Skip to main content

Redactie Beroepseer

Hoe werkt het keuringssysteem van de jeugdbescherming eigenlijk?

Het Keurmerkinstituut is de enige instantie die de jeugdbescherming kan certificeren.*) Zonder certificaat mag een instelling geen jeugdbescherming bieden. Margot Smolenaars en Judith Spanjers onderzochten voor Follow the money – platform voor financieel-economische onderzoeksjournalistiek – hoe het keuringssysteem van de jeugdbescherming werkt. In hun artikel Vertrouwelijk: het ondoorzichtige keuringssysteem van de jeugdbescherming, schrijven zij:

“Via jaarlijkse keuringen van het managementsysteem garandeert het Keurmerkinstituut dat de jeugdbescherming in staat is goed werk af te leveren. Hoe en waarom een instelling het predikaat ‘gecertificeerd’ krijgt (of verliest), is echter in nevelen gehuld: rapporten zijn niet openbaar, en zelfs de gemeenten en de cliëntenraad krijgen er niet zomaar toegang toe. De Limburger en Follow the Money ontdekten dat eenzelfde probleem binnen dit ‘objectieve’ systeem bij verschillende organisaties tot andere uitkomsten leidt.

In Limburg speelt al jarenlang een conflict tussen Bureau Jeugdzorg Limburg (BJL) en de cliëntenraad. Cliëntparticipatie is een belangrijk onderdeel van de jaarlijkse toets die instellingen moeten doorstaan om hun certificaat te krijgen.

In januari 2019 constateerde het Keurmerkinstituut dat BJL de cliëntparticipatie niet op orde had. Als dit nog een keer zou voorkomen, dan zou BJL volgens de regels zijn certificaat kunnen verliezen. Tijdens de audits in 2020 en 2021 overlegde de cliëntenraad bewijs dat de situatie alleen maar verslechterd was, maar dat had geen gevolgen.

De cliëntenraad zegt dat BJL omgang met de achterban frustreert door afspraken over een budget en een website voor hen niet na te komen. BJL vindt dat er met deze cliëntenraad niet valt samen te werken, en wil de cliëntenraad nu ontbinden. Op 22 juli 2021 buigt een ad hoc-commissie van vertrouwenslieden zich over de vraag of BJL dat mag doen. Een advies hierover wordt binnen enkele weken verwacht.

Hoewel de verhoudingen bleven verzuren, valt het Keurmerkinstituut niet langer over de gebrekkige cliëntparticipatie. Is dit keuringssysteem wel zo objectief als het lijkt?”

Lees het hele artkel: Vertrouwelijk: het ondoorzichtige keuringssysteem van de jeugdbescherming, door Margot Smolenaars en Judith Spanjers, Follow the money, 21 juli 2021: https://www.ftm.nl

Dit artikel is onderdeel van het dossier Jeugdzorg in het rood, een landelijk, regionaal uitgewerkt onderzoek door zeventien journalisten, tien redacties en 352 gemeenten die sinds maart 2020 op zoek zijn naar antwoorden op de vraag: Waar gaat het geld van de jeugdzorg heen?
Gemeenten wordt gevraagd om cijfers: hoeveel geven zij uit tussen 2015 en 2019 aan jeugdzorg, voor hoeveel kinderen en aan wie betalen ze voor wat? Deze uitgaven van gemeenten gecombineerd met de jaarrekeningen van zorgaanbieders moet een goed inzicht bieden in de ‘markt’ jeugdzorg.
Zie: www.ftm.nl/dossier/jeugdzorg-in-het-rood

https://www.ftm.nl/collectief-jeugdzorg

Noot:
*) De Jeugdwet schrijft voor dat een instelling die na 1 januari 2015 in opdracht van de gemeente de jeugdbescherming en jeugdreclassering wil uitvoeren daartoe gecertificeerd moet zijn. De normen waaraan deze instellingen moeten voldoen zijn door het Ministerie van Veiligheid en Justitie in samenspraak met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het werkveld gezamenlijk geformuleerd in het Normenkader ten behoeve van certificering van uitvoerende organisaties in jeugdbescherming en/of jeugdreclassering (jb/jr): https://keurmerk.nl/zorg-welzijn/certificatie-zorg-en-welzijn/certificering-jeugdbescherming-en-jeugdreclassering/

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Akademie van Kunsten krijgt zes nieuwe leden

De Akademie van Kunsten krijgt zes nieuwe leden. Het gaat om vooraanstaande kunstenaars uit alle kunstdisciplines zoals de muziek, beeldende kunst, toneel en literatuur. Leden van de Akademie van Kunsten worden gekozen op grond van nominaties. De nieuwe leden worden op 26 augustus 2021 geïnstalleerd in het Trippenhuis in Amsterdam.

Lotte de Beer (1981) – Opera regisseur

Regisseur Lotte de Beer geldt als een van de meest gewilde operaregisseurs van haar generatie. Ze is een vernieuwer van het operagenre en trekt met haar producties een divers publiek. De Beer is een inspirerend voorbeeld voor jonge mensen die het opera- en muziektheatervak in willen. De Beer studeerde regie aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Ze ontving de Ton Lutz Award voor meest getalenteerde regisseur en won in 2015 de International Opera Award in de categorie ‘Nieuwkomer’. Recente producties van De Beer zijn onder andere: Il Trittico bij de Bayerische Staatsoper, Aida bij de Opera National de Paris, Nozze di Figaro bij Festival Aix en Provence en verschillende producties bij de Nationale Opera in Amsterdam. Vanaf september 2022 is zij directeur van de Wiener Volksoper in Wenen.

Patricia Kaersenhout (1966) – Beeldend kunstenaar

Beeldend kunstenaar Patricia Kaersenhout neemt een prominente positie in in het culturele en publieke debat. Haar interdisciplinaire werk stelt vragen aan de orde over vrouwengeschiedenis en seksualiteit, racisme en de geschiedenis van de trans-Atlantische slavernij, en de invloed van slavernij op het heden. Kaersenhout, die zichzelf omschrijft als kunstenaar ‘in constante staat van wording’, beschikt over het talent om verborgen of vergeten geschiedenis zichtbaar te maken voor zowel een gespecialiseerd als breed publiek. Dit maakt haar tot een van de meest invloedrijke geëngageerde kunstenaars in en buiten Nederland.

Moniek Merkx (1956) – Regisseur, schrijver en dramaturg

Moniek Merkx is als regisseur, schrijver en dramaturg al bijna 35 jaar werkzaam in het Nederlandse theater. Ze regisseerde bijna honderd voorstellingen, schreef meer dan vijftig teksten en begeleidt al jaren jong talent. Dat doet ze vooral in het professionele jeugdtheater, maar ook in de voorhoede van de mime en het fysieke theater voor volwassenen. Haar werk is associatief, beeldend en muzikaal.
Van 2013 tot februari 2021 was Merkx artistiek directeur van Maas theater en dans in Rotterdam. Nu is zij hier werkzaam als regisseur en coach. Voor haar werk ontving Merkx in Nederland meerdere jeugdtheaterprijzen (Hans Snoek Prijs, 1000Watt Prijs, Gouden/Zilveren Krekels, Podiumkids Prijs) en de VSCD Mimeprijs. In de Verenigde Staten won ze de Tony Award, samen met The Children’s Theatre Company in Minneapolis.

Jolanda Spoel (1973) – Actrice, regisseur, artistiek leider

Jolanda Spoel speelde als actrice bij diverse gezelschappen, waaronder de Rotterdamse Het Waterhuis en Bonheur. Ook was zij jarenlang artistiek leider van het jongerentheatergezelschap Rotterdams Lef. Daar maakte ze onder andere de spraakmakende voorstellingen Kwaad Bloed (2006) en Brandgrens (2007). Spoel heeft zich bewezen als maker en pionier op het gebied van talentontwikkeling voor jonge podiumkunstenaars. Dit deed ze onder meer als medeoprichter van Maas theater en dans, dat het produceren en programmeren (voor een jong publiek) onder één dak combineert.
Ze verbindt traditionele kunstvormen met uitingsvormen van jonge mensen en mensen met een bi-culturele achtergrond. Een mooi voorbeeld hiervan was de samenwerking tussen Maas theater en dans en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Sinds vorig jaar is Jolanda Spoel algemeen directeur van het Bijlmer Parktheater.

Michael Tedja (1971) – Schrijver, dichter, schilder en curator

Michael Tedja is een toonaangevende Nederlandse schilder en schrijver die sinds 25 jaar zijn stempel op de Nederlandse kunstsector heeft gedrukt met zijn schilderijen en installaties. Zijn grenzeloze artistieke output en uitzonderlijke talent voor het ontwikkelen van nieuwe conceptuele denkmodellen maken hem tot een eigenzinnig kunstenaar. Tedja’s werk is nationaal en internationaal erkend en getoond, bijvoorbeeld in het Stedelijk Museum Amsterdam en het Cobra Museum in Amstelveen, en in diverse gezaghebbende galeries in de Verenigde Staten. Een aantal van zijn boeken werd in het Engels vertaald door het prestigieuze Sternberg Press. Tedja is tevens verbonden aan het Sandberg Instituut in Amsterdam. In die hoedanigheid is hij betrokken bij het werk van vele jonge kunstenaars.

Merlijn Twaalfhoven (1976) – Componist

De composities van Merlijn Twaalfhoven zijn uitgevoerd door nationale en internationale orkesten. Hij werkte met onder andere het Kronos Quartet, Holland Festival en het Tokyo Symphony Orchestra en initieerde festivals en samenwerkingsprojecten in onder meer Syrië, Jordanië, Palestina, Brazilië en de VS. Hierbij zocht hij naar manieren om bestaande grenzen tussen genres en stijlen, maar ook tussen bevolkingsgroepen en culturen te doorbreken, en nieuwe verbindingen te leggen. Na talloze muziek- en theaterprojecten in steden, wijken, conflictgebieden, vluchtelingenkampen en de natuur, ziet Twaalfhoven zichzelf als creatief onderzoeker van complexe maatschappelijke problemen. In zijn boek Het is aan ons laat hij zien hoe elk van ons de mindset van een kunstenaar kan activeren en daarmee een rol van betekenis kan spelen bij het aanpakken van grote en kleine wereldproblemen. Twaalfhoven ontving in 2011 een UNESCO-award als ‘Young Artist for intercultural dialogue between the Arab and Western worlds’ en werd genomineerd voor de Amsterdam Prijs voor de Kunst.

Ga voor informatie over de selectieprocedure naar de website van de Akademie van Kunsten. www.akademievankunsten.nl/nl/nieuws/akademie-van-kunsten-krijgt-zes-nieuwe-leden

Over de Akademie van Kunsten
De Akademie van Kunsten telt leden uit de hele breedte van de kunsten. De Akademie heeft tot doel de stem te vertolken van de kunsten in de Nederlandse samenleving (inclusief de politiek) en het bevorderen van de interactie tussen de kunsten ondeij en tussen wetenschap en kunst.
De Akademie van Kunsten is een onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.

Akademie van Kunsten: https://akademievankunsten.nl/nl

 

Foto bovenaan: Portretten van de zes nieuwe leden van de Akademie van Kunsten, v.l.n.r.
Moniek Merkx (door Fred Ernst)
Michael Tedja (door Cees Wouda)
Patricia Kaersenhout (door Aatjan Renders)
Merlijn Twaalfhoven (door Jelmer de Haas)
Jolanda Spoel (door Fred Ernst)
Lotte de Beer (door David Payr)

Proefschrift over versterking van rol leraren bij signaleren en aanpakken pestgedrag op basisschool

Hoe helpen we leerkrachten pesten aan te pakken? In juni 2021 promoveerde pedagoog Marloes van Verseveld aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift Strengthening teachers in their role to identify and address bullying among students in elementary schools.
1 op de 10 leerlingen in het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs wordt regelmatig gepest. Minstens een keer per maand zijn zij slachtoffer geweest van pesten. Hiervan geeft bijna 7 procent aan maandelijks gepest te zijn en ruim 3 procent wekelijks.

Leerkrachten spelen een sleutelrol in het aanpakken van pesten, maar voelen zich hier vaak onvoldoende toe in staat. “Leerkrachten hebben behoefte aan meer handvatten bij het voorkomen en aanpakken van pesten”, concludeert Marloes van Verseveld.

Pesten komt vooral voor in het hoger basisonderwijs en lager vervolgonderwijs, maar begint al in de vroege schooljaren en vroegtijdig ingrijpen is dan ook belangrijk. Leerkrachten spelen hier een sleutelrol in, maar blijken zich vaak onvoldoende bekwaam te voelen. Marloes van Verseveld onderzocht hoe leerkrachten kunnen worden versterkt door middel van een schoolbreed anti-pestprogramma en welke effecten deze programma’s hebben op de competenties van leerkrachten om pesten beter aan te pakken. Ze analyseerde bestaand onderzoek naar anti-pestprogramma’s, sprak met leerkrachten over hun ervaringen en voerde een experiment uit waarin de evaluatie van het vernieuwde PRIMA-anti-pestprogramma centraal stond.

Pesten is niet iets dat enkel gebeurt tussen de pester en de gepeste. Pesten is een groepsproces waarbij alle leerlingen in de klas een rol kunnen spelen. Leerlingen kunnen betrokken zijn als meelopers of aanmoedigers van het pesten, door bijvoorbeeld te gaan lachen als er gepest wordt. Leerlingen kunnen zich ook afzijdig houden, dit zijn buitenstaanders. Als laatste groep heb je de verdedigers, die wel actief ingrijpen wanneer er gepest wordt en opkomen voor het slachtoffer van pesten. Vanuit deze dynamiek zouden preventieve maatregelen en interventies tegen pesten zich niet alleen moeten richten op pesters en gepeste kinderen, maar ook op de leerkrachten.

Studies rapporteren positieve effecten anti-pestprogramma’s

Marloes van Verseveld: “Uit de hele berg studies naar anti-pestprogramma’s die we hebben doorgespit, bleven er uiteindelijk 13 studies over waarin ook naar effecten op leerkrachten was gekeken”.
Uit die studies bleek dat anti-pestprogramma’s effectief kunnen zijn en de competenties van leerkrachten om pestgedrag aan te pakken kunnen versterken. De studies lieten ook zien dat de leerkracht vaak in alle onderdelen van het programma een rol heeft wat het extra belangrijk maakt hen goed te ondersteunen.
“Op basis van dit resultaat adviseren we in anti-pestprogramma’s goed aandacht te besteden aan leerkrachten en hun houding ten aanzien van pesten, de ervaren zelf-effectiviteit, en kennis en vaardigheden”.

Leerkrachten voelen zich onzeker over hun aanpak bij specifieke pestsituaties

Van Verseveld is daarnaast in gesprek gegaan met leerkrachten over waar zij in de praktijk tegenaan lopen en wat ze lastig vinden aan pestsituaties. De leerkrachten gaven aan vooral problemen te ervaren wat betreft:

  1. Het signaleren van verborgen vormen van pesten, zoals digitaal pesten in whatsapp groepen
  2. Het inschatten wanneer iets een pestsituatie is, bijvoorbeeld door tegenstrijdige verhalen
  3. Het aanpakken van hardnekkige gevallen van pesten bij leerlingen met sociaal-emotionele problemen, zowel die pesten als die gepest worden
  4. Het vinden van oplossingen met ouders van leerlingen die betrokken zijn bij pestsituaties, vooral bij meningsverschillen.

Van Verseveld: “Leerkrachten missen tijd en vaardigheden hier goed mee om te gaan en hebben meer ondersteuning nodig. Vooral startende leerkrachten. Ze zouden bijvoorbeeld geholpen zijn met een goede screeningtool waarmee ze pestgedrag al in een vroeg stadium kunnen signaleren, heldere protocollen om pestgedrag aan te pakken en professionele training om de eigen vaardigheden te oefenen”.

Geen effect op leerkrachten, wel op leerlingen

In een eenjarig experiment onderzocht Van Verseveld ook de effectiviteit van het vernieuwde anti-pestprogramma PRIMA. Ze vond, in tegenstelling tot wat andere studies over anti-pestprogramma’s concluderen, geen effecten op de leerkrachten.“Mogelijk voelden leerkrachten zich al behoorlijk competent voor het experiment omdat ze hoog scoorden op de voormeting op hun competenties. Of de PRIMA training is niet intensief genoeg geweest, of te weinig leerkrachten hebben de onderdelen ingezet. Maar startende leerkrachten, leerkrachten die zelf pesten signaleerden en leerkrachten in stedelijke scholen lijken wel behoefte te hebben aan PRIMA”.

PRIMA had wel een redelijk sterk effect op leerlingen .“We zagen bij scholen die aan de slag waren gegaan met alle onderdelen van PRIMA, inclusief een lessenserie gericht op leerlingen, een daling van 20% in het aantal meldingen door klasgenoten over kinderen die gepest zouden worden. Dit effect vonden we niet bij scholen die PRIMA zonder lessen hebben ingezet. De leerlinglessen die onderdeel zijn van PRIMA lijken dus een positieve invloed te hebben. Het is daarom belangrijk dat antipest-programma’s zowel leerlingen als leerkrachten versterken”, stelt Van Verseveld.

Een schoolbreed programma

Scholen en leerkrachten kunnen echt baat hebben bij een schoolbreed programma met onderdelen gericht op individuele leerlingen, de klas, het schoolpersoneel en de ouders. Pesten blijft echter een complex probleem en de uitvoering van anti-pestprogramma’s is kwetsbaar, concludeert van Verseveld. Het kan voor leerkrachten ook best een opgave zijn naast al hun andere onderwijstaken: “De leerlinglessen zouden voor scholen een mooi startpunt kunnen zijn, omdat we in ons onderzoek zien dat deze een positief effect hadden op het inzetten van de andere onderdelen. Maar alleen lesgeven over pesten is niet voldoende. Idealiter volgen scholen het hele traject van training, monitoring en daarna de lessen en werken ze met programma’s waarvan bewezen is dat deze werken”.

Downloaden proefschrift Strengthening teachers in their role to identify and address bullying among students in elementary schools, Marloes van Verseveld, juni 2021: www.hva.nl/binaries/content/assets/subsites/kc-oo/pdfs-bijlagen-bij-agenda-items/proefschrift—marloes-van-verseveld.pdf?1623154466519

Hoe helpen we leerkrachten pesten aan te pakken? Universiteit van Amsterdam, 18 juni 2021: www.uva.nl

Hieronder video met Marloes van Verseveld over haar onderzoek naar leerkrachten en anti-pestprogramma’s

Afbeelding helemaal bovenaan is van Succo

Lek onthult wereldwijd misbruik van cybersurveillance-software

Mensenrechtenactivisten, journalisten en advocaten over de hele wereld zijn het doelwit geweest van autoritaire regeringen die gebruik maakten van hacksoftware die werd verkocht door het Israëlische surveillancebedrijf NSO Group, zo blijkt uit een onderzoek naar een massaal gegevenslek.

Het onderzoek, verricht door het Engelse dagblad The Guardian en zestien andere media-organisaties, wijst op een wijdverspreid en constant misbruik van NSO’s hacking spyware dat Pegasus wordt genoemd en waarvan het bedrijf volhoudt dat het alleen bedoeld is voor gebruik tegen criminelen en terroristen.
Forbidden Stories, een in Parijs gevestigde non-profit media-organisatie, en Amnesty International kregen in 2016 als eerste toegang tot de uitgelekte lijst. Vervolgens zijn ze hun bevindingen met mediapartners gaan delen in het kader van wat ‘het Pegasus-project’ ging heten.
Pegasus is een malware/programma dat iPhones en Android-toestellen infecteert om gebruikers  in staat te stellen berichten, foto’s en e-mails te extraheren, gesprekken op te nemen en stiekem microfoons te activeren.

Meer details en identiteit bekend gemaakt

Het lek bevat een lijst van meer dan 50.000 telefoonnummers die, zo wordt aangenomen, sinds 2016 door klanten van NSO zijn geïdentificeerd als die van interessante personen.
Op de lijst staan 180 journalisten van onder meer de Financial Times, CNN, The New York Times,. France 24, The Economist, Associated Press en Reuters.
Dat een naam op de lijst staat, betekent niet per definitie dat de telefoon ook is gehackt, schrijft The Guardian, maar geeft wel inzicht in de potentiële doelwitten van regeringen. Uit een steekproef van de media blijkt wel dat de helft van de telefoons daadwerkelijk sporen van Pegasus bevat.

The Guardian en mediapartners zullen de komende dagen meer details en de identiteit bekendmaken van de mensen die op de lijst voorkomen. Het gaat om honderden zakenlieden, religieuze figuren, academici, medewerkers van NGO’s, vakbonds- en regeringsfunctionarissen, waaronder ministers van een kabinet, presidenten en premiers.

In reactie op de onthullingen deelt NSO Group mee dat het onderzoek gebrekkige aannames en feitelijke fouten bevat. Ze zouden verre van de realiteit staan. NSP overweegt een rechtszaak wegens laster.

The Pegasus Project, The Guardian: https://www.theguardian.com/news/series/pegasus-project

Revealed: leak uncovers global abuse of cyber-surveillance weapon, The Guardian, 18 juli 2021: https://www.theguardian.com

Spionagesoftware gebruikt om wereldwijd journalisten te bespioneren, door Trudy Brandenburg-van de Ven, Villamedia, 19 juli 2021: www.villamedia.nl

NSO Group: https://www.nsogroup.com/Newses/following-the-publication-of-the-recent-article-by-forbidden-stories-we-wanted-to-directly-address-the-false-accusations-and-misleading-allegations-presented-there/

Amnesty International: https://www.amnestyusa.org

De afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann

Nederland volgt aanbevelingen van Raad van Europa inzake bevorderen integriteit en voorkomen corruptie niet of nauwelijks op

De Raad van Europa heeft in 2018 aan Nederland zestien aanbevelingen*) gedaan inzake het voorkomen van corruptie en het bevorderen van integriteit in de Rijksoverheid (van topbestuurders) en in organisaties die de wet handhaven (politie en marechaussee).
Hoe staat het er inmiddels voor? Het antwoord is: bedroevend. De ‘Group of States against Corruption’ (GRECO) van de Raad van Europa constateert in het rapport Compliance account – The Netherlands dat Nederland geen van de zestien aanbevelingen bevredigend heeft uitgevoerd: acht – ten aanzien van wetshandhavende organisaties – slechts gedeeltelijk en acht – ten aanzien van integriteit topbestuurders – in het geheel niet.

GRECO merkt op dat meer vooruitgang nodig is. Aangetoond moet worden dat op een aanvaardbaar niveau de aanbevelingen worden opgevolgd binnen achttien maanden. Overeenkomstig artikel 31, herziene bis, lid 8.2, van zijn reglement van orde, verzoekt GRECO het hoofd van de delegatie van Nederland om aanvullende informatie te verstrekken over de uitvoering van alle aanbevelingen, uiterlijk op 30 september 2022.
GRECO verzoekt de Nederlandse autoriteiten tevens te zorgen voor een spoedige publicatie van het rapport alsmede een vertaling in het Nederlands.

Een greep uit GRECO’s aanbevelingen:

♦  Een gecoördineerde strategie ontwikkelen voor de integriteit van personen aan wie topfuncties zijn toevertrouwd op basis van risicoanalyse, gericht op het voorkomen en beheersen van diverse vormen van belangenconflicten, onder meer door middel van responsieve maatregelen op het gebied van advies, toezicht en nalevingsmaatregelen.

♦  Aanscherpen van procedures in situaties waarin bepaalde geschenken en voordelen zijn aangeboden en aanvaard, met name door het invoeren van maatstaven voor het melden van giften en andere aanbiedingen. Deze behoren te worden geregistreerd en onderworpen aan toezicht.

♦  Toepassing van geschikte maatregelen en middelen die ervoor zorgen dat op gezette tijden, gedurende de volledige tijd van hun dienstverband, personeel van de Nationale Politie wordt doorgelicht en gescreend.

♦  Verscherpen van controlemaatregelen met betrekking tot toegang en gebruik van vertrouwelijke informatie, ter voorkoming van ongeoorloofde toegang tot wetshandhavingsregisters en uitlekken van informatie

♦  Onderzoek doen naar de risico’ van belangenconflicten in verband met werkzaamheden van politiemensen (ook degenen op topniveau) nadat zij de politiedienst hebben verlaten. Nodig is het overwegen van passende regelgeving op dit gebied.

♦  Invoering van algemene voorschriften betreffende beperkingen voordat personen in een leidinggevende topfunctie nieuw werk zoeken in de particuliere sector of van plan zijn dat te doen, na beëindiging van hun werk in de publieke sector.

♦  Personen belast met belangrijke uitvoerende taken verplichten hun financiële toestand regelmatig openbaar te maken. En te overwegen financiële informatie over huwelijkspartners en afhankelijke familieleden daar ook bij te betrekken. Met dien verstande dat laatstgenoemde informatie niet noodzakelijkerwijs openbaar gemaakt hoeft te worden. Het is de bedoeling dat
de verklaringen op een passende manier worden gecontroleerd.

Corruptie
Sinds de oudheid is corruptie een van de wijd verbreidste en verraderlijkste soorten maatschappelijk kwaad. Wanneer daarbij ambtenaren en gekozen vertegenwoordigers betrokken zijn, is corruptie schadelijk voor het functioneren van de publieke sector. Sinds eind negentiende eeuw wordt corruptie ook gezien als een grote bedreiging in de privé-sfeer. Corruptie ondermijnt het vertrouwen dat nodig is voor de instandhouding en de ontwikkeling van economische en maatschappelijke betrekkingen. Naar schatting worden elk jaar honderden miljarden euro’s aan steekpenningen betaald.

Lees meer over de strijd van de Raad van Europa tegen corruptie: The Fight against Corruption: A Priority for the Council of Europe: hwww.coe.int/en/web/greco/about-greco/priority-for-the-coe

Downloaden van Compliance Report Netherlands, Group of States against Corriuption (GRECO), 6 juli 2021: https://rm.coe.int/fifth-evaluation-round-preventing-corruption-and-promoting-integrity-i/1680a2fcb0

Netherlands – Publication of 5th Round Compliance Report, Raad van Europa, 6 juli 2021:
www.coe.int/en/web/greco/-/netherlands-publication-of-5th-round-compliance-report

_______________
Noot
*) In het Compliance Report worden de maatregelen beoordeeld die de Nederlandse autoriteiten hebben genomen om gevolg te geven aan de aanbevelingen van de Fifth Round Evaluation Report on the Netherlands dat is aangenomen tijdens de 81e plenaire vergadering van GRECO (3-7 december 2018) en gepubliceerd op 22 februari 2019, na toestemming van Nederland (GrecoEval5Rep(2018)2E).

Ervaringen met schaduwzijde carrière in de wetenschap: ‘Mijn advies: ga nooit promoveren’

Radioprogramma NOS op 3 is gedoken in het probleem van wangedrag op universiteiten. Wat maken jonge wetenschappers mee en wat is er aan te doen? Er zijn circa vierhonderd ervaringen verzameld van studenten die willen promoveren en dus als jonge wetenschapper beginnen aan een academische carrière aan de universiteit. Wangedrag kan een probleem zijn voor alle studenten en medewerkers, maar juist promovendi zijn een kwetsbare groep: ze krijgen te maken met veel prestatiedruk en zijn vaak compleet afhankelijk van hun begeleider.
Vier op de tien zegt tegen NOS op 3 dat ze inderdaad wangedrag meemaken, zoals een conflict met hun promotor, pesten of buitensluiting. Er zijn ook voorbeelden van racisme, seksisme en seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Om de misstanden tegen gaan is voor de universiteit vanaf 1 juli 2021 een onafhankelijke ombudsman verplicht. Zes van de veertien universiteiten hebben er inmiddels een.

Onderzoek

Een onderzoek onder universiteitsmedewerkers enkele jaren geleden gaf al aan dat de sfeer op de universiteit niet al te best is. In mei 2019 publiceerden vakbond FNV en vakbond voor de wetenschap VAWO de resultaten van een onderzoek onder ruim duizend universiteitsmedewerkers. De helft van hen bleek te werken op een afdeling waar sprake was of was geweest van een sociaal onveilige werkomgeving. Vier op de tien had hier zelfs persoonlijk mee te maken gehad. De vormen van sociale onveiligheid varieerden van pesten, machtsmisbruik, vernederen en uitsluiten tot het achterhouden van informatie en (seksuele) intimidatie.

Mentale problemen

Volgens NOS op 3 krijgen veel van de jonge wetenschappers mentale problemen door hun slechte ervaringen. Het meest worden burn-out en depressie genoemd. Een van hen: “Ik had een promotor die chronisch onredelijk was. Onhaalbare deadlines, telkens nieuwe onderzoeken beginnen terwijl wat liep nog niet af was. Het hele traject heeft me mijn mentale welzijn en mijn relatie gekost”.

De problemen raken ook aan de kwaliteit van wetenschap, volgens Promovendi Netwerk Nederland. Rosanne Anholt: “Een onveilig werkklimaat komt de wetenschap niet ten goede. Er worden bijvoorbeeld fouten verzwegen, of er staan auteurs op artikelen die daar niet horen, puur omdat die wetenschappers een publicatiedruk voelen. Er zijn veel promovendi die denken aan stoppen. Jonge wetenschappers worden zo de wetenschap uitgejaagd”.

Hieronder video Kapotgemaakt door je eigen universiteit, NOS op 3, 13 juli 2021:

‘Een dictator als promotor’: ombudsman moet jonge wetenschapper helpen, NOS op 3, 13 juli 2021: https://nos.nl

Helft universiteitspersoneel ervaart omgeving als sociaal onveilig. Vakbonden willen externe klachtencommissie en speciale ombudsman, Blogs Beroepseer, 6 mei 2019: https://beroepseer.nl

Hoe de chaos in de jeugdzorg verholpen kan worden. Steven de Waal geeft advies in inspirerend gesprek

Waar ging het fout in de jeugdzorg? Een gesprek van Ad Verbrugge van online zender De Nieuwe Wereld TV met Steven de Waal over zijn medewerking aan Manifest De Jeugdsprong. Het manifest bevat een advies over de jeugdzorg aan de lokale en landelijke politiek. De Waal is oprichter van Denktank Public SPACE. Zijn missie is maatschappelijk ondernemen en actief burgerschap.
De Nieuwe Wereld is een platform dat mensen uit verschillende disciplines en maatschappelijke sferen bij elkaar brengt om na te denken over de grote veranderingen van deze tijd.

Sterke eerste lijn nodig

De jeugdzorg in Nederland verkeert in zwaar weer. Sinds de decentralisering in 2015 ligt ze in handen van de gemeenten, maar daar ontbreekt het vaak aan expertise. Gevolg is een kluwen van onafhankelijke, door de gemeente ingehuurde instanties, waarin patiënt en zorgverlener hun autonomie dreigen te verliezen. Wie is er nu uiteindelijk verantwoordelijk voor het leveren en beoordelen van zorg?
De Waal: “De gemeente is op de stoel van de professional gaan zitten. In plaats van alles door de gemeente te laten oppakken hebben we een sterke eerste lijn nodig, een professionele, private eerste lijn die de cliënten kent”.
Nodig is een professionele signalering van wat de jeugdzorg nodig heeft of waar de jeugdzorg tegenaan loopt en maar niet kan oplossen. Men dient er ook voor te zorgen dat je de jeugdzorg niet tot een afvoerputje van alle problemen maakt. En dat is nu de neiging.

De Rijksoverheid heeft bij de decentralisering van de jeugdzorg in 2015 nagelaten goed te definiëren wat jeugdzorg precies is en waarop je wettelijk recht hebt als burger. Dat is in de gezondheidszorg beter geregeld.
Het tweede punt is dat de Rijksoverheid een inhoudelijke beoordeling had moeten geven van wat nodig is in bepaalde gevallen aan interventies of behandelingen. Als derde is de Rijksoverheid in gebreke gebleven op het gebied van toezicht en inspectie.
Ook belangrijk is de burger keuzes bieden. De Waal: “Concurrentie in de zorg is niet slecht. Het gaat mis bij het winstoogmerk.”

Voordelen van een onafhankelijke denktank

De Waal wijst erop op dat een onafhankelijke denktank als De Jeugdsprong die het Manifest heeft samengesteld, voordelen heeft. Mensen vinden het eigen, toekomstgerichte geluid inspirerend. De problemen worden aangepakt. Uiteraard zijn bestuurders vaak tegen, maar in dit geval valt het mee volgens De Waal. De grootste weerstand zit bij de gemeenten. Het gaat er nu om dat er een splitsing komt: Welk stuk van de jeugdzorg is het best af met centralisatie en welk met decentralisatie?
De Jeugdsprong biedt een dwarsdoorsnijdende visie die echt lijkt te helpen bij doorvoering. Het probleem dat aanwezig is wordt volop erkend, en niet meer ontkend. Daardoor kan de volgende stap worden gezet. Met een inspirerend vergezicht worden de problemen van nu eerder gezien en worden ze eerder aangepakt.
Voorbeelden waar gemeenten al bezig zijn met de adviezen van De Jeugdsprong zijn Rotterdam en Oude IJsselstreek.

Zie ook Manifest De Jeugdsprong feestelijk gepresenteerd, 17 mei 2021:  https://beroepseer.nl/actueel-in-beroepseer/manifest-de-jeugdsprong-feestelijk-gepresenteerd/

:

 

Wetsvoorstel strafrechtelijk aanpakken van doxing, intimidatie door delen persoonsgegevens

Het delen van privégegevens om iemand te intimideren moet strafrechtelijk kunnen worden aangepakt. Doxing, waaronder het verspreiden van identificerende persoonsgegevens om iemand angst aan te jagen, heeft mede door de opkomst van internet en sociale media een vlucht genomen. Daarom heeft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid op 12 juli 2021 een wetsvoorstel in consultatie gebracht om deze vorm van intimidatie strafrechtelijk te kunnen aanpakken.

Het rond- en doorsturen van persoonsgegevens met als doel vrees aan te jagen, ernstige overlast te veroorzaken of iemand te hinderen in de uitoefening van zijn beroep, raakt in toenemende mate hulpverleners, opiniemakers, wetenschappers, journalisten en politici. Het gaat niet alleen om bekende mensen, maar ook om burgers, politieagenten en medewerkers van gemeenten die in hun dagelijks werk veel direct contact hebben met publiek. De Tweede Kamer en de politie hebben hierover ook hun zorgen geuit en aangedrongen op een strafrechtelijke aanpak van doxing.

,,Het grote gemak waarmee sommigen denken te kunnen intimideren door privégegevens over anderen te verspreiden is meer dan schofterig. Het gaat over de grens van het toelaatbare als mensen in hun leven worden belemmerd, onze agenten worden gehinderd in hun werk en wetenschappers niet meer vrij uit kunnen spreken. Hele gezinnen voelen zich vaak niet meer veilig thuis, mensen durven niet meer onbevangen naar buiten te treden en zichzelf te zijn. Ook collega’s worden erdoor geraakt. Dit gaat echt een grens over en dat moeten we duidelijker in de wet vastleggen.’’ (Minister Grapperhaus)

Veel intimiderende gedragingen, zoals bedreigingen en stalking, zijn al strafbaar. Maar doxing is in de praktijk vaak niet strafrechtelijk aan te pakken. Bijvoorbeeld omdat er geen sprake is van een bedreiging met een ernstig misdrijf of van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene. Met het wetsvoorstel dat minister Grapperhaus in consultatie brengt, wordt de lat voor strafrechtelijke aansprakelijkheid lager gelegd.

Eenvoudiger voor burgers zelf een beroep te doen op internetproviders

Er komt een maximale gevangenisstraf te staan van één jaar op het verschaffen, verspreiden of anderszins ter beschikking stellen van identificerende persoonsgegevens van een ander of een derde met het oogmerk om die ander vrees aan te (laten) jagen, ernstige overlast aan te (laten) doen of ernstig te (laten) hinderen in de uitoefening van zijn ambt of beroep. Journalisten en klokkenluiders, die nieuwsfeiten en misstanden openbaar maken, zijn niet strafbaar als de bekendmaking van gegevens noodzakelijk is in het algemeen belang. De bedoeling is immers dan niet om anderen te intimideren.

De verwachting is dat het wetsvoorstel van minister Grapperhaus niet alleen de politie en het Openbaar Ministerie een steviger basis zal geven om op te treden tegen doxing. Het zorgt er ook voor dat mensen eenvoudiger zelf een beroep kunnen doen op internetproviders of online-platformen om onrechtmatige content verwijderd te krijgen. Tevens kan de nieuwe strafrechtelijke norm slachtoffers behulpzaam zijn in civiele procedures waarin schadevergoeding of het offline halen van de onrechtmatige content wordt geëist.

Internetconsultatie

Internetconsultatie Wetsvoorstel strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden: www.internetconsultatie.nl/strafbaarstellinggebruikpersoonsgegevensvoorintimiderendedoeleinden
Einddatum van consultatie is 30 augustus 2021

Strafrechtelijke aanpak intimidatie door delen persoonsgegevens, Rijksoverheid, 12 juli 2021: www.rijksoverheid.nl

 

Afbeelding bovenaan is van MasterTux

Steven de Waal over ‘Manifest De Jeugdsprong’ en de waarde van private denktanks

Steven de Waal maakt in een blog op de site van Public Space de voorlopige balans op van de impact van Manifest De Jeugdsprong dat tevens een advies is aan de lokale en landelijke politiek. Het bevat een visie op de fundamentele en urgente aanpak van de Nederlandse jeugdzorg. Het Manifest is direct na afloop van de lancering op 17 mei 2021 per motorbrigade naar de informateur in Den Haag gebracht. De Waal is oprichter en voorzitter van Denktank Public Space. Hij leidt het kernteam van Denktank De Jeugdsprong dat in totaal bestaat uit vijftien deelnemers onder wie Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer en Maaike van der Aar, bestuurder van vakbond FNV Jeugdzorg. (Over ontstaan, leden van de denktank en het kernteam van De Jeugdsprong, zie: https://beroepseer.nl/wp-content/uploads/2020/12/Jeugdsprong.pdf)

De Waal benoemt de vier voornaamste boodschappen van het Manifest en gaat dieper in op de specifieke functie en doelen van denktanks in het publieke en politieke debat. Die doelen zijn:

A. Een toonaangevend, inspirerend en onafhankelijk advies uitbrengen, gebaseerd op veel dialoog met omgeving, experts en via moderne media (thinking in public);

B. Door die hoopvolle, inspirerende visie en netwerkaanpak een beweging op gang brengen en die zo nodig ondersteunen met deelplannen, verdere ideeën en verdere dialoog (thinking in action);

C. Op veel plaatsen die visie verder uitleggen, uitdragen en daarmee dus ook levend en in ontwikkeling houden (thinking in development).

Wat Denktank Jeugdsprong betreft is doel A bereikt. Resteren dus verdere activiteiten gericht op de doelen B en C. De Waal: “Hoe dat zal lopen en of daar behoefte aan is, moet blijken. Jeugdsprong is daarvoor uiteraard beschikbaar, de eerste signalen van deze vraag aan ons zijn zichtbaar”.

“Als eerste private denktank in Nederland (sinds 2002)”, aldus De Waal, “heeft Public Space al eerder en vaker gewezen (zie o.a. onze bijdrage aan de Dag van de Denktanks in 2016) op het belang van private denktanks. Het is nu eenmaal een fenomeen dat vrijwel alle Angelsaksische landen over de hele wereld kennen en dat dus opvallend genoeg hier ontbreekt, waarschijnlijk weggedrukt door een te groot geloof in staatsadviesorganen en -commissies”.

Uitruilen van vooringenomen of belangengebonden standpunten

Nederland mist, vervolgt De Waal, de aanpak en de intelligente bijdragen van denktanks aan het debat door – ook bij spannende, moeilijke en strategische vraagstukken – te gemakkelijk te leunen op staatscommissies en staatsadviesorganen of poldercommissies, eerder dan op dit type werkelijk onafhankelijk en strategisch nadenken. Er is nu eenmaal een groot verschil tussen enerzijds de noodzakelijke creativiteit en strategische intelligentie over een onzekere toekomst en anderzijds het onderhandelen over en uitruilen van vooringenomen of belangengebonden standpunten, de kern van polderen.

Goed nadenken is wat anders dan goed onderhandelen

Hoewel polderen Nederland ver heeft gebracht, en De Waal bij polderen grote waardering heeft voor het tijdig onderkennen van grote verschillen in belangen en het komen tot een compromis, heeft hij kritiek op de ingesleten gewoonte van (te veel) polderen.
De voornaamste kritiek betreft het gebrek aan creatief, open en dus werkelijk strategisch denken. Dat laatste breekt Nederland nu op bij de grote vraagstukken van deze moderne tijd, zoals bijvoorbeeld de invloed van de nieuwe digitale technologieën, de groeiende tweedeling in de samenleving, de revoluties in de internationale wereldorde, en dus ook de jeugdzorg.
De Waal: “De toekomst in dat soort vraagstukken is zeer ongewis, bestaande inschattingen zijn niet veel anders dan ‘best guesses’ en zelfs de bestaande indelingen waarop bestaande partijen worden uitgenodigd voor dit ‘polderen’ zullen waarschijnlijk over enige jaren compleet achterhaald zijn. Goed nadenken is wat anders dan goed onderhandelen”.

Verhakseling

Public Space publiceerde in 2007 het Manifest Naar een intelligente en verbonden overheid . Daarin wordt beschreven hoe de Nederlandse bestuurscultuur vanwege de neiging tot polderen, vraagstukken die groot en majeur zijn het liefst terugbrengt tot kleine, behapbare zaakjes in stapjes. Dat heeft ‘verhakseling’. Maar het is natuurlijk beter over grote vraagstukken ook groot en strategisch na te denken. De stappen daarna zullen waarschijnlijk ook groot zijn, maar dat komt omdat er een perspectief wordt gegeven met uitleg en verklaringen.

De Waal: “De verkeerde partijen vanuit de verkeerde, achteruit kijkende en conservatieve belangen denken dus op verkeerde momenten mee over belangrijke nationale en publieke vraagstukken! Het laatste wat dit gepolder oplevert is de noodzakelijke nieuwe inzichten en nieuwe visies op de onzekere of bedreigende toekomst. Strategisch denken is nu eenmaal wat anders dan onderhandelen vanuit huidige en verkokerde belangen. Dat gold ook voor de jeugdzorg, vandaar ook de keuze voor oprichting van de denktank Jeugdsprong!”

Lees verder over de meerwaarde van Denktank Jeugdsprong t.o.v. het eerdere gepolder en de verbetering van zorg voor de jeugd in de blog Denktank Jeugdsprong: De Oogst, door Steven de Waal, , Public Space, 6 juni 2021: https://publicspace.nl/denktank-jeugdsprong-de-oogst/

Denktank Jeugdsprong van start, door Steven de Waal, Public Space, 6 januari 2021: https://publicspace.nl/denktank-jeugdsprong-van-start/

Manifest ‘Naar een intelligente en verbonden overheid’ – De overheid moet meedoen: dat is de kern, 30 januari 2007: https://publicspace.nl/manifest-naar-een-intelligente-en-verbonden-overheid/

Manifest De Jeugdsprong: https://beroepseer.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Gerd Altmann