedt toekomstperspectief

Een nieuwe bijstandswet biedt mensen echt toekomstperspectief en de overheid staat hen hierin bij met raad en daad. Om onze ambitie te realiseren, pleiten wij voor een nieuwe wet met verankering van:

• Het recht op volwaardige begeleiding en scholing.
• Het recht op zinvolle maatschappelijke participatie.
• Het recht op een passend arbeidsaanbod.
• Het recht op persoonlijke ontwikkeling.
• Het recht op financiële bestaanszekerheid.
• Het recht op zelfstandigheid en gelijkwaardigheid.

Cultuuromslag voor flexibiliteit, meer autonomie en innovatie in uitvoering

Naast de wettelijke verankering van rechten is een cultuuromslag in de uitvoering van de bijstand noodzakelijk.

Bijstand als vorm van solidariteit: kabinet neem onze ambities over

Wij hanteren een sociaal mensbeeld dat uitgaat van solidariteit. In onze visie biedt de bijstand bescherming, ondersteuning en toekomstperspectief aan mensen die hierop tijdelijk of permanent een beroep moeten doen. De Werkgroep verbetering Participatiewet roept het nieuwe kabinet op al deze ambities over te nemen en naar de werkelijkheid van meer dan 350.000 Nederlanders te vertalen”

Lees het hele manifest Een oproep tot meer echte bijstand, met lijst van alle ondertekenaars, Landelijke Cliëntenraad, 4 januari 2022: https://o8s9ala602u.b-cdn.net/7656b9f3-2577-4f3b-9f26-7da25ddd5555.pdf

Manifest voor echte bijstand is dringende oproep aan nieuwe kabinet, Landelijke cliëntenraad, 4 januari 2022: www.landelijkeclientenraad.nl

 

Maaike van der Aar genomineerd voor ‘Vrouw in de media-award 2021 Noord-Holland’

Maaike van der Aar is is genomineerd voor de Vrouw in de media-award in de provincie Noord-Holland. Deze Nederlandse vrouwenprijs wordt dit jaar voor de vijfde keer uitgereikt.
Om vrouwelijke experts en rolmodellen aan te moedigen zichtbaar in de media te zijn en redacties aan te moedigen hen vaker een podium te bieden zijn de Vrouw in de media-awards in het leven geroepen. De prijzen, in totaal veertien, zijn onderverdeeld in drie categorieën:

  • de landelijke Vrouw in de Media-award
  • de aanmoedigingsprijs You Go Girl
  • de twaalf regionale media-awards

De awards zijn een initiatief van Mediaplatform Vaker in de Media (VIDM) en sprekersbureau Zij Spreekt. Op voordracht van journalisten en het publiek zijn 79 vrouwelijke deskundigen geselecteerd door diverse jury’s die in aanmerking komen voor één van de veertien prijzen.

Sinds 2008 zet VIDM in voor meer diversiteit aan deskundigen in de media en brengt via het platform experts en journalisten op een laagdrempelige manier met elkaar in contact.
Zij Spreekt bemiddelt deskundige vrouwen als spreker of dagvoorzitter op congressen en symposia of als gast in praatprogramma’s op radio en televisie. Zij Spreekt beschikt over een groot bestand van deskundige vrouwen op vele vakgebieden.

De landelijke Vrouw in de media-award wordt voor de dertiende keer – sinds 2009 – uitgereikt. Winnaressen van de prijs in voorgaande jaren zijn Annemarie Heite (2017), spreekbuis van het verzet tegen de NAM vanwege aardbevingen in Groningen; Janneke Wittekoek (2018), cardiologe en specialiste op het gebied van vrouwen en hart- en vaatziekten; Ova Bicanic (2019), klinisch psycholoog, gespecialiseerd in de behandeling van slachtoffers van seksueel misbruik en Marieke Blom (2020), hoofdeconoom ING Nederland.

De jury van de landelijke Vrouw in de media-award 2021 bestaat uit Marianne Verhoeven, hoofdredacteur maandblad Opzij en voorzitter van de jury; Ann-Lynn Hamelink, eindredacteur/presentatrice RTL-Z en Maria Punch, stemcoach, presentatietrainer BNR-radio.

