Skip to main content

Redactie Beroepseer

Open State Foundation wint Stuiveling Open Data Award 2018 met toepassing PoliFLW

De Open State Foundation kreeg op 4 oktober 2018 de Stuiveling Open Data Award (SODA) en € 20.000 uitgereikt voor de toepassing PoliFLW. Staatssecretaris Raymond Knops overhandigde de prijs tijdens de Innovation Expo in de RDM Onderzeebootloods in Rotterdam. PoliFLW maakt via één platform lokaal politiek nieuws toegankelijk, doorzoekbaar en herbruikbaar als open data.

Open data zijn overal. We navigeren er op los in het verkeer, gebruiken buienradar om de regen te ontwijken, zoeken de handigste routes voor het openbaar vervoer en bestellen eten online. We bekijken informatie over zorg en scholen en de uitgaven van overheden. In al deze gevallen gebruiken we open data, vaak zonder dat we het in de gaten hebben. Om het innovatief gebruik van open data zichtbaar te maken en te belonen, is de Stuiveling Open Data Award (SODA) ingesteld.

PoliFLW verzamelt nieuws- en sociale mediaberichten van politieke partijen en maakt deze op een gebruiksvriendelijke manier doorzoekbaar. Met behulp van machine-learning en open databronnen koppelt PoliFLW het politieke nieuws aan partijen en politieke vertegenwoordigers zoals raadsleden en Statenleden. PoliFLW stelt de gebruiker vragen om zichzelf te verbeteren, daardoor leert de gebruiker van de toepassing, en andersom.

Datamakelaars

De jury verkoos de winnaar uit 27 inzendingen. De inzenders zijn allemaal inventieve en creatieve ‘datamakelaars’. Intermediairs tussen de ruwe data die de overheid beschikbaar stelt, en de waardevolle toepassingen die zij weten te maken.

Juryvoorzitter Arno Visser, president van de Algemene Rekenkamer: “PoliFLW maakt het mogelijk beter om te gaan met de grote hoeveelheid informatie die we te verwerken krijgen. Het maakt het volgen van lokale politiek eenvoudiger en leuker. De interactie met de gebruiker maakt deze toepassing uniek ten opzichte van de andere inzendingen.”

SODA

De SODA – vernoemd naar de vorige president van de Algemene Rekenkamer Saskia J. Stuiveling – is ingesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2015. Het kabinet stimuleert het gebruik van open data. De prijs onderstreept het belang van het gebruik van open data vanwege de economische, maatschappelijke en democratische waarde.

Jury

De jury van de SODA2018 bestaat uit Arno Visser (Algemene Rekenkamer, voorzitter), Marianne Linde (gemeente Tilburg), Marleen Stikker (Waag Society), Michiel Leenaars (Internet Society Nederland), Paul Geurts van Kessel (Green Home, winnaar SODA2016) en Ramona de Jong (De Consumentenbond, winnaar SODA2017).
De Stuiveling Open Data Award wordt georganiseerd door het Leer- en Expertisepunt Open Overheid (onderdeel van ICTU, onafhankelijk advies- en projectenorganisatie binnen de overheid) in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

PoliFLW: https://poliflw.nl

PoliFLW wint SODA 2018, Open Data Award: www.opendata-award.nl

Petitie Repareer het onderwijs

Teken de petitie ‘Repareer het onderwijs’

Wie het onderwijs een warm hart toedraagt en zich er zorgen over maakt kan sinds 4 oktober 2018 een petitie ondertekenen: Repareer het onderwijs. Tekenen kan tot 1 januari 2019. Petitionaris is docent Marion de Koning. Zij schreef voor dagblad Trouw het artikel Weeffouten in onderwijs staan waardering voor kwaliteit in de weg. Ze begon met de verwijzing naar de problemen bij de scholenkoepel Limburgs Voortgezet onderwijs (LVO). Daar keurde in juli 2018 de Inspectie 354 diploma’s van eindexamenleerlingen van het VMBO Maastricht af. Alsof er niets was gebeurd maakte de raad van toezicht van het LVO in september 2018 bekend bestuursvoorzitter André Postema voor twee jaar te herbenoemen. Veel boze reacties en een debat in de Tweede Kamer zullen problemen als bij scholenkoepel LVO niet oplossen, aldus De Koning. Het zijn uitwassen van weeffouten in de organisatie van het voortgezet onderwijs sinds 1995.

De Koning noemt vijf weeffouten, waarvan de vijfde luidt: Leraren die met hart en ziel lesgeven en jarenlange ervaring hebben worden niet gehoord, maar in plaats daarvan gestraft. Wanneer de situatie het toelaat, stoppen ze met lesgeven. Hierdoor daalt het gemiddelde opleidingsniveau en daarmee het leerrendement.
Een andere weeffout is dat de leerling wordt beschouwd als een op­breng­sten­post en de docent als een kostenpost.

Waardering voor kwaliteit

De Konings artikel dient als basis van de petitie: Het onderwijs moet gerepareerd en heeft dringend behoefte aan structurele oplossingen. Bijvoorbeeld: Maak de lumpsum direct over aan de scholen, zoals D66-Kamerlid Paul van Meenen in juni 2018 voorstelde. Schaf de koepelbesturen af en daarmee de Vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs (VO-raad). Maak de rector weer een primus inter pares die ook verantwoording aflegt aan het docentenkorps en verander de controlecultuur op scholen in een waardering-voor-kwaliteit-cultuur.

Teken de petitie Repareer het onderwijs: https://petities.nl/petitions/repareer-het-onderwijs/signatures?locale=nl

Artikel Weeffouten in onderwijs staan waardering voor kwaliteit in de weg, Marion de Koning, Trouw, 3 oktober 2018: www.trouw.nl

actiegroep fysiotherapie reikt strakke strop uit aan zorgverzekeraarkke

Uitreiking ‘Strakke strop’ aan zorgverzekeraar door Actiegroep Fysiotherapie

Woensdag 10 oktober 2018 deelt de Fysiotherapie – ruim 11.000 leden – om 10.10 uur de Strakke strop uit aan zorgverzekeraar VGZ.
Volgens de fysiotherapeuten heeft VGZ een hoofdrol gespeeld in het zaaien van verdeeldheid binnen de beroepsgroep van fysiotherapeuten. In de communicatie met hun verzekerden had VGZ beweerd dat lage rugklachten slechts door gecontracteerde fysiotherapeuten goed behandeld konden worden. Op de website van VGZ stond het bericht dat VGZ “innovatieve overeenkomsten had afgesloten voor behandeling van lage rugpijn”.
Deze benadering schoot de niet-gecontracteerde fysiotherapeuten in het verkeerde keelgat. Ze eisten uitleg en rectificatie die er na maanden – na dreiging met een rechtszaak – ook kwam. VGZ gaf uiteindelijk toe dat de door hun aangeboden manier van behandelen niet beter is dan die van andere behandelaars.

