Skip to main content

Redactie Beroepseer

rapport Uithuisgeplaatst. En dan?

Regels voor toepassing vrijheidsbeperkende maatregelen in zorginstellingen voor kinderen zijn onduidelijk

Duizenden kinderen in Nederland groeien niet thuis op, maar – al dan niet tijdelijk – in een instelling. Dit kan een instelling voor reguliere jeugdhulp zijn of een specialistische jeugdhulpinstelling met betrekking tot de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Dit worden residentiële instellingen genoemd. Sommige residentiële instellingen of sommige afdelingen binnen die residentiële instellingen hebben een ‘gesloten’ karakter: daar mag de deur op slot. Ook mogen in die gesloten instellingen andere maatregelen worden toegepast zoals het separeren of fixeren van kinderen, het controleren van de kamer of van de urine en het gedwongen toedienen van medicatie. Deze maatregelen leiden tot vrijheidsbeperking van het kind. Gelet op de vergaande impact ervan op het kind is in de wet opgenomen welke vrijheidsbeperkende maatregelen mogen worden toegepast en in welke situatie.

Defence for Children, een internationaal opererende organisatie die opkomt voor de rechten van kinderen, ontving verscheidene vragen en klachten op de Kinderrechtenhelpdesk over de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen in residentiële instellingen. Hieraan werd het signaal ontleend dat die vrijheidsbeperkende maatregelen niet alleen in gesloten instellingen worden toegepast, maar ook in zogenoemde ‘open’ instellingen: instellingen waar – kort gezegd – de deur niet op slot mag en waar hoogstens in crisissituaties mag worden ingegrepen. Ook ontstond de indruk dat enige vorm van effectief toezicht ontbrak. Dit signaal en de klachten vormden aanleiding tot nader onderzoek, uitmondend in het in maart 2019 gepubliceerde rapport Uithuisgeplaatst. En dan?

Gebrek aan duidelijkheid en consensus

Uit het onderzoek blijkt dat het in de huidige praktijk ontbreekt aan duidelijkheid en consensus over wat vrijheidsbeperkende maatregelen precies inhouden. Dit is zorgelijk omdat het om vergaande vrijheidsbeperking van kinderen gaat. Daarnaast ontbreekt het aan voldoende rechtswaarborgen en toezicht. De kern van het probleem lijkt te zijn dat enerzijds een heldere omschrijving van vrijheidsbeperking ontbreekt en anderzijds dat verschillend wordt gedacht over de functie van vrijheidsbeperkende maatregelen.

Daarnaast is duidelijk geworden dat kinderen met verschillende soorten machtigingen – open en gesloten jeugdhulp, dan wel jeugd-GGZ – op hetzelfde terrein verblijven. Een duidelijk onderscheid ontbreekt, waardoor kinderen direct of indirect met de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen worden geconfronteerd.

Cultuuromslag

Op grond van deze en andere bevindingen heeft Defence for Children zestien aanbevelingen, verdeeld over drie thema’s, geformuleerd om de rechtswaarborgen van kinderen in residentiële instellingen te verbeteren. De aanbevelingen zijn vooral bedoeld voor  het ministerie van VWS. Maar, een aantal aanbevelingen kan vanzelfsprekend ook op eigen initiatief worden opgevolgd door residentiële instellingen en de daar werkende professionals.
Defence for Children is van mening dat dat laatste de snelste en effectiefste manier is om een cultuuromslag teweeg te brengen, nu de draagkracht voor gezamenlijke bedachte alternatieven vele malen groter zal zijn dan wanneer die alternatieven van bovenaf worden opgelegd.

De Nederlandse overheid is verplicht om de juiste hulp en zorg te bieden aan kinderen die in residentiële instellingen verblijven zodat zij zich goed kunnen ontwikkelen. Defence for Children roept de overheid dan ook op om deze kwetsbare kinderen niet langer te laten wachten: ‘later’ veilig opgroeien is voor deze kinderen geen optie

Downloaden rapport Uithuisgeplaatst. En dan? Een onderzoek naar de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen in zorginstellingen voor kinderen, door mr. Maartje Berger, dr. June de Groot van Embden en mr. Eva Huls, Defence for Children, 2019: https://defenceforchildren.nl/media/3544/uithuisgeplaatst-en-dan-webversie.pdf

Zorgen om vrijheidsbeperkende maatregelen in jeugdinstellingen, Defence for children, 5 maart 2019: https://defenceforchildren.nl

De laatste tien jaar niet eerder zoveel mensen die overwogen van baan te wisselen

BNR Nieuwsradio heeft cijfers opgevraagd bij uitzendorganisatie Randstad en meldt in de nieuwsuitzending van 6 maart 2019 dat Nederlanders massaal op zoek zijn naar een nieuwe baan. De laatste tien jaar waren er niet eerder zoveel mensen die overwogen om van baan te wisselen. Ook stapten in jaren niet zo veel mensen daadwerkelijk over.
Leidinggevenden zijn over het algemeen aanzienlijk actiever op de arbeidsmarkt dan mensen zonder leidinggevende functie, zegt Bart van Krimpen, arbeidsmarktanalist bij Randstad.

