Skip to main content

Alexandra Gabrielli

Jaap Peters over Rijnlands organiseren

jaap petersIn een notendop vertelt organisatie-activist Jaap Peters over de kern van het Rijnlands organiseren, een begrip dat hij introduceerde als tegenpool van het Angelsaksische model van zakendoen. Het Rijnlandse model richt zich op  producten en diensten, centraal staat de plek waar het werk wordt gedaan. Op die plek is iemand nodig die ook de regie kan voeren en kan bepalen wat er moet gebeuren.

In de Angelsaksische organisatie, die hoofdzakelijk gericht is op de handel in het bedrijf, is de beurswaarde het belangrijkste, wordt de regie door de top gevoerd en door stafdiensten ondersteund. In dit systeem gestuurde, Angelsaksische model wordt tot bijna achter de komma uitgevogeld wat mensen moeten doen met bijvoorbeeld hun budget en hun tijd. Hier geldt “Regels zijn regels” en mensen moeten doen wat door anderen voorgeschreven is.

Het is tijd dat het primaire proces in de organisatie de regie krijgt. Rijnlands organiseren is context gedreven werken; de context bepaalt wat wijs is om te doen. De mensen op de werkvloer die in de realiteit moeten opereren, hebben het meeste inzicht in de complexiteit van alledag.
Peters: “We hebben de vakinhoudelijke mensen het organiseren afgenomen, en nu is het tijd dat het aan de professional wordt teruggegeven”.

 

Grenzen aan burgerkracht?

sjef de vries 2Eigen kracht, zelfredzaamheid, zelforganisatie en burgerkracht, steeds vaker komen we deze termen tegen, bijvoorbeeld in beleidsnota’s van de overheid die met het programma “Welzijn Nieuwe Stijl” vaart wil zetten achter uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
Terwijl vroeger het doel was dat mensen tot hun recht kwamen in de maatschappij, moeten mensen nu participeren, het liefst ook economisch.

Sjef de Vries plaatst als een van de weinigen kritische kanttekeningen bij de snelle ontwikkelingen in het welzijnswerk en de mogelijkheden van burgerkracht en zelfredzaamheid. Hij wijdde er een boek aan: Eropaf… en dan?  Niet om alles bij het oude te laten en de ons vertrouwde manieren van hulp- en dienstverlening veilig te stellen, maar om erop te wijzen hoe veranderingen valkuilen kunnen blijken en te helpen voorkomen dat we ons overgeven aan beleidsutopie en wensdenken.

Boek Gezagsdragers uitgereikt aan Minister Spies

gezagsdragers 1Op 21 juni 2012 is het eerste exemplaar van het boek Gezagsdragers – De publieke zaak op zoek naar haar verdedigers – overhandigd aan minister Liesbeth Spies van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag.

Gezagsdragers is het vierde boek in de reeks over beroepseer en gaat over ambtenaren van de publieke zaak, onder wie politiemensen, reclasseringswerkers, gezinsvoogden, rechters, leraren en verpleegkundigen.

Het boek is geredigeerd door Thijs Jansen, Gabriël van den Brink en René Kneyber en bevat bijdragen van verschillende auteurs onder wie hoogleraren die onderzoek hebben gedaan naar gezag of die beroepshalve op een of andere manier in de praktijk met gezag te maken hebben. Daarnaast zijn er interviews met o.a. Micha de Winter, hoogleraar pedagogiek aan de Universiteit van Utrecht; Barend Rombout van Bureau Frontlijn in Rotterdam dat oplossingen zoekt voor problemen in achterstandswijken; Evelien Tonkens, hoogleraar Actief Burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam en sociaal werker Marc Räkers.

In het boek zijn ook opgenomen een openhartige briefwisseling tussen de zojuist met pensioen gegane politieman Jacques Smeets en  leraar Bill Banning van een middelbare school, alsmede het dagboek van een startende lerares.

Het beginhoofdstuk is geschreven door hoogleraar en socioloog Gabriël van den Brink: Hoe het gezag uit Nederland verdween en… weer terugkwam waarin hij het nieuwe type gezag introduceert dat zich momenteel aan het ontwikkelen is in Nederland. Ook gaat hij in op de toenemende “roep om  leiderschap”.

