Skip to main content

Redactie Beroepseer

Bekentenissen van een “slechte leraar”

bekentenissen van een slechte leraar elisabeth real“De waarheid is dat het niet nodig is dat gekozen functionarissen ons motiveren”, aldus leraar William Johnson in The New York Times/Sunday Review van 3 maart 2012. Hij schreef op de opiniepagina van de krant het artikel Bekentenissen van een “slechte leraar” dat begint met:

“Ik ben leraar speciaal onderwijs. Mijn leerlingen hebben een leerbeperking, variërend van autisme tot een motorische-, emotionele of aandachtsstoornis. Ik hou van deze kinderen, maar ik heb mijn handen vol aan hen. Bijna zonder uitzondering worstelen ze met standaardtoetsen en frustreren ze ons. Wat meer is, ze zijn middelbare schoolleerlingen en dat betekent dat hun beperkingen vermengd zijn met gierende hormonen en sociale druk.

Zoals u zich wel kunt voorstellen, kan mijn werk heel moeilijk zijn. Bovenop de uitdagingen waarvoor mijn leerlingen me stellen, is door bezuinigingen en veranderingen in het speciale onderwijsbeleid mijn werkdruk aanzienlijk toegenomen binnen achttien maanden tijd. Bovendien is het zo dat mijn klassen groter zijn geworden en er ondersteunend personeel ontslagen is. Leerlingen met een toenemende, ernstige stoornis worden in meer algemene klassen ondergebracht, zoals in die van mij. Daar krijgen ze minder aandacht en hebben ze moeite met zich aanpassen aan het lesprogramma, dat bol staat van door de staat ontworpen toetsen met voor de leerlingen grote consequenties.

Daar komt nog bij dat ik een slechte leraar ben. Zo denk ik er niet zelf over, maar zo’n etiket krijg ik opgeplakt door de afdeling onderwijs van de gemeente. Vorig jaar juni vertelde het schoolhoofd dat hij mijn lesgeven “onvoldoende” vond, daarbij een paar hokjes op een evaluatiedocument aankruisend. Het bracht mijn hele carrière in het ongewisse. Datzelfde jaar kreeg mijn school een hoog cijfer op de ranglijst. Ik was een slechte leraar op een goede school. Dat was nogal vernederend.
Zoals de meeste leraren, heb ik goed en slechte dagen. Dat geldt ook voor mijn leerlingen. Vorig jaar mei observeerde de assistent van ons schoolhoofd mij in een ‘zelfstandige klas’. Een zelfstandige klas is een apart klaslokaal voor leerlingen met ernstige leerstoornissen. In dat lokaal gaf ik schrijfles aan leerlingen in de leeftijd van 14 tot 17 jaar wier leesvaardigheden variëren van groep vijf tot en met de brugklas.

Toen de assistent binnenkwam begon een van de leerlingen, een meisje met een emotionele stoornis uit de derde klas, te vloeken. De assistent negeerde haar, waarna ze tegen mij begon te vloeken. Daarna ging ze ook nog eens potloden door het lokaal gooien. Was dat omdat ik een slechte leraar was? Ik weet het niet.

Wel weet ik dat nadat ze met dingen was gaan gooien, ik haar de klas had uitgestuurd. Ik weet dat ik een paar dagen later bericht kreeg dat mijn lesgeven een onvoldoende had opgeleverd, o.a. vanwege het de klas uitsturen van deze leerlinge in plaats van het volgen van de procedure van de ‘voorgeschreven gedragsregels’.

Ik was verbaasd. Eerder dat jaar had deze assistent mij ook geobserveerd en me te kennen gegeven dat ik allereerst moest gaan werken aan mijn  ‘assertieve stem’ in de klas. Maar ongeveer een maand later heeft mijn schoolhoofd mij geobserveerd en gezegd dat ik me helemaal moest concentreren op het lesprogramma, aangezien zij niets aan te merken had op mijn gedrag in de klas. Een paar weken later had ze me aangemeld voor een prijs voor ‘uitmuntend leraarschap’. Was ik echt een slechte leraar?”

