Skip to main content

Redactie Beroepseer

Beroepsvereniging chirurgen doet goed werk met gegevens patiënten

Het aantal complicaties na een operatie kan omlaag als chirurgen gegevens over patiënten en de behandeling registreren. Door hun eigen cijfers te vergelijken met het landelijk gemiddelde kunnen artsen achterhalen hoe zij de zorg kunnen verbeteren. De drie jaar geleden opgezette registratie voor darmkanker is zo succesvol dat die wordt uitgebreid met andere aandoeningen.

Vandaag maakt de stichting Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA) op een congres de resultaten over 2011 bekend. Chirurgen verzamelden gedetailleerde informatie over bijna negenduizend darmkankeroperaties. Vergeleken met de voorgaande jaren nam het aantal complicaties af. Zo daalde het aantal patiënten bij wie vanwege problemen een nieuwe ingreep nodig was in een jaar tijd met een kwart, naar zevenhonderd. Zorgverzekeraars en het ministerie zijn enthousiast omdat daarmee veel geld kan worden bespaard.
Complicaties leiden immers tot een langer verblijf in het ziekenhuis.

Landelijke databank
Eric Hans Eddes, directeur van de DICA, legt uit dat voor iedere behandelde patiënt tientallen gegevens worden vastgelegd, zoals leeftijd, bijkomende ziekten, stadium van de tumor, uitzaaiingen en type operatie. De chirurgen worden door de beroepsvereniging verplicht mee te doen, zegt Marie-Jeanne Baas-Vrancken Peeters van de Vereniging voor Heelkunde.

De resultaten worden, na een correctie voor onder meer de zorgzwaarte, wekelijks teruggekoppeld naar een landelijke databank die door chirurgen kan worden ingezien.

“Het is heel lastig voor een lokale arts om de grote lijn te zien, zegt Eddes”, chirurg in Deventer. “Daarvoor doe je te weinig behandelingen. Als je het ene jaar geen sterfgevallen meemaakt en het jaar erop wel, denk je al snel dat het toeval is. Pas als je je eigen cijfers naast de landelijke gegevens legt, zie je waar zich eventuele problemen voordoen. Sindsdien kijk ik heel anders naar patiënten. Je wordt steeds kritischer omdat je jezelf met collega’s vergelijkt.”

Succes bij behandeling darmkanker, Ellen de Visser, de Volkskrant, 23 april 2011: www.volkskrant.nl

Website van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde,  de wetenschappelijke beroepsvereniging voor chirurgen en artsen in opleiding tot chirurg: www.heelkunde.nl

Transparantie geen onschuldig fenomeen

Het proefschrift van Erna Scholtes: Transparantie, icoon van een dolende overheid, gaat over het in de politiek en bij bestuurders zeer populair geworden begrip transparantie. Maar de betekenis van het begrip is niet eenduidig.

Erna Scholtes onderzocht meer dan vijfduizend stukken uit de Tweede Kamer tussen 1995-2010 en toont aan dat transparantie evenmin een onschuldig fenomeen is. Politici gebruiken het vaak juist om te verhullen en een daadkrachtige en verstandige indruk te maken.

De studie ontmaskert de veronderstelde heilzame werking van transparantie. Transparantie is een fenomeen dat verheldert, uitlegt, toegankelijk maakt en richting geeft. Het zet aan tot anticiperen en tot reageren. Maar de (grotere hoeveelheid) informatie die transparant is gemaakt, selecteert en verhult net zo goed.
Die ambiguïteit maakt transparantie tot een populair concept in verwarrende tijden, met name voor politici die het gebruiken voor inhoudelijke en politieke doeleinden. Het is te beschouwen als icoon van een dolende overheid.

In haar studie analyseert Scholtes transparantie aan de hand van Kamerstukken die gaan over actuele zaken zoals de benoemingsprocedures voor de vice-voorzitter van de Raad van State, woekerpolissen, klokkenluiders, kwaliteitsindicatoren en kredietbeoordelaars.
Scholtes: “Lenige begrippen als transparantie zijn onmisbaar voor overheid en politici. Het gebruik ervan is dan ook niet af te keuren, maar we doen er goed aan kritisch te blijven op de achterliggende bedoelingen”.
Scholtes breekt een lans voor soortgelijk onderzoek naar andere, eveneens populaire begrippen die te pas en te onpas door politici worden gebruikt, zoals vertrouwen,  verantwoordelijkheid en crisis.

