Skip to main content

Redactie Beroepseer

Disruptief burgerschap en de macht van de moderne burger

Steven de Waal vertelde op uitnodiging van de Avicenna Academie voor Leiderschap over de betekenis van disruptief burgerschap. Met disruptie wordt bedoeld dat markten worden opgeschud door organisaties met verrassende producten en diensten en innovatieve businessmodellen. Door technologie krijgt de disruptieve markt steeds meer informatie-, data- en communicatie-macht. Disruptie zorgt voor de opkomst van platforms die de complete markt overnemen zoals we dat in de hotel- en de taxibusiness hebben kunnen zien.


Maar, diezelfde technologie helpt ook de burger zijn mening over politiek te laten horen en die onderling op elkaar af te stemmen. We staan nog maar aan het begin van de toenemende macht van de burger die zich beter gaat organiseren, beter gaat communiceren en die gegevens met elkaar gaat uitwisselen.
De Waal illustreert met een voorbeeld hoe hij heeft meegemaakt dat allerlei partijen een hoogleraar hadden ingehuurd voor een interessant onderzoeksrapportje en dat honderdduizend mensen met elkaar via Whatsapp konden regelen dat vijf hoogleraren dat rapportje onderuit haalden.

Dat is de macht van der moderne burger. Dat hij zich kan organiseren, in zorgcoöperaties bijvoorbeeld waar mensen onderling afstemmen wie welke zorg waar en wanneer levert.
Een ander voorbeeld van burgermacht is PO in actie waarbij diverse partijen ineens de basisschoolleraar gingen steunen en macht organiseerden richting Kabinet en Tweede Kamer. Honderdduizenden Nederlanders wilden dat het salaris van de leraar omhoog ging. PO in actie ging sneller en harder dan de bestaande vakbonden. Dat is de nieuwe tijd, aldus De Waal, waarin de burger zich kan organiseren en directe toegang heeft tot de media, de politiek en de Tweede Kamer. Met die nieuwe publieke arena moet iedereen leren strategisch om te gaan.

Steven de Waal (1955) is oprichter en voorzitter van Public SPACE Foundation, een onafhankelijke denktank met doel een maatschappelijke bijdrage te leveren aan het beter functioneren van de publieke sector. In 2000 introduceerde hij het concept van maatschappelijk ondernemen.

Klik hier voor video met Steven de Waal – Disruptief burgerschap: https://publicspace.nl/lecturedisruptiefburgerschap/
Duur 3 min

Loftrompet NBA uitgereikt aan o.a. Margreeth Kloppenburg

Loftrompet voor Margreeth Kloppenburg vanwege bundel Artikel 5 – de beroepseer van de accountant

Op de ledenvergadering van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) is de NBA Loftrompet uitgereikt aan Margreeth Kloppenburg, redacteur van de bundel Artikel 5, de beroepseer van de accountant en aan Arthur van Bemmel, oud-voorzitter van NBA Young Profs.
De NBA Loftrompet is een onderscheiding die door het bestuur van de beroepsorganisatie is ingesteld en wordt uitgereikt aan een persoon (of aan meerdere personen) die zich meer dan gemiddeld heeft ingezet voor de NBA of voor het accountantsberoep.

De Loftrompetten werden uitgereikt door aftredend NBA-voorzitter Pieter Jongstra. Volgens Jongstra valt Kloppenburg op omdat ze ‘als niet-accountant de beroepsgroep in beweging zet’. Met Artikel 5, de beroepseer van de accountant heeft ze samen met Thijs Jansen een uniek boek vormgegeven, meent het NBA-bestuur. Met dit onderwerp spreekt zij de professional in het hart aan, in een tijd waarin kantoren, systemen en procedures dominant aanwezig zijn in het beroep.
Oud Young Prof-voorzitter Van Bemmel was volgens Jongstra ‘drie jaar lang het gezicht van de Young Profs’ en daarmee de langstzittende voorzitter van het bestuur van de NBA Young Profs. Hij heeft sterk bijgedragen aan het verder brengen van de NBA Young Profs, stelde niet alleen meer het netwerken centraal maar had ook oog voor de toekomst van het accountantsberoep.