Dertig procent onder kostprijs

Naast deze kwestie zijn er andere grieven van de fysiotherapeuten. Twee fysiotherapeuten noemen ze nog eens op in de Culemborgse Courant van 2 oktober 2018. Men heeft last van strenge regels die zorgverzekeraars de beroepsgroep opleggen. Zo kan men de patiënten niet altijd de zorg bieden die zij verdienen. Zorg waar patiënten nota bene voor verzekerd zijn. Dit komt omdat zorgverzekeraars fysiotherapeuten een behandelindex opleggen: er mogen niet meer behandelingen worden gegeven dan de index aangeeft. De fysiotherapeut wordt zelfs afgerekend op deze index: hij moet geld terugbetalen aan de zorgverzekeraar of hij krijgt het volgend jaar een lager tarief. Een strakke strop dus.

Ook de verplichting om een tevredenheidsenquête (PREM) door de patiënt te laten invullen bezorgt de beroepsgroep veel last. Het is interessant en leerzaam om te weten of een patiënt al dan niet tevreden is over de geleverde zorg. Maar als er niet genoeg enquêtes zijn verstuurd, dan krijgt de fysiotherapeut een lager tarief. Dat tarief is overigens al dertien jaar niet geïndexeerd of verhoogd, terwijl de kosten voor het leveren van goede zorg en een gezonde praktijkvoering wel enorm gestegen zijn. Uit onderzoek is gebleken dat het tarief voor een consult bij de fysiotherapeut dertig procent onder kostprijs ligt. Over die tarieven of over de inhoud van de contracten is geen enkel gesprek mogelijk met zorgverzekeraars. Het is een kwestie van tekenen bij het kruisje. En daar hebben de fysiotherapeuten genoeg van.

De fysiotherapeuten willen dus af van de strakke strop om hun nek die niet alleen hen, maar ook hun patiënten benadeelt. Het uitoefenen van hun beroep valt de fysiotherapeuten steeds zwaarder. Zij hebben immers kwaliteit hoog in het vaandel staan en bij hen staat de zorg voor de patiënt centraal. Dat willen de fysiotherapeuten graag zo houden.

Samenvattend

  • De strakke strop maakt dat we niet fatsoenlijk kunnen onderhandelen met zorgverzekeraars .
  • De strakke strop maakt dat we de patiënten niet genoeg behandelingen mogen geven.
  • De strakke strop maakt dat we de patiënten moeten overladen met tevredenheidsonderzoeken.
  • De strakke strop straft ons als we dat niet doen.
  • De strakke strop van tarieven die 30% onder kostprijs liggen.
  • De strakke strop die bepaalt hoe hoog onze omzet mag zijn

De uitreiking van de Strakke strop gaat gepaard met een demonstratie en het aanbieden van drie eisen aan de directie van VGZ.

De eisen

  • De vrijheid om een eigen bedrag te kunnen rekenen boven het Zorgverzekeringstarief tarief.
  • Transparante berekening van de BI-uitkomsten¹⁾, en deze niet gebruiken als afrekeninstrument, maar als een aanleiding tot gesprek.
  • PREM komt ten laste van en wordt uitgevoerd door de zorgverzekeraar.

De actiegroep roept collega’s op met patiënten en andere betrokkenen mee te doen aan de demonstratie. Verzamelen op woensdag 10 oktober 2018 rond 9.30 uur bij Station Arnhem Centraal. Het is de bedoeling dat om 10.10 uur de prijs wordt uitgereikt aan de directie van VGZ.

Nadere gegevens en details bij de Publieke Actiegroep Fysiotherapie op Facebook: https://nl-nl.facebook.com/actiefysio/

Of bij de in de Culemborgse Courant vermelde fysiotherapeuten onderaan het artikel Stop de strop om de nek van de fysiotherapeut, 2 oktober 2018: https://culemborgsecourant.nl/deel-je-nieuws-artikel/stop-de-strop-om-de-nek-van-de-fysiotherapeut-493645 (Niet meer beschikbaar)

Noot
¹⁾ BI-technieken voor de zorg. De waarde van business intelligence voor value based healthcare. Vraag is of de huidige business intelligence-(BI)-technieken van waarde kunnen zijn voor waardegedreven zorg.

Actiegroep Fysiotherapie, Facebook: www.facebook.com/actiefysio?locale=nl_NL

Overleg NZa en Genootschap voor Fysiotherapie over foute communicatie zorgverzekeraar VGZ, Blogs Beroepseer, 5 augustus 2018: https://beroepseer.nl

Landelijke Actiedag Fysiotherapie in Den Haag op 30 mei 2018, Blogs Beroepseer, 22 mei 2018: https://beroepseer.nl

U P D A T E

Culemborgse fysiotherapeuten: ‘De rek is eruit’, door Dick Aanen, Culemborgse Courant, 13 december 2022: https://www.culemborgsecourant.nl/nieuws/algemeen/332467/culemborgse-fysiotherapeuten-de-rek-is-eruit

Culemborgse Fysio’s maken zich zorgen, door Dick Aanen, Culemborgse Courant, 29 oktober 2022: www.culemborgsecourant.nl/nieuws/algemeen/327373/culemborgse-fysios-maken-zich-zorgen

Publieke actiegroep fysiotherapie, Facebook, 25 november 2020: https://www.facebook.com/actiefysio/posts/fysiotherapeuten-reiken-voor-de-tweede-keer-in-drie-jaar-de-strakke-strop-award-/1000856887065151/?locale=ms_MY

Interview Guusje Ter Horst: Teleurstelling bij voormalig minister Guusje ter Horst na vier jaar in de zorg: ‘Rationele argumenten tellen niet’, door Michel van der Geest, De Volkskrant, 20 november 2018: www.volkskrant.nl