Erna Scholtes (Wateringen, 1958) is sinds 1987 werkzaam als organisatieadviseur voor de publieke sector, eerst bij Bakkenist Management Consultants en nu bij Twynstra Gudde. Ze studeerde Onderwijskunde en Arbeids- en organisatietheorie aan de Rijksuniversiteit Leiden. Na haar studie werkte zij van 1982 tot 1987 als (senior) beleidsmedewerker op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. In 1999/2000 keerde zij tijdelijk terug als adviseur van de inspecteur-generaal van de onderwijsinspectie.

Transparantie, icoon van een dolende overheid, door Erna Scholtes, Universiteit van Tilburg: https://pure.uvt.nl

Verslag bijeenkomst Professie en verbinding

Verslag bijeenkomst Professie en verbinding in de Goed Werk Hub in Utrecht op 12 maart 2012.  Voor deze gelegenheid was te gast als spreker: Peter van Vendeloo, Strategy director bij reclamebureau Roorda, voorheen werkzaam bij de Rijksvoorlichtingsdienst. Hij stond onder andere aan de wieg van de succesvolle BOB-campagne: https://beroepseer.nl

 

 

 

Ontketen de ondernemer in alle werknemers

omslag the great game of businessWaarom weten werknemers zo weinig van hoe de organisatie ervoor staat? Is dat desinteresse, of heeft niemand het ze ooit verteld? the great game of business probeert aan dat laatste wat te doen, met opmerkelijke resultaten.

In 1979 werd Jack Stack aangesteld als fabrieksdirecteur bij International Harvester. Vier jaar later bleek het zo slecht te gaan met de fabriek, dat het moederbedrijf de fabriek wilde sluiten. Tot zijn grote verbazing was niemand binnen het bedrijf op de hoogte van de slechte situatie. Stack nam het bedrijf samen met het personeel over en begon ze te voeden met financiële informatie. Dit vormde het begin van the great game of business

In een filmpje wordt kort uitgelegd hoe the great game of business werkt en waarom het organisaties vleugels geeft. De kern is dat medewerkers zich weer verantwoordelijk gaan voelen voor hun werk en voor de organisatie en weten wat er van ze wordt verwacht. Ze krijgen de resultaten van hun inspanningen direct te zien en proberen die in de vorm van een spel systematisch te verbeteren. Daarmee heeft The Game verwantschap met ‘Lean’, met als belangrijke toevoeging het spelelement, dat een gevoel van competitie in mensen naar boven haalt.

The great game of business heeft sinds kort ook een Nederlandse tak, waardoor Nederlandse organisaties hun medewerkers kunnen betrekken bij de doelstellingen.
Onderdeel van de filosofie is dat de managers in de organisatie het spel zelf in gang zetten en hun medewerkers betrekken bij de organisatiedoelen. De organisatie van the great game of business ondersteunt ze daarbij met informatie, een netwerk en technieken.

In 1994 verscheen het boek The Great Game of Business: Unlocking the Power and Profitability of Open-Book Management geschreven door Jack Stack: www.amazon.com/

The Great Game of Business: www.greatgame.com

Let the games begin, Nieuw organiseren nu, 17 april 2012: www.nieuworganiseren.nu

Hieronder de video The Great Game of Business Manifesto

Verplichte marktwerking in de thuiszorg van de baan

eeste kamer wet agnes kant en renske leijtenGemeenten zijn niet langer verplicht om via openbare aanbesteding de thuiszorg te organiseren. Met de op 17 april 2012 in de Eerste Kamer aangenomen wet van Agnes Kant en Renske Leijten komt een einde aan de gedwongen marktwerking in de thuiszorg.

Leijten: “Dit is een grote overwinning voor alle thuiszorgwerkers die dankzij de ingevoerde commercie onderbetaald worden en voor de cliënten die schoonmaakbedrijven of vele verschillende thuiszorgmedewerkers over de vloer krijgen. Gemeenten kunnen nu kiezen voor kwaliteit en stabiliteit; een enorme verbetering.”

