Skip to main content

Redactie Beroepseer

Boekenweek 2020

Thema boekenweek 2020: Rebellen en dwarsdenkers

De Boekenweek is weer aan een nieuwe editie toe. Van zaterdag 7 tot en met zondag 15 maart 2020 is het voor de 85ste keer feest voor alle boekliefhebbers. Thema van de boekenweek 2020 is : Rebellen en dwarsdenkers.
Van de dromerige dwarsdenker die veilig thuis afreist naar een andere wereld, tot de rebel die zijn messcherpe pen als wapen gebruikt tegen de status quo. In de literatuur is er ruimte voor al die geluiden.
Het lef van schrijvers om taboes te doorbreken en een steen in de vijver te gooien is van levensbelang voor onze samenleving. Daarom koesteren we de vrijheid die door schrijvers genomen wordt om tegen de stroom in te werken, om dwars en vervelend te zijn, onaangepast en onafhankelijk.

Fictie

De rebellen van de literatuur hebben altijd ons denken beïnvloed: van Multatuli en Willem Frederik Hermans tot Charles Bukowski, James Baldwin en Simone de Beauvoir. Stoere, onorthodoxe, eigengereide auteurs hebben werelden geopend en onrecht aan de kaak gesteld. Schrijvers als Annie M.G. Schmidt, Astrid Roemer, Dimitri Verhulst en Charlotte Mutsaers hebben de literatuur en de samenleving kleur gegeven.

De rebelse personages en dwarse karakters houden een spiegel voor en laten ons nadenken over wie wij zijn. Waar zouden we zijn zonder Don Quichot of de Kleine Prins? Zonder Dostojevski’s Raskolnikov of Flauberts Madame Bovary? Maar ook deze nieuwe eeuw kan niet zonder andersdenkende karakters, zoals Tommy Wieringa’s Joe Speedboot, Esther Gerritsens Roxy, de worstelende Jonathan in Muidhond van Inge Schilperoord of Hava uit Aafke Romeijns Concept M.

De non-conformisten zoeken de grenzen van de literatuur op, om ze te verleggen. Jan Cremer deed dat met zijn onverbiddelijke bestseller, Gerard Reve tartte de conventies met Nader tot U, waar Anna Blaman dat deed met Eenzaam avontuur. Andreas Burnier beschreef het verlangen naar een geslachtsverandering in Het jongensuur en Jan Wolkers doorbrak de algemene preutsheid met Turks fruit.
Boeken kunnen weerstand oproepen, kunnen verboden worden en verbrand, maar de kracht van de woorden laat zich niet temmen. Nabokovs Lolita, Houellebecqs Onderworp en of Erasmus’ Lof der zotheid hebben onder vuur gelegen, maar zijn inmiddels onmiskenbare oriëntatiepunten in het literaire landschap.

Non-fictie

Om de steeds veranderende wereld om ons heen te begrijpen, hebben we dwarsdenkers en ordescheppers nodig. Zij prikkelen, stimuleren en scherpen onze geest. Iconen als Hunter S. Thompson en Susan Sontag hebben een nieuwe manier van kijken geïntroduceerd, scherpe geesten als Renate Rubinstein en Anton de Kom hebben ons bewust gemaakt van onze oogkleppen. Het maatschappelijk debat op de meest uiteenlopende onderwerpen wordt bepaald door dappere en dwarse denkers.

Al deze journalisten, wetenschappers en schrijvers staan inmiddels ook in een traditie van visionaire denkers, dromers en vermeende onruststokers, die onze geschiedenis hebben gevormd. De lijst is eindeloos, van Ernesto Guevara, Nelson Mandela en Martin Luther King tot de non-conformisten in ons eigen land zoals Aletta Jacobs, Provo en Ayaan Hirsi Ali.

Als we te lang stilstaan, zorgen zij voor schommelingen, reuring en commotie, en als we te snel gaan trekken ze aan de rem. Door zich uit te spreken stellen ze zichzelf kwetsbaar op. Daar is durf voor nodig, maar gelukkig ontbreekt het daar niet aan bij de rebellen en dwarsdenkers.

De boekenweek wordt georganiseerd door Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek: www.boekenweek.nl

Omslag van twee boeken voor de Boekenweek 2020

Boekenweekessay: Generaal zonder leger, door Özcan Akyol
Boekenweekgeschenk: Leon en Juliette, door Annejet van der Zijl

 

 

Omslag Decentrale taak is politieke zaak, Advies van Raad voor het Openbaar Bestuur

Politiek debat over maatschappelijke waarden is nodig voor gemeentelijk beleid in het sociaal domein

Gemeenteraden kunnen de ruimte die zij hebben in de sturing van het sociaal domein beter benutten. De bestuurscultuur in de gemeente, maar ook het regelmatig ingrijpen van het Rijk in het lokale beleid, belemmeren het optimale gebruik van die ruimte. Vaak ontbreekt een krachtige lokale visie op zorg en werk.

Dat is de conclusie die de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) formuleert in het advies Decentrale taak is politieke zaak. Naar een sturende rol van de gemeenteraad in het sociaal domein, gepresenteerd op 13 februari 2020 bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

In het rapport adviseert de ROB alle hoofdrolspelers in de lokale democratie hoe zij de sturende rol van gemeenteraden kunnen versterken. De gemeenteraden zelf adviseert de ROB om in het politieke debat te focussen op de maatschappelijke waarden die richting moeten geven aan het lokaal sociaal beleid.