De aanmoedigingsprijs You Go Girl-award wordt voor de achtste keer uitgereikt. Deze prijs ging in 2019 naar Heleen Lansink, melkveehouder. In 2020 is de award niet uitgereikt.

Maaike van der Aar en de jeugdzorg

Maaike van der Aar uit Purmerend is landelijk bestuurder van FNV Jeugdzorg en zet zich onvermoeibaar in voor goede jeugdzorg. Volgens de jury is Van der Aar een “progressief onderhandelaar, sparringpartner en adviseur en zet ze stevig in op emancipatie van en een betere positie voor (ervarings)professionals in de jeugdzorg”.
Met Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer heeft zij het initiatief genomen voor Denktank De Jeugdsprong – voor een stevige verandering in de jeugdzorg. De denktank heeft van onderop gewerkt aan een breed gedragen Manifest met adviezen voor de jeugdzorg, dat op 17 mei 2021 is gelanceerd. Aan het manifest ging een in maart 2021 gestarte petitie vooraf.

In november 2021 heeft Van der Aar een brief gestuurd aan de vaste Kamercommissie van VWS over hervormingen in de jeugdzorg. De kern van de brief is het weren van FNV Jeugdzorg van de Hervormingstafel die met een hervormingsagenda voor de jeugdzorg komt. Aan de Hervormingstafel zitten het ministerie van VWS, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd, cliëntenorganisaties en beroepsverenigingen. De expertise en de achterban van FNV – de medewerkers in de jeugdzorg – ontbreken dus, en dat is onbegrijpelijk.
Lees meer over deze brief op: https://beroepseer.nl

Nieuwsbrief en video over presentatie van Manifest De Jeugdsprong, Blogs Beroepseer, 20 mei 2021: https://beroepseer.nl

In het Noordhollands Dagblad verscheen op 13 augustus 2021 een interview met Maaike van der Aar: Purmerendse FNV-bestuurder Maaike van der Aar wil dat jeugdzorgstelsel op de schop gaat: “Deze strijd past helemaal bij mij, mijn jeugd was ook een bumpy ride”.

Naast van der Aar zijn genomineerd voor Noord-Holland:

  • Ervaringsdeskundige seksueel geweld Sara Alaoui-Dekker
  • Social designer Fides Lapidaire
  • Burgemeester van Alkmaar Anja Schouten
  • Armoede- en schuldenexpert Stella de Swart
  • Programmadirecteur Masterplan Zuidoost Saundra Williams

Stemmen

Het publiek bepaalt door stemmen wie zich het best heeft geprofileerd in de media. Stemmen kan tot 28 januari 2022 op de website van VIDM. Begin februari worden de winnaressen bekend gemaakt. Naast de titel ontvangt de winnares een sculptuur, gemaakt door Ellen Buchwaldt: www.ellenbuchwaldt.nl/foto.html?id=9

Ga naar VIDM voor namen genomineerden en stem uitbrengen: https://vidm.nl/vrouw-in-de-media-awards

Stem uitbrengen voor Maaike van der Aar – Noord-Holland: https://vidm.nl/vrouw-in-de-media-awards/provinciaal?prov=NoordHolland

Zij spreekt, sprekersbureau voor vrouwelijke deskundigen: www.zijspreekt.nl

Maaike van der Aar genomineerd voor Vrouw in de Media Award 2021, Purmerend in het nieuws, Rodi Media, 6 januari 2022: www.rodi.nl

U P D A T E

FNV-bestuurder Maaike van der Aar wint Vrouw In De Media Award Noord-Holland, door Sander Wageman, FNV, 31 januari 2022: www.fnv.nl

 

Afbeelding bovenaan: Maaike van der Aar in de televisie-uitzending van 18 januari 2020 van EenVandaag AVRO TROS

Kunstmatige intelligentie en de toekomst van de mensheid

“We moeten voorkomen dat kunstmatige intelligentie de controle krijgt over onze toekomst”. Het advies – of  de waarschuwing – is afkomstig van Stuart Russell, gastspreker van de Reith Lectures*), uitgezonden op BBC Radio 4 in december 2021. De Reith Lectures is een jaarlijkse door de Engelse BBC georganiseerde serie van vier lezingen die gegeven worden door vakkundige, prominente personen. Elke lezing vindt plaats in een andere stad en wordt bijgewoond door publiek dat na afloop vragen kan stellen. Russell gaf de lezingen in resp. het Alan Turing Instituut in de British Library in Londen, Manchester University, Edinburgh University en het National Innovation Centre for Data in Newcastle.