Het kabinet heeft tot het einde toe volgehouden dat huishoudelijke verzorging moet worden gezien als een commerciële dienst die via marktwerking moet worden aanbesteed. De Eerste Kamer zet na de Tweede Kamer een streep door deze redenering. Huishoudelijke verzorging kan uitdrukkelijk als maatschappelijke taak gezien worden en dan eist EU geen marktwerking.

In oktober 2011 steunde de Tweede Kamer drie initiatiefwetten om een einde te maken aan de verplichte marktwerking in de thuiszorg en om een basistarief vast te stellen voor het organiseren van de huishoudelijke zorg.

Lees verder Verplichte marktwerking in de thuiszorg van de baan, SP, 17 april 2012: www.sp.nl

agnes kant stop uitverkoop thuiszorg 3 10 2007 stop uitverkoop thuiszorg den7haag 3 oktober 2007
De manifestatie Stop Uitverkoop Thuiszorg van 3 oktober 2007 op het Plein in Den Haag was georganiseerd door de actiegroep Zorg geen markt, een initiatief van Agnes Kant van de SP (op linkerfoto tweede van rechts). De manifestatie werd ondersteund door de vakbonden Abvakabo/FNV, CNV Publieke Zaak, beroepsvereniging van verpleging en verzporging NU’91, de Unie Zorg en Welzijn en Ouderenbond ANBO. De Stichting Beroepseer was ook van de partij op de manifestatie.
Lees ook (nog) eens het verslag van die dag. Een stukje historie maakt veel duidelijk, plaatst zaken in hun context en laat zien dat een visie hebben, een ideaal nastreven en geduld uitoefenen wel degelijk loont… “Stop uitverkoop thuiszorg”. Verslag van een manifestatie: https://beroepseer.nl

Open Brief aan vakbond FNV van Marcia Luyten

Marcia Luyten, journalist, schreef een Open brief in de Volkskrant van 18 april 2012 aan FNV-bestuurders Agnes Jongerius en Henk van der Kolk en vroeg waarom de vakbeweging het laat afweten op het moment dat ze het meest nodig is:

“Het is op dit roerige moment in onze economische geschiedenis dat ik u een doodeenvoudige vraag wil stellen. Voor het gemak ga ik nu even voorbij aan uw gebrek aan belangstelling voor de grote en groeiende groep op de arbeidsmarkt waartoe ikzelf behoor: de kleine zelfstandigen. Zij vangen de eerste en ergste schokken op de arbeidsmarkt op. Dit doen zzp-ers zonder uitzicht op werkloosheidsuitkering, pensioen, vakantiegeld, tegemoetkomingen in kinderopvang en meestal zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering. De verwachting is dat in 2012 meer dan 50 procent van de hoogopgeleide zzp-ers meer dan een maand zonder opdracht zal zitten. Laat ze, om het nu niet nodeloos ingewikkeld te maken, nog even zitten”.

Lees verder op de site van de Volkskrant: “Geachte leiders, waarom heeft u de vakbeweging vernietigd? door Marcia Luyten, 28 april 2012: www.volkskrant.nl

Gerrit van de Kamp: KNVB en hooligans regeren dit land

Op de site van Binnenlands Bestuur – platform voor ambtenaren en bestuurders – is Gerrit van de Kamp van politievakbond ACP aan het woord. Onder de kop: KNVB en hooligans regeren dit land, trekt hij van leer tegen het functioneren van het openbaar bestuur: “Als je maar genoeg rotzooi trapt op internet mag iedereen zijn eigen feestje vieren, de politie vangt zoals altijd de klappen op. Het cynisme onder de gewone diender stijgt met de dag”.

Van de Kamp was nooit cynisch, maar na maandenlang vergeefs actie te hebben gevoerd voor een betere cao, druipt het sarcasme inmiddels van zijn stem: “Wat hebben wij als politie nu nog te zeggen in dit land? Onze grondrechten worden geschonden, maar wij zullen er niets meer van zeggen, we komen gewoon opdagen als de bestuurders of de KNVB dat willen”.