Kijken naar betere werksfeer

Een kwart van de werkenden wisselde de afgelopen periode van baan, inclusief de mensen die bij hun werkgever ander werk vonden. Opvallend is ook dat veel mensen open staan voor een vergelijkbare functie bij een andere baas, zegt Van Krimpen. “Mijn aanname is dat mensen op dit moment aan het kijken zijn naar betere arbeidsvoorwaarden of een betere werksfeer”. Met name vanuit de horeca- en entertainmentsector wordt veel gezocht. Onderwijs en overheid zijn juist sectoren waar weinig gedacht wordt aan een overstap.
We zien dat de mobiliteitsindex sinds 2013 continu is toegenomen, gelijk met de verbetering van de arbeidsmarkt. De verwachting is dat de mobiliteit in 2019 hoog zal blijven en wellicht na 2019 iets zal gaan dalen. Voor werkgevers is het nu de tijd mensen aan te trekken en ervoor te zorgen dat de achterdeur dicht blijft”.

Luister de nieuwsuitzending terug op BNR Nieuwsradio, 6 maart 2019: https://www.bnr.nl/nieuws/economie/10371372/nederlanders-massaal-op-zoek-naar-nieuwe-baan

Op deze site van BNR kan ook het Randstad BAS onderzoek met inzichten in de arbeidsmarktactiviteit van 2018 worden gedownload.

Economie koelt af, Concept CEP 2019 (cCEP), raming voor 2019 en 2020 van het Centraal Planbureau, 5 maart 2019: https://www.cpb.nl/raming-maart-2019-ccep

Doorgeschoten differentiatie in het onderwijsstelsel Onderwijsraad

Onderwijsraad vergadert di 5/3 in Tweede Kamer over Stand van educatief Nederland

Vanmiddag, dinsdag 5 maart 2019, is er een vergadering in de Tweede Kamer van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap waar de Onderwijsraad drie adviezen aanbiedt:
– Stand van educatief Nederland
– Publicatie Hoofdlijnen van stand van educatief Nederland 2018 over de doorgeschoten differentiatie in het onderwijsstelsel
– ‘Curriculumvernieuwing’ en ‘Toets wijzer’
De vergadering –  live te volgen via livestream – vindt plaats in de Suze Groenewegzaal en begint om 17.00 uur (tot 18.15 uur).

Omslag Onderwijsraad Doorgeschoten differentiatieEén keer in de vijf jaar bekijkt de Onderwijsraad hoe het onderwijs ervoor staat. Daarbij kijkt de raad zowel naar ontwikkelingen op de korte als de lange termijn. Het volledige rapport Stand van educatief Nederland bestaat uit een advies (deel A), een beleidsanalyse (deel B) en een cijferdeel (deel C).

De publicatie Hoofdlijnen van Stand van educatief Nederland 2018 gaat over de de huidige organisatie van het onderwijsstelsel in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen. Kan het onderwijs met het huidige stelsel zijn maatschappelijke opdracht nu en in de toekomst waarmaken? De Onderwijsraad komt tot de conclusie dat het huidige onderwijsstelsel op onderdelen aanpassing behoeft. In het licht van maatschappelijke ontwikkelingen wordt de manier waarop we het onderwijs georganiseerd hebben problematisch: (1) jongeren uit verschillende sociale groepen komen elkaar niet meer vanzelfsprekend tegen in het onderwijs, (2) plaatsing in het voortgezet onderwijs wordt steeds bepalender voor het eindniveau van jongeren, en (3) permanente educatie heeft geen formele plek in het onderwijsstelsel. De raad formuleert vijf vertrekpunten die richting geven aan de gedachtevorming en discussie over aanpassingen aan het stelsel.

De Onderwijsraad benadrukt nog eens dat “de verantwoordelijkheid voor het stelsel bij de overheid ligt. Een van de kerntaken is het bewaken van samenhang in het onderwijsstelsel bij de beleidsvoering. Daar hoort bij dat ze geregeld stil staat bij vragen zoals =- Welke maatschappelijke ontwikkelingen doen een appel op het onderwijs? en Wat hebben jongeren en burgers in het algemeen aan bagage nodig voor de toekomst? Met de hierboven beschreven vertrekpunten en de formulering van de maatschappelijke opdracht van het onderwijs levert de raad een bijdrage aan een stelseldiscussie die de afgelopen jaren, naar zijn oordeel, te weinig is gevoerd”.

