Skip to main content

Redactie Beroepseer

Interview met Andries Baart op Sociaal.net over presentie en nabij zijn

Aan het eind van het interview zegt Andries Baart: “Ik had het geduld en het doorzettingsvermogen om een theorie te ontwikkelen die zijn weg vindt bij die beroepen die zich inzetten voor de kwetsbaren in onze maatschappij. Die intentie wil ik graag gaaf houden”.

Prof. dr. Andries Baart – filosoof, theoloog, onderzoeker en sociaal werker – is geestelijk vader van de presentietheorie. In 2001 publiceerde hij zijn opus magnum Een theorie van de presentie. Baart is in 2018 met pensioen gegaan. Van 2007 – 2012 bekleedde hij de leerstoel Presentie en Zorg aan de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Tilburg; van 2012 -2015 had hij dezelfde leeropdracht aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht.
Baart wordt geïnterviewd door Joost Bonte, medewerker van SAM – Steunpunt Mens en Samenleving – voor Sociaal.net, de site voor zorgprofessionals in Vlaanderen.

Professioneel kompas

Bonte bekent dat het boek en het straathoekwerk in Vlaanderen voor hem een soort bijbel werd, een professioneel kompas: “Goede zorg ontstaat door het zorgvuldig aansluiten en afstemmen op de cliënt. Een praktijk waarbij de zorggever zich aandachtig en toegewijd op de ander betrekt en zo leert zien wat er bij die ander op het spel staat. Toch ploeteren we dagelijks om die evidentie waar te maken. Ik keek dus uit naar dit interview met een belangrijke inspirator”.

Bonte’s eerste vraag aan Baart luidt:

Ooit gedacht dat je theorie van de presentie zo’n succes zou worden?

Andries Baart: “Die hoge vlucht heeft me verrast. Ik publiceerde een boek met de ambitie om een kleine groep mensen te ondersteunen die actief zijn in het pastoraal werk. Theologen en kerkdienaren waren de doelgroep. Aan de hand van honderden interviews en zorgvuldig bijgehouden dagboekfragmenten, beschreef ik het werk van twee buurtpastores in achterstandswijken. Uit deze analyse distilleerde ik de theorie van presentie”.

Maar het boek sprak een breder publiek aan.

“Al snel vond de inhoud van het boek ingang bij sociaal werkers die met beide voeten in het veld stonden, de frontliniewerkers. Het boek is veel te dik en komt uit een beladen theologische hoek. Toch werd het warm omarmd. Veel sociale professionals herkennen zich beter in de losse, trouwe en hartelijke pastorale praktijk in die achterstandswijken, dan in de eigen methodiekboeken met afvinklijstjes. Ik raak blijkbaar hun verlangen naar goed sociaal werk.

De presentie biedt een antwoord op het ongenoegen dat zich in hun dagelijkse praktijk nestelt. Ze kreunen onder regelgeving, protocollen en nutteloze registraties. Plots verscheen er iets waarvan ze zegden: ‘Hier loop ik warm van, zo wil ik mijn praktijk vorm geven’.”

Presentie heeft verschillende lagen

Hebben ze de theorie ook allemaal in de vingers?

“In het begin ging ik door mijn Friese koppigheid vaak in discussie. Ik stelde vast dat mensen een eigen interpretatie aan presentie gaven. Ik wou dat telkens corrigeren om mijn theorie zuiver te houden. Dat doe ik niet meer. Nu grijp ik vooral het enthousiasme aan waarmee anderen zich op de presentietheorie en -benadering storten. Vervolgens stuur ik voorzichtig bij.

Die bijsturing blijft nodig. Presentie wordt vaak gereduceerd tot ‘aanwezig zijn’. Maar het begrip heeft verschillende lagen en het is niet zo makkelijk om er mee aan de slag te gaan. Vanuit de Stichting Presentie, waar intussen acht mensen werken, voorzien wij trainingen, waaronder een basistraining die zes dagen duurt. Dat is een minimum. Toch proberen organisaties dat in te snoeren tot één vormingsnamiddag”.

