Skip to main content

Redactie Beroepseer

Toetsgereedschap voor sociale professionals: de Reflectietool

Medio januari 2013 heeft MOVISIE de online versie van de Reflectietool voor sociale professionals gelanceerd. Via een aantal stellingen kunnen zij toetsen of ze werken volgens de vijf belangrijkste kwaliteitskenmerken van de welzijnssector.

Werk ik eigenlijk wel volgens uitgangspunten van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en Welzijn Nieuwe Stijl? Een vraag die veel welzijnsprofessionals zichzelf wel eens stellen. Het is voor hen echter niet altijd eenvoudig om stil te staan bij wat zij doen, hoe zij het doen en of dit het gewenste resultaat oplevert. De Reflectietool is ontwikkeld om hier achter te komen. In tien minuten tijd beantwoorden zij stellingen die te maken hebben met de vijf kwaliteitskenmerken binnen de maatschappelijke ondersteuning, waaronder het versterken van de eigen kracht van burgers. Op deze manier kunnen sociale professionals hun krachten en uitdagingen in kaart brengen. Het daagt hen ook uit om een ontwikkelplan op te stellen en in actie te komen. Bijvoorbeeld door bijscholing of om gebruik te maken van effectieve interventies uit de sector.

Professionaliteit centraal
De Reflectietool is een individueel reflectie-instrument, maar de mogelijkheid tot 360° feedback stimuleert professionals ook om hun ontwikkelpunten te bespreken met collega’s en leidinggevende. De tool is onderdeel van het project Professionaliteit verankerd van MOVISIE dat gericht is op het professioneler maken van de sociale sector.

Ga voor meer info over de reflectietool naar MOVISIE: www.movisie.nl

Reflectietool. Test jezelf op professioneel ondersteunen, MOVISIE: www.movisie.nl.

Autonomie van schoolbestuur ter discussie in Kamerbrief over Amarantis van minister Bussemaker

Minister Bussemaker van Onderwijs heeft aan de Tweede Kamer een brief geschreven met een uitgebreide reactie op het rapport van de Commissie Onderzoek financiële problematiek Amarantis.
De Minister schrijft op 21 januari 2013 dat zij .. “in de komende maanden zal samenwerken met de staatssecretaris aan een onderwijsbrede agenda voor de versterking van de bestuurskracht. In april 2013 ontvangt u hierover een brief…

…Naar aanleiding van het regeerakkoord en onder andere de casussen als Meavita, Vestia en Amarantis kijkt het kabinet ook sectoroverstijgend naar lessen voor financieel beheer, verantwoording en toezicht bij (semi)publieke instellingen. De minister van Financiën is voornemens om in het voorjaar uw Kamer hierover te berichten. Deze lessen kunnen ook implicaties hebben voor het financieel beheer en governance in het onderwijs…

… In deze brief ga ik in op de volgende onderwerpen:

1. Ten eerste stel ik de legitimiteit van onderwijsbestuur aan de orde. Die is door de gebeurtenissen bij de Amarantis Onderwijsgroep en door andere incidenten onder druk komen te staan.
2. Ten tweede zal ik ingaan op het bestuursmodel in de bve-sector*). De keuze voor een bestuursmodel vormt immers het fundament voor goed bestuur en is ook van invloed op mijn reactie op de aanbevelingen van de commissie.
3. Vervolgens reageer ik op het eerste deel van de aanbevelingen van de commissie waarin zij oproept tot een discussie over autonomie van schoolbesturen en de bestuurlijke schaal.
4. Daarna ga ik in op het tweede deel van de aanbevelingen die zijn gericht op versterking van de bestuurskracht.
5. Het slot bevat meer informatie over het vervolgproces”.