Betrokken

Het sociaal domein is de samenvattende naam voor de taken die de gemeente heeft op het gebied van zorg, jeugdhulp en arbeidsparticipatie. De ROB heeft in negen gemeenten onderzocht hoe gemeenteraden het democratisch proces van besluitvorming en controle over het sociaal domein vormgeven, en welke knelpunten ze daarbij tegenkomen. Uit het onderzoek bleek dat gemeenteraden erg betrokken zijn bij inwoners die zorg en ondersteuning nodig hebben. Het stellen van prioriteiten en het maken van keuzes in de zorg blijft vaak achterwege. Bezuinigingen worden in vrijwel alle gemeenten zo lang mogelijk op andere domeinen afgewenteld.

Geen professional

Gemeenteraden krijgen maar langzaamaan meer grip op het onderwerp. Het sociaal domein kent een ingewikkeld netwerk van betrokken instanties en financiering. De resultaten van zorg en hulp zijn soms moeilijk te meten. Daarom is het ook lastig voor gemeenteraden om te bepalen aan welke knoppen ze kunnen en willen draaien.

De ROB adviseert gemeenteraden daarom weg te blijven van advies over de uitvoering van zorg, maar juist een politiek debat te voeren over de maatschappelijke waarden die de basis moeten zijn voor het beleid. Een raadslid is geen professional, maar een politicus. Bij het controleren en evalueren van het beleid kunnen die waarden vervolgens als meetlat dienen.

Rijk

Vijf jaar geleden heeft het Rijk de taken in het sociaal domein volledig overgedragen naar gemeenten. De ROB is van mening dat er nog niet voldaan is aan de randvoorwaarden voor effectieve lokale sturing in het sociaal domein. Voor het Rijk betekent dit dat het zich nog eens moet bezinnen op de spelregels en rolverdeling na een decentralisatie, en samen met gemeenten het concept medeoverheid eenduidig moet invullen.

Achtergrond

In 2015 diende de toenmalige minister van BZK, Ronald Plasterk bij de ROB de volgende adviesaanvraag in: ‘Wat betekenen de drie decentralisaties (Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet) voor de inrichting van het openbaar bestuur en het functioneren van de lokale democratie?’ De Raad is toen gestart met een meerjarig onderzoek en heeft in 2017 de eerste resultaten daarvan gepresenteerd in het e-zine Gemeenten in 3D*).

In fase één was de vormgeving van het democratisch proces van beleidsvoorbereiding en besluitvorming in het sociaal domein nog moeilijk waarneembaar. De gemeenten waren vooral bezig met de zogeheten transitie. Waarborging van de continuïteit van zorg en hulp had hun eerste prioriteit.
In 2019 is de tweede fase van het onderzoek gestart. In deze fase heeft de ROB onderzocht hoe gemeenteraden het democratisch proces van besluitvorming en controle over het sociaal domein vormgeven, en welke knelpunten ze daarbij tegenkomen. Dit onderzoek en de aanbevelingen staan in het advies Decentrale taak is politieke zaak.

Downloaden van Decentrale zaak is politieke zaak – Naar een sturende rol van de gemeenteraad in het sociaal domein, Advies Raad voor het Openbaar Bestuur, januari 2020: https://beroepseer.nl

Advies Decentrale taak is politieke zaak, Raad voor  het Openbaar bestuur, 13 februari 2020: www.raadopenbaarbestuur.nl

Noot
*) Gemeenten in 3D – eerste fase, E-zine, mei 2017:  www.raadopenbaarbestuur.nl/publicaties/sociaal-domein/gemeenten-in-3d-eerste-fase

 

Participatielezing Jos van der Lans: Samenlevingsopbouw in de 21e eeuw

De Participatielezing van eind januari 2020 in Ede werd gegeven door Jos van der Lans en stond in het teken van ‘vijf jaar decentralisaties’. Titel van de lezing: Samenlevingsopbouw in de 21e eeuw. De Participatielezing is een initiatief van kennisinstituut Movisie en Tijdschrift voor Sociale vraagstukken.
Van der Lans is cultuurpsycholoog en auteur van vele artikelen en boeken, waaronder het in juni 2010 verschenen Eropaf! De nieuwe start van het sociaal werk. Sinds die tijd wordt hij uitgenodigd om in stadhuizen, collegezalen en conferentieoorden in gesprek te gaan over nieuwe omgangsvormen tussen overheid, professionals en burgers.

Een nieuwe dynamiek

Sinds 1 januari 2015 hebben gemeenten meer taken gekregen bij de ondersteuning van ouderen en mensen met beperkingen (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015), de jeugdzorg (Jeugdwet) en de begeleiding naar werk (Participatiewet). Met de decentralisatie van het sociale domein naar gemeenten werd een indringende verbouwing van de Nederlandse verzorgingsstaat beoogd, te beginnen in wijken en buurten, met een prominente rol voor burgers en uitvoerende professionals. Een wending van systeemwereld naar leefwereld, een transformatie die de sociale werkvloer van de samenleving van een nieuwe (anti-bureaucratische, ontkokerde) dynamiek zou voorzien.