De verhitte strijd tussen fysiotherapeuten en zorgverzekeraars, door Michiel van der Geest, De Volkskrant,

 

Nieuw technologisch platform voor de gezondheidszorg QruxxTech van start gegaan

Uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum heeft in de laatste week van september 2018 een nieuw platform opgezet op internet met de naam QruxxTech. Het is een zusje – of broertje – van Qruxx dat gericht is op verbetering van de kwaliteit van de zorg. QruxxTech gaat over de de ontwikkeling en toepassing van technologie in de gezondheidszorg.
Bohn is ook de uitgever van Skipr – crossmediale nieuwsdienst voor managers, bestuurders en toezichthouders in de gezondheidszorg en Zorgvisie, magazine met actueel nieuws en achtergrondartikelen over de gezondheidszorg.
QruxxTech is er voor wie op de hoogte wil blijven van robotisering, big data, e-health, virtual reality, kunstmatige intelligente, medische apparaten en gadgets, privacy en security, blockchain en domotica.

Over het inzetten van technologie in de bestrijding van het personeelstekort in de gezondheidszorg schreef René Baljon een blog. Organisaties die thuiszorg verlenen aan ouderen kampen met een enorm personeelstekort. En dat tekort wordt de komende jaren alleen maar erger. De prognose is dat de komende vier jaar bijna 100.000 extra zorgverleners nodig zijn.
Een ander punt is de verwachte forse uitstroom vanwege de pensioengerechtigde leeftijd van de geboortegolf-generatie. Een op de drie huidige medewerkers werkt in 2022 niet meer in de ouderenzorg.

Opmars van technologie

Volgens Baljon moet de technologie uitkomst bieden:

“Het gebruik van technologie wordt al jaren als zeer kansrijk gezien. Voorbeelden? Die zijn er genoeg. Van beeldbellen met een verpleegkundige tot het doorgeven van metingen van hartslag, bloeddruk en saturatie via een app. En van sensoren die de levensstijl van ouderen monitoren tot het online controleren van medicatie.

De projecten waar we de afgelopen jaren aan hebben meegewerkt, laten zien dat de technologie goed werkt. Cliënten waarderen het en ervaren dat ze meer regie hebben over hun eigen leven. En belangrijk in dit kader: we richten onze zorgtijd efficiënter in zodat we met minder mensen meer relevante zorg kunnen bieden. Helaas blijft het nog vaak alleen bij pilots. Ook al zijn de resultaten positief, opschaling blijkt lastiger”.

Aan het eind van zijn blog doet Baljon een oproep aan zorgverleners om hun kans te grijpen en in het gat van personeelstekort te springen: “De cijfers van Actiz*⁾ laten zien dat we niet kunnen wachten. Dus zorgverleners van Nederland: never waste a good crisis. Pak door op al die mooie e-health initiatieven en durf op te schalen!”

Nog niet zo lang geleden, en eigenlijk gebeurt het nog steeds, werd beweerd dat digitalisering en technologisering banen zou gaan kosten, ook in de gezondheidszorg. Nu gebeurt er iets omgekeerds. Door gebrek aan verpleegkundigen en verzorgenden veroveren digitalisering en technologisering in versneld tempo een plaats in de gezondheidszorg.
Of zien we hier iets over het hoofd?

Lees de hele blog: Personeelstekort in de zorg: technologie biedt uitkomst, door René Baljon, QruxxTech, 25 september 2018: https://tech.qruxx.com/personeelstekort-in-de-zorg-technologie-biedt-uitkomst/ (Website is niet meer in gebruik)

René Baljon is algemeen directeur van Medisch Service Centrum NAAST, voor digitale zorgverlening. Hij schreef deze blog met Reinout Engelberts, Algemeen Directeur van Seksara, een bedrijf dat leefstijlmonitoring biedt en Joost Hermanns, co-founder van ouderentablet Compaan.

Noot
*⁾ ActiZ, organisatie van zorgondernemers

 

 

 

Opgebrand door hoge werkdruk. Artikel in Financieele Dagblad

Steeds meer werknemers vallen uit met psychische aandoeningen zoals overspannenheid en burn-out

Het is zo langzamerhand de meest gehoorde klacht op de werkvloer, schrijft Rik Winkel in Het Financieele Dagblad. Of het nu gaat om postbezorgers, leraren, bejaardenverzorgers of compliance=medewerkers van ING, last van hoge werkdruk hebben ze allemaal. Als vakbond FNV de werknemers in de publieke sector oproept om dinsdag in een stille tocht door Den Haag te lopen, prijkt minder werkdruk dan ook bovenaan het eisenlijstje. Die eis gaat nog voor de roep om hoger loon. Mede door de stevige economische groei en de daarmee gepaard gaande personeelstekorten komt steeds meer werk terecht op de schouders van steeds minder mensen.

Dat kan bijna niet zonder gevolgen blijven voor de gezondheid. Cijfers die het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) en het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid van Amsterdam UMC naar buiten hebben gebracht, onderstrepen dat. Steeds meer werknemers, vooral in leidinggevende functies en intellectuele beroepen, vallen uit met psychische aandoeningen, zoals overspannenheid en burn-out.

De problemen doen zich het meest voor in het onderwijs, bij de overheid en in de zorg, precies die sectoren waarvan de werknemers dinsdag de straat op gaan. Het rapport legt een direct verband tussen die stijging en een toename van de werkdruk onder de werknemers. Op iedere 100.000 werknemers meldden bedrijfsartsen er vorig jaar 179 af met een beroepsziekte. In 2016 was dat nog 161 per 100.000. In 57% van de gevallen gaat het om psychische klachten, tegen 42% in 2016.

Het percentage ziektemeldingen vanwege psychische aandoeningen is sinds 2013 ruim verdubbeld. Hoewel dit cijfer mogelijk wordt vertekend door het wegvallen van bepaalde registraties uit de bouw en extra aandacht voor het probleem door campagnes over werkstress, is de stijgende trend volgens Henk van der Molen, hoofd van het NCvB, onmiskenbaar. Dat blijkt ook uit het feit dat het aantal werknemers in het hogere segment dat overspannen of opgebrand uitvalt, al jarenlang met gemiddeld 6% per jaar stijgt.

