Skip to main content

Redactie Beroepseer

Lezing van Marc Hoijtink over verzet, loyaliteit en de stille vlucht van sociaal werkers

Duizenden sociaal werkers zijn ambtenaar geworden in de afgelopen jaren. Jan Willem Bruins, directeur van Beroepsvereniging van professionals in sociaal werk (BPSW) schrijft in een column op de site van BPSW dat hun aantal nog gaat toenemen als de sociaal werkers die door hun ‘moederorganisatie’ gedetacheerd worden naar een wijkteam, alsnog in dienst van de gemeente komen. Hij vraagt zich of of deze verandering van invloed is op de manier van werken. Bijvoorbeeld op de professionele autonomie?
In zijn column verwijst Bruins naar de recente lezing van Marc Hoijtink op een werkveldconferentie van De Werkplaats Sociaal Domein Amsterdam, getiteld Op het punt van breken? Verzet, loyaliteit en de stille vlucht van sociaal werkers. De kernvraag van zijn lezing is of sociaal werkers nog wel sociaal werkers willen? Of liever, of zij dat onder de huidige condities nog wel willen zijn? Hoijtink is senior onderzoeker bij het lectoraat Stedelijk Sociaal Werken en als docent en coördinator verbonden aan de Master Social Work, HvA; sinds 2021 is hij hoofdredacteur van Vakblad Sociaal Werk.

Arbeidsmarktonderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek laat zien dat één op de drie sociaal werkers van baan veranderd is in de afgelopen jaren. Onderzoeker Sonja Liefhebber van het landelijk kennisinstituut voor het sociaal domein Movisie constateert dat in geen enkele andere sector in zorg en welzijn de uitstroom zo hoog is als in het sociaal werk. In Nederland is sociaal werk sterk verweven met de verzorgingsstaat. Sociaal werkers vinden niet alleen iets van sociaal beleid: zij representeren dat beleid ook.
Sociaal werkers bewegen zich in hun dagelijkse werk voortdurend tussen staat en straat: zij zijn zowel citizen-agents als state-agents. Net zoals bijvoorbeeld verpleegkundigen worden zij in hun werk geconfronteerd met tegenstrijdige eisen: ze moeten de regels van beleid en hun organisaties uitvoeren, voldoen aan de maatschappelijke wens om dat zo efficiënt mogelijk te doen en op een empathische, responsieve manier omgaan met mensen die van hun diensten gebruikmaken. Om deze complexe opgave zo goed als mogelijk is te realiseren, bezitten zij discretionaire ruimte.

De stem van sociaal werkers

Hoijtink gaat in op drie manieren waarop sociaal werkers uiting kunnen geven aan onvrede over hun werksituatie:

  • je stem verheffen
  • vertrekken, ontslag nemen, ergens anders heen gaan
  • nadenken over stoppen of erover fantaseren en in stilte de werksituatie verdragen

Veertig procent van de werkzame sociaal werkers overweegt een vertrek bij hun werkgevers. Nog opvallender: eerder onderzoek van TNO laat zien dat 44 procent van de mensen werkzaam in het primair proces*) binnen vijf jaar de sector wil verlaten. Als deze groep sociaal werkers daadwerkelijk vertrekt uit het sociale domein, ontstaan er in de professionele infrastructuur van gemeenten enorme gaten.

Na alle onderzoeken van de laatste jaren is er inmiddels veel bekend over de motieven waarom sociaal werkers afhaken. Dat zijn: onvoldoende zeggenschap over werkcondities, een gebrek aan mandaat, het gevoel onvoldoende toegerust te zijn, onduidelijke en voortdurend veranderende kaders en verantwoordelijkheden, het oplopen tegen bureaucratische muren, in combinatie met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, onzekerheid door aanbestedingen, hoge werkdruk, overspannen beleidsidealen, en een verschraling van de verzorgingsstaat die vaak hard toeslaat bij de mensen die zij ondersteunen.

Uit het onderzoek van TNO blijkt ook dat 81 procent van de sociaal werkers vindt dat er verandering nodig is voor meer werkplezier.

Waar geprotesteerd wordt, bestaat hoop

Hoijtink in zijn lezing: “Ik interviewde vorige week nog een sociaal werker die na 15 jaar werkzaam te zijn geweest in het Amsterdamse sociaal domein met pijn in het hart gestopt is met haar werk. Voor haar was de directe aanleiding dat ze in haar organisatie na de zoveelste herschikking moest kiezen tussen een plek in de buurtteams of in wat de sociale basis heet. Andere bronnen van frustraties die ze noemde: wantrouwen uitmondend in zinloze en tijdrovende bureaucratie, de aanbestedingen, verwaarlozing van het professionele kapitaal door haar eigen organisatie, de permanente stroom aan beleidsveranderingen en vernieuwingen vanuit de gemeente, het gebrek aan tegenspraak daarover door haar werkgever. Ze is gestopt met haar werk in het sociale domein, maar wil dat eigenlijk helemaal niet”.

Hoijtink hoopt dat het passieve, stille verzet overgaat in actievere vormen: je stem verheffen en je uiten. Waar geprotesteerd wordt, bestaat hoop. En waar hoop is, zijn mensen nog niet afgehaakt. Een recent voorbeeld van publiek protest is dat van de ongeveer zevenduizend jeugdzorgwerkers op het Malieveld in Den Haag in maart 2022, georganiseerd door o.a. vakbond FNV Jeugdzorg. Zij stonden daar vanwege onderbezetting, administratieve druk, overbodige regelgeving, wachtlijsten, en bezuinigingen in jeugdzorg. Naast de manifestatie op het Malieveld, legde de sector in heel Nederland 24 uur het werk neer. Het was de grootste actie in de geschiedenis van de jeugdzorg in Nederland.

Aan het slot van zijn lezing zegt Hoijtink: “Als sociaal werkers zo massaal op het punt staan om hun loyaliteit op te zeggen, dan zullen we onze analyse ook moeten verplaatsen van individu naar het collectieve niveau van het beroep. We moeten er niet voor terugdeinzen om het kikkerperspectief, de subjectieve belevingen, en de individuele beslissingen, te verbinden met een vogelperspectief: met de grote patronen die zich het afgelopen decennium in en rond het werk van veel sociaal werkers voltrokken hebben. Ook daarover valt veel te zeggen. Ik beperk mij tot de stem van sociaal werkers in de decentralisering: de transitie en ‘transformatie’ van de verzorgingsstaat die het vorige decennium plaats vond en waarvan de rook nog lang niet is opgetrokken.

[…]

De golven van veranderingen die het vorige decennium over de sociaal werkers heengespoeld zijn, hebben zij zelf niet veroorzaakt. Als we het over de stem van sociaal werkers hebben, dan ontkomen we er niet aan om ook meer fundamenteel
te reflecteren op hun positie in nieuwe machtsverhoudingen die sinds de decentralisering ontstaan zijn”.

Noot
Primair proces: de kern ervan is dat professionals, uit voorheen verschillende disciplines, gezamenlijk en dichtbij de dagelijkse leefwereld van burgers proberen hen te ondersteunen. De situatie van de betreffende burger of het gezin is leidend.

Downloaden lezing/essay: Op het punt van breken? Verzet, loyaliteit en de stille vlucht van sociaal werkers, door Marc Hoijtink, Hogeschool van Amsterdam, 31 Mei 2022: www.bpsw.nl/app/uploads/KEYNOTEMHoijtinkWerkveldconferentie3031mei2022LezingEssayDEF.pdf

Maakt het uit dat de sociaal werker steeds vaker ambtenaar is? door Jan Willem Bruins, BPSW: https://www.bpsw.nl/actueel/columns/maakt-het-uit-dat-de-sociaal-werker-steeds-vaker-ambtenaar-is/

‘Stop de uitstroom van sociaal werkers’, Zorg+Welzijn, 7 oktober 2021: www.zorgwelzijn.nl/stop-de-uitstroom-van-sociaal-werkers/

Arbeidsmarktproblematiek in de sector Zorg en Welzijn, TNO, 2019: https://repository.tno.nl/islandora/object/uuid%3A879eb6d4-6178-4422-953b-9e21d51ee9e3

Lees ook: Nieuw essay ‘Het geheim van de lange relatie’. Permanente vernieuwingsdrang ondermijnt het sociaal domein, Beroepseer, 17 mei 2022: https://beroepseer.nl

Vertrouwen en een relatie opbouwen vraagt tijd:
6 oktober 2022

Het thema van de ‘Agenda van het Sociaal Werk 2022’ op 6 oktober 2022 is Vertrouwen en een relatie opbouwen vraagt tijd. Vertrouwde gezichten vormen de steunpilaren in het sociaal domein. Maar in de praktijk hebben we te maken met tijdelijkheid, wisseling en discontinuïteit. Frustrerend voor zowel sociaal werkers als de mensen voor wie zij werken.
Meer info op Movisie: https://www.movisie.nl/agenda/agenda-sociaal-werk-2022-belang-vertrouwde-gezichten-sociaal-domein

 

Project ‘De beroepseer van de Belastingdienst / Douane / Toeslagen’ van start gegaan

In opdracht van de Vereniging van Hogere ambtenaren bij het Ministerie van Financiën (VHMF)* en met steun van het Ministerie van Financiën heeft Stichting Beroepseer een reeks Goed Werk Plaatsen opgezet en geleid met medewerkers van de Belastingdienst, Toeslagen en de Douane. In deze bijeenkomsten gingen deelnemers met elkaar in gesprek over de kern van hun werk, hoe goed vakmanschap gebaseerd op rechtsstatelijkheid en gezag eruitziet en wat er nodig is om dit te versterken.

De opbrengst van deze Goed Werk Plaatsen vormt de basis voor een compacte publicatie die eind 2022 verschijnt. Deze brengt – vanaf de werkvloer – helder in beeld wat kwalitatieve publieke dienstverlening vraagt binnen deze drie organisaties.

Wat opviel in de bijeenkomsten is de enorme betrokkenheid en deskundigheid die de deelnemers aan de dag leggen. Ja, er is frustratie en onvrede over de gang van zaken, vooral bij de Belastingdienst en Toeslagen. Maar er is daarnaast een sterke motivatie om zich in te zetten voor en mee te denken over hoe rechtsstatelijk en gezaghebbend vakmanschap eruit ziet en wat ervoor nodig is om dat te versterken.

Wat deelnemers onder andere noemen is enerzijds het belang van een professionele organisatie met heldere en realistische doelen, kaders, rollen en verantwoordelijkheden; en anderzijds het belang van het versterken van kennisontwikkeling en kennisborging door stevig te investeren in opleiden, reflectie en dialoog. Deelnemers gaven aan het heel waardevol te vinden om met betrokken collega’s uit te wisselen over hun vak.

Jurjen Glazenburg, voorzitter van de VHMF: “De Belastingdienst is in het nieuws en zal dat ook de komende tijd weer zijn. Voor de VHMF staat het buiten kijf dat het vertrouwen in de drie diensten gestoeld dient te zijn op vakmanschap en de vrijheid voor de medewerkers op de werkvloer om dat vakmanschap uit te oefenen. Het is goed om het als collega’s onderling op een gestructureerde manier te hebben over hoe we dit vorm kunnen geven. De resultaten van het Goed werk-programma kunnen ons helpen het vertrouwen in en binnen de verschillende onderdelen van het Ministerie van Financiën en daarmee van de samenleving in Financiën te vergroten”.

Jos de Blieck, plaatsvervangend directeur-generaal Fiscaliteit bij de Belastingdienst: “Ik ben trots op de medewerkers van de Belastingdienst en hoe zij hun vakmanschap uitoefenen. Ik kijk uit naar de resultaten van dit traject en het boekje dat een goede bijdrage kan leveren aan onze inzichten in vakmanschap. Iedereen binnen de Belastingdienst oefent een vak uit; ik vind het belangrijk dat een representatieve groep medewerkers meedoet aan dit traject. Fijn dat de VHMF dit traject daarom voor alle collega’s van ons en de collega-diensten Douane en Toeslagen wil begeleiden“.

Noot
* VHMF is de beroepsvereniging van academisch gevormden en hbo’ers bij de Belastingdienst, DG Toeslagen, de Douane en het kerndepartement. www.vhmf.nl

Gallup-rapport ‘State of the Global Workplace 2022 ‘: Wat werknemers wereldwijd zeggen over hun werk en hun leven

We besteden 81.396 uur tijd van ons leven aan werken, althans de meesten onder ons. Het enige waar we meer tijd aan besteden is slapen. Als we zoveel tijd van ons leven werken, hoe ziet ons leven op het werk er dan uit?
John Clifton, directeur van het internationale analyse- en adviesbureau Gallup, schrijft in het voorwoord van het State of the Global Workplace 2022 Report dat de pandemie en de naschokken daarvan de werkplek blijven ontwrichten. Die werkplek is kapot. Hoe kunnen we die repareren?

Het wereldwijde Gallup-onderzoek naar de situatie en trends op de werkvloer van bedrijven en naar betrokkenheid van werknemers wijst uit dat 60% van de mensen qua gevoel niet betrokken zijn bij hun werk; 19% voelt zich ellendig.
De vraag is of dat een verrassing is, of een statistische verklaring van het voor de hand liggende? Het idee dat “werk niet leuk is” heerst overal. Het was al het onderwerp van filosofen, wereldleiders, collega’s en zelfs de popcultuur. Clifton citeert de komiek George Carlin die ooit heeft gezegd: “O, heb je een hekel aan je baan? Waarom zeg je dat niet? Er bestaat een praatgroep voor, genaamd IEDEREEN, en ze ontmoeten elkaar in het café”.
Carlins grap werkt omdat het waar is – maar werkplek-ellende is niet grappig. Je ellendig voelen op het werk kan meer leed veroorzaken in iemands leven dan werkloos zijn.

Het onjuiste gezegde

“Vind een baan die je met plezier doet, en je zult nooit meer hoeven te werken”. Deze woorden worden vaak ten onrechte toegeschreven aan Mark Twain of Confucius. Maar waar ze ook vandaan mogen komen, het populaire gezegde heeft een ander probleem: het is niet waar.

“Werk” is volgens Oxford Languages “een activiteit waarbij geestelijke of lichamelijke inspanning wordt geleverd om een doel of resultaat te bereiken”. Mentale of fysieke inspanning leveren om iets te bereiken gebeurt zelden zonder stress, zorgen of zelfs pijn.
Nobelprijswinnaar en bestsellerauteur Daniel Kahneman beweerde eens dat de “perioden waarin hij alleen bezig was met schrijven ‘verschrikkelijk’ waren, en waarin hij zich ‘ellendig’ voelde”. Stress, je zorgen maken en misschien een beetje pijn zullen altijd deel uitmaken van een goed presterende baan, maar die negatieve emoties kunnen niet de ziel vormen van iemands baan. Toch is dat precies de ervaring van 19% van de niet-actief betrokken werknemers

Vraag hen: “Voelde je gisteren stress?” – dan zal 59% “ja” zeggen. Vraag hen: “Maakte je je gisteren zorgen?” – dan zal 56% “ja” zeggen. Vraag hen: “Voelde je gisteren op het werk veel lichamelijke pijn” –  dan zal 33% “ja” zeggen. En op de vraag “Hoe zit het met boosheid?” – zal 31% “ja” zeggen. Deze cijfers zijn onthutsend, ze zijn 46% tot 83% hoger dan een geëngageerde werknemer
zou rapporteren.

Een betere manier?

De pijn van het werk heeft leidinggevenden ertoe aangezet nieuwe manieren te vinden om op zo ver mogelijke afstand van het werk te staan. Overal zie je initiatieven om een “evenwicht tussen werk en privéleven” te bereiken, het invoeren van een vierdaagse werkweek en uitbreiding van werken op afstand.
Maar het zijn niet alleen de arbeidsuren, de disbalans of de plaats die werknemers ongelukkig maken. Het is wat er op het werk gebeurt dat hen ongelukkig maakt.

Evenwicht bijvoorbeeld is essentieel, maar het impliceert een scheiding tussen werk en leven. Werk scheiden van gevoel, of van wat dan ook in het leven, is moeilijk. Zelfs als je baas je na 17.00 uur niet meer kan bellen of e-mailen, ben je waarschijnlijk nog niet hersteld van de uitbrander die hij je eerder op de dag heeft gegeven. Het is bijna onmogelijk om dat soort emotionele bagage op het werk achter te laten. In een Gallup-onderzoek in Duitsland zei 51% van de werknemers die zich niet betrokken voelden bij het werk, dat ze zich als gevolg van werkstress slecht gedroegen tegenover hun dierbaren.

Dus, wat maakt een baan slecht?

In een van de omvangrijkste onderzoeken naar burn-out, ontdekte Gallup dat de grootste oorzaak daarvan was “oneerlijke behandeling op het werk”. Gevolgd door een onbeheersbare werklast, onduidelijke communicatie van managers, gebrek aan steun van managers en onredelijke tijdsdruk.

Deze vijf oorzaken hebben één ding gemeen: je baas. Neem een slechte baas en je hebt bijna gegarandeerd een hekel aan je baan. Een slechte baas zal je negeren, geen respect tonen en je nooit steunen. Zo’n omgeving kan iedereen ellende brengen. Het effect van een manager op een werkplek is zo groot dat Gallup 70% van het verschil in betrokkenheid van een team kan voorspellen door alleen maar de baas te leren kennen.

Gedijen op het werk

Verbeteren van een werkzaam leven is geen kwestie van ingewikkelde wetenschap, maar het is makkelijker de planeet Mars te koloniseren dan de beschadigde werklocaties in de wereld te repareren.

De echte oplossing is heel simpel: betere leiders op de werkplek. Managers behoren beter te gaan luisteren en dienen betere coaches en medewerkers te zijn. Goede managers helpen collega’s met leren en groeien, en erkennen het geweldige werk dat hun collega’s leveren. Zij geven hen het gevoel dat er echt om hen wordt gegeven. In zo’n omgeving gedijen werknemers.

Clifton beëindigt zijn voorwoord met de aansporing dat overal ter wereld directeuren zouden moeten willen dat hun werknemers het goed hebben. Begin ermee naar hen te luisteren:  “Luister naar wat zij te zeggen hebben over hoe hun leven op het werk er dit jaar uitziet. Voor het volgende rapport van de State of the Global Workplace”.

Europa

Het Gallup-onderzoek omvat alle landen van de wereld. Wat Europa betreft zijn de opvallendste uitkomsten:

– laagste percentage betrokken werknemers
– op één na laagste percentage werknemers die zeggen dat corruptie wijdverbreid is in de bedrijven in hun land
– op één na laagste percentage werknemers die zeggen dat ze waarschijnlijk zullen verhuizen in de komende twaalf maanden

De percentages voor dagelijkse negatieve emoties, d.w.z. emoties ervaren gedurende een groot deel van de
vorige dag:
– dagelijkse zorgen: 37%
– dagelijkse stress: 39%
– dagelijkse boosheid: 19%
– dagelijkse droefheid: 21%
De betrokkenheid van de werknemer in Europa is 14%. Wereldwijd is dat percentage 21%.
39% van de werknemers heeft gevoelens van stress. Wereldwijd gemeten is dat 44%.
Het percentage dat voldoende verdient om van te leven bedraagt 42%. Wereldwijd is dat 22%.

Downloaden State of the Global Workplace 2022 ReportThe voice of the world’s employees: www.gallup.com/workplace/349484/state-of-the-global-workplace.aspx

Hieronder video met gegevens uit het Gallup-rapport State of the Global Workplace – 2022

Aanpak Mentale gezondheid voor alle Nederlanders, met speciale aandacht voor jongeren en werkenden

“Mentale gezondheid is iets van ons allemaal. Iedereen heeft ermee te maken, want niemand voelt zich altijd 100%, ook ikzelf niet. Tegelijkertijd zijn we ook allemaal onderdeel van de oplossing, van de cultuurverandering die nodig is om bij iedereen wat druk weg te nemen. Want de druk dat alles beter, sneller en cum laude moet, leggen we vooral onszelf en elkaar op. Je hoeft echt niet elke dag de beste versie van jezelf te zijn.
Daarnaast is het ook belangrijk dat er meer aandacht komt voor oorzaken van stress die gelegen zijn in de maatschappij. Dat vraagt ook nadrukkelijk iets van maatschappelijke organisaties in onze samenleving, van school, van werkgevers en de overheid (zowel lokaal als landelijk). Deze partijen ondernemen al vele mooie initiatieven, maar om de beweging te versterken moeten we deze verbinden en extra kracht bijzetten. Daarnaast wil ik met de doelgroep in gesprek blijven over wat er nodig is de komende tijd, bijvoorbeeld met het Jongerenpanel Mentale Gezondheid. Samen streven we naar een veerkrachtige samenleving waarin we naar elkaar omkijken en oog hebben voor de mentale gezondheid van onszelf én van elkaar”.

Deze woorden zijn afkomstig van staatssecretaris Maarten Van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en vormen de start van de kabinetsaanpak Mentale gezondheid: van ons allemaal. Het Kabinet hoopt met deze aanpak op een brede beweging voor betere mentale gezondheid.

De mentale gezondheid van veel mensen staat onder druk, met name onder jongeren en jongvolwassenen. Dat hebben verschillende onderzoeken de afgelopen tijd aangetoond.
De aanpak is bedoeld voor alle Nederlanders, met daarbij specifieke aandacht voor jongeren en jongvolwassenen, werkenden en mensen in een kwetsbare positie. Samen met de doelgroep zelf en een brede groep maatschappelijke partners wil het kabinet mentale gezondheid bespreekbaar maken en handvatten bieden om de mentale gezondheid van jezelf en anderen te bevorderen en klachten te voorkomen of tijdig te signaleren. Doel is dat jongeren lekker in hun vel zitten, werkenden met energie en plezier hun werk kunnen doen en kwetsbare mensen extra ondersteuning krijgen waar nodig.

Aantal mentale klachten is hoog

Er bestonden al langer zorgen, maar de coronacrisis heeft bestaande problemen met de mentale gezondheid nog scherper aan het licht gebracht en bovendien nieuwe problemen veroorzaakt. De samenleving is steeds ingewikkelder vormgegeven, stelt hoge eisen aan mensen en legt een grote nadruk op prestaties en zelfredzaamheid. Depressie, angststoornissen en problemen met alcohol en drugs treffen jaarlijks zo’n 1,8 miljoen Nederlanders in de leeftijdsgroep van 18 tot 65 jaar. Scholieren ervaren steeds meer druk op school. Ongeveer 840.000 jongeren ervaren mentale uitdagingen en/of klachten en 1 op de 15 jongeren in Nederland kampt met een depressie. Tegelijkertijd neemt de sociale cohesie af en neemt de druk op de arbeidsmarkt toe. In 2019 hadden 1,3 miljoen mensen last van burn-out klachten. En dat terwijl een goede mentale gezondheid geassocieerd is met een 15 tot 20 jaar langere levensverwachting, onder meer door sneller herstel van lichamelijke ziekten.

Mental Meetup in najaar 2022

Het kabinet wil verschillende momenten benutten om het bespreekbaar maken van mentale gezondheid op de agenda te zetten. Vanaf 2023 wil het kabinet aansluiten bij de jaarlijkse European Mental Health week in mei. Alle scholen, sport, cultuur, jeugdverenigingen, werkgevers en maatschappelijke organisaties worden opgeroepen om tijdens deze week aandacht te besteden aan mentale gezondheid. Vooruitlopend initieert de staatssecretaris dit najaar al de Mental Meetup, een dag met activiteiten rondom het onderwerp mentale gezondheid. Het najaar is bewust gekozen; het doel is om op tijd het gesprek aan te gaan over hoe mensen de drukkere en donkere wintermaanden op een mentaal gezonde manier kunnen doorkomen. Ook hebben jongeren dan de eerste weken van het nieuwe onderwijsjaar achter de rug, waarbij ze mogelijk de factoren die invloed hebben op hun mentale gezondheid weer hebben ondervonden.

Stimuleren van zingeving en ontmoeting

Bij mentale gezondheid denken veel mensen aan het wel of niet ervaren van psychische klachten, waarvoor de oplossing ligt in een hulptraject dat past bij de individuele situatie. Hoewel dit belangrijk is als er sprake is van psychische problematiek, ligt de oplossing voor het verminderen en/of voorkomen van mentale klachten vooral in een aanpak die iedereen in de samenleving betrekt en raakt, in het alledaagse leven. De aanpak richt zich nadrukkelijk op leefgebieden waar mentale gezondheid extra aandacht verdient: in de buurt, op school, op het werk en online. Denk aan inloopmogelijkheden in de buurt, het stimuleren van zingeving en ontmoeting via bewegen, kunst en cultuur, meer aandacht voor prestatiedruk op school, het doorbreken van het taboe op burn-out klachten of het voorlichten van jongeren over het creëren van een goede balans tussen online en offline.

Aansluiten bij initiatieven die er al zijn

Er wordt ook naar aansluiting gezocht bij goede initiatieven die er al zijn, zoals bijvoorbeeld de inspanningen van verschillende gemeenten op het terrein van mentale gezondheid. Denk aan Thrive Amsterdam, Gezond010 van de gemeente Rotterdam en het Leids preventieakkoord. Ook wordt samen opgetrokken met het MIND Us-initiatief voor een mentaal gezonde jeugd waarvan Hare Majesteit Koningin Máxima de erevoorzitter is.

Downloaden Aanpak ‘Mentale gezondheid van ons allemaal’, Rijksoverheid, 10 juni 2022: https://beroepseer.nl

Kabinet start brede beweging voor betere mentale gezondheid, Rijksoverheid, 10 juni 2022: www.rijksoverheid.nl

Keukentafelsessies met regeringscommissaris Informatiehuishouding Arre Zuurmond

Spanningen in de informatierelatie tussen overheid en burger was het thema van de tweede sessie in een reeks van tien live uitgezonden keukentafelsessies. De tweede sessie vond plaats in IJsselstein op woensdag 8 juni 2022.
Sinds april 2022 reist regeringscommissaris Informatiehuishouding Arre Zuurmond met keukentafelsessies door het land voor open gesprekken over een open overheid. In tien afleveringen passeren actuele onderwerpen de revue die te maken hebben met het verbeteren van de informatiehuishouding binnen de overheid. Hij gaat in gesprek met politici, bestuurders, professionals, praktijkdeskundigen en burgers; hij zoekt daarbij niet de confrontatie. Doel is het gezamenlijk zoeken naar verbeteringen. Kijkers staan daarbij niet aan de kant; zij kunnen tijdens de livestream-uitzending meepraten en hun ideeën naar voren brengen.

Arre Zuurmond

Op voorstel van staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft de ministerraad ingestemd met de instelling van een ‘regeringscommissaris Informatiehuishouding . Als eerste is per januari 2022 benoemd dr. Arre Zuurmond, voorheen gedurende acht jaar Ombudsman (tot september 2021) voor de metropoolregio Amsterdam. Zuurmond was mede-oprichter van de Kafkabrigade in 2004 en was van 2002 tot 2011 bijzonder hoogleraar ‘ICT en de toekomst van het Openbaar Bestuur’ aan de Rijksuniversiteit Leiden. Daarnaast was hij universitair hoofddocent aan de TU Delft waar hij onderzoek deed naar e-government and transformation.

De regeringscommissaris Informatiehuishouding bevordert de uitvoering van het meerjarenplan Open op Orde dat ontwikkeld is ter verbetering en het transparanter maken van de informatiehuishouding van de Rijksoverheid. Het plan is een reactie op het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK).

De Keukentafelsessies

Zuurmond wordt bij de organisatie van de keukentafelsessies ondersteund door de maatschappelijke coalitie ‘Over Informatie gesproken’. Deze coalitie – van start gegaan in november 2021 – bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende overheidsorganisaties, bedrijven en wetenschappelijke en maatschappelijke organisaties. Initiatiefnemers doen mee op persoonlijke titel.

De keukentafelsessies hebben een vaste formule. Tafelgasten zetten een probleem uiteen (probleemstelling). Vervolgens vindt er een tafelgesprek plaats met inhoudelijk betrokkenen en verantwoordelijken (wederhoor). Aansluitend wordt aan de online deelnemers gevraagd om bij te dragen aan de discussie en bij het formuleren van ideeën ter verbetering (discussie). Die ideeën worden plenair gedeeld, waarna Zuurmond een aantal agendapunten formuleert om op te nemen in een plan van aanpak. Het is de bedoeling deze op termijn overheidsbreed te implementeren.

De tien keukentafelsessies worden live uitgezonden en zijn na aanmelding online te volgen. De eerstvolgende is op donderdag 7 juli 2022. Thema is Regie op gegevens. Locatie is nog niet bekend.

Meer info over (deelname aan) de keukentafelsessie op Informatiehuishouding: www.informatiehuishouding.nl/keukentafelsessies-regeringscommissaris

Open op Orde – Generiek actieplan informatiehuishouding Rijksoverheid, Rijksprogramma Duurzaam Digitale Informatiehuishouding (RDDI), maart 2021: https://beroepseer.nl

Rapport: Future Lab – De informatiehuishouding van het Rijk in 2030, door projectteam Reframing Studio in opdracht van het Rijksprogramma voor Duurzame Digitale Informatiehuishouding (RDDI), april 2020: https://beroepseer.nl
Het rapport geeft inzicht in de manieren waarop de overheid informatie gebruikt, nu en in de toekomst.

Rijksprogramma voor Duurzaam Digitale Informatiehuishouding: https://www.informatiehuishouding.nl/

Hieronder video van de eerste Keukentafelsessie van 14 april 2022: Wob-verzoek wordt Woo-verzoek. Aanleiding was het rapport Ondraaglijk traag; Analyse afhandeling Wob-verzoeken. Aan tafel zitten directeur Instituut Maatschappelijke Innovatie Guido Van Enthoven, directeur Open State Foundation Serv Wiemers, Wob-coördinator Bas van Beek van Follow the Money en onderzoeksjournalist Siebe Sietsma van televisieprogramma Nieuwsuur.

U P D A T E

Zesde Keukentafelsessie
Donderdagmiddag 23 februari 2023 vindt de zesde keukentafelsessie plaats (in een reeks van tien) in bibliotheek AanZet in Dordrecht. Onderwerp: Een nieuwe informatiehuishouding vraagt om nieuw gedrag: www.informatiehuishouding.nl/actueel/activiteiten/2023/2/23/keukentafelsessie-6

Keukentafelsessies terugkijken: https://ibestuur.nl/artikel/keukentafelsessies-terugkijken-deze-zomer/

 

Foto helemaal bovenaan: Arre Zuurmond tijdens de eerste keukentafelsessie in Den Haag op 14 april 2022

Een vermanende brief van een zorgverzekeraar en een reactie daarop van een huisarts

Huisarts Peter Staal ontving een vermanende brief, gedateerd 8 juni 2022,  van zorgverzekeraar DSW. Na lezing heeft Staal de brief enigszins veranderd, als ‘aanbeveling’.

Daarop is een reactie gekomen van DSW, op Twitter te lezen, die als volgt luidt:

“Nu we het zo teruglezen komt onze brief inderdaad nogal koeltjes over. Excuses daarvoor! We begrijpen dat zo‘n brief emoties oproept… We weten dat huisartsen voor grote uitdagingen staan en toch elke dag weer vol goede moed patiënten helpen. Onze intenties waren goed: we wilden voorkomen dat patiënten zelf moeten gaan declareren. Complimenten voor jouw herschreven versie trouwens. AH”

De brieven

 


Afbeelding bovenaan is van Stephan

Uitnodiging voor interactief webinar ‘De ambtenaar als gezagsdrager’

U i t n o d i g i n g

A+O Fonds Rijk, de Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen (CMHF) en Stichting Beroepseer nodigen u uit voor een interactief webinar over

De ambtenaar als gezagsdrager


Datum
Donderdag 30 juni 2022
Tijd 15.30 – 17.00 uur. Digitale inloop vanaf 15.15 uur
Medium ZOOM

Elke ambtenaar oefent direct of indirect, zichtbaar of onzichtbaar macht uit. Is dit gegeven voldoende in het Nederlandse ambtelijk bewustzijn aanwezig?  Dat is de vraag, als we zien dat in veel ambtelijke uitvoeringsorganisaties gedurende de afgelopen decennia diep ingesleten is dat de burger vooral ‘klant’ is. Als noch de ambtenaar, noch de burger scherp hebben dat het om een machtsrelatie gaat, kan de dienstverlenende ‘good cop’ opeens veranderen in een onredelijke ‘bad cop’.  Dit is niet bevorderlijk voor het gezag van de ambtenaar en van de overheid als geheel.

Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer en als senior onderzoeker verbonden aan het Èthos instituut aan de VU Amsterdam, heeft zich de afgelopen jaren beziggehouden met onderzoek naar de verhouding tussen macht en gezag in de Nederlandse overheid.  Hij deelt & bespreekt graag enkele van de uitkomsten en hypotheses tijdens het interactieve webinar dat het A+O Fonds Rijk, de sector Rijk van de CMHF en Stichting Beroepseer op donderdag 30 juni 2022 organiseren van 15.30 tot 17.00 uur. Hij gaat graag met u in gesprek over de ambtenaar als gezagsdrager en wat er nodig is om gezagsvol je werk te kunnen doen.

Project Recht op ambtelijk vakmanschap
Dit webinar is onderdeel van het onderzoek naar het recht op ambtelijk vakmanschap, dat Stichting Beroepseer in opdracht van het Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds Rijk (A+O fonds Rijk) uitvoert. De centrale vraag van het onderzoeksproject luidt: Welke voorzieningen zijn er nodig om ambtelijk vakmanschap in de praktijk te ontwikkelen en beschermen?  De resultaten worden gebundeld in een aantrekkelijk geschreven publicatie dat na de zomer zal verschijnen in fysieke en digitale vorm.

Voor wie
Deze bijeenkomst is bedoeld voor ambtenaren: Rijk, provincie, waterschappen, gemeenten), bestuurders, volksvertegenwoordigers en andere geïnteresseerden.

Aanmelden
Deelname aan deze bijeenkomst is kosteloos.
U kunt zich aanmelden bij Maurits Hoenders per e-mail: m.hoenders@beroepseer.nl

VWS stimuleert het ontregelen van de zorg door het toevoegen van nog meer regels

Er is een nieuwe regeling van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in de maak: de subsidieregeling [ont]regelprojecten zorgaanbieders. Voor de regeling van kracht wordt, is er een internetconsultatie. Sluitingsdatum is 27 juni 2022.
Deze subsidieregeling heeft tot doel

“het stimuleren van zorgaanbieders om met de aanpak van regeldruk, in het bijzonder gericht op inkoop- en/of verantwoordingseisen binnen de Zorgverzekeringswet, binnen de eigen zorgorganisatie(s) aan de slag te gaan. De te subsidiëren activiteiten zijn gericht op het schrappen, veranderen, vereenvoudigen of verduidelijken van administratieve processen binnen de eigen organisatie. Goede voorbeelden en geleerde lessen die voortkomen uit de gesubsidieerde [ont]regelprojecten worden actief verspreid om andere zorgaanbieders te stimuleren ook aan de slag te gaan met administratieve lastenverlichting in de eigen organisatie”.

De consultatie is bedoeld voor zorgaanbieders en zorgmedewerkers, branche- en beroepsorganisaties in de zorg. De subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 september 2022 en vervalt per 1 september 2027.

Commentaren

De altijd wakkere, gepensioneerde huisarts en ICT-expert W.J. Jongejan geeft een uitgebreid commentaar op zijn website Zorg ICT Zorgen. Hij begint met zich af te vragen wie er nu gek is bij het lezen van de internetconsultatie? Immers, het aantal regels waaraan men moet voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie om regels te gaan schrappen, is aanzienlijk. Er is een aanvraagformulier, eerst ophalen en dan invullen volgens bepaalde richtlijnen. Men moet een activiteitenplan indienen, een begroting, een zogenaamde ‘de-minimisverklaring’, en een voor publicatie geschikte samenvatting aanleveren. Een heel hoofdstuk wordt gewijd aan voorwaarden waaraan men moet voldoen.

Jongejan:

“Een subsidieregeling met regels om het (ont)regelen te stimuleren. Iedereen weet zo langzamerhand dat de administratieve regeldruk in de zorg huizenhoog is. Zorgverleners zijn regelmatig 40 tot 50 procent van hun werktijd kwijt aan het administreren van hun handelen. Vanuit de zorg ontstond in 2015 de beweging “Het Roer Moet Om”. Bezorgd was men om het vastlopen van de zorg door doorgeschoten marktwerking en de steeds maar uitdijende bureaucratie met absurde regeldruk tot gevolg. Daarna kwam het initiatief “(Ont)regel de zorg” tot stand, gefaciliteerd door de VvAA(Vereniging van Artsen Automobilisten). Dit enthousiaste gebeuren nam het ministerie van VWS over, waarna het vakkundig doodgeknuffeld werd. Helemaal vreemd werd het toen VvAA-voorzitter Cerfontaine als betaald adviseur regeldruk voor de medisch specialistische zorg voor VWS ging werken?”

Belediging

Jongejan maakt op zijn site een samenvatting van wat de subsidieregeling in feite inhoudt, waarna hij concludeert: “Het komt dus neer op het stimuleren van het ontregelen van de zorg door het toevoegen van nog meer regels”.
Hij noemt de ter internetconsultatie voorliggende regeling:

“een belediging voor alle zorgverleners in het veld die lijden onder de administratieve regeldruk. Tegelijk is het een brevet van onvermogen voor het ministerie van VWS zelf die er blijkbaar niet in slaagt zelf de regeldruk in het veld afdoende te laten dalen. Beledigend is het vanwege de opzet waarbij men regeldruk aanpakt met meer regels en voorwaarden. Daarnaast noem ik het totale budget van de regeling een belediging. Slechts tussen de 75 en 125 zorgaanbieders kunnen er praktisch gebruik van maken. De rest die aanvraagt wordt uitgeloot maar heeft wel het paperwerk moeten doen om in aanmerking te komen.
[…]
Deze voorgestelde Subsidieregeling [ont]regelprojecten zorgaanbieders is gewoon tien keer niets en een fopspeen voor de zorgaanbieders. Je krijgt iets om aan te zuigen maar het vult de maag niet”.

Het commentaar van een andere gepensioneerde huisarts is ook niet mals. Herman Suichies schrijft:

“Ik wist niet eens van het bestaan, maar het is inderdaad de volledige gekte op VWS die zich hier openbaart. Wat een onvermogen, wat een volledig losgezongen zijn van de werkelijkheid. De Haagse bubbel van VWS, die er totaal niet in slaagt zelf de regeldruk in het veld te bestrijden. Het is niet alleen beledigend maar getuigt van een ongekende stupiditeit om regeldruk aan te pakken met meer regels en voorwaarden. Kan de bezem door dat ministerie?”

Lees het hele artikel Subsidieregeling met regels om ontregelen van zorg te stimuleren, door W.J. Jongejan, Zorg ICT Zorgen, 7 juni 2022: www.zorgictzorgen.nl/subsidieregeling-met-regels-om-ontregelen-van-zorg-te-stimuleren/

Downloaden Subsidieregeling ontregelprojecten zorgaanbieders, ondertekend door de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder: www.internetconsultatie.nl/ontregelprojecten/document/9115

Internetconsultatie Subsidieregeling [ont]regelprojecten zorgaanbieders: www.internetconsultatie.nl/ontregelprojecten/b1

De jeugd van tegenwoordig en de toekomst

Jongeren maken zich zorgen over hun toekomst. Goed onderwijs, werk, een betaalbaar huis, kinderen krijgen en een leefbare planeet, maar ook hun gezondheid en gelijke kansen: allemaal dingen waarover jongeren nu en in de toekomst onzeker over zijn.
Veertien adviesraden van de regering en het parlement werkten samen aan een inspiratiebundel van artikelen, waarin zij de samenleving en politiek oproepen om te zorgen dat de huidige én toekomstige jonge generaties een hoopvolle toekomst tegemoet kunnen gaan. Titel: Jongeren en het zorgen voor hun morgen.

Aan de bundel is meegewerkt door: Raad voor Volksgezondheid & Samenleving; Nederlandse Sportraad; Sociaal-Economische Raad; Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, Adviescollege ICT-toetsing, Adviesraad Migratie; Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie; Gezondheidsraad; Raad voor Cultuur; Raad voor de leefomgeving en infrastructuur; Raad voor Dierenaangelegenheden; Raad voor het Openbaar Bestuur en Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

Daarnaast is er op verzoek van de Onderwijsraad ook een bijdrage van vier jongerenonderwijsorganisaties, namelijk: het Landelijk Aktie Komitee Scholieren, Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs, Landelijke studentenvakbond en Interstedelijk Studenten Overleg.

Politieke betrokkenheid van jongeren vergroten

Als we kijken naar de politieke betrokkenheid van jongeren, lijkt er sprake van een tegenstelling. Enerzijds hebben veel jongeren de afgelopen tijd hun betrokkenheid laten zien, bijvoorbeeld door de straat op te gaan voor het klimaat. Anderzijds zijn er over hun betrokkenheid ook zorgen, zoals over hun opkomst bij verkiezingen. Hoe deze tegenstelling te verklaren?

De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) leverde met het essay De jeugd van tegenwoordig vertegenwoordigt de toekomst een essentiële bijdrage aan de bundel. Hierin beargumenteert de ROB het belang om de politieke betrokkenheid van jongeren te vergroten. Dat is van grote maatschappelijke waarde, want de jongeren van vandaag zijn de dragers van de democratie van morgen.

De conclusie van ROB

“Het is hoopvol dat er allerlei voorstellen zijn om de politieke betrokkenheid van jongeren te vergroten en uit te breiden, zoals het invoeren van een jongerenparlement en generatietoets. Dat er over een jongerenparlement wordt nagedacht en de generatietoets wordt genoemd in het nieuwe coalitieakkoord biedt een wenkend perspectief. Het zou mooi zijn als we deze lijn kunnen doortrekken door ook de stemleeftijd te deconstitutionaliseren, zodat hier op provinciaal of lokaal niveau experimenten mee mogelijk zijn. Deze maatregel heeft ten opzichte van de andere twee voorstellen ten minste twee voordelen. Ten eerste leren jongeren door op jongere leeftijd te mogen stemmen niet alleen beter wat een democratie is, maar ook wat het betekent om aan een democratie deel te nemen. De beste kweekschool voor de democratie, is de democratie zelf. Daarbij kan deelname aan verkiezingen voor lagere overheden jongeren klaarstomen voor die van hogere overheden en hun levenslange politieke participatie bevorderen. Het voorstel van de ROB maakt het mogelijk hiermee te experimenteren en stelt veel meer jongeren in de gelegenheid om dit te doen dan een jongerenparlement.

Ten tweede zou in lijn met het onderzoek naar de psychologie van rechtvaardigheidspercepties de daadwerkelijke deelname van jongeren aan de democratie de kans kunnen vergroten dat zij bereid zijn om solidair te zijn en blijven met andere generaties. Het laat hen, meer dan een generatietoets die kijkt naar de gevolgen van beleid voor verschillende generaties, daadwerkelijk participeren.
Daarnaast biedt deelname aan verkiezingen jongeren ook de gelegenheid zich te verzetten tegen distributieve of procedurele onrechtvaardigheid.
Wij denken daarom dat een eerdere deelname van jongeren over de volle breedte van de samenleving de beste manier is om jongeren te vormen tot democratische burgers. En dat is uitermate belangrijk, want de jongeren van vandaag zijn de dragers van de democratie van morgen”.

Downloaden hele essay De jeugd van tegenwoordig vertegenwoordigt de toekomst, door Sarah de Lange en Jasper Zuure, Raad voor het Openbaar Bestuur, 23 mei 2022: https://www.raadopenbaarbestuur.nl

Bundel: Jongeren en het zorgen voor hun morgen, 23 mei 2022: www.raadopenbaarbestuur.nl/

Adviesraden hebben zorgen over de morgen van jongeren, Raad voor het Openbaar Bestuur, 23 mei 2022: www.raadopenbaarbestuur.nl/