Wat is er van die grote woorden en aspiraties terecht gekomen?

Van der Lans stelt zich bij het eerste lustrum van de decentralisaties in zijn lezing drie vragen:

1. Waarom hebben we zo weinig opgestoken van de geschiedenis van de samenlevingsopbouw in Nederland?

2. Waarom denken we zo weinig na over de sociale infrastructuur waarop een participatiesamenleving zich kan ontwikkelen?

3. Waarom is het zinloos om over burgerkracht te spreken als burgermacht uit het zicht blijft?

Omslag De marktwerking voorbij - Samenlevingsopbouw in de 21ste eeuw door Jos v.d. LansVolgens Van der Lans kunnen de wending naar de community, het vizier op samenwerken en de antenne voor gemeenschapsvorming met elkaar een remedie vormen tegen de vervreemding die veel mensen ervaren. Het kan iets van het gevoel terugbrengen dat het ons niet allemaal overkomt, dat we er zelf ook over gaan. Dat we er wat over te zeggen hebben.
De lezing is een kritische analyse, én biedt tevens een perspectief.

De lezing is in boekvorm verkrijgbaar – De marktwerking voorbij –  Samenlevingsopbouw in de 21e eeuw – en te bestellen in de webwinkel van Movisie: https://webwinkel.movisie.nl

Voor de video-opname van de lezing, zie hieronder:

Verantwoordelijkheid nemen voor de wereld: de rol van onderwijs en leraar volgens Jelmer Evers

Jelmer Evers was op 23 januari 2020 de derde spreker in de serie NIVOZ-onderwijsavonden in Driebergen van het seizoen 2019/2020 dat als thema heeft: De grote wereld en de kleine wereld. Naar een pedagogiek van de hoop.

Evers is docent geschiedenis en met René Kneyber redacteur van de succesvolle bundel Het alternatief – Weg met de afrekencultuur in het onderwijs! (2013) dat onder de titel Flip the system in zelfstandige edities is verschenen in Groot-Brittannië, Zweden en Australië; een Amerikaanse uitgave wordt momenteel voorbereid.
Evers trad in 2019 toe tot het bestuur van de Algemene Onderwijsbond. Sinds 2013 is hij Voortrekker van Stichtig Beroepseer.

Joyce van den Bogaard schreef een verslag van Evers’ presentatie die getiteld was  Verantwoordelijkheid nemen voor de wereld: de rol van het onderwijs en de leraar, te lezen op de site van NIVOZ – Nederlands Instituut voor Onderwijs en Opvoedingszaken. De avond is ook terug te luisteren via Soundcloud.

De slotpassage van Evers’ presentatie luidt:

Vakbond
“Als je kijkt naar hoe we ons onderwijs hebben ingericht, zie je dat het lerarentekort enorm toeneemt, en je ziet heel veel randverschijnselen die ik herken uit het buitenland ontstaan: schaduwonderwijs, er wordt door particuliere scholen geadverteerd met het lerarentekort, de cyberjuf, bevoegdheden die op de schop gaan, deregulering daarvan, een gebrek aan investeringen, deprofessionalisering. Dat is ook een vraag die ik mezelf stel: vind ik het okee dat er een tekort van 40% is, vind ik het okee dat er in Utrecht-Noord of Amsterdam-Noord niet voldoende leraren zijn? Waar sta ik dan eigenlijk zelf voor? Is dat alleen maar voor mijn school? En daarom ben ik ook vicevoorzitter geworden van de AOb, om met elkaar inhoudelijke en pedagogische verantwoordelijkheid te nemen en te zeggen: ‘Tot hier en niet verder’.

Door je te organiseren kun je goede dingen bereiken, vanuit je drive om het goede te doen voor de kinderen. Je kunt naar de politiek blijven wijzen, maar je kunt ook zeggen: we doen het zelf wel, want iemand anders gaat het niet voor je doen. Daarom heb ik die stap gezet, maar probeer ik ook nog steeds in het klaslokaal te blijven”.

Verantwoordelijkheid nemen voor de wereld: de rol van het onderwijs en de leraar volgens Jelmer Evers, door Joyce van den Bogaard, NIVOZ, 30 januari 2020: https://nivoz.nl

Geluidsopname van de presentatie Jelmer Evers op Soundcloud: https://soundcloud.com (Opname is niet meer beschikbaar).

Presentatie Jelmer Evers op Prezi: https://prezi.com

On Education & Democracy – 25 Lessons from the teaching profession, mede geschreven door Jelmer Evers: https://issuu.com/educationinternational/docs/eiwc8_oneducationanddemocracy

Nieuwe uitgave ‘Flip the System Australia’. Internationale invloed van leraren breidt zich steeds verder uit, Blogs Beroepseer, 29 april 2019: https://beroepseer.nl

Omslag van boek De ideale universiteit van Floris Cohen

Floris Cohen presenteert ‘De ideale universiteit’, waar vaklui de dienst uitmaken

Op donderdag 29 februari 2020 presenteert Floris Cohen zijn nieuwe boek De ideale universiteit tijdens een speciaal aan het onderwerp gewijd symposium in Amsterdam. Al jaren gonst het van de kritiek op het beleid van onze universiteiten. Maar hoe kun je zo’n veelzijdige instelling zinvol hervormen zonder een uitgewerkt idee van hoe het dan allemaal wél zou moeten?
Cohen is emeritus hoogleraar in de geschiedenis van de natuurwetenschap en ontwerpt in zijn boek een grotendeels nieuwe universiteit waarin de academische kernwaarden niet steeds verder uit zicht raken maar op een eigentijdse manier opnieuw tot hun recht komen. Hij hoopt met zijn bijdrage de discussie over onze universiteiten een positieve wending te geven.

