Skip to main content

Redactie Beroepseer

Stichting Beroepseer organiseert Alternatieven-lab Jeugdhulp door heel Nederland

‘Gemeenten, focus op kwaliteit in plaats van op geld! Alleen zo wordt de jeugdhulp goedkoper en beter.’ Dat is de kernboodschap van het boek Écht doen wat nodig is. Pleidooi voor kleinschalige effectieve jeugdhulp dat een jaar geleden is verschenen. Deze boodschap is nog steeds zeer actueel, ook nu het kabinet heeft besloten een deel van de decentralisaties in de jeugdzorg terug te draaien. De problemen in de jeugdzorg zijn onverminderd groot. Om de transformatiebelofte van de Jeugdwet uit 2015 in te lossen is een omslag in denken, organiseren en doen nodig. Dat vraagt om visie en lef. Stichting Beroepseer organiseert Alternatieven-labs Jeugdhulp om gemeenten en jeugdhulpprofessionals te prikkelen om hier concreet werk van te maken. Het is tijd om echt werk te maken van kleinschalige, effectieve jeugdhulp. Het kan, dus het moet!

Voor wie?

  • Jouw gemeente wil werk maken van transformatie in het sociaal domein
  • Jouw gemeente wil leren welke voorwaarden er nodig zij om écht te doen wat nodig is en hoe jouw gemeente deze kan creëren
  • Jouw gemeente wil leren van experts,vernieuwers en ervaringsdeskundigen over
    • Wat er nodig is om effectieve preventie te organiseren gericht op normaliseren en demedicaliseren
    • Hoe je een sterke, onafhankelijke eerstelijn inricht
    • Hoe je samenwerkt en contracten afsluit op basis van vertrouwen

Voldoet jouw gemeente aan dit profiel en lopen de contracten met de huidige jeugdhulpaanbieders bovendien binnen nu en 1,5-2 jaar af? Dan kan een Alternatieven-lab Jeugdhulp jou helpen om de koers te verleggen en echt werk te maken van effectieve, kleinschalige jeugdhulp.

Meer weten?

Neem contact op met Maurits Hoenders (m.hoenders@beroepseer.nl of 06-19405356)

Ervaring andere gemeenten
Op 21 november 2018 vond het eerste Alternatieven-lab Jeugdhulp plaats in de gemeente Oude-IJsselstreek. In 2019 heeft Stichting Beroepseer ook Alternatieven-labs jeugdhulp georganiseerd in de gemeente Utrecht (5 maart 2019) en Geldrop-Mierlo (9 mei 2019). Hieronder vind je de video impressie van deze labs. Het lab in Utrecht had als doel om specialistische jeugdhulpverleners te betrekken bij en mee te nemen in de beleidsverandering die de gemeente Utrecht heeft ingezet, waarbij de gemeente in alle wijken teams voor buurtgerichte specialistische jeugdzorg heeft ingericht. Het Alternatieven-lab Jeugdhulp heeft professionals die het echt werk moeten verrichten actief betrokken en daarmee bijgedragen aan de omslag die de gemeente Utrecht beoogde. De eerste onderzoeken laten zien dat het “Utrechtse model” positieve effecten lijkt te hebben (zie bijvoorbeeld dit artikel in Binnenlands Bestuur).

“Een Alternatieven-lab, waarin we het gesprek voeren hoe we de jeugdhulp anders kunnen inrichten, dat adviseer en gun ik alle gemeenten. Dat je loskomt van het financiële en ingewikkelde van dit moment en je laat inspireren door goede voorbeelden uit heel Nederland. Onze jeugd in Nederland, die verdient dat. Dat je op een fijne, goede manier opgroeit, met betrokken hulpverleners en gemeenten die als bondgenoot naast je staan. Ik zou zeggen tegen elke gemeente, doe het en laat je inspireren op deze manier.” (burgemeester Otwin van Dijk, gemeente Oude-Ijsselstreek)

“Naast doelen stellen en visies opstellen is de tijd nu rijp om tot actie over te gaan, te doen. Dat is de urgentie die we tijdens het Alternatieven-lab jeugdhulp hebben gevoeld en gedeeld en waar de gemeente Geldrop-Mierlo mee aan de slag gaat de komende tijd.” (Rob van Otterdijk, wethouder jeugd, gemeente Geldrop-Mierlo)

 

Alternatieven-lab jeugdhulp
Het Alternatieven-lab is erop gericht om praktisch aan de slag te gaan met het manifest waarmee het boek Écht doen wat nodig is afsluit. Twee principes staan daarin centraal: doe écht wat nodig is en handel alsof het je eigen kind en gezin betreft. Deze principes moeten niet alleen richtinggevend zijn voor de professional, maar net zo goed voor beleidsmakers, politieke bestuurders op gemeentelijk niveau en bestuurders van jeugdhulporganisaties. Dat vraagt om een fundamentele omslag in denken, kijken en doen. Afscheid nemen van bepaalde automatismen die niet langer werken en samen ontdekken wat het vraagt om echt te doen wat nodig is.

