Skip to main content

Redactie Beroepseer

Einddatum feedbackronde curriculum.nu 11 aug 2019

Laatste feedbackronde Curriculum.nu eindigt zondagavond 11 augustus 2019

De laatste feedbackronde van Curriculum.nu loopt tot en met zondag 11 augustus 2019. Tot die datum kunnen belanghebbenden en belangstellenden via de website feedback geven op de conceptvoorstellen van de ontwikkelteams. De teams gebruiken de ontvangen feedback om de conceptvoorstellen af te maken. In oktober 2019 worden de definitieve voorstellen aangeboden aan de minister voor basis- en voortgezet onderwijs Arie Slob.

Laatste feedbackronde Curriculum.nu van start: https://curriculum.nu/actueel/laatste-feedbackronde-curriculum-nu-van-start/

Conceptvoorstellen en updates van de Ontwikkelteams: https://curriculum.nu/

Over Curriculum.nu

Sinds het voorjaar 2018 werken zo’n 150 leraren en schoolleiders in ontwikkelteams binnen negen leergebieden aan voorstellen voor de herziening van de landelijke kerndoelen en eindtermen voor het primair en voortgezet onderwijs. Het is voor het eerst dat de kerndoelen in samenhang worden herzien, en dat leraren uit het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs hierbij zélf aan zet zijn.
Op 7 mei 2019 publiceerden leraren en schoolleiders hun conceptvoorstellen op de website. Hierop kan men feedback geven t/m 11 augustus.

Publicaties over de ontwikkelingen die hebben geleid tot Curriculum.nu:

Ons Onderwijs 2032: www.rijksoverheid.nl

– Eindadvies Platform Onderwijs 2032: hoe is het wetenschappelijk verantwoord? 11 april 2016: https://onderwijs2032sciencecheck.wordpress.com

Onvrede en onzekerheid

Over Curriculum.nu blijkt onvrede en onzekerheid te bestaan. Bij de ontwikkelgroep rekenen en wiskunde bijvoorbeeld. Lees hierover de volgende artikelen:

– Tussenrapportage over curriculumherziening blinkt uit in vage en onduidelijke taal, Blogs Beroepseer, 13 maart 2019: https://beroepseer.nl

– Wat waren de criteria voor selectie van Curriculum.nu? Vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON), 16 juni 2019: www.beteronderwijsnederland.nl

– En Curriculum punt nu, kent u dat?, door Ben Wilbrink, Komensky Post, 9 november 2018: https://komenskypost.nl/?p=4304

–  Mag je experimenteren met kinderen? door Paul Kirschner, Onderzoekonderwijs, 11 november 2018: https://onderzoekonderwijs.net/

Laatste feedbackronde Curriculum.nu van start: https://curriculum.nu/actueel/laatste-feedbackronde-curriculum-nu-van-start/

Nomineer een collega voor verkiezing Beste Ambtenaar van het jaar 2019

Wie maakt kans om Beste Ambtenaar van 2019 te worden? Publiek Denken, initiatiefnemer van de verkiezing PD Top 100 Beste Ambtenaar, organiseert inmiddels de negende editie, in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en gemeente Zaanstad.
Publiek Denken is een netwerkplatform voor professionals werkzaam in de publieke sector en bestaat uit een kwartaalblad, themamagazines, website, nieuwsbrief, expertmeetings, dialoogtafels en de verkiezing Top 100 Beste  Ambtenaar.

Voorbeeld voor collega’s

Met de verkiezing Top 100 Beste Ambtenaar wordt de schijnwerper gericht op ambtenaren die het afgelopen jaar een uitzonderlijke inspanning hebben geleverd en een voorbeeld zijn voor hun collega’s. Het gaat om een beroepsgroep die vooral achter de schermen opereert en waarover we normaliter weinig horen. Wie zijn de succesvolle sleutelfiguren bij de overheid? Wat maakt hen tot een voorbeeld voor anderen?

