Skip to main content

Redactie Beroepseer

Hervormingsplannen Landelijke Eenheid politie vallen niet in goede aarde bij politiemedewerkers

Er zijn plannen de Landelijke Eenheid van de politie om te vormen tot twee eenheden. Eén gericht op landelijke operaties en expertise en één op landelijke opsporing. Daarnaast worden er maatregelen genomen om werkcultuur en leiderschap binnen de organisatie structureel te veranderen.
De plannen zijn een antwoord van minister Minister Yesilgöz op het eindadvies van de Adviescommissie voor de Landelijke Eenheid (LE) onder leiding van Bernt Schneiders. Volgens de commissie heeft een groot deel van de problemen bij de politie te maken met de organisatiestructuur. Er zou sprake zijn van een onveilige werkcultuur. Drie werknemers die bij een speciale undercoverafdeling betrokken waren zijn uit het leven gestapt na conflicten op de werkvloer. Bij een aantal afdelingen zou er een pestcultuur en een verziekte sfeer heersen. Vaak werd gewezen naar leidinggevenden.
Minister Yesilgöz heeft na de publicatie van het rapport van de commissie de korpsleiding opdracht gegeven een renovatieplan voor de LE te schrijven waarin de aanbevelingen van de commissie zouden worden opgevolgd.

Forse kritiek

De hervormingsplannen blijken op forse kritiek te stuiten van politiemedewerkers. Een rapport van korpschef Henk van Essen, in oktober 2022 gestuurd naar minister Yesilgöz, voldoet volgens hen niet aan de adviezen van de commissie-Schneiders.
Het radioprograma Argos besteedde een hele uitzending aan de onrust bij de politie op zaterdag 5 november 2022 waarin onder meer werd verteld dat politiebonden bijvoorbeeld niet zijn geconsulteerd over de laatste versie van het transitierapport. Ze voelen zich, kortom, onvoldoende betrokken bij de hervormingsplannen.

Een van hen noemt de transitie een puinhoop: “De korpsleiding is vooral bezig om vriendjes op de juiste posities neer te zetten. Over cultuurverandering heeft niemand het. Het old boys network zorgt nog steeds goed voor zichzelf”.
“Het nieuwste plan van de korpsleiding ziet er beter uit dan de eerste versie. Maar het grote punt blijft dat de lui die er een puinhoop van hebben gemaakt, nu opnieuw op hun posities blijven”.

Nog een politiebron: “In het nieuwe stuk staan nog steeds allerlei punten waar niets van klopt. En waarvan politiemensen zullen zeggen: daar moeten de bonden en de minister niet mee akkoord gaan”.

Meer bezwaren

“Er wordt wel gesproken over nieuwe leiderschapsprofielen, maar hoe die tot stand komen en wie daarop gaat selecteren, dat is nog maar de vraag. En je ziet in de praktijk dat die nieuwe leidinggevenden al gewoon worden aangewezen”.

Als voorbeeld wijzen de politiemedewerkers naar de plaatsvervangend chef van de Landelijke Eenheid, Rob van Bree, die straks waarschijnlijk wordt benoemd tot hoofd van één van de twee diensten waarin de LE wordt opgesplitst. “Hij is eigenlijk gewoon een beschermeling van plaatsvervangend korpschef, Liesbeth Huyzer”, zegt een van de medewerkers.“Daarmee wil ik niet zeggen dat hij ongeschikt is voor die functie. Misschien is hij wel de meest geschikte persoon. Maar als je het vertrouwen wilt terugwinnen van je medewerkers, dan moet je die benoeming wel doen op de manier zoals de commissie-Schneiders het heeft aangegeven. Je moet gewoon netjes het proces volgen. Dat gebeurt nu nog steeds niet”.

De kritiek brengt de korpsleiding in een lastig parket. De politietop ligt al enige tijd onder het vergrootglas van minister en Tweede Kamer, vanwege aanhoudende berichten over ernstige misstanden bij de LE.

Hoe nu verder?

Volgens Argos willen de korpsleiding en het ministerie van Justitie niet inhoudelijk reageren op de kritiek. “Het transitieplan voor de Landelijke Eenheid is af en ligt nu voor advies bij de commissie-Schneiders”, schrijven zij in een gezamenlijke verklaring. “Vervolgens zal het transitieplan zo spoedig mogelijk naar de Tweede Kamer worden gestuurd en kunnen we er ook inhoudelijk op ingaan”.

Luister naar de hele uitzending van Argos: Donkere wolken boven korpsleiding politie, VPRO, 5 november 2022: www.vpro.nl

Rapport Ruimte voor slagvaardig politiewerk, Rijksoverheid, 30 juni 2022: www.rijksoverheid.nl

Landelijke Eenheid van de politie wordt hervormd, Rijksoverheid, 30 juni 2022: www.rijksoverheid.nl

Deel politietop moet weg. Landelijke Eenheid wordt opgesplitst, Algemeen Dagblad 30 uni 2022: www.ad.nl

U P D A T E

Bonden kritisch over transitieplan Landelijke Eenheid
De politiebonden hebben grote moeite met het transitieplan van de korpsleiding van de Nationale Politie voor het opsplitsen van de Landelijke Eenheid. Op maandag 7 2022 november hebben ze minister Yesilgöz van J&V schriftelijk opgeroepen dit plan niet te accepteren. Het is onzorgvuldig tot stand gekomen en doet onvoldoende recht aan de aanbevelingen van de commissie-Schneiders voor deze zeer noodzakelijke reorganisatie.

