Skip to main content

Redactie Beroepseer

Brief van BON met vijf vragen aan Raad van Toezicht ROC Nijmegen i.v.m. de Zaak-Paula van Manen

Beter Onderwijs Nederland heeft een brief gestuurd aan de Raad van toezicht van ROC Nijmegen in verband met de Zaak Paula van Manen.
Van Manen moest op 2 december 2019, niet lang na het verschijnen van haar boek Wanneer krijgen we weer les? haar werkzaamheden als docent tijdelijk neerleggen. Ze werd voor maanden geschorst. Een gang naar de kantonrechter volgde, alsmede een hoger beroep. De zitting voor het Gerechtshof vond plaats op 3 maart 2021; de uitspraak volgde op 19 april.

Het boek gaat over Van Manens ervaringen met gepersonaliseerd onderwijs waar leerlingen zelf kunnen kiezen op welke manier en in welk tempo ze werken aan hun leerdoelen. Op elke school krijgt dit soort onderwijs een andere vorm. Van Manens openhartige schets van de hedendaagse onderwijspraktijk roept vele vragen op over onderwijs en onderwijsvernieuwing. Ze laat zien hoe complex een vernieuwing is en met welke dilemma’s docenten te maken hebben.
Ton Bastings bestuurslid van Beter Onderwijs Nederland merkte na publicatie van het boek op op dat men dit “‘leerzame’ boek kan lezen als een brandbrief die verplichte kost zou moeten zijn voor de onderwijsfracties van alle politieke partijen”.
Vereniging BON is in 2006 opgericht en heeft als doel “het zo goed mogelijk tot bloei laten komen van de potenties van leerlingen en studenten door gedegen vakinhoudelijke en algemene vorming”.

Het Hof concludeerde op 19 april:

Een docent van het ROC Nijmegen heeft een kritisch boek geschreven over de nieuwe onderwijsmethode die het ROC hanteert. Het boek heeft veel onrust teweeggebracht bij haar collega’s. Hoewel de namen in het boek zijn gefingeerd zijn de personen gemakkelijk herleidbaar. Naar aanleiding van de ontstane onrust heeft het ROC de docent geschorst. Nadat een mediation-traject mislukte heeft ROC om ontbinding van de arbeidsovereenkomst gevraagd. De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst en wees een transitievergoeding toe.

Anders dan de kantonrechter vindt het Hof dat de docent ook recht heeft op een billijke vergoeding omdat ROC ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Het ROC heeft na de beroering die na het verschijnen van het boek ontstond, te prematuur naar de forse maatregel van schorsing van de docent gegrepen. Deze schorsing is beschadigend voor de docent en stond in feite elke andere oplossing dan beëindiging van de arbeidsovereenkomst in de weg. Omdat ook de docent verwijten kunnen worden gemaakt, en het te verwachten was dat de arbeidsovereenkomst hoe dan ook zou zijn geëindigd (maar pas op een later moment) is het hof uitgekomen op een billijke vergoeding van € 40.000,- .

De brief

BON verzoekt in de brief aan voorzitter Jan Ramaekers van de Raad van Toezicht vijf indringende vragen te beantwoorden:

1. Zal de raad van toezicht de heer Van Mulkom, voorzitter van het Bestuur, ter verantwoording roepen vanwege het te prematuur [namelijk vlak na verschijning van haar boek] naar de forse maatregel van schorsing’ van Van Manen te grijpen?

2. De tweede vraag gaat over het belang van goed onderwijs en het opstellen van richtlijnen die het docenten mogelijk maken deel te nemen aan het publieke debat, als middel tot onderwijsverbetering , zonder hierdoor te moeten vrezen voor hun baan. Heeft ROC Nijmegen dit publieke belang meegewogen”
Veel docenten zullen zich door het ontslag van Van Manen mogelijk ‘onveilig’ ofwel onvrij voelen om – ook in het openbaar – kritiek te leveren op onderwijsbeleid.

3. Een belangrijke vraag is of de raad van toezicht de mogelijke precedentwerking van deze kwestie in overweging heeft genomen? Besturen in het hele land zullen zich nu vrij voelen kritische docenten te ontslaan zonder noemenswaardige consequenties.

4. Heeft ROC Nijmegen meegewogen in de beslissing dat Van Manen haar werk als docent niet meer zou kunnen uitvoeren omdat zij een boek heeft geschreven?

5. Is het niet zo dat het huidige bestuursmodel in het onderwijs zou moeten veranderen, als het bestuur van een publiek gefinancierde instelling kennelijk zo gemakkelijk een docent kan ontslaan voor het schrijven van een boek?