Nomineren kan tot 14 oktober 2019. Er zijn twee prijzen: een juryprijs en een publieksprijs. De Beste Ambtenaar wordt aangewezen door de jury. De publieksprijs wordt uitgereikt aan de ambtenaar die de meeste stemmen heeft behaald

Er zijn zes categorieën:

  • Rijksoverheid management
  • Rijksoverheid beleid
  • Rijksoverheid uitvoerend
  • Decentraal management
  • Decentraal beleid
  • Decentraal uitvoeren

Voorzitter van de jury van 2019 is Eveline de Kruijk, secretaris-directeur van Waterschap Drents Overijsselse Delta.
Nadat de Top 100 Beste Ambtenaar is vastgesteld op basis van het aantal uitgebrachte stemmen per kandidaat, bepaalt de jury wie zich Beste Ambtenaar van het Jaar 2019 mag noemen.

De Ambtenaar van het Jaar 2019 wordt bekendgemaakt op 10 december 2019 tijdens een feestelijke bijeenkomst in de gemeente Zaanstad.

Winnaar van 2018

Winnaar van de verkiezing van 2018 was Anne Langenesch, programmamanager Omgevingswet in de gemeente Zaanstad. Vanuit andere Nederlandse gemeenten komt men kijken hoe Zaanstad met de Omgevingswet omgaat. Volgens de jury is Langenesch een uitmuntende ambtenaar die medewerkers en partners heel snel meekrijgt en met elkaar in gesprek weet te krijgen. En dat past in de transitie die nu gaande is tussen overheid, externe partijen en bewoners.

De tweede plaats is gegaan naar Erik Masthoff, directeur Zorg en Behandeling, Dienst Justitiële Inrichtingen, Penitentiaire Inrichting Vught. Op de derde plaats is geëindigd Marieke Jakobsen, beleidsmedewerker Slachtofferbeleid op het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Tessa Martens, clusterhoofd Consulaire aangelegenheden en reisadviezen op het ministerie van Buitenlandse Zaken was de winnaar van de PD Top 100 Publieksprijs. Zij heeft de meeste stemmen weten te verzamelen van de meer dan 11.000 stemmen die waren uitgebracht.

Nomineren  – vóór maandag 14 oktober 2019 – bij Publiek Denken: https://publiekdenken.nl/evenementen/top-100/nomineer-een-collega-voor-de-publiek-denken-top-100-beste-ambtenaar-2019/ (Niet meer beschikbaar)

Publiek denken: https://publiekdenken.nl/

Jos van der Lans: Burgerkracht is één, maar wat heb je eraan als het aan burgermacht ontbreekt?

Jos van der Lans schrijft op de site van Platform voor wijkgericht werken dat hij er drie jaar geleden ineens genoeg van had: “Ik had in de jaren daarvoor in de voorbereiding en effectuering van de decentralisaties op wel honderd locaties een nieuwsgierig publiek toegesproken over de kansen en mogelijkheden die de nieuwe werkelijkheid bood om het werk in het sociale domein ten goede te veranderen.

In veel van die beloften ging het om een andere rol, een andere betrokkenheid, een andere verantwoordelijkheid van burgers. Voor alle duidelijkheid: niet ter vervanging van professionele inzet, maar in een nieuwe vorm van samenwerking die de kwaliteit van de sociale dienstverlening juist zou kunnen optimaliseren.

Ik was mijn eigen praatjes echter beu. Ik was betrokken geraakt bij een groep actieve bewoners in mijn eigen buurt, en dacht: practise what you preach. Zo stopte ik met mijn voordrachten en werd ik in de zomer van 2016 voorzitter van de Buurtcoöperatie OHG, een platform voor actieve bewoners in het Oostelijk Havengebied in Amsterdam. Dat is overigens bepaald geen armlastig gebied, integendeel; het vertegenwoordigt zo ongeveer alles waar het populisme een hekel aan heeft: hoogopgeleid, individualistisch, kosmopolitisch, welvarend. Zeg maar rustig: een witte-wijn-enclave”.

Een ideale proeftuin

“Mijn gedachte was echter: als het mobiliseren van burgerkracht, als de samenwerking van bewoners met allerlei publieke instanties hier in deze wijk niet lukt, ja… dan lukt het nergens. Dit stadsdeel, met zijn overschot aan talent, kennis en welvaart, is dus eigenlijk de ideale proeftuin voor die nieuwe verhoudingen in het publieke domein.