In het slothoofdstuk, Naar een legitieme, niet-besmuikte gezagsuitoefening, geschreven door de drie redacteuren, wordt een theoretisch model aangereikt met aanbevelingen voor het uitoefenen van gezag van “plichtprofessionals” in de (semi)publieke sector.

gezagsdragers 2“Iedere keer sluiten wij mensen uit”
De presentatie in Nieuwspoort, die werd bijgewoond door een flink aantal medewerkers aan het boek, werd ingeleid door Margo Trappenburg, voorzitter van de Stichting Beroepseer en o.m. hoofddocent aan de Universiteit van Utrecht.
Sprekers waren naast de beide redacteuren Jansen en Kneyber, dr. Arthur Docters van Leeuwen en minister Spies.

Docters van Leeuwen, verbonden aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur in Den Haag en in het verleden o.m. voorzitter van het College van Procureurs-Generaal, heeft een bijdrage geschreven over geweld tegen gezagsdragers. Hij probeerde in zijn speech antwoord te geven op de vraag waarom het staatsgezag in Nederland zo moeilijk functioneert en waarom we niet zonder kunnen.
Hij noemde drie “pijnlijkheden”, drie keuzen die moeten worden gemaakt in de politiek om te komen tot een staatsgezag dat ertoe doet. Hij wees ook op de neiging tot toepassing van de grootste machtsuitoefening die we als overheid hebben: het steeds meer uitsluiten van mensen of groepen mensen. We hebben straatverbod, zwembadverbod, winkelcentrumverbod, stadionverbod, stadsverbod: “Iedere keer sluiten wij dus mensen uit. Dat is een soort ultieme machtsuitoefening. Maar hoe kunnen we over die mensen dan gezag uitoefenen? Hoe kun je gezag uitoefenen over mensen van wie je zegt: jij mag niet meedoen? Ik verban jou naar de marges van de maatschappij. Hoe gezag uitoefenen op de pedofiel die verbannen is uit de stad?”

Docters van leeuwen besluit met te zeggen dat we de mensen die we uitstoten, weer moeten terughalen: “Als we mensen uitschakelen op het ultieme moment dat we gezag moeten uitoefenen, creëren we onze eigen onmacht”, eraan toevoegend dat hij uitziet naar een tweede deel van het boek.

“Professionaliteit wordt afgedaan als ook maar een mening
Minister Spies vertelde, na ontvangst van het eerste exemplaar van het boek dat het in twijfel trekken en het niet zomaar accepteren van gezag en morele codes de mensen in de afgelopen eeuwen ook vrijheid hebben gegeven om bijvoorbeeld keuzes te maken en kansen te pakken.
Aan de andere kant vindt zij het zorgelijk als respect voor democratisch gekozen instituties verdwijnt, het gezag van medewerkers met een publieke taak verbrokkelt en de professionaliteit van huisartsen, onderwijzers, rechters of burgemeesters wordt afgedaan als ook maar een mening.
Spies haalde een voorbeeld aan uit het acht uur journaal van berichtgeving over het uitbreken van een grote brand bij een chemisch bedrijf in Moerdijk in januari 2011. De NOS had een eigen onderzoek gedaan en geconstateerd dat er aluminium in de bodem was aangetroffen. Op basis van een willekeurig onderzoek, dat groot nieuws was geworden, werd gewaarschuwd voor de volksgezondheid. Men wist niet dat die aluminium in de bodem veroorzaakt was door een gebeurtenis ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Het gezag van o.m. de GGD en de politie werd in twijfel getrokken: “Dat bracht bij mij een schrikeffect teweeg. Als we zo ver gaan afzakken met elkaar, dan moet dit boek nog heel veel vervolg krijgen, niet in termen van boeken alleen, maar ook in het maatschappelijk debat. De gezagsdragers beter in staat stellen hun gezag uit te oefenen, is een richting die mij aanspreekt”.

Steeds hogere eisen
Met gezagsdragers hebben we een actueel thema te pakken, aldus een van de slotwoorden van de minister.
Aan het eind van de bijeenkomst beantwoordde Thijs Jansen een vraag uit de zaal over de rol van de media en de “plichtprofessional”: De burger accepteert het gezag van de plichtprofessional alleen als deze voldoet aan hele hoge voorwaarden. Ik denk dat in deze tijd, als het optreden van gezagsdragers niet voldoet aan hoge eisen, de hel meteen losbreekt in de media. Die eisen gaan alleen maar omhoog. Je ziet het ook bij  bestuurders. We zijn met zijn alleen steeds hoger eisen aan het stellen. Soms denk ik wel eens: kunnen we daar überhaupt nog wel aan voldoen? Wat dat betreft wordt het er niet gemakkelijker op”.

