Skip to main content

Redactie Beroepseer

Jongeren met mentale problemen en gedachten aan zelfdoding. Plannen voor een centraal jongerenplatform

De Commissie Actuele Nederlandse Suïcideregistratie (CANS) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) constateren een zorgelijk stijgende trend in het aantal suïcides onder jongvolwassenen. Dat blijkt uit de resultaten van een onderzoek dat tot doel had inzicht te krijgen in de mogelijke factoren die hebben bijgedragen aan het ontstaan van suïcidaal gedrag bij jongvolwassenen in de afgelopen twee jaar, welke behoeften zij hebben en hoe zij het beste bereikt kunnen worden. Om die vragen te beantwoorden is met 41 jongvolwassenen gesproken, met en zonder ervaring met suïcidaal gedrag. Daarnaast is een aanvullend literatuuronderzoek uitgevoerd om inzicht te bieden in bestaande effectieve interventies voor jongvolwassenen.

Onder jongeren tot 30 jaar neemt het aantal suïcides toe. Tussen 2013 en 2023 nam het aantal toe van 243 in 2013 tot 300 in 2023. Rekening houdend met de bevolkingsomvang en met kleine verschillen tussen de cijfers van CANS (2023) en die van het CBS (2013-2022) nam het aantal suïcides onder mensen tot 30 jaar met 16,8% toe.

De resultaten laten zien op welke manier een combinatie van verschillende risicofactoren een rol speelt in het ontstaan van suïcidaal gedrag bij jongvolwassenen. Bij bijna alle deelnemers was er sprake van een kwetsbaarheid als gevolg van jeugdtrauma en/of psychische problemen, die in combinatie met verschillende acute stressfactoren uit het leven van jongvolwassenen, zoals problemen rondom (prestatie)druk, financiën of eenzaamheid leidde tot suïcidaal gedag. Wensen en behoeften van jongvolwassenen sluiten aan bij de gevonden risicofactoren, met als belangrijkste thema: praten over suïcidale gevoelens en andere problemen en het verminderen van het taboe hierop.

Zingeving en perspectief

Andere belangrijke behoeften gingen over het aanbieden van laagdrempelige en/of informele hulp, het verbeteren van informatie over en de toegang tot zorg, een centrale plek bieden aan mentale gezondheid binnen het onderwijscurriculum, het bieden van zingeving en perspectief, en interventies met betrekking tot sociale media. Uit de literatuur bleek dat er weinig effectieve interventies specifiek voor jongvolwassenen zijn en nog minder hebben een direct effect op de afname van suïcidaal gedrag. Een aantal interventies hebben wel effect op andere factoren die aansluiten bij behoeften van jongvolwassenen en zijn mogelijk interessant voor implementatie.

Om effectief suïcides en suïcidaal gedrag van jongvolwassenen te verminderen en voorkomen is het nodig bestaande initiatieven te versterken. Speciale aandacht zou daarbij behoren uit te gaan naar:

• Het praten met jongvolwassenen over hoe zij zich voelen en het bieden van laagdrempelige initiatieven
• Het informeren over hulp bij suïcidaal gedrag en het beter laten aansluiten van professionele hulpverlening op behoeften
• De mentale weerbaarheid vergroten en het bieden van perspectief en zingeving
• Het vergroten van de sociale media-wijsheid en het gebruiken van sociale media voor de verspreiding van suïcide-preventie-initiatieven

Downloaden Stop suïcide onder jongvolwassenen: Een verdiepend onderzoek met praktische aanbevelingen, door Elke Elzinga & Milou Looijmans, Paula von Spreckelsen, Renske Gilissen, Saskia Mérelle, 113 Zelfmoordpreventie, september 2023: https://beroepseer.nl

Suïcidecijfers 2023: daling onder mensen van middelbare leeftijd, blijvende zorgen over jongeren, 113 Zelfmoordpreventie, 6 februari 2024: www.113.nl

Stichting 113 Zelfmoordpreventie is de nationale organisatie voor preventie van suïcide. www.113.nl/over-113/over-ons

Meer aandacht nodig voor behoeften van jongeren met suïcidaal gedrag, interview met Milou Looijmans door Leendert Douma, GGZ Totaal, 12 februari 2024: www.ggztotaal.nl

Eén centraal jongerenplatform:
acht hulporganisaties bundelen krachten

Stress, eenzaamheid of depressie: meer dan de helft van de Nederlandse jongvolwassenen kampt met mentale klachten. Om jongeren te helpen bij het zoeken en vinden van steun, hebben acht hulporganisaties de handen ineen geslagen om één platform te ontwikkelen: MIND en MIND Us, de Kindertelefoon, Stichting @ease, Transformers Community, Join Us, 113 Zelfmoordpreventie en Jongerenhulp Online. Het gaat om een platform waar jongeren met beginnende mentale klachten gratis en anoniem terecht kunnen. Voor relevante informatie, contact met leeftijdsgenoten, een luisterend oor en hulp bij het vinden van verdere ondersteuning. Door de zoektocht te vergemakkelijken en onderlinge steun te stimuleren, wordt de zelfredzaamheid van jongeren versterkt. Ook wil het platform voorkomen dat jongeren te lang in hun eentje blijven rondlopen, waardoor milde klachten vaak complexer worden.

Het op te zetten centrale jongerenplatform wordt een aanvulling op de huidige dienstverlening van MIND, een onafhankelijke maatschappelijke organisatie die zich sterk maakt voor een psychisch gezonder Nederland en een stem geeft aan alle mensen met (beginnende) psychische klachten en hun naasten.
Jongeren kunnen vanuit het platform bijvoorbeeld worden verwezen naar MIND Korrelatie als zij behoefte hebben aan contact met een professional. Zo zal er ook de mogelijkheid van doorverwijzing komen naar 113 Zelfmoordpreventie als daar behoeft aan is. De Alles Ok? supportlijn zal in het nieuwe centrale platform opgaan.

30 januari 2024 is een brief naar zowel de informateur als de Tweede Kamer gestuurd met verzoek het platform mogelijk te maken. Eind 2023 heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een onafhankelijke toets op effectiviteit en haalbaarheid laten doen door adviesburea Berenschot. Conclusie: “Het gezamenlijke platform levert in potentie een goede bijdrage en gewenste aanvulling op het huidige landschap ten aanzien van hulpverlening voor jongeren met mentale problemen. Wij waarderen het voorstel daarom positief en adviseren het Ministerie van VWS om het voorstel te steunen.”