De twee principes kunnen concreet in de praktijk gebracht worden door invulling te geven aan de vijf speerpunten van het manifest:

  1. Schep een omgeving waar vanzelfsprekende steun is voor ouders, kinderen en jongeren.
  2. Organiseer een sterke en onafhankelijke eerste lijn
  3. Erken het doorslaggevende belang van gezag en vakkundigheid van jeugdhulpprofessionals
  4. Versterk de zeggenschap van ouders en jeugdigen
  5. Investeer in vernieuwers die écht doen wat nodig is en handelen alsof het hun eigen kind en gezin betreft

Aan dialoogtafels kunnen deelnemers leren van vernieuwers, experts en ervaringsdeskundigen uit het boek. Daarin geportretteerde vernieuwers zijn onder andere: Marco Mout van WALHALLAb; jongerenwerker Yassin Settout; Corina Schenk van Briedis Jeugdbeschermers; Suzanne de Ruig van de JIM-aanpak; Nely Sieffers van UW Ouderplatform; Annemiek de Klein en Monique van den Dries van Buurtzorg Jong; Rob de Munck en Anneke Veenstra van Gezinshuis.com; Evelyn Visschedijk van Garage 2020.

Experts waarmee we werken zijn Tim Robbe, aanbestedingsjurist; Peer van Helm, Lector residentiële jeugdzorg, Tom van Yperen, Expert Jeugdstelsel bij het Nederlands Jeugdinstituut en Marije Kesselring, onderzoeker lectoraat jeugd, Hogeschool Utrecht.

Ervaringsdeskundigen die we uitnodigen zijn bijv. Jason Bhugwandass of een andere jeugdige aangesloten bij Expex. Daarnaast werken we samen met de Unforgettables van Stichting Het Vergeten Kind.

Marco Mout van WALHALLAb; jongerenwerker Yassin Settout; Corina Schenk van Briedis Jeugdbeschermers; Suzanne de Ruig van de JIM-aanpak; Nely Sieffers van UW Ouderplatform; Annemiek de Klein en Monique van den Dries van Buurtzorg Jong; Rob de Munck en Anneke Veenstra van Gezinshuis.com; Tim Robbe, aanbestedingsjurist; Evelyn Visschedijk van Garage 2020.

Opzet

  • 1 dagdeel
  • Doelgroep: lokale professionals (eerste- en tweedelijns jeugdhulpprofessionals, huisartsen, poh’s, onderwijs, wijkteam etc.), commissieleden (gemeenteraad), lokale en regionale beleidsmakers, lokale adviesraden, wethouders sociaal domein lokaal en regionaal.

Klik hier voor meer info over boek Écht doen wat nodig is.

Programma Alternatieven-lab

Inleiding

  • Opening door gemeente over het doel van de bijeenkomst en de lokale context
  • Introductie over professionaliteit, beroepseer, en het boek Écht doen wat nodig is. Een pleidooi voor kleinschalige en effectieve jeugdhulp
Introductie opzet lab

  • Kernprincipes + speerpunten manifest
  • Introductie opzet Alternatieven-lab
    • Dialoogtafels: leren van vernieuwers, experts en ervaringsdeskundigen hoe de principes uit het manifest te realiseren door middel van de 5 speerpunten
Dialoogtafels

Maximaal 10-15 deelnemers per tafel.

In gesprek met auteurs en vernieuwers over hoe je werk maakt van buurtgerichte jeugdhulp, concreet gericht op specifieke onderwerpen die voor uw gemeente relevant zijn (inkoop, preventie, organiseren toegang, relatie zorg-onderwijs etc.)

Leidende vragen:

  • Wat doen we al goed?
  • Welke slag moeten we nog maken en wat is daar voor nodig?

Tafelvoorzitters sturen actief op heldere conclusies en aanbevelingen.

Plenaire terugkoppeling + afsluiting

  • Opbrengsten dialoogtafels ophalen, delen en vastleggen en delen
  • Concrete adviezen + vervolgstappen formuleren

 

 

Personeel UWV wil peperduur ict-project tegenhouden en stapt naar de rechter

De ondernemingsraad van uitkeringsdienst UWV stapt naar de rechter om een half miljard euro kostend ict-project tegen te houden, schrijven Joost de Vries en Mira Sys in De Volkskrant. Het personeel denkt dat het project tot mislukken is gedoemd en stoort zich aan de stevige salarissen voor ict-managers. “Dit is al tweeënhalf jaar pure chaos, die maar niet naar buiten komt”, zeggen twee werknemers die anoniem willen blijven.

We hebben hier te maken met een mooi voorbeeld van de vitaliteit van beroepseer van het personeel.