Confessions of a ‘Bad’ Teacher, door

 

Foto boven: De auteur William Johnson in een lokaal van zijn school. Foto van Elisabeth Real, The New York Times

Stakingswebsite onderwijs: Wij zijn verbijsterd

omslag hoop en vreesDinsdag 6 maart 2012 is er een landelijke staking van het onderwijs tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer tegen het voornemen van minister Van Bijsterveldt van OCW om 300 miljoen euro te bezuinigen op het Passend onderwijs. De stakingsbijeenkomst vindt plaats in de Arena in Amsterdam en begint om half twaalf.
Deelnemers aan de staking hebben een website geopend – Wij zijn verbijsterd – waarmee ze een vuist willen maken tegen de plannen, en waarop ze schrijven:

“De afgelopen maanden zijn wij meerdere malen ingegaan op de argumenten en de getallen die de minister en bijvoorbeeld ook de heer Elias (Tweede Kamerlid, VVD)  te pas en te onpas hanteren om de bezuinigingen te rechtvaardigen.
Keer op keer hebben wij op de onjuist gebruikte en de gebruikte onjuiste getallen, de halve waarheden en ook de begripsvervuiling gewezen. Een en ander hebben we voor het gemak op een rij gezet”.

Op tenminste 3.362 scholen staken één of meer personeelsleden. Daarvan gaan zeker 1.737 scholen dicht. Het merendeel van de scholen waar wordt gestaakt zit in het basis- en speciaal onderwijs. Van alle ruim 600 scholen voor speciaal onderwijs is het merendeel gesloten. De overige scholen die dicht gaan zijn voornamelijk basisscholen. In het voortgezet onderwijs gaat het voornamelijk om afdelingen die werken met zorgleerlingen, zoals praktijkscholen en scholen met leerweg ondersteund onderwijs. Maar er zijn ook gymnasia waar een deel van de leraren meestaakt of afdelingen in het middelbaar beroepsonderwijs die intensief met zorgleerlingen te maken hebben.

De 2000 bussen die besteld waren, zitten vol.

Boekje downloaden op site van St. Mattheusschool: Hoop en vrees – Verhalen van ouders over de gevolgen van de bezuinigingen op het speciaal onderwijs, Rotterdam, mei 2011: www.zmlk.nl/blog/hoop_en_vrees.pdf

Meer in op website: www.wijzijnverbijsterd.nl (Website is opgeheven)

Wat kan de wereld van het Finse onderwijs leren?

pasi sahlberg Wat kan de wereld van het Finse onderwijs leren? Het is een vraag die leraren, schoolleiders en onderwijsdeskundigen zich herhaaldelijk hebben gesteld in de afgelopen decennia.

In zijn nieuwe boek Finnish Lessons: What Can the World Learn from Educational Change in Finland, beantwoordt Pasi Sahlberg de vraag uitgebreid. Hij doet dat ook op zijn blog. Daarop schreef hij op 16 januari 2012:

Ik concludeer, liever dan een reeks onderwijsomwentelingen op te noemen, dat het Finse onderwijsbeleid gebouwd is op periodieke verandering en op systemisch leiderschap*).  Beide worden bepaald door algemeen aanvaarde waarden en een gedeelde maatschappelijke visie die eigentijdse ideeën over duurzame onderwijshervorming weerspiegelen.
Belangrijk is dat de hoofdkenmerken van de ontwikkeling van een rechtvaardig, hoogwaardig onderwijsstelsel dezelfde zijn als die welke aan de basis liggen van de maatschappelijke en economische transformatie van Finland naar een verzorgingsstaat en een concurrerende kennismaatschappij.

Het is daarom moeilijk bepaalde hervormingen of innovaties, die als een drijvende kracht hebben gezorgd voor de stijging van het niveau en de kwaliteit van het Finse onderwijs, los van elkaar te zien.
Het is nodig de beleidsplannen breed te onderscheiden, en vooral  hoe de verschillende beleidsplannen van de publieke sector verweven zijn met het onderwijsstelsel. Het is ook van belang te benadrukken dat, hoewel gezegd wordt dat  Finland “een modelleerling” is in het luisteren naar de beleidsadviezen van internationale organisaties zoals de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) en de Europese Unie, het Finse onderwijsstelsel weinig geïnfecteerd werd door wat men vaak noemt de “Global Education Reform Movement” of GERM. De reden daarvoor is duidelijk: de professionele kracht en de morele gezondheid van de Finse scholen.