Opgejaagde koks

Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek ervaren koks, artsen, juristen en managers in de dienstverlening de hoogste werkdruk. Koks hebben het gevoel dat zij snel moeten werken. Artsen, juristen en managers hebben naar eigen beleving zeer veel werk. Gespecialiseerde verpleegkundigen scoren hoog op emotioneel zwaar werk en intimidatie. Emotionele zwaarte speelt een rol voor alle dienstverlenende zorg- en onderwijsberoepen.

Lees het hele artikel: Opgebrand door hoge werkdruk, door Rik Winkel, Het Financieele Dagblad, 2 oktober 2018: https://fd.nl

Geert Kelchtermans over de vijf elementen van professioneel leraarschap

Geert Kelchtermans kreeg in 2013 de opdracht van de Onderwijsraad een essay te schrijven over de ontwikkeling van de professionaliteit en de aard van de professionaliteit van leraren in de huidige onderwijspraktijk. Daarbij ging het vooral om de binnenkant van de professionaliteit van leraren, de kwaliteit van hun dagelijks handelen in de onderwijspraktijk en hun beroepshouding.

Een van Kelchtermans uitspraken: “Het fundamenteelste kenmerk van leraarschap, dat alle andere mede bepaalt betreft het relationele. De professionaliteit van leraren manifesteert zich per definitie in de relaties die zij aangaan met leerlingen. Maar ook met andere collega’s of de schoolleiding zijn relevant voor de ontwikkeling”.
Kelchtermans is hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven waar hij hoofd is van het Centrum voor Onderwijsvernieuwing en de Ontwikkeling van Leraar en School.

Eind 2017 gaf Kelchtermans twee inspiratiesessies voor het Christelijke Onderwijzersverbond (COV) in Hasselt en Gent over ‘professioneel leraarschap’. De COV is met bijna 40.000 leden de grootste Vlaamse onderwijsvakbond voor het gesubsidieerd basisonderwijs. De sessies waren georganiseerd in voorbereiding op het COV-congres van november 2018.

De vijf elementen van leraarschap

Kelchtermans had het over de fundamentele spanning waarmee leraren moeten omgaan in hun praktijk: Aan de ene kant is het nodig om in concrete situaties doelgericht, planmatig en systematisch te handelen. Aan de andere kant is de pedagogische werkelijkheid complex en dynamisch. Dat komt omdat het in het onderwijs over mensen gaat en niet over dingen of producten. Bovendien kan een leraar nooit helemaal zeker weten of zijn inschatting of zijn oordeel helemaal terecht was. Dat kan alleen maar blijken uit de gevolgen.

Kelchtermans noemt vijf elementen die inzicht geven in wat het betekent leraar te zijn. Waaruit bestaat de specifieke professionaliteit van de leraar?

1. Leraren zijn mensen die per definitie in relatie staan tot anderen.

2. Men staat niet zomaar in een relatie. Men staat in een relatie van gedeelde verantwoordelijkheid. Er wordt van de leraar iets verwacht: antwoord geven aan de leerling.
De persoon van de leerkracht is ongelooflijk essentieel om te snappen wat leraarschap inhoudt. Elke leerkracht zal zeggen: ik heb mijn eigen stijl.
In het leraarschap en de professionaliteit van het leraarschap kun je geen onderscheid maken tussen wie je bent als persoon en je professionele bagage. Dat kleurt de manier waarop de leraar in zijn beroep staat.

3. Inzet van expertise, deskundigheid. Daarmee wordt bedoeld didactische kennis, vakinhoudelijke kennis, vakdidactische kennis. De hele know how waarmee je gestalte geeft aan het beroep.

4. Inzet van engagement. Expertise en engagement zijn de twee cruciale elementen in de praktijk van leraarschap. Met engagement wordt bedoeld dat je als persoon betrokken bent bij je werk. Dat het je iets kan schelen dat de kinderen iets leren of niet.

5. Kwetsbaarheid. Professioneel leraarschap wordt fundamenteel gekenmerkt door kwetsbaarheid. Niet als kenmerk van de persoon, maar als kenmerk van het beroep.
Expertise en engagement hangen samen met het feit dat wij doelgericht dingen proberen te bereiken. Tegelijkertijd houdt het werk van de leerkracht in dat hem of haar een aantal dingen overkomen: “Bijvoorbeeld wie er in uw klas zit. Dat overkomt u. Daar heeft u niet per se voor gekozen en dat is wederzijds”.
Dat geldt ook voor collega’s en directeuren. Die kwetsbaarheid wijst naar het feit dat er in die professionaliteit naast dat doelgerichte, intentionele, een dimensie is van dingen die de leraar overkomen en waarmee hij moet omgaan.

De drie bronnen van kwetsbaarheid

Er zijn drie belangrijke bronnen van kwetsbaarheid van de leraar.

A. Een aantal essentiële werkomstandigheden valt niet onder de controle van de leraar. De staat van het schoolgebouw bijvoorbeeld. Wie zitten er in de klas? Welke collega’s heeft men? En toch heeft wie er in de klas zit een ongelooflijke invloed op het werk van de leraar. Het bepaalt wat de leraar kan doen in de klas.

B. Je kunt nooit je eigen doelmatigheid bewijzen. Wel kun je als leerkracht van ‘s morgens tot ‘s avonds het beste van jezelf geven. De leerkracht weet ook nooit zeker of positieve resultaten zijn verdiensten zijn. Men kan dat niet bewijzen: “Dat is behoorlijk balen. Want de gemeenschappelijke, gefundeerde publieke opinie is: de leerling die op het einde van het jaar goede resultaten heeft, daarvan wordt gezegd dat ie goed gewerkt heeft. Flink zijn best gedaan, heette dat vroeger. En de leerling die het niet zo goed doet, daarvan wordt gezegd; hij heeft ook een beetje pech gehad met de leerkracht dit jaar”.
Internationaal is de huidige tendens dat de leraar wordt afgerekend op basis van de resultaten van de leerlingen. Hier zit volgens Kelchtermans een gedachte achter die helemaal niet klopt. Het zou makkelijk zijn als dat legitiem aangetoond kon worden, maar dat is niet zo.