Lees hier de gezamenlijke brief van de politiebonden: https://politiebond.nl/actueel/nieuws-and-blog/bonden-kritisch-over-transitieplan-landelijke-eenheid/

Bonden kritisch over transitieplan Landelijke Eenheid, Nederlandse Politiebond, 8 november 2022: https://politiebond.nl/actueel/nieuws-and-blog/bonden-kritisch-over-transitieplan-landelijke-eenheid/

Hoe de filosofie van het geven beroepszeer kan verminderen

In de tweede aflevering van De Tussenruimte-serie Mens-zijn in een ontzielde systeemwereld vertelde Thijs Jansen aan Bas Mesters hoe een filosofie van het geven organisaties nieuw leven zou kunnen inblazen. Thijs Jansen is directeur en mede-oprichter van Stichting Beroepseer. Bas Mesters is journalist en programmamaker van De Tussenruimte, sociaal lab en podium voor onafhankelijk debat en dialoog in Den Haag.
Stichting Beroepseer komt op voor het belang van professionaliteit en publiceert regelmatig essays en bundels voor sectoren als onderwijs, gezondheidszorg, jeugdzorg, accountants, politie, wethouders, gemeentesecretarissen en ambtenaren. In oktober 2022 verscheen Het recht op ambtelijk vakmanschap. De Stichting is opgericht in 2006 naar aanleiding van de conferentie Van Beroepszeer naar Beroepseer. Hoe staan we er anno 2022 voor?

Jansen onderzoekt al jaren waarom er zoveel beroepszeer op de werkvloer is. En waarom professionals bijdragen aan beleid dat ze als individuele burger zouden afkeuren.
Mensen willen het goede, maar ze zien steeds minder hoe dat nog te bereiken. Hoe doe je het goede als je werkt voor een instantie die op tal van complexe dossiers vastloopt? Hoe kun je waarheid spreken in een organisatie die onder vuur ligt? Hoe voorkom je beroepszeer en bouw je aan beroepseer?

Je kunt ook je stem verheffen

Jansen: “Het beroepszeer is groter dan ooit. De ontzieling, het verlies aan passie, aan veiligheid voor en vertrouwen in professionals is erger dan ik het ooit zag in vijftien jaar. Dat heeft te maken met de samenleving die in toenemende mate bang is voor de toekomst en op zoek naar controle. Ook in de politiek speelt dit. De verdeeldheid en angst groeien. Het onderling vertrouwen neemt af. Terwijl er juist een enorme behoefte is aan vertrouwen weten we niet meer hoe het te geven”,

Mesters: Deze serie heet Mens-zijn in een ontzielde systeemwereld. Is de systeemwereld ontzield?

Jansen: “Bezieling heeft voor mij heel veel te maken met passie en zingeving. Dat vraagt om bijna instinctieve gerichtheid op iets moois. Iets moois maken en dat zien als een uitdaging en een bijdrage. Dat bezield bijdragen wordt steeds moeilijker nu heel veel bezielde professionals terecht zijn gekomen in een systeemwereld waar KPI’s*), prestatie, en targets de boventoon voeren”.

Zie je al verzet tegen deze ontzieling?

“Ik denk dat de beroepseerbeweging op stoom is gekomen. Je kunt dit illustreren met de exit, voice en loyalty-theorie van Albert O. Hirschman. Er zijn drie manieren van acteren in een organisatie. Je kunt loyaal zijn en doen wat de baas wil. Dat is lang gebeurd. Maar als je je niet veilig voelt of je werk niet goed kunt doen, kun je ook je stem verheffen. Mensen die zich daarbij niet gehoord voelen, verlaten de organisatie en kiezen voor de exit. In 1996 was 3,7 procent van de werkenden ZZP’er, nu 16,6 procent. Dat was het gevolg van flexibiliseringsbeleid, maar het gaat ook steeds vaker om mensen die menen dat zij in die zelfstandige positie betere voorwaarden kunnen creëren voor het werk dat zij willen doen.
Daarnaast zie je ziekteverzuim stijgen, een hele verdrietige exit-optie. In de zorg is het verzuim het eerste kwartaal van dit jaar tot boven de 10 procent gestegen, hoger dan ooit. En in alle sectoren zien we een tekort aan personeel. Werkgevers vragen: Waar zijn al die mensen gebleven? Waar zijn ze naar toe? Maar de organisaties hebben de afgelopen tien, vijftien, twintig jaar echt niet goed gezorgd voor hun personeel. Logisch dus dat ze weg zijn en niet willen terug komen. Ze zijn op zoek naar plekken waar ze beter kunnen werken. Leidinggevende stellen vaak totaal irreële eisen aan de vakman. Dat verziekt de processen, dat leidt tot beroepszeer. Mensen worden vaak niet gesteund”.

De relatie-scheppende kracht van geven en wederkerigheid

Op zoek naar tegengif tegen beroepszeer en verwaarloosde, ontzielde organisaties deed Jansen inspiratie op bij de Franse antropoloog Marcel Mauss. Die schreef honderd jaar geleden een essay met als titel Essai sur le don, dat in het Engels is vertaald The gift. In deze antropologische studie van primitieve beschavingen en hoe zij tot vreedzame samenwerking kwamen, speelde de gift een grote rol bij het scheppen van duurzame relaties. In onze tijd van winstmaximalisatie, kostenbeperking, individualisme hebben we volgens Jansen de relatie-scheppende kracht van geven en wederkerigheid uit het oog verloren.

Waarom is deze filosofie van de gift belangrijk om naar een oplossing te komen?

“Geven vind ik een belangrijk en onderschat thema. Professionals geven nog heel veel in verwaarloosde organisaties, maar dat gebeurt op een eenzijdige wijze en heeft averechtse effecten. Je blijft maar geven aan de patiënten, je blijft maar geven aan de leerlingen, zonder jezelf te beschermen. Dat is een professioneel altruïsme waar heel veel mensen aan stuk gaan.