gezagsdragers 6 gezagsdragers 5
Minister Spies, midden vooraan zittend, naast Docters van Leeuwen, vlak voordat zij het eerste exemplaar van Gezagsdragers kreeg aangereikt en begon aan haar speech. Rechts: vier van de zes studenten bestuurskunde die een impressie schreven. Links vooraan Janneke van Orsouw en rechts vooraan Marjan Swaans over hoe politieagenten e.a. gezagsuitoefening leren, en rechts achter Andrea Frankowski met naast haar Daphne Bressers over het zelfbeeld van  leerplichtambtenaren.
gezagsdragers 4 gezagsdragers 9
Rechts op foto boven: Marc Räkers is geïnterviewd voor het boek over zijn persoonlijke ervaringen met en houding jegens gezag en autoriteit. Rechter foto: Een volle zaal met staanplaatsen. Na afloop waren er vragen uit het publiek, o.m. over de rol van de media.
gezagsdragers 7 gezagsdragers 8
Foto links boven. Medewerkers aan het boek. Jaco van Hoorn (rechts met uniform)
en Merlijn van Hulst over
gezagvol politieoptreden in de praktijk. Op rechter foto
links: Jurriën Rood
leverde een bijdrage met  Het gezag van de politieagent in
drie vragen. Naast Rood Rik Peeters; hij schreef met Docters van Leeuwen (en
Jony Ferket) een bijdrage over geweld tegen gezagsdragers.
gezagsdragers 10 gezagsdragers 11
Links Bart van Klink, hoogleraar Methoden van recht aan de Vrije Universiteit, schreef een
pleidooi voor versterking van het staatsgezag: Waarom zouden we ons aan de wet houden?
Rechts Nies Medema en Douwe van den Berg. Zij schreven samen de bijdrage Heroveren
van verspeeld gezag. Hoe gezinsvoogden hun positie kunnen versterken.

Bijschrift bij foto geheel boven: Minister Spies temidden van de redacteuren Thijs Jansen (rechts) en René Kneyber.
Foto midden zittend achter de tafel: Margo Trappenburg en Arthur Docters van Leeuwen.

Over Gezagsdragers in de media:

Marc Chavannes in Opklaringen in NRC van 23 juni 2012 over het Elly Blanksma en het brede Nederlandse Gezagsvacuüm. www.nrc.nl

In Trouw verscheen op 21 juni 2012 het artikel Nederland heeft veel moeite met aanvaarden van gezag van Meindert van der Kaaij.

interview met René Kneyber in de Volkskrant van 7 juli 2012: Wie ben jij helemaal in je apenpakkie? door Peter Giessen.

——————————————————————————————————————————————-

omslag boek gezagsdragers kleinThijs Jansen, Gabriël van den Brink en René Kneyber (red.): Gezagsdragers. De publieke zaak op zoek naar haar verdedigers. Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2012, 335 pagina’s, 24,50 euro.

Drie eerdere boeken, verschenen in de reeks beroepseer zijn: Beroepszeer, Beroepstrots (ook in het Engels: Professional Pride) en Sturen op vertrouwen, alle uitgegeven bij Boom Amsterdam.

Thijs Jansen is senior onderzoeker en docent aan de School voor Politiek en Bestuur van de Universiteit van Tilburg. Hij is mede-oprichter en bestuurslid van de Stichting Beroepseer.
Gabriël van den Brink is hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde aan de School voor Politiek en Bestuur in Tilburg. Hij is ook lector aan de Politieacademie te Amersfoort.
René Kneyber is docent op het Oosterlicht College te Nieuwegein. Hij is auteur van verschillende boeken over orde houden en geeft daarin trainingen.

Gezagsdragers is mogelijk gemaakt door een samenwerkingsverband tussen het Bureau Verkenningen en Onderzoek en directie Arbeidszaken en Publieke Sector van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de School voor Politiek en Bestuur van de Universiteit van Tilburg en de Stichting Beroepseer.

Meer info over Gezagsdragers: https://beroepseer.nl/gezagsdragers/

Zie ook video van Jurriën Rood op site Beroepseer: Politiegezag op straat: klik hier.