Maar als de politie al zo cynisch is, hoe moet dat dan met het vertrouwen onder de gewone burgers? Van hen verwacht Van de Kamp al geen rugdekking meer. De zwijgende massa laat letterlijk niets van zich horen: “De mensen die wij spreken zeggen altijd achter onze acties te staan. Totdat ze er zelf last van krijgen. Maar collectief actievoeren betekent toch altijd dat er iemand last van zal hebben?”

Lees ook de reacties op Van de Kamps verhaal. De een vindt dat hij een jankverhaal houdt, een ander is het met hem eens en schrijft dat de relatie met de bestuurders sinds de jaren zestig al verstoord is. Sindsdien wordt het gezag van de politieman ondermijnd. De politie is geworden tot een “tandeloos roofdier”. De diender in het blauw heeft geen rugdekking meer.
Een ambtenaar heeft te doen met de politie en ziet met angst en beven de toekomst tegemoet. Hij vraagt zich af  hoe lang het zal duren voordat er weer een vertrouwensband zal ontstaan tussen de overheid en haar werknemers: “Aan de andere kant: ambtenaren laten het ook gewoon gebeuren”.

Politievakbond: KNVB en hooligans regeren dit land, door Gert van Wijland, Binnenlands Bestuur, 17 april 2012: https://www.binnenlandsbestuur.nl

René Kneyber over Manifestatie Leraren met Lef

Leraar René Kneyber woonde afgelopen zaterdag 14 april 2012 de Manifestatie Leraren met Lef bij. Lees hieronder zijn verslag:

Leraren met Lef bestaat als stichting kennelijk al sinds 2009, maar ik ken ze pas sinds kort door een geretweette post waarbij ze leraren (met lef) zochten die een bijdrage wilden leveren op de manifestatie. Sinds ik met Thijs Jansen en Gabriël van den Brink (auteurs van Beroepszeer en Beroepstrots) werk aan “Gezagsdragers” en een aantal bijeenkomsten van de Goed werk hub bijgewoond heb, ben ik ook gefascineerd geraakt door de beroepstrots en de beroepseer. Het is in vele opzichten de weg vooruit. (zie ook www.beroepseer.nl)

Daarom stond ik vooraan om iets bij te dragen aan deze manifestatie, want ondanks dat Beroepstrots toch echt een baanbrekend boek is, is het onderwijs daarin nog vrij onderbelicht. En hoewel er veel voorbeelden zijn van hoe je beroepstrots de nek omdraait, is het nog niet heel duidelijk hoe je beroepstrots nou aanzwengelt. Het is complexe kost. Deze manifestatie was een mooie kans om de beroepstrots in het onderwijs eens goed op de kaart te zetten.

Vormfout

Om 1000 docenten bij elkaar te krijgen heeft Leraren met Lef een mooie list gevonden. Je mag je niet zelf inschrijven, maar je moet opgegeven worden. In het inschrijfformulier was echter niet duidelijk dat de leraar met lef ook een rekening zou krijgen van 90 euro. Zie hier: https://docs.google.com/spreadsheet/viewform?

Als er sprake is van opgegeven worden, is dat niet netjes om degene die opgegeven wordt met de rekening op te zadelen. Het lijkt me toch dat die naar degene moet die degene opgegeven heeft, bijvoorbeeld de werkgever. Of dat die in ieder geval de administratie mag afhandelen.

Strakke planning, goede sfeer

Desondanks had het dan toch iets bijzonders. Zelf was ik ook opgegeven door mijn rector, los van mijn eigen bijdrage aan het evenement. Ook een aantal andere naaste collega’s hadden een gevoel van waardering, van erkenning, eer, om bij een select groepje aanwezig te zijn. En het werd direct duidelijk gemaakt: Leraren met lef klagen niet, die pakken gewoon aan. Iemand die ik na afloop sprak was ook bij het BON-congres van een week ofzo geleden geweest en hij vertelde me dat het zuurpruimgehalte daar enorm was, terwijl er hier een zeer ontspannen en positieve sfeer hing.

De locatie was bovendien erg mooi, leuk aangekleed en werd het tijdschema strak gevolgd. De organisatie was op andere punten echter wat rommelig. Sprekers bij de workshops waren moeilijk  te verstaan omdat die vaak in dezelfde loods stonden, de thematafels waren bijna onvindbaar en niet te onderscheiden en napraten  aan het einde van de dag liep stroef door de keiharde muziek. Bovendien waren de gasten bij de thematafels ruimte om te projecteren beloofd, maar dat bleek eenmaal ter plaatse onmogelijk en onzinnig.