De Volkskrant: “Het UWV heeft een slechte reputatie met ict-vernieuwingen. In 2004 begon Capgemini aan de bouw van een nieuw administratiesysteem dat 14 miljoen euro zou gaan kosten. In 2011 bleken de kosten te zijn opgelopen tot bijna 400 miljoen euro. In 2008 werd een nieuw systeem voor WIA-uitkeringen (voor arbeidsongeschiktheid) afgeblazen. Kosten: bijna 90 miljoen euro. De organisatie besteedt sinds zijn oprichting jaarlijks ongeveer een kwart miljard euro aan automatisering.
advertentie

Voor het UWV, dat jaarlijks 20 miljard euro aan werklozen, zieken en arbeidsongeschikten uitkeert, is goed werkende software van het grootste belang. Met de jongste ict-reorganisatie wil bestuursvoorzitter Fred Paling de verouderde software in stappen updaten of vervangen.

Paling kondigde op 11 februari per brief aan de bezwaren van de OR te zullen negeren. De interne communicatie is in handen van de Volkskrant. De driekoppige raad van bestuur van het UWV is er veel aan gelegen om de grote herindeling van ‘het ict-landschap’ op de rails te krijgen.

Impasse

Sinds tweeënhalve week is de impasse tussen werkvloer en top compleet. In de brief aan de OR schrijft Paling: ‘Na twee jaar van overleg is het punt bereikt dat we moeten overgaan tot het nemen van een besluit dat afwijkt van het advies (van de OR, red.).’ De UWV-baas kondigt aan dat vanaf 11 maart ‘onomkeerbare stappen’ worden gezet. Mensen hoeven niet te vrezen voor hun baan, schrijft hij, maar er komen wel vier directeuren en managers bij”.

Lees het hele artikel Personeel UWV stapt naar rechter om half miljard kostend ict-project tegen te houden, door Joost de Vries en Mira Sys, de Volkskrant, 1 maart 2019: www.volkskrant.nl

Literatuurstudie van de ontwikkeling van democratische kernwaarden

Vanaf oktober 2018 zijn onderzoekers bezig geweest met de verzameling van data bij scholen voor het project Adolescentenpanel Democratische kernwaarden en schoolloopbanen (ADKS) dat opgezet is door het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), ProDemos: Huis voor democratie en rechtsstaat en de Universiteit van Amsterdam, in samenwerking met het Sociaal en Cultureel Planbureau. Doel is met beleidsmakers, internationale wetenschappers en politici de ontwikkeling van democratische waarden van jongeren onderzoeken.

De verwachting is dat begin april 2019 de eerste rapporten zijn afgerond en de resultaten kunnen worden gepresenteerd.

De ontwikkeling van democratische kernwaarden

Op 26 februari 2019 is er een rapport verschenen over de wetenschappelijke literatuur omtrent kernwaarden van een democratische rechtsstaat, de rol van socialisatie hierbij en de invloed van ongelijkheid en ongelijke hechting aan deze waarden: Literatuurstudie. De ontwikkeling van democratische kernwaarden.

Uit de Inleiding:

Met enige regelmaat worden er in het maatschappelijke en politieke debat zorgen geuit over de mate waarin jongeren nog gehecht zijn aan de waarden van de democratie en de rechtsstaat. In recente jaren hebben democratische waarden – zoals gelijke rechten, het accepteren van verschillende zienswijzen en steun voor de rechtsstaat – op bijzonder veel aandacht mogen rekenen. Mede in reactie op de (mogelijke terugkeer van) jihad-gangers vanuit het buitenland en protesten van zogeheten ‘boze burgers’ binnen Nederland hebben de Tweede Kamer (motie Van Dam, 2/7/2015) en de regering (kabinetsbrief 31/1/2017) zich expliciet uitgesproken over het belang van de vorming van democratische kernwaarden bij adolescenten. Daarnaast hebben de Tweede Kamer (motie Fokke, 30/11/2016) en de regering (brief 12/4/2017) zich uitgesproken voor het betrekken van jongeren bij de politiek.
Het regeerakkoord van de regering-Rutte III heeft vanaf 2017 vraagstukken rond burgerschapsontwikkeling, democratische waarden, en weerbare democratiena drukkelijk op de agenda geplaatst. De Inspectie van het Onderwijs signaleert al jaren in haar Onderwijsverslag tekortkomingen in de burgerschapsvorming van jongeren en een gebrek aan zicht op hun burgerschapscompetenties. In een recent advies van de Onderwijsraad over het conceptwetsvoorstel burgerschapsopdracht van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media heeft de Raad uitdrukkelijk gepleit om burgerschap in termen van democratische waarden te definiëren (Onderwijsraad 2018).
De Staatscommissie Parlementair Stelsel tenslotte, sprak zich in 2018 nadrukkelijk uit voor burgerschapsontwikkeling, onder andere in het onderwijs.