Lees de hele brief: Zaak-Paula van Manen: Onze brief aan de raad van toezicht van ROC Nijmegen, Beter Onderwijs Nederland, 9 mei 2021: www.beteronderwijsnederland.nl/nieuws/2021/05/zaak-paula-van-manen-onze-brief-aan-de-raad-van-toezicht-van-roc-nijmegen/

Hof handhaaft ontbinding en transitievergoeding docent ROC Nijmegen en vindt billijke vergoeding terecht, De Rechtspraak, 19 april 2021: www.rechtspraak.nl

 

Afbeelding bovenaan: Omslag van ‘Wanneer krijgen we weer les’? www.scriptum.nl/boeken/wanneer-krijgen-we-weer-les/

Arjan van der Meij is ‘Natuurkundeleraar van het jaar 2021’

Arjan van der Mei is uitgeroepen tot Natuurkundedocent van het jaar 2021 door de Nederlandse Natuurkundige Vereniging (NNV). Tijdens het congres FYSICA in april 2021 kreeg Van der Meij de prijs uitgereikt uit handen van de voorzitter.  Naast eeuwige roem bestaat de prijs uit € 1000 voor privé-gebruik en € 1500 voor de school waar Van der Meij al zesentwintig jaar les geeft, christelijk college De Populier in Den Haag.

De NNV meldt dat er dit jaar weer geweldige kandidaten waren. Naast Arjan van der Meij waren er de finalisten Cathy Baars van het Martinuscollege in Grootebroek en Onne van Slooten van het Mendelcollege in Haarlem. Stuk voor stuk topdocenten die leerlingen inspireren voor het vak natuurkunde en daarnaast buiten het ‘gewone docentenwerk’ ook andere initiatieven ontplooien.

Oordeel van de jury:

“In Arjan van der Meij vond de jury uiteindelijk alles wat ze zoekt in een Natuurkundedocent van het Jaar: een gedreven persoon die excellent onderwijs geeft, geliefd bij leerlingen en gewaardeerd door collega’s en die tevens bijdragen levert aan de maatschappij.
Uit de nominatie die we ontvingen kwam de winnaar naar voren als een authentieke en hyperenergieke persoon. Hij is de drijvende kracht achter veel grootse initiatieven. Zo is er het Feynmanproject dat de leerlingen uit groep 8 van de basisschool inspireert en uitdaagt. Bij de Fabklas op vrijdagmiddagen en -avonden komen leerlingen uit de tweede tot en met het laatste jaar van de middelbare school op vrijwillige basis bijeen om te werken aan techniekprojecten.

Arjan is een groot voorstander en uitdrager van het zogenaamde ‘maakonderwijs’. Door wat hij ‘klooien’ noemt, ontstaan er creatieve ideeën. Door te proberen en te maken, leren leerlingen van allerlei wiskundige, natuurkundige, biologische en scheikunde principes. Dit ‘maakonderwijs’ draagt hij uit bij allerlei bijeenkomsten over onderwijs. Arjan is actief op sociale media en hij deelt zijn kennis en inzichten met de brede gemeenschap van natuurkundedocenten.
Bijzonder is dat hij bij de diploma-uitreiking voor iedere mentorleerling een persoonlijk ukelelelied ten gehore brengt. Al met al een geweldige docent die de titel Natuurkundedocent van het Jaar 2021 zeer verdient”.

De Nederlandse Natuurkundige Vereniging bestaat in 2021 honderd jaar en is al sinds 1921 dé belangenbehartiger van de natuurkunde in Nederland. De vereniging komt op voor de discipline natuurkunde in het voortgezet onderwijs, het hoger onderwijs en het natuurwetenschappelijk onderzoek in Nederland en wil zo bijdragen aan excellente wetenschapsbeoefening en een sterke kenniseconomie.

De NNV organiseert voor jubilemumjaar 2021 een essaywedstrijd waarin iedereen de kans krijgt om zijn of haar visie op de natuurkundige toekomst op schrift te stellen. Meer info op: www.nnv.nl/media/files/Essaywedstrijd_def.pdf.

Interview in weekblad Den Haag Centraal

In weekblad Den Haag Centraal van 6 mei 2021 staat een mooi interview met Van der Meij. Daarin zegt hij aan het slot dat hij het imago van de leraar achteruit heeft zien gaan: “We worden vaak vergeten als groep. Er worden allerlei veranderingen in het onderwijs doorgevoerd, maar er wordt nagelaten aan de leraren te vragen wat zij ervan vinden. Ik wil bijdragen aan de emancipatie van mijn vakgenoten. Daar hoort bij dat je je laat zien op andere plekken dan alleen op school. Mensen moeten zich realiseren dat een leraar belangrijk is. Niet omdat ik zelf belangrijk gevonden wil worden, maar omdat ik wil dat er meer mensen voor het leraarsvak kiezen”.