Lees het hele interview: ‘Als sociale professional moet je nabij zijn’, interview met Andries Baart door Joost Bonte, Sociaal.net, 21 januari 2019: https://sociaal.net/verhaal/andries-baart-presentie/

Op 12 april 2019 vindt de halfjaarlijkse studiebijeenkomst van Stichting Presentie plaats. Op deze bijeenkomst wordt het in maart te verschijnen Praktijkboek presentie gepresenteerd. Nadere inlichtingen over het boek bij Stichting Presentie: www.presentie.nl/kennisbank/praktijkboek-presentie/

Frédérique Six over governance en relatie tussen vertrouwen en beheersing in publieke sector

Frédérique Six schrijft in haar blog Professionele autonomie en de rol van leiders over een hardnekkig verschijnsel. Publieke professionals – zoals, leraren, verpleegkundigen, artsen, politieagenten, rechters, jeugdhulpverleners – dreigen te verstikken in een almaar uitdijende brij van regels, procedures of prestatie-indicatoren, gecombineerd met jaarlijkse doelmatigheidskortingen.
Six is hoofddocent aan de Vrije Universiteit en onderzoekt publieke governance-vraagstukken*) met speciale aandacht voor governance die vertrouwen bouwt: de relatie tussen vertrouwen en beheersing.

Een venijnige vicieuze cirkel

Six: “Zo wordt het beroep steeds onaantrekkelijker en nemen de personeelstekorten in al deze sectoren hand-over-hand toe, wat leidt tot een nog hogere werkdruk dan er al was en nog hoger personeelsverloop. Een venijnige vicieuze cirkel. Oud-vicepresident van de Raad van State Herman Tjeenk Willink in zijn boek Groter denken, kleiner doen en zelfs Martin Visser, columnist van de Financieele Telegraaf, hebben hier recent op gewezen. En Sander Heijne, journalist bij De Correspondent, stelt zelfs dat veel politici op het Binnenhof zich nu realiseren dat marktwerking niet werkt in de publieke sector, maar niet weten wat dan wel. Het lijkt daarmee een probleem dat door de geijkte politieke kleuren heen breekt.

Is er wel ruimte voor werkelijke professionele autonomie?

Terecht is de roep om verandering groot. En soms met ogenschijnlijk succes. Zo is er “meer geld” voor verpleeghuizen, voor primair onderwijs en hoger onderwijs. Maar wat gebeurt er met dat geld? In de meeste gevallen komt dat geld alleen bij de werkvloer terecht als er plannen worden geschreven die gaan over nieuwe initiatieven die aan verschillende voorwaarden moeten voldoen; en die vervolgens beoordeeld worden door ambtenaren/stafmedewerkers die niet zelf in de praktijk werken. Dit wordt gezien als vernieuwend, want de professionals mogen met plannen komen die hen echt gaan helpen. Maar niet heus. Zij moeten wel aan de eisen van de politiek/ambtenaren voldoen en onder hoge druk die plannen schrijven anders is het geld alweer weg. Er is geen ruimte voor werkelijke professionele autonomie, geen ruimte om goed vanuit de werkvloer te kijken naar wat de beste oplossingen zijn voor het verbeteren van de kwaliteit in hun specifieke context. Er wordt nog steeds top-down gestuurd, maar nu veel subtieler want er wordt gesuggereerd dat de professional in zijn kracht wordt gezet (brr!). Terwijl er nog steeds keihard van bovenaf wordt gestuurd”.

Klik hier voor lezen van de hele blog van Frédérique Six: Professionele autonomie en de rol van leiders, 20 januari 2019: http://frederiquesix.nl/?p=325

Lees ook over het onderzoek van Frédérique Six: Besturen vanuit vertrouwen: voorwaarden en nieuwe overtuigingen, 28 februari 2018: http://frederiquesix.nl/?p=303

Noot
*) Governance is het integer en transparant handelen door overheidsorganisaties en bestuurders en het organiseren van effectief toezicht hierop.

Managerialisme op Engelse scholen tast geestelijke gezondheid en welzijn van leraren aan

Prestaties, doelen halen, toenemende werkdruk en veranderende schoolprogramma’s met daarbovenop nog de bureaucratische veranderingen, ziedaar het recept voor uitholling van het lerarenberoep en het schaden van de geestelijke gezondheid van de leraar.
Voor hun onderzoek interviewden Barbara Skinner, Gerard Leavey en Despina Rothi in Engeland en Wales negenendertig leraren die langdurig met ziekteverlof thuis zaten vanwege mentale problemen, en zes schoolhoofden, plaatsvervangende schoolhoofden en medewerkers die te maken hebben gehad met de problemen van de leraren.
Hun rapport is gepubliceerd op de site van het Britse vaktijdschrift voor onderwijs Educational Review, op 16 januari 2019.