Nederlandse leerlingen beschikken over minder burgerschapscompetenties dan hun leeftijdsgenoten elders

Zorgen over democratische en rechtsstatelijke kernwaarden bestaan ook in wetenschappelijke literatuur. Recent nog woedde er een fel debat over democratische deconsolidatie. Volgens twee Amerikaanse onderzoekers zou de steun voor liberaal-democratische waarden onder jongeren sterk geërodeerd zijn, wat voortbestaan van de democratie zou bedreigen. Hoewel die conclusie hevig onder vuur kwam te liggen – die zou onder andere verschillen in levensfase verwarren met verschillen in socialisatie tussen generaties – vond de zorg veel weerklank. Deze resoneerde met de conclusie van Crozier, Huntington en Watanuki (1975) uit hun rapport ‘The crisis of democracy’ ruim veertig jaar eerder. Zij poneerden de stelling dat burgers weliswaar in naam nog de doelstellingen van de democratie onderschrijven, maar feitelijk anomisch geworden zijn. Internationaal vergelijkend onderzoek, tenslotte, laat zien dat Nederlandse leerlingen over minder burgerschapscompetenties (kennis, vaardigheden en houding) beschikken dan hun leeftijdsgenoten in landen die gelijkenis met Nederland vertonen: België (Vlaanderen), Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden.

Verticale democratische waarden en de relatie tussen burger en staat

De veerkracht en weerbaarheid van een democratische samenleving hebben baat bij een sterke hechting van jongeren aan democratische en rechtsstatelijke kernwaarden. Maar de vorming van deze democratische en rechtsstatelijke waarden is niet vanzelfsprekend. Onderzoek naar burgerschapsvorming heeft zich veelal gericht op horizontale democratische waarden, die zich primair richten op de maatschappelijke democratie van burgers onderling. Onderzoek naar verticale democratische waarden, waarbij de relatie tussen burger en staat centraal staat, heeft zich vooral gericht op politieke houding en gedrag, zoals politiek vertrouwen en politieke participatie. Daarbij zijn bepaalde waarden van de democratische rechtsstaat onderbelicht gebleven, zoals het belang dat men hecht aan de scheiding der machten of de afweging tussen meerderheidsbeslissingen en minderheidsrechten. Dat geldt des te meer voor het onderzoek naar de wijze waarop burgers deze verticale democratische waarden ontwikkelen

Dit rapport beoogt een overzicht te geven van bestaand onderzoek naar de vorming van democratische en rechtsstatelijke waarden. Zo’n overzicht kan een relevant naslagwerk zijn voor beleidsmakers, maar ook een basis zijn voor nader onderzoek door de belangrijkste patronen en kennislacune’s in kaart te brengen.

Klik hier voor downloaden van De ontwikkeling van democratische kernwaarden, een literatuurstudie, door Maria Kranendonk, Laura Mulder, Paula Thijs, Frank Wanders, Geert ten Dam, Tom van der Meer & Herman van de Werfhorst, Onderzoeksgroep ADKS, 2019: https://adks.nl/publicaties/

Mike van Brenk stagiair bij Bakkerij Lex Brakenhoff

Bijna blinde Mike wil bakker worden. Hij loopt stage bij bakkerij Lex Brakenhoff in Assendelft

Doordat hij bijna blind is kon Mike nergens stage lopen, maar bakker Lex Brakenhoff in Assendelft – Bakkerij Brakenhoff is een begrip in de Zaanstreek vanwege de bruidstaarten en de kwaliteit – gaf hem een kans om zijn droom achterna te gaan. De 16-jarige Mike van Brenk wil graag bakker worden. Door het syndroom van Wolfram ziet hij met zijn rechteroog nog maar voor vijf procent, met het linker oog helemaal niets meer.

Mike had een school gevonden die hem wel de kans wilde geven om de opleiding tot bakker te volgen, maar een stageplaats vinden voor zijn opleiding bleek nog niet zo makkelijk. En als hij die plek niet had, kon hij ook de opleiding niet volgen. Begin februari deed Mike’s moeder op Facebook een oproep. Met succes!

Brakenhoff nodigde Mike uit voor een gesprek waarin alle scenario’s werden besproken. “Het zou niet makkelijk worden, niet voor ons, en niet voor Mike. Maar ik ben van mening dat iedereen met zo’n voorliefde voor dit prachtige vak de kans moet krijgen hierin te leren en zich te ontwikkelen. Ook iemand met een lichamelijke beperking”, aldus Lex Brakenhoff in een interview met Anne Mieke Ravenshorst van het digitale vakblad Bakkerswereld.

Inmiddels is Mike begonnen aan zijn stage. Voor iedereen in het bedrijf was dat even wennen. Soms moeten ze Mike’s handen even vastpakken om hem wat uit te leggen. Brakenhoff: “Gewoon even uitleggen en laten zien, dat kan niet. Door middel van voelen maken we Mike wegwijs in de bakkerij en met de grondstoffen en de producten. Dat betekent ook dat we geregeld achter Mike staan en zijn handen in de onze houden om hem bepaalde technieken te leren en dingen te laten ervaren”.

