Skip to main content

Redactie Beroepseer

Het vertrouwen in nationale instellingen in de EU daalt scherp

Het vertrouwen in nationale instellingen is de afgelopen twee jaar in de hele Europese Unie gedaald. Onder invloed van steeds moeilijkere economische omstandigheden en onbetrouwbare nieuwsbronnen is zelfs het vertrouwen van mensen die vroeger meer vertrouwen hadden – zoals mensen met een financieel zekere positie – afgenomen.

Dat blijkt uit het rapport van de vijfde ronde van de e-enquête Living, working and COVID-19 e-survey. Meer dan 200 000 mensen deden mee in alle vijf rondes van de e-enquête die plaatsvonden vanaf voorjaar 2020 tot voorjaar 2022.

Vertrouwen instellingen

De instellingen hebben zich moeten aanpassen aan de nieuwe realiteit die door de pandemie is ontstaan. Na bijna twee jaar van beperkingen blijkt uit de resultaten van de enquête dat het vertrouwen in alle instellingen is teruggelopen.

Vertrouwen in de belangrijkste nationale instellingen is sinds het begin van de pandemie in het voorjaar van 2020 met gemiddeld 13,4% gedaald. Dit omvat daling van vertrouwen in de nationale regeringen (-24,5%), de gezondheidszorg (-10,2%) en de politie (-8,1%). Hoewel het vertrouwen in de politie in 2021 en 2022 constant bleef, werden in beide jaren lagere getallen opgetekend dan in het voorjaar van 2020.

Eindjes aan elkaar knopen

Het vertrouwen in instellingen is gedaald onder respondenten die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen en – voor het eerst sinds het begin van de enquête – onder mensen in financieel meer solide posities.

Een grafiek*) laat de verschillende niveaus van vertrouwen in instellingen zien. Van mensen die slechts ‘met veel moeite’ kunnen rondkomen tot mensen die ‘heel gemakkelijk’ kunnen rondkomen.

De kosten van levensonderhoud in de EU stijgen in een ongekend tempo, met een gemiddeld inflatiecijfer in de 27 EU-lidstaten van bijna 8% in maart 2022.
Dat de stijgende kosten van levensonderhoud van invloed zijn op de financiële situatie van mensen blijkt uit de antwoorden: 53% van de respondenten van de enquête gaf aan dat hun huishouden in het voorjaar van 2022 moeite had om de eindjes aan elkaar te knopen – een aanzienlijke stijging ten opzichte van de 45% die in 2021 werd gemeld en de 47% bij het begin van de COVID-19-pandemie in 2020.

Vertrouwenskloof in de EU

Het verschil in vertrouwen tussen degenen die zeggen heel gemakkelijk rond te kunnen komen en degenen die dat met veel moeite doen, verschilt per instelling in de EU.
Een grafiek*) geeft een beeld van de vertrouwenskloof tussen de nationale instellingen die zich sinds het begin van de pandemie in elke EU-lidstaat heeft gevormd.

Invloed van nieuwsbron

Respondenten die de voorkeur geven aan sociale media als nieuwsbron hebben minder vertrouwen in gevestigde instellingen dan respondenten die traditionele media gebruiken.

Conclusie

De uitdagingen die de crisis met zich meebrengt, leggen een enorme druk op nationale en supranationale instellingen om de steun van hun burgers te krijgen. Een verontrustende uitkomst van de laatste ronde van de enquête is dat groepen die voorheen meer vertrouwen in regeringen hadden, zoals mensen in financieel tamelijk zekere posities, steeds minder vertrouwen hebben. Dat duidt op wijdverbreide ontevredenheid onder het electoraat.

Nu de kosten van levensonderhoud in de EU op een ongekend hoog niveau liggen en de verwoestende effecten van de oorlog in Oekraïne de sociaaleconomische onzekerheid in heel Europa blijven aanwakkeren, zal het zonder strategische acties van beleidsmakers moeilijk zijn het vertrouwen in instellingen terug te brengen tot het niveau van voor de pandemie.

 

Noot:
*) Zie voor grafieken: Trust in national institutions is falling: Data behind the decline, Eurofound, 25 juli 2022: www.eurofound.europa.eu/publications/blog/trust-in-national-institutions-is-falling-data-behind-the-decline

Referenties

Trust in national institutions is falling: Data behind the decline, Eurofound, 25 juli 2022: www.mynewsdesk.com/eurofound/blog_posts/trust-in-national-institutions-is-falling-data-behind-the-decline-109336

Rapport: Fifth round of the Living, working and COVID-19 e-survey: Living in a new era of uncertainty, door Daphne Ahrendt, Michele Consolini, Massimiliano Mascherini, Eszter Sandor, Eurofound juli 2022. Publications Office of the European Union, Luxembourg: www.eurofound.europa.eu

 


EU Covid-19 dossier

Eurofound – Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden – onderzoekt  in verband met COVID-19 de verreikende sociaaleconomische gevolgen van de pandemie in heel Europa, aangezien deze blijvend gevolgen hebben voor de leef- en werkomstandigheden.

De vijfde ronde van de e-enquête van Eurofound, die werd gehouden van 25 maart tot 2 mei 2022, werpt licht op de sociale en economische situatie van mensen in heel Europa, twee jaar nadat COVID-19 voor het eerst in Europa werd ontdekt. Ook wordt ingegaan op de realiteit van het leven in een nieuw tijdperk van onzekerheid, veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne, inflatie en stijgende energieprijzen.