Interessant aan het essay van Mauss is dat hij geven niet positioneert als een altruïstisch geven, maar als een manier om een relatie op te bouwen, als iets wederkerigs. Als in een primitieve cultuur de ene groep met de andere groep in contact kwam, hing er een enorme spanning in de lucht. De vraag was: wordt dit vechten of een duurzame relatie? Wat je dan zag is dat de relatie werd geschapen doordat degene die op bezoek kwam enorm veel giften meenam en zo probeerde tot een relatie te komen”.

Vakmanschap centraal stellen

Jansens advies om het beroepszeer in publieke organisaties te bestrijden: “Leidinggevenden moeten meer dienend zijn en het vakmanschap van hun mensen centraal stellen. Uitvoerders moeten niet ondergeschikt maar gelijkgesteld worden met beleidsmakers. En individuele werknemers moeten zich organiseren: “Laat van je horen, kom in actie, neem niets voor zoete koek aan. Kies als het moet voor professionele obstructie”.

Hieronder video met het hele gesprek: De Tussenruimte: Thijs Jansen – Van beroepszeer naar beroepseer

Hoe de filosofie van het geven beroepszeer kan verminderen, door Bas Mesters, EMMA, 4 november 2022: https://www.emma.nl/artikelen/hoe-de-filosofie-van-het-geven-beroepszeer-kan-verminderen

De Tussenruimte is een initiatief van EMMA,  onderzoeks-, advies- en participatiebureau waar men zoekt naar oplossingen voor de maatschappelijke vraagstukken van vandaag en morgen.

Remko van der Drift, directeur van Instituut voor Faalkunde: “Als je je op je gemak voelt met falen, verandert je angst in moed”

Stel: je bent ‘Minister van Faalkunde’ en je mag drie dingen op beleidsvlak veranderen wat perfectiestress en faalangst betreft. Welke drie dingen zouden dat dan zijn? En waarom?
De vraag wordt gesteld aan Remko van der Drift, faalkundige en directeur van het Instituut voor Faalkunde. Hij droomt van een maatschappij waarin we vriendelijk, open en begripvol omgaan met de imperfecties van onszelf en elkaar. Waarin we fouten en falen benutten voor een mooiere wereld. Waar voldoende ruimte is voor leren genieten, vernieuwing en compassie.
Van der Drift schreef drie boeken met veelzeggende titels: Fouten maken moet (2013), Fouten maken moed (2016) en Proberen lukt altijd (2020). Het derde boek gaat over perfectiestress, een term die hij heeft bedacht voor de donkere kant van perfectionisme.
Een seizoen lang presenteerde Van der Drift het Faaljournaal op Radio 2 bij Ruud de Wild, waarin hij fouten uit het nieuws besprak. In een interview in het Vlaamse Boeken Magazine naar aanleiding van de publicatie van Proberen lukt altijd zegt hij: “Proberen is een kostbaar goed. Het staat haaks op de verslavende prestatiecultuur waar we in leven”.

Minister van Faalkunde

Maar, wat zou hij doen als hij ‘Minister van Faalkunde’ was?
Van der Drift:

  1. Fouten maken wordt niet meer bestraft. Omdat mensen onder dreiging van een straf ertoe neigen hun fouten toe te dekken.
  2. Scholen gaan hun leerlingen meer vrijheid geven om te spelen en experimenteren.
    In plaats van vakken en cijfers, wat perfectiestress stimuleert, staat de ontwikkeling van het karakter en persoonlijkheid van kinderen voorop. Zodat er een generatie kan opgroeien met minder druk op de prestatieketel.
  3. Media en reclame gaan imperfectie meer ruimte geven.
    Media en reclame schreeuwen het idee van het perfecte leven naar ons toe. Ze doen ons ook geloven dat succes maakbaar is. Ik liep over Utrecht Centraal en het viel me op dat in de helft van de advertenties het woord ‘succes’ of ‘perfect’ stond. Perfecte dag, perfect uitje, succesvolle outfit. Allemaal ‘noodzakelijke elementen’ voor een geslaagd leven. Want geslaagd staat gelijk aan een gelukkig leven. Maar niemand voldoet hier 100 procent aan. Toch is dit het beeld wat we voorgeschoteld krijgen. Je kunt helemaal geslaagd en helemaal gelukkig zijn, als je maar wilt. De boodschap is vaak dan ook: wees succesvol! Media en reclame spreken ons ook continu aan op zelfverbetering. Dat is het verdienmodel van de consumptiemaatschappij: ons doen geloven dat het nog niet goed genoeg is, dat er altijd nog iets is wat we moeten doen of kopen. Door imperfectie meer te tonen kunnen mensen ontkrampen van de succesmaatschappij,

Proberen is belangrijk tegengif voor perfectiestress

Van der Drift heeft ondervonden dat… “proberen wijsheid is. Wij mensen zien proberen vaak als simpelheid, als er niet helemaal voor willen gaan. ‘Ooh, je bent het maar aan het proberen…’ Of heeft het een connotatie van ‘spek en bonen’, dat je het proberen gebruikt om jezelf in te dekken: ‘Ik ben maar aan het proberen hoor jongens, reken me er niet op af’. Je kent vast Star Wars wel. Die sciencefictionfilms die zich afspelen in de ruimte. Fans en kijkers worden door een van de hoofdrolspelers, Yoda, afgeraden om te proberen. Yoda zegt in een scène tegen Luke Skywalker: ‘Probeer niet. Doe het of doe het niet, er is geen proberen’.
Maar niets is minder waar. Proberen is een kostbaar goed. Het gaat over geloof in het proces in plaats van het resultaat. Over tijd nemen om aan te klooien en nieuwe dingen te ontdekken. Dit geloof staat haaks op de verslavende prestatiecultuur waar we in leven. Waarin we denken iets te moeten kunnen voordat we het mogen proberen. Proberen is belangrijk tegengif voor perfectiestress: ontspannen mogen proberen in plaats van gestrest foutloos moeten presteren”,