Leraren met lef moeten goed luisteren

De stichting Leraren met Lef en Inspirezzo kunnen in ieder geval 600 leraren op hun vrije zaterdag naar het midden van het land lokken. Maar wat doe je dan met al die unieke, autonome leraren als je ze eenmaal binnen hebt? Moedig je die dan aan om anderen te inspireren, om het goede voorbeeld te geven, om ze te laten zien wat ze doen?

De enige reden dat er docenten waren in de Fabrique in Maarssen was kennelijk voor bovengenoemden om daar goede sier mee te halen.  Dat ze dat voor elkaar hadden gekregen. Of die docenten ook echt iets aan de dag gehad hebben is volstrekt onduidelijk. Iets wat ook beaamd werd door VK-columnist én docent Ferry Haan, die de organisatie en plein public een gebrek aan agenda verweet (over zijn glansrol later meer).

Zo begon de dag veelbelovend met de drie leraren van het jaar en een juf die veel goed werk gedaan heeft. Prachtig. Het lijkt me dat er op zo’n dag niet genoeg leraren met lef aan bod mogen komen. Daarna schitterden de docenten echter door afwezigheid op het podium. Hierna volgden namelijk Rinnooy Kan en staatssecretaris Zijlstra. Die combinatie was goed gekozen. Als Zijlstra alleen het podium had beklommen was er geen applaus geweest, want een ijzige spanning volgde in de zaal. Dat werd er niet beter op toen hij zich als grote voorstander van professionalisering van docenten en beroepstrots neer zette. De presentator, Ferd van den Eerenbeemt, had hem hier natuurlijk het vuur aan de schenen kunnen leggen, want deze staatssecretaris zadelt docenten die zich laten bijscholen op met enorme langstudeer boetes. Hier lag een enorme kans om een punt te maken over beroepstrots en  hoe je dat faciliteert, maar dit was de eerste grote uiting van gebrek aan inhoud.

Vreemd genoeg beklom een band vervolgens een podium die een lied zong over leraren met lef. Een en ander zou nog te pruimen zijn geweest als dit ook leraren met lef waren geweest, maar de bandleider vertelde trots dat ze allemaal bij adviesbureaus werkten.

Wat volgde waren wat praatjes en lezingen . Maar het was vooral preken voor eigen parochie. Het verhaal van Marcel van Herpen over relatie met leerlingen was bijvoorbeeld goed, zeer goed. Maar aan leraren met lef natuurlijk niet besteed. Ook de opmerkingen van Filip Dochy over dat ICT niks bijdraagt viel goed, maar was natuurlijk overbodige informatie in deze zaal. Vertel dat liever aan al die adviesbureaus.

Cardinale fouten

Na de workshop en lezingen-ronde volgde een laatste plenair deel waar de energie volledig verdween. Hier kwamen de structurele weeffouten pas echt naar voren. Ten eerste startte dit onderdeel met presentator Ferd die het manifest voor ging lezen. Daarin staat wat ‘we’ allemaal gaan doen. Het lijkt me vreemd dat je deze leraren met lef, geroemd en geselecteerd om hun autonomie, gaat vertellen wat ze moeten doen. Want waar het deze mensen nou echt om gaat is wat ze doen op de werkvloer zelf en dat ze zich verre houden van allerlei abstractie-toezeggingen.

Bovendien was het tenenkrommend om iemand die overduidelijk geen docent is, laat staan een met lef, te horen praten over wat ‘we’ gaan doen. Zoals @hminkema op twitter terecht opmerkte: Het is wel lef hebben om je als club van bestuurders en adviseurs leraren met lef te noemen. En zo is het.

Daarna werd er gepraat over hoe het nu verder moet.  Wat gaan we doen met al dit moois? Jammer genoeg werd dan aan iedereen gevraagd behalve de leraren met lef zelf. De geest ging volledig uit de fles toen de PO-raad en de MBO-raad en de lerarenopleidingen hun zegje mochten doen over wat zij aan beleid wilden veranderen. Het ministerie wilde ook graag leraren met lef op de aankomende OESO-summit in Amsterdam hebben. Daar werd op het podium enthousiast op gereageerd, in de zaal niet. Voorzitter Ragna Woodall kreeg sterren in haar ogen, haar blik ging naar de verre toekomst. Ze werd vurig: “Daar moeten we als leraren met lef aanwezig zijn.” Eh, juist. Wie bedoel je ook al weer met ‘we’?