De in Portsmouth, Engeland, geboren Stuart Russell (1962) is oprichter van het Center for Human-Compatible Artificial Intelligence aan de Universiteit van Californië, Berkeley. De lezingenserie – Living with Artificial Intelligence – is onderverdeeld in:

  1. The biggest event in human history
  2. AI in warfare
  3. AI in economy
  4. AI: A future for humans

Het blijkt dat er mensen zijn die geïrriteerd raken, of ronduit kwaad worden, als ze geconfronteerd worden met kritiek op ‘kunstmatige intelligentie’, ‘artificial intelligence’ ( AI) of algoritmen. Dat is te begrijpen als het ontwikkelen van kunstmatige intelligentiesystemen je beroep is en je het beste met de mensen voor hebt. De meeste ontwikkelaars geven aan vervuld te zijn van oprechte idealen.
Maar toch… Russell belicht voor zijn toehoorders alle hoeken van kunstmatige intelligentie. Zijn eerste lezing heeft hij de titel meegegeven: De grootste gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid.
In deze lezing staat hij stil bij het ontstaan van AI, en voert hij ons terug naar de Griekse filosoof Aristoteles. Hij geeft een definitie van AI, de successen en mislukkingen ervan, en de risico’s die AI voor de toekomst inhoudt.
Aan de hand van films en andere culturele uitingen over AI onderzoekt Russell of de angst die wij voor AI hebben enige grond heeft. Hij legt uit waarom hij, net als een eerdere gastspreker van de Reith Lectures, Stephen Hawking, van menig is dat “succes de grootste gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid zou zijn… en misschien wel de laatste gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid”.
Russell stelt de vraag hoe dit risico kan ontstaan en of het kan worden vermeden, zodat de mensheid en AI succesrijk naast elkaar kunnen bestaan.

De toekomst

De vierde lezing gaat over AI en de toekomst van de mensheid. Russel begint zijn lezing zo:

“Degenen onder u die de serie volgen, herinneren zich misschien dat ik u aan het eind van de eerste lezing achterliet met een cliffhanger. Het tafereel dat ik beschreef ging over een bus met passagiers die naar de rand van een klif rijdt. Die klif is het verlies van controle over steeds intelligentere machines, zoals voorspeld door Alan Turing in 1951, toen hij zei: ‘Als de machine eenmaal begonnen is met denken, zal het niet lang duren voordat onze zwakke krachten worden overtroffen. Op een bepaald moment kunnen we dus verwachten dat de machines de controle overnemen’.  De snelheid van de bus wordt voor een deel veroorzaakt door de potentieel enorme voordelen van AI voor algemeen gebruik. Dat wil zeggen, machines die snel leren goed te presteren op het gebied van taken die mensen kunnen uitvoeren.
In de eerste lezing gaf ik een zeer ruwe, lage schatting van de contante waarde van AI voor algemeen gebruik: tien quadriljoen pond. Zo’n bedrag zorgt voor veel dynamiek.
Ik noemde ook een paar redenen die diverse ‘sceptici’ hebben gegeven om er geen aandacht aan te schenken. Eén die ik niet noemde is misschien wel het slechtste excuus van allemaal: sommige AI onderzoekers – degenen die al zeventig jaar volhouden tegen de neezeggers dat AI mogelijk is – zeggen nu dat we ons geen zorgen hoeven te maken omdat we geen AI voor algemeen gebruik zullen realiseren.

Dat klinkt als de buschauffeur die in snelle vaart naar de rand van de afgrond rijdt en roept: ‘Maakt u geen zorgen, maakt u geen zorgen, de benzine is op voor we er zijn’.”
De reactie van Russel hierop is: “Zo gaan we niet om met zaken die de mensheid betreffen”.