Verder lezen over de plannen op Alles oké? https://www.allesoke.nl/downloads
Of  op: https://beroepseer.nl

Eén centraal jongerenplatform: acht hulporganisaties bundelen krachten, Wij zijn mind, 30 januari 2024: https://wijzijnmind.nl

Brief verstuurd op 18 januari 2024 aan de informateur en de Tweede Kamer: https://beroepseer.nl

Als robotisering binnen een industriesector verdubbelt, nemen autonomie en zingeving van werk af

Robots evenaren of overtreffen mensen in steeds meer taken, zoals lassen, verpakken, verven, recepten voorschrijven en complexe auto-onderdelen in elkaar zetten. Dankzij de integratie van kunstmatige intelligentie (AI) verkennen slimme machines nu nieuwe grenzen; van het uitvoeren van complexe operaties op de planeet Aarde tot het verkennen van het ruwe, onontgonnen oppervlak van de planeet Mars. Deze snelle en aanhoudende automatiseringsgolf is een van de krachtigste dynamieken die arbeid al een nieuwe vorm heeft gegeven en dat in de toekomst zal blijven doen.

Cruciale vragen

De snelle vooruitgang van de automatiseringstechnologie heeft begrijpelijkerwijs geleid tot wijdverspreide angst voor de toekomst van arbeid en doen oude angsten voor de invloed van technologie op de werkgelegenheid oplaaien. Recente prognoses voor het automatiseringspotentieel in de VS en Europa hebben het debat en de publieke angst weer aangewakkerd. Hoewel volgende studies de schattingen afzwakken door rekening te houden met de verscheidenheid van taken binnen beroepen, is de onderliggende angst voor werkloosheid begrijpelijk, gelet op de hoge inkomens en de psychologische kosten van werkloosheid, en het feit dat de gevolgen van automatisering negatief zijn voor laaggeschoolde werknemers en werknemers die routinetaken uitvoeren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat academisch onderzoek zich voornamelijk heeft gericht op het effect van technologie op werkgelegenheid en het inkomen.

Recente ontwikkelingen hebben evenwel geleid tot een breder begrip van de impact van automatisering. Modellen laten zien dat banenverlies door automatisering kan worden gecompenseerd door productiviteits- en herintredingseffecten, wat kan leiden tot een netto economische winst. Bovendien, als bedrijven nieuwe technologie invoeren, passen werknemers doorgaans hun taken aan en daarom verdwijnen er doorgaans geen hele beroepen. Toch kan de vervanging van sommige taken leiden tot een vermindering in variëteit en autonomie. Hoe robotisering de kwaliteit van banen beïnvloedt en hoe verschillende taken het welzijn van werknemers beïnvloeden, zijn dan ook cruciale vragen die de huidige literatuur over de effecten van automatisering op  werkgelegenheid en inkomens nog moet onderzoeken.

Zinvol werk

Het rapport Robots, Meaning, and Self-Determination is de eerste publicatie met resultaten van een onderzoek naar de impact van robotisering op zinvol werk en autonomie, competentie en onderlinge verbondenheid die essentieel zijn voor motivatie en welzijn op het werk. Op basis van enquêtes onder werknemers en industriespecifieke robotiseringsgegevens van veertien industrieën in twintig Europese landen in de periode 2005 – 2021, onthult deze analyse een consistente negatieve impact van robotisering op de zingeving en autonomie op het werk.
De drie auteurs van het rapport, Milena Nikolova, Femke Cnossen en Boris Nikolaev*) volgen in dit rapport eerder onderzoek en schetsen een meer holistisch beeld van de impact van robotisering op het leven van werknemers. Naast inkomen en baanzekerheid waarderen werknemers ook andere aspecten van hun werk die bijdragen aan hun welzijn en motivatie. Werknemers vinden het bijvoorbeeld belangrijk of hun werk zinvol of bevredigend is, of ze autonomie of beslissingsbevoegdheid hebben over hun taken, zich competent voelen bij de uitvoering en een positieve relatie hebben met hun collega’s of cliënten. Deze factoren, die inherent zijn aan menselijke motivatie en psychische basisbehoeften, hebben een diepgaand effect op prestaties, productiviteit en leerresultaten, en zijn de sleutel tot optimaal menselijk functioneren. Daarom is het belangrijk om te onderzoeken hoe automatisering niet-monetaire aspecten van de kwaliteit van werk beïnvloedt en hoe werknemers kunnen omgaan met de uitdagingen en kansen die automatisering met zich meebrengen.

De auteurs leveren een bijzondere bijdrage aan de literatuur door de invloed te onderzoeken van één soort automatisering – industriële robots – op twee belangrijke aspecten van de kwaliteit van werk: zinvol werk en zelfbeschikking. Betekenisvol werk verwijst naar de mate waarin werknemers hun werk als waardevol ervaren, betekenisvol of doelgericht. Zelfbeschikking staat voor de mate waarin werknemers autonomie, competentie en verbondenheid met elkaar ervaren. Deze aspecten zijn afgeleid van de baanbrekende theorie in de psychologie, namelijk die over zelfdeterminatie of zelfbeschikking.

Het blijkt dat autonomie, competentie en verbondenheid belangrijke voorwaarden zijn voor het bereiken van zinvol werk.
Bovendien is zinvol werk instrumenteel in de inspanningen van werknemers en is het in verband gebracht met belangrijke resultaten van onderzoek naar de verrichtingen van organisaties, zoals absenteïsme, pensioneringsplannen en de bereidheid om een vaardigheidstraining te volgen.

Robots tasten zingeving en autonomie van werk aan

De belangrijkste uitkomst van het onderzoek is dat robots zingeving en autonomie van werk aantasten. Een verdubbeling van  robotisering zou leiden tot een daling van 0,9% in zinvol werk en 1% in autonomie: ”Voor alle industrieën in onze steekproef bedroeg de gemiddelde toename in robotisering tussen 2005 en 2020 389% (bijna een verviervoudiging). Voor sommige industrieën was de toename nog dramatischer. In de mijnbouw en de steengroeven was er bijvoorbeeld een duizelingwekkende 26-voudige toename in robotisering over dezelfde periode, wat een substantieel verlies aan zingeving en autonomie tot gevolg had. Om onze schattingen verder in perspectief te plaatsen, kijken we ook naar de voedsel- en drankenindustrie, een top 5-industrie in robottoepassingen, en de auto-industrie, de sector met het hoogste niveau van robottoepassingen.
Als het gebruik van robots in de voedingsmiddelen-industrie net zo snel toeneemt als in de auto-industrie – wat neerkomt op een 7,5-voudige toename in robotisering – schatten we een afname van 6,8% in zinvol werk en een afname van 7,5% in autonomie. Op basis van EU KLEMS-gegevens**) zouden in 2020 bijna 4,5 miljoen mensen werkzaam zijn in de voedingsmiddelen- en drankenindustrie en ongeveer 3,3 miljoen in de auto-industrie in de landen van onze studie. Daarom lijkt de omvang van de gevolgen die we documenteren op zichzelf misschien klein, maar het cumulatieve en lange-termijneffect zou aanzienlijk kunnen zijn gelet op het grote aantal betrokken werknemers in dergelijke omvangrijke industrieën”.

De onderzoekers ontdekten ook dat het uitvoeren van sociale taken en het gebruik van computers als hulpmiddel voor zelfstandige arbeid, werknemers kunnen helpen een gevoel van autonomie te behouden in bedrijfstakken en functies waarin robots worden gebruikt: “Onze resultaten benadrukken dat robotisering, door vermindering van zingeving van werk en zelfbeschikking, invloed kan hebben op het beroepsleven, naast de gevolgen voor werkgelegenheid en de lonen”.

Lees het hele rapport Robots, Meaning, and Self-Determination, door Milena Nikolova, Femke Cnossen en Boris Nikolaev, The IZA Institute of Labor Econonomics, december 2023: www.iza.org/publications/dp/16656

 

Noten
*) Milena Nikolova, Rijksuniversiteit Groningen, IZA en Brookings Institution; Femke Cnossen, Rijksuniversieit Groningen; Boris Nikolaev, Colorado State University.

**) EU KLEMS: www.rug.nl/ggdc/productivity/eu-klems/

Engelse artiesten zijn begonnen triggerwaarschuwingen te bestrijden

“Toen ik jong was, hadden we nooit triggerwaarschuwingen*) voor onze voorstellingen”, zegt Ralph Fiennes: Het effect van theater moet juist zijn dat je geschokt bent. Hij vindt dat het publiek te soft is geworden. Andere acteurs zijn gelukkig ook begonnen zich uit te spreken tegen deze absurde en infantiliserende trend, schrijft Thomas Osborne in zijn artikel Ralph Fiennes is right to go to war with trigger warnings op Spiked Online. Spiked is het tijdschrift dat de wereld niet alleen wil veranderen, maar daarvan ook verslag wil doen.
Fiennes is vooral bekend geworden vanwege zijn rol in de film Schindler’s List en The English Patient. Hij speelde daarnaast Voldemort in de Harry Potter-films en M in de Bond-films Spectre (2015) en No time to die (2021).

Niet in de watten gelegd

Ralph Fiennes haalde op televisie flink uit naar de wildgroei van triggerwaarschuwingen bij theatervoorstellingen. In een interview op BBC One – Sunday met Laura Kuenssberg (11 februari 2024), stelde Fiennes dat het publiek niet in de watten gelegd hoeft te worden. Sterker nog, toeschouwers moeten verwachten “geschokt te worden en in de war gebracht” door wat ze op het toneel zien. Dit is precies wat theater zo speciaal maakt. “Shakespeare’s toneelstukken zitten vol moordenaars, vol horror”, zei hij. “Ik denk niet dat je op deze dingen voorbereid moet worden”.

Fiennes heeft groot gelijk, beaamt Osborne. Triggerwaarschuwingen gaan ervan uit dat theaterbezoekers te teerhartig zijn om uitdagende verhalen aan te kunnen. Ze gaan uit van toeschouwers als tere wezens die in elkaar krimpen bij de geringste aanstoot.

Ook andere acteurs

Gelukkig is Fiennes niet de enige die zich uitspreekt. Vorig jaar was acteur Ian McKellen woedend toen hij ontdekte dat bezoekers van een toneelstuk waarin hij de hoofdrol speelde, gewaarschuwd werden voor “harde geluiden… roken… [en] rouwverwerking”.
McKellen is bij het grote publiek vooral bekend van zijn rol als Magneto in de X-Men-films, en als tovenaar Gandalf in de trilogieën The Lord of the Rings en The Hobbits.

Christopher Biggins, acteur, schrijver, ‘Grande Dame of Pantomime’**) en in 2007 uitgeroepen tot King of the Jungle vanwege zijn rol in de reality-televisieserie I’m a celebrity, get me out of here, heeft theaterzalen ervan beschuldigd  “de mentaliteit van het theaterpubliek te beledigen” door triggerwaarschuwingen op toneelstukken te plakken.

Osborne besluit: “Kort en goed, de strijd tegen de triggerwaarschuwingen had al veel eerder moeten beginnen”.

Ralph Fiennes is right to go to war with trigger warnings, door Thomas Osborne, Spiked Online, 12 februari 2024: www.spiked-online.com/2024/02/12/ralph-fiennes-is-right-to-go-to-war-with-trigger-warnings/

Audiences have gone ‘soft’’- Ralph Fiennes, Sunday with Laura Kuenssberg, BBC. 11 februari 2024: www.bbc.com/news/live/uk-politics-68260851

De opkomst van triggerwaarschuwingen vormt een bedreiging voor artistieke vrijheid, Blogs Beroepseer, 12 februari 2022: https://beroepseer.nl/blogs/de-opkomst-van-triggerwaarschuwingen-vormt-een-bedreiging-voor-artistieke-vrijheid/

 

Noten
*) Een trigger warning – triggerwaarschuwing –  is een waarschuwende tekst, die wordt geplaatst bij bijvoorbeeld een boek, een artikel, een programma, een film of een theatervoorstelling als ervan wordt uitgegaan dat deze confronterend zijn en negatieve gevoelens of traumatische ervaringen zouden kunnen oproepen of ‘triggeren’.
**) Een Pantomime Dame is een rol in de Britse theatertraditie, een mannelijke acteur die verkleed is om eruit te zien als een vrouw. Je herkent deze personages aan hun overdreven gelaatstrekken, felgekleurde kleding en clowneske make-up..

Waarschuwing voor risico’s van gebruik generatieve kunstmatige intelligentie (AI) op de werkvloer

Een brochure maken voor je nieuwe product? Daar draait een gemiddelde ondernemer zijn hand niet meer voor om. Je vraagt een tool als ChatGPT om een tekst te schrijven, genereert via een website een aantal stockfoto’s van niet-bestaande personen en laat een app een mooie opmaak genereren. Generatieve kunstmatige intelligentie (ook wel generatieve AI)*) biedt ondernemers tal van handige mogelijkheden.

Manon den Dunnen is de eerste om dat toe te geven. Zelf heeft ze ook weleens ChatGPT gebruikt om wat teksten te genereren. Maar ze is zich heel bewust van welke informatie ze invoert: “Als je het niet op Linkedin zou zetten, moet je het ook niet invoeren op ChatGPT. Want dat systeem traint zichzelf met de informatie die je invoert en voordat je het weet komt jouw informatie terug in teksten die gegenereerd zijn voor anderen. Daarom hebben bedrijven zoals Samsung hun medewerkers verboden het te gebruiken”.

Manon den Dunnen is Strategisch specialist Digitaal bij de politie. In die rol volgt ze alle nieuwe technologische ontwikkelingen op de voet: “Ik zoek uit wat het betekent voor onze samenleving en daarmee voor het werk en de rol van de politie. Ik probeer bijvoorbeeld de hypes door te prikken en te zorgen dat wij als politie niet met alles meegaan. Maar tegelijkertijd willen we als politie wel snappen wat de nieuwe technologieën precies inhouden, omdat we ze tegenkomen in onze opsporingsonderzoeken”.

Mislukte CEO-fraude

Door de snelle opmars van synthetische media, komt ook het online werken in gevaar. Via speelse apps kun je in een handomdraai allerlei foto’s en video’s genereren, en met dertig seconden stemgeluid kun je iemand zeven verschillende talen laten spreken. Onlangs kwam Bunq Bank in het nieuws vanwege een mislukte poging tot CEO-fraude. Een medewerker van de bank kreeg via een videogesprek met de topman van het bedrijf het verzoek om geld over te maken. Het bleek om een deepfake te gaan. Gelukkig was de medewerker oplettend genoeg om zelf de CEO terug te bellen.

En daar gaat het om volgens Den Dunnen: “Misbruik via AI lossen we niet op met regulering of technologie, dit moet je oplossen in gedrag”. Ze geeft vier waardevolle tips:

  • Voer nooit vertrouwelijke gegevens in ChatGPT of vergelijkbare taalmodellen. Dus ook geen namen van personen. Wees je bewust dat de systemen zijn gericht op het genereren van teksten ‘die lijken op’, het is geen zoekmachine, er zit geen database achter, dus gebruik het niet als feitelijkheid belangrijk is.
  • Twijfel je over de identiteit van de persoon aan de andere kant van de lijn? Stel voor dat je even terug belt op het nummer dat je zelf in de telefoon hebt staan of invoert, of stel een belevingsvraag. Bijvoorbeeld: Hoe was je gesprek gisteren?
  • Onderzoek welke oplossingen je in afstemming met partners in de keten kunt doorvoeren om de authenticiteit van de afzender van facturen of andere belangrijke communicatie, vast te stellen. Grijp terug op adviezen relevant voor bijvoorbeeld phishing of CEO-fraude. Deze vormen van cyberincidenten blijven in de basis hetzelfde ook al wordt AI als hulpmiddel ingezet.
  • Weet welke vragen je moet stellen bij de aanschaf van inkoop van software. Bijvoorbeeld: Op welke manier maakt deze software gebruik van kunstmatige intelligentie, hoe is het getraind, wat gebeurt er met deze data en welke veiligheidsvraagstukken spelen er?

Terug naar menselijk contact

We moeten terug naar menselijk contact, vindt Den Dunnen: “Menselijke interactie is nog altijd het beste. Er zijn leveranciers die zeggen: in onze applicatie zit deepfake detectie ingebouwd. Maar dat gaat niet werken. Je hebt geen controle op wat of wie er aan de andere kant zit. Sollicitatiegesprekken moet je bij voorkeur ook niet via internet voeren”.

“Vertrouwelijke gesprekken kun je beter in persoon voeren”, Interview met Manon den Dunne,  Digital Trust Center: www.digitaltrustcenter.nl/interview-politie-over-AI

AI op de werkvloer: DTC en politie delen tips, Digital Trust Center, 5 december 2023: www.digitaltrustcenter.nl/nieuws/ai-op-de-werkvloer-dtc-en-politie-delen-tips

Het Digital Trust Center (DTC) is – uit de wens van de Tweede Kamer – in 2017 opgezet als programma bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Sinds 2020 is het DTC een vast onderdeel van dit ministerie. De missie van DTC is om haar doelgroep van 2,0 miljoen bedrijven in Nederland veilig digitaal te laten ondernemen en hun cyberweerbaarheid te verhogen. www.digitaltrustcenter.nl

Noot
*) Generatieve AI is een vorm van kunstmatige intelligentie die tekst, afbeeldingen en gevarieerde inhoud kan produceren op basis van de gegevens waarop het wordt getraind: www.uu.nl/onderwijs/onderwijs-aan-de-uu/onderwijs-geven/generatieve-ai

De Waardigheidscirkel: hulpmiddel om sociaal beleid daadwerkelijk menswaardiger te maken

Gemeenten krijgen steeds meer verantwoordelijkheden in het formuleren en implementeren van sociaal beleid. Op lokaal niveau zijn mensenrechten een steeds grotere rol gaan spelen. Maar wat hebben gewone burgers daaraan? Jante Schimdt onderzocht de sociale kant van waardigheid en verrichtte kwalitatief onderzoek onder mensen met meervoudige problematiek en sociaal werkers. Zij promoveerde op 31 januari 2024 op het proefschrift The Dignity Circle. Towards a non-ideal approach of social dignity in the context of marginalisation and care aan de Universiteit voor Humanistiek. Schmidt presenteert daarin de Waardigheidscirkel als hulpmiddel waarmee aandacht voor waardigheid in de professionele praktijk concreet kan worden gemaakt.

Het blijkt dat mensen niet altijd weten hoe ze hun waardigheid kunnen benoemen, maar ze weten wel hoe het voelt om belachelijk gemaakt te worden, genegeerd of gestigmatiseerd. Als mensen met meervoudige problematiek hulp zoeken, krijgen ze te maken met allerlei instanties, wetten en regels. In dit proces voelen zij zich soms onwaardig behandeld. Jante Schmidt: “Mensen worden behandeld als nummer of dossier in plaats van als een uniek persoon. Ze kunnen zich niet gezien of gehoord voelen. Of ze voelen zich behandeld als een kind of ontmoeten argwaan”.

Waardigheidscirkel

Schmidt wijst op de behoefte aan toegankelijke taal rond waardigheid, zeker in een tijd waarin steeds meer mensen zich gemarginaliseerd voelen. De Waardigheidscirkel kan worden gebruikt als hulpmiddel om de belangrijkste vormen van waardigheidsschending en waardigheidsbevordering te identificeren. Jante Schmidt: “Het bevorderen van sociale waardigheid begint met het identificeren van schendingen van waardigheid. De Waardigheidscirkel helpt om hier woorden aan te geven. Ook biedt het handvatten om om te gaan met de dilemma’s die onderdeel zijn van het bevorderen van waardigheid.”

Waardigheid als sociaal proces

In haar proefschrift geeft Schmidt inzicht in de complexiteit van waardige zorg en ondersteuning. “Dit is altijd een evenwichtsoefening; een praktijk die sociale waardigheid beschermt kan deze tegelijkertijd op een andere manier bedreigen”. Voor beleidsmakers is het nuttig waardigheid te begrijpen als sociaal proces en minder als een ideaal waar je wel of niet aan voldoet. Zo komt er ruimte voor vragen zoals: heeft goed bedoeld beleid onbedoelde gevolgen die tot waardigheidsschending leiden? Vanaf dit punt komt de route naar menswaardiger beleid pas echt in zicht.

Hoe maak je sociaal beleid daadwerkelijk menswaardiger? Universiteit voor Humanistiek, 31 januari 2024: www.uvh.nl/actueel/nieuws/hoe-maak-je-sociaal-beleid-daadwerkelijk-menswaardiger

De Waardigheidscirkel: www.uvh.nl/waardigheidscirkel

Jante Schmidt promoveert aan de Universiteit voor Humanistiek op ‘Hoe maak je sociaal beleid daadwerkelijk menswaardiger?’ https://humanrightsutrecht.nl/

 

Afbeelding bovenaan: de Waardigheidscirkel. Zie samenvatting: https://beroepseer.nl

TNO-rapport ‘Werkdruk in het onderwijs’

TNO heeft onderzocht of er verschil is in werkdruk voor verschillende groepen in het onderwijs, zoals het onderwijstype (primair onderwijs, voortgezet onderwijs), het type school (wel/geen achterstandsschool, wel niet een school in G5 gemeente)*), verschillende functies (management, docenten en onderwijsondersteunend personeel) en achtergrondkenmerken van de werknemers (leeftijd, geslacht, werkervaring, parttime/fulltime, wel/geen overwerk). De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport Werkdruk in het Onderwijs, door Swenneke van den Heuvel en Ernest de Vroome (december 2023).
Het onderzoek is gebaseerd op de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), een van de grootste periodieke onderzoeken naar de werksituatie van werknemers in Nederland.

Conclusies

Werknemers met de hoogste werkdruk
Wanneer er alleen naar een van de belangrijkste indicatoren van werkdruk wordt gekeken, de combinatie van hoge taakeisen en lage autonomie, is de hoogste werkdruk te vinden bij docenten in achterstandsscholen (49%). Dat ligt zowel aan een lage autonomie als aan hoge taakeisen. Op beide indicatoren heeft deze groep de meest ongunstige score. Deze werknemers ervaren daarnaast iets minder sociale steun en meer ongewenst gedrag van collega’s. Zij hebben echter geen hogere emotionele belasting.

Over het algemeen ervaren docenten meer werkdruk dan management en ondersteunend personeel. Docenten in het PO hebben vaker high strain jobs dan in het VO door zowel hogere taakeisen als een lagere autonomie, maar er is geen sprake van substantiële verschillen. Docenten in het VO geven vaker aan dat er maatregelen nodig zijn als het gaat om werkdruk en werkstress. Ook rapporteren zij vaker dat er sprake is van een conflict op het werk. Tenslotte geven VO-docenten iets vaker aan dat er sprake is van ongewenst gedrag en minder sociale steun van de leidinggevende. Die laatste verschillen zijn echter niet substantieel.

Werknemers die soms of regelmatig overwerken scoren op alle werkdrukindicatoren ongunstig. Een verklaring zou kunnen zijn dat de hoge werkdruk bij deze werknemers hen aanzet tot meer uren werk.

Werknemers waarbij de werkdruk het meest is gestegen/gedaald
Werknemers in het onderwijs verschillen niet of nauwelijks in de groei of daling van de werkdruk. Dat wil zeggen dat er op geen van de onderzochte werkdrukindicatoren substantiële trendverschillen zijn gevonden tussen PO en VO, tussen de verschillende functietypes in het onderwijs en tussen diverse achtergrondkenmerken van werknemers. Wel zijn er soms wat kleinere verschillen. Te zien is dat zowel het percentage werknemers in het PO met hoge taakeisen als met een hoge emotionele belasting enigszins is gedaald, terwijl dit in het VO ongeveer gelijk is gebleven.

Een vergelijking van de trend binnen functiegroepen laat zien dat het percentage docenten met hoge taakeisen de laatste drie jaar iets is afgenomen, terwijl het in de andere functiegroepen ongeveer gelijk blijft. Bij werknemers in het management zien we vaker een kleine afname in emotioneel zwaar werk.
Over het geheel genomen is er een afname in het ongewenst gedrag. Daarin volgen de werknemers in het onderwijs de landelijke trend.

Werknemers met de meeste burn-outklachten
De werknemers met de meeste burn-outklachten zijn docenten in het VO (34%). Daarbinnen zijn het vooral de docenten die overwerken (37%), de vrouwelijke docenten (36%) en de docenten in G5-gemeentes (35%).
Er zijn geen leeftijdsverschillen of verschillen in werkervaring. Ook docenten in achterstandsscholen rapporteren niet meer burn-outklachten dan anderen.

Werknemers waarbij de burn-outklachten het meest zijn gestegen/gedaald
Er is een lichte stijging van de burn-outklachten bij docenten in het PO en een lichte daling bij docenten in het VO te zien, maar de verschillen zijn niet groot. Een ander marginaal verschil is te zien bij de functiegroepen. Bij het management en het ondersteunend personeel is er sprake van een lichte stijging, bij de docenten van een lichte daling

Downloaden Werkdruk in het Onderwijs, door Swenneke van den Heuvel en Ernest de Vroome, TNO Public, december 2023: https://beroepseer.nl

Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden:  https://monitorarbeid.tno.nl/onderzoeken/

Noot
*) Het lerarentekort in het primair onderwijs is in de grote steden, de zogenaamde G5  – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere – een groeiend probleem. Voorspellingen laten zien dat de tekorten in deze steden de komende jaren verder zullen toenemen.

Gratis rechtsbijstand voor klokkenluiders vanaf 1 februari 2024

Klokkenluiders komen vanaf 1 februari 2024 in aanmerking voor gratis rechtsbijstand of mediation. De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, de minister voor Rechtsbescherming en het Huis voor Klokkenluiders hebben hiervoor een regeling getroffen. Zij hebben de Raad voor Rechtsbijstand gevraagd deze uit te voeren in samenwerking met het Huis voor Klokkenluiders. De regeling is opgesteld om klokkenluiders beter in staat te stellen hun rechtsbescherming af te dwingen.

Wilbert Tomesen, voorzitter Huis voor Klokkenluiders: “We zijn heel blij dat we gehoor kunnen gaan geven aan een behoefte die we al jaren horen van klokkenluiders. Benadeling na het doen van een melding van een misstand, zien wij helaas nog te vaak gebeuren. Het is daarom noodzakelijk dat de mensen, die iets in ons aller belang hebben gedaan, en daarna in de problemen zijn gekomen, daadwerkelijk worden ondersteund met gratis juridische bijstand”.

Bescherming

Met het regelen van gratis rechtsbijstand kunnen klokkenluiders via de bestaande rechtsbijstandsvoorziening op een laagdrempelige manier hulp krijgen. Dat kan bijvoorbeeld als zij mogelijke nadelige effecten van hun melding merken en bij het voorkomen en de-escaleren van conflicten. Een van de doelen van deze regeling is de meldingsbereidheid te verhogen

Sinds 1 september 2022 komen klokkenluiders al in aanmerking voor psychosociale ondersteuning bij Slachtofferhulp Nederland na doorverwijzing van de afdeling Advies van het Huis voor Klokkenluiders. Nu komt daar ook de juridische ondersteuning via de Raad voor Rechtsbijstand bij. De afdeling Advies van het Huis voor Klokkenluiders beoordeelt op basis van informatie die is verstrekt door de klokkenluider of sprake is van een redelijk vermoeden van een maatschappelijke misstand in de werksfeer zoals bedoeld in de Wet bescherming klokkenluiders. Onlangs is het Huis voor Klokkenluiders ook gestart met een kleinschalige pilot voor stressreductie.

Verwijzing via het Huis

Als de afdeling Advies van het Huis voor Klokkenluiders tot de conclusie komt dat er juridische ondersteuning nodig is, omdat mogelijk sprake is van benadeling of strafbaarstelling als gevolg van een melding van een vermoeden van een misstand, geeft de afdeling een verwijzingsbrief af aan de klokkenluider voor rechtsbijstand en/of mediation. Met deze verwijzingsbrief kan de klokkenluider zich bij de Raad voor Rechtsbijstand melden voor gesubsidieerde rechtsbijstand door een advocaat en/of een mediator. Er geldt geen inkomens- en vermogenstoets bij de toekenning van de rechtsbijstand en er wordt ook geen eigen bijdrage gevraagd.

Staatssecretaris Van Huffelen (Koninkrijksrelaties en Digitalisering) is blij met dit resultaat voor klokkenluiders: “Een klokkenluider meldt namelijk iets in het maatschappelijk belang en mag er daarom niet alleen voor staan”.

Minister Weerwind (voor Rechtsbescherming): “Er is moed nodig om misstanden aan te kaarten. Alleen dan kan er iets aan die misstanden gedaan worden. Daarom moeten we klokkenluiders beschermen en ze de juridische ondersteuning bieden die ze nodig hebben. Vanaf 1 februari van dit jaar kunnen ze daarom gebruikmaken van gratis rechtsbijstand of mediation”.

Evaluatie

De regeling kent een looptijd van vier jaar en wordt na twee jaar geëvalueerd. De opbrengsten van deze evaluatie worden gebruikt om te bepalen hoe de inrichting van de juridische ondersteuning voor klokkenluiders uiteindelijk het beste kan worden vormgegeven.

Gratis rechtsbijstand voor klokkenluiders, Huis voor Klokkenluiders, 31 januari 2024: www.huisvoorklokkenluiders.nl

Klokkenluiders komen vanaf vandaag in aanmerking voor gratis rechtsbijstand, NPO Radio 1, 1 februari 2024. Presentator David Boogerd in gesprek met Peter van der Meij, bestuurslid Huis voor Klokkenluiders, en Roelie Post, klokkenluider bij de Europese Comissie: www.nporadio1.nl

Huis voor Klokkenluiders: www.huisvoorklokkenluiders.nl

Kritiek op beoordeling van zorgverleners door patiënten. Objectieve gegevens over zorgkwaliteit ontbreken

Een Twitteraar schrijft dat Patiëntenfederatie Nederland wel verlangt dat zorgverleners evidence-based en doelmatig moeten handelen, maar zelf een miljoenenverslindende gesubsidieerde holle huls runt die Zorgkaart Nederland heet: Niet valide, niet betrouwbaar. Keer op keer bewezen.

Zorgkaart Nederland, een initiatief van Patiëntenfederatie Nederland, helpt patiënten bij het kiezen van een zorgverlener door het verstrekken van informatie. De website fungeert als platform voor patiënten waar zij een beoordeling kunnen geven van een zorgverlener en waar zij de ervaringen van andere patiënten kunnen lezen. De beoordelingen bestaan uit cijfers op een 10-puntsschaal en een toelichting in tekst. Maandelijks bezoeken ongeveer een miljoen mensen de site. Inmiddels staan er meer dan 1,4 miljoen beoordelingen op vermeld.
Sinds de oprichting van Zorgkaart Nederland vijftien jaar geleden is er regelmatig kritiek te  horen. Op 25 april 2016 bijvoorbeeld verscheen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde het artikel Hoe representatief is Zorgkaart Nederland?, geschreven door vijf artsen. Zij vinden Zorgkaart Nederland “in haar huidige vorm niet voldoen als valide kwaliteitsinstrument voor de beoordeling van de kwaliteit van zorg van een medisch specialist. Dit artikel geeft daarom aanbevelingen ter verbetering”.
Het platform voor financieel-economische onderzoeksjournalistiek Follow the Money publiceerde op 21 december 2019 het door Daan Appel geschreven artikel met de veelzeggende titel Frauderen met Zorgkaart is doodsimpel.

Elk jaar wordt de Zorgkaart Nederland Top uitgereikt. Voor het jaar 2023 dingen er zeven organisatietypes mee voor een plek op de lijst met best gewaardeerde organisaties: 1. Verpleeghuizen; 2. Particuliere woonzorgcentra; 3. Wijkverpleging; 4. Ziekenhuizen, twee categorieën, ingedeeld naar grootte; 5. Klinieken; 6. Fysiotherapiepraktijken; 7. Diëtistenpraktijken.
De uitreiking van de Top vindt plaats op 5 maart 2024.

Nivel: Geen inzicht in kwaliteit van zorg

Nivel publiceerde in december 2023 de uitkomst van een onderzoek waaruit bleek dat Zorgkaart Nederland patiënten geen inzicht geeft in de kwaliteit van zorg omdat er te weinig ervaringen van zorgaanbieders gedeeld worden: “Het beoordelen van een zorgaanbieder of arts gebeurt weinig en draagt daardoor nauwelijks bij aan de beschikbare keuze-informatie voor patiënten. Dit blijkt uit onderzoek onder 824 leden van het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het Nivel”.
Nivel is het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg.

In 2023 gaf 89% van de zorggebruikers geen beoordeling over hun ervaring met een huisartsenpraktijk of ziekenhuis. Van de zorggebruikers die wel een beoordeling achterlieten, deden de meesten dit bij de huisartsenpraktijk of het ziekenhuis (7%) of de arts (3%) zelf. Slechts een klein deel (2%) liet online een beoordeling achter, bijvoorbeeld via de website van Zorgkaart Nederland (1%). Een enkele zorggebruiker liet een beoordeling achter bij een andere zorgverlener zoals bijvoorbeeld een verpleegkundige, maatschappelijk werker of een verloskundige.