GERM, begonnen in de jaren tachtig, is wereldwijd allengs uitgegroeid tot een onderwijshervormingsdogma binnen veel onderwijsstelsels, ook in de V.S., Engeland, Australië en sommige transitie-landen. GERM wordt vaak gepromoot door de belangen van internationale ontwikkelingsorganisaties en private ondernemingen met hun inmenging in nationale onderwijshervormingen en het maken van beleidsplannen.
Sinds de jaren tachtig zijn er wereldwijd tenminste vijf gemeenschappelijke onderwijselementen en hervormingsbeginselen gebruikt om te proberen de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en de problemen van de openbare onderwijsstelsels op te lossen:

omslag finnish lessons1. De standaardisering van  het onderwijs. Centraal voorgeschreven programma’s met voortdurend toetsen van leerlingen en leraren hebben wereldwijd geleid tot homogenisering van onderwijsbeleid. Ze beloofden standaardoplossingen tegen steeds lagere kosten ter verbetering van de kwaliteit en de effectiviteit op school.

2. Een tweede kenmerk van GERM is de nadruk op kerntaken van de school, met andere woorden, op lezen, schrijven, rekenen en wis- en natuurkunde. Dit gaat ten koste van andere vakken.

3. Het derde kenmerk dat wereldwijd makkelijk te onderscheiden is in onderwijshervormingen is het zoeken naar weinig risicovolle manieren om onderwijsdoelen te bereiken.
Dat beperkt experimenteren en vermindert het gebruik van alternatieve, pedagogische benaderingen.

4. Het gebruik van corporatieve managementmodellen als voornaamste motor tot verbetering. In een proces waarin  onderwijsbeleid en ideeën ontleend worden aan de zakenwereld, spelen nationale hegemonie en economisch profijt meestal een belangrijke rol, in plaats van morele doelen van menselijke ontwikkeling.

5. Invoering van een beleid van rekenschap afleggen door de school op basis van toetsresultaten en prestaties van leerlingen. Daardoor raakt de school onder invloed van werving, promotie en inspectie, en uiteindelijk van beloning of straffen van scholen en leraren. Succes of falen van scholen en leraren wordt vaak bepaald door standaardtoetsen en leraarbeoordeling door derden. Slechts een beperkt deel van de vakken komt in de toetsen voor en de bedoelingen van de leraar worden buiten beschouwing gelaten.

Geen van deze GERM-elementen is gebruikt  in Finland.

Sahlberg besluit met de opmerking dat de beste manier om GERM-infecties te voorkomen is: leraren en schoolleiders goed voorbereiden op hun taken. De lessen van Finland helpen je de GERMs voor 99,9 procent te doden.


Referenties en links

*) Systemisch betekent dat verschijnselen gezien worden binnen de context waarin ze zich tonen en in relatie tot de geschiedenis waarmee ze samenhangen. Systeemdenken houdt zich bezig met wederzijdse beïnvloedingen en niet met rechtlijnig oorzaak-gevolg denken.

Blog van Pasi Sahlberg: klik hier.

Info over het  boek Finnish Lessons: What Can the World Learn from Educational Change in Finland, is o.a. te vinden op:  www.goodreads.com/book/show/12404123-finnish-lessons

Website Pasi Sahlberg:  https://pasisahlberg.com

Lees ook de recensie van Diana Ravitch, research-professor Onderwijs aan de Universiteit van New York, over het boek Finnish Lessons in The New York Review of Books (8 maart 2012): Schools we can envy. Klik hier.

Jan de Lange, werkzaam geweest in het Amerikaanse onderwijs, schreef op 28 december 2011 op het blog van OVK – Onderwijs vraagt kennis – een bijdrage getiteld Nederland volgt de VS, de VS volgt Stalin, waarin hij schrijft hoe Nederland de gemaakte fouten van het Amerikaanse onderwijsstelsel braaf achterna gaat: http://jdlange.nl/nederland-volgt-de-vs-de-vs-volgt-stalin/ (website is opgeheven).

Pasi Sahlberg is te gast op het 17e Congres van de Algemene Vereniging van Schoolleiders – AVS – dat op 16 maart 2012 wordt gehouden in  Nieuwegein. Titel van het congres is Lerend leiden – Leidend leren. Een verkenning van ontwikkelingskansen om met benutting van talenten en ervaringen tot optimale (team)resultaten te komen.
Sahlberg is een van de vier internationale gastsprekers. Titel van zijn lezing: Wat heeft Finland ons te zeggen…
Voorafgaand aan de dag van het congres, op 15 maart 2012, geeft Sahlberg een Masterclass.