Natuurkundedocent van het Jaar, Nederlandse Natuurkundige Vereniging: https://www.nnv.nl/natuurkundedocent-van-het-jaar/

Afbeelding bovenaan: Weekblad Den Haag Centraal. Daarin staat een interview met Arjan van der Meij door Jesse Kuiper – met foto van Van der Meij gemaakt door Eveline van Egdom, getiteld ‘Natuurkunde is als olijven eten’, 6 mei 2021.

Politiecoach Bennie Beuvink: ‘Ken de geschiedenis van de wijk’

“Elke wijk vraagt een anders soort aanpak van de wijkagent. In een juppenwijk volstaat een digitale wijkagent die vooral servicegericht te werk gaat. Maar in een achterstandswijk of wijk met een gesloten gemeenschap moet je echt in de haarvaten zitten. Je bent meer aan het opvoeden”.

Aan het woord is Bennie Beuvink, een van de duizenden politiemedewerkers die komende jaren met pensioen gaan. Met hen verlaat een schat aan kennis en ervaring de politie-organisatie. In vakblad voor de politie Blauw vertelt Beuvink over zijn ervaringen. Nog een jaar, tot april 2022, werkt hij in de gemeente Enschede als coach en operationeel wijk-expert. Zijn specialiteit is gesloten gemeenschappen.

Bennie Beuvink:

”Voordat ik in een Enschedese achterstandswijk kwam te werken, was ik twaalf jaar wijkagent op een woonwagenkamp. Daar leerde ik dat ik me in de wijk moest gedragen zoals je dat ook in een kippenhok doet. Je moet rustig lopen om de eieren te kunnen rapen. De kippen niet van streek maken. Niet constant in de vechthouding.
Ja, ze gaan je uittesten, op het kamp kreeg ik bewust een hond aan mijn broekspijp, maar blijf kalm. Wees een Calimero. Rustig.

Om in een gesloten gemeenschap goed te kunnen werken, moet je investeren in beheersers of spilfiguren. Op mijn woonwagenkamp was dat een man met een bijnaam. Als ik zaken wilde doen ging ik naar hem, hij wist iedereen te vinden. Ook beheerde hij spaarkastjes voor bewoners van het kamp. Als ik iemand een boete moest uitreiken ging ik nooit naar de persoon in kwestie, maar naar hem. Hij keek of er nog voldoende geld in iemands spaarkasje zat en betaalde de boete. Dat is een hele belangrijke les: begin met de beheerders en laat ze merken dat ze belangrijk zijn.

Aanwezig zijn zonder bedoeling is misschien wel het belangrijkste les die ik leerde. Dan krijg je vanzelf gesprekken. Toon oprechte interesse. Zo leerde ik dat ze op het kamp iedereen van buiten ‘boeren’ noemden. En op het kamp zelf had je zigeuners, kabelsnijders, van alles. Het bleek een hele diverse groep mensen terwijl de politie ze allemaal als kampers zag.

In dit soort wijken is er vaak sociale achterstand. Maak mensen trots. Kijk naar wat ze bijzonder maakt, elk gezin heeft een verhaal. Wijs ze daar op, niet op wat er niet is. Mensen in armoede hebben vaak een moestuintje. Zoiets is hartstikke leuk voor kinderen van de basisschool. Laat die eens een middagje langsgaan bij een opaatje met een moestuin. Hij leert de kinderen van alles over tuinieren en voelt zich trots. Zo stimuleer je mensen op een positieve manier.

Doe bewoners eens een plezier. Hebben ze gedoe met de gemeente of woningbouw, treed op als bemiddelaar en zorg dat het geschil recht gestreken wordt. Dat scheelt je later weer veel politiewerk. En op hun beurt zijn ze bereid jou ook eens een plezier te doen.

Als je op de voorgrond wilt treden moet je de achtergrond kennen, zeg ik altijd. Ken de geschiedenis van de wijk. Die zegt veel over een bepaalde volksaard.

De laatste jaren coach ik andere wijkagenten. Heb engelengeduld, is mijn advies aan hen. Wijkwerk is een kwestie van jaren, niet van weken of maanden. En tot slot: de organisatie denkt in processen. Dat moet je af en toe parkeren. Handel naar wat je ziet. Hoe meer je gaat zien, hoe minder je blijkt te weten”.

Het verhaal van Bennie Beuvink – ‘Gedraag je als in een kippenhok’ – is opgetekend door Maaike Boersma en verschenen in nummer 2 (mei 2021) van Blauw, vakblad voor de politie. Blauw verschijnt tweemaandelijks in een oplage van 65.000 exemplaren.