C. De laatste, in zekere zin nog ergere bron van kwetsbaarheid is dat de leraar in de dagelijkse praktijk niet anders kan doen dan voortdurend de situatie inschatten, deze beoordelen en beslissen wat te gaan doen. Voor een aantal beslissingen neemt men tien seconden de tijd. Die beslissingen zijn nooit puur technisch.
Kelchtermans geeft ter illustratie een voorbeeld over zo’n situatie in de klas. Het toont heel duidelijk de kwetsbaarheid van het leraarschap aan.
Die derde vorm van kwetsbaarheid heeft te maken met het feit dat we voortdurend keuzes moeten maken, moeten oordelen en handelen. Voor het ‘handelen’ kunnen we vaak goede argumenten geven, maar die argumenten zijn nooit puur technisch, ze zijn altijd waardegebonden. Nodig is de bereidheid de dialoog aan te gaan en het advies aan de leraar is dan ook zijn argumenten te uiten en zich er niet makkelijk vanaf te maken met te zeggen: Zo is het en daarmee uit.

Samenvattend: Kwetsbaarheid is onderdeel van de professionaliteit van de leerkracht. Niet van de persoon, het gaat om het kenmerk van het beroep.

Twee houdingen

Volgens Kelchtermans zijn er twee houdingen jegens zijn beroep waaruit de leerkracht kan kiezen:

1. Flink zijn. De realiteit uithouden. Beseffen dat dat de misère is die men zichzelf heeft aangedaan door te kiezen voor dit beroep. Soms is het het beste gewoon te denken: oké. Bijt vervolgens op je tanden, even slikken en doorgaan.

2. De andere houding is omarmen en koesteren. Juist omdat men niet alles onder controle heeft. Juist omdat de leraar allerlei dingen overkomen, zijn er verrassingen mogelijk. De dingen kunnen ineens een sprong maken die men nooit had voorzien. Denk bijvoorbeeld aan het ongelooflijk magische moment van een leerling die geïnteresseerd raakt in een vak of een activiteit. Ineens is er een klik. Of een van de ouders die zegt: ‘Mijnheer, mevrouw ik weet niet wat u gedaan heeft, maar voor de eerste keer –  ze zit in de derde – gaat mijn dochter graag naar school. Merci daarvoor’.

Het koesteren van de kwetsbaarheid is dus ook het alert zijn op dat soort dingen.
Kelchtermans adviseert leraren hun ervaringen te delen met anderen en elkaar verhalen te vertellen over de eigen ervaringen. Hij zegt dat wat er dan gebeurt… “een ongelooflijk wetenschappelijke, onderbouwde activiteit is, namelijk het organiseren van gestructureerd delen van verhalen met elkaar. Omdat er in die verhalen, dames en heren, veel meer, veel krachtiger, veel zinniger dingen gezegd worden, dan u misschien zelf tot vandaag gedacht had”.

Zie ook het verslag: Inspiratiesessies: Droomwerk(en)in basisonderwijs, COV-Congres 2018: www.hetacv.be

Geert Kelchtermans over de professionaliteit van de leraar, Blogs Beroepseer, 8 april 2013: https://beroepseer.nl

 

Nederlandse student wordt Europees kampioen bouwtimmeren Euroskills 2018

Het Nederlandse team heeft op de Europese kampioenschappen voor beroepen – de Euroskills 2018 – vijftien medailles gewonnen: een gouden medaille, vier bronzen medailles en tien medailles voor excellent vakmanschap. De medal of excellence wordt uitgereikt bij het verrichten van een bovengemiddelde prestatie. De beste score van Nederland werd behaald door hoveniers, Jochem Molenaar en Willem Stougie.

De gouden medaille is gewonnen door Daan Weijgertze (19) uit Hagenstein voor het vak bouwtimmeren. Hij is nu de beste bouwtimmerman van Europa. Weijgertze volgt een opleiding op het Hoornbeeck College en werkt bij Bouwmensen Rivierengebied/STIBO V.O.F. Hij was al nationaal kampioen.
Weijgertze na de bekendmaking: “Dit geeft me een wow-gevoel, ben enorm trots op mezelf!”
Weijgertze over zijn beroep: “In mijn beroep als timmerman is geen dag hetzelfde. Ben eigenlijk alleen maar werkzaam in de particuliere sector (nieuwbouw, renovatie en restauratie) en hier is geen klus te gek! Wij maken huizen vanaf de fundering tot aan de nok, dus alle bouwkundige werkzaamheden zitten hierin”.

Een bronzen medaille ging naar:

Tuinaanleg – Jochem Molenaar (Wellantcollege/JM Hovenier) en Willem Stougie (Wellantcollege/Stougie Hoveniers v.o.f)
Mobiele Werktuigen – Dinand Hekman (Aventus)
Etaleren – Aaron Preyer (Nimeto Utrecht)

Euroskills

Elke twee jaar strijden jonge vakmensen tot 25 jaar in verschillende vakgebieden drie dagen lang om de titel ‘beste vakman of vakvrouw van Europa’. De Euroskills van 2018 werden gehouden van 26 tot en met 28 september in de hoofdstad van Hongarije, Boedapest. Het was de eerste keer dat EuroSkills werd georganiseerd in Oost-Europa.

Grootste beroepenwedstrijd

In Boedapest streden meer dan 500 deelnemers uit 28 Europese landen in 37 beroepen voor een plek op het erepodium. Nederland deed mee in 27 beroepen, waaronder stukadoor, bloembinder, meubelmaker, lasser, CAD-tekenaar en verpleegkunde. Experts, afkomstig uit het bedrijfsleven en van scholen, trainden en begeleidden de deelnemers in de afgelopen maanden.

Op de plek waar Euroskills plaatsvonden, het Hungexpo Budapest Fair Center,  werden ruim 70.000 internationale bezoekers ontvangen, onder wie prominenten uit de politiek, het bedrijfsleven en het beroepsonderwijs. Ook Nederland was vertegenwoordigd met een delegatie. Zij moedigden niet alleen TEAM NL aan, maar wisselden ook de laatste kennis uit op het gebied van beroepsonderwijs en vakmanschap.

Deelnemers kwalificeren zich voor de EuroSkills door het winnen van de nationale mbo-vakwedstrijden Skills Heroes. In het schooljaar 2018/2019 doen vrijwel alle mbo-scholen weer mee aan de vakwedstrijden. Inmiddels vindt deelname plaats door studenten van 857 opleidingen in 60 wedstrijdrichtingen. Zij maken kans om zich te kwalificeren voor de volgende lichting van Team NL, de selectie die deelneemt aan WorldSkills, het WK voor beroepen dat in augustus 2019 plaatsvindt in Kazan, Rusland.