*) Bve-sector.: sector voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Lees de hele Kamerbrief met uitgebreide reactie op rapport Amarantis van Minister Bussemaker, Rijksoverheid, 21 januari 2013: https://beroepseer.nl

Op de site van Science Guide is een commentaar te lezen op de Kamerbrief: Wie faalt, moet failliet kunnen gaan, 22 januari 2013: www.scienceguide.nl

Nieuw eigenaarschap in de ruimtelijke ordening

omslag ruimtevolk jaarboek 2012RUIMTEVOLK is een onafhankelijk crossmediaal inspiratieplatform in de ruimtelijke ordening. Ruimtelijke ordening is met een groot aantal spelregels de ruimte planmatig benutten en inrichten, waarbij rekening wordt gehouden met individuele en maatschappelijke belangen. Kortweg: het zo goed mogelijk aan elkaar aanpassen van samenleving en ruimte.
Sinds 2007 faciliteert het platform het ruimtelijk debat door een open en toegankelijk podium te bieden aan inspirerende analyses en visies. RUIMTEVOLK signaleert, agendeert, prikkelt en gelooft in een vernieuw(en)de ruimtelijke ordening en de kracht van kennis en inzichten delen, online en offline.

Op 29 november 2012 vond RUIMTEVOLK Expeditie plaats, een jaarlijks terugkerend innovatiefestival voor nieuwe ruimtelijke vraagstukken. Deze keer werd tevens het vijfjarig bestaan gevierd en het RUIMTEVOLK Jaarboek 2012 gepresenteerd, 188 pagina’s over Nieuw eigenaarschap in de ruimtelijke ordening.

Momenteel ontstaat er ruimte voor kleine initiatieven in de maatschappij die bij elkaar opgeteld een grote beweging teweeg kunnen brengen. De macht is niet meer aan groot, de macht is aan klein. Er is in veel opzichten sprake van een “nieuw eigenaarschap” waarover veel bloggers vanuit verschillende invalshoeken de afgelopen jaren op de site van RUIMTEVOLK hebben geschreven. Over de kansen en perspectieven die dit met zich meebrengt, gaat dit jaarboek, dat bestaat uit een selectie van eerder gepubliceerde blogs, interviews, rondetafelgesprekken en foto-essays. Er zijn bijdragen van gemeentebestuurders, journalisten, ingenieurs, directeuren van woonservicebureaus en welstandsorganisaties, architecten, planologen, kunstenaars, kunstmanagers, gebiedsontwikkelaars, hoogleraren, sociaal geografen, adviseurs stedelijke vernieuwing, communicatieadviseurs, beleidsonderzoekers, stedenbouwers, landschapsarchitecten, een strategisch visualist en anderen.

Een van de  bijdragen is getiteld Van empowerment naar plicht van Freek Liebrand en Sophie Pauwels. Pauwels is werkzaam bij Inicio, adviesbureau voor ruimtelijke en sociale ontwikkeling en beheer. Liebrand studeerde Stadsgeografie en European Urban Cultures en is adviseur stedelijke ontwikkeling bij Inicio. Ze schrijven:
“Nog niet zo lang geleden streefden wij in Nederland naar stijging en impowerment van bewoners. Tegenwoordig wordt juist de verantwoordelijkheid van burgers voor de publieke zaak benadrukt. Maar de overheid en corporaties hebben te hoog gespannen verwachtingen van het overlaten aan burgers.
Professionals zijn hard op zoek naar burgerkracht en maatschappelijk initiatief. De gemiddelde bewoner zit hier niet zo mee. Bewoners vinden zich actief genoeg of nemen een abonnement op de sportschool. Hoeveel bewoners vragen zich af: heb ik burgerkracht?
Zo nu en dan dient zich een succesverhaal aan. Een bekend voorbeeld is buurthuis De Nieuwe Juffer in Utrecht. De Nieuwe Juffer wordt niet alleen volledig door bewoners gerund, maar functioneert zelfs beter dan voorheen. Dit komt omdat een ondernemende houding bij de bewoners in de plaats is gekomen voor de passieve, consumerende houding in de tijd dat de welzijnsorganisatie de dienst uitmaakte. Een ander succesverhaal is dat van Stadslab Leiden, een netwerk van zo’n vierhonderd betrokken, veelal hoogopgeleide en creatieve Leidenaren die in hun vrij tijd geen tv kijken maar hun professionele expertise inzetten voor nieuwe ideeën en projecten voor hun stad. Soms blijven het plannen, maar regelmatig worden de ideeën van Stadslab werkelijkheid of vinden ze hun weg naar beleidsdocumenten.