Voortdurend veranderen

De leraren hadden het over het ingewikkelde,  voortdurend veranderende onderwijsbeleid, prestatiedwang, gebrek aan steun van het management en zware werkdruk als oorzaken van toenemende stress en gevoelens van onbehagen. Ze waren gedesillusioneerd, hadden gebrek aan eigenwaarde en het gevoel mislukt te zijn. Sommigen van hen waren met vervroegd pensioen gegaan; een van hen had geprobeerd zich van het leven te beroven vanwege de werkdruk.

Veel leraren waren van mening dat het gericht zijn op te behalen doelen bezig is de rol van de leraar fundamenteel te veranderen en een hindernis vormt voor de relatie tussen leraar en leerling. Het uiteindelijke resultaat is dat de leraren niet meer in staat zijn hun vak adequaat uit te oefenen.  Zij kunnen de leerlingen niet meer de nodige psychologische steun bieden.
Het plezier in het werk wordt bedorven door bureaucratische eisen met daarbovenop nog de buitensporige hoeveelheid administratie en de druk om resultaten te verbeteren. Dit alles zorgt voor toenemende werkdruk.

Verlies van beslissingsbevoegdheid in het klaslokaal

Iedereen klaagde over moeilijkheden met de wijze van leiding geven en het management. Leraren hadden het gevoel dat ze voortdurend in de gaten worden gehouden en onder druk gezet om te beantwoorden aan onrealistische verwachtingen. Hoewel leraren beseffen dat ook managers onder druk staan om nieuw beleid met succes in te voeren, voelen de leraren zich buitengesloten van dat proces. Ze beschikken niet over de nodige middelen om veranderingen door te voeren.
De managerialistische1) onderwijsmethode heeft geleid tot verlies van beslissingsbevoegdheid in het klaslokaal. Het gevolg is dat leraren zijn gaan twijfelen aan hun rol. De meesten hadden het gevoel tekort te schieten zowel jegens de kinderen als jegens zichzelf omdat ze niet langer in staat waren de actieve leermethode toe te passen in de klas; d.w.z. de leerlingen in de klas directer te betrekken bij het leerproces.

Vernietiging van eigenwaarde

Hoofd van het onderzoeksteam, Gerry Leavy – hij is directeur van Bamford Centre for Mental Health & Wellbeing aan de Universiteit van Ulster, zei: “Vernietiging van eigenwaarde en doeltreffendheid, gepaard gaande met een extern veroorzaakt gevoel van wanhoop en mislukking waren de onderwerpen die de leraren het meest te berde brachten tijdens onze interviews. Hun commentaar getuigde van de spanning tussen opvattingen over de betekenis van het leraarschap uit het verleden en de nieuwe managerialistische opvattingen: betrokkenheid, dienstbaarheid aan de school en onderwijs aan de leerling versus rekenschap afleggen, prestaties leveren en regels opvolgen in een nieuwe, bedrijfsmatige wereld.
Deze spanning wordt vaak geïnternaliseerd2), en beïnvloedt de identiteit van de leraar. Tegenstrijdigheden ontstaan: zorgen voor jezelf en beantwoorden aan niet-academische behoeften van leerlingen staan tegenover managementverplichtingen en te behalen doelen. Maar al te vaak leidt dat tot stress en geestelijke gezondheidsproblemen. Teveel goede leraren geven hun beroep op vanwege een slechte gezondheid”.

Dr Barbara Skinner, onderwijskundige aan de Universiteit van Ulster, voegde eraan toe: “Onderwijshervormingen, en de daarmee gepaard gaande voorgeschreven starre, organisatorische en managerialistische structuren, zouden afgewogen dienen te worden tegen de gevolgen voor het lerarenberoep en het persoonlijk welzijn van de leraar. We hebben ook betere evidence-based interventies nodig ter bevordering van het welzijn van de leraar”.

Managerialism in UK schools erodes teachers’ mental health and well-being, Taylor & Francis Group, EurekAlert, 16 januari 2019:
https://www.eurekalert.org/pub_releases/2019-01/tfg-miu010819.php

Rapport Managerialism and teacher professional identity: impact on well-being among teachers in the UK, door Barbara Skinner, Gerard Leavey & Despina Rothi, Educational Review, volume 71, 2019: https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/00131911.2018.1556205

Noten
1) Managerialisme is niet hetzelfde als management. Met goed management is niets mis. Managerialisme betekent het geloof dat alle problemen kunnen worden aangepakt door reorganisatie. Grondregels van het bedrijfsleven worden toegepast in andere sectoren, zoals onderwijs, zorg en sociaal werk.