Het eindverslag van de e-enquête Living, working and COVID-19  is gericht op het in beeld brengen van de lange termijn-invloed van COVID-19 op de leef- en werkomstandigheden van de mensen in de EU. Tevens vindt een evaluatie plaats van de lessen die getrokken worden uit de ervaringen met de enquête. Het eindverslag wordt verwacht in december 2022.

Dossier COVID-19, augustus 2022: www.eurofound.europa.eu/topic/covid-19

Eurofound: www.eurofound.europa.eu/

Proefschrift van Bastiaan Wallage over het recht op vrije artsenkeuze binnen het Nederlandse gezondheidsstelsel

“De overheid is zich onvoldoende bewust van verplichtingen rond het recht op vrijheid van artsenkeuze”. Dit is een van de conclusies van Bastiaan Wallage in zijn proefschrift Het recht op vrije artsenkeuze binnen het Nederlandse zorgstelsel waarop hij promoveerde aan de Universiteit Leiden op 5 juli 2022.

In het Nederlandse zorgstelsel wordt veel geschreven over het ‘recht op vrije artsenkeuze’: het recht van de patiënt om zelf een arts van voorkeur te kunnen kiezen. In het gezondheidsrecht wordt dit gezien als een fundamenteel recht van de patiënt, aangezien het belangrijk is dat patiënten vertrouwen hebben in een arts. “Indien dat vertrouwen ontbreekt en een patiënt om die reden zich niet wendt tot de desbetreffende arts, kan dit betekenen dat de patiënt ziek blijft”, zegt Bastiaan Wallage. “Dat heeft grote gevolgen voor de patiënt zelf en eveneens voor de toegang tot de gezondheidszorg op collectief niveau”.

Grondwettelijk beschermd

Het promotieonderzoek van Wallage was gericht op de vraag of het recht op vrije artsenkeuze grondwettelijk is beschermd en daarmee onderdeel uitmaakt van de Nederlandse constitutie. “Uitgaande van die hypothese is de vervolgvraag wat dit – in dat geval – betekent voor het Nederlandse gezondheidsstelsel. In mijn onderzoek ga ik er daarbij van uit dat het Nederlandse gezondheidsstelsel bestaat uit vier stelselwetten, namelijk de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg, de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015”.

Volgens Wallage blijken er aanknopingspunten te zijn om aan te nemen dat het recht op vrije artsenkeuze grondwettelijk is beschermd en onderdeel uitmaakt van het zelfbeschikkingsrecht: “Het zelfbeschikkingsrecht wordt beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Op grond van de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft dat grote implicaties voor het nationale stelsel: een nationale lidstaat heeft op grond van voornoemd verdragsartikel namelijk ook de positieve verplichting om beschermde rechten te beschermen. Die bescherming houdt onder andere in dat in nationale regelgeving een afweging dient te worden gemaakt hoe een bepaald grondrecht wordt beschermd binnen de nationale jurisdictie”.

Aanbeveling

Wallage concludeert dat het recht op vrije artsenkeuze binnen het Nederlandse gezondheidsstelsel op verschillende manieren door de wetgever is uitgewerkt en daarvoor veelal geen dragende motivering wordt gegeven. Wallage: “De nationale overheid lijkt zich in dat kader onvoldoende bewust van de verplichtingen die zij heeft op basis van artikel 8 EVRM en in het bijzonder de afweging die zij in dat kader moet maken. Eén van mijn aanbevelingen is daarom om het Nederlands gezondheidsstelsel op het onderwerp van het recht op vrije artsenkeuze te heroverwegen en bovenal te harmoniseren”.

‘Overheid onvoldoende bewust van verplichtingen rond recht op vrijheid van artsenkeuze’ Universiteit Leiden, 30 juni 2022: www.medewerkers.universiteitleiden.nl

Proefschrift Het recht op vrije artsenkeuze binnen het Nederlandse gezondheidsstelsel, B. Wallage, Universiteit Leiden, 2022: https://scholarlypublications.universiteitleiden.nl/handle/1887/3421569

Na zijn zijn studie ondernemingsrecht en staats- en bestuursrecht in Leiden startte Bastiaan Wallage (1990) als advocaat bij Van Benthem & Keulen te Utrecht; hij is daar gespecialiseerd in het gezondheidsrecht en algemeen bestuursrecht. In 2018 begon hij als buitenpromovendus bij de afdeling Staats- en Bestuursrecht. Naast zijn werk in de advocatuur is Wallage als docent en onderzoeker Gezondheidsrecht verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.
Van Benthem & Keulen is onderdeel van SCG Legal: een internationaal netwerk van meer dan 115 advocatenkantoren in ruim 55 landen.

Podcast

Op de site van VB & K is een podcast te beluisteren – aflevering 64 van Licht op Legal (12 juli 2022) – waarin Wallage ingaat op zijn proefschrift Het recht op vrije artsenkeuze binnen het Nederlandse zorgstelsel. Hij legt daarin uit wat juridisch wordt verstaan onder het recht op vrije artsenkeuze en wat dit betekent voor gecontracteerde zorg versus niet gecontracteerde zorg. Daarnaast gaat hij in op de verhouding van de vrije artsenkeuze tot de totale stijging van de zorgkosten in Nederland.