Doemdenken

Russell wijst op het vele doemdenken in de huidige tijd. Over het klimaat en de politiek, maar vooral ook over de voorspellingen over AI. Russell:
“Een paar jaar geleden kreeg ik een telefoontje van een filmregisseur die me als adviseur vroeg voor een nieuwe film over superintelligente AI. Ook hij klaagde over doemdeken en dus zou het mijn taak zijn uit te leggen hoe de menselijke hoofdrolspelers in de film de superintelligente AI te slim af konden zijn en de mensheid redden. ‘Sorry, dat kunnen ze niet’,  reageerde ik. En zo eindigde mijn filmcarrière”.

Een deel van het doemdenken wegnemen ziet Russell als zijn taak. Door goed uit te leggen hoe wij als mensen de macht en de controle voor altijd kunnen behouden over entiteiten die machtiger zijn dan wijzelf. Entiteiten die we niet te slim af kunnen zijn. Russell noemt dat het ‘controlevraagstuk’.
Op dat vraagstuk is gewezen door Norbert Wiener, de grondlegger van de cybernetica. Hij zei in 1960: “Als we, om onze doelen te bereiken, een mechanisch medium gebruiken waarbij we moeilijk kunnen interveniëren, dan kunnen we er maar beter zeker van zijn dat het doel dat we in de machine hebben gestopt, een doel is dat we echt willen”.
En daar zit volgens Russell de moeilijkheid. Als we het verkeerde doel in een superintelligente machine stoppen, veroorzaken we een conflict dat we niet kunnen beheersen. De machine stopt voor niets en niemand om het vastgestelde doel te bereiken.

Een voorbeeld van een conferentie, gewijd aan klimaatverandering, illustreert dat:

Men vraagt op de conferentie om hulp voor het ontzuren van de oceanen. Men kent de valkuilen van het verkeerd specificeren van doelstellingen, dus dringt men erop aan dat de bijproducten niet giftig mogen zijn en dat geen enkele vis schade mag worden berokkend. Het AI-systeem komt met een nieuwe, zichzelf vermenigvuldigende katalysator die met een zeer snelle chemische reactie de klus zal klaren. Geweldig. Maar de reactie verbruikt een kwart van alle zuurstof in de atmosfeer en we sterven allemaal een langzame en pijnlijke dood. Vanuit het oogpunt van het AI-systeem is het elimineren van mensen een functionaliteit, geen fout, omdat deze ervoor zorgt dat de oceanen intact blijven.
Volgens Russell is er dus weinig kans dat we volledig en correct een volmaakte doelstelling kunnen bepalen. Een die ertoe doet. Dat wil zeggen, een ranglijst van alle menselijke toekomstmogelijkheden.

Een andere manier van denken

Wat we nodig hebben is een andere manier van denken. Russell vertelt dat hij zo’n andere manier ontdekte in Parijs, in 2013 tijdens een sabbatical. Een groot deel van zijn tijd bracht hij daar door met nadenken over deze kwestie. Hij zong in Parijs ook als amateur-tenor in een koor van het Orchestre Lamoureux: “Op een avond zat ik in de metro op weg naar de repetitie en luisterde via mijn koptelefoon naar het stuk dat ik aan het oefenen was, het Agnus Dei van Samuel Barber. ‘Dit is zo subliem’, dacht ik bij mezelf, en, zoals men soms doet in Parijs, dacht ik ‘Leef in het moment’, zelfs als men de rest van de tijd in Parijs denkt ‘wat een frustrerend en vernederend moment is dit’.”

Maar dan, zoals zo vaak gebeurt, het moment werd voor Russell bedorven door zijn dagelijkse taken en hij vroeg zich af hoe een AI-systeem ooit kon weten waar dit soort momenten vandaan komen, sublieme, frustrerende of vernederende momenten: “Toen schoot me te binnen: We moeten AI-systemen bouwen die weten dat ze het echte doel niet weten, ook al moeten ze het nastreven”.

Deze manier van denken zou de kwestie van controle en beheersing kunnen oplossen.

De drie principes

De volgende dagen, deels uit respect voor de drie wetten van de robotica van de Amerikaanse science-fiction-schrijver Isaac Asimov, schreef Russel zijn ideeën op in de vorm van drie principes:

Principe 1: Het enige doel van de machine is het maximaliseren van de realisatie van menselijke voorkeuren.