Actief burgerschap komt vanuit een intrinsieke motivatie

Niet overal slaagt de zoektocht naar burgerkracht. Bewoners uit Amsterdam-Noord keken raar op toen er stickers op de prullenbakken verschenen met het verzoek de prullenbak voortaan zelf te legen. Anders verdwijnen de circa 120 prullenbakken. Maar niet alleen prullenbakken zoeken een adoptieouder. Gemeente Buren haalt vijfhonderd van de negenhonderd lantaarnpalen in het buitengebied van de begroting. Bewoners kunnen voor ruim honderd euro een paal laten branden of een paal gratis op hun erf plaatsen en alle verdere kosten voor hun rekening nemen.
Dit zijn interessante verschuivingen in de taakverdeling tussen overheid en burgers. Soms met succes en soms de plank volledig misslaand. Het is nog zoeken naar de juiste condities waarin het eigenaarschap dat voorheen tot de overheid behoorde succesvol kan worden overgedragen aan bewoners. Een buurthuis runnen kan je lust en je leven zijn, maar een prullenbak verschonen levert een stuk minder voldoening op. Bovendien mobiliseert het adoptieplan weinig collectieve energie, enige verbijstering en verontwaardiging daargelaten.

Actief burgerschap komt vanuit een intrinsieke motivatie om iets voor jezelf – of een groep – voor elkaar te krijgen of om iets voor een ander te betekenen…
… Het collectief eergevoel dat bewoners beweegt om hun straat netjes schoon te maken, ontbreekt als de gemeente bewoners vraagt het voortaan lekker zelf te doen. Zelfbeheer als bezuinigingsopgave is dan ook haast gedoemd te mislukken”.
De auteurs concluderen dat de overheid de taak heeft richting te geven en maatschappelijke intitiatieven te faciliteren. Daar waar het de directe leefwereld van de bewoners betreft – de leefbaarheid en de woonomgeving – daar moeten de wensen en initiatieven van bewoners centraal staan.

De bijdrage van journalist Anouk Eigenraam, Meekakelen over wipkippen, gaat over de kloof tussen de visie van beleidsmakers en burgers. Ze spreken niet dezelfde taal. Een voorbeeld: “In mijn eigen wijk is recent een prachtig plein aangelegd, vast bedoeld als een eyecatcher van de buurt. Een van de lokale ondernemers met een restaurant vertelde me dat ze door de gemeente gelokt was om zich aan het plein te vestigen met de belofte dat het plein een nieuwe hotspot zou worden. Het zag er allemaal ongetwijfeld heel mooi uit op het plaatje van het herontwikkelingsplan. Maar twee jaar later kan de onderneemster amper het hoofd boven water houden door gebrek aan klandizie. Het plein een paar honderd meter verderop, waar al een heel populaire kroeg zit, een delicatessenzaak, een goed restaurant, een leuk koffietentje blijft de meeste klanten trekken”. Conclusie: vraag nu eens echt waar wel, maar vooral ook waar geen behoefte aan is.

Titels van andere bijdragen zijn o.m.: De belofte van de georganiseerde vrijheid; Slow Urbanism als antwoord op de crisis; Leren van hot cities als Berlijn, Kopenhagen en Londen; Werken aan een echte zelfbouwcultuur; Bouwen aan een wijk met een ziel; Het kantoor is dood, lange leven de stad; Het failliet van de woonconsument; Woningmarkt zoekt vrijdenkers; Engagement als antwoord op krimp; De vergeten band tussen stad en platteland.