Klik hier voor Hoofdlijnen van Stand van educatief Nederland 2018. Doorgeschoten differentiatie in het onderwijsstelsel, Onderwijsraad, 14 december 2018: https://beroepseer.nl

Doorgeschoten differentiatie. Stand van educatief Nederland 2019, Onderwijsraad, 22 februari 2019: https://beroepseer.nl
(Deze Stand van educatief Nederland bevat een uitgebreide toelichting en onderbouwing van de in december 2018 verschenen Hoofdlijnennotitie Doorgeschoten differentiatie in het onderwijsstelsel)

Meer info bij Tweede Kamer: Onderwijsraad, briefing inzake adviezen Toets wijzer, Curriculum en Stand van educatief Nederland, 5 maart 2018: https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2019A00372

Livestream Suze Groenewegzaal, Tweede Kamer op dinsdag 5 maart 2019 om 17.00 uur: https://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/livedebat/suze-groenewegzaal

Stichting Beroepseer organiseert Alternatieven-lab Jeugdhulp door heel Nederland

‘Gemeenten, focus op kwaliteit in plaats van op geld! Alleen zo wordt de jeugdhulp goedkoper en beter.’ Dat is de kernboodschap van het boek Écht doen wat nodig is. Pleidooi voor kleinschalige effectieve jeugdhulp dat een jaar geleden is verschenen. Deze boodschap is nog steeds zeer actueel, ook nu het kabinet heeft besloten een deel van de decentralisaties in de jeugdzorg terug te draaien. De problemen in de jeugdzorg zijn onverminderd groot. Om de transformatiebelofte van de Jeugdwet uit 2015 in te lossen is een omslag in denken, organiseren en doen nodig. Dat vraagt om visie en lef. Stichting Beroepseer organiseert Alternatieven-labs Jeugdhulp om gemeenten en jeugdhulpprofessionals te prikkelen om hier concreet werk van te maken. Het is tijd om echt werk te maken van kleinschalige, effectieve jeugdhulp. Het kan, dus het moet!

Voor wie?

  • Jouw gemeente wil werk maken van transformatie in het sociaal domein
  • Jouw gemeente wil leren welke voorwaarden er nodig zij om écht te doen wat nodig is en hoe jouw gemeente deze kan creëren
  • Jouw gemeente wil leren van experts,vernieuwers en ervaringsdeskundigen over
    • Wat er nodig is om effectieve preventie te organiseren gericht op normaliseren en demedicaliseren
    • Hoe je een sterke, onafhankelijke eerstelijn inricht
    • Hoe je samenwerkt en contracten afsluit op basis van vertrouwen

Voldoet jouw gemeente aan dit profiel en lopen de contracten met de huidige jeugdhulpaanbieders bovendien binnen nu en 1,5-2 jaar af? Dan kan een Alternatieven-lab Jeugdhulp jou helpen om de koers te verleggen en echt werk te maken van effectieve, kleinschalige jeugdhulp.

Meer weten?

Neem contact op met Maurits Hoenders (m.hoenders@beroepseer.nl of 06-19405356)

Ervaring andere gemeenten
Op 21 november 2018 vond het eerste Alternatieven-lab Jeugdhulp plaats in de gemeente Oude-IJsselstreek. In 2019 heeft Stichting Beroepseer ook Alternatieven-labs jeugdhulp georganiseerd in de gemeente Utrecht (5 maart 2019) en Geldrop-Mierlo (9 mei 2019). Hieronder vind je de video impressie van deze labs. Het lab in Utrecht had als doel om specialistische jeugdhulpverleners te betrekken bij en mee te nemen in de beleidsverandering die de gemeente Utrecht heeft ingezet, waarbij de gemeente in alle wijken teams voor buurtgerichte specialistische jeugdzorg heeft ingericht. Het Alternatieven-lab Jeugdhulp heeft professionals die het echt werk moeten verrichten actief betrokken en daarmee bijgedragen aan de omslag die de gemeente Utrecht beoogde. De eerste onderzoeken laten zien dat het “Utrechtse model” positieve effecten lijkt te hebben (zie bijvoorbeeld dit artikel in Binnenlands Bestuur).

“Een Alternatieven-lab, waarin we het gesprek voeren hoe we de jeugdhulp anders kunnen inrichten, dat adviseer en gun ik alle gemeenten. Dat je loskomt van het financiële en ingewikkelde van dit moment en je laat inspireren door goede voorbeelden uit heel Nederland. Onze jeugd in Nederland, die verdient dat. Dat je op een fijne, goede manier opgroeit, met betrokken hulpverleners en gemeenten die als bondgenoot naast je staan. Ik zou zeggen tegen elke gemeente, doe het en laat je inspireren op deze manier.” (burgemeester Otwin van Dijk, gemeente Oude-Ijsselstreek)

“Naast doelen stellen en visies opstellen is de tijd nu rijp om tot actie over te gaan, te doen. Dat is de urgentie die we tijdens het Alternatieven-lab jeugdhulp hebben gevoeld en gedeeld en waar de gemeente Geldrop-Mierlo mee aan de slag gaat de komende tijd.” (Rob van Otterdijk, wethouder jeugd, gemeente Geldrop-Mierlo)

 

Alternatieven-lab jeugdhulp
Het Alternatieven-lab is erop gericht om praktisch aan de slag te gaan met het manifest waarmee het boek Écht doen wat nodig is afsluit. Twee principes staan daarin centraal: doe écht wat nodig is en handel alsof het je eigen kind en gezin betreft. Deze principes moeten niet alleen richtinggevend zijn voor de professional, maar net zo goed voor beleidsmakers, politieke bestuurders op gemeentelijk niveau en bestuurders van jeugdhulporganisaties. Dat vraagt om een fundamentele omslag in denken, kijken en doen. Afscheid nemen van bepaalde automatismen die niet langer werken en samen ontdekken wat het vraagt om echt te doen wat nodig is.