Beroepstrots

Op de ledenvergadering werd Marco de Vegte gekozen tot de nieuwe voorzitter van de NBA. Hij nam de voorzittershamer over van Pieter Jongstra, die drie jaar lang de organisatie heeft aangevoerd.
In zijn slotspeech legde Van der Vegte de nadruk op het hervinden van trots op het accountantsberoep: “Het imago van accountants is slecht. Dat doet ons allemaal pijn. Het doet mij pijn. Maar daar zijn we zelf schuldig aan. We zijn teveel naar binnen gekeerd en zullen moeten openstaan voor kritiek. We zullen dus verder moeten veranderen om te laten zien dat we wel lef hebben, voor ons mooie beroep staan en daar transparant over zijn”.

NBA reikt loftrompetten uit, NBA, 18 juni 2018: https://www.nba.nl/nieuws-en-agenda/nieuwsarchief/2018/juni/nba-reikt-loftrompetten-uit/ (Niet meer beschikbaar op site NBA. Ga naar het archief: https://minfin.sitearchief.nl/?subsite=nba#archive en tik in zoekveld van grijze linkerkolom: NBA reikt loftrompetten uit)

Nieuwe voorzitter NBA legt nadruk op hervinden trots accountantsberoep, Executive Finance, 19 juni 2018: https://executivefinance.nl/2018/06/nieuwe-voorzitter-nba-legt-nadruk-op-hervinden-trots-op-accountantsberoep/ (Niet meer beschikbaar)

omslag artikel5 klein

Artikel 5 – De beroepseer van de accountant
https://beroepseer.nl/artikel-5/


Op foto bovenaan v.l.n.r: Aftredend NBA-voorzitter Pieter Jongstra, Margreeth Kloppenburg en Arthur van Bemmel, oud-voorzitter van NBA Young Profs

 

Copyrightplan EU

Nieuwe Europese auteursrechtenwet is een onding. Werkt censuur in de hand en zorgt voor rem op vrije uitwisseling ideeën

De website voor IT-management Computerworld besteedt een uitgebreid artikel aan de controversiële richtlijn die deze week wordt besproken in het Europese Parlement over de auteursrechtenwet: Copyrightplan van de EU lijkt een regelrechte internetramp.

Henk-Jan Buist: “‘Wat begon als een slecht idee van copyright-lobbyisten is uitgegroeid tot een regelrechte crisis voor de toekomst van het internet zoals we het kennen’ schreef de gerenomeerde internetrechtenorganisatie Electronic Frontier Foundation (EFF) in een blogpost over het Europese Artikel 13, oftewel de richtlijn inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt waar het Europese Parlement midden deze week over stemt.
Dit is de laatste stap voor de auteursrechtenwet en Europese en internationale organisaties maken zich grote zorgen. Maar waar gaat dit precies over?

Autofilters en openheid

Het gewraakte issue van de nieuwe wetgeving om auteursrechten binnen Europa beter te beschermen is het idee van contentfiltering op platforms die auteursrechtelijke werken hosten. Als gebruikers beschermde content willen uploaden, dient het platform die te blokkeren. Dat zorgt er niet alleen voor dat platforms meer verantwoordelijk worden gehouden voor inhoud van gebruikers, het werkt censuur in de hand, zorgt voor een rem op de vrije uitwisseling van ideeën en levert potentiële economische schade op door de interneteconomie te frustreren.

Bovendien is er de vraag of dit niet helemaal averechts werkt. Tot nu toe hebben we gezien dat automatische filtering bij platforms als Twitter, YouTube en Facebook nou niet bepaald optimaal functioneert. Zo was er onlangs ophef over YouTube die automatisch video’s over LHBT-onderwerpen beoordeelde als ongepaste content, automatische Twitter-filters die racisten spaart, maar tweeps die racisten opsporen juist blokkeert en zagen we vorig jaar uitgebreid hoe Facebook worstelt met moderation van het platform.