2) Internalisering is het proces waarbij mensen zich door socialisatie bepaalde sociale regels eigen maken, zodat deze regels na verloop van tijd niet langer worden beschouwd als van buitenaf opgelegd, maar als zelf gekozen.

Trendrede 2019

Trendrede 2019: Het jaar van de vereende krachten

De Trendrede voor 2019 werd uitgesproken in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam voor een gehoor van ruim 350 aanwezigen op 15 januari. De Trendrede is een initiatief van een groep Nederlandse toekomstdenkers die elk jaar de actualiteit kaderen en clusteren in enkele overkoepelende thema’s. Ze tonen Nederland een uitgelicht pad naar de toekomst, met opvallende details.

De Trendrede van 2018 eindigde met de vraag: Wie is wij? De beantwoording ervan is nog in de maak.
‘Poldermodderen’ we door in 2019 of loopt de ‘verwachtingsfrictie’ te hoog op? Zetten we de opgebouwde energie in om daadwerkelijke verandering te realiseren?
De editie van 2019, de negende inmiddels, heeft tot thema Vuur van verandering. Gaat dat vuur cynisme doen wegsmelten en samensturing smeden?

De Trendrede kan terug beluisterd en bekeken worden op video. De tekst is te lezen op de site van Trendrede. Daarop staan ook de namen van degenen die een bijdrage hebben geleverd aan de Trendrede van 2019. De daarin geschetste lijnen zijn bedoeld om de discussie en besluitvorming op sociaal-maatschappelijk vlak (verder) op weg te helpen.

De rede begint zo:

“Het zijn vurige tijden, dat op zijn minst. De veranderbehoefte is groot. Opgekropte woede, mede gebaseerd op opgeschroefde verwachtingen en schurende waarden, zoekt een uitweg. Hoe begrijpelijk sommige frustraties ook mogen zijn, de aanval openen op de ander maakt de eigen veiligheid niet groter. Wij zien gelukkig overal in de samenleving de verwarmende gloed van positieve verandering. Vele coöperatieve verenigingen, burgerinitiatieven en start-ups wakkeren het verlangen naar een groter wij verder aan.

Onze samenleving is fluïde, geen object dat je vast kunt pakken. Je kunt niet zomaar op haar inhakken. Het voordeel is dat ze daardoor ook niet zo snel kapot kan. Na veel duwen en trekken neemt ze in de tijd subtiel andere vormen aan. Die taaie flexibiliteit van onze samenleving maakt haar krachtig. Maar zorgt er ook voor dat sluipende verslechtering niet altijd snel wordt opgemerkt. Samenleven is een werkwoord en vereist een inspanning. We leven in een land van minderheden. Dat de meningen soms fel opvlammen is een verworvenheid van onze democratische rechtsstaat. Onszelf verplaatsen in de ander en er zelf ook durven zijn, is geen eenvoudige opdracht. Een constructieve dialoog voeren is net zo min een gemakkelijke opgave. Samenleven is een werk in ontwikkeling. Samen sturen we de toekomst. Welkom bij de negende Trendrede”.

De rede is ingedeeld in drie thema’s: 1. Taaie flexibiliteit. 2. Ruimte bieden. 3. Het hele plaatje, en eindigt met:

“We trekken de conclusie dat niemand perfect is en dat niemand in zijn eentje ver komt. Imperfecte individuen kunnen wel een geweldig team vormen. Later dit jaar verschijnt het vervolg op één van de meest succesvolle films ooit, ‘Avengers: Infinity War’. Het thema? De noodzaak tot samenwerken. In de eerste versie werken maar liefst achtentwintig superhelden samen om de wereld van de ondergang te redden. Iron Man, Okoye, Superman en de vele anderen vullen elkaar uitstekend aan en vormen een gelegenheidscoalitie met een urgente missie. Als de superhelden zich al moeten verenigen, terwijl ze tientallen jaren de wereld in hun eentje hebben kunnen redden, hoe moet dat dan met ons? Mensen zijn geen superhelden; de superkrachten zullen vanuit het team moeten komen. We roepen 2019 uit tot het jaar van de vereende krachten”!