Om alvast een idee te krijgen van wat Cohen beoogt heeft hij een Vlugschrift bij ‘De ideale universiteit’ gepubliceerd op de site van de Rode Hoed waar op 29 februari het symposium plaatsvindt:

“Stel, je bent bezorgd over hoe het er op de universiteit vandaag de dag aan toegaat. Stel, je krijgt de kans om geheel naar eigen inzicht een nieuw beste lin te richten. Hoe zou je dat aanpakken?

Die bezorgdheid leeft breed. Ik deel haar, en zo kwam ik ertoe een gedachten-experiment te ondernemen. Ik heb gedaan alsof de huidige universiteit eenvoudigweg niet bestaat, om vervolgens op het schoon geveegde speelveld een nieuwe te bedenken. Natuurlijk geen compleet nieuwe. Er is van alles, tot en met de academische kernwaarden aan toe, dat het wel degelijk waard is behouden te blijven. Maar dan toch wel een grotendeels nieuwe, waarvan ik hoop en zelfs verwacht dat menigeen, van student tot hoogleraar en van faculteitsraadslid tot minister, zich er beter in thuis zou voelen dan in de huidige. Ik heb geen blauwdruk ontworpen, zo gedetailleerd en dichtgetimmerd is mijn schets niet bedoeld. Maar ik heb ook weer geen luchtkasteel gebouwd — daarvoor is het ontwerp te veel gericht op de praktijk van alledag. Zie wat volgt eerder als een manier om van de stortvloed aan kritiek die al zo lang de ronde doet nu over te gaan op een positieve discussie: hoe moet het dan wel? Mijn boekje De ideale universiteit, dat op 11 februari 2020 uitkomt bij uitgeverij Prometheus, wil daartoe een aanzet geven.

Wie is de ‘ik’ die zo graag die aanzet wil geven? Een 73-jarige oud-hoogleraar in de geschiedenis van de natuurwetenschap aan eers t(negentien jaar lang) de Universiteit Twente en de afgelopen dertien jaar aan de Universiteit Utrecht. Een oude zeur dus waarschijnlijk, die de moderne tijd niet meer zo goed volgen kan. Erger nog, een zeur die alles weer terug wil brengen naar hoe hij meent zich te herinneren dat het er in zijn studententijd een halve eeuw geleden aan toeging. Dat eerste misschien — dat kan ik lastig zelf uitmaken. Maar dat laatste zeer zeker niet. Van alles in mijn schets is wel degelijk nieuw, en zeker in zijn samenhang bij mijn beste weten niet eerder zo vertoond. Bovendien: wat me drijft is niet het terugverlangen naar een universiteit die nooit bestaan heeft. Wel gaat het me aan het hart te moeten constateren dat enkele van de beste studenten die ik de laatste jaren heb mogen begeleiden na hun promotie de universiteit maar liever de universiteit laten en elders een baan zoeken en vinden (de meesten als leraar). Als bepaald niet de minsten van de jongste generatie de universiteit maar liever buiten hun toekomstplannen sluiten, dan is er toch echt iets heel alarmerends mis gegaan.

Maar goed, nu dus naar positief
(…)

Betere waar voor de student

Wat, om te beginnen, heb ik aan betere waar te bieden dan wat jullie nu in ruil voor je collegegeld aangeboden krijgen? In de allereerste plaats een helderder idee, met bijbehorende praktijk, vanwaar een universiteit eigenlijk voor staat en waar ze toe opleidt. Het allereerste, maar bepaald niet het enige antwoord op die tweede vraag luidt kortweg: voor de arbeidsmarkt. Aan het eind van drie jaar bachelor’s en nog een óf twee jaar master’s betreed je de arbeidsmarkt als, bijvoorbeeld, jurist of scheikundige of neerlandicus of psycholoog of basisarts. Als bachelorstudent doe je de basiskennis en de methodische grondslagen op van het vakgebied dat je hebt gekozen, verrijkt met uitvoerige, inspirerende demonstraties van hoe je hoogleraren in dat vakgebied zélf denken en te werk gaan. In het aanvullende master’s jaar krijg je een besef bijgebracht van de reikwijdte van de discipline waarin je wordt opgeleid: wat kan je er wel, wat kan je er niet mee? De hele rest, de feitelijke toepassing dus op een specifiek onderdeel van de opgedane kennis en bijgebrachte praktijk, doe je op de arbeidsmarkt zelf op (alleen in de studie geneeskunde kan een vervolgopleiding aan de universiteit zelf natuurlijk niet worden gemist)”.