WorldSkills Netherlands

Nederland kan niet zonder goede vakmensen. Daarom vestigt WorldSkills Netherlands de aandacht op het belang van vakmanschap en beroepsonderwijs bij jongeren. Dat doet zij door het ontwikkelen en organiseren van diverse evenementen en vakwedstrijden. WorldSkills Netherlands wordt ondersteund door het ministerie van Onderwijs en vele partners uit het beroepsonderwijs en bedrijfsleven.

Klik hier voor een volledig overzicht van de uitslagen van Team NL op EuroSkills 2018: https://worldskillsnetherlands.nl/teamnl/editie/euroskills-2018-boedapest/

Daan Weijgertze, Euroskills 2018 Boedapest: https://worldskillsnetherlands.nl/teamnl/kandidaat/daan-weijgertze/

Nederlandse student wordt Europees kampioen bouwtimmeren in Hongarije, Nationale onderwijsgids, 2 oktober 2028: www.nationaleonderwijsgids.nl

Foto bovenaan: Vooroplopend Daan Weijgertze , winnaar van de gouden medaille bouwtimmeren op Euroskills 2018 in Boedapest

Foto hieronder: Daan Weijgertze, winnaar van de gouden medaille bouwtimmeren, aan het werk op de Euroskills 2018 in Boedapest.

Daan Weijgertze winnaar van gouden medaille bouwtimmeren, aan het werk op Euroskills 2018 in Boedapest

Open brief aan Rinnooy Kan

Open brief van René Kneyber en Jan van de Ven aan de heer Rinnooy Kan n.a.v. voorstel over versterken beroepsgroep leraren

28 september 2018

Geachte heer Rinnooy Kan,

Wij hebben kennis genomen van uw eerste voorstel voor het vervolg op de Onderwijscoöperatie en we willen hierbij gebruik maken van de geboden mogelijkheid om te reageren op uw ideeën gepresenteerd via de live-stream (https://www.youtube.com/watch?v=quCTwdEmHdk&t=2798s) en de meegeleverde presentatie.*⁾

We vinden het uiteraard sympathiek dat u het op zich heeft genomen om na te denken over het vervolg op de Onderwijscoöperatie. Wij zijn het met u eens dat de behoefte aan een stevige beroepsorganisatie onverkort aanwezig Waar het initiatief sympathiek is, daar vinden we de analyse en de gepresenteerde oplossingsrichting – met alle respect – nogal knullig en onbenullig. Waardoor u in feite aanstuurt op eenzelfde weeffout als die bij de oprichting van de Onderwijscoöperatie is gemaakt. Dit was de korte samenvatting van wat nu gaat volgen.

Waarom is een beroepsorganisatie op aarde?

We zijn, wederom, blij dat u het nut van een beroepsorganisatie onderschrijft. Maar in uw analyse van wat er misging bij de Onderwijscoöperatie staat u wel uitgebreid stil bij het gebrek aan zeggenschap van de beroepsgroep, maar niet bij welke functie een beroepsorganisatie in ons onderwijsbestel zou moeten hebben, en vooral ook welke functie een beroepsorganisatie dus ook niet heeft. U spreekt er dan wel over in de termen dat er geen één aanspreekpunt is voor de beroepsgroep, maar dit is vooral een polderprobleem of, zo zouden we willen zeggen, een OCW-probleem. De leraar die voor de klas staat zit daar zelf niet mee.

Een probleem bij de Onderwijscoöperatie was – naast de door u geconstateerde problemen – dat er nu juist een gebrek aan visie was op wat een beroepsorganisatie zou moeten doen, waardoor bovendien de status binnen het bestel onduidelijk was.

Welke functies een beroepsorganisatie moet hebben, daarover hebben we in het verleden al uitgebreid geschreven en gesproken, maar voor uw gemak zetten we het hier nogmaals uiteen.

Een beroepsorganisatie heeft enerzijds een toezichthoudende functie. Het houdt toezicht op wie er voor de uitoefening van het vak, op Nederlands grondgebied, in aanmerking komen, en welke eisen hieraan gesteld worden.

Men zou kunnen zeggen dat dit gaat over de minimumdrempel waar een persoon aan moet voldoen om voor de klas te mogen staan. Hiermee wordt gewerkt aan de ‘beroepseer’ van leraren. Dit kan de vorm aannemen van een beroepsregister, maar dat hoeft niet.

Het tweede aspect is een ontwikkelingsgerichte functie. Hierbij wordt nagedacht en gewerkt aan hoe een professie boven het eerdergenoemde minimumniveau doorontwikkeld kan worden.  Hierbij kan men denken aan de ontwikkeling van standaarden rondom professionele ontwikkeling (komen we later op terug), het uitwerken van handreikingen rondom zaken als ‘leervorderingen bijhouden in het kleuteronderwijs’, of ‘het bevorderen van kansengelijkheid’, en levert een actieve bijdrage aan de verbetering en vernieuwing in de school. In zekere zin wordt hier dus gewerkt aan de ‘beroepstrots’ van leraren.

Deze functies zijn met ons bestel niet bepaald een match. Toezicht op wie er een bevoegdheid krijgt, ligt nu elders belegd, en in ieder geval niet bij een beroepsorganisatie. De ontwikkelingsgerichte functie kan makkelijk schuren met de bevoegdheden en ambities van het bevoegd gezag, de schoolbesturen. Een dergelijke beroepsorganisatie moet zich hier niet alleen principieel tot besturen verhouden; in een bepaald opzicht kan een juiste verhouding tot werkgevers ook een verbetering opleveren tussen de samenwerking van werkgevers en werknemers.

Bekwaamheidsonderhoud als vehikel?

Het bevreemdt ons dan ook ten zeerste dat u bekwaamheidsonderhoud als vehikel aangrijpt om tot bottum-up-ontwikkeling van een beroepsorganisatie te komen, sterker nog de wijze waarop u hierover spreekt vinden we zorgwekkend. U spreekt erover dat het ‘leuk’ zou zijn als leraren meer zouden samenwerken, en dat de groepen vooral cursus-aanbod in kaart gaan brengen.