Het is niet iets wat je normaal gesproken doet, maar het zorgt er wel voor dat niet alleen Mike een fantastische leerervaring krijgt, maar ook de bakkers bij Brakenhoff. “We worden genoodzaakt op een andere manier naar ons brood en het productieproces te kijken en dat werkt ongelofelijk verfrissend!”

Bekendheid

Mike is intussen een landelijke bekendheid geworden. Het Noord-Hollands Dagblad, RTV Noord-Holland, RTL Late Night en De Telegraaf hebben uitgebreid aandacht aan Mike en bakker Brakenhoff besteed. De sociale media blijven berichten doorsturen. Hopelijk komt er uit deze kleine geschiedenis iets moois voort en “durven straks meer bedrijven in mogelijkheden in plaats van in beperkingen te denken” aldus Brakenhoff.
Hij begrijpt de angst van collega’s die hier niet aan durfden te beginnen, maar hoopt dat zij hun vrees door zijn ervaring laten varen.  Mike“laat ons inzien dat een beperking gelukkig helemaal geen beperking hoeft te zijn. En dat je je nooit moet laten weerhouden je dromen waar te maken”.

Realistisch zijn Brakenhoff en zijn team ook. Ze beseffen dat het een stage is en dat de praktijk moet uitwijzen of het haalbaar is om als bijna blinde bakker zelfstandig te kunnen werken. “Niemand weet hoe het bakkersavontuur van Mike zal eindigen. Het enige wat we wél zeker weten is dat we er samen alles aan zullen doen om Mike zijn droom werkelijkheid te laten worden. En zelfs als Mike uiteindelijk toch geen bakker zal (willen) worden kunnen we alleen maar trots zijn op het feit dat we het in ieder geval een kans hebben gegeven”.

En wat Mike betreft, hij blijft gemotiveerd om brood- en banketbakker te worden: “Van bijna niets als bloem en boter iets maken als brood en banket vind ik mooi”, zegt hij (in De Telegraaf).

Blinde bakker bij Brakenhoff gaat viral, door Anne Mieke Ravenshorst, Bakkerswereld, 7 februari 2019: www.bakkerswereld.nl

Facebook helpt blinde bakker Mike (16) aan stage, door Ilan Sluis, De Telegraaf, 8 februari 2019: www.telegraaf.nl

Bakkerij Lex Brakenhoff: www.lexbrakenhoff.nl

Slechtziende Mike (16) loopt stage bij bakkerij Assendelft: “Andere zintuigen gebruiken”, NH Nieuws, 8 februari 2019: www.nhnieuws.nl

Zie hieronder de video van NH Nieuws:

 

 

 

Boek van Lode Vanoost Tot uw dienst

Wat denken de ambtenaren zelf over hun rol in de samenleving?

Journalist Lode Vanoost trok met de trein door België om mensen te interviewen die werken ‘voor de overheid’. Beter gezegd: ‘bij de overheid’; mensen die werken in de publieke sector: ambtenaren. Een verslag van de reis is te lezen in zijn boek Tot uw dienst – De zeven zonden van de ambtenaar doorprikt.
Robrecht Vanderbeeken schrijft in een recensie op de site van De wereld morgen, dat het boek ook leest als een trein, rechtdoor en zonder files. De wereld morgen is  een onafhankelijk en niet-commercieel Belgisch mediaplatform voor (burger)journalisten en sociale bewegingen.

Een stevige dosis idealisme

Het boek blijkt een reportage met openhartige getuigenissen van engagement en het bouwen aan een solidaire en democratische samenleving. De ambtenaren vertellen over ‘staatsexamens’, benoemingen en verlofregelingen maar vooral ook over hun eigenlijke werk, bijvoorbeeld het binnen enkele minuten wassen, kammen, tandenpoetsen en aankleden van mensen. In het boek wordt ook de vraag gesteld waarom de afbraak van openbare diensten eigenlijk gelijk staat aan de afbraak van sociale rechten? Verder komen aan de orde de neoliberale shocktherapie en de wereldwijde beweging voor het opnieuw vermaatschappelijken van openbare diensten.

Robrecht Vanderbeeken in zijn recensie: “Via de 67 getuigenissen die Vanoost verzamelde – een symbolisch getal nadat regeringspartijen de pensioenleeftijd optrokken ondanks de verkiezingsbelofte dat niet te doen – ontdekken we hoe mensen die werken in openbare diensten zich desondanks met een stevige dosis idealisme blijven inzetten. Zorgverstrekkers, brandweerlui, loketbedienden, treinbestuurders, wijkagenten, administratieve medewerkers, technici, enzovoort: de diensten die ze aanbieden zorgen ervoor dat we als samenleving zelf onze voorzieningen op een democratische manier kunnen organiseren”.

Publieke waarden

Vanderbeeken vervolgt: “Het gaat hen niet om de winst maar om het realiseren van publieke waarden. In haar nieuwste boek The Value of Everything. Making and Taking in the Global Economy (2018) benadrukte ook de econome Mariana Mazzucato het belang daarvan: we halen ons zoveel miserie op de hals als we onze economie overlaten aan het winstprincipe dat zich net baseert op het onttrekken van waarde. ‘Dan gaat het dividend naar de aandeelhouder, niet naar de mensen’, zoals Vanoost het omschrijft.