Jos de Blok van Buurtzorg: Radicale vereenvoudiging en herstel vakmanschap lossen personeelstekort op

De overheid blijft hardnekkig doorgaan op de verkeerde weg. Jos de Blok, oprichter en directeur van Buurtzorg Nederland schrijft in een tweet dat de minister van Volksgezondheid de wijkverpleging ingewikkeld gaat maken. Hijzelf pleit daarentegen  voor radicale vereenvoudiging:

“De oplossingen die bedacht worden voor problemen in de zorg, onderwijs, politie etc komen voort uit het new public management wat eind jaren ‘80 dat steeds bepalender werd voor beleid en organisaties. Dit heeft veel ellende veroorzaakt. We moeten nieuwe patronen bouwen: vanuit mensen.

Of het nu gaat om huisartsenzorg, wijkverpleging, jeugdzorg; een radicale vereenvoudiging, herstel vakmanschap (juiste opleiding) en het combineren van activiteiten kan het personeelstekort oplossen. Doorgaan op de weg van efficiëntie en kosten reductie is heilloos.

VWS, NZA, brancheorganisaties en zelfs vakbonden zijn het patiëntenperspectief en het professionele perspectief op goede gezondheidszorg volledig kwijtgeraakt. De rekenmodellen richten zich op bedrijfskundige en economische uitgangspunten, defficiency, logistieke processen. Drama!”

Het televisieprogramma Een Vandaag van 23 juli 2022 ging over thuiszorg en wijkverpleging en de problemen die men voorziet voor de toekomst:
Er zijn momenteel ruim drie miljoen 65-plussers; dat worden er in 2040 rond de 4,8 miljoen. Ongeveer 330 duizend mensen zullen dementie krijgen.
Het overheidsbeleid is erop gericht om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, mensen willen dat zelf vaak ook. Minister Helder (Langdurige Zorg) gaf op 20 juli 2022 aan dat er geen geld bij komt voor de zorg in de wijk.

Terug naar de jaren tachtig

Voor deze uitzending van Een Vandaag legde De Blok uit dat de afgelopen dertig jaar het werk van de wijkverpleegkundige opgeknipt is in twaalf verschillende functies. De oplossing is van al die functies weer een geheel te maken.
Wat hem betreft, zouden we eens moeten kijken naar de jaren tachtig. In die jaren werkte hij zelf als wijkverpleegkundige in Lochem. “Wat vroeger door één persoon gedaan werd, wordt nu door twaalf mensen gedaan: een diabetesverpleegkundige, dementie-casemanager, een wondverpleegkundige, aparte technische teams. En die mensen moeten allemaal met elkaar afstemmen want anders gaat het mis. Daar gaat dus heel veel tijd in zitten. Je kunt de wijkverpleegkundige het beste al die taken weer teruggeven. Dat spaart tijd en maakt het werk ook weer aantrekkelijk”.

Collegetour

Op 21 juni 2022 was De Blok te gast in het Spoorwegmuseum in Utrecht voor een Collegetour op de Inspiratiedag, onderdeel van de Inspiratieweek Jeugdhulp. Alles in het werk van 20 – 24 juni 2022 die was georganiseerd door platform Jeugdzorg werkt!

De Blok vertelde dat er in de huidige tijd constant wordt gesproken over organisaties en hoe we zaken (moeten) organiseren in plaats van ons te richten op vakmanschap. Wat doe je met mensen die problemen hebben en wat zijn de goede oplossingen? We hebben de mond vol over hoe we managen, hoe we dit en dat organiseren, hoe we monitoren en registreren:

“Als je kijkt hoe dat opgebouwd is in dertig jaar – en dat is echt over de hele wereld – dan is er een soort idee ontstaan dat dat allemaal nodig is. Maar dat is helemaal niet nodig. Als je het niet hebt, mis je het ook niet”.
In de praktijk blijkt dat hoe meer er van bovenaf geregeld wordt, des te slechter het gaat. Veel maatregelen zijn goed bedoeld, maar pakken verkeerd uit.

In het artikel Jeugdhulp volgens Jos de Blok: het kan zoveel eenvoudiger! op Zorg & Sociaalweb gaat Charles de Monchy in op relevante onderwerpen die De Blok in de Collegetour over de jeugdzorg heeft aangesneden. De conclusie is dat, als we ons op de professionals richten, de uitvoering eenvoudiger en beter wordt en een omvangrijke stelselherziening niet nodig is.

Thuiszorg verder onder druk door vergrijzing en personeelstekort, vooral op het platteland, door Leonie van Noort, Een Vandaag, 23 juli 2022: https://eenvandaag.avrotros.nl/item/thuiszorg-verder-onder-druk-door-vergrijzing-en-personeelstekort-vooral-op-het-platteland/

Jeugdhulp volgens Jos de Blok: het kan zoveel eenvoudiger!, door Charles de Monchy, Zorg & Sociaalweb, 22 juli 2022: https://sociaalweb.nl/nieuws/jeugdhulp-volgens-jos-de-blok-het-kan-zoveel-eenvoudiger/

Foto helemaal bovenaan: Uit de video Collegetour. Rechts Jos de Blok


Hieronder video ‘Collegetour met Jos de Blok“

 

Nederland zakt op wereldranglijst van werknemersrechten

Nederland behoort volgens de internationale vakbondsfederatie ITUC voor het eerst niet meer tot de kleine kopgroep van Europese landen waar vakbonden het goed voor elkaar hebben en hun rechten slecht ‘sporadisch’ geschonden worden. Dat schrijft Sophie van Gool in Het Financieele Dagblad. We zijn gedegradeerd, want het blijkt dat werknemersrechten met regelmaat onder druk staan.