Het RUIMTEVOLK Jaarboek 2012 is te lezen op: https://issuu.com/ruimtevolk/docs/lecturis_ruimtevolk_def?backgroundColor=%2523222222

Video’s van het festival RUIMTEVOLK Expeditie 2012 zijn te zien op: http://vimeo.com/

Website RUIMTEVOLK: http://ruimtevolk.nl

Lees ook de blog Scienceparken ondermijnen de kracht van de stad – Campussen vormen een bedreiging voor de gewenste fijnmazige functiediversiteit in steden, 9 januari 2013, door Jannes van Loon: klik hier. (Niet meer beschikbaar op site Ruimtevolk. Wel te lezen op site van Magazine over stedelijke en regionale ontwikkeling: https://nlmag.nl/2013/01/09/scienceparken-ondermijnen-de-kracht-van-de-stad/

Intentieverklaring stimulering techniekonderwijs

techniek talent nuTien koepelorganisaties uit het bedrijfsleven en het onderwijs ondertekenen op 22 januari 2013 een intentieverklaring om het door Minister Kamp aangekondigde Techniekpact in de startblokken te zetten. Zij verklaren nauw te gaan samenwerken om het techniekonderwijs in Nederland te stimuleren waar het technisch bedrijfsleven met klem om vraagt. Daarmee lopen ze alvast vooruit op de gesprekken met Minister Kamp die dit voorjaar zullen plaatsvinden.

De intentieverklaring is een initiatief van TechniekTalent.nu, het landelijke samenwerkingsverband van acht technische bedrijfstakken. De verklaring  zal onder meer ondertekend worden door de Sectororganisatie Voortgezet Onderwijs (VO-Raad), Samenwerking Onderwijs en Bedrijfsleven (SBB ), Platform Bèta Techniek, het Landelijke Expertisebureau Meisjes/Vrouwen en Bêta-techniek (VHTO) en Vereniging van docenten techniek (Vedotech).

De ondertekenende organisaties hebben niet willen wachten op Minister Kamp die (pas) dit voorjaar gaat overleggen over een Techniekpact. De organisaties hebben nu zelf de handschoen opgenomen. Samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs is essentieel. Ook om het belang van techniek bij politici te kunnen bepleiten.

Minister Henk Kamp van Economische Zaken kondigde op 17 december 2012 het Techniekpact aan. Het kabinet wil dit pact in 2013 afsluiten met werkgevers, het onderwijs en de vakbeweging om het techniekonderwijs beter te laten aansluiten bij de wensen van het bedrijfsleven.
Direct daaraan gekoppeld kondigde in december 2012 TechniekTalent.nu het Techniek Coach project aan, dat de ambitie heeft om techniekcoaches in te zetten op alle basisscholen en pabo’s van Nederland. Chris van Bokkum, directeur van TechniekTalent.nu: “Het Techniekpact past zeer goed bij de visie van TechniekTalent.nu. Geen nieuwe initiatieven introduceren, maar verbindingen leggen en good practices versterken”.

TechniekTalent.nu is een uniek samenwerkingsverband van bedrijfsleven, opleidingsfondsen, koepelorganisaties en scholen. Met maar één doel: meer instroom en behoud van (jonge) mensen in de techniek. Zie de website: www.techniektalent.nu

 

Staatssecretaris Dekker van onderwijs wil verplichte Cito-toets

Staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker wil scholen gaan beoordelen op hun scores voor de Cito-toets en de toets verplicht stellen. De Tweede Kamer neemt dit voorjaar een besluit over het voorstel de Citotoets te verplichten. Hij hoopt hiermee scholen aan te zetten om hun onderwijs te verbeteren zodat ze beter scoren op de Cito-toets. Een onzalig idee, aldus Jaap Walhout in zijn artikel op de site van Sargasso: De Cito-illusie van staatssecretaris Sander Dekker.

“Vorige week maandag verkondigde de staatssecretaris nog eens in een interview met het TV-programma Radar de boodschap dat hij scholen wil gaan vergelijken op basis van de scores op de Cito-toets. Maar het afrekenen van scholen op basis van leerlingprestaties is net zoiets als een dokter afrekenen op de gezondheid van zijn patiënten. Het doet de realiteit ernstig tekort. Het risico op een averechts effect is levensgroot, omdat Dekker een aantal zaken over het hoofd ziet.