Lees het hele interview: Remko van der Drift leert ons omgaan met perfectiestress in Boeken Magazine, Instituut voor Faalkunde, 2020: www.instituutvoorfaalkunde.nl/user-files/uploads/2020/10/Persoonlijke-groei.pdf

Instituut voor Faalkunde: www.instituutvoorfaalkunde.nl/

Laat openbare verdediging van proefschrift in Nederland vooral de kers op de taart zijn, en blijven

Wat een mooie dag had moeten worden voor een promovenda, werd een drama. Een juriste aan de Universiteit van Tilburg van wie het proefschrift door de promotiecommissie was goedgekeurd, kreeg na de openbare verdediging van haar proefschrift in november 2021 toch geen doctorstitel. Normaal gesproken is zo’n verdediging ten overstaan van diezelfde commissie een ritueel. Het komt nooit voor dat de promovendus afgaat.

De universitaire wereld was, toen eenmaal bekend werd wat er was voorgevallen, verbijsterd. Volgens emeritus hoogleraar Jan Vranken zou deze weigering van het doctoraat in strijd zijn met alle regels van het promotierecht.

De rol van de openbare verdediging bij promoties

Rob van Gestel heeft zich verdiept in de kwestie en onderzocht de rol van de openbare verdediging bij promoties. Hij schreef er een artikel over in het juridische tijdschrift Ars Aequi van oktober 2022: De openbare verdediging van proefschriften: kers op de taart of spelbreker? Van Gestel is hoogleraar theorie en methode van wetgeving aan de Universiteit van Tilburg en hoogleraar methodologie van juridisch onderzoek aan de Katholieke Universiteit Leuven.
In de Inleiding vraagt Van Gestel: “Wat is eigenlijk de rol van de openbare verdediging van dissertatieonderzoek bij het verkrijgen van een doctoraat?”

Over het antwoord op die vraag is verschil van mening mogelijk. Dit is op het eerste gezicht niet zo vreemd. Wie de promotiereglementen van Nederlandse universiteiten op een rijtje zet, treft namelijk op papier verschillende regelingen aan. Van Gestel behandelt ze in het kort en toont zowel de onderlinge overeenkomsten als de verschillen aan:

“Zo bepaalt het promotiereglement van de Universiteit Maastricht (UM) dat de promotiecommissie een oordeel geeft over het onderzoek, het proefschrift en de verdediging, waarbij het proefschrift het zwaarst weegt. Indien een lid van de commissie hoofdelijke stemming verlangt, dan gebeurt dit; als de stemmen staken, dan wordt het doctoraat juist wel verleend. Verder zijn er universiteiten waarbij uit het promotiereglement volgt dat de verdediging lijkt te mogen meewegen, zonder dat duidelijk wordt gemaakt welk gewicht daaraan mag worden toegekend. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en de Erasmus Universiteit (EUR). Ook zijn er promotiereglementen die de verdediging weliswaar als onderdeel van de promotie vermelden, maar in het midden laten of de verdediging mag meewegen bij de toekenning van het doctoraat. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Open Universiteit (OU),de Universiteit van Wageningen (WUR) en de Universiteit van Tilburg (TiU).
Een bijzondere variant vormt de Universiteit Twente (UT), waarbij in de toelichting bij het promotiereglement wordt opgemerkt dat het in het verleden gebruikelijk was dat commissieleden zich terugtrokken wanneer men niet kon instemmen met toelating tot de verdediging. Dit leidde er dan toe dat de promotiecommissie werd aangepast. Inmiddels wordt het echter zuiverder gevonden dat een commissielid met bezwaren tijdens de verdediging de discussie met de kandidaat aangaat. Daarbij merkt de toelichting op dat dan wel duidelijk moet zijn dat er slechts één lid is met overwegende bezwaren. Dit betekent dat in andere gevallen toelating van de kandidaat tot de verdediging wordt geweigerd om te voorkomen dat de verdediging zou kunnen leiden tot niet­-toekenning van het doctoraat. Hieruit volgt met andere woorden reeds dat men wil voorkomen dat de verdediging
beslissend kan zijn.

Bovenstaande verschillen mogen niet overdreven worden, omdat de praktijk in Nederland al decennia is dat de openbare verdediging een ceremoniële functie heeft.

Dit is anders dan bijvoorbeeld de situatie in het Verenigd Koninkrijk, waar de ‘viva voce’ een mondeling examen is waarvoor men kan zakken en waarbij de (besloten) verdediging nog tot bijstelling van het onderzoek kan leiden. Hierbij geldt dat in Nederland normaliter na toelating van de kandidaat tot de verdediging het doctoraat eigenlijk altijd wordt toegekend. Vandaar dat het ook gebruikelijk is dat het proefschrift schriftelijk goedgekeurd wordt voorafgaand aan toelating tot de verdediging, dat het manuscript met het verslag van het onderzoek doorgaans al gedrukt en vermenigvuldigd is voor de verdediging, en dat de verdediging openbaar is en dus niet in beslotenheid plaatsvindt en bovendien doorgaans veel korter duurt dan in Angelsaksische landen”.

Twijfel gezaaid door Tilburgse casus

Van Gestel: “Over de ceremoniële functie van de verdediging is niettemin twijfel ontstaan naar aanleiding van de openbare verdediging op 5 november 2021 van het proefschrift van mr. N. Swinkels over het Haagse kinderontvoeringsverdrag, met als promotoren prof. mr. P. Vlaardingerbroek en dr. A. Meijknecht. De verdediging verliep, mede door zenuwen en een haperende videoverbinding, niet vlekkeloos, maar volgens de promotoren en enkele toeschouwers die de livestream volgden ook zeker niet uitzonderlijk slecht. Toch besloot de voorzitter van de promotieplechtigheid na een ingelast spoed­overleg met de rector magnificus en een geheime stemming onder de leden van de commissie om het doctoraat (voorlopig) niet te verlenen en om
een herkansing voor te stellen.