Wij vinden ‘bekwaamheidsonderhoud’ niet alleen een lelijk woord, zoals u in uw presentatie zelf ook zei, het dekt de lading ook onvoldoende. Het beeld dient zich aan van een leraar die periodiek naar de garage moet (congres/workshop/etc.) om daar de motorolie te laten verversen (inhoud). Wij spreken liever van professionele ontwikkeling, en we zullen dat vanaf hier aanhouden.

Wellicht ten overvloede, maar over professionele ontwikkeling van leraren zijn al bibliotheken volgeschreven. Samenwerken is niet alleen ‘leuk’, het is een bewezen component in een strategie om professionele ontwikkeling effectief te laten zijn, dat wil zeggen dat de interventie ook leidt tot gedragsverandering in de les en dus tot beter of ander onderwijs. Dit vereist namelijk een combinatie van formeel leren, non-formeel en informeel leren, en waarbij de organisatiedoelen en de persoonlijke doelen van een leraar enigszins op elkaar afgestemd zijn, om maar een paar dingen te noemen.

Cursus-aanbod in kaart brengen, om te kijken wat er ontbreekt en vervolgens voor de geconstateerde hiaten zelf iets organiseren lijkt ons dan ook een nogal futiele onderneming, waar bovendien geen leraar zit op te wachten.

Niet alleen zijn cursussen op zichzelf weinig effectief in het verbeteren van onderwijs, tegen welke standaard moet dit aanbod bovendien worden gehouden om te zien wat er ontbreekt?

In Engeland is er recent door een grassroots-lerarenorganisatie een poging gedaan om tot standaarden voor professionele ontwikkeling te komen. En het lijkt ons dan ook verstandig om juist daarmee te beginnen. Maar ongetwijfeld kan dit niet zonder de ontwikkeling van allerlei andere standaarden.

Bovendien zijn er vraagtekens over de status van deze producten. Als leraar hebben we in kaart gebracht wat er ontbreekt en wat dan? Wat moet een individuele leraar in een school hier dan mee? Wat heeft een bestuur hier dan aan? U lijkt de hele context waarin ‘nascholing’ moet gebeuren helemaal uit het oog verloren te zijn.

U heeft er bovendien teveel vertrouwen in dat leraren wel een stichting kunnen en zullen gaan opzetten en de governance hiervan naar behoren zullen inrichten, en hun subsidie adequaat kunnen verantwoorden . Dat komt allemaal goed, lijkt u te denken. Wij denken dat niet. Laat leraren vooral lesgeven.

Het laatste wat we hierover willen opmerken is dat u een rechtstreekse lijn trekt van ‘bekwaamheidsonderhoud’ naar een beroepsregister. Terwijl deze naar ons inziens weinig met elkaar van doen hebben, en u verwart hier wat ons betreft de twee door ons eerder genoemde functies.

Versterking van positie van leraren binnen school is vakbondskwestie

Daarnaast maken we ons zorgen dat u deze hele exercitie inbrengt als een soort poging om arme leraren te helpen die niet de nascholing van hun wens mogen doen. Wij willen er nogmaals op wijzen dat het oplossen van dit ‘geobserveerde’ probleem, waarbij we dus ook vraagtekens willen zetten bij de realiteit hiervan, niet behoort tot de kernfuncties van een beroepsorganisatie. Dit is een vakbondskwestie, en laten we hen vooral aanmoedigen om de positie van leraren in de school te versterken maar daar een beroepsorganisatie niet (wederom) te laten vervuilen met een functie waar vakbonden door hun leden gewoon voor betaald worden.

Waarom niet lerarentekorten als focuspunt?

U had er ook voor kunnen kiezen om de lerarentekorten als vehikel te nemen. Dit wordt ook in alle sectoren gevoeld.  Zo is de oudste lerarenorganisatie ter wereld, in Schotland, in de jaren zeventig ontstaan juist vanwege de lerarentekorten die er toen waren, en er vanuit de beroepsgroep een sterk gevoel was dat er teveel concessies werden gedaan aan de kwaliteit van de instroom in het beroep.

Dat is in Nederland zoals u ongetwijfeld meegekregen heeft ook het geval. De ‘plannen’ van minister Slob om zomaar iedereen voor de klas te laten staan strijkt ons tegen de professionele haren in. Een beroepsorganisatie kan prima meedenken over de routes die moeten leiden tot leraarschap en de verbetering hiervan, bijvoorbeeld door de accreditatie van lerarenopleidingen, of andere leerroutes (bijvoorbeeld een samenwerking tussen opleidingen en werkgevers), zonder dat dit ten koste gaat van de entree-eisen.

Haastige spoed is zelden goed (net als de vorige keer overigens)

 Een tweede ontbrekende factor in uw analyse is naar ons idee dat de ontwikkeling van de Onderwijscoöperatie te snel is gegaan. Er is te snel toegewerkt naar een register terwijl er allerlei andere daarvoor noodzakelijke vereisten (zoals standaarden en een adequate governance) achterwege zijn gebleven.

U maakt nu weer dezelfde fout. De reactietermijn waarin leraren kunnen reageren is nu welgeteld zes dagen (tot 2 oktober). U wilt dat leraren vervolgens stichtingen gaan opstellen en subsidie gaan aanvragen, een analyse gaan maken, hun collega’s mobiliseren tot inspraak op hun analyse en dat allemaal nog voor de zomervakantie.

Gezien het schooljaar al gestart is, lijkt ons dit buitengewoon naïef. Wij zien de ontwikkeling van een beroepsorganisatie als een proces dat wel twintig jaar kan gaan duren. De vernietiging van een nep-beroepsorganisatie was een belangrijke eerste stap hierin, en dat heeft geleid tot een vertraging die leraren niet aan te merken is. Maar als we de twintig jaar even als termijn nemen dan betekent dit dat ons nog vijftien jaar rest om dit als beroepsgroep voor elkaar te gaan krijgen.

Wij stellen dan ook voor dat u uw uiteindelijke advies grondig zult herzien en onze punten hierin verwerkt,  en hierin dus ook een toekomstplan voor vijftien jaar uiteenzet, en een inschatting geeft van welke begrotingsruimte er nodig is om dit te laten slagen.

U ontvangt een afschrift hiervan via de mail.