Vakmanstad = jongerenwerk nieuwe stijl

henk oosterlingMet Vakmanstad in Rotterdam zet initiatiefnemer Henk Oosterling sinds 2004 vakmanschap opnieuw op de kaart. Hij laat jongeren ontdekken waar ze interesse in hebben en goed in zijn, en leert ze inzien dat er altijd iets gemaakt is door iemand en dat de dingen niet uit de hemel komen vallen.

Oosterling ziet vakmanschap als een levensstijl. Het biedt jongeren van hun 4e tot 18e jaar een doorlopende leerschool, van basisschool tot vmbo en mbo door middel van activiteiten binnen en naast de school.

Binnenkort wordt het Vakhuis opgericht voor jongeren van 10 tot 14 jaar. Het is het buurthuis nieuwe stijl. Over twee jaar volgt Vakwerf voor 14 tot 18 jarigen voor samenwerking met bedrijven, stages en baangarantie.

 

 

 

Opmars van Nieuwe Economische Beweging

nieuwe economische beweging 2Een golf van nieuwe denkbeelden en uitdagende experimenten is bezig versleten economische systemen te verdringen. Een nieuwe economische beweging is in opmars.
Organisaties, projecten, activisten, theoretici en gewone burgers komen bij elkaar om het Amerikaanse politiek-economische systeem van de grond af aan opnieuw op te bouwen.

In een serie van vijf afleveringen op de site van AlterNet onderzoeken Lynn Parramore en Gar Alperovitz nieuwe ideeën en projecten met een filosofische en politieke visie die de nieuwe economische beweging vorm geven. Lynn Parramore is  redacteur economie van het tijdschrift AlterNet en Gar Alperovitz is politiek econoom van Democracy Collaborative en auteur van het boek America beyond Capitalism1).

Kern van de nieuwe beweging is democratisch eigenaarschap van de economie van de “99 procent” 2) in een ecologisch duurzame en participerende gemeenschap.
Werken in het hier en nu, daar gaat het om. Het gaat ook om visies op het grote geheel en verdiepende kennis. Duizenden projecten, van zonne-energiebedrijven tot coöperaties en lokale banken staan in de steigers. Veel daarvan kunnen worden beschouwd als prototypes en lokale democratische laboratoria die op regionaal en landelijk niveau in gebruik worden genomen zodra politiek gezien de tijd rijp is.
De beweging omvat jong en oud, Occupy-demonstranten, studenten en activisten en, zoals een ouder iemand het omschreef: duizenden “mensen van in de zestig uit de jaren zestig” die hun mouwen opstropen om enkele lessen, geleerd in de jaren zestig-periode, toe te passen.

Een paar voorbeelden

Er zijn talrijke voorbeelden van organisaties en bedrijven met de nieuwe economie op te noemen. Evergreen Cooperatives, gelegen in een armoedige, overwegend door zwarten bewoonde buurt van Cleveland, Ohio is een coöperatie met een zonne-energie-installatie en een hypermoderne, industriële wasserij die maar eenderde van de hoeveelheid water verbruikt dan andere wasserijen doen. Binnenkort is het mogelijk in kassen grote hoeveelheden groenten te verbouwen zoals drie miljoen kroppen sla per jaar. Ziekenhuizen en universiteiten in de omgeving maken gebruik van Evergreens diensten.

Andere voorbeelden passen in wat auteur Marjorie Kelly “productieve economische”-pogingen noemt die de gemeenschap van voedsel voorzien en het milieu respecteren. Zoals Organic Valley, een coöperatief zuivelbedrijf in Wisconsin met bijna zeventienhonderd eigenaar-boeren en een opbrengst van meer dan zevenhonderd miljoen dollar.
Onlangs brak de vakbond United Steelworkers met een traditie door een overeenkomst af te sluiten met de Mondragon Cooperative Corporation en het Ohio Employee Ownership Center om coöperaties met eigenaar- werkers te helpen opbouwen volgens het nieuwe “vakbond-coöp” model.

Ook bouwen op modellen van vroegeromslag america beyond capitalism

De nieuwe economische beweging is ook serieus bezig met het bouwen op modellen van vroeger. Meer dan 130 miljoen Amerikanen maken in feite al op een of andere manier deel uit van een coöperatieve organisatie, zoals de kredietvakbonden. Daarnaast zijn er ongeveer tweeduizend nutsbedrijven in eigendom van gemeenten waarvan een deel voorop loopt op ecologisch gebied. De beweging wordt ook vertegenwoordigd door de wijdverspreide “Verplaats je geld” en “Maak je geld over” campagnes om miljoenen dollars over te hevelen van grote banken als de Bank of America naar meer democratisch bestuurde en de gemeenschap ten goede komende instellingen.
Sinds 2010 hebben zeventien Amerikaanse staten overwogen openbare banken een vergunning te geven, analoog aan de sinds 1910 bestaande Bank of North Dakota, die door sommigen de enig bestaande “socialistische bank” wordt genoemd.