De twee principes kunnen concreet in de praktijk gebracht worden door invulling te geven aan de vijf speerpunten van het manifest:

  1. Schep een omgeving waar vanzelfsprekende steun is voor ouders, kinderen en jongeren.
  2. Organiseer een sterke en onafhankelijke eerste lijn
  3. Erken het doorslaggevende belang van gezag en vakkundigheid van jeugdhulpprofessionals
  4. Versterk de zeggenschap van ouders en jeugdigen
  5. Investeer in vernieuwers die écht doen wat nodig is en handelen alsof het hun eigen kind en gezin betreft

Aan dialoogtafels kunnen deelnemers leren van vernieuwers, experts en ervaringsdeskundigen uit het boek. Daarin geportretteerde vernieuwers zijn onder andere: Marco Mout van WALHALLAb; jongerenwerker Yassin Settout; Corina Schenk van Briedis Jeugdbeschermers; Suzanne de Ruig van de JIM-aanpak; Nely Sieffers van UW Ouderplatform; Annemiek de Klein en Monique van den Dries van Buurtzorg Jong; Rob de Munck en Anneke Veenstra van Gezinshuis.com; Evelyn Visschedijk van Garage 2020.

Experts waarmee we werken zijn Tim Robbe, aanbestedingsjurist; Peer van Helm, Lector residentiële jeugdzorg, Tom van Yperen, Expert Jeugdstelsel bij het Nederlands Jeugdinstituut en Marije Kesselring, onderzoeker lectoraat jeugd, Hogeschool Utrecht.

Ervaringsdeskundigen die we uitnodigen zijn bijv. Jason Bhugwandass of een andere jeugdige aangesloten bij Expex. Daarnaast werken we samen met de Unforgettables van Stichting Het Vergeten Kind.

Marco Mout van WALHALLAb; jongerenwerker Yassin Settout; Corina Schenk van Briedis Jeugdbeschermers; Suzanne de Ruig van de JIM-aanpak; Nely Sieffers van UW Ouderplatform; Annemiek de Klein en Monique van den Dries van Buurtzorg Jong; Rob de Munck en Anneke Veenstra van Gezinshuis.com; Tim Robbe, aanbestedingsjurist; Evelyn Visschedijk van Garage 2020.

Opzet

  • 1 dagdeel
  • Doelgroep: lokale professionals (eerste- en tweedelijns jeugdhulpprofessionals, huisartsen, poh’s, onderwijs, wijkteam etc.), commissieleden (gemeenteraad), lokale en regionale beleidsmakers, lokale adviesraden, wethouders sociaal domein lokaal en regionaal.

Klik hier voor meer info over boek Écht doen wat nodig is.

Programma Alternatieven-lab

Inleiding

  • Opening door gemeente over het doel van de bijeenkomst en de lokale context
  • Introductie over professionaliteit, beroepseer, en het boek Écht doen wat nodig is. Een pleidooi voor kleinschalige en effectieve jeugdhulp
Introductie opzet lab

  • Kernprincipes + speerpunten manifest
  • Introductie opzet Alternatieven-lab
    • Dialoogtafels: leren van vernieuwers, experts en ervaringsdeskundigen hoe de principes uit het manifest te realiseren door middel van de 5 speerpunten
Dialoogtafels

Maximaal 10-15 deelnemers per tafel.

In gesprek met auteurs en vernieuwers over hoe je werk maakt van buurtgerichte jeugdhulp, concreet gericht op specifieke onderwerpen die voor uw gemeente relevant zijn (inkoop, preventie, organiseren toegang, relatie zorg-onderwijs etc.)

Leidende vragen:

  • Wat doen we al goed?
  • Welke slag moeten we nog maken en wat is daar voor nodig?

Tafelvoorzitters sturen actief op heldere conclusies en aanbevelingen.

Plenaire terugkoppeling + afsluiting

  • Opbrengsten dialoogtafels ophalen, delen en vastleggen en delen
  • Concrete adviezen + vervolgstappen formuleren

 

 

Personeel UWV wil peperduur ict-project tegenhouden en stapt naar de rechter

De ondernemingsraad van uitkeringsdienst UWV stapt naar de rechter om een half miljard euro kostend ict-project tegen te houden, schrijven Joost de Vries en Mira Sys in De Volkskrant. Het personeel denkt dat het project tot mislukken is gedoemd en stoort zich aan de stevige salarissen voor ict-managers. “Dit is al tweeënhalf jaar pure chaos, die maar niet naar buiten komt”, zeggen twee werknemers die anoniem willen blijven.

We hebben hier te maken met een mooi voorbeeld van de vitaliteit van beroepseer van het personeel.