ITUC wijst op de negende editie van de Global Rights Index waarin 148 landen zijn gerangschikt op hun respect voor de rechten van werknemers. Deze index wordt jaarlijks door ITUC gepubliceerd. Het is de enige databank in zijn soort die een uitgebreid overzicht geeft van in de wet opgenomen rechten van werknemers. Gevallen van schendingen en nationale beoordelingen kunnen per land en regio worden bekeken.

In de 2022 ITUC Global Rights Index staat letterlijk:

Country ratings improved for El Salvador, Niger and Saudi Arabia, but worsened for Armenia, Afghanistan, Australia, Burkina Faso, Guinea, Jamaica, Lesotho, the Netherlands, Tunisia and Uruguay

Vakbonden buiten de deur houden

Van Gool schrijft dat sommige werkgevers er alles aan doen om vakbonden buiten de poort te houden. Bijvoorbeeld in de vleesindustrie proberen ze al meer dan vijftien jaar vergeefs een voet tussen de deur te krijgen, maar worden de bonden met agressie en intimidatie geweerd door werkgevers. FNV wijst erop dat dit ook gebeurt in de metaalsector, bouw, pakketbezorging, bij Amazon en op Schiphol. ‘Er staat standaard beveiliging aan de poort om te zorgen dat wij niet binnenkomen’. En dat leidt ertoe dat mensen werken onder erbarmelijke omstandigheden. Vooral in sectoren waar veel arbeidsmigranten werken, die een groter risico lopen op misbruik.

Dat werkgevers vakbonden buiten de deur proberen te houden is niets nieuws. Toen in de 19de eeuw de eerste Nederlandse vakbonden ontstonden probeerden werkgevers ook te voorkomen dat werknemers zich zouden verenigen. Ze wisten namelijk wat er op het spel stond.

Niet veel mensen beseffen vandaag de dag nog dat we zonder de vakbond kinderarbeid misschien nog steeds normaal zouden vinden nog steeds zes dagen per week zouden werken en geen recht hebben op vakantiedagen, op doorbetaling bij ziekte, op zwangerschaps- of ouderschapsverlof. Er zou geen minimumloon zijn.

Het welzijn van werknemers blijkt sterk gedaald in de afgelopen jaren, ondanks de krapte op de arbeidsmarkt. Tijd voor een wederopleving van de vakbond, aldus Van Gool.

Lees het hele artikel van Sophie van Gool: Vakbondsland, Het Financieele Dagblad, 24 juli 2022: https://fd.nl/opinie/1446321/vakbondsland

Multiple areas of crisis see workers’ rights crumble: 2022 ITUC Global Rights Index, International Trade Union Confederation, 28 juni 2022: www.ituc-csi.org/2022-global-rights-index-en?lang=en

Global Rights Index 2022: https://beroepseer.nl

Netherlands, Global Rights Index 2022: www.globalrightsindex.org/en/2022/countries/nld (Niet meer beschikbaar)

Salaristijger, sociale onderneming met missie: de loonkloof dichten: https://salaristijger.nl/

De zes kandidaten voor verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2022 bekendgemaakt

De lijst met kandidaten van de verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2022 is bekendgemaakt. Er zijn zes overheidsmanagers geselecteerd voor de tweede ronde: de jurygesprekken. Meer dan honderd overheidsmanagers, werkzaam binnen ministeries, provincies, gemeenten, waterschappen, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen werden voorgedragen in de periode medio maart tot 23 juli 2022.

Thema van de verkiezing van 2022 is Baanbrekend besturen.

Juryvoorzitter Jetta Klijnsma: “De overheid ligt onder een vergrootglas en het is ontzettend belangrijk om ook de positieve verhalen een podium te geven. We zijn trots op deze managers, om de manier waarop ze met hun collega’s aan de slag zijn voor ons allen!”

De zes kandidaten

  1. Christien Bronda, gemeentesecretaris, Gemeente Groningen
  2. Pieter Janssen, secretaris-directeur Hoogheemraadschap Delfland
  3. Theodor Kockelkoren, inspecteur-generaal der Mijnen, Staatstoezicht op de Mijnen
  4. Wilfred Rietdijk, brigadegeneraal Bedrijfsvoering, ministerie van Defensie
  5. Nanette van Schelven, directeur-generaal Douane, ministerie van Financiën
  6. Carla Schutte, plaatsvervangend directeur IV, Integratie Business Services Auto, Inning en Betalingsverkeer, Belastingdienst

Na de gesprekken tussen kandidaten en jury worden eind september 2022 de drie finalisten bekend gemaakt, waarna zij op hun werkplek worden bezocht door een afvaardiging van de jury. Uiteindelijk vindt de prijsuitreiking plaats op dinsdag 12 november 2022 en maakt de jury bekend wie van de drie kandidaten verkozen is tot Overheidsmanager van het jaar 2022. Dat gebeurt tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Ridderzaal in Den Haag.

Over de Verkiezing

Met de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar wil de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) een platform bieden aan excellent overheidsmanagement en daarmee het delen van kennis binnen de publieke sector bevorderen. De prijs ‘Overheidsmanager van het Jaar’ is daarmee dé beloning voor krachtig overheidsmanagement en publiek leiderschap. Om aan zoveel mogelijk verschillende managers een podium te bieden, is er elk jaar een andere thema. Voor 2022 is dat Baanbrekend besturen.