Sommige steden, waaronder Los Angeles en Kansas City, hebben “verantwoord bankieren” ingevoerd. Dat houdt in dat banken de effecten die ze hebben op de gemeenschap openbaar moeten maken en dat gemeentebestuurders alleen zaken mogen doen met banken die voldoen aan de behoeften van de gemeenschap. Andere steden als San Jose en Portland zijn bezig met plannen hun geld uit Wall Street-banken weg te halen en onder te brengen bij andere commerciële en gemeenschapsbanken of kredietvakbonden. Politici en activisten in San Francisco zijn nog een stapje verder gegaan en hebben voorstellen gedaan voor het oprichten van een gemeentebank waarvan de burgers de eigenaar zijn.

De Occupy-demonstranten voeren met andere groepen acties voor nieuwe richtlijnen voor banken. Op 24 april 2012 protesteerden meer dan duizend mensen op de aandeelhoudersvergadering tegen de bankpraktijken van Wells Fargo in San Francisco. Er zijn “bezettingen” geweest van dependances van banken in het hele land sinds het begin van de Occupy beweging  in 2011. Grote demonstraties vonden plaats tijdens de aandeelhoudersvergadering van de Bank of America in mei 2012.

Wezenlijke verandering

Een lange lijst van nieuwe theoretici geeft intellectuele spierballen aan de beweging, onder wie bijvoorbeeld David Korten met zijn plannen voor een nieuwe economie met kleine bedrijven en winkels die weer terug moeten komen in de stad.
Schrijvers als Herman Daly en David Bollier hebben een theoretische grondslag gelegd voor principiële uitdagingen die aan de ene kant de eindeloze economische groei betreffen en aan de andere kant de noodzaak de geprivatiseerde economie te overstijgen ten gunste van “gemeenschappelijk bezit “. Het toekennen van de Nobelprijs voor Economie in 2009 aan Elinor Ostrom voor haar analyse van economisch bestuur en gemeenschappelijk bezit onderstreepte al de erkenning van een andere visie op een aantal hoofdthema’s van de beweging.

De toenemende, diep in het persoonlijke leven ingrijpende economische en sociale problemen van miljoenen Amerikanen geven het gevoel dat er iets fundamenteel verkeerd is. De Nieuwe Economische Beweging benoemt de werkelijkheid en zegt dat het mogelijk is, ondanks alle hindernissen, de moeilijkheden te boven te komen, net zoals dat gebeurde dankzij de burgerrechtenbeweging, de vrouwenbeweging, de milieubeweging en al die andere bewegingen uit het verleden.
De integriteit van de doeleinden en de uitvoerbaarheid van alle plannen kunnen meehelpen de grondslagen te leggen voor een nieuw  tijdperk in de Amerikaanse historie. De nieuwe beweging heeft een positieve kijk op de toekomst en staat aan de vooravond van een wezenlijke verandering van het dagelijkse leven.

Lees het artikel van Lynn Parramore en Gar Alperovitz The Rise of the New Economy Movement op de site van AlterNet (20 mei 2012). Klik hier.



Noten en links

1) Democracy Collaborative is een in 2000 opgericht samenwerkingsverband van meer dan twintig vooraanstaande academische centra en maatschappelijk betrokken organisaties met als doel bij te dragen aan de ontwikkeling van de democratie voor de 21ste eeuw. Gar Alperovitz publiceerde in 2011 zijn boek America beyond capitalism. Website: http://democracycollaborative.org
AlterNet is een nieuwsmagazine met oorspronkelijke journalistiek en een online gemeenschap: www.alternet.org.

2) “Wij zijn de 99 procent” verwijst naar de leuze, gebruikt door de Occupy Wall Street beweging in september 2011 in New York die daarmee wil aanduiden dat een extreem kleine minderheid van de bevolking, de 1 procent, macht, vermogen en voordelen heeft. Dat is ten nadele van de overgrote meerderheid van de bevolking, de 99 procent, die te weinig macht en invloed heeft en niet de beslissingen kan nemen die ze wou willen.