Download hier het hele Vlugschrift ‘De ideale universiteit’, door Floris Cohen: https://rodehoed.nl/wp-content/uploads/2020/01/De-Ideale-Universiteit-H.F.-Cohen.pdf

Meer info en aanmelden voor symposium De ideale universiteit: https://rodehoed.nl/programma/de-ideale-universiteit/

Vloggen voor de ‘Lof der verpleegkunstprijs 2020’. Inzenden vóór 15 april

Stichting Lof der Verpleegkunst looft jaarlijks de Lof der Verpleegkunstprijs uit. Verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten worden uitgenodigd om een vlog te maken waarin zij laten zien wat hun vak inhoudt en waarvan de inhoud gericht is op het versterken van het imago en de beroepsidentiteit. Een vlog – afkorting voor video weblog – is een internet-dagboek met beelden.
Voor 2020 is het thema zorgtechnologie binnen de verpleegkunde.

De prijs wordt uitgereikt op de internationale Dag van de Verpleging, dinsdag 12 mei 2020, tijdens het symposium Lof der Verpleegkunst 2020 in congresgebouw De Doelen in Rotterdam.

De doelstellingen van de stichting zijn:

  • Het imago van het beroep van verpleegkundige verbeteren
  • Jongeren motiveren om te kiezen voor dit beroep
  • De beroepsidentiteit versterken

De Lof der Verpleegkunstprijs is een van de middelen om de doelen te bereiken.

Criteria voor deelname

  • De vlog gaat over het thema zorgtechnologie binnen de verpleegkunde.
  • Welkom zijn vlogs uit alle velden van de verpleegkunde en uit alle delen van Nederland.
  • De vlog is gemaakt door een verpleegkundige, verzorgende, of verpleegkundig specialist.

Desgewenst met hulp van een professional.

  • Maximale duur van de vlog is 3 minuten.
  • De vlog betreft nieuw materiaal.
  • De vlog is nog niet eerder vertoond.

Prijs

De eerste prijs bestaat uit een geldbedrag van € 500,- en een oorkonde.
De tweede en derde prijs bedragen € 250,- en een oorkonde.

De vlog dient uiterlijk 15 april 2020 te worden ingeleverd, via WeTransfer op het e-mailadres: bestuur@lofderverpleegkunst.nl
WeTransfer is een Nederlandse upload- en downloaddienst waarmee grote bestanden verstuurd kunnen worden.

De vlog wordt vertoond tijdens de prijsuitreiking op het symposium Lof der Verpleegkunst op 12 mei 2020.

Meer info over de vlogprijs op Lof der verpleegkunst: www.lofderverpleegkunst.nl
Of download de PDF: www.lofderverpleegkunst.nl/wp-content/uploads/2020/01/Lof-der-Verpleegkunstprijs-2020.pdf

Klik hier voor tips bij het maken van een vlog, te vinden op de site van Verpleegkundig leiderschap: www.verpleegkundigleiderschap.nu/handleiding-vlogs/

WeTransfer: https://wetransfer.com

U P D A T E

Evelyn Naalden, Verpleegkundig Specialist AGZ bij TWB, ontving op 4 november 2020 de Lof der Verpleegkunstprijs voor de beste vlog! Thuiszorgorganisatie TWB: www.twb.nl/home/werken-of-leren-bij-twb/lof-der-verpleegkunst-prijs-2020/

 

Foto bovenaan is gemaakt door Angélica Klubas

Omslag van boek De nieuwe journalist - Van traditioneel naar modern freelancen

Journaliste Dieuwertje Kuijpers roept collega’s op zelf de regie te pakken en ruimte op te eisen

Freelance journaliste Dieuwertje Kuijpers deed in haar uitgesproken column tijdens de boekpresentatie van De nieuwe journalist  een oproep aan haar collega’s financiële rust en creatieve ruimte op te eisen voor hun werk. De presentatie vond plaats in Studio VondelCS in Amsterdam op 6 februari 2020 en was georganiseerd door de beide auteurs  van het boek, Sjoerd Arends en Erwin van ’t Hof in samenwerking met vaktijdschrift Villamedia. De bijeenkomst vormde de afsluiting van een meerjarig onderzoek naar de groeiende groep freelancejournalisten in Nederland.

Geen enkel platform durft zijn handen te branden

Kuijpers begon haar column – die zij mede namens haar collega’s van freelance coöperatie Split uitsprak – met de constatering dat de journalistiek onder druk staat, met name voor freelancers. Veertig procent van hen kan niet of nauwelijks rondkomen. Dat kan ook niet anders als je slechts 13 cent per woord krijgt betaald. Het liefst zouden uitgevers helemaal niet betalen. Er zijn immers allerlei subsidiepotjes die de journalist kan aanvragen voor projecten?
Het tarief is onlangs overigens verhoogd naar 14,5 per woord, maar daarvoor is een hoge prijs betaald door journalisten.