U P D A T E

Verslag congres ‘Houd vast aan je visie’ – Inspiratie en bewustzijn op 17e AVS-congres, Algemene Vereniging van schoolleiders, 19 maart 2012: https://avs.nl/actueel/nieuws/houd-vast-aan-je-visie-inspiratie-en-bewustzijn-op-17e-avs-congres/

Ambtenaren honderd jaar terug in de tijd

klokken abvakabo fnvMinister Spies, D66 en het CDA draaien de arbeidsverhoudingen honderd jaar terug, aldus Abvakabo FNV in reactie op het aangepaste wetsvoorstel dat Kamerleden van de twee partijen op woensdag 22 februari 2012 hebben ingediend.

De initiatiefnemers van het Wetsvoorstel Normalisering Ambtelijke Rechtspositie – Kamerleden Fatma Koser Kaya (D66) en Eddy van Hijum (CDA) – pasten hun voorstel aan op die dag.  Dat een aantal groepen, zoals officieren van justitie en politieagenten, wordt uitgezonderd van het wetsvoorstel is door veel media opgepakt. Maar een andere wijziging is volledig onderbelicht gebleven: het schrappen van het overlegvereiste met de vakbonden is nog veel verder doorgevoerd dan in het oorspronkelijke voorstel.
Abvakabo FNV gaat via de rechter een overleg afdwingen met minister Spies.
De minister van Binnenlandse Zaken is voor de bonden de gesprekspartner over de zaken die alle ambtenaren betreffen, maar minister Spies weigert met de bonden in gesprek te gaan over het wetsvoorstel. Zij wil pas een uitspraak doen als het initiatiefvoorstel in beide kamers behandeld is. Voor de bonden is dat te laat. Zij willen met de minister om de tafel op een tijdstip waarop de uitkomst van het gesprek nog invloed kan hebben op het uiteindelijke besluit.

De overheid is een bijzonder soort werkgever, omdat zij ook wetgever is. Om te voorkomen dat de overheid misbruik maakt van deze machtspositie, is zo’n twintig jaar geleden vastgelegd dat de werkgever niet zonder overleg met de vakbonden de Ambtenarenwet en daarop gebaseerde regelgeving (zoals de ambtenaren-cao’s) kan wijzigingen.

D66 en CDA willen al deze afspraken schrappen, en dan ook nog eens met terugwerkende kracht.

Abvakabo FNV vindt net als de andere ambtenarenbonden dat D66 en CDA, alsook de minister, de arbeidsverhoudingen honderd jaar terugdraaien.

Info over de Initiatiefwet Normalisering Ambtelijke status: http://werknemersbijdeoverheid.nl/overzicht-inhoud/de-ambtelijke-status/initiatiefwet-normalisering-ambtelijke-status  (Website opgeheven. Niet meer beschikbaar)

Afschaffing ambtelijke status niet gewenst: http://werknemersbijdeoverheid.nl/overzicht-inhoud/de-ambtelijke-status/afschaffing-ambtelijke-status-niet-gewenst (Website opgeheven. Niet meer beschikbaar)

Brief  van 24 mei 2011 van de gezamenlijke vakbonden van overheidspersoneel aan leden van de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken: https://beroepseer.nl

Meer over het wetsvoorstel Normalisering ambtelijke rechtspositie, Raad van State: www.raadvanstate.nl/@61451/w04-10-0513/

Website Abvakabo FNV. Klik hier. (Website is opgeheven)

Notaris voor rechtszekerheid verzet zich tegen eigen beroepsvereniging

Een groep notarissen, kandidaat-notarissen, hoogleraren en belangenorganisaties, waaronder de Nederlandse Branche Vereniging Notariaat (NBVN ), Netwerk Notarissen en Formaat Notarissen, maakt zich grote zorgen over een reeks maatregelen van de overheid waardoor de rechtszekerheid van de Nederlandse samenleving ernstig in het geding komt.
De groep, die zich Notaris voor rechtszekerheid noemt is van mening dat het bestuur en het bureau van de KNB, de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, niet de juiste koers varen en dat het roer om moet, met als uiteindelijk oogmerk: behoud van de rechtszekerheid.
De groep heeft gezegd het vertrouwen in de KNB te hebben verloren.