Lees ook op Blogs Beroepseer de artikelen De metabeweging voor zinvol leven en werken: klik hier.
Joseph Stiglitz over verlies van moreel kompas in maatschappij: klik hier.
En de video Dit economisch bestel vernielt onze menselijkheid! met Paul Verhaeghe. Klik hier.

Zie ook de website van We are the 99 Percent: http://wearethe99percent.tumblr.com

Interessant is ook het boek van Yvonne Zonderop: Nederland & het algemeen belangPolderen 3.0, ISVW Uitgevers, mei 2012.

 

Annelies van Heijst over menslievende zorg

annelies van heijst 2Annelies van Heijst, hoogleraar Zorg, Cultuur en Caritas aan de universiteit van Tilburg, had nooit gedacht dat haar boek Menslievende zorg zes drukken zou beleven. Inmiddels is de term aan een opmars begonnen in de samenleving. In Brussel werd in april 2012 de titel zelfs op een groot spandoek meegedragen tijdens een “witte woede” demonstratie van werknemers uit de sociale sector.

Annelies van Heijst legt uit wat zij verstaat onder menslievende zorg. Persoonlijk heeft zij ondervonden hoe het voelt afhankelijk te zijn van zorgverleners. Menslievende zorg geeft mensen het gevoel dat ze ertoe doen, het is de tegenpool van zorg als product.

spandoek menslievende zorg

 

Vakmanschap aan zet met samenwerkende professionals

douwe van den bergOrganisatieadviseur Douwe van den Berg laat professionals van verschillende vakgebieden met elkaar samenwerken rond ingewikkelde vraagstukken, zoals bijvoorbeeld in de jeugdzorg: hulpverleners, onderwijzers, medewerkers van de Raad van de Kinderbescherming, de Sociale Dienst, de GGZ, de GGD, de advocaat van ouders en de wijkagent.

Van den Berg werkt momenteel voor de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Amsterdam en beschikt inmiddels over een reeks voorbeelden uit de praktijk waaruit het belang van deze aanpak te herkennen is. De kern daarvan is niet in de eerste plaats het beantwoorden van de vraag hoe het probleem moet worden opgelost, maar het bepalen van de eerstvolgende stap. Liefst een zo klein mogelijke stap, want die geeft de grootste kans op succes.
Van den Berg geeft dan ook het advies minder bezig te zijn met het toepassen van een hulpverleningsmethodiek en meer met het bepalen van een strategie.

Zelfredzaamheid en de positie van de professional

piet hein peetersJournalist Piet-Hein Peeters onderzocht wat het overal opduikende woord zelfredzaamheid in de zorg-en welzijnssector betekent. Hij interviewde met collega Cindy Cloïn bestuurders, wetenschappers en mensen die hulp nodig hebben, resulterend in het boek Onder het mom van zelfredzaamheid.

Aan de ene kant is er een behoefte in de zorg mensen met een fysieke of mentale aandoening te helpen zelfstandiger te leven. Aan de andere kant blijkt dat positieve motief ook te kunnen uitmonden in de drang tot bezuiniging. De staatssecretaris van Volksgezondheid, mevrouw Veldhuijzen van Zanten liet onlangs in haar beleidsbrief over mantelzorgers weten dat de professionele inzet wel wat minder kan.

Uit de antwoorden van de geïnterviewden blijkt dat het professionele oordeel of iemand meer zelfredzaam kan zijn, wordt gewantrouwd. Een wethouder vertelde dat zij steeds meer is gaan twijfelen aan het professionele oordeel. Bij het geven van een oordeel werd zelfs gesuggereerd dat de professional uit is op zijn eigen belang.
Hoogtijd volgens Peeters een discussie op gang te brengen over de positie van de professional in de zorg- en welzijnswereld.

Nieuwe jeugdzorg is gezinsmanagement

drie gezinsmanagersBureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA) is  bezig de medewerkers hun beroep opnieuw te laten uitvinden. Directeur Erik Gerritsen vertelde daarover in februari in de video Het ontketenen van kwaliteit in de jeugdzorg.

In deze video zijn drie gezinsmanagers aan het woord: Henrika Peltenburg, Jane Ang en Susanna van der Elst. Zij vertellen over de nieuwe aanpak, het gezinsgerichte werken en de opleiding. Gezinsmanagement blijkt heel effectief te zijn.