Bewaking en censuur

Een paar concepten van het voorstel druisen dus lijnrecht in tegen de droom en de hoop van internet en het web, zoals pioniers als Vint Cerf en Tim Berners-Lee decennia hebben uitgedragen. Ze riepen het Europese Parlement vorige week dan ook op om af te zien van dit onzalige plan. “Artikel 13 zet een ongekende stap in de richting van transformatie van het internet als open platform voor kennisdeling en innovatie naar een tool voor automatische bewaking en toezicht van gebruiker”, staat te lezen in hun brandbrief (PDF)”.

Lees het hele artikel van Henk Jan Buist: Copyrightplan van de EU lijkt een regelrechte internetramp, Computerworld, 18 juni 2018: http://computerworld.nl/overheid/105408-copyrightplan-van-de-eu-lijkt-een-regelrechte-internetramp (Artikel is niet meer beschikbaar). Zie: Vanaf nu censureert de EU je memes weg, door Henk-Jan Buist, Webwereld, 20 juni 2018: https://webwereld.nl/nieuws/business/vanaf-nu-censureert-de-eu-je-memes-weg-3774068/ (Website is opgeheven per 1 maart 2020).

Zie ook: The EU’s Copyright Proposal is Extremely Bad News for Everyone, Even (Especially!) Wikipedia, door Cory Doctorow, EFF, 7 juni 2018: www.eff.org

Wie is die trotse ambtenaar? Over een onderzoek naar beroepstrots bij ambtenaren

In het tijdschrift Bestuurswetenschappen – no 3, 2014 – is een artikel gepubliceerd over een onderzoek naar de trotse ambtenaar: Wie is die trotse ambtenaar en wat is precies beroepstrots? Rick Borst, Christiaan Lako en Michiel de Vries schrijven dat al vaker is verondersteld dat trots belangrijke positieve effecten heeft op het functioneren van ambtenaren (prestaties) en de dienstverlening aan burgers. Om ambtenaren te stimuleren trots te zijn op hun beroep en hun beroepstrots te laten herwinnen, is het nodig om te weten wat ervoor zorgt dat ambtenaren trots zijn op hun werk. Een uitgebreide analyse van het onderzoek door Borst en Lako verscheen in het International Journal of Public Administration van maart 2017.

Er is weinig kwantitatief onderzoek gedaan naar determinanten van beroepstrots in de publieke sector. Dit onderzoek kenmerkt zich door een verscheidenheid aan definities en operationalisaties (manieren van meten) en biedt een eerste inzicht in een aantal determinanten van beroepstrots van ambtenaren in de Nederlandse publieke sector. De resultaten zijn gebaseerd op een grootschalig survey-onderzoek dat elke twee jaar door het ministerie van Binnenlandse Zaken wordt gehouden onder de titel Personeels- en Mobiliteitsmonitor en waaraan in 2010 door 26.876 ambtenaren is deelgenomen. Er is in het onderzoek een onderscheid gemaakt tussen (extrinsieke en intrinsieke) persoonskenmerken, organisatiekenmerken en baankenmerken van ambtenaren in de publieke sector.

Wat is beroepstrots?