In een vorig boek The Entrepreneurial State. Debunking Public vs Private Sector Mythes (2013) toonde Mazzucato al aan dat we het beeld van de logge, bureaucratische, inerte en bemoeizuchtige publieke sector versus de dynamische, innovatieve en competitieve ‘revolutionaire’ private sector compleet moeten bijstellen.
Het omgekeerde is waar: de markt kan niet zonder de overheid. De vraag is volgens Vanoost dus niet of de markt dan wel de overheid in onze dienstverlening moet voorzien. De vraag is of we kwaliteitsvolle en betaalbare dienstverlening voor iedereen willen. Dan botsen we automatisch op het falen van de markt, en komen we bij de overheid uit.

Wie denkt dat een vaste job bij een publieke dienst mensen de drijfveer ontneemt om goed werk te leveren, kampt helaas met een negatief mensbeeld. Alsof we alleen zouden presteren onder dwang? Het tegendeel blijkt uit de gesprekken die Vanoost voerde: eerder dan lui, ambitieloos, of ‘verwend door teveel verlof’ – enkele van de zeven zonden zoals hij het noemt – gaat het om mensen die zich met veel ijver inzetten voor erg nuttige jobs waarvan ze zelf het belang kennen en daaruit ook hun motivatie halen”.

Machtsstrijd

Volgens Vanoost is de aanval op overheidspersoneel politiek van aard. Er is een machtsstrijd gaande van het algemeen belang versus het winstbejag van private belangen. De bestaansredenen van private bedrijven worden vrijwel nooit in twijfel getrokken. Daarentegen zijn de openbare diensten de laatste dertig jaar het mikpunt van vooringenomen men meningen en karikaturen.
Vanoost wijst erop dat heel wat onderzoek, waaronder studies van het Internationale Monetaire Fonds (IMF) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) het grote belang van vakbonden van openbare diensten benadrukt.

Lees de hele recensie van Robrecht Vanderbeeken: Tot uw dienst: een ode aan publieke waarden, De wereld morgen, 25 februari 2019: www.dewereldmorgen.be

Tot uw dienst is uitgegeven bij EPO: www.epo.be/nl/boeken/9789462671546/tot-uw-dienst

Onderwijsmanifest gepresenteerd door de ‘Meesters met dromen’

Op donderdag 21 februari 2019 is in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam het Onderwijsmanifest gepresenteerd. Tweeëntwintig mensen waren te gast, onder wie de leraren Thijs Roovers en Jan van de Ven van PO in Actie, meestervlogger Dylan van Brummen, de kamerleden Paul van Meenen, Judith Tielen, Peter Kwint, Tuahan Kuzu, wethouder Simone Kukenheim en dichter Gershwin Bonevacia.

Het Onderwijsmanifest is het resultaat van een onderwijsmarathon van 24 uur die de Meesters met dromen samen met Pakhuis de Zwijger organiseerden in het weekend van zaterdag 30 juni en zondag 1 juli 2018. De Meesters met dromen, bestaande uit de drie jonge docenten Emin Kececi, Bart Ongering (‘Meester Bart’) en Yasin Yaylal, ontvingen in één etmaal ruim honderd gasten uit de onderwijswereld. Met de marathon wilden zij een brede dialoog aanjagen over de toekomst van het Nederlandse onderwijs.

Inspireren tot ingrijpende verbetering

Tijdens de presentatie van het Onderwijsmanifest was het resultaat van dit etmaal aan praten en verbinding zoeken te horen. Wat moet er volgens docenten gebeuren? Hoe kijkt de politiek hier tegenaan en wat is er nodig om de dromen waar te maken?

“We zijn ontzettend blij dat onze onderwijsmarathon van 2018 zich heeft geconcretiseerd in het manifest dat we op 21 februari presenteren in Pakhuis de Zwijger”, aldus initiatiefnemer Emin Kececi. “Het manifest is tot stand gekomen met bijdragen van alle stakeholders uit de onderwijswereld: docenten, studenten, politici, wetenschappers, bestuurders, activisten en belangenverenigingen. Met deze inzichten hopen we de politiek en in het bijzonder onderwijsministers Van Engelshoven en Slob te inspireren tot ingrijpende verbetering van het onderwijs in Nederland”.

Leraar durf te claimen

De presentatie van het Onderwijsmanifest is opgenomen op video. Op 43 minuten spreekt Jan van de Ven behartenswaardige woorden over het lerarenberoep en een verenigde beroepsgroep zodat er “in de toekomst nooit meer slechts over ons gesproken wordt maar alleen nog maar met en nog veel liever door ons. Het wordt tijd dat we ook dat zelf gaan doen… Leraar durf te claimen”.

