Overpeinzingen van een inservice B-pleeg bij het fenomeen regieverpleegkundige

een visie op het beroep van verpleegkunde

“Doordat in de zeer omvangrijke gecentraliseerde ondernemingen een vergaande arbeidsdeling wordt toegepast, verliest het individu bij deze arbeidsorganisatie zijn individualiteit. Hij wordt tot een vervangbaar radertje in de machine”.1)

Al enkele maanden woedt er een soms felle discussie op sociale media over de introductie van de regieverpleegkundige2). Allerlei mogelijke consequenties voor beroepsbeoefenaren, afdelingen, patiënten, arbeidsmarkt en samenleving komen in tweets en op Facebook voorbij. Bij het lezen van sommige reacties schoten mijn gedachten weg naar de oude werken van Erich Fromm en wat hij schreef over persoonlijkheid, leiderschap, marktdenken en wisselwerking met het individu. Omdat ik gemerkt heb dat zeker de jonge collega’s vaak onbekend zijn met zijn gedachtegoed wil ik collega’s graag meenemen in bespiegelingen over de introductie van de regieverpleegkundige en de houding van V&VN en verpleegkundigen daarin, vanuit het perspectief van Fromm, voor zover door mij juist geïnterpreteerd.

Erich Fromm was een psycholoog, psychoanalyticus, humanistisch filosoof en socioloog. Geboren in Frankfurt in 1900 emigreerde hij vanwege de opkomst van het nationaalsocialisme in 1934 naar de Verenigde Staten. Fromm combineert een psychoanalytische invalshoek in zijn analyse van de maatschappij met een Marxistische visie. Hij hield zich bezig met vragen als:  in wat voor samenleving kan de mens zich het best ontwikkelen? Wanneer is een samenleving ziek of gezond? En wat zijn ‘gezonde’ karaktertypes? Fromm overleed in 1980 in Zwitserland.3)

Beroepseer

De vraag die mij bezighoudt is deze: hoe kan het dat een organisatie als de beroepsvereniging voor Verpleegkundigen en Verzorgenden (V&VN) denkt dat verpleegkundigen als makke schapen hun beroepseer laten aantasten door niet te ageren tegen aantasting van hun opgebouwde bevoegd- en bekwaamheid? Dat verpleegkundigen de vrijheid in hun werk om de complexiteit die ze beheersen uit te voeren,  gaan opgeven in ruil voor conformiteit aan een regieverpleegkundige?
Volgens Fromm zullen mensen die zich vrij voelen in vrijheid verbinding aangaan met anderen, maar zij die zich angstig en alleen voelen zullen zich juist sneller onderwerpen aan anderen. Daarom is het ook dat autoritaire leiders vaak garen spinnen bij onrust en chaos: de angstige, onzekere mens wil duidelijkheid en zal eerder kiezen voor onderwerping dan de leider aan te spreken op het creëren van chaos. De chaos door achterblijven van info en antwoorden vanuit V&VN en het dreigende verlies van hetgeen het werk nou zo eigen maakt, creëert onmachtsgevoel bij plegen, waarbij velen afwachtend en gelaten het naderende onheil over zich heen laten komen. Dit zou kunnen verklaren dat leiders onwelgevallige boodschappen achterhouden en de chaos laten zijn, opdat de rijen zich sluiten.

Verpleegkundigen zijn net mensen, en nog meer dan anderen houden zij vaak van structuur, orde en netheid, verpakt in protocollen en methodieken. Onrust zorgt voor angst, en verpleegkundigen houden over het algemeen hun angsten liever onder controle. Ze ontsnappen aan dit onmachtsgevoel door aantasting van het zelf: door aantasting van het eigen beroep en de beroepseer, door zelfverloochening dat dit alles inderdaad beter past bij het door anderen geduide niveau, en door zich te voegen naar de macht vanuit V&VN, die vast ‘het beste met ons voor zal hebben’. Het meest gevoelig voor de verlokkingen van het beroep van regieverpleegkundigen zullen dan in Fromms optiek de verpleegkundigen zijn met een autoritair karakter: opkijkend tegen gezag en zich daar aan onderwerpend, en tegelijk de behoefte om zelf autoriteit te zijn en anderen te onderwerpen.

Koopwaar

De huidige fase van chaos, onrust en dreigende beroepsidentiteitsverlies versterkt in de visie van Fromm de gerichtheid van de verpleegkundige zichzelf als koopwaar te zien: welke diploma’s heb ik? Hoe kan ik mijn collega’s ontstijgen en de regieverpleegkundige worden? Een marktdenken maakt zich meester van het beroep en maakt collega’s tot marktconcurrenten op de afdelingen. Het is een eeuwenoude strijd met steeds hetzelfde percentage winnaars en verliezers.