De Volkskrant: “Het UWV heeft een slechte reputatie met ict-vernieuwingen. In 2004 begon Capgemini aan de bouw van een nieuw administratiesysteem dat 14 miljoen euro zou gaan kosten. In 2011 bleken de kosten te zijn opgelopen tot bijna 400 miljoen euro. In 2008 werd een nieuw systeem voor WIA-uitkeringen (voor arbeidsongeschiktheid) afgeblazen. Kosten: bijna 90 miljoen euro. De organisatie besteedt sinds zijn oprichting jaarlijks ongeveer een kwart miljard euro aan automatisering.
advertentie

Voor het UWV, dat jaarlijks 20 miljard euro aan werklozen, zieken en arbeidsongeschikten uitkeert, is goed werkende software van het grootste belang. Met de jongste ict-reorganisatie wil bestuursvoorzitter Fred Paling de verouderde software in stappen updaten of vervangen.

Paling kondigde op 11 februari per brief aan de bezwaren van de OR te zullen negeren. De interne communicatie is in handen van de Volkskrant. De driekoppige raad van bestuur van het UWV is er veel aan gelegen om de grote herindeling van ‘het ict-landschap’ op de rails te krijgen.

Impasse

Sinds tweeënhalve week is de impasse tussen werkvloer en top compleet. In de brief aan de OR schrijft Paling: ‘Na twee jaar van overleg is het punt bereikt dat we moeten overgaan tot het nemen van een besluit dat afwijkt van het advies (van de OR, red.).’ De UWV-baas kondigt aan dat vanaf 11 maart ‘onomkeerbare stappen’ worden gezet. Mensen hoeven niet te vrezen voor hun baan, schrijft hij, maar er komen wel vier directeuren en managers bij”.

Lees het hele artikel Personeel UWV stapt naar rechter om half miljard kostend ict-project tegen te houden, door Joost de Vries en Mira Sys, de Volkskrant, 1 maart 2019: www.volkskrant.nl

Literatuurstudie van de ontwikkeling van democratische kernwaarden

Vanaf oktober 2018 zijn onderzoekers bezig geweest met de verzameling van data bij scholen voor het project Adolescentenpanel Democratische kernwaarden en schoolloopbanen (ADKS) dat opgezet is door het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), ProDemos: Huis voor democratie en rechtsstaat en de Universiteit van Amsterdam, in samenwerking met het Sociaal en Cultureel Planbureau. Doel is met beleidsmakers, internationale wetenschappers en politici de ontwikkeling van democratische waarden van jongeren onderzoeken.

De verwachting is dat begin april 2019 de eerste rapporten zijn afgerond en de resultaten kunnen worden gepresenteerd.

De ontwikkeling van democratische kernwaarden

Op 26 februari 2019 is er een rapport verschenen over de wetenschappelijke literatuur omtrent kernwaarden van een democratische rechtsstaat, de rol van socialisatie hierbij en de invloed van ongelijkheid en ongelijke hechting aan deze waarden: Literatuurstudie. De ontwikkeling van democratische kernwaarden.

Uit de Inleiding:

Met enige regelmaat worden er in het maatschappelijke en politieke debat zorgen geuit over de mate waarin jongeren nog gehecht zijn aan de waarden van de democratie en de rechtsstaat. In recente jaren hebben democratische waarden – zoals gelijke rechten, het accepteren van verschillende zienswijzen en steun voor de rechtsstaat – op bijzonder veel aandacht mogen rekenen. Mede in reactie op de (mogelijke terugkeer van) jihad-gangers vanuit het buitenland en protesten van zogeheten ‘boze burgers’ binnen Nederland hebben de Tweede Kamer (motie Van Dam, 2/7/2015) en de regering (kabinetsbrief 31/1/2017) zich expliciet uitgesproken over het belang van de vorming van democratische kernwaarden bij adolescenten. Daarnaast hebben de Tweede Kamer (motie Fokke, 30/11/2016) en de regering (brief 12/4/2017) zich uitgesproken voor het betrekken van jongeren bij de politiek.
Het regeerakkoord van de regering-Rutte III heeft vanaf 2017 vraagstukken rond burgerschapsontwikkeling, democratische waarden, en weerbare democratiena drukkelijk op de agenda geplaatst. De Inspectie van het Onderwijs signaleert al jaren in haar Onderwijsverslag tekortkomingen in de burgerschapsvorming van jongeren en een gebrek aan zicht op hun burgerschapscompetenties. In een recent advies van de Onderwijsraad over het conceptwetsvoorstel burgerschapsopdracht van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media heeft de Raad uitdrukkelijk gepleit om burgerschap in termen van democratische waarden te definiëren (Onderwijsraad 2018).
De Staatscommissie Parlementair Stelsel tenslotte, sprak zich in 2018 nadrukkelijk uit voor burgerschapsontwikkeling, onder andere in het onderwijs.