 

Foto bovenaan: Bennie Beuvink, voorjaar 2021

Beuvink is voortrekker van Stichting Beroepseer

Net als in toeslagenaffaire is in jeugdbescherming en familierecht brede reflectie en grondige herbezinning op systeem nodig

Op het online platform voor juristen Mr-online staat een interview met Nathalie van Waterschoot, senior rechter van de rechtbank Amsterdam. Ze vertelt aan Peter Louwerse dat ze zich zorgen maakt over de rechtsstaat. Dat deed ze al toen ze voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak was in 2018 en 2019.
De politie, het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak kampen met grote problemen, zoals te weinig ervaren mensen, hoge werkdruk, overbelasting en capaciteitsverlies. “Ik zie deze problemen ook terug bij andere overheidsinstanties. Ik hoor het op mijn zittingen van ambtenaren van de IND en de gemeente. Het lijkt alsof de publieke sector structureel te weinig middelen heeft om kwaliteit te blijven leveren”.  Van Waterschoot vraagt zich daarom af of de garanties van de rechtsstaat nog voldoende verankerd zijn in het recht en de instituties.

Parallellen met Kindertoeslagaffaire

Van Waterschoot schreef eerder samen met Corine de Ruiter, hoogleraar forensische psychologie aan de Universiteit Maastricht, op Mr-online een opiniestuk waarin parallellen worden getrokken met de Kindertoeslagaffaire. Net als bij “de toeslagenaffaire is ook in de jeugdbescherming en de familierechtspraak sprake van ongekend onrecht voor kinderen en ouders. Kinderen die op basis van verkeerde informatie of misleiding tot contact met een gewelddadige ouder worden gedwongen. Of ouders die ten onrechte worden beschuldigd van mishandeling van hun kinderen en daardoor het contact met hun kinderen kwijtraken. Kinderen en ouders raken de weg kwijt in klachtprocedures, vinden onvoldoende bescherming bij de rechter en raken getraumatiseerd”.

“Misschien moet het hele systeem wel op de schop”

Van Waterschoot vindt dat net als in de toeslagenaffaire ook in de jeugdbescherming en het familierecht een brede reflectie en een grondige herbezinning op het hele systeem nodig zijn: “Misschien moet het hele systeem wel op de schop”.

In 2019 kwam Van Waterschoot zelf met haar gezin in botsing met instituties. Door de gang van zaken was ze haar vertrouwen in de rechtspraak even kwijtgeraakt. Maar inmiddels heeft ze dat hervonden: “Ik heb mijn toga weer aangetrokken. Dat de kinderen en ik ons lange tijd niet beschermd hebben geweten, bracht mijn geloof in de rechtsstaat aan het wankelen. Tegelijkertijd geloof ik nog steeds dat burgers baat hebben bij een stevige rechtsstaat en in de bescherming van burgers tegen overheidshandelen door een onafhankelijke rechterlijke macht. Die gedachte van de rechtsstaat ligt in mij stevig verankerd”.

Lees het hele interview Rechter zelf klem tussen de raderen van de rechtspraak, door Peter Louwerse, Mr-online, 4 mei 2021: www.mr-online.nl/rechter-zelf-klem-tussen-de-raderen-van-de-rechtspraak/

 

Afbeelding bovenaan is van Peggy en Marco Lachmann-Anke

Professioneel statuut voor leraren niet afschaffen! Het biedt professionele ruimte en regelt zeggenschap van leraren

Het professioneel statuut, waarin de professionele ruimte van de leraar wordt vastgelegd, moet niet worden geschrapt. Dat schrijven zeven organisaties – waaronder de Algemene Onderwijsbond (AOb), vakbond CNV Onderwijs, het Lerarencollectief en Leraren in Actie – in een brief aan de Tweede Kamer.

De Kamer debatteert in de week van 10 mei 2021 over de afschaffing van het lerarenregister. In dit register zouden leraren hun diploma’s en bijscholing gaan bijhouden, om te laten zien dat ze voldoen aan de eisen voor het beroep van leraar. Het register oogstte veel kritiek, al vanaf de introductie door de – inmiddels opgeheven – Onderwijscoöperatie. Het register kwam nooit echt breed van de grond, en zal naar alle waarschijnlijkheid weer worden afgeschaft.

Met die afschaffing dreigen echter ook de bepalingen over het professioneel statuut te worden geschrapt. En daar zijn de zeven organisaties tegen. “De leraar heeft een centrale rol in het onderwijs”, zegt AOb-voorzitter Tamar van Gelder. “In de praktijk kan een leraar die rol alleen waarmaken als hij voldoende zeggenschap heeft over zijn of haar onderwijs.”