Na een rare vertoning van Boris van der Ham – hij kwam tijdens het gesprek binnen, deed een verkiezingspraatje zonder iets te begrijpen of weten waar hij was, om daarna weer zo snel mogelijk de zaal te verlaten – was het de beurt aan Ferry Haan. Wat zou hij doen als journalist om leraren meer lef te geven?

Ferry Haan als grote winnaar

Het zou natuurlijk raar zijn als de journalistiek zich laat vertellen wat ze moeten schrijven. Bovendien hoort Ferry Haan helemaal niet bij de gevestigde orde en schrijft hij gewoon goede  columns voor de Volkskrant en verzorgt items voor de radio. Maar hij liet zich bovendien ook niets in de mond leggen. In plaats daarvan toonde deze leraar met lef zijn lef en gaf vooral goede kritiek terug. Zo had deze stichting een veel te scherpe lucht van adviseurs om zich heen hangen, nog eens versterkt door zo’n adviseurs all-starsband, en een volledig gebrek aan agenda. ‘Wat gaan ze doen?’ hoorde hij op de radioredactie steeds terug. Het leverde het eerste echte applaus van de tweede plenaire ronde op.

Hierna was de organisatie danig van slag. De presentator liep zichtbaar aangeslagen over het podium zoekend naar repliek en kwam er niet echt meer uit. Voorzitter Ragna Woodall benadrukte nog maar eens dat zij ook docente is en dat het echt ‘van docenten voor docenten was’, yeah right…

Gebrek aan inhoudelijke kennis

Wat er op het podium gebeurde in het tweede deel is typisch voor hoe beroepstrots werkt. Waar bureaucratie en beroepstrots elkaar ontmoeten delft de trots altijd het onderspit. Binnen het tweede plenaire deel ging het over bureaucratie en verdween de energie volledig. De directeur van het IJburg College toonde wat noodzakelijk is om beroepstrots te laten floreren. Val je docenten niet lastig met de eisen van de buitenwereld, en laat de buitenwereld niets weten van wat er intern speelt. De leiding treedt op als een soort transformator. Niemand werd dan ook wijzer van zijn opmerkingen, maar als je Beroepstrots hebt gelezen kon je zijn opmerkingen goed plaatsen. Dat is dus hoe het hoort!

Beroepstrots zal er dan ook niet beter op worden door manifestaties als Leraren met Lef waar adviseurs en deskundigen zichzelf vooral flink op de borst kloppen en grote doelen stellen. Beroepstrots floreert wanneer de professional centraal staat. Die hebben 14 april echter een hele dag braaf in hun stoelen gezeten en met goed fatsoen naar de deskundigen geluisterd. Een gemiste kans dus.

Blog van René Kneyber: www.withitness.nl (Site is opgeheven)

Lees ook het commentaar op de Manifestatie Leraren met Lef van Ferry Haan, docent economie en columnist in de Volkskrant van 18 april 2012:  Docenten met ballen gezocht: www.volkskrant.nl

Aanpak van werkstress in zorgsector

De Inspectie SZW*) gaat vanaf april 2012 controleren hoe instellingen voor zorg en welzijn werkdruk en te lange werktijden van hun medewerkers aanpakken. Ook bekijken inspecteurs of werkgevers of hun mensen wel beschermen tegen agressie van patiënten en hun familieleden.