Hoogachtend,

René Kneyber, docent wiskunde, kroonlid van de Onderwijsraad, bestuursvoorzitter stichting Beroepseer en auteur van Het alternatief. Weg met de afrekencultuur in het onderwijs!

Jan van de Ven, docent primair onderwijs,  voormalig voorman van PO-in-Actie.

——————————-

Noot

Live stream Praat mee! Advies versterking beroepsgroep leraren,  26 september 2018, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: https://www.youtube.com/watch?v=quCTwdEmHdk

PDF: Praat mee! Advies versterking beroepsgroep leraren. 26 september 2018: https://www.leraar.nl/file/download/59366461 (Niet meer beschikbaar).

 

Onderwijs Festival Rotterdam 2018

Rotterdam viert de Week van het Onderwijs met Onderwijs Festival van 1 – 5 oktober 2018

De stad Rotterdam viert de landelijke Week van het Onderwijs mee met het Onderwijs Festival Rotterdam van 1 – 5 oktober 2018 met interessante en leerzame activiteiten op verschillende locaties. De week is bedoeld voor iedereen die zich betrokken voelt bij het onderwijs. Onderdeel van het programma zijn de verkiezing Leraar van het Jaar, de Onderwijsparade, en de Dag van de nieuwe leraar. Het festival sluit af met De nacht van het onderwijs, een avondvullend programma tot 24.00 uur met een theatershow, mini-workshops en LAB Rotterdam met persoonlijke ervaringen met het maakonderwijs.

Het Algemeen Dagblad publiceerde ter gelegenheid van het festival een uitgebreide bijlage over het onderwijs in Rotterdam. Het lezen waard  is het interview met socioloog en onderzoeker Iliass El Hadioui, docent aan Erasmus Universiteit Rotterdam, die een antwoord heeft op de vraag hoe om te gaan met diversiteit en straatgedrag op school. Vooral in Rotterdam is dat een prangende vraag.
Met zijn team is El Hadioui actief op diverse scholen voor het voortgezet onderwijs. Ze coachen schoolleiders en docenten, doen veel observaties in de klas en meten resultaten. Een wetenschappelijke benadering van de schoolpraktijk. Dat is uniek voor Nederlandse begrippen, schrijft Leo van Marrewijk in zijn artikel Switchen van ‘de straat’ naar ‘school’.

In dit schooljaar zijn zeven Rotterdamse onderwijsinstellingen aan de slag met de principes van de ‘transformatieve school’. Zoals El Hadoui al in zijn boek Hoe de straat de school binnendringt beschrijft, zijn er drie werelden: de thuiscultuur, de straatcultuur en de schoolcultuur. Vooral de straat- en de schoolcultuur botsen en zorgen op school geregeld voor een mismatch. Daardoor spelen veel leerlingen volgens hem een ‘uitwedstrijd’.
Om van die pedagogische mismatch een geslaagde match te maken begint het voor een school allemaal met één plan, een duidelijk omschreven visie. El Hadioui zegt dat het misschien niet leuk is om te constateren, maar hij vindt dat “veel scholen in Nederland geen diep doordacht en doorleefd plan hebben. Althans geen visie met hogere doelen voor de leerlingen, met duidelijke normen en omgangsvormen die álle docenten hanteren”.
Scholen zouden een duidelijk onderscheid moeten maken tussen straat- en schoolcultuur.
Volgens de principes van de transformatieve school behoren docenten en leerlingen samen op zoek te gaan naar persoonlijke leerdoelen en motivatie.

Makerplaats Bouwkeet

Het artikel Altijd op zoek naar de wow factor gaat over de Bouwkeet, die nu twee jaar bestaat. In de wijk Bospolder-Tussendijken staat een openbare werkplaats waar kinderen en volwassenen naar hartelust dingen kunnen maken. In de Bouwkeet worden workshops gegeven die wekelijks door 660 leerlingen worden bezocht. Kinderen en scholen zijn enthousiast, ouders ook. De Bouwkeet biedt wijkbewoners kansen die ze eerst niet hadden, aldus Daniel White, directeur van Bouwkeet:  “We hebben in diverse werkplaatsen hypermoderne 3D-printers, digitaal gestuurde lasersnijders, maar ook ambachtelijke, traditionele apparaten om hout en metaal te bewerken”.

Niet alleen tieners kunnen aan de slag in de Bouwkeet. Volwassen buurtbewoners worden ook nadrukkelijk uitgenodigd om mee te doen. Bijvoorbeeld om als vrijwilliger de jongeren te begeleiden: “Daarbij werken we op basis van wederkerigheid: wijkbewoners, kunstenaars, senioren, zzp’ers en werkzoekenden mogen gereedschap en apparaten gebruiken mits ze ook hun expertise inzetten, bijvoorbeeld om als vrijwilliger te helpen bij een workshop voor 20 tot 15-jarigen. Dat werkt in de praktijk verrassend goed”.
Volwassenen krijgen op die manier een rolmodel.
Volgens White is de Bouwkeet uniek in de wereld. Er zijn wereldwijd weliswaar veel ‘makerspaces‘*) , maar die hebben meestal een commercieel belang. Bouwkeet streeft geen commerciële doelen na maar streeft naar ‘social return of investment’. De financiering hiervoor is tot 2020 verzekerd met steun van stichting De Verre Bergen.

Noot
*) Makerspaces of maakplaatsen zijn er in diverse soorten en maten. De meeste zijn toegankelijke werkplaatsen waar jongeren in aanraking komen met nieuwe maaktechnieken. Doel is creatieve jongeren enthousiast maken voor (moderne) technieken. Maakplaatsen zijn sterk in opkomst. In Rotterdam komt er binnenkort een, Maakplaats010 in de Centrale bibliotheek.

Switchen van ‘de straat’v naar school, door Leo van Marrewijk, Algemeen Dagblad, 24 september 2018: www.ad.nl

Altijd op zoek naar de ‘wow factor’, door Leo van Marrewijk met foto’s van Levien Willemse, Algemeen Dagblad, 24 september 2018: www.ad.nl

Onderwijs Festival Rotterdam: https://onderwijs010.nl/onderwijsfestival

Hoe de straat de school binnendringt, door Iliass El Hadioui, 2011: www.vangennep-boeken.nl/boek_detail.php?id=248

De Makersbeweging: plezier in zelf dingen bedenken en maken, Blogs Beroepseer, 9 februari 2014: https://beroepseer.nl