Bij trots valt in de eerste plaats te denken aan zelfbewustheid en eergevoel. In de filosofie en psychologie wordt trots breed gedefinieerd als het hebben van een bepaald gevoel van aanzien of respect, voor jezelf of voor anderen. Het is een positief gevoel. In het in 2009 verschenen boek Beroepstrots – een ongekende kracht*) waarnaar de auteurs verwijzen in hun artikel, wordt beroepstrots gedefinieerd als het zelfbewust, in het openbaar uitkomen voor een prestatie of eigenschap van jezelf of van iets of iemand die je tot jezelf rekent, omdat je vindt dat de waarde daarvan bredere erkenning verdient. Trots ligt daarmee heel dicht bij een ander complex concept, ‘eer’, waarmee trots vaak wordt vereenzelvigd. Eer wordt gedefinieerd als het stellen van hoge eisen aan het doen en laten van de eigen persoon, om in de ogen van anderen iets voor te stellen. De twee concepten vertonen zoals uit de brede definities naar voren komt duidelijk overeenkomsten. Beide begrippen zijn namelijk sterk gericht op het intrinsieke van de mens.
Als men trots is of zich vereerd voelt dan zorgt dat voor intrinsieke motivatie. Trots en eer zijn echter wel verschillende concepten. Eergevoel leidt namelijk tot het streven naar bepaald gedrag terwijl trots veel meer een attitude is welke volgt op gedrag.

Resultaten onderzoek

Uit het onderzoek blijkt dat drie op de tien Nederlandse ambtenaren niet trots zijn op het eigen beroep en dat dit niet een gevolg is van hun niet beïnvloedbare persoonskenmerken zoals geslacht, leeftijd en opleidingsniveau. Beroepstrots in het openbaarbestuur moet dus niet als een gegeven worden gezien, maar is veel meer afhankelijk van de wel beïnvloedbare context waarin ambtenaren functioneren. Het zijn volgens dit onderzoek vooral de intrinsieke baankenmerken die het grootste effect hebben op de mate van beroepstrots van ambtenaren. Ambtenaren die zich verbonden voelen met de organisatie, tevreden zijn met de organisatie, tevreden zijn met hun werk en gemotiveerd zijn, zijn aanzienlijk trotser dan ambtenaren die dit alles ontberen.
Dat is begrijpelijk, want trots heeft, zoals eerder opgemerkt, te maken met de waardering voor het werk van anderen naast de waardering van de eigen prestaties. Die eerstgenoemde waardering komt naar voren in begrippen als verbondenheid met de organisatie en tevredenheid met de organisatie. De waardering voor de eigen prestaties komt naar voren in tevredenheid met het werk en motivatie. Daarnaast blijkt uit de multivariate analyse dat het niet zozeer uitmaakt of ambtenaren in overwegend uitvoerende sectoren of andersoortige sectoren werkzaam zijn voor de mate van trots. Kennelijk gaat het bij trots niet zozeer om de aard van de sector als wel of men er erkenning voor krijgt.

Enkele baankenmerken hebben wel een aanzienlijk effect op de mate van beroepstrots van ambtenaren. Ambtenaren met een positieve zelfperceptie van hun imago en veel arbeidservaring zijn aanzienlijk trotser dan ambtenaren met een negatieve zelfperceptie en geringe arbeidservaring. Andere baankenmerken zoals aard van het werk, beloning, relatie collega’s en het volgen van cursussen hebben echter nauwelijks effect op de mate van beroepstrots. De bevinding dat ambtenaren die denken dat anderen positief oordelen over hun werk trotser zijn dan ambtenaren die denken dat anderen negatief oordelen over hun werk kan worden verklaard vanuit de algemene sociologische observatie dat de zienswijze van individuen op hun eigen handelen niet op de laatste plaats wordt bepaald door hoe zij denken dat anderen over hen oordelen.

Klik hier voor verder lezen van hele artikel Wie is die trotse ambtenaar? Een onderzoek naar de determinanten van beroepstrots, door Rick Borst, Christiaan Lako & Michiel de Vries, Bestuurswetenschappen, vol. 68, nummer 3, (2014), pp. 24-47. https://beroepseer.nl

Proud to Be a Public Servant? An Analysis of the Work-Related Determinants of Professional Pride among Dutch Public Servants, R. T. Borst & C. J. Lako, International Journal of Public Administration, Volume 40, 2017 – Issue 10: www.tandfonline.com