Beroepswaarde

De waarde van verpleegkundige zou veel meer moeten zitten in kwaliteiten en menselijke deugden en niet in een papiertje met marktmotieven en verdienmodellen. Door ons als verpleegkundigen te conformeren aan dit diplomaspel gaan we mee in de opgelegde afhankelijkheid en de behoefte om onze beroepswaarde van buiten bevestigd te willen zien door een diploma. In de visie van Fromm leidt dit tot beroepsbeoefenaren met een wankele zelfachting en versterkt dit het afhankelijke en afgeleide zelfbeeld van de verpleegkundige: zonder recent diploma ben je niets.
Ironisch hoe een wens tot professionalisering van een beroep op individueel niveau juist kan leiden tot aantasting van het zelf van dezelfde professional, hoopvol wachtend op de volgende positieve stroke vanuit de beroepsorganisatie.

Een abstractie

De regieverpleegkundige is aldus een abstractie, een construct dat voortleeft in de goedkeuring van V&VN, waar de regieverpleegkundige ook diens rechtvaardiging voor functionele aansturing vandaan haalt. Waarom zou ik als ervaren verpleegkundige een regieverpleegkundige moeten raadplegen? Omdat V&VN en toekomstige Wet BIG II zeggen dat dat moet. Niet omdat ik zelf meen dat ik of de patiënt dit nodig heeft. Exit het zelfbeeld en de beroepseer van de regieverpleegkundige.

Tijd voor herbezinning

In de visie van Fromm ga je neurose tegen door mensen zich maximaal te laten ontplooien. Een ideale werkplek is zo ingericht dat iedereen zich kan ontplooien tot diens mogelijkheden. Een beroepsorganisatie die de kaders zo inricht dat beroepsbeoefenaren zich niet meer gewaardeerd voelen en zich gedwongen voelen middels een construct te bewijzen wat ze al beheersen, tast deze ontplooiing aan. V&VN versterkt zo de neurose bij de eigen achterban. Dit gaat ervoor zorgen dat verpleegkundigen die trots zijn op hun beroep gaan afstompen.
Een reactie hierop is destructiviteit: ik ga wel een ander beroep kiezen, of: dan doe ik niets meer dat boven mijn niveau zou zijn. Een andere reactie hierop is volgens Fromm het automatisch conformisme: de verpleegkundige houdt op wie hij of zij is en voegt zich naar het gewenste plaatje.
Fromm noemt dit de opkomst van de hersenloze mens. De verpleegkundige die zich vervreemdt van zichzelf is de opmaat voor een stroom aan burn-out en cognitief terugtrekgedrag op afdelingen in de komende jaren.

Dus wat denken jullie, collega’s? Tijd voor herbezinning?


Noten
1) E.Fromm: Liefhebben, een kunst, een kunde. Vijfde druk 1972, blz 116
2) Besluit minister Bruins tot overgangsregeling voor verpleegkundigen. Introductie van de regieverpleegkundige, Blogs Beroepseer, 7 juni 2019: https://beroepseer.nl/
3) https://humanistischecanon.nl/venster/humanistische-psychologie/erich-fromm/

Zie: Actiecomité Wet Big II: https://wetbig2.nl/


Marc van der Gracht is verpleegkundige met aandachtsgebied kwaliteit op de PAAZ/MPU

 

Reactie

  • Aardige invalshoek om na te denken over wat ik 1/4 van mijn beroepscarriere meemaakte (de andere 3/4 ,- dwz voor ik welbewust koos om weer uitsluitend behandelaar te zijn-, had ik de luxe zowel mijn positie als professional te hebben, maar ook de positie van mijn “baas” in de organisatie en dan ook nog voorzitter van een medische staf):

    Dit verhaal beschrijft een elementair falen van de manier waarop we de rollen in onze organisaties in de zorg ordenen in een formele structuur die nauwelijks nog raakt aan de informele waarin ancienniteit, levenservaring en professionele kennis en niet minder ervaring, inventiviteit en een bescheiden snufje charisma doorslaggevend zijn.
    Een mens kan dat accepteren mits “dat broekie boven je” snapt hoe het werkelijk zit en zich dienstbaar maakt zodat de rollen elkaar aanvullen en je naast elkaar kunt optrekken in het belang van het primaire proces. Werkt het niet zo dan is onvrede, strijd en demoralisatie het gevolg. En het moge duidelijk zijn dat in mijn ogen alleen al de term regieverpleegkundige staat voor een Tayloristische apenrots, -inderdaad een vorm van ordening waar angst voor loslaten en successen van anderen lijkt te regeren, en waar professionals gezichtsloos en uitwisselbaar moeten zijn-, die haaks staat op die echte informele werkelijkheid. Dat geeft dus strijd, onvrede, vervreemding en demotivatie.

    En dat is niet alles:
    Het model zal het leiden tot een drempel in multidisciplinaire communicatie waarin nou juist geen filters moeten zitten om subtiele en vroegtijdig alarmbellen als zodanig op te pikken.
    De zorg zit niet te wachten op nog meer bureaufuncties. Wie kwaliteit heeft, of die nou uit theorie of uit praktische ervaring stamt of uit allebei, moet primair schouder aan schouder in de frontlijn de handjes laten wapperen; laat staan bij krapte.

    Verdere reactie volgt tzt op Twitter

    Oh, en PS: Ik kan een organisatiemodel bedenken waar dienstbaarheid-aan-elkaar leidend is en hierarchie eigenlijk overbodig wordt gemaakt. Maar dat voert voor hier wat ver.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer