Skip to main content

Redactie Beroepseer

Nieuwsbrief en video over presentatie van Manifest De Jeugdsprong

Beste lezer,

Op 17 mei 2021 presenteerden wij, FNV en Stichting Beroepseer, in een goed bezochte Zoom-uitzending, ons advies voor een betere jeugdzorg: De Jeugdsprong!

Onze denktank is uniek in zijn soort. Onze input komt voort uit bijeenkomsten en interviews met mensen uit de landelijke en lokale politiek, werkgevers, adviseurs, hoogleraren, jeugdprofessionals, jeugdgezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, kraamzorg, cliënten en ervaringsdeskundigen. Kortom, een divers gezelschap waarbij ieders bijdrage waarde heeft. We hebben dit aangevuld met een publieksenquête, een kinderenquête en informatie uit de vele artikelen en relevante onderzoeken.

We hebben tijdens het schrijven steeds getoetst of we op de juiste weg waren. En dat zijn we! Onze petitie is in 4 weken tijd 7092 keer ondertekend! We zijn heel trots op iedereen die hieraan heeft meegewerkt.

In ontwikkeling

Het advies geeft een beeld van onze denkrichting. Tegelijk zal het vragen en evenzoveel goede ideeën voor verdieping en aanscherping oproepen. Deze zijn en blijven welkom tot de installatie van de nieuwe minister. Stuur je inbreng zo duidelijk mogelijk naar jeugdzorg@fnv.nl. Wegens de vele reacties zullen we niet op alle mails kunnen reageren. Maar wees gerust; we lezen alles en zullen alle inbreng serieus bespreken en afwegen!

Motie aangenomen in de Tweede Kamer

BIJ1 en PvdA dienden in de Tweede Kamer een motie in. Die motie is aangenomen. Dat betekent dat de Tweede Kamer aan staatssecretaris Blokhuis de opdracht heeft gegeven met ons in gesprek te gaan over dit advies en de mogelijkheden van invoeren te onderzoeken. Dat gesprek is gepland op 1 juni 2021. Natuurlijk zullen we je weer vertellen hoe dat gesprek is gegaan!

Expertmeetings en themabijeenkomsten

Omdat er veel mensen hebben gezegd dat ze nog mee willen denken zullen we nog expertmeetings en themabijeenkomsten organiseren. Zo maken we het advies samen nog scherper voor de nieuwe minister

We zullen zelf ook mensen benaderen die wij graag zelf nog willen spreken. Hou onze berichtgeving in de gaten!

Samen bewegen naar verandering

Wij zullen alle informatie delen met belangrijke mensen, zoals de politiek en werkgevers en de informateur. Natuurlijk willen we ook met hen in gesprek. We willen dat De Jeugdsprong een brede beweging wordt van mensen die samen optrekken naar een betere jeugdzorg. Daarvoor is het nodig dat iedereen actief blijft meedoen. Dat kan bijvoorbeeld al door deze mail te verspreiden, lid te worden van FNV, onze berichten te delen op de socials, en mee te praten via de mail of in bijeenkomsten. Sluit je aan en doe mee!

Tot slot

Tijdens de uitzending van 17 mei hebben we samen mogen werken met een aantal toppers die we niet onbenoemd willen laten:

  • Onze dagvoorzitter, Femke Mostert. We bevelen haar van harte aan!
  • Moraya, die ervaringsdeskundige is, maar ook zangeres en bovendien haar eigen campagne is gestart over en voor #verschilmakers. Op haar website vertelt ze er alles over!
  • Onze zangeressen Ellen en Susannah, die ook voor jou te boeken zijn!
  • De spectaculaire Bikers Against Child Abuse. Met harten van goud zijn zij een prachtig voorbeeld van wat de ‘civil society’ kan zijn! Lees alles over de BACA’s hier.

Blijf dichtbij en tot de volgende nieuwsbrief!

Met vriendelijke groet namens de denktank,

Thijs Jansen, Stichting Beroepseer
Steven de Waal, Voorzitter
Maaike van der Aar, FNV


Nieuwsbrief Jeugdsprong, 20 mei 2021: https://beroepseer.nl/wp-content/uploads/2021/05/nieuwsbrief_jeugdsprong_mei2021.pdf

Manifest De Jeugdsprong feestelijk gepresenteerd, Blogs Beroepseer, 17 mei 2021: https://beroepseer.nl/actueel-in-beroepseer/manifest-de-jeugdsprong-feestelijk-gepresenteerd/

 

 

 

 

Vakbonden binnen publieke sector voeren actie vanwege gebrek aan materieel, waardering en veiligheid

Vakbonden in de publieke sector hebben actie gevoerd op het Malieveld in Den Haag op woensdagmiddag 19 mei 2021. Doel was aandacht te vragen voor de positie van de ambtenaar. De verwaarlozing van mensen, werkzaam in de publieke sector, blijkt structureel te zijn.
Initiatiefnemers waren FNV vakbonden voor de overheid, onderwijs (AOb), politie (NPB), militairen (AFMP) en het Ambtenarencentrum (AC).
De actie was in het bijzonder gericht op specifieke problemen binnen de publieke sector zoals de veiligheid en het gebrek aan materieel waarmee bijvoorbeeld politie en defensie te maken hebben.

In een verslag van de actiemiddag in dagblad Trouw door Lukas van der Storm, is onder anderen FNV-bestuurder Judy Hoffer aan het woord. Ze vertelt dat de lege stoelen die op het Malieveld waren neergezet symbool staan voor dat deel van de één miljoen Nederlandse ambtenaren dat normaal gesproken zou actievoeren op die plek. Het devies was ditmaal om de bijeenkomst vanuit huis te volgen. Aan de andere kant symboliseren de lege stoelen de niet-bestaande collega’s die ambtenaren zo hard nodig hebben. Want diverse sectoren kampen met onderbezetting en een hoge werkdruk, terwijl er tienduizenden onvervulde overheidsvacatures zijn

Wel fysiek aanwezig zijn een douanebeambte, universitair hoofddocent, beroepsmilitair, gemeenteambtenaar, gevangenismedewerker en een politieagent. Hoewel verschillend van beroep, hebben ze een aantal dingen gemeen, waaronder hun onvrede over de waardering voor hun werk van de kant van de maatschappij en de overheid. Ze worden ondergewaardeerd en dat blijkt onder meer uit de hoogte van salarissen. Jonge militairen zitten met hun basissalaris tegen de armoedegrens aan.

Minder bescheiden

In het Trouw-verslag is ook Sander Heijne aan het woord. Volgens hem slaan overheidsmedewerkers simpelweg te weinig met de vuist op tafel. Heijne is auteur van Fantoomgroei – over een ontspoorde economie en uitgeholde vitale sectoren: “Mensen in de publieke sector zijn vaak erg dienstbaar: ze willen iets bijdragen aan de maatschappij. Maar misschien moeten ze in dit geval minder bescheiden zijn: in het bedrijfsleven wordt vaak harder over salaris onderhandeld”.

Lees het hele artikel Bonden voeren actie voor leraar, agent en gemeenteambtenaar, maar het Malieveld blijft leeg, door Lukas van der Storm, Trouw, 20 mei 2021: www.trouw.nl/economie/bonden-voeren-actie-voor-leraar-agent-en-gemeenteambtenaar-maar-het-malieveld-blijft-leeg~b64ed4d6/

Manifest Werken voor publieke taken aantrekkelijk maken én houden, aangeboden aan politieke partijen in Tweede Kamer, door vakbonden voor Rijk, Gemeenten, Provincies, Politie, Onderwijs, Defensie, Universitaire Medische Centra, Rechterlijke Macht en Waterschappen, 25 februari 2021: www.fnv.nl

 

 

Het integriteitsbeleid binnen Nederlandse organisaties kan beter. Het schiet vaak tekort

Het Huis voor Klokkenluiders is momenteel bezig met de ontwikkeling van een praktische online tool, die organisaties kan helpen bij het in kaart brengen van hun integriteitsbeleid. Dit gebeurt naar aanleiding van de publicatie van de verkenning Integriteitsbeleid & de integriteitsmanager, stand van zaken en ontwikkelingsperspectieven dat o.m. gebaseerd is op een onderzoek onder ruim honderd integriteitsmanagers in organisaties. Daaruit blijkt dat procesmatige aspecten van integriteitsmanagement, zoals het formuleren van een doordacht plan van aanpak en het monitoren en evalueren van het gevoerde integriteitsbeleid, vaak beter kunnen. Organisaties verbeteren daarmee hun vermogen om (potentiële) misstanden te voorkomen of op te lossen.

Integriteit is een belangrijk kwaliteitsaspect voor alle typen organisaties. Het loont zowel voor organisaties zelf om te investeren in integriteitsmanagement alsook voor de medewerkers en uiteindelijk voor de samenleving als geheel. Zo draagt integriteit onder meer bij aan het vertrouwen in organisaties, leidt het tot betere dienstverlening, meer gemotiveerde en tevreden medewerkers en een meer rechtvaardige en veilige samenleving.

Integriteitsmanagement

Bij de onderzochte organisaties die over een eigen integriteitsmanager beschikken vervult ruim driekwart van de onderzochte doelgroep deze functie parttime, met een tijdsbesteding van minder dan vier uur per week. 40% geeft aan geen specifieke opleiding voor hun integriteitsfunctie te hebben gevolgd. En ruim minder dan de helft (42 %) van de integriteitsmedewerkers zegt een functieomschrijving te hebben. Volgens Wilbert Tomesen, voorzitter van het Huis voor Klokkenluiders, is er nog veel winst te behalen: “Vooral de grotere organisaties hebben aan dit onderzoek deelgenomen en van hen mogen we inmiddels meer verwachten als het gaat om effectief werkend integriteitsmanagement”.

Kritisch

De integriteitsmanagers zijn kritisch op het integriteitsbeleid binnen hun organisatie. Zij geven aan dat er behoefte is aan meer structurele aandacht, steun en urgentiebesef vanuit het management. Ook is er meer aandacht nodig voor een planmatige en samenhangende aanpak van het integriteitsbeleid, gericht op een veilig meldklimaat, duidelijke (meld)procedures en goed functionerende handhavingsmechanismen. Bestaande integriteitsmaatregelen zouden zichtbaarder en bekender moeten zijn. Aandacht voor nieuwe actuele thema’s en uitdagingen, zoals voor de risico’s die verbonden zijn aan langdurig thuiswerken, wordt ook genoemd.

Netwerken

Uit het onderzoek blijkt dat integriteitsmanagers hun werk effectiever en efficiënter kunnen organiseren door meer gebruik te maken van interne en externe integriteitsnetwerken. Organisaties die vanwege hun omvang geen eigen integriteitsmanager aan kunnen stellen zouden volgens de onderzoekers gebruik moeten kunnen maken van koepel- of brancheorganisaties, of de krachten kunnen bundelen.

Meldregeling

92% van de organisaties waarvan de integriteitsmanager deelnam aan het onderzoek heeft een (wettelijk verplichte) regeling voor het melden van vermoedens van misstanden. Die meldregeling blijkt echter lang niet altijd goed toegankelijk of voldoende helder. Ongeveer één op de drie onderzochte organisaties heeft geen intern onderzoeksprotocol.

Verankeren

Volgens de onderzoekers van het Huis voor Klokkenluiders moeten werkgevers het integriteitsbeleid binnen hun organisatie steviger verankeren. Een goed functionerend integriteitsbeleid verbetert de kwaliteit en daarmee de prestaties van organisaties.

Integriteitsmanagers zouden op hun beurt meer moeten samenwerken met organisatieonderdelen (HR, Audit, Financiën, juridische zaken, de ondernemingsraad, de vertrouwenspersoon) die ook een rol spelen in het integriteitsbeleid. Aansluiting zoeken bij externe integriteitsnetwerken en sparringpartners is belangrijk. Koepel- en werkgeversorganisaties kunnen helpen deze netwerkverbanden te organiseren. Bovendien pleit het Huis voor Klokkenluiders voor een verplichte centrale integriteitsfunctie binnen organisaties.

Organisaties die op de hoogte willen blijven van de ontwikkeling van de online tool kunnen zich aanmelden via: kenniscentrum@huisvoorklokkenluiders.nl

Downloaden Verkenning Integriteitsmanagement & de integriteitsmanager – Stand van zaken en ontwikkelingsperspectieven, Huis voor Klokkenluiders, april 2021: www.huisvoorklokkenluiders.nl/Publicaties/rapporten/2021/05/12/index

Integriteitsbeleid binnen organisaties schiet nog vaak tekort, Huis voor Klokkenluiders, 12 mei 2021: www.huisvoorklokkenluiders.nl

Manifest De Jeugdsprong feestelijk gepresenteerd

Maandagmiddag 17 mei 2021 is Manifest De Jeugdsprong online gepresenteerd. Aan het slot van de presentatie vertrok vicevoorzitter Kitty Jong van vakbond FNV met het manifest naar informateur Mariëtte Hamer om het persoonlijk aan haar te overhandigen. De rit naar de informateur gebeurde achterop de motorfiets, in gezelschap van een grote groep ‘Bikers against child abuse the Netherlands’.
Het manifest is voorts gestuurd naar gemeenten, werkgevers, professionals, cliënten en ervaringsdeskundigen van de jeugdzorg. De presentatie was onderdeel van een feestelijk online interactief programma met ruimte voor vragen en discussie met publiek. De samenstellers van het manifest, Maaike van der Aar  van vakbond FNV Zorg & Welzijn, Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer vertelden met Steven de Waal van Denktank Public Space kort en bondig over de realisatie van het advies.

Manifest De Jeugdsprong is een uitgebreide versie van de petitie voor een betere jeugdzorg die in een periode van maanden tot stand kwam door interviews, enquêtes, bijeenkomsten met landelijke en lokale politiek, werkgevers, adviseurs, hoogleraren, jeugdwerkers, cliënten en ervaringsdeskundigen. De petitie heeft 7092  handtekeningen opgeleverd (stand op 17 mei 2021).

Onder jeugdzorg wordt in het manifest verstaan de jeugd -en opvoedhulp in enge zin, de jeugd-ggz en jeugdgehandicaptenzorg, Veilig Thuis, de Raad Voor de Kinderbescherming en de jeugdreclassering. Ook gaat het over jeugdzorgaanbieders (zowel organisaties als zzp’ers en vrijgevestigden) en gecertificeerde instellingen.

Het manifest biedt tien aanbevelingen voor een her-organisatie.

De tien aanbevelingen

  1. Flip the system: Zet professionals en cliënten zoveel mogelijk zelf aan het roer in de jeugdhulp en -zorg, zodat een zo effectief en liefdevol mogelijke jeugdhulp ontstaat
  2. Verminder de druk op jeugdzorg door preventieve voorzieningen buiten de jeugdzorg
  3. Organiseer in elke gemeente een privaat georganiseerde, stevige gezaghebbende en deskundige eerstelijnsvoorziening voor jeugdzorg
  4. Sluit de (hoog)specialistische zorg zoveel mogelijk aan op de vraag van de eerstelijns jeugdzorg-professionals en hun cliënten. (Hoog)specialistische zorg wordt betaald door het Rijk
  5. Voeg Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en de Gecertificeerde Instellingen samen tot één veiligheids- en beschermingsorganisatie
  6. Pas het klacht- en tuchtrecht aan, zodat de positie van cliënten verbetert
  7. Maak verlengde jeugdzorg mogelijk, tot 27 jaar
  8. Stel landelijk eisen vooraf aan de jeugdzorg en verzorg toezicht achteraf
  9. Stel een ministerie voor Jeugd en Gezin in
  10. Houd rekening met de digitalisering en verbeter daarmee de jeugdzorg

Lees hier het gehele Manifest De Jeugdsprong, mei 2021: https://beroepseer.nl


Wat vooraf ging

Voorafgaand aan manifest en petitie heeft de Denktank Jeugdzorg zich gebogen over het vraagstuk hoe de jeugdzorg beter georganiseerd zou moeten worden. De denktank bestaat uit vijftien kernleden. Zij hebben verschillende rollen en taken in de jeugdzorg en zijn in staat gebleken buiten de kaders te denken en te handelen.
Het kernteam wordt geleid door Steven de Waal, oprichter en voorzitter van Denktank Public Space, dat als missie het bevorderen van maatschappelijk ondernemerschap en actief burgerschap heeft.
Denktank en manifest De Jeugdsprong is een initiatief van vakbond FNV Zorg & Welzijn en Stichting Beroepseer.

Naam en logo van De Jeugdsprong zijn bedacht door jongeren van WALHALLAb.NL

Over het ontstaan van de Jeugdsprong, leden van de denktank en het kernteam, lees: FNV Zorg en Welzijn en Stichting Beroepseer slaan de handen ineen voor de uitwerking van een ander jeugdzorgstelsel: https://beroepseer.nl

Petitie denktank De Jeugdsprong: www.fnv.nl (Petitie is gesloten. Meer info bij Jeugdzorg@fnv.nl)

In de media

Denktank Jeugdsprong presenteert kabinet nieuw advies over jeugdzorg, door Anton Maes, Zorgstelsel .nl, 21 mei 2021: https://zorgenstelsel.nl

SER-advies jeugdzorg onderschrijft manifest Jeugdsprong, door Danielle van Essen, FNV, 21 mei 2021: www.fnv.nl

Advies voor betere jeugdzorg: niet het prijskaartje, maar de hulpvraag moet leidend zijn, door Ellen van Gaalen, Algemeen Dagblad, 17 mei 2021: https://www.ad.nl

Tienpuntenplan voor betere jeugdzorg, door Jolanda de Koster, Binnenlands Bestuur, 17 mei 2021: www.binnenlandsbestuur.nl

Jeugdzorg moet op de schop: ‘Het systeem is finaal vastgelopen’, door Bart van der Helm, Omroep West, 17 mei 2021: https://www.omroepwest.nl

U P D A T E

Nieuwsbrief en video over presentatie van Manifest De Jeugdsprong, 20 mei 2021: beroepseer.nl/blogs/nieuwsbrief-en-video-over-de-presentatie-van-manifest-de-jeugdsprong/

De betekenis van kunst in het onderwijs. Gert Biesta opent Musework Live 2021-festival dat gaat over ‘kritische kwaliteit’

Gert Biesta verdiepte zich in het cultuuronderwijsbeleid en schrok van wat hij las. Cultuureducatie lijkt zich alleen te richten op problemen oplossen en antwoorden vinden. Terwijl de kunsten juist bijdragen door problemen te máken, vragen te stellen en te blijven zoeken.
Op 17 mei 2021 opent hij het online onderzoeksfestival Musework-Live-2021 dat ’s middags van start gaat met een lezing over de betekenis van kunst in het onderwijs. Het festival duurt tot en met 21 mei en heeft tot thema: Kritische kwaliteit – hoe zit dat in jouw werk?
Biesta is onderwijspedagoog en was vanaf april 2016 vijf jaar lang bijzonder hoogleraar ‘Pedagogische dimensies van onderwijs, opleiding en vorming’ aan de Universiteit voor Humanistiek. De leerstoel is ingesteld door het Nederlands Instituut voor Onderwijs en Opvoedingszaken NIVOZ. Biesta is internationaal erkend specialist op het gebied van pedagogiek en was tussen 2015 en 2019 geassocieerd lid van de Onderwijsraad.
Musework Live 2021 is een initiatief van het Lectoraat Muzische professionalisering van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) in samenwerking met interne HKU partners en externe partners. Het festival wordt samen met docenten, makers, studenten en onderzoekers vormgegeven.

Nieuwe benadering van kunsteducatie

In 2017 verscheen Biesta’s boek Door kunst onderwezen willen worden waarin hij een nieuwe benadering van hedendaagse kunsteducatie presenteert door de unieke mogelijkheden te laten zien die de kunsten bieden om een dialoog aan te gaan met de wereld om ons heen. Deze benadering van kunsteducatie is gebaseerd op onderwijzen als een proces van tonen, waarbij de docent de leerling laat zien wat goed, belangrijk of betekenisvol zou kunnen zijn om aandacht aan te besteden.
Aan de hand van de performance Hoe men afbeeldingen uitlegt aan een dode haas van de Duitse kunstschilder Joseph Beuys in 1965, waarvan afbeeldingen in het boek zijn opgenomen, maakt Biesta duidelijk hoe dit proces werkt.

Biesta gaf eerder lezingen over kunst en onderwijs. In 2017 in Rotterdam tijdens een door de Rotterdamse Kunstorganisatie KCR georganiseerde conferentie Afkijken mag! over Kunst in de context van het onderwijs | Onderwijs in de context van de kunst. Hij begon zijn betoog met het schetsen van twee hedendaagse problematische ontwikkelingen:
1. Kunst verdwijnt uit kunsteducatie
2. Educatie verdwijnt uit kunsteducatie
Biesta stelde dat vooral bij kijken of luisteren naar kunst het ontmoeten van weerstand tegelijkertijd het ontmoeten van je eigen verlangens is. Als voorbeeld gaf hij dat muziek luisteren het oefenen van geduld is. Je moet erbij blijven. Op de vraag hoe je kinderen kunt helpen erbij te blijven, zei hij “door het openhouden van deurtjes naar de ziel. Vijftien minuten theater kan misschien een slot openen dat al jaren is vastgeroest”. Verder benadrukte Biesta dat het belangrijk is om jong te beginnen om dat slot te openen en om in de wereld te komen, omdat dit een kwestie is van lange termijn.

Volgens Biesta biedt kunst een unieke mogelijkheid voor onderwijs dat niet smal wil scholen, maar breed wil vormen.
Onderwijs heeft een taak om bij de ander het verlangen te wekken om op een volwassen manier in de wereld te willen zijn. Kunst kan daaraan bijdragen, onder andere vanwege de ervaring die het biedt om met weerstand om te gaan, grenzen te ontmoeten en verlangens uit te stellen.

Verbeeldingskracht

In de rubriek Buitenblik van Kunstzone, tijdschrift voor professionals in kunst- en cultuureducatie, gaat Biesta in op verbeeldingskracht die volgens hem realiteitszin behoeft.

In het huidige Nederlandse discours over kunst- en cultuureducatie wordt verbeelding vaak opgevoerd als culturele basisvaardigheid, een belangrijk begrip, maar het vormt niet het hart van kunst en kunstonderwijs. De essentie van onderwijs is dat je je leert verhouden tot de wereld zoals die is. Het gaat om de rommelige ontmoeting met de werkelijkheid. Kunst maakt een heel eigen, specifieke ontmoeting mogelijk die in eerste instantie zintuiglijk van aard is: kijken, luisteren, ervaren. Kunst stelt ons de vraag hoe de wereld is en drukt ons met onze neus op de realiteit ervan, omdat kunst zelf óok materieel is.

Verbeeldingskracht wordt vaak op voorhand positief geduid, iets dat zonder meer gestimuleerd moet worden. Maar, waarschuwt Biesta:

Het is geen waarde op zich. Om de gaskamers te kunnen ontwerpen was ook verbeeldingskracht nodig. De echte vraag is dus niet of verbeeldingskracht in het kunstonderwijs thuis hoort, maar wélke. Van wezenlijk belang is hoe je je verhoudt tot datgene wat je kunt verbeelden.
Geëngageerde kunst kan daarbij helpen: kunst rammelt soms aan sociale en politieke structuren. Ze kan maatschappelijke discussies aanzwengelen en problemen blootleggen – maar wél vanuit haar eigen rol, met haar specifieke artistieke taal en materiële middelen. Niet als politiek programma. Geëngageerde kunst is waardevol voor kunstonderwijs, niet als middel om van leerlingen ‘agents of change’ te maken, maar omdat ze het ongemak van de wereld thematiseert – en zo de leerling in alle openheid uitnodigt zijn positie in de realiteit te bepalen.

Nieuw boek

Biesta heeft verschillende boeken geschreven. Een van zijn bekendste is Het prachtige risico van onderwijs (2014). Zijn nieuwste boek is het resultaat van een initiatief van het NIVOZ, een aantal bijeenkomsten van lectoren en leraren onder leiding van Biesta in de periode 2016 – 2020. Hun bijdragen zijn gebundeld in Pedagogiek als betrokken handelingswetenschap. Over de relatie tussen onderzoeken en handelen in het onderwijs. De auteurs zijn: Jacquelien Bulterman-Bos, Ton Bruining, Monique Leijgraaf, Frederike de Jong, Jos Castelijns, Geert Bors, Hans Bakker, Hester IJsseling Pieter Boshuizen, Bas van den Berg en Gert Biesta. Biesta voerde de redactie samen met Maartje Janssens, wetenschappelijk medewerker bij NIVOZ.
Op de site van NIVOZ bespreekt Wouter Pols het boek uitgebreid in zijn artikel: Onderwijs is kinderen op zo’n manier in de wereld inleiden zodat ze zelfstandig en volwassen op kunnen treden (7 mei 2021).

Kern van het boek is een verwijzing naar Aristoteles. Wat leraren nodig hebben is geen verklarende kennis van het niet-veranderlijke, maar praktische kennis van het veranderlijke. Of anders gezegd: wat ze nodig hebben is niet zozeer wetenschap, maar vakmanschap. En precies daar is pedagogiek als betrokken handelingswetenschap op gericht.
Lees het hele artikel van Wouter Pols op NIVOZ: https://nivoz.nl

Musework Live 2021 – van 17 tot en met 21 mei 2021. Met overzichtsprogramma. Deelnemen is gratis: www.musework.nl/nl/page/11509/musework-live-2021—donderdag-20-mei
Musework: www.musework.nl/

Kunstzone: https://kunstzone.nl/buitenblik-siem-nozza-creativiteit-is-de-belangrijkste-waarde-in-de-mens-2/

Door kunst onderwezen willen worden- Kunsteducatie ‘na’ Joseph Beuys, door Gert Biesta, Artez Press, 2017: https://artezpress.artez.nl/nl/boeken/door-kunst-onderwezen-willen-worden/
Video met samenvatting van de presentatie Door kunst onderwezen willen worden, 7 februari 2018: https://vimeo.com/268734590

Pedagogiek als betrokken handelingswetenschap, Gert Biesta en Maartje Janssens (red.), uitgeverij Phronese, 2021 https://www.uitgeverijphronese.nl/?page_id=833

Rijksorganisaties zijn erg met zichzelf en elkaar bezig. Andere rol voor Rijk is noodzakelijk

Een nieuw kabinet moet prioriteit geven aan een betere relatie met decentrale overheden, onder meer door snel goede afspraken te maken met gemeenten, provincies en waterschappen over hun bijdrage om belangrijke politieke doelen te realiseren. Dat schrijft de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in het advies Rol nemen, ruimte geven. De rol van het Rijk bij interbestuurlijke samenwerking.
Steeds meer grote opgaven pakt het Rijk samen op met gemeenten, provincies en waterschappen. Hoewel het Rijk zich daarbij voorneemt om zich als gelijkwaardige partner op te stellen, loopt dat in de praktijk vaak mis. Tot frustratie van met name gemeenten, die inmiddels ruzie hebben met het kabinet over geld en de taken die ze van het Rijk toebedeeld krijgen.

Weinig inhoudelijke kennis bij het Rijk over situatie in regio’s

ROB onderzocht drie vormen van interbestuurlijke samenwerking en ging in drie regio’s kijken hoe het er daar aan toeging. Daaruit is het de Raad gebleken dat bij het Rijk weinig inhoudelijke kennis aanwezig is over wat er speelt in de regio’s. Bestuurders en ambtenaren hebben soms zelfs het gevoel dat hun gesprekspartners van het Rijk een intrinsieke belangstelling voor de zorgen en noden van de regio’s missen. Daarnaast komt uit de gesprekken in de regio naar voren dat de departementen gescheiden optrekken, zodat het de Rijksoverheid niet lukt om naar decentrale overheden met één stem te spreken.

Vernauwd denkkader

“De decentrale overheden zijn overtuigd van de goede wil van hun collega’s van de Rijksoverheid. Ze roemen ook de inhoudelijke deskundigheid van Rijksambtenaren”, vertelt ROB-lid prof. Caspar van den Berg. “Daar staat tegenover dat de kennis over wat er speelt in de regio te wensen over laat. Rode draad in de gesprekken die we met decentrale bestuurders voerden, was vaak dat zij ervaren dat veel mensen binnen het rijk ervan uitgaan dat het type en de ernst van de uitdagingen die zij in hun eígen omgeving zien, hetzelfde is voor alle gebieden in het land. Dat leidt tot een vernauwd denkkader waardoor Haagse ideeën met regelmaat helemaal niet passen op de praktische werkelijkheid in gebieden waar Den Haag verder vandaan van ligt”.

Verdiepen in de regio

Een andere observatie van de Raad voor het Openbaar Bestuur is dat rijksorganisaties op de Haagse vierkante kilometer erg met zichzelf en elkaar bezig zijn. Van den Berg: “Een groot deel van de aandacht gaat uit naar het bedienen van de bewindspersoon die onder een enorm vergrootglas een moeilijke politieke agenda probeert te realiseren. De bewindslieden zijn op hun beurt weer sterk bezig om punten uit het regeerakkoord af te vinken, en met hun relatie met de Kamer, en hun beeldvorming in de media. In die dynamiek komt de aandacht voor de regio’s, waar inmiddels een aanzienlijk deel van de grote opgaven aangepakt worden, én waar een groot deel van de uitvoering van rijksbeleid belegd is, er in veel gevallen bekaaid van af. En dat ervaart men in de regio’s ook zo. De opdracht voor het nieuwe kabinet is dus tweeledig: Minder focus op Haagse zaken, en je meer verdiepen in wat er speelt in de verschillende regio’s. Als de rijksoverheid meer als een effectieve partner gezien wil worden, ligt dáárin een sleutel”.

Model voor gelijkwaardig partnerschap

De Raad voor het Openbaar Bestuur heeft een model voor gelijkwaardig partnerschap ontwikkeld dat kan helpen om overheden bij het opstarten van een samenwerking goede afspraken te maken. Belangrijke vragen daarbij zijn onder meer: in hoeverre is de samenwerking verplicht? Wie betaalt? Stelt het Rijk eisen aan de uitvoering? Van den Berg: “Gelijkwaardigheid in een samenwerking hoeft niet altijd de norm te zijn. Wij hebben uit de gesprekken ook geleerd dat decentrale overheden niet per se willen dat het Rijk zich altijd nevengeschikt opstelt. Als van tevoren maar duidelijk is wat decentrale overheden van het Rijk mogen verwachten”.

Downloaden op: www.raadopenbaarbestuur.nl
– Rol nemen, ruimte geven. Advies over de rol van het Rijk bij interbestuurlijke samenwerking, Raad voor het Openbaar Bestuur, 11 mei 2021
Model voor gelijkwaardig partnerschap – Bijlage bij advies Rol nemen, ruimte geven
– Samenvatting Advies Rol nemen, ruimte geven

Webinar over advies ‘Rol nemen, ruimte geven’

Luister en discussieer mee over het adviesrapport Rol nemen, ruimte geven op donderdag 3 juni 2021,  van 13.00 tot 14.00 uur.

Sprekers:

Casper van den Berg, hoogleraar Bestuurskunde en ROB-raadslid
Johannes Kramer, burgemeester van de gemeente Noardeast-Fryslân
Marieke Wallenburg, directeur-generaal Overheidsorganisatie bij Ministerie van Binnenlandse Zaken

U P D A T E  webinar: Tijdens het webinar op 3 juni over de conclusies en aanbevelingen van het advies was het geluid helaas niet goed, waardoor de uitzending eerder is beëindigd. Het interview met Johannes Kramer, burgemeester Noardeast-Fryslân, is te beluisteren op:  https://www.youtube.com/watch?v=8EpdQ-_H0Ms

Conferentie over de toekomst van Europa van start gegaan: EU-burgers krijgen het woord

Nederlanders en andere EU-burgers mogen meepraten over hoe de Europese Unie eruit moet gaan zien. Dat is besloten op de eerste dag van de Conferentie over de toekomst van Europa op 9 mei 2021 in het Europees Parlement in Straatsburg. Het anderhalf durende openingsprogramma bevatte een welkomstwoord van de Franse president Emmanuel Macron en toespraken van de voorzitters David Sassoli, Ursula von der Leyen en premier Antonio Costa van Portugal als vertegenwoordigers van de EU-instellingen. Portugal is momenteel voorzitter van de Europese Unie. Jongeren uit alle zevenentwintig lidstaten waren aanwezig, en er namen vijfhonderd burgers deel aan de startconferentie via een videoverbinding.

Het is de bedoeling dat de Conferentie over de toekomst van Europa “de stille meerderheid van de Europeanen aan het woord laat”, aldus voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie.
Het aan het woord laten gebeurt via een digitaal platform. Daarop vindt het Europabrede maatschappelijke debat plaats. Het is een idee van president Macron. Door Covid-19 liep lancering twee jaar vertraging op.
Het platform van de Conferentie is al op 19 april 2021 in werking gesteld; op 10 mei zijn er al meer meer dan tienduizend deelnemers die van de mogelijkheid gebruik hebben gemaakt hun visie en ideeën met anderen uit te wisselen.

Het platform

Het gaat er dus om dat zoveel mogelijk mensen uit alle lagen van de bevolking via het platform hun toekomst helpen vormgeven. Het platform is volledig transparant. Alle evenementen van de Conferentie die op het platform worden geregistreerd, zijn te zien op een interactieve kaart. Alle bijdragen en resultaten worden verzameld, geanalyseerd, gemonitord en gepubliceerd. De belangrijkste ideeën en aanbevelingen van het platform worden gebruikt als input voor de Europese burgerpanels en de plenaire vergaderingen, waar erover wordt gedebatteerd om de conclusies van de Conferentie te formuleren.

Burgers kunnen de kaart raadplegen en zich online voor een evenement opgeven. Organisatoren kunnen gebruik maken van een toolkit op het platform om hun initiatieven te helpen organiseren en promoten.

Het platform is georganiseerd rond een aantal kernthema’s:

Het platform biedt ook informatie over de structuur en de werkzaamheden van de Conferentie. Het staat open voor alle EU-burgers en EU-instellingen en -organen, nationale parlementen, nationale en lokale overheden en het maatschappelijk middenveld. Het platform eerbiedigt de privacy van de gebruikers en leeft de EU-regels voor gegevensbescherming na.

Tegen het eind van 2021 worden de voorstellen besproken door vier burgerpanels, van elk tweehonderd burgers. De conclusies van die panels worden dan besproken in een ‘plenaire’ vergadering met vierhonderd deelnemers, met name leden van het Europees Parlement en de nationale parlementen, alsook een delegatie van de burgerpanels.

Het is de bedoeling dat over ongeveer een jaar er aanbevelingen op tafel liggen voor concrete hervormingen. Ze gaan niet belanden in de prullenbak, aldus Europarlementariër Guy Verhofstadt en co-voorzitter van de raad van bestuur van de Conferentie. “Dit is een conferentie waarbij burgers de opdracht geven aan politici om met hervormingsplannen naar voor te komen”. Hij wijst erop dat nooit eerder zo’n democratisch experiment is gelanceerd op Europese schaal. “We zullen garanderen dat op de geuite zorgen en gedane voorstellen een politiek antwoord volgt.”

Platform Conferentie over de toekomst van Europa: https://futureu.europa.eu/

Conferentie over de toekomst van Europa van start: gaat Europa echt naar de burger luisteren? Ja, zegt Guy Verhofstadt, VRT, 9 mei 2021: www.vrt.be

Conferentie over de toekomst van Europa afgetrapt: EU-burgers krijgen het woord, Europa nu, 9 mei 2021: www.europa-nu.nl

Conferentie over de toekomst van Europa: lancering van het meertalige digitale platform, met uitgebreide info over o.m. verloop van de Conferentie, Europese Commissie, 19 april 2021: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/IP_21_1764

Conferentie over de toekomst van Europa: laat van je horen, Europees parlement, 9 mei 2021: www.europarl.europa.eu

Brief van BON met vijf vragen aan Raad van Toezicht ROC Nijmegen i.v.m. de Zaak-Paula van Manen

Beter Onderwijs Nederland heeft een brief gestuurd aan de Raad van toezicht van ROC Nijmegen in verband met de Zaak Paula van Manen.
Van Manen moest op 2 december 2019, niet lang na het verschijnen van haar boek Wanneer krijgen we weer les? haar werkzaamheden als docent tijdelijk neerleggen. Ze werd voor maanden geschorst. Een gang naar de kantonrechter volgde, alsmede een hoger beroep. De zitting voor het Gerechtshof vond plaats op 3 maart 2021; de uitspraak volgde op 19 april.

Het boek gaat over Van Manens ervaringen met gepersonaliseerd onderwijs waar leerlingen zelf kunnen kiezen op welke manier en in welk tempo ze werken aan hun leerdoelen. Op elke school krijgt dit soort onderwijs een andere vorm. Van Manens openhartige schets van de hedendaagse onderwijspraktijk roept vele vragen op over onderwijs en onderwijsvernieuwing. Ze laat zien hoe complex een vernieuwing is en met welke dilemma’s docenten te maken hebben.
Ton Bastings bestuurslid van Beter Onderwijs Nederland merkte na publicatie van het boek op op dat men dit “‘leerzame’ boek kan lezen als een brandbrief die verplichte kost zou moeten zijn voor de onderwijsfracties van alle politieke partijen”.
Vereniging BON is in 2006 opgericht en heeft als doel “het zo goed mogelijk tot bloei laten komen van de potenties van leerlingen en studenten door gedegen vakinhoudelijke en algemene vorming”.

Het Hof concludeerde op 19 april:

Een docent van het ROC Nijmegen heeft een kritisch boek geschreven over de nieuwe onderwijsmethode die het ROC hanteert. Het boek heeft veel onrust teweeggebracht bij haar collega’s. Hoewel de namen in het boek zijn gefingeerd zijn de personen gemakkelijk herleidbaar. Naar aanleiding van de ontstane onrust heeft het ROC de docent geschorst. Nadat een mediation-traject mislukte heeft ROC om ontbinding van de arbeidsovereenkomst gevraagd. De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst en wees een transitievergoeding toe.

Anders dan de kantonrechter vindt het Hof dat de docent ook recht heeft op een billijke vergoeding omdat ROC ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Het ROC heeft na de beroering die na het verschijnen van het boek ontstond, te prematuur naar de forse maatregel van schorsing van de docent gegrepen. Deze schorsing is beschadigend voor de docent en stond in feite elke andere oplossing dan beëindiging van de arbeidsovereenkomst in de weg. Omdat ook de docent verwijten kunnen worden gemaakt, en het te verwachten was dat de arbeidsovereenkomst hoe dan ook zou zijn geëindigd (maar pas op een later moment) is het hof uitgekomen op een billijke vergoeding van € 40.000,- .

De brief

BON verzoekt in de brief aan voorzitter Jan Ramaekers van de Raad van Toezicht vijf indringende vragen te beantwoorden:

1. Zal de raad van toezicht de heer Van Mulkom, voorzitter van het Bestuur, ter verantwoording roepen vanwege het te prematuur [namelijk vlak na verschijning van haar boek] naar de forse maatregel van schorsing’ van Van Manen te grijpen?

2. De tweede vraag gaat over het belang van goed onderwijs en het opstellen van richtlijnen die het docenten mogelijk maken deel te nemen aan het publieke debat, als middel tot onderwijsverbetering , zonder hierdoor te moeten vrezen voor hun baan. Heeft ROC Nijmegen dit publieke belang meegewogen”
Veel docenten zullen zich door het ontslag van Van Manen mogelijk ‘onveilig’ ofwel onvrij voelen om – ook in het openbaar – kritiek te leveren op onderwijsbeleid.

3. Een belangrijke vraag is of de raad van toezicht de mogelijke precedentwerking van deze kwestie in overweging heeft genomen? Besturen in het hele land zullen zich nu vrij voelen kritische docenten te ontslaan zonder noemenswaardige consequenties.

4. Heeft ROC Nijmegen meegewogen in de beslissing dat Van Manen haar werk als docent niet meer zou kunnen uitvoeren omdat zij een boek heeft geschreven?

5. Is het niet zo dat het huidige bestuursmodel in het onderwijs zou moeten veranderen, als het bestuur van een publiek gefinancierde instelling kennelijk zo gemakkelijk een docent kan ontslaan voor het schrijven van een boek?

Lees de hele brief: Zaak-Paula van Manen: Onze brief aan de raad van toezicht van ROC Nijmegen, Beter Onderwijs Nederland, 9 mei 2021: www.beteronderwijsnederland.nl/nieuws/2021/05/zaak-paula-van-manen-onze-brief-aan-de-raad-van-toezicht-van-roc-nijmegen/

Hof handhaaft ontbinding en transitievergoeding docent ROC Nijmegen en vindt billijke vergoeding terecht, De Rechtspraak, 19 april 2021: www.rechtspraak.nl

 

Afbeelding bovenaan: Omslag van ‘Wanneer krijgen we weer les’? www.scriptum.nl/boeken/wanneer-krijgen-we-weer-les/

Arjan van der Meij is ‘Natuurkundeleraar van het jaar 2021’

Arjan van der Mei is uitgeroepen tot Natuurkundedocent van het jaar 2021 door de Nederlandse Natuurkundige Vereniging (NNV). Tijdens het congres FYSICA in april 2021 kreeg Van der Meij de prijs uitgereikt uit handen van de voorzitter.  Naast eeuwige roem bestaat de prijs uit € 1000 voor privé-gebruik en € 1500 voor de school waar Van der Meij al zesentwintig jaar les geeft, christelijk college De Populier in Den Haag.

De NNV meldt dat er dit jaar weer geweldige kandidaten waren. Naast Arjan van der Meij waren er de finalisten Cathy Baars van het Martinuscollege in Grootebroek en Onne van Slooten van het Mendelcollege in Haarlem. Stuk voor stuk topdocenten die leerlingen inspireren voor het vak natuurkunde en daarnaast buiten het ‘gewone docentenwerk’ ook andere initiatieven ontplooien.

Oordeel van de jury:

“In Arjan van der Meij vond de jury uiteindelijk alles wat ze zoekt in een Natuurkundedocent van het Jaar: een gedreven persoon die excellent onderwijs geeft, geliefd bij leerlingen en gewaardeerd door collega’s en die tevens bijdragen levert aan de maatschappij.
Uit de nominatie die we ontvingen kwam de winnaar naar voren als een authentieke en hyperenergieke persoon. Hij is de drijvende kracht achter veel grootse initiatieven. Zo is er het Feynmanproject dat de leerlingen uit groep 8 van de basisschool inspireert en uitdaagt. Bij de Fabklas op vrijdagmiddagen en -avonden komen leerlingen uit de tweede tot en met het laatste jaar van de middelbare school op vrijwillige basis bijeen om te werken aan techniekprojecten.

Arjan is een groot voorstander en uitdrager van het zogenaamde ‘maakonderwijs’. Door wat hij ‘klooien’ noemt, ontstaan er creatieve ideeën. Door te proberen en te maken, leren leerlingen van allerlei wiskundige, natuurkundige, biologische en scheikunde principes. Dit ‘maakonderwijs’ draagt hij uit bij allerlei bijeenkomsten over onderwijs. Arjan is actief op sociale media en hij deelt zijn kennis en inzichten met de brede gemeenschap van natuurkundedocenten.
Bijzonder is dat hij bij de diploma-uitreiking voor iedere mentorleerling een persoonlijk ukelelelied ten gehore brengt. Al met al een geweldige docent die de titel Natuurkundedocent van het Jaar 2021 zeer verdient”.

De Nederlandse Natuurkundige Vereniging bestaat in 2021 honderd jaar en is al sinds 1921 dé belangenbehartiger van de natuurkunde in Nederland. De vereniging komt op voor de discipline natuurkunde in het voortgezet onderwijs, het hoger onderwijs en het natuurwetenschappelijk onderzoek in Nederland en wil zo bijdragen aan excellente wetenschapsbeoefening en een sterke kenniseconomie.

De NNV organiseert voor jubilemumjaar 2021 een essaywedstrijd waarin iedereen de kans krijgt om zijn of haar visie op de natuurkundige toekomst op schrift te stellen. Meer info op: www.nnv.nl/media/files/Essaywedstrijd_def.pdf.

Interview in weekblad Den Haag Centraal

In weekblad Den Haag Centraal van 6 mei 2021 staat een mooi interview met Van der Meij. Daarin zegt hij aan het slot dat hij het imago van de leraar achteruit heeft zien gaan: “We worden vaak vergeten als groep. Er worden allerlei veranderingen in het onderwijs doorgevoerd, maar er wordt nagelaten aan de leraren te vragen wat zij ervan vinden. Ik wil bijdragen aan de emancipatie van mijn vakgenoten. Daar hoort bij dat je je laat zien op andere plekken dan alleen op school. Mensen moeten zich realiseren dat een leraar belangrijk is. Niet omdat ik zelf belangrijk gevonden wil worden, maar omdat ik wil dat er meer mensen voor het leraarsvak kiezen”.

Natuurkundedocent van het Jaar, Nederlandse Natuurkundige Vereniging: https://www.nnv.nl/natuurkundedocent-van-het-jaar/

Afbeelding bovenaan: Weekblad Den Haag Centraal. Daarin staat een interview met Arjan van der Meij door Jesse Kuiper – met foto van Van der Meij gemaakt door Eveline van Egdom, getiteld ‘Natuurkunde is als olijven eten’, 6 mei 2021.
Zie tweet: https://twitter.com/arjanvandermeij/status/1390268196540846080/photo/1
en: https://twitter.com/arjanvandermeij/status/1390268196540846080/photo/2