 Noot
*) Beroepstrots – een ongekende kracht, onder redactie van Thijs Jansen, Gabriël van den Brink en Jos Kole, uitgeverij Boom, 2009: https://beroepseer.nl/beroepstrots/

Manifest spoedzorg van praktijkhoudende huisartsen van West-Friesland

De praktijkhoudende huisartsen van West-Friesland zijn in actie gekomen en hebben de zeer negatieve ontwikkelingen in de ANW-spoedzorg (avond-, nacht en weekenduren) aangegrepen om de stem van de praktijkhouders eens veel duidelijker te laten horen in een Manifest.
Het op 4 juni 2018 opgestelde manifest wordt later in juni op de Algemene Ledenvergadering van de Westfriese Huisartsen Organisatie (WFHO) besproken.

De Vereniging van Praktijkhoudende huisartsen (VPHuisartsen) heeft het Manifest op haar site geplaatst. Klik hier om het te lezen: www.vphuisartsen.nl

Op donderdag 28 juni 2018 organiseert Zorgkoepel West-Friesland in Hoorn het symposium Grenzen van de spoedzorg. Klik hier voor meer info: http://intranet.zorgkoepelwf.nl

manifest spoedzorg praktijkhoudende huisartsen westfriesland

NOS vroeg onderwijssector naar commentaar op niveau VWO-eindexamen Frans 2018

Op NOS Binnenlands Nieuws schrijft Kysia Hekster dat het VWO-eindexamen Frans dit jaar wederom onderwerp van kritiek is*). Dat was in 2018 ook het geval. Hekster heeft deze en gene uit de onderwijssector gevraagd naar commentaar op het eindexamen: “Leerlingen en docenten klagen opnieuw over het niveau. Op 13 juni 2018 wordt de normering voor de examens bekend, dan wordt duidelijk hoe het examen is gemaakt.
Het examen was niet goed genoeg, zeggen docenten en leerlingen. Dit jaar gaan de klachten vooral over de lengte van het examen. Een aantal docenten dat de NOS sprak, noemt het examen ‘nog veel slechter dan het examen van vorig jaar’. Toen ontstond ophef over de kwaliteit van het examen Frans vwo.

Coalitiepartij CDA heeft Kamervragen gesteld over het examen van dit jaar. Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) is juist tevreden.

Docent Swannet van den Akker van het RSG Magister Alvinus in Sneek geeft al meer dan dertig jaar Frans aan examenklassen. ‘Het CvTE heeft ons na al het gedoe vorig jaar toegezegd dat het dit jaar goed zou komen. Dat heb ik ook mijn leerlingen beloofd. Maar dit jaar rammelde het examen opnieuw. Er zijn vragen waarbij meerdere antwoorden goed zijn. Dat mag niet. De kinderen zijn echt afgestraft met dit examen’.

Het Landelijk Actie Komitee Scholieren (LAKS) kreeg meer dan 7000 klachten over het vwo-examen Frans. ‘Van alle examens is over Frans vwo relatief het meest geklaagd’, zegt Anouk Gielen, voorzitter van het LAKS. ‘Bijna de helft van de 15.000 leerlingen die het examen maakte, heeft zich bij ons gemeld. Belangrijkste klacht: het examen was veel te lang en daardoor kregen heel veel mensen het niet af’.

Liesbeth Breek herkent dat. Zij geeft 27 jaar Frans, nu aan het Petrus Canisius College in Alkmaar. ‘Mijn leerlingen kwamen verdrietig de zaal uit. Ook de allerbeste leerlingen zeiden: dit examen was veel te lang’. De collega’s die Breek en Van den Akker spreken zijn volgens hen vrijwel zonder uitzondering niet te spreken over het examen, omdat er discussie is over de antwoorden die bij het examen horen.

Breek: ‘Vroeger was er nooit twijfel over wat het goede antwoord moest zijn. Na het omstreden examen van vorig jaar had ik de hoop dat het dit jaar beter zou zijn. Ik waardeer de inspanningen van het CvTE om betere examens te maken. Maar dit jaar bleek een beter examen nog een illusie’.