Inmiddels ben ik drie jaar wijzer. Zoals altijd blijkt de werkelijkheid weerbarstiger dan op papier was bedacht. We hebben in april van dit jaar een geslaagde BuurtTop OHG2025 georganiseerd waarin 150 wijkbewoners een ambitieuze toekomstagenda op het terrein van duurzaamheid, wonen en samenleven hebben geformuleerd.

Maar het was een hele toer om dat voor elkaar te krijgen. Bewoners duurzaam organiseren op basis van vrijwillige inzet van een paar actieve bewoners, is een illusie. Zo gauw het gezelschap in omvang groeit, doen zich allerhande coördinerende, administratieve, informatietechnische en financiële kwesties voor die je niet in wat vrije avonduren kunt oplossen. Bewonersorganisaties hebben simpelweg professionele ondersteuning nodig om zich tot een continue machtsfactor te kunnen ontwikkelen”.

Lees de hele blog: Gastblog: Als het aan burgermacht ontbreekt, door Jos van der Lans, LPB, 6 augustus 2019: http://lpb.nl

Het Patform voor wijkgericht werken (LPB)  is er voor professionals die werkzaam zijn in de wijkaanpak. Regisseurs, pioniers, intermediairs, bruggenbouwers, voorlopers … wijkambtenaren die op zoek gaan naar de grenzen van hun vakgebied – en die over de grenzen heenkijken.


Jos van der Lans is cultuurpsycholoog en publicist: www.josvdlans.nl


Afbeelding bovenaan: Dozen van de macht, Graffiti di via Santa Croce, Milaan

Wat merken zorgverleners van vermindering van regeldruk? Vul vragenlijst van Nationale [Ont]Regelmonitor in

Hoe staat het met de voortgang van de resultaten van het Actieplan [Ont]Regel de Zorg? Ervaren zorgverleners afnemende regeldruk? Sinds juli 2019 kunnen zorgverleners meedoen aan de meting en hun stem laten horen via de [Ont]Regelmonitor. Eind september 2019 worden de resultaten bekendgemaakt.
Minder regeldruk is van belang voor zorgverleners. Zij kunnen dan meer tijd besteden aan hun patiënten.

Wordt er daadwerkelijk vooruitgang geboekt?

Eind 2018, begin 2019 namen maar liefst zesduizend zorgverleners deel aan de 0-meting van de [Ont]Regelmonitor. Maar nu komt het erop aan.  Zorgverleners kunnen nu deelnemen aan de 1-meting. Wordt er daadwerkelijk vooruitgang geboekt met het verminderen van de regeldruk in de zorg? Het invullen van de vragenlijst duurt niet langer dan vijf minuten. Door mee te doen, kunnen de antwoorden in kaart worden gebracht.
Er zijn geen goede of foute antwoorden.  Zie: [Ont]Regelmonitor: www.ontregelmonitor.nl

De ministers Bruno Bruins en Hugo de Jonge van Volksgezondheid (VWS) gaven het in de Tweede Kamer al aan: “We stoppen pas als zorgverleners merkbaar minder regeldruk ervaren.” Oftewel: alleen de zorgverlener kan aangeven of de regeldruk afneemt in de dagelijkse praktijk.

Bedoeld voor alle zorgverleners

De [Ont]Regelmonitor is bedoeld voor alle zorgverleners  in Nederland – dus ook de verzorgenden – die minder tijd willen besteden aan onzinnige administratie en meer tijd voor de patiënt. Gemiddeld is een zorgverlener minimaal 40% van de werktijd kwijt aan onzinnige administratie.

Aangezien alleen de zorgverleners zelf bepalen of er daadwerkelijk vooruitgang wordt geboekt met het verminderen van de regeldruk, is het van belang dat zoveel mogelijk zorgverleners de vragenlijst beantwoorden.