Winnaar van 2021

Cor Burgmeyer werd op 18 november 2021 uitgeroepen tot Overheidsmanager van het jaar 2021, Burgmeyer is directeur Uitvoering Klant en Service van het UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen). Zijn jarenlange ervaring bij deze organisatie maakt hem een onmisbare schakel in het geheel.: www.overheidsawards.nl/editie-2021/

Meer info over de zes kandidaten van 2022 op site Overheidsawards: www.overheidsawards.nl/overheidsmanager-van-het-jaar-3/shortlist-2022/

Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2022: www.overheidsawards.nl/

U P D A T E

Overheidsawards – Winnaars 2022 bekend! 23 november 2022: /www.overheidsawards.nl/nieuws/overheidsawards-winnaars-2022-bekend/

Op 28 september 2022 zijn de drie finalisten die meedingen naar de titel Overheidsmanager van het Jaar 2022 bekend gemaakt:

  • Christien Bronda, Gemeentesecretaris, gemeente Groningen
  • Theodor Kockelkoren, Inspecteur-generaal, Staatstoezicht op de Mijnen
  • Nanette van Schelven, Directeur-generaal Douane, ministerie van Financiën

In oktober volgen de jurybezoeken, waarbij een delegatie van de jury in gesprek gaat met leidinggevenden en collega’s van de genomineerden. Op 22 november wordt tijdens de uitreiking van de Overheidsawards in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag bekendgemaakt wie van de drie finalisten zich de  Overheidsmanager van het Jaar 2022 mag noemen.
www.overheidsawards.nl

Young Plato: Schoolhoofd in Belfast daagt zijn leerlingen uit zelf te denken

In het najaar van 2021 begon een Noord-Ierse film aan zijn reis door onderwijsland: Young Plato – The Philosophy boys of Ardoyne. Sindsdiens wordt de film in steeds breder kring aanbevolen en overladen met loftuitingen.
Ardoyne is een district in Noord-Belfast, Ierland, bekend geworden vanwege het grote aantal gewelddadigheden tijdens ‘The Troubles’*). De daar wonende arbeidersgemeenschap wordt al generaties lang geteisterd door armoede, drugs en wapens en de lagere school voor jongens, Holy Cross gold als een broeinest van geweld.

Het lijkt erop dat daarin verandering komt, dankzij Kevin McArevey, schoolfhoofd van Holy Cross. Hij maakt gebruik van de wijsheid van oude Griekse filosofen en de songs van Elvis Presley om kinderen te leren kritisch te denken en zich bewust te worden van de voordelen van luisteren en tolerantie. Tijdens zijn autoritten zingt McArevey graag mee op de muziek van Elvis; op het dashboard van zijn auto staat een bewegend Elvis-figuurtje, als een soort mascotte.

 Kevin McArevey bij het Philosophy Board van zijn school

Het onmogelijke wordt mogelijk

Sinds de filosofielessen worden ruzies op het schoolplein bijgelegd bij het Philosophy Board, het filosofiebord. We zien op de film hoe dat werkt. McArevey begeleidt zijn leerlingen in de discussie. Voor de klas praat over verleden, heden en toekomst en moedigt de leerlingen aan kritisch te kijken naar zelfs de standpunten van hun eigen ouders. Kortom, de jongeren worden uitgedaagd zelf  te denken en te redeneren. Daarnaast leren de kinderen weerbaar te worden en hun emoties te beheersen.

De hindernissen waarvoor McArevey en zijn team staan zijn bijna onoverkomelijk. Geweld, ruzies, berusting van de bevolking en kinderen met gedragsstoornissen: zelfs de beste leraar bereikt uiteindelijk zijn grenzen. Maar op Holy Cross wordt het onmogelijke mogelijk: de kinderen zijn bereid hun koers te wijzigen en zien nieuwe toekomstperspectieven.

Young Plato laat zien dat opvoeding en onderwijs de sleutel zijn tot een betere wereld. De film biedt een model hoe dat in de praktijk mogelijk is. Het is een veelbelovende film die aanmoedigt verder te kijken dan de grenzen en beperkingen van de eigen gemeenschap. Door inspiratie, inspanning en goede wil blijkt er veel te kunnen.

In maart 2022 heeft Young Plato ‘The George Morrison Feature Documentary Award’ gewonnen tijdens de prijsuitreiking van The Irish Film & Television Academy. Michael Moore, een van de gastpresentatoren reikte de prijs uit aan de regisseur van de film, Declan McGrath.

Noot
*) The Troubles:  het conflict in Noord-Ierland van de jaren 1960 tot de ondertekening van het Goede Vrijdag-akkoord in april 1998. Het conflict kent vele kanten waaronder een guerrillaoorlog en zelfs een burgeroorlog tussen protestanten en katholieken.