Lesstof

In het professioneel statuut worden daarom afspraken gemaakt over het respecteren van de professionele ruimte van de leraar. Het regelt de zeggenschap van leraren over de inhoud van de lesstof, over de middelen die daarbij worden gebruikt, over hoe de lesstof wordt aangeboden en over bijvoorbeeld de pedagogisch-didactische aanpak.

Afhankelijk

Om te zorgen dat een leraar ook daadwerkelijk voldoende professionele ruimte heeft, schrijft de wet voor dat elke school of instelling een professioneel statuut moet hebben. “Het afschaffen van deze bepaling maakt de leraar afhankelijk van andere partijen om zijn beroep op een goede manier te kunnen uitoefenen”, zegt Van Gelder. “We roepen de Tweede Kamer daarom op om de bepalingen die het professioneel statuut aangaan te handhaven.”

Zie site van AOb voor oproep aan Tweede Kamer: www.aob.nl/wp-content/uploads/2021/05/210503-brief-professioneel-statuut-opgemaakt.pdf

Behoud professioneel statuut voor leraren’, AOb, 4 mei 2021: www.aob.nl/nieuws/behoud-professioneel-statuut-voor-leraren/

Zie ook:

Ruimte in meesterschap: professionele ruimte voor de leraar doet ertoe! door Jeanette Wolleswinkel, Inspectie van het Onderwijs, 22 april 2021: www.onderwijsinspectie.nl/actueel/weblog/weblogberichten/2021/ruimte-in-meesterschap

 

Foto bovenaan is van LeeJeongSoo

Petitie en aanmelden lancering advies Jeugdsprong

Beste lezer,

Mogen we je handtekening voor een betere jeugdzorg?
Stichting Beroepseer en FNV Zorg & Welzijn hebben de handen ineengeslagen. Beide organisaties willen stevige veranderingen in de jeugdzorg en richtten daarom de denktank ‘De Jeugdsprong’ op. De denktank bestaat uit cliënten en ervaringsdeskundigen, landelijke en lokale politiek, werkgevers, adviseurs, hoogleraren, jeugd-ggz, jeugd-gehandicaptenzorg, jeugdzorg, onderwijs, kinderopvang, kraamzorg, jeugdgezondheidszorg, preventie. We deden ook een publieksenquête, een kinderenquête en lazen artikelen en relevante onderzoeken.

Nu loopt er een petitie met een sterke samenvatting van ons advies. Ruim 1000 mensen per week ondertekenen deze petitie! Jouw stem mag daarbij natuurlijk niet ontbreken. De petitie loopt tot en met 9 mei. Teken dus nog snel de petitie op www.fnv.nl/jeugdsprong.

En proost je mee op 17 mei?
In de afgelopen periode hebben we niet stil gezeten. We hebben ons advies verdiept en antwoorden gevonden op nog openstaande vragen. Velen die ons volgen hebben schriftelijke input gegeven. En we hebben wezenlijke gesprekken gevoerd met onze kerngroep, achterbannen en experts. Alle inzet van iedereen en 4 jaar campagne onder de naam ‘KwaliTIJD voor het Kind’ heeft geleid tot deze unieke brede samenwerking en een uniek advies. Dit is de kroon op het werk van iedereen die zich hard heeft gemaakt voor een betere jeugdzorg!

Op 17 mei markeren we met elkaar die mijlpaal met een feestelijke online presentatie van het advies. In het programma is ruimte voor vragen en discussie, én we blikken alvast vooruit naar wat de volgende stap gaat worden. Je kunt rekenen op een gevarieerd, interactief en verrassend programma. Aanmelden is noodzakelijk om de link te ontvangen. Dat kan tot en met 12 mei. Mis het niet en meld je dus snel aan via www.fnv.nl/lanceringadvies!

Vriendelijke groet namens de denktank en tot 17 mei!

Steven de Waal, voorzitter
Thijs Jansen, Stichting Beroepseer
Maaike van der Aar, FNV Jeugdzorg

 


Uitnodiging voor online Lancering Advies Jeugdsprong. Ben jij erbij op 17 mei? https://beroepseer.nl

Petitie van denktank Jeugdsprong: https://beroepseer.nl/actueel-in-beroepseer/petitie-van-denktank-jeugdsprong/

U P D A T E

Motie van de leden Simons en Kuiken over het advies van de Jeugdsprong serieus beoordelen. Voorgesteld 21 april 2021:

De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat de jeugdzorg in een crisis verkeert en niet kampt met incidentele problemen, maar met structurele problemen;

constaterende dat er een ommezwaai nodig is voor de toekomst van de jeugdzorg;

roept de Staatssecretaris op, het advies van de Jeugdsprong serieus op zijn inhoud te beoordelen en de mogelijkheden voor de implementatie van deze beleidsrichting te onderzoeken, en gaat over tot de orde van de dag. roept de Staatssecretaris op, het advies van de Jeugdsprong serieus op zijn inhoud te beoordelen en de mogelijkheden voor de implementatie van deze beleidsrichting te onderzoeken,

en gaat over tot de orde van de dag

Klik hier: https://beroepseer.nl/wp-content/uploads/2021/05/Motie_van_de_leden_Simons_en_Kuiken_over_het_advies_van_de_Jeugdsprong_serieus_beoordelen.pdf

Stemmingsuitslag, 11 mei 2021: www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2021Z06631&

De veranderende wereld van werk: rekening houden met kwaliteit en betekenis van werk

Bij de kwaliteit van werk gaat het niet alleen om het hebben van een baan en de hoogte van een inkomen, maar raakt ook om het welzijn van mensen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft het vierde en laatste deel van de onderzoekserie over de veranderende arbeidsmarkt gepubliceerd, getiteld: Een verkenning van de kwaliteit van werk in de toekomst.  De inhoud van het werk, ervaringen op de werkvloer, zelfontplooiing en ruimte voor initiatief spelen daarbij een belangrijke rol. Toekomstgericht arbeidsmarktbeleid moet oog hebben voor de verantwoordelijkheden die werkenden naast hun werk hebben. Werkenden worden geacht te blijven investeren in bij-, her- en opscholing. Alleen zo blijven vaardigheden van werknemers op peil en kan de Nederlandse economie zich verder ontwikkelen en innoveren. Een tweede groeiende verantwoordelijkheid van werkenden zijn zorgtaken. Met de vergrijzing zal er vaker en meer behoefte zijn aan mantelzorg. Kwaliteitsvol werk kan een sleutelrol spelen en werkenden in staat stellen om in en naast hun werk ruimte te creëren om te kunnen zorgen en leren. Het SCP pleit voor een gezamenlijke agenda van overheid, werkgevers en werknemers.

Uit de deelstudies in de serie komt een drietal punten naar voren voor toekomstgericht arbeidsmarktbeleid

  • Een brede visie op de kwaliteit van werk doet het meeste recht aan de brede maatschappelijke en individuele betekenis van werk. Beleid zou daarbij ook oog moeten hebben voor de objectieve werksituatie én de ervaringen van werkenden. Daarnaast moet naar de verwevenheid met andere leefdomeinen van de burger worden gekeken.
  • Zeggenschap en duurzame arbeidsrelaties spelen een sleutelrol waar het de totstandkoming van de kwaliteit van werk betreft. Door hier (meer) op in te zetten worden werkenden in staat gesteld om mee te bewegen met maatschappelijke ontwikkelingen. Het is zaak hierbij oog te hebben voor groepen in een kwetsbare positie en de invloed die oude arbeidsmarktontwikkelingen (zoals robotisering) en nieuwe (zoals platformisering) op hun zeggenschap en arbeidsrelaties hebben.
  • De kwaliteit van werk komt op de werkvloer tot stand en is niet alleen het resultaat van wet- en regelgeving, maar ook van (complexe) sociale processen. Kansrijk beleid gericht op de kwaliteit van werk zet in op een combinatie van structurele en culturele veranderingen. Op de werkvloer moet het belang van leren, eigen ontwikkeling en de privé-verantwoordelijkheden van werkenden bijvoorbeeld meer bespreekbaar worden gemaakt.

Nieuwe kansen en risico’s

Er zijn redenen voor zowel zorg als optimisme waar het de toekomst van werk betreft. Sommige groepen krijgen als gevolg van platformisering en robotisering meer keuze in werk omdat technologie nieuwe vraag ontsluit en nieuw werk creëert. Ook kunnen technologische ontwikkelingen werkenden ontlasten in fysiek zwaar werk. Technologisering kan daarbij meer zeggenschap voor werkenden met zich meebrengen omdat dit het eenvoudiger maakt om vanuit huis te werken en te leren. Deze voordelen zijn onder meer gunstig voor mensen met een arbeidsbeperking of zorgtaken.

Tegenover deze kansen staan ook risico’s. Deze risico’s komen vooral bij de onderkant van de arbeidsmarkt terecht. Zo kan een deel van de platformwerkers, zoals taxichauffeurs of maaltijdbezorgers met een zwakke arbeidsmarktpositie, zich moeilijk weren tegen een verslechtering van de werkomstandigheden die door een platform wordt opgelegd. En moeten sommige platformwerkers vele uren werken om een inkomen te verdienen om van rond te kunnen komen. Robotisering vormt sneller een risico voor banen van werkenden met minder vaardigheden. Deze verdeling van de risico’s past in een bekend maatschappelijk patroon: laag opgeleiden, laaggeletterden, mensen met een arbeidsbeperking en mensen met een migratieachterstand hebben een relatief kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Maar, de risico’s van arbeidsmarktontwikkelingen beperken zich niet enkel tot lager opgeleiden. Bij hoger opgeleiden is er sprake van toenemende druk omdat de digitalisering van hun werk betekent dat werk en privé meer door elkaar gaan lopen.