Nederlandse leerlingen beschikken over minder burgerschapscompetenties dan hun leeftijdsgenoten elders

Zorgen over democratische en rechtsstatelijke kernwaarden bestaan ook in wetenschappelijke literatuur. Recent nog woedde er een fel debat over democratische deconsolidatie. Volgens twee Amerikaanse onderzoekers zou de steun voor liberaal-democratische waarden onder jongeren sterk geërodeerd zijn, wat voortbestaan van de democratie zou bedreigen. Hoewel die conclusie hevig onder vuur kwam te liggen – die zou onder andere verschillen in levensfase verwarren met verschillen in socialisatie tussen generaties – vond de zorg veel weerklank. Deze resoneerde met de conclusie van Crozier, Huntington en Watanuki (1975) uit hun rapport ‘The crisis of democracy’ ruim veertig jaar eerder. Zij poneerden de stelling dat burgers weliswaar in naam nog de doelstellingen van de democratie onderschrijven, maar feitelijk anomisch geworden zijn. Internationaal vergelijkend onderzoek, tenslotte, laat zien dat Nederlandse leerlingen over minder burgerschapscompetenties (kennis, vaardigheden en houding) beschikken dan hun leeftijdsgenoten in landen die gelijkenis met Nederland vertonen: België (Vlaanderen), Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden.

Verticale democratische waarden en de relatie tussen burger en staat

De veerkracht en weerbaarheid van een democratische samenleving hebben baat bij een sterke hechting van jongeren aan democratische en rechtsstatelijke kernwaarden. Maar de vorming van deze democratische en rechtsstatelijke waarden is niet vanzelfsprekend. Onderzoek naar burgerschapsvorming heeft zich veelal gericht op horizontale democratische waarden, die zich primair richten op de maatschappelijke democratie van burgers onderling. Onderzoek naar verticale democratische waarden, waarbij de relatie tussen burger en staat centraal staat, heeft zich vooral gericht op politieke houding en gedrag, zoals politiek vertrouwen en politieke participatie. Daarbij zijn bepaalde waarden van de democratische rechtsstaat onderbelicht gebleven, zoals het belang dat men hecht aan de scheiding der machten of de afweging tussen meerderheidsbeslissingen en minderheidsrechten. Dat geldt des te meer voor het onderzoek naar de wijze waarop burgers deze verticale democratische waarden ontwikkelen

Dit rapport beoogt een overzicht te geven van bestaand onderzoek naar de vorming van democratische en rechtsstatelijke waarden. Zo’n overzicht kan een relevant naslagwerk zijn voor beleidsmakers, maar ook een basis zijn voor nader onderzoek door de belangrijkste patronen en kennislacunes in kaart te brengen.

Downloaden De ontwikkeling van democratische kernwaarden, een literatuurstudie, door Maria Kranendonk, Laura Mulder, Paula Thijs, Frank Wanders, Geert ten Dam, Tom van der Meer & Herman van de Werfhorst, Onderzoeksgroep ADKS, 2019: https://beroepseer.nl

Adolescentenpanel Democratische Kernwaarden en Schoolloopbanen: https://adks.nl/

Mike van Brenk stagiair bij Bakkerij Lex Brakenhoff

Bijna blinde Mike wil bakker worden. Hij loopt stage bij bakkerij Lex Brakenhoff in Assendelft

Doordat hij bijna blind is kon Mike nergens stage lopen, maar bakker Lex Brakenhoff in Assendelft – Bakkerij Brakenhoff is een begrip in de Zaanstreek vanwege de bruidstaarten en de kwaliteit – gaf hem een kans om zijn droom achterna te gaan. De 16-jarige Mike van Brenk wil graag bakker worden. Door het syndroom van Wolfram ziet hij met zijn rechteroog nog maar voor vijf procent, met het linker oog helemaal niets meer.

Mike had een school gevonden die hem wel de kans wilde geven om de opleiding tot bakker te volgen, maar een stageplaats vinden voor zijn opleiding bleek nog niet zo makkelijk. En als hij die plek niet had, kon hij ook de opleiding niet volgen. Begin februari deed Mike’s moeder op Facebook een oproep. Met succes!

Brakenhoff nodigde Mike uit voor een gesprek waarin alle scenario’s werden besproken. “Het zou niet makkelijk worden, niet voor ons, en niet voor Mike. Maar ik ben van mening dat iedereen met zo’n voorliefde voor dit prachtige vak de kans moet krijgen hierin te leren en zich te ontwikkelen. Ook iemand met een lichamelijke beperking”, aldus Lex Brakenhoff in een interview met Anne Mieke Ravenshorst van het digitale vakblad Bakkerswereld.

Inmiddels is Mike begonnen aan zijn stage. Voor iedereen in het bedrijf was dat even wennen. Soms moeten ze Mike’s handen even vastpakken om hem wat uit te leggen. Brakenhoff: “Gewoon even uitleggen en laten zien, dat kan niet. Door middel van voelen maken we Mike wegwijs in de bakkerij en met de grondstoffen en de producten. Dat betekent ook dat we geregeld achter Mike staan en zijn handen in de onze houden om hem bepaalde technieken te leren en dingen te laten ervaren”.

Het is niet iets wat je normaal gesproken doet, maar het zorgt er wel voor dat niet alleen Mike een fantastische leerervaring krijgt, maar ook de bakkers bij Brakenhoff. “We worden genoodzaakt op een andere manier naar ons brood en het productieproces te kijken en dat werkt ongelofelijk verfrissend!”