Eenzijdige toetsvorm
De Cito-toets is op meerdere manieren eenzijdig. Zo bepaalt de vorm van een toets wat er met de toets gemeten wordt. Meerkeuzevragen zijn meer gericht op feiten dan op kennis. Verder kan slechts een beperkte set aan vaardigheden en kennis worden gemeten. Een blik op de kerndoelen van het basisonderwijs leert al snel dat lang niet alle leerdoelen met meerkeuzevragen kunnen worden getoetst. Schrijfvaardigheid is bijvoorbeeld beter te toetsen door leerlingen een opstel te laten schrijven dan door ze een paar meerkeuzevragen voor te leggen. Hetzelfde is van toepassing op spelling1).

Sociale context
Een school is een onderdeel van de maatschappij. De instroom van met name basisscholen wordt voor een belangrijk deel bepaald door de geografische lokatie. Een in een zogenaamde ‘prachtwijk’ gelegen school krijgt een ander type leerling, met andere cognitieve vaardigheden, binnen dan een school in een doorsneewijk in Huizen. Zoals de figuur laat zien, heeft de school (leraar en schoolleiding) een grote invloed op de leerprestaties van leerlingen. Echter, de helft van de leerlingprestaties worden verklaard door de karakteristieken van de leerlingen zelf. Heeft een school de pech om veel leerlingen binnen te krijgen uit achterstandssituaties, dan wordt het een stuk lastiger om hoge gemiddelde scores te halen bij de Cito-toets. Ook al scoort een school lager, dan wil dat nog niets zeggen over het leerrendement dat de school heeft behaald”.

teachers-make-a-difference-john hattie

omslag visible learning
Walhout noemt nog een aantal punten die Dekker over het hoofd ziet en concludeert: Niet doen dus, de scholen niet vergelijken op basis van de Cito-toets. Het is een onzalig plan. Het is aan te bevelen dat de staatssecretaris zijn energie steekt in een andere aanpak voor de verbetering van de onderwijskwaliteit, waarvan de werking is bewezen.
Voor een andere aanpak verwijst Walhout naar de Nieuwzeelandse onderzoeker John Hattie die in 2008 zijn boekVisible learning  publiceerde, het resultaat van vijftien jaar onderzoek dat de vraag Wat is goed onderwijs? wil  beantwoorden. Hattie schrijft dat 30% van de schoolprestaties voor rekening komt van de leerkracht: Op de goede leraar komt het aan!


 

Referenties

Lees het hele artikel: De Cito-illusie van staatssecretaris Sander Dekker, door Jaap Walhout op de website van Sargasso, 17 januari 2012.  Klik hier.
Lees ook van Walhout: Slachtoffer van de Cito-toets (6 maart 2011) op Sargasso: http://sargasso.nl

De uitzending van Radar, Cito-toets, met Sander Dekker vond plaats op 7 januari 2013. Zie: https://radar.avrotros.nl

1) De omvang van een onderzoek en de validiteit van de Cito-spellingtoetsen, geschreven door B. Schraven. Klik hier.

John Hattie Visible learning. Een uitgebreid en overzichtelijk artikel over Hattie’s onderzoek verscheen op 3 januari 2013 op de website van het Duitse dagblad Die Zeit: Hattie-Studie: Ich bin superwichtig! Klik hier.

Teachers make a difference – What is the research evidence?, door John Hattie: https://beroepseer.nl

Website Visible learning met video’s van John Hattie e.a. over de invloed van de leraar op de leerlingen: http://visiblelearningplus.com

Voor vertaling van Visible learningLeren zichtbaar maken – zie: https://www.lerenzichtbaarmaken.nl

Scholier heeft twijfels over al die bevestiging en benijdt zijn opa

Scholier Tjeerd schrijft op de blog van Scholieren.com dat zijn generatie almaar zit te wachten op complimenten. Zijn bijdrage is getiteld: “Wij zijn de applausgeneratie”, dat begint:
“Ik surf naar Facebook. Een van mijn vrienden heeft een foto van het konijn van zijn zusje gepost. Vierendertig likes. Een andere vriend plaatste de status “Vanavond parrrrty! Chill man!”. Achttien likes en zeven positieve reacties.