Hieronder is de podcast te beluisteren met Emin Kececi en Yasin Yaylali over het manifest, het lerarentekort en over de toekomst van het lerarenberoep. (Deze podcast is niet meer beschikbaar op Soundcloud van Pakhuis de Zwijger)

Omslag Onderwijsmanifest Meesters met dromen

Klik hier voor downloaden van het Onderwijsmanifest in PDF: https://beroepseer.nl

Meesters met dromen op Facebook: www.facebook.com/pg/MeestersMetDromen/posts/

Nederlandse lerares Daisy Mertens bij tien finalisten voor internationale Global Teacher Prize 2019

De tien finalisten voor de Global Teacher Prize zijn bekend. Op 24 maart 2019 wordt de winnaar bekend gemaakt tijdens een plechtige ceremonie op het Global Education and Skills Forum in Dubai dat dit jaar de titel heeft meegekregen: Who is changing the world?

Een van de tien kandidaten die voor de prijs in aanmerking komen is de Nederlandse Daisy Mertens. Zij is gekozen uit 10.000 genomineerde leraren uit 179 landen. Uit dat aantal werd een shortlist samengesteld van vijftig in december 2018 bekend gemaakte namen, waaruit een jury de tien kandidaten koos.
De namen van de tien kandidaten zijn bekend gemaakt door de Australische filmster Hugh Jackman (Wolverine in X-Men) op 21 februari 2019 . Hij noemde hen ‘ware superhelden’: “Ik kan u zeggen uit eigen ervaring dat de ware superhelden leraren zijn. Zij zijn degenen die de wereld veranderen. Als kind had ik veel superhelden die ik graag wilde zijn. Mijn lievelingsoom was leraar, mijn zus is leraar, mijn broer is leraar. Ik heb altijd gevonden dat leraren het belangrijkste werk van de wereld doen. Ik hoop dat ieder mens op deze planeet er tenminste een heeft. Iedereen van ons maakt in zijn leven een periode mee van onzekerheid, twijfel en verwarring, en die leraren die het beste in ons zien en het geduld hebben dat te laten groeien zijn goud waard”.

Inspiratie voor leerlingen en de omgeving

De Global Teacher Prize wordt jaarlijks uitgereikt door de in Dubai gevestigde Varkey GEMS Foundation aan een innovatieve en betrokken leraar die een inspiratie is voor leerlingen en de omgeving. Aan de onderscheiding is een prijs verbonden van een miljoen dollar. De Global Teacher Prize wil voor het onderwijs doen wat de Nobelprijs doet voor de wetenschap, de literatuur en de vrede.
De Varkey GEMS Foundation is een non-profit organisatie, opgericht om het niveau van het onderwijs voor niet-bevoorrechte kinderen te verbeteren door middel van projecten, onderwijsprogramma’s en ondersteunende campagnes.

Daisy Mertens is lerares op basisschool De Vuurvogel in een arme wijk van Helmond met 440 leerlingen van 30 verschillende nationaliteiten. Veel leerlingen kampen met leer- en taalachterstanden. Mertens probeert de kinderen te helpen met allerlei middelen. Ze blijkt bewust voor deze school te hebben gekozen. Naast haar werk voor de school geeft Mertens regelmatig trainingen en presentaties aan andere docenten. Ook moedigt ze kinderen aan om zelf mee te denken over hoe het onderwijs eruit moet zien.

Zie hieronder de video met Daisy Mertens en de video met de toespraak van Hugh Jackman.

De tien finalisten voor de Global Teacher Prize 2019: https://globalteacherprize.org/pages/2019-finalists-globalteacherprize

Lerares van Helmondse basisschool in finale ‘beste docent ter wereld’. Nu.nl, 21 februari 2019: www.nu.nl

In 2018 won de Britse lerares Andria Zafirakou (39) de Global Teacher Prize. Zie Britse lerares wint Global Teacher Prize, Blogs Beroepseer, 18 maart 2018: https://beroepseer.nl

Finalisten Global Teacher Prize 2019

 

Oratie van hoogleraar Jet Bussemaker: “Zorg als sociale kwestie”

We zouden ons volgens Jet Bussemaker meer dan nu moeten richten op het bevorderen van gezondheid bij kwetsbare groepen: “De gezondheidsverschillen tussen mensen met een lagere en een hogere sociaaleconomische status nemen toe. Sociale vaardigheden spelen een steeds belangrijkere rol om gezond te blijven en kansrijken profiteren daar meer van dan kansarmen”.

Bussemaker is per 1 juli 2018 aangesteld als hoogleraar Wetenschap, beleid en maatschappelijke impact, in het bijzonder in de zorg. Het betreft een nieuwe, gecombineerde leerstoel van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en de Faculteit Governance and Global Affairs (FGGA) van de Universiteit Leiden in Den Haag. In het Kabinet Rutte II (2012-2017) was Bussemaker Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In het kabinet-Balkenende IV was Bussemaker staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2007 – 2010).

