Skip to main content

Redactie Beroepseer

Hoe denken burgers over de democratische rechtsstaat?

Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) heeft op verzoek van de Staatscommissie rechtsstaat onderzoek uitgevoerd naar de opvattingen van burgers over de democratische rechtsstaat. Deze kennisnotitie van het SCP is een van de manieren die de staatscommissie gebruikt om in haar adviesrapport aan te kunnen sluiten bij de perspectieven van burgers.

De rechtsstaat is er om mensen te beschermen, de democratie is er om mensen een stem te geven. Tegelijk bestaat er een spanning tussen de rechtsstaat en de democratie. In een democratie bepaalt uiteindelijk de meerderheid, rekening houdend met minderheden. Maar in een rechtsstaat moeten minderheden ook beschermd worden tegen beleid door die meerderheid. Mensen die tot een minderheid behoren, hebben immers evenveel rechten en bescherming als mensen die bij de meerderheid horen.

In opdracht van de Staatscommissie rechtsstaat zochten onderzoekers van het SCP naar antwoorden op de volgende vragen:

  1. Wat betekenen de instituties van de democratische rechtsstaat volgens mensen en welke waarden hechten zij eraan?
  2. Hoe vinden mensen dat de instituties van de democratische rechtsstaat doorgaans en op dit moment functioneren? Wat betekent dit oordeel voor hun vertrouwen in verschillende instituties van de democratische rechtsstaat?
  3. Wat zien mensen als de belangrijkste verbeterpunten voor de democratische rechtsstaat?

Kennisnotitie

In de kennisnotitie van het SCP komt naar voren dat inwoners van Nederland begrippen als ‘democratie’ en ‘vrijheid’ steunen en belangrijk vinden, maar dat er tegelijkertijd ook verdeeldheid bestaat over de betekenis van deze begrippen. Daarnaast blijkt uit het rapport dat er onder verschillende bevolkingsgroepen ook steun is voor andere vormen van bestuur, zoals technocratie of autocratie.

Opdracht

De opdracht van de Staatscommissie rechtsstaat is om vanuit burgerperspectief te adviseren aan regering, parlement en rechtspraak. De kennisnotitie van het SCP vormt daarbij een belangrijke bron binnen het onderzoek van de staatscommissie. Daarnaast heeft de staatscommissie op andere manieren zo veel mogelijk inzicht in burgerperspectieven verzameld. Onder andere via gesprekken op locatie met inwoners van de twaalf provincies van Nederland, een open forum en internetconsultatie. Daarnaast organiseert de staatscommissie in februari en maart 2024 een tweedaags burgerpanel.

Brief aan informateur

De staatscommissie is begin 2023 ingesteld om te kunnen adviseren voorafgaand aan de verkiezingen. Deze verkiezingen werden vervroegd naar november, voordat het onderzoek van de staatscommissie afgerond kon worden. Daarom heeft de staatscommissie op 19 december 2023 een brief naar informateur Plasterk gebracht met daarin een tussenconclusie van haar onderzoek.

Downloaden Burgers over democratie en rechtsstaat, Sociaal Cultureel Planbureau, 22 januari 2024: www.scp.nl

Kennisnotitie SCP: hoe denken burgers over de democratische rechtsstaat? Staatscommissie Rechtsstaat, 22 januari 2024: www.staatscommissierechtsstaat.nl

Hoe kijken Nederlanders naar onze democratie en rechtsstaat? Sociaal en Cultureel Planbureau, 22 januari 2024: www.scp.nl

Brief van de secretarissen-generaal aan informateur Ronald Plasterk

Betrek de uitvoering bij beleidsvorming en heb oog voor de uitvoerbaarheid van beleid. Het zijn punten die de secretarissen-generaal in een brief van 12 januari 2024 aan informateur Ronald Plasterk meegaven De secretarissen-generaal zijn belast met de ambtelijke leiding over een ministerie.
Zij vroegen tevens aandacht te hebben voor vereenvoudiging, de verhouding met de politiek en contact houden met de mensen voor wie het beleid geldt.

De vijf pagina’s tellende brief begint zo:

Geachte heer Plasterk,

Veel mensen in Nederland maken zich zorgen. Over zaken als bestaanszekerheid, het vinden van een woning, de beschikbaarheid van zorg of migratie. Terwijl mensen houvast zoeken, is het vertrouwen in de overheid en in de politiek de afgelopen jaren gedaald. Vanuit de noodzaak om het als politiek en overheid beter te doen, schrijven wij als secretarissen-generaal deze brief. Als uitnodiging voor een nieuwe manier van onderling samenwerken. Graag gaan wij hierover met u in gesprek.
Wie gaat werken voor de overheid, werkt niet voor zichzelf, maar in het algemeen belang voor onze samenleving. Dat is wat rijksambtenaren motiveert om hun werk te doen. Op een inhoudelijke, onafhankelijke, inclusieve en transparante manier; samen met publieke dienstverleners, onafhankelijke toezichthouders en medeoverheden. Hoewel er veel goed gaat, zijn wij ons bewust van de zaken die beter moeten komende jaren. In de praktijk van ons werk en ook naar aanleiding van de toeslagenaffaire en Groningen zien we dat we opnieuw aandacht moeten besteden aan de manier waarop we werken.

We weten dat daarbij een aantal zaken cruciaal is voor het goed functioneren van de overheid. Vanuit onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het functioneren van de Rijksoverheid willen we samen met het nieuwe kabinet en parlement de komende periode daar verder aan werken.

Lees de hele brief: https://beroepseer.nl

Infographic – Samenvatting in beeld van de brief van de secretarissen-generaal aan informateur Plasterk: https://beroepseer.nl

SGO-brief 2024, Rijksoverheid, 15 januari 2024: www.rijksoverheid.nl/documenten/brieven/2024/01/15/sgo-brief-15-januari-2024

Financiële sector fungeert niet meer als smeerolie voor de economie maar parasiteert steeds meer op de reële economie

“Snappen we de economie nog?”, vroeg hoogleraar economie Dirk Bezemer in een artikel, om meteen zelf antwoord te geven: “alleen wanneer financialisering serieus wordt genomen”. *)
Arthur Berkhout plaatste Bezemers vraag en antwoord aan het begin van zijn Inleiding tot het rapport Al het vaststaande verdampt. Daarin schrijft hij dat de financiële sector een steeds groter stempel drukt op de economie. Het gaat daarbij niet alleen om de rol van banken en institutionele beleggers. Ook veel grote bedrijven zijn actief in de financiële sfeer, omdat financiële transacties vaak meer opleveren dan het produceren van goederen en diensten.

De financiële sector fungeert niet meer als smeerolie voor de economie maar parasiteert steeds meer op de reële economie. Groei van de financiële sector – oftewel financialisering – gaat nu juist ten koste van de groei van de reële economie. Werkenden betalen hiervoor de prijs. Hun aandeel in de nationale ‘koek’ wordt kleiner, terwijl die ‘koek’ minder sterk groeit. De vakbeweging ziet zich door deze ontwikkelingen gesteld voor de vraag hoe de trend te keren?
Al het vaststaande verdampt maakt deel uit van een serie publicaties van het Wetenschappelijk bureau van de vakbeweging.

Beloning van inkomen uit bezittingen i.p.v. inkomen uit werk

Binnen de academische literatuur bestaat brede overeenstemming dat financialisering een potentiële verklaring is voor enkele problematische macro-economische tendenzen die in de afgelopen decennia, in de meeste ontwikkelde economieën, waar te nemen zijn. Tot die tendensen behoren:

  • Afzwakkende productiviteitsgroei;
  • Afnemende investeringen
  • Stijgende schulden;
  • Toenemende ongelijkheid

De gefinancialiseerde economie berust op de beloning van inkomen uit (financiële) bezittingen in plaats van op inkomen uit werk. De waarde van bezittingen stijgt steeds, terwijl loonkosten worden beperkt
Berkhout: “Financialisering betekent het institutionaliseren van een permanente waardestijging, waarbij de reële economie niet als bron van die waarde maar als de collateral van speculatie fungeert. Dat maakt het systeem kwetsbaar voor schokken. En zoals we hebben gezien in de nasleep van de kredietcrisis van 2008 zijn het de bezitlozen die die schokken opvangen. Om het welzijn van de werkenden ook in de toekomst veilig te stellen, moet definancialisering de hoogste prioriteit hebben”.

Het formuleren van handelingsperspectieven voor de vakbeweging ten aanzien van financialisering blijkt geen eenvoudige opgave.

Voorbeeld van geslaagde rol vakbond

Aan het slot van het rapport geeft Berkhout een voorbeeld van een geslaagde rol die de vakbonden hebben gespeeld. De leraren van de Amerikaanse stad Chicago hebben een strategie ontwikkeld in samenspraak met de bredere gemeenschap van stadsbewoners die allemaal baat hadden bij een meer sociaal beleid. Chicago’s openbare scholen werden geconfronteerd met een forse bezuiniging, die, zoals de vakbonden wisten te achterhalen, het gevolg was van een verkeerd uitgepakte speculatie met rentederivaten.

Berkhout: “Om die reden legden ze een uitzonderlijk breed eisenpakket op tafel. Er werden zelfs gedetailleerde eisen omtrent betaalbare huisvesting in opgenomen – iets waar de kansarme jongeren onmiddellijk van zouden profiteren. Uiteindelijk hebben de docenten op dit punt moeten inbinden. Maar op opvallend veel andere terreinen werd er winst behaald: loonsverhoging, kleinere klassen, een sociaal werker en een verpleger in ieder school, een intentieverklaring om meer financiële middelen naar scholen met achterstanden te doen gaan. Het stadsbestuur ging akkoord met het gebruiken van schoolterreinen als opvangplek voor ongedocumenteerden. En minstens zo opvallend is dat de dit jaar verkozen nieuwe burgemeester van Chicago, Brandon Johnson, als leraar en vakbondsman zelf afkomstig is uit de sociale beweging die al deze zaken heeft klaargespeeld.
Het is alleen op die golf van collectieve organisatiekracht dat een kandidaat heeft kunnen winnen die niet uit het politieke establishment komt, met ook nog een krachtig programma voor sociale rechtvaardigheid”.

“Hoe dat ook zij, een voorbeeld als dit laat zien dat vakbonden zelfs directe politieke macht kunnen verwerven wanneer ze zich organisch verbinden met uiteenlopende sociale bewegingen, en zich gezamenlijk inzetten voor de strijd om maatschappelijke verandering. En het brengt levendig in beeld hoe ver je kan komen met het BCG-principe**) dat de campagne niet stopt zodra er een akkoord met de werkgever is bereikt. Er kan tien jaar of meer overheen gaan, maar uiteindelijk hebben de leraren veel meer bereikt dan een verbetering van hun arbeidsomstandigheden: ze hebben de gevestigde belangen verslagen”.

Berkhout doet in zijn rapport enkele suggesties hoe de financialisering een halt kan worden toegeroepen.

Publicatie nr. 26: ‘Al het vaststaande verdampt’: Hoe financialisering de economie overneemt en wat de vakbeweging daartegen kan doen, door Arthur Berkhout, uitgave van De Burcht, Amsterdam, november 2023. Met een Voorwoord van Paul de Beer wetenschappelijk directeur Wetenschappelijk Bureau voor de Vakbeweging: www.deburcht.nl/wetenschappelijk-bureau/publicaties
Downloaden In PDF: https://beroepseer.nl

Stichting De Burcht: www.deburcht.nl

Noten
*) Dirk Bezemer: Financialisering kan verklaring zijn voor macro-economische ‘puzzels’, ESB, 18 maart 2021 106(4795S)
**) BCG-campagnes – Bargaining for the Common Good – kenmerken zich door een aantal principes, waaronder het uitbreiden van eisen voorbij lonen en arbeidsvoorwaarden, het betrekken van bondgenoten van buiten de werkplek, een militante aanpak, en het voortzetten van de campagnes ook nadat een collectieve overeenkomst is gesloten. Op deze manier kan een sociale strijd gevoerd worden die meer pluraal en veelomvattend is dan de binaire oppositie tussen werker en baas.

SIRE-campagne over hoop: ‘Vind je lichtpuntje en durf te hopen’. Zweeds constructief nieuws

Bijna twee derde van de Nederlanders is de afgelopen vijf jaar minder hoopvol geworden. Dat blijkt uit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van Stichting Ideële Reclame – SIRE.
SIRE is daarom gestart met een campagne om mensen te laten nadenken over wat wel hoop geeft: Vind je lichtpuntje en durf te hopen. Op de site van SIRE staan twaalf tips die kunnen helpen om je hoop te vergroten alsmede uitspraken van Nederlanders aan wie gevraagd is wat hun lichtpuntje is. Psycholoog en hoogleraar Paul Verhaeghe: “Door iets kleins te doen in je eigen omgeving, word je niet alleen zélf hoopvoller, maar anderen ook”.

Het NOS Radio 1 journaal had naar aanleiding van de campagne op 9 januari 2024 een kort gesprek met Emma Pleeging, onderzoeker aan de Erasmus Universiteit en gepromoveerd op het thema hoop in 2021. Haar proefschrift is getiteld Understanding Hope: Insights into the definition, relevance and measurement of hope from an interdisciplinary perspective.
Het blijkt dat hoop overal om ons heen is: het is het onzekere verlangen dat ons gedrag beïnvloedt, bijdraagt aan ons welzijn en door veel mensen wordt gezien als een inherent prettige ervaring waarvoor ze zelfs bereid zijn te betalen.

Hoopvol in een onzekere wereld

Hoop en optimisme zijn niet hetzelfde, adus Pleeging, en het verschil tussen deze twee laat zien waarom juist nu hoop zo belangrijk is. Optimisme verwijst naar onze neiging om te verwachten dat dingen goed zullen komen, ongeacht van onze handelingen. Hoop gaat daarentegen over wat we van waarde vinden, zelfs als we weten dat de toekomst onzeker is. Hoewel hoop niet altijd actief is, is het daarom de motivatie achter een enorm deel van ons gedrag.

Pleeging in het radio-inverview: “Wanneer je angstig of gestrest bent, dan focus je eigenlijk alleen nog maar op één ding, op datgene waarvoor je bang bent. Terwijl wanneer je positieve emoties ervaart, zoals hoop, dan gaat je blik open. Daardoor zie je meer mogelijkheden, ga je makkelijker nieuwe dingen proberen en ben je creatiever”.

Het is volgens Pleeging heel verstandig “hoopvol te zijn, ook in een onzekere wereld. Daardoor zien we dat hoop vaak samengaat met positieve dingen. Dat betekent niet dat meer hoop altijd alleen maar beter is. Maar we zien wel dat hoop belangrijk is om te kunnen bouwen aan een positieve toekomst. En juist op dit moment ontbreekt de hoop helaas voor veel mensen”.

Constructieve journalistiek voor mijders van nieuws

Terwijl tweede derde van de Nederlanders minder hoopvol is geworden, blijkt uit een Zweeds onderzoek dat een op de vijf Zweden het nieuws mijdt. De publieke omroep heeft er dan ook voor gekozen voortaan constructieve journalistiek te gaan bedrijven, gericht op oplossingen. In Nederland ligt het percentage dat nieuws mijdt overigens nog hoger. In Zweden mijdt 22 procent van het publiek soms of vaak het nieuws. In Nederland is dat 27 procent volgens het Reuters Digital News Report 2023.

Richel Bernsen schrijft op het platform Stimuleringsfonds voor de journalistiek (SVDJ) dat redacteuren van de Zweedse publieke omroep Sverige Television (SVT) op de koffie gingen bij duizenden Zweden om naar hen te luisteren. In die gesprekken kwam naar voren dat mensen afhaken bij te veel negatief nieuws. Het antwoord van SVT is om in het reguliere nieuws meer constructief nieuws te brengen: nieuws met aandacht voor oplossingen.

Als reactie op die behoefte aan een ander soort nieuws, die ook bleek uit verschillende onderzoeken, begon de SVT naast de traditionele verslaggeving en onderzoeksjournalistiek met constructieve journalistiek. Deze benadering onderscheidt zich doordat journalisten in de verslaggeving niet alleen feiten brengen, maar ook vragen stellen als ‘wat nu?’ en ‘wat is de volgende stap?’ Constructieve journalistiek voegt zo een nieuwe dimensie toe aan de journalistieke visie van SVT en een extra perspectief aan de nieuwsberichten.

Niet schattig of amusant

Constructief nieuws wordt wel eens gezien als luchtig nieuws. Dat is niet terecht, volgens Christina Johannessen. projectleider Nieuws en Sport bij SVT: “Het constructieve nieuws van SVT is zeker niet schattig of amusant. Het gaat over oplossingen voor problemen die veel mensen treffen. De constructieve benadering is gebaseerd op dezelfde journalistieke principes als al ons nieuws. Met de huidige dominante nieuwsverhalen, over bijvoorbeeld pandemieën, klimaat en oorlog, is een constructieve insteek nog relevanter geworden”.

Om te illustreren dat oplossingsgericht nieuws niet alleen gaat over positieve, maar ook over negatieve onderwerpen, noemt Johannessen de verslaggeving over de bendecriminaliteit in Malmö. Deze stad had zes jaar geleden het hoogste aantal schietincidenten en explosies van Zweden, maar kent inmiddels niet meer criminaliteit dan de gemiddelde Zweedse stad. Dat komt waarschijnlijk door een nieuwe, gerichte aanpak van de politie.
Het doel is om in ieder landelijk nieuwsbulletin minstens één constructief item op te nemen. Voor lokaal nieuws geldt dat een derde van de diepgaande nieuwsverhalen een constructieve insteek heeft. Of dat doel bereikt wordt, houdt SVT in de gaten. Redacties tellen het aantal items en rapporteren aan de leiding.

Lees het hele artikel Een op de vijf Zweden mijdt het nieuws, daarom kiest de publieke omroep voor constructieve journalistiek, door Richel Bernsen, Stimuleringsfonds voor de journalistiek, 16 januari 2024: www.svdj.nl

Vind je lichtpuntje, en durf te hopen, SIRE: https://lichtpuntje.sire.nl/

Twee derde van de Nederlanders minder hoopvol geworden: ‘Soms moeilijk om terug te vinden’, NPO Radio 1, 9 januari 2024: www.nporadio1.nl

De waarde van hoop – Masterclass met o.a.dr. Emma Pleeging, senior onderzoeker en projectcoördinator bij de Erasmus Happiness Economics Research Organization (EHERO) van de Erasmus Universiteit Rotterdam: www.eur.nl/eebee/executive-education/geluk-hoop-en-liefde/de-waarde-van-hoop

In 2024 meer langdurig zieken door psychische klachten. Jongeren zijn op zoek naar waardevol werk

De Arbo Unie*) meldt dat het ziekteverzuim in Nederland daalde in 2023. Het is een trend die zich zich waarschijnlijk doorzet in 2024. Tegelijkertijd zijn er grote zorgen over het langdurig verzuim, veroorzaakt door psychische klachten. De Arbo Unie waarschuwt dan ook de werkgevers hier vooral op te letten.

Traditiegetrouw komt Arbo Unie aan het begin van een nieuw jaar met een vooruitblikkende analyse op de arbeidsmarkt en de ontwikkelingen in het ziekteverzuim. “Er is enerzijds een krapte op de arbeidsmarkt waar werkgevers zitten te springen om personeel. Anderzijds leiden de stijgende inflatie en hoge kosten voor onder meer energie en boodschappen tot financiële onzekerheid”, zegt prof. dr. Corné Roelen, bedrijfsarts bij Arbo Unie en hoogleraar bedrijfsgeneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht een lichte stijging in de werkloosheid dit jaar. “Het is een bekend patroon dat wanneer de werkloosheid stijgt, het ziekteverzuim daalt”, aldus Roelen. De verwachting is dan ook dat de ingezette daling van het ziekteverzuim ook in 2024 zal doorzetten. In 2023 daalde namelijk het langdurig verzuim met 14% ten opzichte van het jaar ervoor. De daling gold voor alle sectoren, maar met name in de industrie en bouw. In de zorg bleef het verzuim ongeveer gelijk aan 2022. Een belangrijke oorzaak voor die daling ligt in het feit is dat er minder long- en luchtwegklachten waren. Bovendien kende 2023 duidelijk minder Long COVID-gevallen dan de jaren ervoor.

Psychisch ziekteverzuim vooral in onderwijs, zorg en zakelijke dienstverlening

De daling van het ziekteverzuim is niet alleen maar goed nieuws. Ondanks de daling is het probleem dat de mensen die ziek zijn gemiddeld langer ziek zijn, zeker als het gaat om psychische klachten. In 2023 waren er 2,9 miljoen verzuimdagen met psychische klachten en dat kost de Nederlandse samenleving ruim 1 miljard euro op jaarbasis. Roelen ziet met name psychisch verzuim in het onderwijs, de zorg en zakelijke dienstverlening. In die sectoren heeft maar liefst 40% van het verzuim een psychische oorzaak.

Oorzaken

Aan psychische verzuim ligt vaak een verstoorde verhouding werk-privé ten grondslag. “Mensen werken hard, maar hebben ook privé steeds meer op hun bord. Vooral mantelzorg voor een zieke partner of ouder is moeilijk te combineren met werk”, aldus Roelen. Hij pleit ervoor dat werkgevers op maat afspraken maken met mensen die werk en mantelzorg combineren. Volgens de wet is een aantal weken zorgverlof beschikbaar voor mantelzorgers, maar dat is vaak onvoldoende. De overheid zou met betere regelgeving moeten komen, omdat mantelzorg in onze participatiemaatschappij een steeds nijpender probleem zal worden voor werkenden.

Andere oorzaken van psychisch verzuim liggen – volgens Roelen – in oudere werknemers die de digitale veranderingen in het dagelijkse werk niet meer kunnen bijbenen. Hij ziet ook veel stress en psychische klachten bij jongeren die de arbeidsmarkt betreden. Het is voor werkgevers zaak om aantrekkelijk te blijven en waardevol werk aan te bieden, omdat veel jongeren juist daarnaar op zoek zijn.

Gevolgen

Het gevolg van (psychisch) verzuim is dat collega’s   in eerste instantie het werk overnemen. Daardoor moeten zij harder werken met gevaar op overwerkt raken. Als het verzuim langere tijd duurt, is het nodig tijdelijke krachten in te schakelen. Dat alles kost tijd en energie en kan de sfeer op de werkvloer negatief beïnvloeden. Roelen: “Het kan bovendien grote gevolgen hebben voor de productiviteit”.
Goed omgaan met (de veerkracht van de) medewerkers, voorkomt ziekteverzuim en reduceert de ziekteperiode.

Noot
*) Arbo Unie is een moderne arbodienstdie de vitaliteit en gezondheid van werkende mensen bevordert en daarmee organisaties succesvoller maakt. Door bijvoorbeeld de veiligheid en omstandigheden waarin en waaronder mensen werken te verbeteren.


Arbo Unie over ziekteverzuim in 2024: ‘Verzuim daalt, maar werknemers langer ziek door psychische klachten’
, Arbo Unie, 10 januari 2024: www.arbounie.nl/werkgever/nieuws/arbo-unie-over-ziekteverzuim-in-2024

Omgaan met werkstress, Arbo Unie: www.arbounie.nl/werknemer/themas/werkstress

Beleidsanalyse: Stapeling en voorspelbaarheid van arbeidsmarkt- en gezondheidsschokken, CPB, 14 december 2024: www.cpb.nl/stapeling-en-voorspelbaarheid-van-arbeidsmarkt-en-gezondheidsschokken#

‘Making surveillance public’. Over AI en algoritmen en het effect op criminaliteit en maatschappij

In februari 2024 verschijnt het door Marc Schuilenburg geschreven boek Making Surveillance Public – Why you should be more woke about AI and algorithms. Het boek gaat over de enorme omvang die digitale surveillance aanneemt op manieren die vaak niet zichtbaar zijn, laat staan worden gecontroleerd. We dienen in gesprek te gaan met elkaar over surveillance, kunstmatige intelligentie en algoritmen.

Schuilenburg is hoogleraar Digitale surveillance aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Een eerder door hem geschreven boek is het in 2019 gepubliceerde Hysteria – een cultuurdiagnose, dat gaat over de gemoedstoestand van de moderne mens. Het is een kritische analyse van de ontwikkelingen in de samenleving die het mogelijk maken dat hysterie blijft functioneren. Schuilenburg wordt naar aanleiding van dit boek “een van de meest creatieve, ja zelfs vooruitziende critici van misdaad, media en politiek van dit moment”genoemd . Het boek is verschenen in Engelse vertaling: Hysteria – Crime, media, and politics (2021). Psycholoog Paul Verhaeghe vond het boek “een eyeopener voor wie even wil ontsnappen aan de drukte van alledag”.

Macht’, ’kennis’ en ‘ervaringen’

Welke vragen werpen kunstmatige intelligentie – AI – en algoritmen op voor de preventie en opsporing van criminaliteit? Marc Schuilenburg neemt afstand van het idee over AI waarin de veronderstelde technische en economische voordelen de boventoon voeren en sociologische aspecten als ‘macht’, ’kennis’ en ‘ervaringen’ onderbelicht blijven. Hij zwengelt de discussie aan over surveillance als machtsuitoefening en effent een pad voor onderzoek naar digitalisering en algoritmisering van surveillance en het effect daarvan op de criminologie. Hoe moeten we denken over het soort oplossingen dat nodig is in een radicaal veranderende controleomgeving?

Marc Schuilenburg is benoemd tot hoogleraar Digitale surveillance aan de Erasmus Universiteit per september 2021. Op 23 juni 2023 sprak hij zijn oratie uit: Making Surveillance Public: Waarom we in gesprek moeten over big data en algoritmes als het over veiligheid gaat. Een samenvatting daarvan is te lezen op de website van het Tijdschrift voor de Politie (TvdP). Schuilenburg stelt daarin dat surveillancetechnieken een prima hulpmiddel zijn bij de bestrijding van criminaliteit, maar alleen als de ervaring van praktijkprofessionals meer wordt betrokken bij de ontwikkeling ervan. De menselijke factor is onmisbaar, ook bij opsporing van criminaliteit.

Passages uit de oratie

Schuilenburg: “Wat hebben de Amazon videodeurbel Ring en de elektrische auto’s van Tesla met elkaar gemeen? Op het eerste gezicht niet zoveel, behalve dat het hierbij gaat om consumentengoederen waaraan een flinke prijskaart hangt. Enkele jaren geleden bracht Amazon de slimme deurbel Ring op de markt. De deurbel werkt via Wifi en wanneer iemand op de bel drukt, komt deze persoon in beeld op de smartphone waarna de bewoner kan besluiten om iemand wel of niet binnen te laten. In de elektrische auto’s van Tesla is een vergelijkbaar bewakingssysteem geïnstalleerd, de zogeheten Sentry Mode-functie. Met deze functie maken de ingebouwde camera’s van de Tesla niet alleen opnamen van het rijgedrag van de bestuurder, maar wordt ook alles buiten de auto in de gaten gehouden – van personen die de Tesla willen beschadigen of die een inbraakpoging doen. Hoe verschillend de Ring deurbel en de Sentry-bewakingsmodus in de Tesla ook lijken, ze komen overeen in dat het manieren zijn van digitale surveillance, waarbij grote hoeveelheden data met algoritmes worden ontsloten met als doel de samenleving veiliger te maken”.

Nieuwe infrastructuur

“Intussen zijn bewakingscamera’s uitgerust met automatische gezichtsherkenningstechnologie, waarbij de beelden van de camera worden vergeleken met afbeeldingen in enorme databases, van veroordeelden tot foto’s van voetbalhooligans.

Digitalisering is zo belangrijk geworden dat ze alle kenmerken heeft van een nieuwe infrastructuur. En, we merken niet op dat we worden gesurveilleerd omdat het dagelijkse praktijk is. Van luxe surveillanceproducten zoals de Fitbit en de Apple Watch, die boordevol sensoren zitten zoals een elektrische hartslagsensor en temperatuursensor waarmee je je gezondheid kunt monitoren, tot techproducten op de werkvloer, in de klas, de auto en in de woning. We merken niet op dat we worden gesurveilleerd omdat het dagelijkse praktijk is en surveillance onderdeel is geworden van routinehandelingen – net zoals we ons aankleden voordat we naar het werk gaan of een dag 24 uur telt. In dat opzicht doet surveillance denken aan de parabel van de Amerikaanse schrijver David Foster Wallace. Het verhaal gaat over twee jonge vissen die aan het zwemmen zijn en een oudere vis tegenkomen die de andere kant opzwemt. ‘Morning, boys. How’s the water?’ vraagt de oude vis. De twee jonge vissen zwemmen verder en als de oude vis uit zicht is, zeggen ze tegen elkaar: ‘ What the hell is water?’

De Amazon deurbel Ring en de Sentry Modebewakingsmodus in de auto’s van Tesla bewijzen dat er partijen boven, onder en naast de politie zich bezighouden met het veilig maken van de samenleving en dat doen met hun eigen bigdata-tools”.

Menselijke factor en waarden

“Techpartijen zoals Amazon en Google faciliteren steeds vaker en indringender de veiligheidszorg. Ze voeren politieachtige taken uit en werken daarbij met grote datasets en algoritmes, waarbij ze aan veel minder regels zijn gebonden dan de nationale staat en publieke partijen. Zo worden in Nederland volledig slimme steden opgetuigd door techbedrijven om criminaliteit te bestrijden.

Het gevaar hiervan is dat wijkbewoners minder op elkaar gaan letten met het gevolg dat de sociale cohesie in de wijk verdampt en daarmee de onderlinge controle. Terwijl juist sociale controlemechanismen belangrijk zijn in de strijd tegen criminaliteit en overlast – de menselijke factor met andere woorden.

Vanuit een publiek perspectief is het van belang dat de opsporing van criminaliteit zoveel mogelijk kan profiteren van de digitale tools. Maar dit betekent ook dat deze technieken beheersbaar en controleerbaar moeten worden gehouden binnen een kader van waarden waar onze democratische samenleving belang aan hecht. De ontwikkelingen op technologisch gebied gaan echter zo snel en worden door zo’n onstuimigheid gedreven, dat het zeer lastig is om met het huidige juridische instrumentarium er vat op te krijgen”.

Praktijkprofessionals

“Ik pleit ervoor om nieuwe technologie zo te ontwikkelen dat in de ontwerp- en ontwikkelfase al rekening wordt gehouden met datgene dat we als samenleving belangrijk vinden – waarbij ik denk aan zowel verankerende publieke waarden – privacy en non-discriminatie – als aan procesmatige waarden, transparantie en accountability bijvoorbeeld.
Ik denk in dit verband niet alleen aan de kennis van ethici en juristen. Wanneer mens en techniek principieel met elkaar zijn verweven, dan moet ook worden gekeken naar de manier waarop praktijkprofessionals zich in de praktijk tot surveillance verhouden en naar de ervaringen op grond waarvan ze invulling geven aan hun relatie met surveillance”.

Het gaat Schuilenburg voornamelijk om ervaringskennis – kennis die nog niet is gecodeerd in wetenschappelijke boeken, in procedures of in wiskundige formules: “Deze kennis is lastig te digitaliseren – ze is niet te vangen in bits en bytes – omdat ze is verbonden met persoonlijke ervaringen en zeer context-specifiek is. Daarmee staat ze tegenover de technische kennis van ICT-experts.
Voor veel praktische beroepen, denk aan politiewerk, is ervaringskennis (kennis die ontstaat door reflectie op eigen ervaringen) – van fundamenteel belang”.

Lezing Marc Schuilenburg in Oxford

Marc Schuilenburg geeft een lezing – tevens online –  in het All Souls College  in Oxford, Engeland over het thema van zijn boek: Making Surveillance Public: Why you should be more woke about AI and algorithms. De lezing vindt plaats op 15 februari 2024 en is georganiseerd door het Centre for Criminology, The Faculty of Law, University of Oxford. Zie voor meer info op: www.law.ox.ac.uk/content/event/making-surveillance-public-why-you-should-be-more-woke-about-ai-and-algorithms

International symposium in Rotterdam:
AI-experiences and Public safety

Op 8 en 9 april 2024 vindt er aan de Erasmus Universiteit Rotterdam een internationaal en transdisciplinair symposium plaats over surveillance-ervaringen. Lezingen worden gegeven door o.a. professor Peter Fussey, Universiteit van Essex/directeur CRISP, en professor Antoinette Rouvroy, Universiteit van Namen.

Het symposium biedt een platform voor onderzoekers, praktijkmensen, kunstenaars en deskundigen uit verschillende vakgebieden om inzichten, bevindingen en perspectieven te delen met betrekking tot het snijvlak van AI, surveillance, openbare veiligheid en menselijke ervaringen. Doel is te onderzoeken hoe AI-surveillance wordt ervaren door personen die bepalen, oordelen en emoties hebben met betrekking tot bekeken worden of toeschouwer zijn.
Zie voor  meer info over het symposium op EUR: www.eur.nl/en/news/call-abstracts-ai-experiences-and-public-safety

Referenties
Making Surveillance Public, door Marc Schuilenburg, is een uitgave van Eleven (= onderdeel van Koninklijke Boom uitgevers): www.elevenpub.com/en/100-15110_Making-Surveillance-Public

Oratie Marc Schuilenburg: ‘Making Surveillance Public’: www.eur.nl/evenementen/oratie-drmr-mb-marc-schuilenburg-2023-06-23

Oratie Marc Schuilenburg: ‘Making Surveillance Public’, door Jan van Balkom, Tijdschrift voor de Politie, 8 juli 2003: https://www.websitevoordepolitie.nl/oratie-marc-schuilenburg-making-surveillance-public/
Korte weergave oratie in PDF: Making Surveillance Public: https://beroepseer.nl
Marc Schuilenburg maakt deel uit van de redactie van Tijdschrift voor de Politie.

U P D A T E

‘Surveillance is een vast onderdeel van ons leven geworden, en dat zal alleen maar toenemen’, interview met Mark Schuilenburg, door Tom Grosfeld, Vrij Nederland, 20 februari 2024: www.vn.nl/surveillance-vast-onderdeel-van-ons-leven/

“We moeten algoracisme strafbaar stellen”, interview met hoogleraar Digital Surveillance Mark Schuilenburg, door Tom Grosfeld, Vrij Nederland, no 2, 2004

Mens en robot in 2045

Nederlandse Stichting voor Psychotechniek – NSvP – stelt in de korte film Mens en robot in 2045 de vraag wat we wenselijk vinden en waar de grens ligt van technologie. De geschiedenis leert dat technologie ons vaak overkomt, en we pas achteraf de gevolgen en impact van technologie op onze manier van leven en werken ondervinden. De bedoeling van Mens en robot in 2045 is kijkers inspireren tot nadenken over de impact van technologie op het werk en met elkaar daarover in gesprek gaan.

In de film wordt verpleegster Anna Foster gescand op zorgzaamheid, vriendelijkheid, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid. Alleen zorgzaam wordt groen… De computer meldt vervolgens dat Anna zich moet melden in kamer C en dat patiëntencontact verboden is. Volgen enkele vragen, waaronder: Wat verwacht je dat er in kamer C gaat gebeuren? Waar hoop je op? Hoe zou je het vinden gescand te worden op persoonlijke eigenschappen?

Aan het eind van de film is Anna te zien met een elektrodennetje op haar hoofd, kijkend naar beelden van een patiënt. Enkele vragen: Wat denk je dat dit betekent? Voerde de robot het gesprek, of is het de verzorgende die eigenlijk het gesprek voert met de patiënt? Of bekijkt zij achteraf de informatie van de (voorgeprogrammeerde?) gesprekken tussen patiënt en robot? Kortom, wie heeft de regie: de mens of het algoritme?

Om het gesprek op gang te brengen is de lijst Verdiepende vragen bij de film toegevoegd. Daarin staat de zin: Uiteindelijk weet niemand wat de toekomst brengt, die creëren we tenslotte samen!!  (https://beroepseer.nl)

De NSvP is bezig met het ontwikkelen van een lespakket rond de film. Wie geïnteresseerd is kan contact opnemen met Maaike Broos (broos@broosdoc.nl) of NSvP (info@nsvp.nl).

Meer info op: Innovatief in werk – NSvP: https://www.innovatiefinwerk.nl/mens-en-robot-2045
Broosdocfilms: https://broosdoc.nl

Hieronder video ‘Mens en robot in 2045’. Duur 6 min.


Mediawijsheid gaat niet alleen over wat wij doen
met een computer,
maar ook over wat die met ons doet.
We moeten ons anders tot onze technologie
leren verhouden.

(
Henk Oosterling, filosoof en oprichter Rotterdam Vakmanschap)


Foto helemaal bovenaan: tafereel uit de video ‘Mens en robot in 2045’, gemaakt door Broosdoc films

Kinderen uit de knel: Nieuwe aanpak hulpverlening ter voorkoming problemen bij kinderen

Meer dan 40% van de ouders in Nederland ervaart problemen op het gebied van wonen, schulden of gezondheid, wat directe gevolgen heeft voor de gezinssituatie. Kinderen die opgroeien in kwetsbare omstandigheden lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van problemen, niet alleen tijdens hun jeugd maar ook op latere leeftijd. Jeugdhulp is niet altijd het meest passende antwoord op reële problemen; vaak ligt de oorzaak op andere domeinen.

Nieuwe aanpak

Om kinderen gezond en veilig te kunnen laten opgroeien, is het nodig meer oog te hebben voor de belangen van kinderen. In het advies ‘Kinderen uit de knel’ stelt de Raad voor de Volksgezondheid & Samenleving dat dit geen zaak is van professionals in het jeugddomein alleen. De Raad pleit voor een nieuwe aanpak in de hulpverlening aan ouders. Enerzijds behoren de belangen van kinderen consequent te worden meegewogen bij beslissingen over ouders die van invloed zijn op bijvoorbeeld wonen, schulden en zorg. Anderzijds behoren hulpverlening zo te worden ingericht dat sociale netwerken worden versterkt. Deze nieuwe aanpak met betrekking tot de hulpverlening aan ouders zal het beroep op jeugdhulp verminderen. De RVS heeft het advies opgesteld op verzoek van demissionair staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het advies is op 6 december 2024 aan hem aangeboden.

Nieuwe focus

Het advies richt zich specifiek op de levensdomeinen van ouders, zoals wonen, inkomen, en gezondheid. Deze vernieuwde focus is essentieel voor het slagen van de doelstellingen van de Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028. De Raad bepleit voor borging van kinderrechten in wetgeving en beleid, introduceert de Kinderrechtentoets als concrete stap, en benadrukt de noodzaak om sociale netwerken van ouders te versterken. Dit alles met als doel een preventieve aanpak te implementeren die kinderen helpt gezond en veilig op te groeien. Nu en in de toekomst.

Samengevat verkent de RVS in het advies Kinderen uit de knel hoe men het ‘gewone leven’ van kinderen kan versterken:

  • Hoe andere domeinen (dan jeugdhulp) kunnen bijdragen aan het gezond en veilig opgroeien van een nieuwe generatie, ook als kinderen nog niet kampen met problemen die om de inzet van jeugdhulp vragen.
  • Hoe informele netwerken en structuren kunnen worden geactiveerd, versterkt en benut om bij te dragen aan het versterken van het alledaagse leven.

Jet Bussemaker, voorzitter RVS in het Voorwoord:

”De hele samenleving is gebaat bij het voorkómen van problemen bij kinderen. En zoals het Afrikaanse gezegde luidt: It takes a village to raise a child. Beschouw dat als opdracht om collectieve verantwoordelijkheid te nemen voor het creëren van een stabiele context waarin kinderen veilig en gezond kunnen opgroeien. Dat gun ik de kinderen en hun ouders, maar ook de medewerkers in de jeugdhulp die soms in heel moeilijke situaties perspectief proberen te creëren. Het verlichten van hun werk, door niet alleen naar de zorgprofessionals, maar ook naar de samenleving als geheel te kijken, is cruciaal om te voorkomen dat we straks omkijken en wederom moeten constateren dat kinderen nog steeds in de knel zitten”.

Downloaden Kinderen uit de knel, door Raad voor Volksgezondheid & Samenleving, 2023: https://beroepseer.nl/wp-content/uploads/2024/01/Kinderen_uit_de_knel_raadrvs.pdf

Kinderen uit de knel, Raad RVS: https://adviezen.raadrvs.nl/kinderen-uit-de-knel/

Zie ook de vijf aanbevelingen van RVS Kinderen uit de knel: https://beroepseer.nl

Werkgroep Verschoningsplicht Rechters stelt wetsaanpassing voor. Wil duidelijk signaal geven dat rechters vrij zijn van belangenconflicten

De Werkgroep Verschoningsplicht voor Rechters (WVvR) wil een baanbrekende verandering teweegbrengen in de rechtspraak.
Rechters zijn inmiddels al meer dan 25 jaar verplicht om nevenfuncties- en inkomsten openbaar te maken en deze meldingen up-to-date te houden, maar de uitvoering daarvan blijkt weerbarstig. De registers zijn onvolledig en van sommige rechters is het onmogelijk om een curriculum vitae online te vinden. Het gevolg is dat het voor de rechtzoekende veelal onmogelijk is om te toetsen of de betrokken rechter(s) volledig onafhankelijk is (zijn). Iedere burger heeft recht op een eerlijk proces. Toch komt het in de praktijk helaas voor dat een bepaalde rechter niet onafhankelijk is.

De WVvR – opgericht in 2023 op initiatief van Mr.drs. Hester Bais, Mr. Jack Jetten, Ir. Toon Peters en Mr. Paul Ruijs – onderzoekt de kwaliteit van de rechtspraak in Nederland en wil die bewaken en verbeteren*).

Voorbeeld

Een recent voorbeeld van partijdigheid is “de liegende rechter” Hans Westenberg. De Raad voor de Rechtspraak heeft twaalf jaar lang de proceskosten van de heer Westenberg betaald**), maar hij is niet ontslagen maar vervroegd met pensioen gegaan. Als het aan de werkgroep ligt mag het niet langer aan de rechtzoekende overgelaten worden om een (potentieel) belangenconflict van een rechter vast te stellen, maar moeten rechters voor aanvang van iedere zitting zelf expliciet (schriftelijk) verklaren dat zij geen zakelijke of persoonlijke banden hebben met (rechts)personen in het voorliggende procesdossier. Deze verklaring dient procespartijen en de betrokken rechter(s) er (nogmaals) volledig bewust van te maken dat onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter(s) cruciaal zijn voor een eerlijk proces.

Verschoningsplicht in de wet opnemen

De werkgroep roept op om deze verschoningsplicht in de wet op te nemen. Bij niet-naleving van deze plicht zal opzet of bewuste roekeloosheid worden voorondersteld, zodat niet uitsluitend de Staat maar ook de rechter zelf aansprakelijk is op grond van artikel 42 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. Schending van deze verschoningsplicht kan dan tot schadevergoeding leiden. Daarnaast is de werkgroep van oordeel dat het schenden van deze wezenlijke plicht tot ontslag van de betreffende rechter zou moeten kunnen leiden.

De werkgroep wil de integriteit van de rechtspraak beter waarborgen en een krachtige boodschap richting de maatschappij, de rechtspraak, de ambtenaren, de politiek en de journalistiek sturen. Kritiek op de rechtspraak blijkt in de praktijk een taboe te zijn, terwijl de werkgroep van mening is dat debat juist wenselijk en nodig is. De woordvoerder, ir. Toon Peters, doet daartoe een eerste aanzet: “Met het wetsvoorstel van WVvR worden rechters verplicht om volledige openheid van zaken te geven voordat zij een zaak in behandeling nemen. Dit zorgt voor transparantie en vertrouwen in het rechtssysteem, en voorkomt elke twijfel ten aanzien mogelijke belangenverstrengeling. WVvR streeft naar gerechtigheid en een rechtvaardige samenleving waarin elke burger verzekerd is van een eerlijk proces”.

Door de invoering van de voorgestelde wetsaanpassing wordt een duidelijk signaal afgegeven dat rechters vrij zijn van belangenconflicten, waardoor vertrouwen en geloofwaardigheid in de rechtspraak, waar nodig, worden hersteld. De werkgroep wil bovendien het bewustzijn vergroten ten aanzien van het belang van een onafhankelijke rechterlijke macht.

Voor meer informatie over de WVvR en haar missie om rechters “vrij te maken” van belangenconflicten, kunt u contact opnemen met aph.peters@gmail.com

Zie verder: Rechters vrij van belangenconflicten: maak kennis met de Werkgroep Verschoningsplicht voor Rechters (WVvR), Risk & Compliance, 4 januari 2023: www.riskcompliance.nl

Werkgroep rond de wet verschoningsplicht voor rechters pakt door, 5 juli 2023: www.riskcompliance.nl

Noten
*) Wetsvoorstel in de maak over de verschoningsplicht voor rechters, Risk & Compliance Platform Europe, 21 april 2023: www.riskcompliance.nl/news/geen-enkele-serieuze-reactie-op-initiatief-wetsvoorstel-verschoningsrecht-voor-rechters/
**) Vergoeding proceskosten ‘liegende rechter’ onrechtmatig, Lexpress, 23 maart 2023: www.lexpress.nl/vergoeding-proceskosten-liegende-rechter-onrechtmatig/3346/https://www.lexpress.nl/vergoeding-proceskosten-liegende-rechter-onrechtmatig/3346/

 

Illustratie bovenaan is gemaakt door John Hain