We zijn hier getuige van de applausgeneratie. Een vreselijke generatie waar ik zelf bij hoor.

Vraag je ouders voor de grap eens om je kleutertekeningen. Ieder huishouden heeft dozen vol met kleutertekeningen. De één nog lelijker dan de ander, maar elke nieuwe creatie werd thuis met luid gejuich onthaald. De doos is “voor als je later groot bent, dan mag je het houden.”

En daar zitten we nog op te wachten ook, als applausgeneratie. Want sinds je ouders lyrisch reageerden toen je voor het eerst op het potje plaste, ben je verslaafd aan die bevestiging.

Jong & geweldig
Iedereen onder de achttien met een eigen laptop en een smartphone hoort bij de applausgeneratie. We zijn altijd sneller dan onze ouders geweest op de computer en we kijken al vanaf de peuterspeelzaal naar Pokémon. Ik erger me aan de applausgeneratie omdat ik mezelf erin herken. Ook ík hunker de hele dag naar aandacht en complimenten en doe alles om te laten zien hoe bijzonder ik wel niet ben.

Al mijn facebookberichtjes, al mijn tweets, al mijn terloopse opmerkingen: telkens hoop ik dat iemand tegen me zegt dat ik zo ontzettend goed ben. Want ik kan geweldige stukjes schrijven, schitterende verhalen vertellen en ingewikkelde sommen oplossen. Waarom applaudisseren jullie nou niet?

Scholieren.com-bloggers
Hetzelfde zie ik bij mijn Scholieren.com-collega’s. Ik houd ontzettend van ze, maar intussen zijn wij allemaal wel het toonbeeld van de applausgeneratie. De ene blogger wil stoppen met school omdat-‘ie denkt dat-‘ie alles al weet, de ander wordt Jongere van het Jaar en maakt zijn eigen speelfilm. Er schrijft er één aan een roman, eentje beantwoordt de hele dag zakenmailtjes op zijn smartphone en iemand werkt als manager voor een telecomprovider. En niemand is ouder dan achttien.

Het zijn stuk voor stuk ontzettend coole dingen die onze generatie doet, daar ligt het niet aan. Maar doen we dat stiekem niet ook een beetje omdat we hunkeren naar applaus en elke bijzondere ervaring, elk succesje, elke tien en elk compliment uitgebreid willen delen op Facebook? We willen niet alleen zélf leuk vinden wat we doen, maar ook dat de wereld om ons heen het massaal like’t.

Beter CV dan je opa
We schrijven op dat we “een CV hebben dat langer is dan dat van je opa”. Misschien is het zelfs wel waar. Maar: wat hebben we eraan?

Waarom is mijn generatie een applausgeneratie? Waarom wil ik de hele dag bevestiging? Waarom kan ik niet lekker genieten van mijn successen zonder het aan iedereen te laten weten? Kan ik ook zonder al deze bevestiging? Zou ik zonder alle goedbedoelde schouderklopjes van Facebook een leuker leven kunnen hebben?

Ik zal het niet weten tot ik de leeftijd van mijn opa heb bereikt, denk ik. Opa mag dan een minder CV hebben dan mijn collega’s van zestien, hij doet zijn dingen zonder bevestiging van anderen nodig te hebben. En dat benijd ik ontzettend”.

Ga naar de site van scholieren.com: www.scholieren.com

Amsterdamse gezinsmanager is Jonge Ambtenaar van het jaar

katherine diazKatherine Diaz is tot Jonge Ambtenaar van het Jaar 2013 gekozen tijdens het verkiezingsgala in de Nieuwe Kerk in Den Haag op donderdagavond 17 januari 2013. Diaz won met een speech*) die naar eigen zeggen “uit het hart” kwam. Hoofd bestuursvoorlichting Bartho Boer van de gemeente Amsterdam won de publieksprijs. De twee andere kandidaten waren  Anne-Jan Zieleman, beleidsanalist in het Amsterdamse stadsdeel Oost, en Marjon van Gelderen van de Politie Rotterdam.