Ga naar vragenlijst van de Nationale (On)Regelmonitor: https://energiekompas.datacoll.nl/oyixgfigjd?l=nl

De Nationale (Ont)Regelmonitor: www.ontregelmonitor.nl/

(Ont)Regel de zorg! Ministerie VWS presenteert meerjarig actieplan om zorg te verlossen van overbodige bureaucratie, Blogs Beroepseer, 23 mei 2018: https://beroepseer.nl

Zorgmedewerkers hebben weinig vertrouwen in actieplan (Ont)Regel de zorg, Blogs Beroepseer, 13 juni 2019: https://beroepseer.nl

Werkdruk op universiteiten is alleen te verhelpen door bewustwording en collectief verzet

Werkdruk op universiteiten wordt niet verholpen door meer tijd aan werk te besteden. Alleen een gezamenlijke aanpak kan  de werkdruk terugdringen. Dat is de conclusie van Ali Haseltalab in een artikel over werkdruk op de site van Delta, journalistiek platform van de TU Delft.
Haseltalab is post doctoraal onderzoeker aan de TU Delft, afdeling Maritime and Transport Technology.

Volgens wetenschappers is er sinds de jaren tachtig een drastische transformatie gaande op de universiteiten; de werkomstandigheden zijn bepaald slechter geworden. Maria do Mar Pereira, Associate Professor aan de Universiteit van Warwick in Engeland, concentreert zich op twee recente trends in het leven van academici: extensification en elasticisation van tijd en ruimte van het werk op de universiteit. (Elasticisation is ontleend aan elastic: rekbaar; extensification = extensivering: uitbreiding).

Pereira is van mening dat als gevolg van de duizelingwekkende ontwikkeling van de informatie- en communicatietechnologie, elke plaats en elk moment in principe gebruikt kan worden om te werken. Daar komt nog bij dat in veel landen de hoeveelheid werk is toegenomen. De huidige ‘normale’ hoeveelheid werk is zo zwaar dat academici hun werk alleen kunnen doen – college geven, onderzoek doen en administratie – door er meer uren aan te besteden dan in hun contract staat vermeld.

Academici raken in de war

Elasticisation en extensification hebben bijgedragen aan bezuinigingen in het hoger onderwijs. Dat is ook funest gebleken voor het persoonlijke leven van academici en studenten. De competitie – je verzekeren van een baan of van subsidie – wordt intenser. Men moet zoveel mogelijk presteren en elke kans aangrijpen – in tijd en in ruimte – om cv en netwerk aan te vullen en te versterken. In zo’n arbeidscultuur raken academici in de war. Ze weten niet hoeveel genoeg is en ze zijn onzeker of ze de dingen wel goed doen of even goed doen als de ander.

Pereira stelt voor naar dit onderwerp te kijken door de ogen van de Franse filosoof Michel Foucault (overleden 1984) die het had over de ‘conceptualisering van macht’. Macht wordt niet uitgeoefend door verbieden maar door normalisering, zelfregulering en zelfdiscipline. Het gevolg is dat veel academici overwerk verrichten terwijl dat niet van hen wordt gevraagd. Ze doen het om hun ‘productiviteit’ zoveel mogelijk te verhogen.

Deze houding doet Haseltalab denken aan het beroemde essay van de Duitse filosoof Walter Benjamin, Kapitalismus als Religion (Kapitalisme als religie, 1921) waarin hij beweert dat het kapitalisme een cultusdienst is waarin schuld een rol speelt, net zoals in religie.
Het kapitalisme als cultusdienst of religie beschouwen gaat tegen de officiële visie van het historisch materialisme in – het wordt een ideologisch systeem dat los staat van de in het Marxisme zo belangrijk geachte ontwikkeling van productiekrachten.

Op de moderne universiteit worden “belangeloos werken en lange uren maken synoniem aan martelaarschap en religieus lijden”. Iemand die extensivering van academisch werk weigert, krijgt te maken met gevoelens van schuld of schaamte. Dat heeft bij veel academici geleid tot een systeem van zelfcontrole.

Academici voelen zich gestrester dan het publiek in het algemeen

Veel academici zijn inderdaad voorbeeldige, neoliberale onderdanen. De hele tijd zijn ze bezig met het bevorderen en bevestigen van een zelfcontrole-systeem om hun productie te verhogen. Geen wonder dat in veel landen academici zich gestrester voelen dan het publiek in het algemeen.