Principe 2. De machine is aanvankelijk onzeker over wat die voorkeuren zijn. Dit is de kern van de nieuwe benadering: wij verwijderen de valse veronderstelling dat de machine een vast doel nastreeft dat volledig bekend is. Dit principe is wat ons controle geeft.

Principe 3: De ultieme bron van informatie over menselijke voorkeuren is menselijk gedrag.
‘Gedrag’ betekent hier alles wat we doen, met inbegrip van alles wat we zeggen, maar ook alles wat we niet doen, zoals je e-mail niet lezen tijdens colleges. Het omvat ook alles wat geschreven is over gebeurtenissen omdat het meeste van wat we schrijven gaat over mensen die dingen doen – en andere mensen die daar boos over zijn.

De tovenaarsleerling

Russell vertelt in zijn lezingen hoe wij mensen onze toekomstige nieuwe robot-‘overlords’ in het gareel kunnen houden. AI kan alle aspecten van ons leven beïnvloeden, en doet dat al: politieke conflicten, economie, het zakenleven, klimaat en leefomgeving. Kunstmatige intelligentie kan de macht overnemen. Het is dan ook van belang voorzichtig te zijn met computercodering. We zijn nog ver verwijderd van het nauwkeurig ontwerpen van algoritme-sjablonen.

Misschien is het een goed idee af en toe het verhaal van de tovenaarsleerling in de herinnering te brengen. Het verhaal begint met de oude tovenaar die zijn werkplaats verlaat. Zijn leerling blijft achter en is verzocht enkele taken te verrichten. Hem is ook op het hard gedrukt beslist niet op eigen houtje te gaan toveren.  De leerling wordt al gauw moe van het eentonige werk dat hij moet doen, water halen voor het schrobben van de vloer. Hij denkt dat hij het wel kan en betovert een bezem om het werk voor hem te doen. De leerling is evenwel nog niet volleerd en kan de bezem niet in bedwang houden. Al gauw ligt de vloer helemaal onder water. De leerling realiseert zich dat hij machteloos is en de bezem niet tot stilstand kan brengen, omdat hij de toverspreuk daarvoor niet kent. Wanhopig probeert de leerling de bezem kapot te slaan met een bijl, maar nu zijn er twee bezems die doorgaan met emmers water halen, sneller, steeds sneller. Als de hele werkplaats verzwolgen dreigt te worden door al het water komt de oude tovenaar terug en breekt hij de betovering.
De moraal van het verhaal ligt er dik bovenop. Enige zelfkennis, voorzichtigheid en bescheidenheid kunnen veel ellende voorkomen.

De lezingen van Stuart Russell zijn opgenomen en terug te luisteren op de website van de BBC. De lezingen kunnen ook als transcriptie en als podcast worden gedownload: Stuart Russell – Living with Artificial Intelligence, The Reith Lectures, december 2021: https://www.bbc.co.uk/programmes/m001216k/episodes/guide

Noot
*) De Reith Lectures werden voor het eerst door de BBC uitgezonden in 1948. De bedoeling was het publiek meer inzicht te geven in belangrijke actuele kwesties door toonaangevende sprekers. Tot de sprekers uit het verleden behoren de filosoof Bertrand Russell, de ‘vader van de atoombom’ Robert Oppenheimer en pianist en dirigent Daniel Barenboim.
De Reith Lectures zijn genoemd naar Lord John Reith (1889-1971), de eerste algemeen-directeur van de BBC. Lord Reith was van mening dat de omroep een openbare dienst moest zijn ter verrijking van het intellectuele en culturele leven van de natie.

Zie ook: Opgave AI. De nieuwe systeemtechnologie, WRR, 11 november 2021: www.wrr.nl/publicaties/rapporten/2021/11/11/opgave-ai-de-nieuwe-systeemtechnologie

 

U P D A T E

Column: Grenzen aan AI, door Nick Kivits, Villamedia, 5 april 2023:www.villamedia.nl/artikel/grenzen-aan-ai

Journalisten, eindredacteuren, vertalers, (creatieve) schrijvers, pr-medewerkers, maar ook analisten, wiskundigen, webdesigners, accountants en belastingadviseurs. Allemaal kunnen ze in de toekomst bij het UWV aankloppen voor een ww-uitkering, omdat kunstmatige intelligentie (AI) hun werk van ze overneemt.

