Het Lerarencongres van 8 oktober 2013 dat plaatsvond in het ROC A12 in Ede was een inspirerende belevenis. Op dit eerste congres “van, voor en door de leraar” zinderde het. Er hing iets sprankelends in de lucht zoals af en toe gebeurt op een bijeenkomst. Vaak is het de voorbode van verandering of de start van een nieuwe dynamiek in de maatschappij. In Ede kwamen circa achthonderd leraren bijeen om met elkaar over hun beroep van gedachten te wisselen. En dat gebeurde op brede schaal. Als we het programma raadplegen dan is er bijna geen onderwerp te bedenken waarover de leraren het niet hebben gehad.
Het lerarencongres wilde voortbouwen op de eerder dit jaar in Amsterdam gehouden internationale conferentie Summit on the Teaching Profession die ging over onderwijskwaliteit en docentbeoordelingen en die veel reacties had opgeroepen in onderwijsland. Het lerarencongres beoogde evenwel ook een bron te zijn van onderwerpen en discussiemateriaal voor de volgende internationale Summit in 2014 in Wellington, Nieuw-Zeeland.
De hele dag konden leraren meedoen aan workshops, deelnemen aan discussies, kennismaken met collega’s, lezingen bijwonen en luisteren naar sprekers met nieuwe inzichten en voorstellen. Voorbeelden zijn een workshop met Lotte Hidding over de sterke positie van de leraar in de klas, met Theo de Wit over samen professionaliseren of met Jan Willem Hengeveld van de Groene Golf over startende, jonge leerkrachten.
Lezingen gingen over lesgeven, hoe compassie kan leiden tot een nieuwe manier van omgaan met elkaar, pedagogische tact of de iPad-juf. Er waren debatten over thema’s als professionele ruimte en onderwijsvernieuwing die lieten zien dat leraren niet erg happig blijken te zijn op van bovenaf opgelegde vernieuwingen.
Het congres was georganiseerd door de in 2011 opgerichte Onderwijscoöperatie die leraren in het basis-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs vertegenwoordigt en opgericht is op initiatief van vijf onderwijsorganisaties: Algemene Onderwijsbond, CNV Onderwijs, Beter Onderwijs Nederland, Federatie van Onderwijsvakorganisaties en Platform Vakinhoudelijke Verenigingen Voortgezet Onderwijs.
Weg met de afrekencultuur in het onderwijs!
Hoogtepunt van de dag was de plenaire slotbijeenkomst met debat, de presentatie van het boek Het alternatief – Weg met de afrekencultuur in het onderwijs! en een gesprek met minister Jet Bussemaker van Onderwijs.
Aan het boek hebben dertig leraren en onderwijskundigen uit binnen- en buitenland een bijdrage geleverd in de vorm van een artikel of een interview. De redacteuren en samenstellers van het boek, René Kneyber en Jelmer Evers, beiden leraar op een middelbare school, vertelden aan het in de aula samengedromde publiek waarom ze het boek hebben geschreven.
Aanzet was de afrekencultuur in het onderwijs die ertoe leidt dat scholen steeds meer wordt gevraagd om zich te verantwoorden op een dusdanig bureaucratistische manier dat de ziel uit het onderwijs verdwijnt. Het eindeloos meten van resultaten en het daarop afgerekend worden, maakt de leraar monddood. Het klaarstomen van leerlingen om de toetsen goed te maken en het sturen op resultaat, nemen de plaats in van het eigenlijke onderwijzen en monden uit in verschraling van onderwijsprogramma’s.
Om de afrekencultuur een halt toe te roepen is het noodzakelijk dat de beroepsgroep van leraren zelf verantwoordelijkheid gaat nemen en de maatstaven gaat bepalen van de kwaliteit van het onderwijs, want als “we dat niet doen zetten we de deur wagenwijd open voor andere mensen die zich daar wel mee gaan bemoeien. Het alternatief voor de afrekencultuur in het onderwijs is dat wij als beroepsgroep ons gaan organiseren”.
Als dat niet gebeurt gaan ranglijsten de hoofdrol spelen in het bepalen van beleid. Niet toetsontwikkelingsinstituut Cito, de controlerende onderwijsinspectie, de overheid, de media met hun openbaarmaking van ranglijsten en allerlei belangengroepen horen de maatstaven te bepalen.
De overheid zou controle uit handen kunnen geven en de toetsing van leerlingen overdragen aan de leraren en daarbij niet bang zijn om risico’s te accepteren.
In het radioprogramma Oba Live op 9 oktober waar Kneyber te gast was op de dag na het congres, werd aan hem door Theodor Holman de vraag gesteld of een schoolbestuur met dit alternatief wel zo tevreden zou zijn en macht uit handen zou willen geven?
Dat blijkt in de praktijk mee te vallen. Toen Kneyber onlangs op een conges met veel bestuurders in de zaal zijn visie op zeggenschap van docenten had gegeven, bleken ze heel enthousiast: “Bestuurders balen ook van de afrekencultuur. Zij zien ook dat de beroepsgroep is lam geslagen, niet meer in beweging is en onvoldoende tegenkracht biedt”.
De afbraak van de beroepsgroep is begin jaren tachtig begonnen, aldus Kneyber: “Maar we moeten verder, en de manier om verder te komen is niet nog meer controle en nog meer rare normen opstellen voor de rekentoets. Het is nu zaak veel meer bij de docenten neer te leggen, en zij moeten laten zien dat ze te vertrouwen zijn”.
Daarop reageerde Holman met te zeggen dat er toch altijd iemand over je schouder blijft meekijken, of dat nu de directeur is of de inspectie: “Daar kun je dan toch ook niets aan doen. Er moet zo’n objectieve toets zijn”.
Maar dat is nu juist het punt, aldus Kneyber: “Thijs Jansen noemt dat in het boek ‘vrijwillige slavernij’. Deze beroepsgroep heeft last van vrijwillige slavernij. Er gebeuren dingen en ze zeggen: zo gaat het, er valt toch niets aan te doen. En dan voeren ze het gewoon uit. Die kleuterjuffen ook, ze zeggen: verschrikkelijk wat we moeten doen met de kleuters, taal en rekenen, daar zijn ze helemaal niet klaar voor. Maar ze doen het wel. Ze gaan toch die kleutertoets afnemen. Maar op een gegeven moment moet je als beroepsgroep, als je je werk serieus neemt, over de dingen waarmee je het niet eens bent zeggen: dat doen we gewoon niet meer.”
Het alternatief: pleidooi voor goed onderwijs
Het alternatief is een pleidooi voor goed onderwijs, niet voor effectief of efficiënt onderwijs. Er is maar een weg die kan leiden tot een hogere kwaliteit van leraren en daarmee tot betere resultaten in de klas en die is dat docenten veel meer met elkaar in contact gaan staan om van gedachten te wisselen over het vak, dat er nu een van uitvoerders is. Leerlingen, leraren en ook bestuurders zijn tot middelen gemaakt voor het bereiken van een hoger doel.
Kneyber zei ook dat “we tachtig tot negentig procent van onze tijd bezig zijn met lesgeven. Eigenlijk zou het zo moeten zijn dat wij de helft van onze tijd bezig zijn met lesgeven en de andere helft van de tijd met studeren, met bij elkaar kijken en leren van elkaar. Daar hebben we nu geen mogelijkheid voor. Met de manier waarop ons werk nu is vormgegeven, kunnen wij nooit datgene bereiken wat u wilt”.
Met u in deze laatste zin bedoelt Kneyber minister Bussemaker van Onderwijs, tot wie hij zich op verzoek van Holman aan het slot van het Oba Live-gesprek richtte.
Hieraan kunnen we toevoegen dat de Onderwijsraad in 2007 reeds constateerde dat de leraar tegenwoordig slechts uitvoerder is en geen inhoudelijke ontwikkeltaken meer heeft.
De Commissie-Dijsselbloem schreef in het verlengde daarvan in 2008 dat het inhoudelijk denk- en ontwikkelwerk dat het leraarschap lange tijd kenmerkte, geruisloos overgeheveld is naar de grote pedagogische centra en educatieve uitgeverijen.
“Goed onderwijs veronderstelt dat leraren mede-eigenaar zijn van het onderwijsproces”. Deze regel is niet afkomstig van Kneyber, Evers of van een andere auteur, maar wordt geciteerd door leraar Bill Banning in zijn bijdrage over existentieel eigenaarschap en de vakinhoudelijke professionaliteit van de leraar. Het citaat is afkomstig van het Ministerie van OCW, geschreven in 2008: “Leraren horen mee te beslissen over het onderwijskundig beleid van de school en de uitvoering daarvan”.
|
|
Al direct bij binnenkomst lopen we aan tegen drie topdocenten, op 5 oktober verkozen tot Leraar van het jaar 2013, vlnr: Sara Albone, Tingue Klapwijk en Jan Willem van den Bos. Even verderop is een pittig debat aan de gang o.l.v.
|
het Nederlands Debat Instituut over professionele ruimte, iPad-scholen en onderwijsvernieuwing.
|
Nu geen leerlingen maar toehorende leraren in de klaslokalen van ROC A12 voor bijwonen van een lezing of een workshop. Van leergemeenschap The Crowd bijvoorbeeld die regie over eigen professionalisering hoog in het vaandel heeft. |
En dan Het alternatief, geëtaleerd in de boekenstand van uitgeverij Boom, met een uil op het omslag, symbool van kennis en wijsheid. Op de rechterfoto de redacteuren René Kneyber links, en Jelmer Evers rechts met in hun midden Thijs Jansen, samensteller van de Beroepseer boekenreeks, waarvan Het Alternatief het vijfde boek is. Jansen schreef de inleiding “Van vrijwillige slaven tot voortrekkers”. |
Er wilden nog meer auteurs op de foto met de redacteuren. Links leraar Bill Banning die schreef over “Existentieel eigenaarschap” en rechts Alderik Visser, leraar en onderwijskundige in spe, over “Leraren tussen leefwereld en systeem”. |
Na afloop van het congres werd er door auteurs getoast in een Utrechts restaurant op de geboorte van Het Alternatief. Links Jaap Walhout die met twee andere auteurs schreef over o.a. de kloof tussen onderwijswetenschap en onderwijspraktijk. Naast hem Jan Fasen, directievoorzitter van het Connect College in het Limburgse Echt. Fasen is met een groep geestverwanten bezig aan de opbouw van Agora, een nieuw type onderwijs dat in 2014 van start gaat. Op de rechter foto links lerares Michelle van Dijk die gelooft in de leraar als gids. Helemaal rechts Hester IJsseling, “schooljuffrouw en filosoof” die schreef over de verantwoordelijkheid van leraren.
|
Tot slot een compliment aan directeur
Sense de Groot van ROC A12 in Ede links op de foto die een dag lang achthonderd leraren de gelegenheid bood elkaar te ontmoeten en met elkaar van gedachten te wisselen, en aan
Joost Kentson, bestuursvoorzitter van de Onderwijscoöperatie, organisator van dit eerste Lerarencongres 2013.. |
|
————————————————————————————
Het alternatief – Weg met de afrekencultuur in het onderwijs! onder redactie van René Kneyber en Jelmer Evers en met een inleiding van Thijs Jansen. Bijdragen zijn geschreven door dertig leraren en onderwijskundigen uit binnen- en buitenland onder wie Gert Biesta, Dick van de Wateren, Howard Gardner (geïnterviewd door Wiljan Hendrikx), Bas de Wit, Wouter Sanderse, Hartger Wassink, Cok Bakker, Andy Hargreaves, Bill Banning, Leo Prick, 304 p., 2013, uitgeverij Boom Amsterdam. Klik hier voor meer info en bestellen.
Klik hier voor de volledige inhoudsopgave van Het alternatief.
De Onderwijscoöperatie heeft in 2012 een Bestuursakkoord Beroepsgroep Leraren 2012 – 2015 afgesloten met toenmalig staatssecretaris Zijlstra die het met een aanbiedingsbrief heeft aangeboden aan de Tweede Kamer op 1 mei 2012. Te lezen op de site van de Rijksoverheid:www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2012A02457
Lees ook de aanbiedingsbrief: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27923-139.html
René Kneyber sprak over Het alternatief in het radioprogramma OBA Live van 9 oktober 2013.
U P D A T E
Lees ook- en bekijk video – Een blije boze docent, over Het Alternatief, door Jelmer Evers, 21 oktober 2013: http://www.jelmerevers.nl/2013/10/ (Niet meer beschikbaar)
Ambities in het onderwijs kunnen omhoog – Jelmer Evers pleit voor verbetercultuur, door Jan van Gemert, Tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs, januari 2015, pagina 36: https://beroepseer.nl/