Nivel concludeert dat het beoordelen van een zorgaanbieder of arts ongebruikelijk is voor zorggebruikers. De beoordelingen betreffen vooral uitersten in positieve of negatieve zin.
Het systeem van het beoordelen van zorgaanbieders en artsen neemt geen vlucht en roept vragen op, zoals: ‘Welke behoefte hebben zorggebruikers als het gaat over het plaatsen en gebruiken van beoordelingsinformatie?’ en ‘Is er behoefte aan “gemiddelde” ervaringen naast de meer negatieve en positieve ervaringen?’ en ‘Kunnen ervaringen die achtergelaten worden bij de zorgaanbieders en artsen breder gebruikt worden en wat is daarvoor nodig?’
Voor beleidsbepaling op dit onderwerp, aldus Nivel, kan verdiepend onderzoek gericht op de behoefte van zorggebruikers en mechanismen die ten grondslag liggen aan het al dan niet beoordelen van zorgaanbieders en artsen, inzicht bieden.

FD: Superpositieve reviews

In het door Jennifer Mol en Louise Jens geschreven artikel Negens en tienen voor artsen die dat niet verdienen in Het Financieele Dagblad (FD) staat dat de reviewwebsite van Zorgkaart Nederland gevoelig is voor fraude en niet voldoet aan de eigen betrouwbaarheidsmaatstaven. Het blijkt een fluitje van een cent om de scores te manipuleren door het plaatsen van nepreviews. De beoordelingen zijn te weinig en te positief. De belangrijkste toezichthouder, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeug (IGJ) en zorgverzekeraars hechten veel belang aan de scores op Zorgkaart Nederland.

Het FD deed data-onderzoek en analyseerde alle scores van zorgspecialisten en instellingen die eind september 2023 op Zorgkaart Nederland stonden. Op die datum telde de site in totaal 138.822 zorgaanbieders, waarvan 78.764 zorgverleners, waaronder huisartsen en fysiotherapeuten. Uit de gegevens blijkt dat van alle particuliere zorgverleners die aan de betrouwbaarheidsgrens voldoen, maar liefst 90,5% een 8,0 of hoger scoort. Slechts 9,5% van alle zorgverleners heeft een rapportcijfer onder de 8. Bij zorginstellingen geldt een soortgelijke verdeling: zo’n 92% scoort een 8 of hoger, slechts 1% scoort lager dan een 7.

Eén van de mogelijke verklaringen voor het verdacht grote aandeel superpositieve reviews is dat er een verdienmodel achter schuilgaat. Het FD geeft een voorbeeld van een bedrijf dat aanbiedt tegen betaling de score te manipuleren van een zorgteam dat een aantal negatieve beoordelingen had. FD voegt eraan toe dat de onbalans tussen positieve en negatieve reviews ook deels te wijten is aan het beleid van Zorgkaart Nederland zelf. Men klaagt dat het welhaast onmogelijk is om een negatieve beoordeling te plaatsen.

De IGJ laat weten dat de waarderingen op de site meewegen bij de selectie van te inspecteren zorglocaties: “Instellingen die slecht scoren op de waarderingssite hebben een grotere kans op een inspectiebezoek”. Een aantal grote zorgverzekeraars gebruikt ook de scores. Het Zilveren Kruis en CZ wegen ze mee bij de inkoop van zorg voor hun verzekerden.

Peiling Zorgvisie

Naar aanleiding van het Nivel-rapport hield Zorgvisie – het online platform voor beleid en management in de zorg – een peiling onder haar lezers. De stelling luidde: Zorgkaart Nederland werkt niet, stop ermee. 101 van de 193 mensen die reageerden, zijn het niet eens met de stelling. De lezers die vinden dat Zorgkaart Nederland moet blijven, vinden het van wezenlijk belang dat er openheid wordt gegeven over de kwaliteit van zorg. De lezers die vinden dat Zorgkaart Nederland niet werkt, schrijven dat het platform een vertekend beeld geeft en nuance en controle missen. “Alleen mensen die heel tevreden zijn of heel erg ontevreden, zijn bereid om hun ervaring te delen. Dit leidt tot een vertekend beeld”, schrijft een adviseur in de ziekenhuiszorg samenvattend. “Daarnaast kunnen mensen er hele vervelende zaken op zetten, die meestal echt wel genuanceerder liggen. Het is dus vooral geroeptoeter en een slecht meetinstrument voor de daadwerkelijke waardering. We meten al zoveel ervaringen en het bijhouden van en reageren op beweringen is zonde van de tijd”.

Een manager in de ouderenzorg: “Zorgkaart Nederland is een verouderd instrument dat onvoldoende heeft geanticipeerd op de transformaties zoals die gaande zijn”. Advies: zoek naar manieren van waarderen die aansluiten op kwaliteitskaders, normen van de inspectie en/of ervaringen vanuit ervaringsdeskundigheid.
Een zorgverkoper: “Het antwoord is eigenlijk zowel ja als nee. Momenteel wordt de zorgkaart vooral als afrekeninstrument gebruikt. An sich kan dat, maar omdat dit gebeurt per aparte financieringsvorm, zijn er (statistisch) eigenlijk te weinig reacties om een objectief oordeel te vormen”.

Geen objectieve data over zorgkwaliteit

Het journalistieke radioprogramma Argos besteedde aandacht aan Zorgkaart Nederland op NPO Radio 1 op zaterdagmiddag 3 februari 2024. De vraag werd gesteld hoe je als patiënt de beste keuze voor passende zorg maakt? En waarom er op Zorgkaart Nederland naast subjectieve meningen nog steeds geen objectieve data over zorgkwaliteit gedeeld worden? Duur van het programma: 52 minuten.

Sprekers:

  • Nanne Bos, programmaleider Zorg vanuit patiëntenperspectief bij het onderzoeksinstituut NIVEL
  • Arthur Schellekens, directeur van de Patiëntenfederatie, verantwoordelijk voor website ZorgkaartNederland.nl
  • Bram Wouterse, gezondheidseconoom aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
  • Bernard Leenstra, huisarts
  • Mart Dijkstra, advocaat
  • Judith Tielen, Tweede Kamerlid VVD
  • De journalisten Louise Jens en Jennifer Mol, auteurs van het artikel in Het Financieele Dagblad.