Academische werkdruk staat beslist niet op zichzelf. Wereldwijd verkeren politiek en economie in een overgangstijd. Er is bijna geen enkel wetenschappelijk of filosofisch rapport te vinden dat niet de relatie legt tussen werkdruk, kapitalisme en neoliberalisme. De totale onderwerping van staten aan de eisen van de markt heeft geleid tot ernstige gevolgen voor de universiteiten en tot een andere rol in de maatschappij.
Als gevolg van marktgeoriënteerd management en controle wordt het fundamentele recht van universiteiten op onderwijs van minder maatschappelijk betekenis. Het wordt op de moderne universiteit nu beschouwd als een soort handelsartikel voor strategische zetten. Een setje managementtechnieken is al geschikt gemaakt voor dit soort universiteit.

Wie het veranderende karakter van de universiteit erkent, ziet het effect ervan op academici en studenten. Bezuinigingen doen werkdruk toenemen op verschillende manieren. Ze leiden bijvoorbeeld tot een toename van taken voor steeds minder mensen omdat er banen en functies zijn geschrapt. Wat vrouwelijke academici betreft, voor hen zijn de gevolgen nog ongunstiger. De kloof tussen honorering van mannen en vrouwen op de universiteit is dieper geworden.

Niet een individueel probleem met individuele oplossingen

Toenemende werkdruk bij academici is niet een individueel probleem met individuele oplossingen. Veel mensen denken misschien dat ze de hoeveelheid werk niet aan kunnen omdat ze niet goed genoeg zijn, of niet nauwkeurig of gedisciplineerd genoeg. Ze denken dat ze hun levensstijl moeten aanpassen en meer tijd moeten vrijmaken voor werk, vroeger opstaan of ook in de weekeinden gaan werken. Deskundigen gaan hiertegen in en geven aan dat bewustwording noodzakelijk is, evenals verzet tegen werkdruk.

Ook dient men te beseffen dat politieke en economische strijd de werkdruk doet toenemen en leidt tot onrechtvaardigheid in de werkomgeving van de universiteit. Nodig is ons collectief te richten op oplossingen voor het probleem. Yoga noch mindfulness noch lange vakanties en sabbaticals zullen ons op de lange termijn helpen. We kunnen het probleem alleen verhelpen als we ons bewust zijn van het probleem. Alleen met vereende kracht kan er verzet worden geboden tegen het destructieve beleid en de managementsystemen, oorzaken van zowel de directe als indirecte, toenemende werkdruk op de universiteit.

Zie: Work pressure in academia: collective awareness and resistance, door Ali Haseltalab, Delta,16 juli 2019: www.delta.tudelft.nl/article/work-pressure-academia-collective-awareness-and-resistance

Educate yourself about the root causes of work pressure, door Ali Haseltalab, Delta, 3 juli 2019: www.delta.tudelft.nl/article/educate-yourself-about-root-causes-work-pressure

‘Universities resemble capitalist enterprises’, door Ali Haseltalab, Delta, 1 juni 2017: www.delta.tudelft.nl/article/universities-resemble-capitalist-enterprises

 

Foto bovenaan is van Nikolay Georgiev

Boek ‘Op de schouders van reuzen’, gratis te downloaden

Het boek Op de schouders van reuzen draagt als motto: “Als ik verder heb gezien dan anderen, komt dat doordat ik op de schouders van reuzen stond”. (Isaac Newton in een brief aan zijn collega-onderzoeker en rivaal Robert Hooke, 1675).

Op de schouders van reuzen is geschreven door Paul A. Kirschner, universiteitshoogleraar en hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit; Luce Claessens, universitair docent op de afdeling Educatie aan de Universiteit Utrecht en Steven Raaijmakers, onderwijsadviseur bij Onderwijsadvies & Training aan de Universiteit Utrecht.
Het boek is gratis te downloaden in PDF of tegen betaling in druk te bestellen bij de uitgever. De ondertitel luidt: Inspirerende inzichten uit de cognitieve psychologie voor leerkrachten.

Effectief benutten

Begrippen als cognitive load theory, dual coding en scaffolding klinken mooi en er zit degelijk onderwijskundig onderzoek achter, maar hoe kun je als leraar deze wetenschappelijke begrippen effectief benutten in je lespraktijk?