Op het internetforum Franszelfsprekend van de sectie Frans van de vakgroep Levende Talen klaagden docenten vooral over de lengte van het examen, maar ook over de inhoud. ‘Ik word zo langzamerhand hopeloos: hoe moet ik mijn leerlingen voorbereiden op dat examen Frans?’, was een veelgelezen hartenkreet op de site die vanwege het einde van de examenperiode inmiddels offline is gehaald.

Voorzitter van de Vakgroep Jeanette Noordermeer noemt de klachten over de lengte van het examen ‘erecht’, maar ze is het niet eens met de negatieve reacties op de rest van het examen. ‘Dit jaar heeft het bestuur van Levende Talen er alles aan gedaan om een goed examen en een goed correctiemodel te maken’.

Ook het CvTE – verantwoordelijk voor de examens – herkent zich niet in de kritiek van de leerlingen en de docenten. De organisatie breidde naar aanleiding van de ophef van vorig jaar een proef uit om van tevoren én achteraf docenten naar de examens te laten kijken”*).

Lees het hele artikel Opnieuw ophef over niveau vwo-examen Frans: ‘Verdrietig de zaal uit’, door Kysia Hekster, NOS, 12 juni 2018: https://nos.nl

*) Lees de blogs van Charlotte Goulmy over het VWO-eindexamen Frans 2018:

En resumé, 3 juni 2018: https://www.beroepseer.nl/nl/groepsblog/onderwijs/item/2647-en-resume

Kent u die van de Eindexamenbespreking die we dan zelf wel gingen organiseren? 24 mei 2018: https://www.beroepseer.nl/nl/groepsblog/onderwijs/item/2634-kent-u-die-van-de-eindexamenbespreking-die-we-dan-zelf-wel-gingen-organiseren

Zo, wat een klus…, 18 mei 2018: http://www.beroepseer.nl/nl/groepsblog/onderwijs/item/2627-zo-wat-een-klus

VWO Frans. Hardcore trauma, 17 mei 2018: http://www.beroepseer.nl/nl/groepsblog/onderwijs/item/2625-vwo-frans-hardcore-trauma

Gisteren, er komt geen eind aan, 15 mei 2018: http://www.beroepseer.nl/nl/groepsblog/onderwijs/item/2623-gisteren-er-komt-geen-eind-aan

Zie ook: Zijn examens moderne vreemde talen eigenlijk wel valide? Leraar Duits analyseert de eindexamenteksten, Groepsblog Beroepseer, 1 juni 2018: www.beroepseer.nl

 

 

 

Is het verpleegkundig ideaal bijzaak geworden? Verpleegkundige reageert op ingezonden brief

In de rubriek Ingezonden lezersbrieven van De Volkskrant van 11 juni 2018 reageert een verpleger in klare taal op een optimistische voorspelling van een docent Verpleegkunde.

Pieterbas Lalleman, docent HBO-V aan de Hogeschool Utrecht, verwacht door zij-­instromers de zorg te verbeteren, omdat die door hun levens- en werkervaring gewend zijn kritische vragen te stellen en nadenken over hetgeen ze aan het doen zijn (Ten eerste, 8 juni).

De reactie van Eric Middelhuis uit Almere – ‘al jaren broeder voor groote & kleyne luyden’ – op Lallemans brief luidt: “Ik zal hem maar snel uit deze droom helpen, want dit gaat niet gebeuren. En wel hierom: de Nederlandse ziekenhuizen zijn verworden tot zorg­productiebedrijven aangestuurd door een Amerikaans managementsysteem waarbij geld de boventoon voert.

Veel ideeën worden met wortel en tak uitgeroeid omdat ze niet binnen dit management­systeem passen. Het ideaal van veel verpleegkundigen, het op een fatsoenlijke manier mensen verzorgen en bijstaan, is bijzaak geworden. Vele jaren terug heeft deze omslag van denken al plaatsgevonden; investeren in nieuwe aanwas was niet nodig. Met de huidige tekorten als resultaat.