Kuijpers:

“Het is vooral gênant als je bedenkt hoeveel voeten in de aarde die paar cent erbovenop heeft gehad. De rechter kende onlangs freelancers Britt van Uem en Ruud Rogier een hoger tarief toe voor hun verhalen en foto’s. Een mooie overwinning; maar met een kil eenzaam randje. Hier ben ik mij echt kapot van geschrokken, en legt wat mij betreft pijnlijk het gebrek aan collegialiteit binnen de beroepsgroep bloot. Het kille: ze kregen nergens meer een klus. Geen enkel platform durft blijkbaar zijn handen te branden aan freelancers die het gore lef hebben voor zichzelf op te komen. Het eenzame: van collega’s waar ze soms jarenlang mee hadden samengewerkt, hoorde ze weinig tot niets.

Opvallend. Want als je collega-journalisten hier op aanspreekt hebben ze van hun eigen mondigheid een heel ander beeld. Ze vinden van zichzelf dat er ‘heus wel empathie’ is, want ze vinden het ‘ook erg’. Uiteraard. Zoals we in Nederland zijn gewend zit iedereen zodra je ze er persoonlijk op aanspreekt in het verzet. Het lef van de journalistieke beroepsgroep doet vooral denken aan Koot & Bie’s Ge en Arie Temmes (Wo ist den Bahnhof? ‘Do ist den Bahnhof’). Want met een obligaat tweetje zeggen dat je het ‘ook vervelend vindt’ of een stiekeme like – hopelijk ziet je opdrachtgever het niet – heb je je daad van verzet weer gepleegd. Ondertussen zien we dat daadwerkelijke positieve verandering afhangt van die enkeling die zijn of haar mond open durft te trekken.

Toch vreemd want journalisten zijn prima in staat onrecht te zien. Er worden immers zaterdagkaternen vrolijk volgetikt met kritische stukken over multinationals die misbruik maken van semi-monopolie posities (goh…). Over Gemene Bedrijven zoals Post.nl die de sociale lasten ontduiken door schijnzelfstandigheid (mmmmh….). Of over hoe schandalig het wel niet is dat een bedrijf als Primark hun eigen mensen onderbetaalt maar ondertussen wel dikke subsidie opsoupeert… Voelen we ons al een beetje ongemakkelijk? Mooi. Als het de eigen beroepsgroep betreft, blijft het aanzienlijk stiller”.

De freelancers staan overigens niet alleen. De laatste jaren is er op redacties keihard gesaneerd. De journalisten in vaste dienst gaan gebukt onder hoge werkdruk en er schijnt zelfs sprake te zijn van een angstcultuur op redacties.

Het gaat ook om beroepseer

Kuijpers zou graag zien dat de beroepsgroep zelf de regie neemt, freelancers zowel als degenen in vast dienstverband. Pas dan kan de situatie veranderen. Freelancers vormen 40 – 50% van het aandeel journalisten: “Wij zijn geen concurrenten van elkaar: de uitgevers beconcurreren elkaar om *ons*. En laten we eerlijk zijn: hoeveel heb je eigenlijk nog te verliezen met 13 (sorry, 14,5) cent per woord? Dat is omgerekend in uurloon nog minder dan ik verdiende als 15-jarige hamburgerflipper bij de MacDonalds in Beverwijk”.

Het gaat niet alleen om een fatsoenlijke boterham verdienen, maar ook om beroepseer: “Journalistiek is een verdomd mooi vak en waard om voor te strijden. Een stel ‘suits’ dat af laten pakken is mij echt de eer te na. Daarnaast durf ik er een fles wijn op te zetten dat wat ik hier zojuist heb uitgesproken op menig journalistenborrel voorbij komt. We vinden het erg, zeggen tegen elkaar hoe erg we het vinden – en ja….nou….dat is het dan”.

Lees de hele column van Dieuwertje Kuijpers: Veel te lieve en bescheiden collega’s: eis je ruimte, door Dieuwertje Kuijpers, Villamedia, 7 februari 2020: www.villamedia.nl

Lees ook:
Radicale onafhankelijkheid en onverschrokkenheid van de journalistiek kunnen ook van binnenuit worden aangetast, door Sheila Sitalsing, 12 mei 2019, de Volkskrant: www.volkskrant.nl

Freelancers in de journalistiek worden uitgebuit in plaats van gekoesterd, door Mirjam Prenger en Marc Deuze, de Volkskrant, 19 juni 2019: ww.volkskrant.nl

Rechtszaak tegen De Persgroep op 3 april over onredelijke tarieven in de journalistiek, Blogs Beroepseer, 29 maart 2019: https://beroepseer.nl

Onderzoekscollectief Spit: www.onderzoekscollectiefspit.nl/

Boekpresentatie De nieuwe journalist, Freelance Journalism: https://freelancejournalism.eu/2020/01/19/de-nieuwe-journalist/ (website is opgeheven)

De nieuwe journalist, Sjoerd Arends en Erwin van ‘t Hof, uitgeverij Amsterdam University Press, 2020: www.aup.nl

U P D A T E

Ook de Volkskrant in actie voor freelancers, door Trudy Brandenburg-van de Ven, de Volkskrant, 13 februari 2020: www.villamedia.nl/artikel/ook-de-volkskrant-in-actie-voor-freelancers

Freelancers NRC verschijnen morgen niet op het werk, door Dolf Rogmans, Villamedia, 12 februari 2020: www.villamedia.nl

Beroepseer adviseert ‘Arbeidsmarkttafel Jeugd’ over goed werkgeverschap

Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft in december 2019, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, de ‘Arbeidsmarktagenda Jeugdhulp: continutïeit en stabiliteit in een veranderend landschap’, aangeboden aan de Tweede Kamer.