De veranderende wereld van werk

Het SCP richtte zich in de onderzoekserie op drie thema’s: (1) platformisering, (2) robotisering, en (3) de combinatie van werken, zorgen en leren. Het SCP keek hierbij vanuit de leefwereld van de werkende naar de kwaliteit van werk. Naast werkzekerheid en inkomen werden ook werkervaringen, de ervaren werkdruk en de waarde van werk meegenomen in de beoordeling van de kwaliteit van werk. Bovendien keken we naar de afstemming tussen betaald werk, de zorg voor kinderen en andere hulpbehoevenden en een leven lang ontwikkelen. Het gemak waarmee deze rollen en activiteiten gecombineerd kunnen worden, is medebepalend voor de kwaliteit van werk.

Als gevolg van de verwevenheid van de verschillende leefdomeinen van de burger kunnen ontwikkelingen op de arbeidsmarkt doorwerken op andere maatschappelijke ontwikkelingen. Als mensen het gevoel hebben dat zij in hun werk niet gewaardeerd worden, kan dit tot ontevredenheid leiden en hen het gevoel geven achtergesteld te worden. Op het moment dat er in beleid en op de werkvloer rekening wordt gehouden met wat betaald werk betekenisvol en van hoge kwaliteit maakt, kan dit gunstig uitpakken voor maatschappelijke vraagstukken als sociale samenhang en ongelijkheid in de samenleving. Dit onderstreept de noodzaak om bij het hervormen van de arbeidsmarkt een brede visie op de kwaliteit van werkt te hanteren en in te zetten op sociale en culturele veranderingen.

Downloaden De veranderende wereld van werk. Een verkenning van de kwaliteit van werk in de toekomst, door Anne Roeters, Patricia van Echtelt, Cok Vrooman, Jan Dirk Vlasblom, Martin Olsthoorn, Sociaal en Cultureel Planbureau, april 2021: https://beroepseer.nl

Bij hervorming van de arbeidsmarkt moet rekening worden gehouden met kwaliteit en betekenis van werk voor burgers, SCP, 22 april 2021: www.scp.nl

Dossier De veranderend wereld van werk, SCP: www.scp.nl/onderwerpen/veranderende-arbeidsmarkt/dossier-veranderende-arbeidsmarkt

Hoe kijken patiënten en huisartsen tegen online-inzage van medisch patiëntendossier aan?

Nu huisartsenpraktijken in Nederland sinds juli 2020 verplicht zijn hun patiënten elektronische inzage te geven in hun medisch dossier, bieden veel praktijken een online mogelijkheid aan om patiënten hun medische gegevens in te laten zien (bijvoorbeeld via een beveiligd patiëntenportaal). Praktijkmedewerkers en patiënten blijken hier verschillende verwachtingen van te hebben. Beiden zien weliswaar de voordelen, bijvoorbeeld meer onderlinge betrokkenheid, maar ook is er bezorgdheid. Verschillende patiënten zijn verontrust over de privacyborging van hun gegevens en zorgverleners vrezen een mogelijke toename van de werkdruk. Dit en meer blijkt uit een internationaal literatuuronderzoek van het Nivel, IQ healthcare (Radboudumc) en Universiteit Maastricht, uitgevoerd binnen het huisartsenondersteuningsprogramma OPEN.

De eerste resultaten van hetzelfde onderzoek voor de Nederlandse huisartsenzorg volgt later in 2021.

OPEN-programma

Online inzage in het medisch dossier biedt patiënten de mogelijkheid om laagdrempelig eigen gezondheidsgegevens in te zien en te beheren. Denk hierbij aan laboratoriumuitslagen en een overzicht van de gebruikte medicatie. In enkele andere landen wordt deze mogelijkheid al langer aangeboden. Het onderzoeksconsortium van het OPEN-programma – een gezamenlijk initiatief van huisartsenverenigingen InEen, LHV en NH – ondersteunt huisartsen bij het implementeren van online inzage.