Young Plato: https://youngplato.com/press

De film is op 20 juli 2022 uitgezonden op de Duits-Franse televisiezender ARTE.  Op de site van ARTE  nog enkele weken na 20 juli te zien. Duitse titel Die kleinen Schüler von Plato: www.arte.tv

U P D A T E

Op dinsdag 30 augustus 2022 wordt de film uitgezonden op de Nederlandse televisie: NPO 2: 2Doc Young Plato. Start om 23.05 uur. www.2doc.nl/documentaires/2022/08/young-plato.html

Hieronder de trailer van Young Plato

Essentiële behoeften van leraren: de Top Tien

Om het lerarentekort op te heffen is het nodig het beroep van leraar aantrekkelijker te maken. Hoe? Laura Batstra en haar werkgroep Druk & Dwars vroegen het in juni 2022 aan leraren (PO, VO, regulier, speciaal). De vraag was wat zij nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen, om goed les te kunnen geven. Batstra is hoogleraar orthopedagogiek aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Er kwamen tot eind juni 2022 totaal 160 reacties binnen. Elke reactie bevatte gemiddeld vijf essentiële behoeften. Daaruit is een Top Tien samengesteld die er als volgt uitziet:

De Top Tien

1. Tijd
Met stip op nummer 1. Leerkrachten hebben onvoldoende tijd om hun lessen goed te kunnen voorbereiden, om te reflecteren en te sparren met collega’s en met ouders, om leerlingen te observeren en individuele aandacht te geven. En om te professionaliseren.

2. Kleinere klassen
De behoefte aan meer tijd wordt op de voet gevolgd door de behoefte aan kleinere klassen: “.. zodat ik alle leerlingen iedere dag ZIE.”

3. Meer handen in de klas
Soms noemen respondenten kleinere groepen of meer handen in de klas, het gaat dan dus vooral om het aantal leerlingen per leerkracht: “In de kinderopvang is het 1 op 8, op de basisschool is het gemiddeld 1 op 24”.

4. Autonomie en steun
“In 1 woord: wij hebben autonomie nodig. Als men van bovenaf de controle kan loslaten, dan zal dat doorwerken tot in de klas.”

5. Een ruim en goed lokaal
Leraren hebben behoefte aan een schoon (“De schoonmaker heeft te weinig werktijd”), eigen (“Mijn lokaal wordt na mijn werkdag een BSO ruimte”), goed geventileerd, prettig ingericht en vooral ruim lokaal.

6. Beweging!
Je kunnen bewegen gedurende een schooldag is een sterke behoefte van leerkrachten: “De leerlingen zitten te lang stil en er even uit lijkt mij een goede move!”

7. (Budget voor) Materialen
Nodig om leerlingen goed les te kunnen geven: een goed werkend digibord, bouw- en constructiematerialen, muziekinstrumenten, boeken en prentenboeken, rekenmaterialen, alle materialen die bij een bepaalde methode horen.

8. Kennis en scholing
Tijd en geld voor scholing en nascholing. Leerkrachten willen vooral graag meer weten en leren over klassenmanagement, gezag houden en omgaan met leer- en gedragsproblemen.

9. Terug naar de basis
Er is behoefte aan een terugkeer naar het primaire proces, met focus op kennisoverdracht van hoofdvakken en het aanleren van gewenst gedrag: “Wij willen gewoon lesgeven en zorgen voor de kinderen”.

10. Gehoord worden
Leerkrachten willen gehoord worden. Ze hebben het nodig dat bestuurders en leidinggevenden hen serieus nemen, maar dit lijkt nog te weinig te gebeuren.

Volgende enquête

Aan het slot van de lijst oppert Batstra het idee voor een volgende enquête, gericht op de vraag: “Wat hebben bestuurders in het onderwijs nodig om goed te kunnen luisteren naar hun leerkrachten?”.

Voor verder lezen, ga naar: Teacher Needs: een top 10, Laura Batstra, Druk en Dwars, 15 juli 2022: https://drukendwars.nl/teacher-needs-een-top-10/

Video op #11 Teachers with special needs – Laura Batstra, Kenniscommunity Nationaal Programma Onderwijs: https://kennis.nponderwijs.nl/laura_batstra/ (video is niet meer beschikbaar)

Facebook Live met de onderwijsministers Robbert Dijkgraaf en Dennis Wiersma over het lerarentekort, 15 juli 2022: https://www.facebook.com/MinisterieOCW/videos/777634246703263

7 obstakels in de ouderenzorg: Nederland niet ‘ingericht’ op 4,7 miljoen ouderen in 2040

De Sociaal Economische Raad (SER) bracht de afgelopen jaren drie adviezen uit over de zorg: Zorg voor de toekomst, Aan de slag voor de zorg en Jeugdzorg: van systemen naar mensen. Nu oriënteert de raad zich op een advies over houdbare ouderenzorg, om daarmee een bijdrage te leveren aan de toekomstbestendigheid ervan. “Want die is wankel. Als we zo doorgaan loopt het, gezien de problemen die er nu zijn, spaak”, zegt Anneke Sipkens, directeur van ANBO, de oudste en meest invloedrijke ouderenorganisatie van Nederland: “Dan heb je het onder meer over het gebrek aan aandacht voor de preventie van gezondheidsklachten, over het uitblijven van wijkwelzijnswerk, de krapte op de arbeidsmarkt, de druk op de mantelzorg, onvoldoende geschikte woningen voor ouderen, en de druk op medische zorg voor ouderen. In die volgorde ja, want als de eerste vijf goed zijn geregeld neemt de laatste af, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek”.

Allereerst belangrijk: gezond en vitaal ouder worden

Sipkens vervolgt:

“Vanzelfsprekend moet de medische zorg voor ouderen goed zijn geregeld, maar als ANBO willen we graag inzetten op het voorkómen dat ouderen zorg nodig hebben. Daarom is het belangrijk om in te zetten op het welzijn van ouderen.
En dat betekent: 65-plussers wonen in geschikte woningen, in fijne wijken met uiteenlopende voorzieningen, te midden van een gemêleerd gezelschap – met starters en gezinnen –; ze hebben voldoende inkomen voor onder meer gezond eten en bewegen, en toegang tot laagdrempelige gezondheids- en welzijnszorg. Daar is sprake van verbinding en ontmoeting. En voor veel ouderen kan dat laatste, als het nodig is, ook heel goed digitaal. In zo’n sociale omgeving word je gezond en vitaal ouder”.

Sipkens en verpleegkundig specialist Erik Dierink zien een aantal belangrijke obstakels in de ouderenzorg:

1. Tekort aan welzijnswerk in de wijk
2. Preventie kan beter
3. Krapte op de arbeidsmarkt
4. Regeldruk is te groot
5. Mantelzorg overbelast en vergrijzend
6. Tekort aan seniorenwoningen
7. Gebrek aan aandacht voor levensvragen

Lees het hele artikel: 7 obstakels in de ouderenzorg: Nederland niet ‘ingericht’ op 4,7 miljoen ouderen in 2040, door Beatrice Keunen, SER, 12 juli 2022: www.ser.nl/nl/Publicaties/obstakels-ouderenzorg

Drie SER-adviezen over toekomstbestendige zorg

SER-verkenning Zorg voor de toekomst, SER, 19 juni 2020: www.ser.nl/nl/Publicaties/zorg-voor-de-toekomst

“Aan de slag voor de zorg” wil ruimte voor de zorgprofessional, SER, 12 mei 2021: www.ser.nl/nl/Publicaties/aan-de-slag-voor-zorg

Jeugdzorg: van systemen naar mensen, SER, 21 mei 2021: www.ser.nl/nl/Publicaties/jeugdzorg-systemen-naar-mensen

Geen wonder dat niemand leraar wil worden. Groots onderzoek naar slechte reputatie leraren in Australië

In Australië is het lerarentekort uitgemond in een nationale crisis. COVID heeft behoorlijk schade aangericht in het onderwijs en heeft het gebrek aan leraren dat al bestond voor de pandemie, verergerd. Een van de voornaamste oorzaken van het tekort is de slechte reputatie van leraren. Naar het schijnt worden leraren in Australische media voortdurend negatief afgeschilderd.
Om een antwoord te vinden op de vraag hoe dat zo komt, ging Nicole Mockler op onderzoek uit. Mockler is universitair hoofddocent aan de Sydney School of Education and Social Work aan de Universiteit van Sydney. Momenteel is zij hoofdredacteur van The Australian Educational Researcher.

In mei 2022 publiceerde zij haar boek Constructing Teacher Identities – How the Print Media Define and Represent Teachers and Their Work. Het boek is gebaseerd op het idee dat woorden ertoe doen.

Mockler vraagt in een artikel op de onafhankelijke Australische nieuws- en mediawebsite The Conversation of de lezer zich nog kan herinneren dat de voormalige waarnemend minister van Onderwijs Stuart Robert in maart 2022 uithaalde naar ‘klungelige’ leraren van wie de ‘onderste 10% niet kan lezen en schrijven’ en die verantwoordelijk zijn voor de dalende schoolprestaties?
Deze opmerking is meer dan slechts een sensationele krantenkop of een politicus die de aandacht probeert te trekken. Mocklers onderzoek stelt dat de manier waarop in de media over leraren wordt bericht, doorwerkt en bepaalt of mensen kiezen voor een loopbaan in het onderwijs. Bovenal beïnvloeden dergelijke opmerkingen de manier waarop huidige leraren hun plaats in de gemeenschap ervaren: “Wanneer we het dus hebben over het lerarentekort in Australië, moeten we ook kijken naar de media-aandacht voor leraren in Australië”.

Het onderzoek van Mockler omvat de manier waarop leraren in de afgelopen 25 jaar in de gedrukte media zijn gepresenteerd. Als je kijkt naar de harde kritiek en de verwijten aan het adres van leraren, is het geen wonder dat scholen moeite hebben met het aantrekken van nieuwe mensen en het vasthouden van hun medewerkers.

De kwestie ‘kwaliteit’

Mockler heeft meer dan 65.000 media-artikelen ingezien die zijn verschenen in 12 landelijke en hoofdstedelijke dagbladen, inclusief alle artikelen waarin de woorden leraar en/of leraren drie keer of vaker werden genoemd. Met een gemiddelde van 50 artikelen per week gedurende 25 jaar, en een totaal aantal woorden van meer dan 43 miljoen, is Mocklers analyse een van de grootste in zijn soort.

Het onderzoek leidde tot drie belangrijke bevindingen die van cruciaal belang zijn voor de manier waarop men in Australië denkt en praat over leraren en hun werk.
Ten eerste brengt het onderzoek de opkomst van en de aandacht voor ‘lerarenkwaliteit’ in kaart, voornamelijk in de periode 2006 – 2019. Deze periode bestrijkt het begin van de Rudd-Gillard ‘onderwijsrevolutie’, die het onderwijs in Australië herformuleerde. Het ging voortaan om ‘kwaliteitsonderwijs’. De periode eindigde met de komst van COVID waarna de berichtgeving vooral ging over thuisonderwijs.