Na van de schrik bekomen te zijn, rezen er zowel van de zijde van de promovenda als van die van haar promotoren steeds meer vragen, waarbij de hoofdvraag luidde: kan het eigenlijk (juridisch) wel dat na goedkeuring van het manuscript louter op grond van de openbare verdediging het doctoraat wordt onthouden?”

Bestaande praktijk codificeren

Navraag heeft Van Gestel geleerd dat het rectoren­college vindt dat een situatie zoals die welke zich rond deze Tilburgse promotie heeft voorgedaan, niet voor herhaling vatbaar is. Daarom zouden verschillende universiteiten overwegen om hun promotiereglementen aan te passen: “Dat roept nog wel de vraag op in welke richting die aanpassingen dan zullen gaan. Het meest voor de hand liggend lijkt mij om de bestaande praktijk te codificeren, in die zin dat de openbare verdediging een ceremoniële functie vervult, hetgeen enkel anders is bij de beslissing over toekenning van het predicaat ‘cum laude’, waarvoor ook overigens in de meeste promotiereglementen verzwaarde eindtermen gelden.

Een vergelijking van de promotiereglementen leert dat er weliswaar verschillen bestaan tussen de mate van uitwerking van de weigeringsgronden voor goedkeuring van dissertaties, maar niet voor de openbare verdediging. Geen enkel promotiereglement bevat daarvoor beoordelingscriteria of weigeringsgronden. Dit roept de vraag op hoe promotiecommissies überhaupt zouden moeten motiveren dat een verdediging (net) niet aan de maat is”.

Feestelijk karakter

Van Gestel komt tot de conclusie dat het goed zijn zijn als er één duidelijke lijn wordt getrokken in alle Nederlandse promotiereglementen, waarbij toelating tot de openbare verdediging het finale beoordelingsmoment is. Die verdediging zelf mag vooral een feestelijk karakter behouden. Daarna is er immers nog alle ruimte voor kritische recensies.
Laat de openbare verdediging van proefschriften in Nederland vooral een kers op de taart zijn en blijven in plaats van te verworden tot een potentiële spelbreker die het leven van zowel promovendi als promotoren zuur maakt en die tot nieuwe conflicten zal leiden.

De openbare verdediging van proefschriften: kers op de taart of spelbreker? door Rob van Gestel, Ars Aequi, oktober 2022: https://arsaequi.nl

Sollen met de rechten van een promovendus aan Tilburg University, Jan Vranken, Univers online, 17 december 2021: https://universonline.nl

Verklaring geschorste promotie, Universiteit van Tilburg, 20 december 2021: https://www.tilburguniversity.edu/nl/actueel/nieuws/meer-nieuws/verklaring (niet meer beschikbaar op Tilburg University)

Proefschrift goedgekeurd, maar juriste wordt na verdediging toch geen doctor, door Michel Knapen, Mr. Online, 20 december 2021: www.mr-online.nl

Maatregelen Kinderbescherming dragen bij aan veiligheid en welzijn kinderen

Ongeveer één op de vijf kinderen in Nederland wordt thuis mishandeld. De kinderrechter kan deze gezinnen een beschermingsmaatregel opleggen. Dan worden de kinderen uit het gezin tijdelijk onder toezicht gesteld of uit huis geplaatst. Maar hoe effectief is die aanpak? Uit een meerjarig onderzoek blijkt dat deze maatregelen helpen. Het welzijn van de kinderen neemt toe en de opvoedvaardigheden van de ouders ook. “We zijn op de goede weg, maar de aanpak van kindermishandeling blijft complex”, aldus prof. dr. Majone Steketee.

Uit het onderzoek blijkt dat kindermishandeling afneemt van 83% naar 47% bij gezinnen die te maken hebben met een kinderbeschermingsmaatregel. In een op de drie gezinnen waar kinderbeschermingsmaatregelen zijn getroffen, komt kindermishandeling op den duur helemaal niet meer voor. Deze verbetering is groter dan bij de vergelijkbare gezinnen waar deze maatregelen niet werden getroffen.

Herke Elbers, directeur van de Raad voor de Kinderbescherming: “De uitkomsten van dit onderzoek zijn voor ons zeer relevant. Wij adviseren dagelijks de kinderrechter over het uitspreken van kinderbeschermingsmaatregelen”.

Uniek is dat ouders én kinderen (vanaf 8 jaar) door middel van zelfrapportage een beeld geven van hoe het met hen gaat na het inzetten van een kinderbeschermingsmaatregel. Zij rapporteren over de veiligheid in het gezin, het welzijn van de kinderen en ouders.

Minder kindermishandeling

De resultaten van het onderzoek laten zien dat een kinderbeschermingsmaatregel daaraan zeker een bijdrage levert. Er is na het inzetten van de maatregel minder sprake van kindermishandeling. En ouders zijn beter in staat om hun kinderen op te voeden. “En dat vertaalt zich duidelijk in een verbetering van het welzijn van de kinderen. We kunnen concluderen dat kinderbeschermingsmaatregelen een belangrijk onderdeel zijn van de integrale aanpak die nodig is om het veelkoppige monster dat huiselijk geweld en kindermishandeling is, aan te pakken”, aldus prof. dr. Majone Steketee.

Leerstoel geweld in gezinnen

Steketee voerde het onderzoek naar het effectief beschermen van kinderen uit in het kader van haar leerstoel Intergenerationele overdracht van geweld in gezinnen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In 2018 werd een bijzonder lectoraat ingesteld door de Raad voor de Kinderbescherming, Jeugdzorg Nederland, Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering en het ministerie van Justitie en Veiligheid om meer kennis te verkrijgen over de effectiviteit van de kinderbescherming in Nederland.