Initiatiefnemers zijn de branchevereniging Jeugdzorg Nederland en de vakbonden FNV Zorg en Welzijn en CNV Zorg en Welzijn. Zij willen via een zogenaamde ‘Arbeidsmarkttafel Jeugd’ handen en voeten geven aan de arbeidsmarktagenda. Partijen hebben dit met elkaar vastgelegd in een op 30 september 2019 gesloten akkoord over de arbeidsmarkt voor de jeugdsector.
Het ministerie van VWS heeft aangegeven dit initiatief te willen steunen en financieel te faciliteren voor drie jaar. De jeugdhulp kent namelijk specifieke problemen die vragen om specifieke acties en een eigen agenda.

Aansluiten bij lopende programma’s

Projectleider van de Arbeidsmarkttafel Jeugd is Henrieke van Diermen. Op de site van FCB, het arbeidsmarktfonds voor de branches Sociaal Werk, Jeugdzorg en Kinderopvang beantwoordt Van Diermen enkele vragen over de Arbeidsmarkttafel Jeugd. Als we versterken wat werkt, ontstaat er positieve energie, is haar overtuiging, maar als we niets doen, komt de zorg aan de meest kwetsbare kinderen in gevaar.

De eerste vraag luidt of de Arbeidsttafel Jeugd wel nodig is?
Van Diermen: “De cijfers spreken voor zich: het uitstroomcijfer in jeugdzorg is het hoogst van alle zorgsectoren. Bij grote jeugdhulporganisaties rond 16%, met uitschieters naar 20% bij gecertificeerde instellingen. Tel daarbij op: een structureel personeelstekort van 20%, hoog verzuim (gemiddeld 5,7%, met uitschieters naar 7%), hoge werkdruk en een fors risico op agressie. Die vicieuze cirkel willen we doorbreken”.

De Arbeidsmarkttafel Jeugd moet het verschil gaan maken door zich vooral te richten op de brede sector jeugd en samen te werken met partijen in het sociale domein.
Van Diermen: “In de werkgroep zitten ook mensen van de ministeries. Zo zorgen we voor korte lijnen, er kan snel geschakeld worden. Samen werken aan oplossingen, samen kijken hoe het anders kan. We sluiten aan bij wat er al in het land gebeurt en bij lopende programma’s als Zorg voor Jeugd en Werken in de Zorg. Geen energie verspillen, niet het wiel opnieuw uitvinden!”

Beroepseer doet mee

De Arbeidsmarkttafel Jeugd gaat aan de slag aan de hand van vijf thema‘s. Op die manier vormt zich een actieplan vanuit de praktijk. Aan een van de thema’s doet Stichting Beroepseer mee. Directeur Thijs Jansen praat mee aan tafel over het derde thema: goed werkgeverschap.

De vijf thema’s

  1. Inwerken en begeleiden: hoe geven we tijd, ruimte en aandacht aan nieuwe medewerkers om het vak eigen te maken?
  2. Landelijke voorziening: hoe kun je medewerkers ondersteunen bij de overstap naar een nieuwe organisatie, als het werk door een andere organisatie wordt overgenomen bijvoorbeeld. Inzichtelijk maken hoeveel en waar er vacatures zijn. Inzicht geven in loopbaanpaden.
  3. Goed werkgeverschap: hoe geef je professionals meer regelruimte? Goede voorbeelden delen, versterken en verbreden.
  4. Agressie op het werk: wat werkt tegen agressie, wat doen we als medewerkers ermee te maken krijgen?
  5. Arbeidsmarkteffecten van de SKJ-registratie (Stichting Kwaliteitsregister Jeugd): inventarisatie van effecten. Eerst onderzoek, daarna een plan om eventuele belemmeringen op te heffen.’

Zie: Arbeidsmarkttafel Jeugd: ‘Als je versterkt wat werkt, ontstaat er positieve energie’, Jeugdzorg werkt!/Platform Arbeidsmarkt Jeugdzorg, 23 januari 2020: www.jeugdzorg-werkt.nl

Downloaden van ‘Arbeidsmarktagenda Jeugdhulp: Continuïteit en stabiliteit in een veranderend landschap’,  17 december 2019: https://beroepseer.nl

Arbeidsmarktagenda Jeugdhulp, Voor jeugd en gezin: www.voordejeugdenhetgezin.nl/documenten/publicaties/2020/02/2/arbeidsmarktagenda-jeugdhulp

 

 

Foto bovenaan is van Chris M Fritz

Vraag aan Pieter Omtzigt: In welke gevarenzone bevindt ‘rechtsstaat’ Nederland zich?

In welke gevarenzone bevindt de ‘rechtsstaat’ Nederland zich, vraagt Roderick Veelo, journalist en presentator van RTL-Z aan Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt. Geen overbodige vraag blijkt uit hun gesprek in de buitenlucht, te beluisteren op de site van RTL-Z.