Patiënten verwachten beter contact met huisarts en meer betrokkenheid bij de eigen gezondheid

Uit de literatuur blijkt dat patiënten verwachten dat zij door online inzage meer vertrouwen krijgen in de huisarts en dat consulten van betere kwaliteit zijn door verbeterd contact. Ook verwachten zij een actievere rol in de (eigen) medische besluitvorming te krijgen en zich beter te kunnen voorbereiden op een volgend gesprek met de huisarts. Daarentegen zijn er ook patiënten die sceptisch zijn over online inzage en dan met name over de borging van de privacy .
Opmerkelijk is dat het gebruik van online inzage verschilt tussen patiëntengroepen. Vooral mensen met chronische aandoeningen maken vaker gebruik van deze mogelijkheid. Of dit ook het geval is in Nederland en wat hiervan de oorzaak is, behoeft nog nader onderzoek.

Zorgverleners ervaren soepelere communicatie met de patiënt, maar ook meer werkdruk

Zorgverleners ervaren of verwachten dat het gebruik van online inzage leidt tot een eenvoudigere en directere manier van communiceren, mede doordat de online mogelijkheden daartoe beter worden benut. Wel spreken ze ook hun bezorgdheid uit over de angst bij patiënten die online inzage kan oproepen en over een mogelijke toename van de werkdruk. Dit als gevolg van de hoge verwachtingen die patiënten hebben bij online inzage en de noodzakelijke extra stappen in het zorgproces die het met zich meebrengt.

Over het onderzoek

Het literatuuronderzoek is gedaan binnen het programma OPEN, een ondersteuningsinitiatief van branchevereniging van organisaties in de eerstelijnszorg InEen, de Landelijke Huisartsen Vereniging LHV en het Nederlands Huisartsen Genootschap om huisartsen te ondersteunen bij het implementeren van online inzage. Als eerste stap in het langlopende onderzoekstraject van 2,5 jaar naar het effect van online inzage in de huisartsenzorg, heeft het Nivel samen met IQ healthcare (Radboudumc) en de Universiteit Maastricht de literatuur in kaart gebracht, over de verwachtingen en ervaringen in de huisartsenzorg in het buitenland.

Resultaten literatuuronderzoek: Hoe kijken patiënten en huisartsen tegen online inzage aan? NIVEL, 28 april 2021: www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1004015.pdf

De bronnen van het literatuuronderzoek zijn terug te vinden op Open-Eerstelijn: https://open-eerstelijn.nl

Online inzage in het dossier van de huisarts: meer onderlinge betrokkenheid, maar ook meer werkdruk verwacht, NIVEL, 28 april 2021: www.nivel.nl


Foto bovenaan is infographic uit literatuuronderzoek ‘Hoe kijken patiënten en huisartsen tegen online inzage aan?’

Red het onderwijs! Te beginnen met het leraarschap

Red het Onderwijs Team geeft een rode kaart voor het in februari 2021  gelanceerde Nationaal Programma Onderwijs wat betreft het PO en het VO Slob van Onderwijs: Het eenmalig doneren van 5,8 miljard euro aan het primair en het voortgezet onderwijs is een ondoordacht besluit dat leidt tot verspilling en bureaucratie. Deze manier van handelen helpt de sector niet en levert op termijn zelfs een risico voor de reputatie van het PO en het VO.
Een zwakke sector die budget ontvangt en niet levert, mag de volgende ronde met de pet in de hand achter aansluiten. Het PO en VO hebben fundamentele kwaliteitsproblemen en kunnen zich deze status niet veroorloven. Vandaar deze rode kaart.

Team Red het Onderwijs, ontstaan vanuit individuele contacten – wil vanuit expertise en ervaring bijdragen aan de kwaliteit van het basis- en voortgezet onderwijs en aan de doelmatige besteding van onderwijsgelden. Het kernteam bestaat uit acht leden; er zijn nog vacatures voor experts uit het VMBO.
Het Team geeft zonder specifieke opdracht, gevraagd en ongevraagd, advies en reageert op plannen, maatregelen en wetgeving voor het onderwijs met een groene (doen!), gele (ja, maar ..) of rode kaart (niet doen!). Met een blauwe kaart geeft het team haar standpunt over een bepaalde kwestie.

De 21e-eeuwse zorgen van Team Red het Onderwijs zijn:

Leraar en leraarschap

  • lerarentekort, zowel kwantitatief als kwalitatief; onaantrekkelijkheid van het leraarsberoep; kwaliteit van lerarenopleidingen en nascholing; zwakke vakorganisatie.

Leerling en leren

  • niveau en kwaliteit van leerprestaties; uitholling van basiskennis en -vaardigheden; kansenongelijkheid.

Overheid en bestuur

  • veel ongefundeerde vernieuwingen en experimenten; ondoelmatige besteding van onderwijsgelden; bestuurlijke drukte, wisselende kwaliteit schoolleiders; gebrek aan regie, controle en focus bij de overheid.

Lees verder op de site van Team Red het Onderwijs over de leden van het kernteam, standpunten en adviezen: https://redhetonderwijs.com