Voor het onderzoek zijn 1325 gezinnen waar sprake is van kindermishandeling langere tijd gevolgd. In alle gezinnen is sprake van kindermishandeling. Maar niet bij alle gezinnen werd een kinderbeschermingsmaatregel opgelegd. De 480 gezinnen waarbij een ondertoezichtstelling en/of uithuisplaatsing aan de orde was, werden gevolgd vanaf het moment dat de maatregel door een Gecertificeerde Instelling (GI) werd uitgevoerd. In alle onderzochte gezinnen waarin huiselijk geweld en kindermishandeling speelt, is meer sprake van armoede, werkloosheid en eenoudergezinnen.
Geweld ernstiger

Uit de vergelijking blijkt dat de problematiek in de gezinnen die een maatregel kregen opgelegd, ernstiger is – meer opvoedstress en minder opvoedcompetenties – dan bij de gezinnen zonder maatregel. Ouders hebben veelal zelf een geschiedenis van kindermishandeling (35%). Het problematisch alcoholgebruik van beide ouders is zeer hoog (44%) en ook het overige middelengebruik is hoger dan het algemene Nederlandse beeld.

Majone Steketee: “Het onderzoek biedt hopelijk aanknopingspunten voor de mensen in de dagelijks praktijk om de gezinnen nog beter te gaan beschermen en kinderen die te maken hebben met mishandeling de zorg en herstel te bieden die zij nodig hebben. Het is duidelijk dat er op dit gebied nog veel moet gebeuren. Het gaat zeker niet vanzelf.”

Downloaden rapport Hoe bescherm je kinderen als het thuis onveilig is?, door Majone Steketee en Eline Doelman, Verwey Jonker Instituut/Erasmus Universiteit Rotterdam, 27 oktober 2022: www.verwey-jonker.nl/wp-content/uploads/2022/10/217017-Meerwaarde-Jeugdbescherming.pdf

Persbericht Kinderbeschermingsmaatregelen dragen bij aan veiligheid en welzijn, Floor de Booys, Verwey Jonker Instituut, 27 oktober 2022: www.verwey-jonker.nl

Onderzoek Erasmus Universiteit: Kinderbeschermingsmaatregelen dragen bij aan veiligheid en welzijn kinderen, Raad voor de kinderbescherming, 27 oktober 2022: www.kinderbescherming.nl

Downloaden Infographic meerwaarde jeugdbescherming bij kindermishandeling: www.kinderbescherming.nl/

 

November is ‘Maand van het gezag’

In november 2022 organiseert de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) de Maand van het Gezag. Tijdens deze maand worden verschillende studies over het gezag van de overheid gepresenteerd, waaronder een signalement, een essay en een studie naar praktijkcasussen. Daarnaast publiceert en organiseert ROB diverse blogs, podcasts en bijeenkomsten.

Het is zowel mogelijk om deel te nemen aan één van de activiteiten als om zelf iets te organiseren en de Raad voor het Openbaar Bestuur uit te nodigen.

Wie een idee heeft of graag wil samenwerken met de Raad, wordt verzocht voor meer informatie contact op te nemen via info@raadopenbaarbestuur.nl o.v.v. ‘Maand van het Gezag’.

Doe mee met de Maand van het Gezag! ROB, 19 september 2022: www.raadopenbaarbestuur.nl/actueel/nieuws/2022/09/19/doe-mee-met-de-maand-van-het-gezag

Activiteiten

In het kader van de Maand van het Gezag vindt in De Balie in Amsterdam op 8 november 2022 de bijeenkomst plaats: Desinfornatie, gezag en achterdocht. Zie voor meer info: https://debalie.nl/programma/desinformatie-gezag-en-achterdocht-08-11-2022/

 

Foto bovenaan: de Hofvijver in Den Haag met zicht op het parlement en het Torentje, de werkkamer van de minister-president

‘Met zachte drang’. Proefschrift over hulp aan ouders en kinderen: vrijwillig of gedwongen

Binnen de Nederlandse jeugdhulpverlening komt het voor dat hulpverleners ouders onder druk zetten om ‘vrijwillig’ mee te werken. Soms worden kinderen hierbij ook uit huis geplaatst zonder tussenkomst van een rechter. Vanuit het perspectief van de hulpverlening is hier wat voor te zeggen, maar juridisch gezien zijn er veel zorgen over dit fenomeen dat ‘drang’ wordt genoemd. Denise Verkroost onderzocht het juridische schemergebied waarbinnen drang bestaat. Zij promoveert op 27 oktober 2022 aan de Universiteit van Leiden. Titel van haar proefschrift Met zachte drang.

Naar aanleiding van de promotie en het proefschrift schrijft Tom Jansen op de site van Universiteit Leiden:

In de Nederlandse wet zijn alleen het vrijwillige en het gedwongen kader van jeugdhulpverlening geregeld. Maar soms worden ouders onder druk gezet om‘vrijwillig’ hulp te accepteren. Deze hulp zit tussen vrijwillig en dwang in, en wordt in de hulpverlening ‘drang’ genoemd. Verkroost: “Deze drang is niet bij wet geregeld, en daardoor is het niet duidelijk wat de rechten van de betrokken ouders en kinderen zijn”. Ook is het voor beroepskrachten niet duidelijk wat zij wel en niet mogen doen.

Voor haar proefschrift onderzocht Verkroost de rechtshistorie van de jeugdhulpverlening en jeugdbescherming in Nederland en het internationale mensen- en kinderrechtenkader. Ook heeft zij beschikbare bronnen over het drangkader uitgebreid bestudeerd en heeft zij onderzoek gedaan naar drang in de praktijk.

Wetgeving ontbreekt

Doordat wetgeving ontbreekt, is het voor ouders onduidelijk hoe zij een onafhankelijke partij naar hun situatie kunnen laten kijken. Verkroost: “Bij het gedwongen kader komt er duidelijk een rechter aan te pas. Maar bij het drangkader is dat niet het geval”.

Addertje onder het gras

Als ouders het niet eens zijn met de afspraken of hulpverlening, kan het voor hen moeilijk zijn om zich te verzetten, zo ziet Verkroost. Dat heeft volgens haar te maken met de afhankelijkheidspositie van ouders. “De hulpverleners hebben altijd de mogelijkheid om op te schalen. Ik vraag me sterk af of je als ouder toestemming kan geven voor hulp, als er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie met de hulpverleners.’

Tijdens haar onderzoek zag Verkroost hoe sommige ouders worstelen met het geven van deze toestemming. “Tijdens een overleg met hulpverleners zei een vader: ‘Wat is het addertje onder het gras? Wat gebeurt er als ik niet meewerk?’ Toen werd gezegd dat de Raad voor de Kinderbescherming op de hoogte zou worden gesteld als de vader niet meewerkte. ‘Dus ik ben eigenlijk verplicht om mee te werken’, zei de vader toen. Dat laat goed zien dat je in zo’n situatie niet op een vrije manier toestemming kan geven”.

De grens tussen het vrijwillige en het gedwongen kader van jeugdhulpverlening ligt nu bij het moment dat een kinderrechter een kinderbeschermingsmaatregel uitspreekt. Verkroost stelt voor om ook het vrijwillige kader af te bakenen, namelijk tot waar ouders goed geïnformeerd en vrij toestemming (‘informed consent’) kunnen geven voor de hulpverlening.

Casusregie in plaats van drang

Voor hulp zonder informed consent moet een wettelijke basis komen. Verkroost concludeert verder dat de term ‘drang’ niet meer gebruikt moet worden. In plaats daarvan zou ‘casusregie’ beter weergeven wat er in de praktijk gebeurt. Ook adviseert ze om ouders en kinderen beter te informeren en te betrekken binnen de jeugdhulpverlening. Zelf heeft zij een kindvriendelijke samenvatting van haar proefschrift Met zachte drang opgesteld. Klik hier.

Toeslagenaffaire

In het onderzoek naar de toeslagenaffaire wordt onderzocht hoeveel kinderen van gedupeerde ouders uit huis zijn geplaatst. Een gedeelte van die uithuisplaatsingen vallen binnen het drangkader, maar het is onduidelijk hoeveel dat er zijn. Verkroost: “Daardoor zijn er mogelijk nog veel meer uithuisplaatsingen dan tot nu toe bekend is. Hier is nu nog geen zicht op. Hierbij speelt mee dat er grote verschillen zijn tussen gemeentes en dat geen vaste definities worden gehanteerd”. Dit benadrukt het belang van wetenschappelijk onderzoek naar het drangkader.

Promotie van D.S. Verkroost – Met zachte drang – op donderdag 27 oktober 2022 om 16.15 uur in Academiegebouw te Leiden. Promotie is te volgen via livestream. www.universiteitleiden.nl/agenda/2022/10/met-zachte-drang

Kindvriendelijke samenvatting van proefschrift ‘Met zachte drang’, D.S. Verkroost: www.universiteitleiden.nl

Ouders onder druk gezet om ‘vrijwillig’ mee te werken aan jeugdhulpverlening, door Tom Jansen, Universiteit Leiden, 25 oktober 2022: www.universiteitleiden.nl/

De la Courtprijs 2022 voor Gera ter Meulen: bekroning van uniek onderzoek naar adoptie en pleegzorg

Gera ter Meulen ontvangt de De la Courtprijs 2022 voor haar onderzoek naar adoptie en pleegzorg. Zij richtte een eigen wetenschappelijk kennisbureau op en levert hiermee een knap voorbeeld hoe een onafhankelijk onderzoeker te werk kan gaan, aldus de jury. De prijs beloont onbezoldigd en onafhankelijk onderzoek buiten de gevestigde academische instituties.

Wetenschappelijk onderbouwde en toegankelijke informatie over adoptie en pleegzorg. Dat is de rode draad die door het onderzoek van Gera ter Meulen loopt. Dankzij haar onderzoek is deze informatie beschikbaar voor de politiek, beleid en praktijk.

Gera ter Meulen

Gera ter Meulen richtte in 2017 Kennisbureau ter Meulen op. Daarvoor was Ter Meulen jarenlang onderzoeker en coördinator van het ADOC (Adoptie Driehoek Onderzoeks Centrum) en werkte zij als beleidsmaker ook in de praktijk. Haar bureau maakt wetenschappelijke kennis over pleegzorg, adoptie en tehuiszorg toegankelijk. Met haar Kennisbureau nam Gera ter Meulen het valoriseren van kennis en het doen van onderzoek van het ADOC over en zet dit nog altijd voort.

Ter Meulen is sociaal ondernemer en doet een groot deel van haar werk onbezoldigd. Ze houdt een database bij van wetenschappelijke artikelen en een website over tehuiszorg, pleegzorg en adoptie én schrijft kennisflitsen, blogs, wetenschappelijke artikelen en beleidsreacties.

Mede door haar verbinding van wetenschap en praktijk worden Ter Meulens bijdragen serieus genomen. Zo informeerde zij Kamerleden en minister over lacunes in het rapport van Commissie Joustra over interlandelijke adoptie. Ter Meulen gaf inzicht in dat wat vanuit de wetenschap bekend is omtrent interlandelijke adoptie. Ze pleit voor een wetenschappelijke poot binnen het Expertisecentrum Adoptie en het oprichten van een leerstoel.

De la Courtprijs

De prijsuitreiking vindt plaats op 21 november 2022 tijdens een feestelijke bijeenkomst in het Trippenhuis te Amsterdam. Meer info en aanmelden op KNAW: www.knaw.nl/bijeenkomsten/uitreiking-de-la-courtprijs-2022-aan-gera-ter-meulen

De De la Courtprijs is in 1998, als samenvoeging van de Johan de la Courtprijs en de Pieter de la Courtprijs ingesteld door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).
De prijs – een bedrag van 7.500 euro en een medaille – wordt om de twee jaar uitgereikt voor wetenschappelijk onderzoek in de geestes- en sociale wetenschappen dat onbetaald en zelfstandig is verricht. Hiermee zet de KNAW mensen in de schijnwerpers die op eigen kracht een bijzondere wetenschappelijke prestatie leveren.

Een van de prijswinnaars van voorgaande jaren is Marcel Spierts. Hij ontving de De la Courtprijs 2015 voor zijn proefschrift De stille krachten van de verzorgingsstaat: over de stormachtige ontwikkeling van de sociaal-culturele beroepen na de Tweede Wereldoorlog. Zie video: Sociaal-culturele professionals: Pioniers van de participatie-samenleving: https://beroepseer.nl

Meer info over De la Courtprijs: www.knaw.nl/fondsen-en-prijzen/de-la-courtprijs

De la Courtprijs 2022 voor Gera ter Meulen. Een bekroning van uniek onderzoek naar adoptie en pleegzorg, KNAW. 19 oktober 2022: www.knaw.nl/

Kennisbureau ter Meulen: https://www.kbtermeulen.nl/

Een geslaagde presentatie van ‘Het recht op ambtelijk vakmanschap’

Het was een geslaagde presentatie van het boek Het recht op ambtelijk vakmanschap in het Nationaal Archief in Den Haag op 6 oktober 2022, waar het eerste exemplaar werd overhandigd aan secretaris-generaal Maarten Schurink van het het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Volgens Schurink levert het boek een mooie bijdrage aan een hernieuwd gesprek over ambtelijk vakmanschap.
Aanleiding tot het boek was onderzoek naar de de vraag “Wat is nodig om de positie en het vakmanschap van de ambtenaar te versterken?” Om daar antwoord op te vinden gaf het Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds Rijk (A+O fonds Rijk)*) aan Stichting Beroepseer de opdracht antwoorden te vinden op die vraag en te onderzoeken wat recht op ambtelijk vakmanschap betekent. De bevindingen en concrete, praktische oplossingen zijn nu gebundeld in een boek.

Inspirerende sprekers en positieve reacties

Na de officiële overhandiging in een goed gevulde zaal gaven een aantal auteurs en leden van de redactie van het boek – Erik Pool, Meike Bokhorst, Caroline Raat, Guido Enthoven en Sandra Palmen een korte presentatie over de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen. Namens het bestuur van het A+O fonds Rijk spraken Vries Kool en Aleid Ringelberg over de rol die het Rijk als werkgever heeft in het duurzaam ontwikkelen en versterken van ambtelijk vakmanschap. Volgens projectleider Maurits Hoenders zijn de vele positieve reacties uit de zaal een mooie erkenning voor het onderzoek

Meer rechten en plichten

De rijksambtenaar is de afgelopen decennia steeds meer een normale werknemer geworden. Het lijkt alsof bewindspersonen en de top van ambtelijke organisaties zich het recht op ambtelijk vakmanschap hebben toegeëigend. De kernboodschap van het boek is daarom dat rijksambtenaren in beleid, uitvoering en toezicht het recht en de plicht moeten krijgen om meer groepen te dienen. Burgers, volksvertegenwoordigers en ambtenaren zelf hebben namelijk net zo goed recht op ambtelijk vakmanschap als bewindspersonen.

Bestellen en downloaden

Het recht op ambtelijk vakmanschap is te bestellen in de webshop van Stichting Beroepseer of via de boekhandel. Naast de gedrukte uitgave is het e-book ook gratis te downloaden.

Noot
*) Het A+O fonds Rijk is een onafhankelijke stichting die als werkgever samenwerkt met vakorganisaties die de werknemers vertegenwoordigen, w.o. FNV Overheid, AC Rijksvakbonden, CNV Overheid en de Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen (CMHF). In het bestuur van het A+O fonds Rijk zitten zowel leden van deze vakorganisaties als vertegenwoordigers van de werkgever Rijk.


Thijs Jansen (links) overhandigt het eerste exemplaar van het boek ‘Het recht op ambtelijk vakmanschap’ aan secretaris-generaal Maarten Schurink van het ministerie van BZK

Succesvolle boekpresentatie ‘Het recht op ambtelijk vakmanschap’, A_O fonds Rijk, 14 oktober 2022: www.aofondsrijk.nl/artikel/succesvolle-boekpresentatie-het-recht-op-ambtelijk-vakmanschap/

Boekpresentatie Het recht op ambtelijk vakmanschap, door Jan Jelle van Hasselt, Grenzeloos samenwerken, 7 oktober 2022: https://grenzeloossamenwerken.pleio.nl

Meer info over het boek: ‘Het recht op ambtelijk vakmanschap’ verschenen, door Corné van der Meulen, Blogs Beroepseer, 7 oktober 2022: https://beroepseer.nl/actueel-in-beroepseer/het-recht-op-ambtelijk-vakmanschap-verschenen/

Terugkijken op video

Impressie Boekpresentatie Het recht op Ambtelijk Vakmanschap: https://www.youtube.com/watch?v=yGrbLdQgbY8

Boekpresentatie terugkijken op video: https://www.youtube.com/channel/UCgVPDJUxV_25hXSBkL5YAyg

U P D A T E

Ambtelijk vakmanschap-1: ‘Ik merk dat ik aan het radicaliseren ben’, Overheid van nu, 1 november 2022: www.overheidvannu.nl/actueel/artikelen/2022/11/02/ambtelijk-vakmanschap-1