De stad als living lab

Vanuit de LUMC-Campus in Den Haag en de FGGA wil Bussemaker de stad als living lab gebruiken om te analyseren hoe beleid uitpakt, bijvoorbeeld in de samenhang tussen gezondheidssituatie en schulden. Op die manier hoopt ze te leren hoe het anders kan: “Denk bijvoorbeeld aan huisartsen die patiënten hebben met schulden. We weten dat het hebben van schulden chronische stress veroorzaakt en gepaard gaat met veel gezondheidsklachten. Een pil voorschrijven helpt dan op z’n hoogst tijdelijk, maar lost het echte probleem niet op. We willen kijken of we kunnen experimenteren met een andere aanpak”.

Zorgprofessionals spelen een cruciale rol

Bussemaker pleit voor meer aandacht voor preventie in de zorg, gericht op mensen die te maken krijgen met een stapeling van sociale problemen: “Wetenschap kan helpen om de dieper liggende oorzaken van gezondheidsklachten te achterhalen en om perspectief op verbetering te geven. Dat vergroot de maatschappelijke impact van wetenschappelijke kennis”.

Zorgprofessionals spelen volgens Bussemaker een cruciale rol. “Geneeskundestudenten worden opgeleid met het idee om zo specialistisch mogelijk te worden. Ik wil hen, maar ook de praktiserend artsen, juist stimuleren om over de grenzen van hun specialisatie heen te kijken en op een andere manier naar patiënten te kijken. Ik pleit voor geëngageerde artsen die geen genoegen nemen met het behandelen van symptomen, maar samen met anderen de maatschappelijke oorzaken ervan willen wegnemen. Gezondheid is geen individuele kwestie, maar een sociale kwestie”.

Lees de oratie van Jet Bussemaker: Zorg als sociale kwestie, LUMC, 15 februari 2019: www.lumc.nl/over-het-lumc/actueel/2019/februari/jet-bussemaker-de-zorg-is-een-sociale-kwestie-niet-alleen-een-medische/

Verschenen: Tweede druk van Artikel 5 – De beroepseer van de accountant

Met gepaste trots kunnen we melden dat op 8 februari 2019 de tweede druk is verschenen van Artikel 5: De beroepseer van de accountant. De tweede druk is een ongewijzigde versie van de inmiddels uitverkochte eerste druk van eind 2017.

Artikel 5 biedt een gevarieerde bundeling aan bijdragen met voornamelijk positieve inzichten, scherpe analyses en verhalen van mensen uit de wereld van de accountancy. Met als centrale vraag: Hoe staat het eigenlijk met de beroepseer van de accountant en wat is er (meer) nodig om de accountant te helpen goed werk te leveren?

Artikel 5 is geredigeerd door Margreeth Kloppenburg en Thijs Jansen en bevat bijdragen van onder anderen Arnout van Kempen, Thijs Smit, Martin Martinoff, Marcel Pheijffer, Thérèse Grohnert, Roger Meuwissen, Wim Gijselaers, Henk Scheffers, Frédérique Six, Young Profs, Eric Smit, Boudewijn de Bruin, Arnold Schilder, Christopher Humphrey.

Klik hier voor de complete inhoudsopgave van Artikel 5.

Loftrompet

Margreeth Kloppenburg kreeg voor Artikel 5 de NBA Loftrompet uitgereikt in juni 2018. Deze prijs van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) is bestemd voor mensen die zich meer dan gemiddeld hebben ingezet voor het accountantsberoep. Met Artikel 5 heeft Kloppenburg met Thijs Jansen een uniek boek gemaakt, aldus het NBA-bestuur: “Het boek spreekt de professional in het hart aan, in een tijd waarin kantoren, systemen en procedures dominant aanwezig zijn in het beroep“. Om het belang van de bundel te onderschrijven heeft de NBA 980 exemplaren besteld om mee te geven aan pas afgestudeerde accountants.

Bestellen Artikel 5
Bestellen

Artikel 5: De beroepseer van de account is te bestellen voor € 32,50 in de webshop van Stichting Beroepseer.

 

Citaten

“Wat ik wel weet, is dat ik het hartgrondig eens ben met de redactie van deze uitgave, die het accountantsvak op positieve wijze wil neerzetten als een eervolle professie: met hoge kwaliteitseisen ten aanzien van het uitvoeren van een wettelijke taak (de controle van de jaarrekening), met een nadruk op het dienen van de publieke zaak, telkens gericht op het uitvoeren van verantwoordelijk werk”.
Marcel Pheijffer, hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden, in zijn essay ‘You can’t handle the truth’.

“While the basics of professions and professionalism have long been established, it is crucial to revisit them regularly. In this important and timely work, Margreeth Kloppenburg, Thijs Jansen, and their colleagues consider how the profession of accountancy can continue its critical work in a time of rapid change, powerful market forces, and often disruptive technological innovations”.
Howard Gardner, co-author of Good Work: When Excellence and Ethics Meet, en Director van The Good Project, Harvard School of Education.