Als ik de cursisten van Lalleman nog één advies mag geven voordat ze de verpleegkundige praktijk ingaan: kijk naar de film Modern Times van Charlie Chaplin.Er is nog bar weinig veranderd”.

‘Het ideaal van verpleegkundigen is bijzaak geworden’, Brieven, De Volkskrant, 11 juni 2018: www.volkskrant.nl

Minister Slob van Onderwijs in Kamerbrief: “Het opbouwen van een stevige beroepsgroep voor leraren verdient een nieuwe kans”

Een stevige, professionele beroepsgroep is belangrijk voor leraren en het onderwijs in Nederland. De inspanningen van de afgelopen jaren om tot zo’n beroepsgroep te komen, hebben tot nog toe onvoldoende opgeleverd. Daarom kiest minister Slob  van Onderwijs voor een ingrijpende koerswijziging. “Het opbouwen van een stevige beroepsgroep voor leraren verdient een nieuwe kans”, schrijft hij 11 juni 2018 in een brief aan de Tweede Kamer.

Om te bepalen welke stappen nu gezet moeten worden om te komen tot een stevige beroepsgroep, heeft de minister Alexander Rinnooy Kan gevraagd om dat nader te verkennen. Rinnooy Kan gaat nog voor de zomer de eerste gesprekken voeren met lerarenorganisaties, leraren en andere betrokkenen. “Een goed functionerende beroepsgroep is in ieders belang en essentieel voor ons onderwijs. Ik wil daar graag naar vermogen toe bijdragen”, aldus Rinnooy Kan.

Rinnooy Kan was eerder voorzitter van de Commissie Leraren. Deze commissie werd in 2007 door de toenmalige minister van Onderwijs om advies gevraagd over de aanpak van het lerarentekort, de positie van de leraar en de kwaliteit van de leraar.

Rapportage

Naar verwachting kan Rinnooy Kan rond de herfst rapporteren over de verdere professionalisering van de beroepsgroep. Op basis daarvan kan een nieuwe koers bepaald worden. Rinnooy Kan is goed bekend met de vraagstukken die spelen. “Hij is bij uitstek geschikt voor deze taak, gezien zijn ervaring met complexe vraagstukken en zijn eerdere advisering over dit onderwerp”, stelt de minister.

Leraren zijn nu wel georganiseerd in vakbonden en per thema is er soms een vakvereniging, maar er is geen organisatie die hen op landelijk niveau overkoepelend vertegenwoordigt als het gaat om de kwaliteit van het vak en vakinhoudelijke vraagstukken. Bij andere beroepen, zoals advocaten en artsen, is dat wel het geval. Eerder voerde de Onderwijscoöperatie die rol uit. Omdat deze organisatie te weinig draagvlak had onder leraren besloten zij eerder te stoppen met hun activiteiten.

Register

De minister doet ook een pas op de plaats met het verplichte Lerarenregister. Slob: “Pas als duidelijk is wat er nodig is om het register in te zetten als register van, voor en door de leraar gaan we de volgende stap zetten”. Het vrijwillige register blijft ondertussen gewoon beschikbaar voor leraren die daar hun portfolio in hebben opgeslagen.

Volgens de minister is het Lerarenregister te veel een doel op zich geworden, terwijl dit juist bedoeld was als een middel was om de beroepsgroep te versterken. “Al onze energie moet nu gericht zijn op het verder opbouwen van een stevige beroepsgroep. Leraren moeten daar nu al lang genoeg op wachten” zegt Slob. Rinnooy Kan deelt dit beeld. “Het register is het sluitstuk en niet het begin”.

Regie terug bij de leraar

Volgens Slob moet de leraar de regie terugkrijgen. Hij is niet van plan om van bovenaf een beroepsgroep te verplichten, maar wil leraren wel ondersteunen om zo’n collectief goed vorm te geven.“Het belang van de leraar moet voorop staan. En dan kan de leraar dus ook het beste aan het roer staan“, aldus Slob.