Reactie Patiëntenfederatie Nederland

Op 2 februari 2024 plaatste Patiëntenfederatie Nederland op de eigen site een reactie op het artikel in Het Financieele Dagblad: Het nut, de noodzaak en de werkwijze van ZorgkaartNederland:

“Patiëntenfederatie Nederland heeft kennis genomen van het artikel dat vandaag (vrijdag 2 februari 2024) in het Financieele Dagblad is gepubliceerd over ZorgkaartNederland. Patiëntenfederatie Nederland heeft in aanloop naar deze publicatie ook medewerking verleend aan dit artikel door vragen die de journalisten hadden zo goed mogelijk te beantwoorden. Bepaalde kritische punten uit het artikel herkennen we zeker en daar werken we hard aan. Tegelijkertijd vinden we het jammer dat het artikel een nogal eenzijdig beeld geeft van het platform en dat een aantal belangrijke feiten en invalshoeken niet zijn meegenomen. Daarom geven wij een uitgebreide reactie op deze publicatie”. Lees verder op: www.patientenfederatie.nl

Referenties

Zorggebruikers beoordelen niet vaak hun zorgaanbieder of arts, door Anne Zagt, Roland Friele, Judith de Jong, Nanne Bos, Nivel, 8 december 2023: www.nivel.nl/nl/publicatie/zorggebruikers-beoordelen-niet-vaak-hun-zorgaanbieder-arts

Geringe aantal beoordelingen van patiënten over hun zorgaanbieder of arts biedt nauwelijks keuze-informatie voor andere patiënten (Transparantiemonitor 2023), Nivel, 8 december 2023: www.nivel.nl/nl/nieuws/geringe-aantal-beoordelingen-van-patienten-over-hun-zorgaanbieder-arts-biedt-nauwelijks

Negens en tienen voor artsen die dat niet verdienen, door Jennifer Mol en Louise Jens, Het Financieele Dagblad, 2 februari 2024:
https://specials.fd.nl/zorgkaartnederland-negens-en-tienen-voor-artsen-die-dat-niet-verdienen

Het raadsel van de Nederlandse zorgkwaliteit, Argos-HUMAN, NPO Radio1, 3 februari 2024:
www.vpro.nl/argos/media/luister/argos-radio/onderwerpen/2024/het-raadsel-van-de-nederlandse-zorgkwaliteit.html#

Poll-uitslag: ‘Er moeten meer en betere reviews op ZorgkaartNederland komen’, Zorgvisie, 15 december 2023: www.zorgvisie.nl/poll-uitslag-er-moeten-meer-en-betere-reviews-op-zorgkaartnederland-komen/

Zorgkaart Nederland: www.zorgkaartnederland.nl/
ZorgkaartNederland Top 2023: www.zorgkaartnederland.nl/content/top2023

Het nut, de noodzaak en de werkwijze van ZorgkaartNederland, Patiëntenfederatie Nederland, 2 februari 2024: www.patientenfederatie.nl/actueel/nieuws/het-nut-de-noodzaak-en-de-werkwijze-van-zorgkaartnederland


U P D A T E

Stop met anonieme reviews via Zorgkaart, door Koen Verhart, VP Huisartsen,
21 november 2024: www.vphuisartsen.nl/stop-met-anonieme-reviews-via-zorgkaart/

Steun burgerinitiatief: ‘Het vertrouwen terug naar de zorgprofessionals’

Een onpersoonlijk financieringssysteem bedreigt de wijkverpleging. Het reduceert cliënten tot cijfers in 16 ‘cliëntprofielen’ waardoor de essentie van persoonlijke zorg verloren gaat. Het herhaalt fouten uit het verleden en zet de kwaliteit van zorg onder druk, terwijl het ruimte biedt aan misbruik van fondsen.

Jos de Blok, Tommie Niessen en Jennifer Bergkamp hebben een brief geschreven naar de Tweede Kamer over het burgerinitiatief
Het vertrouwen terug naar de zorgprofessionals. Zij schrijven dat zij daarmee de Tweede Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dringend verzoeken de voorgestelde veranderingen in de financiering van de wijkverpleging per 1 januari 2025 te herzien. Deze vormen een directe bedreiging voor de kwaliteit en integriteit van de zorgverlening in Nederland.

De kern van het bezwaar tegen de veranderingen in de financiering bestaat uit vijf punten, die in de brief worden toegelicht:

1. Reductie van zorg tot onpersoonlijke profielen
2. Gebrek aan financiële verantwoordelijkheid
3. Misbruik van zorgfinanciering
4. Toegenomen bureaucratie
5. Ondermijning van professionele autonomie

Gedeisd houden in dat hokje

Jennifer Bergkamp schrijft op de site: Praktisch gaat dit nieuwe systeem er zo uitzien: verpleegkundigen worden geprikkeld vanuit de werkgevers om een zo hoog mogelijk profiel voor elkaar te krijgen en zo min mogelijk uren in te zetten. Het geld dat niet ingezet wordt maar wel uitgekeerd mag de zorgaanbieder houden met de bedoeling dat in te zetten voor innovatie. Op de innovatie wordt vervolgens niet gecontroleerd, dus dat kan net zo goed een yoga-retraite zijn in San Diego voor het voltallig bestuur.

In de regio’s waarin onderzocht werd of dit systeem werkt, bemerkten de zorgaanbieders die niet meededen aan de proef een zorgelijke ontwikkeling. De zorgintensieve cliënten, de ALS patiënten bijvoorbeeld – en het spijt mij enorm dat mensen met zo’n levens-vernietigende diagnose zo weggezet worden – werden door de deelnemende partijen afgestoten naar de andere zorgaanbieders want te duur; daar draai je geen winst op.

Dat betekent voor de zorgprofessionals dat er niet langer verwacht wordt om nog vanuit de zorginhoud te indiceren of naar waarde van het leven te vragen. Het gaat enkel nog om welk profiel je past en of je je een beetje gedeisd wil houden in dat hokje anders moet dat papieren circus weer opnieuw.

Men is vergeten in te calculeren dat er niets dynamischer is dan een mens in zijn ziekteproces. Daarnaast blijkt uit onderzoek van Tilburg University en Maastricht University dat deze manier van financieren een doelmatigheid heeft van 20 procent. Dat betekent dat je 80 procent van de tijd de zorginzet verkeerd inschat.

Nog meer bureaucratie dus. Wederom in plaats van de beloofde; minder bureaucratie. Het is tijd om zorgbreed te gaan staan voor de houdbaarheid van de eerste lijn.

Steun het burgerinitiatief Het vertrouwen terug naar de professionals: www.vertrouwenterug.nl/home

Brief aan de Tweede Kamer: www.vertrouwenterug.nl/burgerinitiatief

Steunbetuiging: www.vertrouwenterug.nl/steunen

Cliënt staat centraal in nieuwe vorm van bekostiging wijkverpleging, NZa, 3 juli 2023: www.nza.nl

U P D A T E

Webinar cliëntprofielen

Op woensdag 3 april 2024 is het webinar Cliëntprofielen te volgen. Aanvang 13.30 uur. Inschrijven is niet nodig.

Ga naar: https://www.vertrouwenterug.nl/webinar

Meechatten? Vul je naam in in het venster dat rechts in beeld verschijnt en klik op ‘Join’.