Ondanks het Rapport van de commissie-Hammerstein*), waarin nadrukkelijk wordt bevestigd dat de verplichte inschakeling van de notaris een belangrijke meerwaarde heeft, stuurt de overheid aan op het buitenspel zetten van de notaris, bijvoorbeeld bij het oprichten van een BV, bij het afgeven van een verklaring van erfrecht, bij het opstellen van een koopakte van een huis, het opstellen van een voogdij-regeling en de rol van de notaris bij echtscheidingen.
Notaris voor Rechtszekerheid vindt dit een gevaarlijke ontwikkeling en roept de Minister van Veiligheid en Justitie op om stelling te nemen tegen de initiatieven van andere Ministeries die de functie van de notaris uithollen.

Notaris voor rechtszekerheid stelt zich o.m. de volgende doelen:

– het verzekeren van het voortbestaan van het notariaat
– het aanstellen van een boegbeeld als pleitbezorger van het notariaat
– het notariaat weer een serieuze gesprekspartner maken in Den Haag
– het verbeteren van het imago van het notariaat
– het herstellen van het vertrouwen van de notarissen in het bestuur, het bureau en de koers van de KNB
– het geven van een nieuw élan aan het notariaat
– het aantonen van het belang van de notariële functie in het kader van rechtszekerheid
– het herschrijven van het visiestuk “In transitie”**)
– het voor het voetlicht brengen van de meerwaarde van het notariaat

Notaris voor rechtszekerheid heeft een manifest opgesteld, dat op 16 februari 2012 is gepresenteerd:  Manifest Rechtszekerheid Nederlandse samenleving op het spel! dat te lezen is op de website: www.notarisvoorrechtszekerheid.nl (Website is opgeheven)

*) Rapport Commissie Evaluatie Wet op het notarisambt – Het beste van twee werelden (commissie-Hammerstein): https://beroepseer.nl

**)  De hoofdlijnen van het beleid van de KNB voor de periode 2010-2015 zijn neergelegd in de beleidsvisie In transitie.

Commentaar op het Rapport van de Commissie Hammerstein: http://www.boekel.com/media/356821/wpnr_privaatrecht_waaijer_dec_2005.pdf (Website Boekel.com is opgeheven)

Wet op het notarisambt, Wettenbank Overheid: https://wetten.overheid.nl/BWBR0010388/2012-01-01

 

Margo Trappenburg nieuwe voorzitter Stichting Beroepseer

margo trappenburg 2Margo Trappenburg is sinds 24 februari 2012 de nieuwe voorzitter van Stichting Beroepseer.

Zij studeerde politieke wetenschappen aan de Universiteit van Leiden en promoveerde in 1993 op Soorten van gelijk. Medisch-ethische discussies in Nederland.

Momenteel is Trappenburg universitair hoofddocent aan de Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschappen en bijzonder hoogleraar Sociaal-politieke aspecten van de verzorgingsstaat (de Drees leerstoel) aan de Universiteit van Amsterdam. Eerder was zij bijzonder hoogleraar Patiëntenperspectief aan de Erasmus Universiteit en columniste voor NRC Handelsblad.

Trappenburg schreef onder meer over marktwerking in de gezondheidszorg, over zin en onzin van patiëntenparticipatie, over vermaatschappelijking van de zorg en over managers en professionals. Zie voor meer informatie: www.margotrappenburg.nl

Inspectie voor de Gezondheidszorg gaat “undercover”

Regeren, controleren en criminaliseren, het is de nieuwe drie-eenheid in de zorg. Goed bestuur in de zorg wordt steeds meer gekenmerkt door vergaande controleprocedures. Goed bestuur in de zorg gaat uit van wantrouwen. Vertrouwen moet verdiend worden en daarvoor behoeven professionals in de zorg “slechts” gedetailleerd te rapporteren over hun werkzaamheden.

Dat uitgebreide rapportageverplichtingen ten koste gaan van vertrouwelijkheid en privacy in de zorg mag geen probleem zijn. Bovendien moeten we ook als vanzelfsprekend accepteren dat tijd en kosten die gemoeid zijn met gedetailleerde rapportageverplichtingen, ten koste gaan van de eigenlijke dienstverlening in de zorg. Vertrouwen moet verdiend worden door uitvoerig te rapporteren, zodat alles voortdurend kan worden gevolgd en gecontroleerd.