Ingrijpende koerswijziging nodig voor verdere versterking positie leraar, Nieuwsbericht Rijksoverheid, 11 juni 2018: https://www.rijksoverheid.nl/regering/bewindspersonen/arie-slob/nieuws/2018/06/11/ingrijpende-koerswijziging-nodig-voor-verdere-versterking-positie-leraar (Niet meer beschikbaar op Rijksoverheid. Ga naar Sitearchief https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#archive en tik in zoekveld van grijze linkerkolom aan linkerkant de titel van het nieuwsbericht)

Omvangrijke publicatie over (uitdagingen op) de onderwijs-arbeidsmarkt: Onderwijs aan het werk 2018

De Bijzondere Leerstoel Onderwijsarbeidsmarkt van de Universiteit van Tilburg en CAOP, kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken en het publieke domein, hebben een omvangrijke publicatie van 550 pagina’s uitgebracht over de huidige onderwijsarbeidsmarkt: Onderwijs aan het werk – 2018. Met actuele thema’s zoals leraarschap, arbeidsvoorwaarden, professionalisering en mobiliteit. Naast feiten zijn in het boek ook analyses en visies van deskundigen opgenomen. Het gaat hierbij om een combinatie van wetenschappelijke analyses en ervaringen uit de praktijk met o.m. een bijdrage over arbeidsverhoudingen van Hein van Asseldonk, vice-voorzitter van de VO-raad – Vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs – en over een beroepsbeeld voor de leraar en een handvat voor loopbaan- en ontwikkelpaden van Bas de Wit, teamleider Professionele schoolorganisatie VO-raad.
Het boek is geredigeerd door de bijzonder hoogleraren dr. Frank Cörvers en dr. Marc van der Meer. Het voornemen is om een dergelijke publicatie elke twee jaar uit te brengen.

Patrick Banis, directeur van CAOP schrijft in het Voorwoord: “De onderwijsarbeidsmarkt is op het moment dat deze publicatie verschijnt bijna dagelijks in het nieuws. De tekorten van leerkrachten in het primair onderwijs, werkdruk bij docenten en het imago van werken in het onderwijs zijn thema’s die de media en dus de politiek beheersen. Onderwijs wordt gezien als een belangrijke voorwaarde voor de kenniseconomie en daarmee voor de arbeidsmarkt van morgen. Dat legt vooral een zware verantwoordelijkheid bij degenen die daarin werkzaam zijn (leraren, schoolleiders en onderwijsondersteunend personeel). Onderwijs is ook politiek al een aantal jaren een prioriteit.

Het voorspelde tekort is er nu echt gekomen

Na het Actieplan Leerkracht van het kabinet-Balkende IV volgde de afgelopen jaren de Lerarenagenda, waarmee prioriteit werd gegeven aan het werken in het onderwijs en de positie van de leraar in het bijzonder. Het al jaren voorspelde tekort op de arbeidsmarkt is er nu echt gekomen en werpt vragen op over de hoogte van de beloning en de arbeidsomstandigheden van werken in het onderwijs. Maar zoals deze publicatie aantoont kunnen deze zaken niet los worden gezien van de bredere context van de werking van de onderwijsarbeidsmarkt. Dan gaat het om vragen op het vlak van de arbeidsverhoudingen, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden, arbeidsproductiviteit, kwaliteit van werken en mobiliteit van medewerkers.
Met deze publicatie maakt de Bijzondere Leerstoel Onderwijsarbeidsmarkt verschillende aspecten van werken in het onderwijs inzichtelijk”.

omslag onderwijs aan het werk

 

Downloaden: Onderwijs aan het werk 2018. Analysen, feiten en visies over werken in het onderwijs, redactie Frank Cörvers en dr. Marc van der Meer, CAOP, 2018: www.vo-raad.nl