Klik hier voor lezen van de Trendrede 2019, uitgesproken op 15 januari 2019: http://trendrede.nl/wp-content/uploads/2015/10/Trendrede-2019.pdf

Meer info over de Nederlandse toekomstdenkers en de TrendRede: http://trendrede.nl

Bekijk hieronder de video met De TrendRede van 2019

Welke factoren dragen bij aan betekenisvolle relatie tussen zorgprofessional en cliënt in langdurige zorg?

Wat maakt de relatie tussen cliënt en zorgprofessional betekenisvol en prettig, en wat juist niet? En in hoeverre verschillen deze factoren voor verschillende cliëntgroepen in de langdurige zorg?

In een literatuurstudie heeft Nivel – Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg – inzichtelijk gemaakt welke factoren – ofwel determinanten – bijdragen aan de kwaliteit van een betekenisvolle zorgrelatie in de langdurige zorg, waarbij cliënten afhankelijk zijn van de geboden ondersteuning. Het overzicht van deze determinanten biedt zorgprofessionals handvatten om hun zorgrelatie met cliënten op te bouwen en te onderhouden.

In totaal zijn 27 determinanten gevonden in 32 geselecteerde studies. Deze determinanten zijn gecategoriseerd op vier niveaus: de cliënt, de zorgprofessional, het contact tussen cliënt en zorgprofessional en de omgeving waarin het contact plaatsvindt.

Determinanten zorgrelatie op vier niveaus

De meeste determinanten zijn gevonden op het niveau van de zorgprofessional en op dat van het contact tussen cliënt en zorgprofessional. Vanuit een zorgprofessional is de focus op een individuele cliënt met zijn eigen behoeften en wensen belangrijk, evenals aanmoediging, (professionele) houding en luisteren naar de cliënt. Tussen cliënt en zorgprofessional kwamen gelijkwaardigheid en een balans tussen nabijheid en professionele afstand herhaaldelijk naar voren. Een compleet overzicht van de determinanten is te vinden in het recent gepubliceerde Engelstalige artikel.

Meeste determinanten gelden voor meer cliëntgroepen in de langdurige zorg

Zijn voor ouderen die zorg ontvangen dezelfde dingen belangrijk in hun zorgrelatie als voor mensen met een licht verstandelijke beperking of voor mensen met een psychische aandoening? In antwoord op deze vraag kan uit de literatuurstudie worden geconcludeerd dat een groot aantal determinanten gelden voor meerdere cliëntgroepen. Dit betekent dat kwaliteitsmetingen en initiatieven tot verbetering die gericht zijn op de langdurige zorgrelatie, niet noodzakelijk op één specifieke cliëntgroep gericht hoeven te zijn. Ze kunnen ook overstijgend worden ingezet.

Literatuurstudie

Voor de literatuurstudie zijn diverse elektronische zoeksystemen systematisch doorzocht op publicaties vanaf 2006. Deze literatuurstudie van het Nivel is een van de drie onderdelen van het driejarige onderzoek ‘Horen, zien en spreken’.
Er zijn vijf kwalitatieve meetinstrumenten geëvalueerd die de zorgrelatie vanuit het perspectief van de cliënt in beeld brengen. Uniek hierbij is de inbreng van ervaringsdeskundige cliënten, die zelf andere cliënten interviewen of groepsgesprekken leiden. Publicaties over de laatste onderdelen van het onderzoek ‘Horen, zien en spreken’ volgen in de loop van 2019.
Onderzoekers die betrokken zijn bij ‘Horen, zien en spreken’ zijn Aukelien Scheffelaar, Nanne Bos en Sandra van Dulmen.

De literatuurstudie is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift BMC Health Services Research. Klik hier voor downloaden van Determinants of the quality of care relationships in long-term care – a systematic review: https://bmchealthservres.biomedcentral.com

Factoren die langdurige zorgrelatie beïnvloeden in beeld gebracht met literatuurstudie, Nivel, 16 januari 2019: www.nivel.nl

protest in de polder vrij nederland

Reconstructie van een roerig jaar demonstratie en protest door actiegroepen in de publieke sector

Binnen de publieke sector stond, in navolging van de leraren van PO in Actie, het afgelopen jaar de ene na de andere actiegroep op bij de politie, de zorg en defensie. Deze groepen protesteerde, demonstreerden en beklommen in Den Haag de barricaden. Wat dreef hen tot actie?
In zijn artikel Protest in de polder geeft Jari Goedegebuure op de site van Vrij Nederland een reconstructie van een roerig Haags jaar.