Bekendheid

Mike is intussen een landelijke bekendheid geworden. Het Noord-Hollands Dagblad, RTV Noord-Holland, RTL Late Night en De Telegraaf hebben uitgebreid aandacht aan Mike en bakker Brakenhoff besteed. De sociale media blijven berichten doorsturen. Hopelijk komt er uit deze kleine geschiedenis iets moois voort en “durven straks meer bedrijven in mogelijkheden in plaats van in beperkingen te denken” aldus Brakenhoff.
Hij begrijpt de angst van collega’s die hier niet aan durfden te beginnen, maar hoopt dat zij hun vrees door zijn ervaring laten varen.  Mike“laat ons inzien dat een beperking gelukkig helemaal geen beperking hoeft te zijn. En dat je je nooit moet laten weerhouden je dromen waar te maken”.

Realistisch zijn Brakenhoff en zijn team ook. Ze beseffen dat het een stage is en dat de praktijk moet uitwijzen of het haalbaar is om als bijna blinde bakker zelfstandig te kunnen werken. “Niemand weet hoe het bakkersavontuur van Mike zal eindigen. Het enige wat we wél zeker weten is dat we er samen alles aan zullen doen om Mike zijn droom werkelijkheid te laten worden. En zelfs als Mike uiteindelijk toch geen bakker zal (willen) worden kunnen we alleen maar trots zijn op het feit dat we het in ieder geval een kans hebben gegeven”.

En wat Mike betreft, hij blijft gemotiveerd om brood- en banketbakker te worden: “Van bijna niets als bloem en boter iets maken als brood en banket vind ik mooi”, zegt hij (in De Telegraaf).

Blinde bakker bij Brakenhoff gaat viral, door Anne Mieke Ravenshorst, Bakkerswereld, 7 februari 2019: www.bakkerswereld.nl

Facebook helpt blinde bakker Mike (16) aan stage, door Ilan Sluis, De Telegraaf, 8 februari 2019: www.telegraaf.nl

Bakkerij Lex Brakenhoff: www.lexbrakenhoff.nl

Slechtziende Mike (16) loopt stage bij bakkerij Assendelft: “Andere zintuigen gebruiken”, NH Nieuws, 8 februari 2019: www.nhnieuws.nl

Zie hieronder de video van NH Nieuws:

 

 

 

Boek van Lode Vanoost Tot uw dienst

Wat denken de ambtenaren zelf over hun rol in de samenleving?

Journalist Lode Vanoost trok met de trein door België om mensen te interviewen die werken ‘voor de overheid’. Beter gezegd: ‘bij de overheid’; mensen die werken in de publieke sector: ambtenaren. Een verslag van de reis is te lezen in zijn boek Tot uw dienst – De zeven zonden van de ambtenaar doorprikt.
Robrecht Vanderbeeken schrijft in een recensie op de site van De wereld morgen, dat het boek ook leest als een trein, rechtdoor en zonder files. De wereld morgen is  een onafhankelijk en niet-commercieel Belgisch mediaplatform voor (burger)journalisten en sociale bewegingen.

Een stevige dosis idealisme

Het boek blijkt een reportage met openhartige getuigenissen van engagement en het bouwen aan een solidaire en democratische samenleving. De ambtenaren vertellen over ‘staatsexamens’, benoemingen en verlofregelingen maar vooral ook over hun eigenlijke werk, bijvoorbeeld het binnen enkele minuten wassen, kammen, tandenpoetsen en aankleden van mensen. In het boek wordt ook de vraag gesteld waarom de afbraak van openbare diensten eigenlijk gelijk staat aan de afbraak van sociale rechten? Verder komen aan de orde de neoliberale shocktherapie en de wereldwijde beweging voor het opnieuw vermaatschappelijken van openbare diensten.

Robrecht Vanderbeeken in zijn recensie: “Via de 67 getuigenissen die Vanoost verzamelde – een symbolisch getal nadat regeringspartijen de pensioenleeftijd optrokken ondanks de verkiezingsbelofte dat niet te doen – ontdekken we hoe mensen die werken in openbare diensten zich desondanks met een stevige dosis idealisme blijven inzetten. Zorgverstrekkers, brandweerlui, loketbedienden, treinbestuurders, wijkagenten, administratieve medewerkers, technici, enzovoort: de diensten die ze aanbieden zorgen ervoor dat we als samenleving zelf onze voorzieningen op een democratische manier kunnen organiseren”.

Publieke waarden

Vanderbeeken vervolgt: “Het gaat hen niet om de winst maar om het realiseren van publieke waarden. In haar nieuwste boek The Value of Everything. Making and Taking in the Global Economy (2018) benadrukte ook de econome Mariana Mazzucato het belang daarvan: we halen ons zoveel miserie op de hals als we onze economie overlaten aan het winstprincipe dat zich net baseert op het onttrekken van waarde. ‘Dan gaat het dividend naar de aandeelhouder, niet naar de mensen’, zoals Vanoost het omschrijft.