WRR-delegatie op bezoek bij de Vlaamse minister-president.

Het bezoek vond plaats in kader van het nieuwste WRR-rapport (nr. 105) Opgave AI. De nieuw systeemtechnologie en de mogelijk op te richten Vlaamse Wetenschappelijke Toekomstraad (VWT).

Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 8 februari 2022: www.wrr.nl/actueel/nieuws/2022/02/08/wrr-delegatie-op-bezoek-bij-de-vlaamse-minister-president

 

Afbeelding bovenaan is van Markus Spiske

De nieuwe universiteit – voor creatieve geesten

Punten verzamelen voor het bachelor-examen en de publicatiedruk voor promovendi maken de universiteit vandaag de dag onaantrekkelijk voor creatieve geesten. Het is tijd voor een nieuw soort universiteit. Hoe zo’n nieuwe universiteit eruit zou kunnen zien beschrijft Bruno S. Frey in zijn artikel Eine Andere Akademie in het tijdschrift Schweizer Monat – voor politiek, economie en cultuur. Frey is directeur van het Center for Research in Economics, Management and the Arts (CREMA) in Zürich en is gasthoogleraar aan de Universiteit van Basel.

Sinds de Bologna-verklaring*) in 1999 zijn de tekortkomingen van de universiteiten steeds zichtbaarder geworden. Studenten moeten zich inspannen om de nodige punten te verzamelen voor het bachelor-examen. Daarom organiseren zij hun studie als volgt:

– Een universitaire studie wordt voornamelijk beoordeeld op basis van behaalde punten. De studenten bepalen in welke mate ze zich inspannen, d.w.z. hoe gemakkelijk zij de nodige punten kunnen behalen.

– De studenten hechten weinig waarde aan de inhoud, ze tonen er weinig belangstelling voor.

De informatie die nodig is om te voldoen aan de puntenvereisten, geven de studenten mondeling aan elkaar door of wordt door hen verzameld op internet. Universiteiten en studenten stellen daarvoor applicaties ter beschikking.

Zo gaat het eraan toe op bachelorniveau, in mindere mate ook op masterniveau. Op masterniveau wordt de nadruk gelegd op wetenschappelijke methoden, maar de inhoud en uitdagende vragen worden vaak verwaarloosd.
Doctoraalstudenten en jonge wetenschappers, maar ook gevestigde professoren, staan onder grote druk om te publiceren. In veel vakken wordt er geen proefschrift meer geschreven, en zijn slechts drie of vier wetenschappelijke artikelen voldoende. Ze hoeven niet gepubliceerd te zijn in een academisch tijdschrift, ze moeten wel ‘publiceerbaar’ zijn. Doctoraalstudenten behoren onderwerpen en methoden te kiezen waarvan zij verwachten dat ze van belang zijn voor wetenschappelijk tijdschriften.

Controversiële thesen

Aangezien acceptatie door een tijdschrift de instemming vereist van ten minste drie (soms vijf) recensenten, betekent dit dat controversiële en ongewone thesen niet mogen worden ingediend. Het zou kunnen gebeuren dat een of meer recensenten moeite hebben met een onconventioneel idee en dat betekent meestal het einde van de kans op publicatie. Het betekent ook dat onderzoek steeds meer aangepast en ingesnoerd wordt. Het gevolg daarvan is dat wetenschap steeds meer bestaat uit geïsoleerde silo’s.

Financiering door derden

Een andere tekortkoming van de hedendaagse universiteit is de gewoonte om financiering door derden als academische prestatie te beoordelen. Dat wordt vooral duidelijk wanneer bij benoemingsprocedures wordt gekeken naar de omvang van de financiering die iemand heeft ingebracht.
Bovendien moeten de resultaten vaak al in een onderzoeksvoorstel worden gepresenteerd. Het is zelfs gebruikelijk geworden onderzoeksfinanciering pas aan te vragen als het onderzoeksproject is voltooid. Een projectaanvraag voor financiering door derden zal waarschijnlijk worden afgewezen als het betrekking heeft op moeilijk te beantwoorden vragen. Bijvoorbeeld de vraag in welke mate particulier aangeboden ruimtereizen het toerisme op aarde beïnvloeden.