Of het nu agenten waren, leraren, militairen of verpleegkundigen, ze kampten allemaal met dezelfde problemen: hoge werkdruk, bureaucratische rompslomp, lage salarissen, personeelstekorten en weinig waardering.

In Goedegebuure’s verhaal komen de aanjagers van de spontane protesten van het afgelopen jaar aan het woord, allemaal dertigers en begin veertigers. Ze benadrukken stuk voor stuk dat ze het niet zo hebben gewild. Dat ze loyaal zijn aan hun werkgever, de overheid. ‘We houden van ons vak, daarom hebben we ons zo lang stilgehouden,’ zegt de een. ‘Staken zit niet in onze aard,’ zegt de ander. Maar ze zijn ‘er klaar mee’. Er moest iets gebeuren, stellen ze, anders brak de hel los. Van de traditionele vakbonden hebben ze geen hoge pet op.

Klik hier om het hele artikel Protest in de polder, Vrij Nederland 15 januari 2019, te lezen: www.vn.nl/protest-in-de-polder/

De muzen Terpsichore en Polyhymnia schilderij van Robert Fagan

Tijdschrift O&O roept HRD-vakgenoten op te verhalen over ervaringen met inspiratie uit de wereld van de kunsten

Voor het tijdschrift Opleiding en Ontwikkeling (O&O), bestemd voor HRD-professionals, is Ton Bruining een nieuwe artikelenreeks gestart, getiteld Uit de kunst.
HRD – Human resource development – betreft alles wat te maken heeft met het leren en opleiden van medewerkers in een organisatie en het aanbieden van ontwikkelingsperspectieven.
Bruining is HRD-adviseur en redacteur en doet een oproep aan de lezers. Hij nodigt vakgenoten uit om te verhalen over hun ervaringen met inspiratie uit bijvoorbeeld de beeldende kunst, de muziek, het theater of de filmkunst. Wat voor ervaringen doen mensen op door actief bezig te zijn in de wereld van de kunsten? Hoe kan de kunst een bron van inspiratie vormen voor de manier waarop men te werk (wil) gaan in het eigen HRD-vakgebied? Tot welk (moreel) oordeel kom je ten aanzien van je eigen handelen, als je er het perspectief vanuit een andere wereld – bijvoorbeeld die van het theater – op werpt?

Inspiratie uit een andere wereld

Bruining maakte zelf alvast een begin voor de serie met het verhaal: Inspiratie uit een andere wereld. Hoofdredacteur van O&O Isolde Kolkhuis Tanke deed ook mee, evenals Bart van Rosmalen, lector muzische professionalisering van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht: “Als redacteurs van deze themareeks hebben we persoonlijke ervaringen opgedaan waarin deze wereld in het bijzonder een beroep deed op ‘anders kijken’: naar je omgeving, naar wat en hoe je iets waarneemt, naar welke emoties iets teweegbrengt, naar de betekenissen die we toekennen aan wat ‘goed’ of ‘mooi’ is. Door ons af en toe te begeven in een wereld die meer artistiek en creatief van aard is, merken we dat dit het beeld  van onszelf als (HRD-)professional in een ander daglicht zet”.

Ze leggen zich niet voetstoots neer bij de pasvorm van het protocol

Bart van Rosmalen schrijft: “Ik denk dat goede vakprofessionals in staat zijn om makerschap te tonen. Ongeacht hun achtergrond gaat het om de scheppende en expressieve kant van hun vakmanschap. Creatief betekent ‘iets creëren’, iets maken. Professionals in allerlei vakgebieden zoeken daartoe openingen om de ‘menselijke maat’ in het werk sterker te maken. Het gaat dan om werk dat leidt tot verbeelding, vervoering en beleving. Dat werk hoeft niet eens samen te vallen met de professionele praktijk om toch van grote waarde te zijn. Dat bedoel ik met ‘muzische professionalisering’ in mijn proefschrift.”