Volgens de Abvakabo FNV Zorgbarometer van 30 maart 2012 – een kwartaalonderzoek binnen de zorgsector dat wordt afgenomen onder een zorgpanel van 1.500 werknemers in de verschillende zorgsectoren; ziekenhuizen, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg, kraamzorg, gehandicaptenzorg en thuiszorg – maken zes op de tien medewerkers in de gezondheidszorg zich zorgen of zij hun werk als zij ouder zijn nog wel kunnen volhouden. 28 procent denkt zelfs dat doorwerken in de zorg op termijn bijna niet mogelijk is, omdat het fysiek of mentaal te zwaar is.
Zorgmedewerkers vinden hun werk vooral mentaal zwaar, aldus 37 procent van de ondervraagden (44 procent van de mannen tegenover 35 procent van de vrouwen). Dat komt vooral door de hoge werkdruk. Ook het emotionele contact met cliënten of patiënten wordt hier genoemd, met name door de medewerkers in de sector die jonger zijn dan 35 jaar. Verder legt ook de onzekerheid over het baanbehoud een zware druk op zorgwerkers.

Ruim een kwart (27 procent) van de ondervraagden vindt het werk lichamelijk zwaar tot heel zwaar. Dat komt onder meer door werkzaamheden waarbij getild moet worden en het werken op onregelmatige tijden. Van de 250 respondenten die nachtdienst draaien, ervaart bijna de helft fysieke of mentale klachten. Uit eerder onderzoek naar nachtdienst is al gebleken dat dit zo is. Suggesties aan de werkgever om de nachtdienst te verlichten worden ter hand genomen. Te denken valt aan de inzet van meer collega’s tijdens nachtdiensten, goede voeding en gezond roosteren.

De helft van het ziekteverzuim in de sector dat met werk te maken heeft, is het gevolg van werkdruk en agressie. In de sector zorg en welzijn werken ruim 1,2 miljoen mensen. Het is belangrijk dat deze werknemers gezond blijven werken tot aan hun pensioen. In een sector waar door de vergrijzing een personeelstekort dreigt, is het des te belangrijker dat het huidige personeel behouden blijft.
Voor 2012 en 2013 is het aanpakken van werkdruk het belangrijkste speerpunt voor de Inspectie SZW. De wet schrijft voor dat instellingen zelf nagaan of werkdruk de oorzaak is van ziekte of arbeidsongeschiktheid. Bovendien zijn ze verplicht zo nodig maatregelen te treffen.

Ook moet de werkgever met de werknemers regelmatig bespreken of die maatregelen effect hebben. De Inspectie controleert of de instellingen hierin slagen. Doen ze dat niet, dan wordt handhavend opgetreden.  De Inspectie zorgt er zo voor dat instellingen die nog te weinig maatregelen hebben getroffen dat nu snel doen.
Werkgevers, werknemers en ondernemingsraden die willen weten of hun instelling al goed op weg is, kunnen dit controleren aan de hand van de flyers die de Inspectie heeft ontwikkeld. Deze beschrijven wat er van instellingen wordt verwacht.

Levensfasebudget
Abvakabo FNV vindt het belangrijk dat mensen tot aan hun pensioen op een gezonde manier kunnen doorwerken in de zorgsector. Goed gebruik van het levensfasebudget kan hieraan bijdragen.
Inzet van het levensfasebudget kan het aantrekkelijker maken om langer en gezond door te werken. Uit de Zorgbarometer blijkt dat medewerkers hier maar weinig van gebruikmaken.
De vakbond heeft met werkgevers in de zorg afspraken in de cao’s gemaakt over het levensfasebudget. Hierdoor hebben werknemers elk jaar recht op een aantal uren dat zij naar eigen inzicht kunnen inzetten. Het levensfasebudget moet het beter mogelijk maken dat mensen op een gezonde manier langer kunnen doorwerken. Zeker met het oog op de vergrijzing is dat essentieel.

*) SZW is de fusieorganisatie van de Arbeidsinspectie, de Inspectie Werk en Inkomen en de Sociale Opsporings- en Inlichtingendienst

Lees verder op de site van AbvaKabo FNV: Zorgmedewerkers vinden werk mentaal zwaar. Klik hier (Website AbvaKabo FNV is opgeheven).

En op de site van de Rijksoverheid: Inspectie controleert aanpak werkstress in zorgsector, 11 april 2012: www.rijksoverheid.nl (Bericht niet meer beschikbaar op site Rijksoverheid).

Zie flyer: Hollen & stilstaan bij werkdruk, dát maakt zorg beter, Inspectie SZW, 15 maart 2012: www.inspectieszw.nl/sectoren/zorg-en-welzijn/publicaties/brochures/2012/03/15/hollen-en-stilstaan-bij-werkdruk