De rechtsstaat wordt met voeten getreden door de overheid

Omtzigt legt uit dat een rechtsstaat alleen functioneert als de instituties in die rechtsstaat functioneren en in Nederland zien we dat bepaalde instituties een stuk zwakker geworden zijn dan ze een aantal jaren geleden waren. Een actueel voorbeeld is de zg. Kindertoeslagaffaire van de Belastingdienst waar de Belastingdienst in de fout ging en dacht zichzelf niet aan de wetten te hoeven houden. Duizenden ouders zijn door de Belastingdienst willens en wetens gedupeerd

Instituties laten het afweten

Burgers blijken in Nederland minder goed beschermd dan de bedoeling is. Het hoort zo te zijn dat in een rechtsstaat de burger beschermd is tegen de macht van de overheid. Als je als burger een probleem hebt met de overheid, aldus Omtzigt, dan kan dat behoorlijk vervelend zijn in je leven. Burgers hebben t.o.v. de overheid ook rechten. Die rechten zijn bij de Belastingdienst geschonden.

De instituties die ervoor zijn om de rechten van de burger te beschermen, bijvoorbeeld de Nationale Ombudsman, hebben het in het geval van de Kindertoeslagaffaire laten afweten. De Nationale Ombudsman heeft wel een rapport geschreven in 2017, maar kreeg vaak niet de juiste informatie en vroeg niet voldoende door.  De rechters kregen onvolledige dossiers. Het heeft veel te lang geduurd voordat de rechters hebben gezegd: “Maar zo doen we het niet Belastingdienst!”

Belangenverenigingen

Belangenverenigingen doen het al niet veel beter. Dat is het probleem in Nederland. De belangenverenigingen die we hebben in Nederland, dus ook de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOINK), worden gesubsidieerd. Soms vragen ze ook rechtstreeks aan de overheid Is er een probleem? Dat onafhankelijke hebben ze niet meer. BOINK wordt gewoon betaald door de kinderopvanginstellingen en de overheid zelf en niet door ouders. Men komt dus niet op voor de ouders.
De belangenvereniging krijgt dus geld van de overheid en en lijkt te bang, misschien ook te angstig om de subsidie te verliezen, om in te gaan op door de overheid veroorzaakte problemen.

Dat zien we in Nederland meer. Omtzigt wijst op de sectorraden van het onderwijs, de PO- Raad en de VO-Raad, die door de overheid gesubsidieerd worden: “De overheid vindt het fijn dit soort clubs te hebben omdat ze misschien wat minder militant zijn. Maar uiteindelijk krijgt de overheid daar last van”. Bij het sluiten van een CAO kan de PO-Raad het een goeie deal vinden, maar de juffen en meesters op de basisschool vinden het helemaal geen goede deal.
Het niet-georganiseerd zijn van de samenleving begint de overheid te hinderen omdat ze denkt dat ze een deal heeft met mensen die vertegenwoordigend zijn voor de samenleving, maar dat in werkelijkheid niet meer zijn.

Vertrouwen in de rechtsstaat

We zien dus dat een overheid in gebreke blijkt, sterker nog, zich misdraagt. We zien dat rechters niet adequaat reageren en belangenverenigingen te weinig doen. We zien een ombudsman niet functioneren.
De Kinderopvangtoeslagaffaire is niet het eerste geval van het in gebreke blijven van de overheid. Er is nog de kwestie van gedupeerde burgers door de aardbevingen in Groningen.

De hamvraag is: Beseffen overheidsinstellingen voldoende of ze er wel zijn voor de burger? Veelo heeft het idee
dat politici – ministers, staatssecretarissen – niet weten wat er zich op een departement afspeelt.

Tijdens het gesprek komt verder aan de orde de corruptie bij de overheid van Malta in verband met de in 2017 gepleegde moord op journaliste Daphne Caruana Galizia die verslag deed van die corruptie. De Maltese regering had rechtszaken tegen haar aangespannen wegens smaad en een van de ministers heeft zelfs beslag laten leggen op al haar banktegoeden. De feiten komen stukje bij beetje na twee jaar aan het licht.
Het blijkt, aldus Omtzigt, dat de regering van Malta, als een van de lidstaten van de EU geen belang heeft bij het aanpakken van misdaad. Maar het is wel zo dat alles dat op Malta gebeurt rechtstreeks invloed heeft op de integriteit van alle lidstaten.
Er is overigens nog steeds niemand veroordeeld voor de moord. Tijdens zijn onderzoek in Malta stond Omtzigt voortdurend onder politiebewaking.

Hoe krijgt de burger weer vertrouwen in de rechtsstaat? Omtzigt vind het nodig dat we in het parlement debat voeren over de inhoud van wetten en niet de hele dag bezig zijn met voorpaginanieuws van kranten of openingsthema’s van journaals.

Klik hier voor videogesprek: Omtzigt: burgers slecht beschermd in ‘rechtsstaat’ Nederland, RTL-Z, 9 januari 2020: /www.rtlz.nl/opinie/video/4980286/omtzigt-burgers-slecht-beschermd-rechtsstaat-nederland

U P D A T E

De (on)betrouwbare overheid: tijd voor nieuw sociaal contract. Lezing door Pieter Omtzigt, Stichting Sociale Christendemocratie, 2 oktober 2020: https://socialechristendemocratie.nl/2020/10/02/de-onbetrouwbare-overheid/