Bart van Rosmalen promoveerde in 2016. De titel van zijn proefschrift luidt: Muzische professionalisering – Publieke waarden in professioneel handelen. Het is geschreven “voor professionals die eigenzinnigheid en tegenkracht in hun werk willen versterken. Ze leggen zich niet voetstoots neer bij de pasvorm van het protocol. Van kunstenaars tot juristen en van ingenieurs tot zorgverleners, ze gaan over de grenzen van hun professie heen op zoek naar nieuwe vormen van vakmanschap, professionaliteit en samenwerking. Ze willen maatschappelijk bijdragen en de zin en betekenis van hun werk verdiepen.
In de mythe van de muzen bezingen de muzen de heldendaden van de goden door er een opvoering van te maken, door te vertellen, te spelen en te delen. Hun werk overstijgt de afgesloten individualiteit en schept gemeenschappelijke verbanden. Even, gedurende de muzische opvoering, vallen normale scheidslijnen en restricties weg: van de regelgeving in het protocol tot de hokjes waarin afgepast gewerkt wordt, van de hiërarchische machtsverhoudingen tot de hitte van de dag. Het muzische breekt daar doorheen als tegenkracht met een geheel eigen werking”.

Ook na vierhonderd jaar komen de teksten van Shakespeare binnen als een mokerslag

Bruining beschrijft zijn ervaringen met het spelen van scènes uit werk van Shakespeare, in de zomer van 2018, onder de titel The good, the bad and the ugly: “Een van de rollen die ik speelde, was die van de slechterik Richard de tweede. Richard wordt onttroond door Hertog Bollingbroke, de latere Hendrik IV. Bollingbroke gooit Richard in de gevangenis die aldaar overgeleverd is aan zijn eenzame gedachten. Door het spelen van Shakespeare en de lering die ik daar zelf uit trok, bleef ik overeind in een zowel zakelijk, professioneel als persoonlijk heel moeilijk jaar. Met zijn Romeinse tragedies en Engelse koningsdrama’s leert Shakespeare mij waardevolle lessen. Ook na vierhonderd jaar komen de teksten van Shakespeare binnen als een mokerslag. Shakespeare was niet alleen een groot taalkunstenaar, maar bovenal een kenner van de menselijke ziel en emoties. Vierhonderd jaar na zijn dood zijn de vragen die Shakespeare stelt over wat goed is en wat niet, heel relevant. Zijn toneelstukken gaan niet zozeer over de Romeinen of de Engelse koningen, maar over ambitie en hoogmoed, hebzucht en jaloezie, vertrouwen en wantrouwen. De karakters van Shakespeare kom ik tegen in mijn eigen leven, in de organisaties waarin ik werk en bovenal in mezelf”.

Negen muzen en Inspiratie uit een andere wereld, Leer-kracht, 23 augustus 2019: https://leer-kracht.blogspot.com
Eerste artikel uit de serie Uit de kunst, door Ton Bruining, Isolde Kolkhuis Tanke & Bart van Rosmalen: Inspiratie uit een andere wereld dat is verschenen in O&O, nr 4, 2018: https://drive.google.com/file/d/1Z1q1WElw5JP2VzUlPFeG260EPpS_x4l5/view

Muzische professionalisering – Publieke waarden in professioneel handelen, door Bart van Rosmalen, 254 p., uitgeverij IJzer, Utrecht, 2016. https://research.uvh.nl/ws/portalfiles/portal/14765743/Full+Text.pdf

Op de foto bovenaan: Olieverfschilderij van Robert Fagan (1761–1816): De Muzen Terpsichore (dans) en Polyhymnia (zang)

Oproep aan ervaringsdeskundigen subsidie aan te vragen voor begeleiding (ex-)ggz-patiënten

ZonMw doet een oproep aan ervaringsdeskundigen om samen met professionals in ggz-instellingen of het sociaal domein subsidie aan te vragen voor begeleiding en ondersteuning van (ex-)ggz-patiënten. De begeleiding en ondersteuning vindt op kleine schaal plaats in de gemeente, de buurt of een instelling.
ZonMw is een Nederlandse organisatie die gezondheidsonderzoek financiert en het gebruik van de ontwikkelde kennis stimuleert om daarmee de zorg en de gezondheid te verbeteren.

Doel subsidieoproep

Het doel van deze subsidieoproep is om de inzet van ervaringsdeskundigen in de ggz te ondersteunen. In verschillende bijeenkomsten zijn bij ervaringsdeskundigen ervaringen en behoeften geïnventariseerd. Eén van de wensen en behoeften die naar voren kwam, is dat ervaringsdeskundigen graag zelfstandig projectmatig aan de gang gaan in hun gemeente/instelling, terwijl hier niet altijd (financiële) ruimte voor is. Deze subsidieoproep biedt deze financiële ruimte.