Jongeren mijden dit soort onderwijs

Bovengenoemde tekortkomingen van de huidige universiteiten hebben vaak een niet waargenomen effect: jongeren die in het bijzonder geïnteresseerd zijn in de wetenschappelijke inhoud, mijden reeds dit soort onderwijs. De aangeboden studies worden vooral voor geëngageerde en creatieve jongeren steeds minder aantrekkelijk. Zij zoeken naar mogelijkheden waar inhoud en actuele problematiek op de eerste plaats staan.
Aan de andere kant biedt een universitair diploma steeds minder kansen op de arbeidsmarkt. Laszlo Bock, voormalig hoofd personeelszaken van Google, zei het zo: “Er is geen enkel verband tussen academisch succes en arbeidsprestaties”. En “…niet alleen het cijfer is irrelevant, maar in toenemende mate ook de studie zelf”.

Drie aspecten van toekomstbestendig universitair onderwijs op de nieuwe universiteit:

  1. Kennis over onze wereld moet in het middelpunt staan. Methoden zijn slechts een instrument om kennis te verwerven en zijn dus van secundair belang. Vragen die (nog) niet beantwoord kunnen worden, zijn ook belangrijk.
  2. Wij hebben een nieuwe universiteit nodig die originaliteit, vernieuwende gedachten, ongewone voorstellen en zelfs ideeën die bizar lijken, toestaat en bevordert. Wat nodig is zijn ideeën die niet met de ‘Tijdgeest’ meewaaien, maar er integendeel ver bovenuit steken. Dit betekent tevens dat politieke correctheid, cancel-cultuur en woke geen rol mogen spelen en dat afwijkende meningen worden verdragen.
  3. Discussie en uitwisseling van argumenten zijn de essentie van de nieuwe universiteit. Het moet niet uitmaken wie een argument naar voren brengt, maar hoe geavanceerd en hoe boeiend die is. Pas nadat een onderwerp uitvoerig is besproken, komen de onderzoeksmethoden aan bod; zij zijn slechts een hulpmiddel om kennis te verwerven.

Structuur van de nieuwe universiteit

De nieuwe universiteit breekt uit de verstarring waarin de universiteiten terecht zijn gekomen en stemt in plaats daarvan de overdracht en het geheel van kennis beter af op de behoeften van de samenleving. Frey noemt daarvoor zes voorwaarden die betreffen: vernieuwende en onafhankelijke ideeën, vrije keuze van studiethema’s en seminars, beurzen voor studenten, geen klassiek eindexamen maar eindgesprek en niet meedoen aan internationale ranglijsten.

Concurrentie met universiteiten

Het is niet de bedoeling dat de nieuwe universiteit de bestaande universiteiten, die door de Bologna-verklaring vorm hebben gekregen, verdringt. Integendeel,  beide universiteiten behoren naast elkaar te bestaan en met elkaar te concurreren. Frey oppert dat de meeste studenten die tegenwoordig aan een universiteit zijn ingeschreven, daar waarschijnlijk beter af zijn omdat zij door het puntensysteem gedwongen worden op een geordende manier te studeren.

Concentratie op vragen

Het opstarten en vormgeven van een nieuw soort universiteit in Europa vergt veel inspanning, maar het kan de moeite waard zijn. Onderzoek wijst uit dat er vandaag de dag weer generalisten nodig zijn in plaats van specialisten.  De nieuwe universiteit richt zicht op creatieve geesten en ongewone ideeën – een terrein waaraan de voortschrijdende digitalisering weinig of niets kan bijdragen.

Lees het hele artikel Eine Andere Akademie, door Bruno S. Frey, Schweizer Monat, december 2021/januari 2022 (achter betaalmuur): https://schweizermonat.ch/eine-andere-akademie/

Noot
*) De Bologna-verklaring van juni 1999 is een afspraak tussen 29 Europese landen met als doel een gemeenschappelijk en open Europees hoger onderwijsstelsel. Het ging voornamelijk om vereenvoudiging van de erkenning van elkaars diploma’s.

 

Afbeelding bovenaan is van Harish Sharma