In de inleiding schrijft Paul A. Kirschner:

“Wisbordjes gebruiken tijdens de instructie, voordoen hoe iets moet,leerlingen begeleiden tot ze het zelf kunnen – het is slechts een greep uit de dingen die je als leerkracht dagelijks doet. Je staat er misschien
niet meer bij stil, maar die dingen zitten niet toevallig in je gereedschapskist. Ze zijn gestoeld op hoe kinderen leren en wat zij nodig hebben. Dat is onderzocht ten beschreven door de reuzen uit het onderwijsonderzoek. In dit boek stellen we enkele van die reuzen aan je voor.Vaak zijn het pioniers, onderwijsonderzoekers die als eerste licht lieten schijnen op zaken die we voorheen nog niet begrepen of waar we nog geen bewijs voor hadden. Ze keken goed naar hoe leerkrachten lesgeven en hoe kinderen leren
en maakten de vaak impliciete kennis hierover expliciet. Hun werk inspireerde vele onderzoekers en leerkrachten en heeft een stempel gedrukt op hoe we tegenwoordig lesgeven.

We selecteerden voor dit boek 24 sleutelwerken oftewel kernartikelen over leren en onderwijzen van de laatste decennia; het oudste artikel is uit 1960 en de meest recente zijn uit 2013. Zoals elke selectie is
ook die van ons verre van volledig – en dat streefden we ook niet na. Wij putten vooral uit het domein van
de cognitieve psychologie. Er ging aan de selectie ook geen wetenschappelijk onderzoek vooraf, al hebben we uiteraard wel verder gekeken dan onze eigen boekenkasten en voorkeuren, bijvoorbeeld door het ‘in de groep te gooien’ op Twitter; de reuzen komen dus niet alleen uit onze kokers. We kunnen met gemak een tweede boek maken met 24 andere artikelen en nog steeds incompleet zijn. Maar in de beperking toont zich de meester (of juf )”.

Tien didactische hoofdzonden

“Het boek wordt ingeleid met een kernartikel van Benjamin Bloom, waarin deze beroemde onderwijspsycholoog haarscherp de taak en de kracht van onderwijsonderzoek neerzet: het vinden van effectieve instructiemethodes.We beschouwen hem als de reus aan wie vele andere reuzen, bijvoorbeeld John Hattie, schatplichtig zijn. We leiden het boek uit met twee hoofdstukken. Eén daarvan gaat over tien didactische hoofdzonden, ideeën of aanpakken die verleidelijk logisch en goed klinken – en om die reden helaas omarmd worden door velen – maar die het leren juist in de weg zitten.
We besluiten het boek met een overzicht van de belangrijkste tips uit dit boek”.

Download hier in PDF: Op de schouders van reuzen, door Paul A. Kirschner, Luce Claessens en Steven Raaijmakers, 162 p., december 2018: https://newsroom.didactiefonline.nl

Op de schouders van reuzen, Didactief online: https://didactiefonline.nl

Terugblik op congres over kwaliteit in de GGZ: Naar een andere manier van verantwoorden

Een terugblik in de vorm van video’s, presentaties en een verslag van het congres Frisse Blik op kwaliteit in de GGZ is te vinden op de site van beroepsvereniging voor zorgprofessionals VvAA. Het conges vond plaats in Utrecht bij de VvAA op 6 juli 2019 en was georganiseerd door de psychiaters Jim van Os en Alan Ralston, ervaringskundigen Judica Berkelaar en Inge van de Kerkhof, en jurist Ab van Eldijk.

Zorg van hoge kwaliteit willen we allemaal ontvangen en allemaal geven. Maar wat is eigenlijk kwalitatief goede zorg? Hoe meten we dat en hoe maken we het inzichtelijk? Welke rol speelt het vertrouwen in zorgprofessionals bij de verantwoording van geleverde zorg? Er zijn verschillende manieren om naar kwaliteit te kijken.
Het congres wordt beschouwd als een eerste stap naar Anders verantwoorden op grond van een andere definitie van kwaliteit.

De voorzichtige conclusies na afloop van het congres zijn:

  1. Kwaliteit speelt zich af in de spreekkamer. Patiënt/cliënt en zorgverlener bepalen wat kwaliteit van geleverde zorg is.
  2. Bij kwaliteit horen een aantal condities: gelijkwaardigheid, vertrouwen, vertrouwelijkheid (en mogelijk herstelgerichtheid).
  3. ‘Anders Verantwoorden’ is vanwege punt 1 en 2 noodzaak; de huidige manier van verantwoorden biedt geen goede informatie over de geleverde kwaliteit en houdt te weinig rekening met belangrijke criteria.

Wat kwaliteit betreft: de huidige informatie die wordt verzameld voor verbetering en verantwoording is ontoereikend is. Ook is niet bewezen dat wat nu wordt gerapporteerd, voldoende zegt over kwaliteit.

Andere manier van verantwoorden

Bij kwaliteit horen harde waarden én zachte waarden. Vanuit deze benadering, die werd ondersteund door praktijkvoorbeelden, constateerden de aanwezigen dat het tijd wordt om toe te werken naar een andere manier van verantwoorden. Hoogleraar Jan Kremer en lid van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) zette deze constatering kracht bij. In zijn presentatie lichtte hij het rapport Blijk van Vertrouwen van de RVS toe.

Toetsen rechtmatigheid

Het congres is een start van een omvangrijke exercitie. Het is duidelijk dat partijen als de zorgverzekeraars en Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ook de rechtmatigheid willen toetsen. Aan de ene kant heb je dus de behoefte aan zachte indicatoren; aan de andere kant keiharde indicatoren. Elkaar daarin vinden, is het doel.

Alan Ralston stelde in zijn slotbeschouwing dat er binnen instellingen en praktijken een integrale kwaliteitscultuur vorm dient te krijgen. Dat vraagt volgens hem om verticale en horizontale dialogen. Ook de dialoog over privacy en gegevens uitwisselen moet goed worden gevoerd. Ralston  roept op om aan de slag te gaan met elkaar, ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, passend bij de eigen rol. Daarbij moeten patiënten, naasten en ervaringsdeskundigen een centrale rol in het vormgeven van het kwaliteitsproces (kunnen) spelen.

Frisse blik op kwaliteit in de GGZ – Congresverslag, Psychosenet, 2 augustus 2019: www.psychosenet.nl/frisse-blik-op-kwaliteit-in-de-ggz-congresverslag/

Frisse blik op kwaliteit in de ggz: begin bij waarden, LOC, 5 augustus 2019: https://beroepseer.nl

Adviesrapport Blijk van vertrouwen – Anders verantwoorden van goede zorg, Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, 14 mei 2019: https://www.raadrvs.nl

 

 

Publicatie Solidariteit en de Nederlandse zorgverzekeringswet

Nivel brengt mening van burgers over ‘solidariteit in de zorg’ in kaart. Wat betekent solidariteit voor hen?

Burgers zijn het erover eens dat solidariteit in de zorg behouden moet worden. Maar hoe dit precies moet? Daarover zijn de meningen verdeeld. Een eerste stap is het in kaart brengen van de meningen van burgers over ‘solidariteit in de zorg’ en met name ook hóe deze meningen tot stand komen. Dit was het doel van het Burgerplatform Solidariteit, dat het Nivel organiseerde. Uit het platform kwam naar voren dat kennis over de werking van het zorgstelsel in Nederland van invloed kan zijn op solidariteit in de zorg: een toename van kennis kan leiden tot meer solidariteit.

De burgers die deelnamen aan het Burgerplatform bleken verschillend te denken over de betekenis van ‘solidariteit in de Nederlandse zorg’. Wel associeerden de meesten het met termen als ‘samen’, ‘gelijke kansen’, ‘collectief’ en ‘noodzakelijk’. Interessant is dat hun beeld aan het eind van de dag positief was veranderd, dus nadat hun kennis hierover tijdens het Platform was vergroot.

Nivel-peilingen geven een algemeen beeld van de meningen over solidariteit in de zorg

Het Nivel peilt sinds 2013 tweejaarlijks de mening van mensen in Nederland over dit onderwerp, door middel van een vragenlijst. De volgende peiling staat gepland voor eind 2019. De peilingen geven een goed algemeen beeld over solidariteit, maar bieden minder inzicht in hoe mensen solidariteit daadwerkelijk interpreteren en hoe hun mening over solidariteit in de zorg tot stand komt.

Burgerplatform Solidariteit voor meer en specifieker inzicht

In een eerste opdracht gaven de deelnemers aan wat hun eerste gedachten waren bij het begrip ‘solidariteit in zorg’. Vervolgens kregen zij een presentatie over de werking van solidariteit in de zorg. Hierna volgden enkele opdrachten met interactieve werkvormen, waarbij deelnemers mee discussieerden over dit onderwerp. Toen hen vervolgens op het eind van de dag nogmaals werd gevraagd naar hun beeld over solidariteit in het Nederlandse zorgstelsel, bleek dit positief te zijn veranderd. Dit was een van de bevindingen die zijn opgenomen in het verslag over het Burgerplatform Solidariteit.

Onderzoek met het Burgerplatform van het Nivel

Een Burgerplatform is een bijeenkomst van het Nivel waaraan verschillende burgers deelnemen, die meediscussiëren over complexe vraagstukken in de zorg. Uitgangspunt is dat niet iedereen het met elkaar eens hoeft te zijn; juist het verschil in meningen en behoeftes wordt belicht. Aan het Burgerplatform Solidariteit deden 19 burgers uit Nederland mee. Zij verschilden in leeftijd, geslacht en opleiding en zijn geworven via het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het Nivel.

Download hier de publicatie Solidariteit en de Nederlandse zorgverzekeringswet – Verslag van een Burgerplatform, door Martijn Kooijman, Anne Brabers, Judith de Jong, NIVEL, juli 2019: https://nivel.nl

Burgers staan achter solidariteit in de zorg, maar wat betekent solidariteit voor hen? Nivel, 24 juli 2019: https://nivel.nl

shortlist kandidaten verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2019

Kandidaten verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2019 bekend

De shortlist met kandidaten van de verkiezing Overheidsmanager van het jaar 2019 is bekend! Er zijn vijf overheidsmanagers geselecteerd voor de tweede ronde, de jurygesprekken. Thema van de verkiezing van 2019 is Kompas in zwaar weer.

De vijf kandidaten vertegenwoordigen verschillende lagen binnen het openbaar bestuur. Ze zijn werkzaam op ministeries, in gemeenten, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen.

Ze vijf kandidaten zijn:

  • Rosemarie Bastianen, directeur Eenvoudig Beter, ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK)
  • Anne Coenen, directeur Maatschappelijke Ondersteuning in de Wijk, gemeente Rotterdam
  • Rogér Pellemans, vestigingsdirecteur Detentiecentrum Rotterdam en Zeist
  • Sylvo Thijsen, algemeen directeur Staatsbosbeheer)
  • Bob Wiegerink, teamchef Specialistische Opsporing, Politie Eenheid Amsterdam


Drie finalisten

Na het gesprek tussen de kandidaten en de jury wordt halverwege september de naam van de drie finalisten bekend gemaakt. Zij krijgen daarna op hun werkplek bezoek van een afvaardiging van de jury. Uiteindelijk wordt tijdens de uitreiking op dinsdag 19 november 2019 uit de drie kandidaten de Overheidsmanager van het jaar 2019 verkozen. Dat gebeurt tijdens een feestelijke bijeenkomst in de Ridderzaal in Den Haag.

Over de verkiezing

De bedoeling van de verkiezing Overheidsmanager van het jaar is een platform bieden aan excellent overheidsmanagement en bevordering van het delen van kennis binnen de publieke sector. Verkozen worden tot Overheidsmanager van het jaar is daarmee dé beloning voor krachtig overheidsmanagement en publiek leiderschap. Elk jaar is er een ander thema. Voor 2019 is dat Kompas in zwaar weer. Zie voor meer info op site van Overheidsawards: www.overheidsawards.nl/thema-en-criteria/

De verkiezing Overheidsmanager van het jaar is een initiatief van de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM). De prijsuitreiking  wordt mede mogelijk gemaakt door: Binnenlands Bestuur, landelijk netwerk van jonge ambtenaren werkzaam bij de overheid FUTUR, Interprovinciaal Overleg (IPO), Koninklijk NEN, Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), Ordina, Publiek Denken en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Meer informatie over de verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2019 bij Overheidsawards: www.overheidsawards.nl