Wat kan worden aangevraagd?

Subsidies kunnen aangevraagd worden voor initiatieven, interventies of instrumenten die door ervaringsdeskundigen worden geleid, en ten goede komen van ggz-patiënten. Ook voor het inzetten van ervaringsdeskundigen bij opleidingen voor professionals kunt u subsidie aanvragen. Het kan bijvoorbeeld gaan om het leiden van een (herstel)groep, het opzetten van een (digitaal) platform, het inzetten van een ervaringsdeskundige bij de opleiding tot hulpverlener of het geven van voorlichting binnen een ggz-instelling.

Training

Op 29 januari 2019 vindt de training ‘Projectaanvraag schrijven voor ervaringsdeskundigen’ van PGOsupport plaats in Utrecht. Deelname is kosteloos. Voorafgaand aan deze training organiseert ZonMw een kleine informatiebijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst licht ZonMw de subsidiemogelijkheid toe.

De subsidie moet aangevraagd worden door een rechtspersoon. De maximaal aan te vragen subsidie is € 20.000,- voor een looptijd van maximaal 6 maanden.

Deadline voor het indienen van aanvragen is 15 februari 2019, 14.00 uur

Meer informatie en details bij ZonMw: www.zonmw.nl/nl/nieuws/subsidie-voor-kleinschalige-initiatieven-de-ggz-door-ervaringsdeskundigen

U P D A T E

Ervaringsdeskundigen ggz aan zet! ZonMw, 30 juli 2019: www.zonmw.nl/nl/nieuws/ervaringsdeskundigen-ggz-aan-zet

Teun Toebes, verzorgende en maker van video-blogs: ‘Zorg en welzijn is mij wél een zorg’

De negentienjarige Teun Toebes is verzorgende in een verpleeghuis en volgt de HBO Verpleegkunde-opleiding. Hij is trots op zijn werk en maakt video-blogs voor zijn YouTube-kanaal STEUN en toeverlaat. Daarvoor ontving hij de Anneke van der Plaats Aanmoedigingsprijs 2018.
De jury over STEUN en toeverlaat: “Met vloggen vestigt hij de aandacht op goede zorg en geluk voor ouderen […] de inzet en het élan gericht op het geluk en plezier voor en met mensen met dementie, daar kunnen en willen wij niet omheen […] we wensen vooral dat hij voortvarend doorgaat”.

Met STEUN en toeverlaat wil Toebes een positieve bijdrage leveren aan de zorg voor mensen met dementie. Op de site van het tijdschrift voor verpleegkundigen Nursing vertelt hij in een interview aan Koen Scheerders dat als gevolg van de aanmoedigingsprijs de video Silent disco al meer dan 180 duizend keer bekeken is.

Eigen regie en vrijheid

Toebes over zijn opvoeding: “Openheid en zelfstandigheid heb ik van thuis meegekregen. Hard werken om iets te kunnen bereiken en dromen najagen is wat ik nu doe. STEUN en toeverlaat is mijn passie en brengt mij veel positiviteit”.
Mensen die hem inspireren zijn mensen met dementie: “Zoals John, die ik ontmoette tijdens een stage. Hij vond zijn uiterlijk belangrijk en liep vaak met vrolijke sokken over zijn steunkousen door het verpleeghuis. Ik mocht zijn snor, zijn trots, knippen. Een hele eer. Zijn belang voor eigen regie en vrijheid herken ik in mijzelf”.

De belangrijkste gebeurtenis noemt Toebes zijn allereerste contact met (ouderen met) dementie: “Er ging een wereld voor me open”.

Lees het hele interview met Toebes op Nursing: Teun Toebes: ‘Samen lachen is zo’n fijn gevoel’, door Koen Scheerders, 23 december 2018: www.nursing.nl

Bekijk hieronder de video: Silent disco. Toebes: “Deze video komt vanuit mijn kernzin ‘Zorg en welzijn is mij wél een zorg. Zorgen  is voor mij meer dan alleen verzorgen en precies dat laat ik jullie vandaag zien”.

Meer info over de Anneke van der Plaats Award en de Anneke van der Plaats Foundation:
www.congressenmetzorg.nl/annekevanderplaats-award
http://annekevanderplaatsfoundation.org (website is niet meer actief)