Recentelijk is Minister Schippers van Volksgezondheid tot het inzicht gekomen dat je ook te goed van vertrouwen kunt zijn door alleen maar kenbaar te controleren. Op pagina 26 van de onlangs gepubliceerde toekomstvisie op de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) wordt gemeld dat deze dienst “under cover” gaat door mystery guests ofwel pseudo-patiënten in te zetten om zorgverleners nog beter te kunnen controleren. Dat pseudo-dienstverlening een bijzonder opsporingsmiddel is, dat alleen mag worden ingezet bij verdenking van een misdrijf of bij onderzoek naar georganiseerde criminaliteit, is natuurlijk ook de Minister bekend, maar vertrouwen moet tenslotte verdiend worden.

Aan vertrouwen voorbij:
De toekomstvisie van Minister Schippers op de Inspectie (IGZ) maakt duidelijk dat zij het licht heeft gezien en nu alle hoop heeft gezet op een heilig geloof in de nieuwe drie-eenheid: “regeren, controleren en criminaliseren” als de manier om effectieve publieke sturing in de zorg te realiseren.

Op basis van wantrouwen:
De relatie tussen overheid en burgers lijkt inmiddels vooral te worden gekenmerkt door wantrouwen. Burgers worden gecriminaliseerd hetgeen een “vrijbrief” vormt om hen vervolgens met bijzondere opsporingsbevoegdheden te kunnen controleren. Dit is een majeur politiek probleem!

Dit commentaar, getiteld Werkzaam in de zorg en dus verdacht, is geschreven door Ab van Eldijk, voorzitter van de Stichting Koepel DBC-vrije Praktijken – KDVP – naar aanleiding van de op 31 januari 2012 verschenen beleidsnota Toezichtvisie Inspectie voor de Gezondheidszorg van het Ministerie van Volksgezondheid.

Commentaar Werkzaam in de zorg en dus verdacht, door Ab van Eldijk, KDVP: www.kdvp.nl

Beleidsnota Toezichtvisie Inspectie voor de Gezondheidszorg van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 31 januari 2012: www.eerstekamer.nl

Hoorzitting over toekomst technisch VMBO op 22 maart 2012

Er komen steeds minder leerlingen in het technisch VMBO en dat is een zorgelijke situatie. Sinds 2004 is het aantal leerlingen in de techniek gemiddeld met dertig procent per regio gedaald. Voor het totale VMBO is tussen 2004 en 2010 het aantal leerlingen in de bovenbouw gedaald van 226.478 naar 203.650.

In dagblad Tubantia stond op 22 februari 2012 het artikel Megaklus om het lek te dichten waarin de vraag wordt opgeworpen hoe lang we nog voldoende vakmensen hebben? Het wordt een megaklus om de toekomstige uitstroom van kennis op te vangen.
De overheid is zich overigens terdege bewust van het dreigende tekort aan vakmensen.

Op donderdag 22 maart 2012 is er van 11.15 tot 12.45 uur een hoorzitting/rondetafelgesprek over Techniek in het VMBO van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de Tweede Kamer met als onderwerp de terugloop van leerlingen in het technisch VMBO.

Aanleiding voor deze hoorzitting is het op 22 november 2011 aan de vaste commissie aangeboden Manifest Toekomst voor Techniek, waarin aanbevelingen worden gedaan om daling in het technisch VMBO tegen te gaan. De enige vakdocent die uitgenodigd is voor deze hoorzitting is Wim van de Merwe, docent metaaltechniek van de Christelijke Scholengemeenschap Reggesteyn in Rijssen en Voortrekker van Stichting Beroepseer.
De hoorzitting vindt plaats in de Tweede Kamer, ingang Plein 1, Den Haag, en  is een openbare vergadering, dus voor publiek toegankelijk. Het gesprek is live te volgen via de website van de Tweede Kamer.

Het Manifest Toekomst voor Techniek is opgesteld door de Stichting Platform VMBO, de werkgeversorganisatie VNO CNW en de branche-organisatie voor het midden- en kleinbedrijf, MKB. In het Manifest wordt aan het slot Van de Merwe’s school Reggesteyn met name genoemd als model voor succesvol techniekonderwijs.

Manifest Toekomst voor Techniek: www.vmbo-bwi.nl