Uit de analyse bleek dat de nadruk op ‘kwaliteit’ veel meer sloeg op leraren dan op bijvoorbeeld onderwijsmethoden, scholen, scholing en onderwijsstelsels. Een grafiek in het artikel laat zien hoe Mockler de drie meest voorkomende toepassingen van de term ‘kwaliteit’ heeft opgespoord.
Dat is een belangrijke punt. Het betekent dat de nadruk wordt gelegd op de vermeende tekortkomingen van individuele leraren in plaats van op het gezamenlijke vermogen om het onderwijs te verbeteren. Deze nadruk leidt af van de kwaliteit van het onderwijsstelsel, d.w.z. de systemische problemen in het Australische onderwijs.
De ‘kwaliteit van de leerkrachten’ is voor politici een manier om de schuld elders te leggen, terwijl ze zich zouden moeten toeleggen op het aanpakken van de oorzaken van de problemen: de ontoereikende en onrechtvaardige financiering, buitensporige werklast van leerkrachten, onredelijke administratieve lasten, of leerkrachten die buiten hun vakgebied moeten werken.

Het werk van leraren wordt als eenvoudig voorgesteld (en dat is het niet)

Het tweede belangrijke punt betreft de berichtgeving als zou het lerarenberoep eenvoudig zijn. Het werk zou neerkomen op kiezen uit twee mogelijkheden als er beslissingen moeten worden genomen: een goede en een verkeerde.
Het zinsdeel ‘Leraren moeten’ komt ongeveer 2300 keer voor in de database. Bijvoorbeeld: “Leraren moeten worden betaald op basis van het aantal voor hun examen geslaagde leerlingen”. “Leraren moeten geen standaardmethode gebruiken”. “Leraren moeten goed voorbereid lesgeven” en “Leraren moeten geen tijd besteden aan het organiseren van sausage sizzles.”*)

Onderzoek uit de jaren negentig, waarnaar nog steeds regelmatig wordt verwezen, heeft opgeleverd dat leraren elke schooldag zo’n 1500 beslissingen nemen. Recent onderzoek, waar Mockler momenteel met collega’s mee bezig is, toont dat het werk van leraren de afgelopen dertig jaar zeer intensief is geworden en in hoog tempo wordt verricht. 1.500 beslissingen per schooldag is waarschijnlijk in de huidige tijd een zeer voorzichtige schatting.
De beslissingen variëren van: “Op welke teksten zullen we ons voor het vak Engels richten voor het volgende semester?” tot “Zal ik wat ik me had voorgenomen voor deze les laten schieten zodat we dit gesprek, waar de leerlingen zo vol van zijn, kunnen voortzetten?”
De beslissingen hebben ook een sociale kant. Bijvoorbeeld: “Grijp ik nu in en maak ik daarmee wat er achter in de klas gebeurt mogelijk erger, of houd ik mij voorlopig afzijdig maar blijf ik wel opletten?”
Elk beslissing is complex. En toch denken media te weten wat ‘elke leraar’ kan, moet of zou kunnen doen.
Enig respect voor de ongeveer 300.000 Australische leraren die hun beroep elke dag uitoefenen is niet teveel gevraagd, vindt Mockler. Het feit dat wij als leerling de complexiteit van het les geven niet hebben beseft in onze schooltijd, betekent niet dat die er niet was.

Leraren afkraken is de norm

Als derde punt wijst Mockler op de onevenredig negatieve verhalen over leraren: “Ik vond wel ‘goed nieuws’-verhalen in mijn onderzoek, maar die waren er minder dan artikelen over leraren die zowel collectief als individueel niet voldoen. Daar horen ook de artikelen bij over het koppelen van de termen ‘crisis’ aan leraren van ‘slechte kwaliteit’. Neem bijvoorbeeld de opmerking van voormalig minister van Onderwijs Christopher Pyne:

“Het grootste probleem, wat betreft de resultaten voor de leerlingen, is de kwaliteit van de leraren. Volgens [de OESO] zijn acht van de tien oorzaken waarom een leerling het in Australië goed of slecht doet, de klas waarin hij wordt geplaatst. Met andere woorden, de leraar aan wie ze worden toegewezen”.

Met andere woorden, ‘de leraar afkraken’ is de norm als het gaat om verhalen over leraren in de Australische nieuwsmedia.

De conclusie is dat leraren hun public relations op orde brengen. Mockler: “We moeten nadenken over de manier waarop we in de media over onderwijs en leraren berichten”.
Als mensen alleen maar te horen krijgen dat leraren ‘schuld’ hebben aan de slechte maatstaven en dat zij hun veeleisende, complexe baan maar een gemakkelijk baantje moeten vinden, zal dit mensen niet aanmoedigen te kiezen voor het leraarschap. Evenmin moedigt deze houding degenen die al leraar zijn aan te blijven.

No wonder no one wants to be a teacher: world-first study looks at 65,000 news articles about Australian teachers, door Nicole Mockler, The Conversation, 10 juli 2022: https://theconversation.com

Constructing Teacher Identities – How the Print Media Define and Represent Teachers and Their Work, Nicole Mockler, Bloomsbury Publishing, 2022: www.bloomsbury.com/uk/constructing-teacher-identities-9781350129252/

Noot
*) Sausage sizzle – lett. ‘worstenbroodje’ – is een sociaal evenement in de openlucht in Australië en Nieuw-Zeeland waar worstenbroodjes worden klaargemaakt en verkocht, vaak om geld in te zamelen voor een goed doel.