In een vorig boek The Entrepreneurial State. Debunking Public vs Private Sector Mythes (2013) toonde Mazzucato al aan dat we het beeld van de logge, bureaucratische, inerte en bemoeizuchtige publieke sector versus de dynamische, innovatieve en competitieve ‘revolutionaire’ private sector compleet moeten bijstellen.
Het omgekeerde is waar: de markt kan niet zonder de overheid. De vraag is volgens Vanoost dus niet of de markt dan wel de overheid in onze dienstverlening moet voorzien. De vraag is of we kwaliteitsvolle en betaalbare dienstverlening voor iedereen willen. Dan botsen we automatisch op het falen van de markt, en komen we bij de overheid uit.

Wie denkt dat een vaste job bij een publieke dienst mensen de drijfveer ontneemt om goed werk te leveren, kampt helaas met een negatief mensbeeld. Alsof we alleen zouden presteren onder dwang? Het tegendeel blijkt uit de gesprekken die Vanoost voerde: eerder dan lui, ambitieloos, of ‘verwend door teveel verlof’ – enkele van de zeven zonden zoals hij het noemt – gaat het om mensen die zich met veel ijver inzetten voor erg nuttige jobs waarvan ze zelf het belang kennen en daaruit ook hun motivatie halen”.

Machtsstrijd

Volgens Vanoost is de aanval op overheidspersoneel politiek van aard. Er is een machtsstrijd gaande van het algemeen belang versus het winstbejag van private belangen. De bestaansredenen van private bedrijven worden vrijwel nooit in twijfel getrokken. Daarentegen zijn de openbare diensten de laatste dertig jaar het mikpunt van vooringenomen men meningen en karikaturen.
Vanoost wijst erop dat heel wat onderzoek, waaronder studies van het Internationale Monetaire Fonds (IMF) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) het grote belang van vakbonden van openbare diensten benadrukt.

Lees de hele recensie van Robrecht Vanderbeeken: Tot uw dienst: een ode aan publieke waarden, De wereld morgen, 25 februari 2019: www.dewereldmorgen.be

Tot uw dienst is uitgegeven bij EPO: www.epo.be/nl/boeken/9789462671546/tot-uw-dienst

Onderwijsmanifest gepresenteerd door de ‘Meesters met dromen’

Op donderdag 21 februari 2019 is in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam het Onderwijsmanifest gepresenteerd. Tweeëntwintig mensen waren te gast, onder wie de leraren Thijs Roovers en Jan van de Ven van PO in Actie, meestervlogger Dylan van Brummen, de kamerleden Paul van Meenen, Judith Tielen, Peter Kwint, Tuahan Kuzu, wethouder Simone Kukenheim en dichter Gershwin Bonevacia.

Het Onderwijsmanifest is het resultaat van een onderwijsmarathon van 24 uur die de Meesters met dromen samen met Pakhuis de Zwijger organiseerden in het weekend van zaterdag 30 juni en zondag 1 juli 2018. De Meesters met dromen, bestaande uit de drie jonge docenten Emin Kececi, Bart Ongering (‘Meester Bart’) en Yasin Yaylal, ontvingen in één etmaal ruim honderd gasten uit de onderwijswereld. Met de marathon wilden zij een brede dialoog aanjagen over de toekomst van het Nederlandse onderwijs.

Inspireren tot ingrijpende verbetering

Tijdens de presentatie van het Onderwijsmanifest was het resultaat van dit etmaal aan praten en verbinding zoeken te horen. Wat moet er volgens docenten gebeuren? Hoe kijkt de politiek hier tegenaan en wat is er nodig om de dromen waar te maken?

“We zijn ontzettend blij dat onze onderwijsmarathon van 2018 zich heeft geconcretiseerd in het manifest dat we op 21 februari presenteren in Pakhuis de Zwijger”, aldus initiatiefnemer Emin Kececi. “Het manifest is tot stand gekomen met bijdragen van alle stakeholders uit de onderwijswereld: docenten, studenten, politici, wetenschappers, bestuurders, activisten en belangenverenigingen. Met deze inzichten hopen we de politiek en in het bijzonder onderwijsministers Van Engelshoven en Slob te inspireren tot ingrijpende verbetering van het onderwijs in Nederland”.

Leraar durf te claimen

De presentatie van het Onderwijsmanifest is opgenomen op video. Op 43 minuten spreekt Jan van de Ven behartenswaardige woorden over het lerarenberoep en een verenigde beroepsgroep zodat er “in de toekomst nooit meer slechts over ons gesproken wordt maar alleen nog maar met en nog veel liever door ons. Het wordt tijd dat we ook dat zelf gaan doen… Leraar durf te claimen”.

Hieronder is de podcast te beluisteren met Emin Kececi en Yasin Yaylali over het manifest, het lerarentekort en over de toekomst van het lerarenberoep. (Deze podcast is niet meer beschikbaar op Soundcloud van Pakhuis de Zwijger)

Omslag Onderwijsmanifest Meesters met dromen

Klik hier voor downloaden van het Onderwijsmanifest in PDF: https://beroepseer.nl

Meesters met dromen op Facebook: www.facebook.com/pg/MeestersMetDromen/posts/