Diaz is gezinsmanager bij Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam (BJAA). Zij vertelde hoe ze als meisje van vijf jaar met haar moeder vanuit Colombia naar Nederland kwam, hier niemand kende, de taal niet sprak en hoe een lieve juffrouw van de lagere school zich over haar ontfermde.

Voor het komende jaar heeft Diaz er een taak bij. De winnaar is een jaar dè ambassadeur voor jonge ambtenaren in Nederland: “Ik wil dit jaar de successen van ambtenaren onder de aandacht brengen. Ambtenaren zijn vaak heel bescheiden personen, ze treden niet zomaar met hun successen voor het voetlicht. Dat is jammer, want het is heus niet alleen maar bureaucratie in ons vak”.

De vier finalisten zijn onlangs een actie gestart op Facebook om het stoffige imago van de ambtenaar op te poetsen: I like Ambtenaar.i like ambtenaar De bedoeling is, aldus Bartho Boer in een interview in Metro: …”heel veel ‘likes’ binnen te halen”. Het liefst hadden ze er voor de verkiezingsdag honderdduizend opgehaald. I like Ambtenaar wil een platform bieden waar mensen  terecht kunnen om blijk te geven van hun waardering of om een mening te uiten over “de ambtenaar”.

Noot
*) Eric Gerritsen, directeur van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam, heeft de speech waarmee Katherine Diaz Jonge ambtenaar van het jaar werd op internet gezet: https://deslimmegemeente.pleio.nl/blog/view/18699252/de-speech-waarmee-mijn-gezinsmanager-katherine-diaz-jonge-ambtenaar-van-het-jaar-werd (Website bestaat niet meer)

Katherine Diaz is gezinsmanager. Wat doet een gezinsmanager? Bekijk de video’s op deze site van Beroepseer:
Het ontketenen van kwaliteit in de jeugdzorg, waarin directeur Erik Gerritsen van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam vertelt hoe hij een proces op gang heeft gebracht waarin de jeugdzorgwerkers hun eigen beroep opnieuw moesten uitvinden. https://beroepseer.nl

Nieuwe jeugdzorg is gezinsmanagement, waarin drie gezinsmanagers aan het woord zijn over de nieuwe aanpak in de jeugdzorg.
https://beroepseer.nl

Website Jonge ambtenaar van het jaar: www.javhj.nl (Website bestaat niet meer. Is voortaan: FUTUR, het jonge ambtenarennetwerk: https://futur.nl/javhj)

Update: Lees ook We denken teveel in problemen in plaats van in kansen, 24 januari 2013,  op de site van Republic. Klik hier. (website Republic is opgeheven).

Aanpak agressie en geweld ook taak van gemeenten zelf

Gemeenten moeten meer investeren in samenwerking met politie en het Openbaar Ministerie nu dit haar nut heeft bewezen.
Dat schrijft minister Plasterk naar aanleiding van een evaluatie van de Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA). Die zijn in 2010 gemaakt om geweld en agressie tegen werknemers met een publieke taak aan te pakken.
Gemeenten en andere werkgevers met een publieke taak hebben zelf ook een verantwoordelijkheid en mogelijkheden om aan de slag te gaan, vindt Plasterk. Zij kunnen zelf casemanagers aanstellen, deskundigheid bevorderen en een incidentenregistratie opzetten. Verder breidt Plasterk de ketenintensiveringsregio’s binnen het programma Veilige Publieke Taak (VPT) uit tot een landelijke dekking in 2013.

12 Procent “gemeentewerknemers” deed aangifte
De evaluatie beschrijft de naleving van de afspraken binnen vier beroepsgroepen. Een van die vier beroepsgroepen zijn werknemers van gemeenten. Door de diversiteit van de beroepsgroep is het moeilijk om een algemene uitspraak te doen over de omvang van agressie en geweld tegen de 170.000 werknemers van de gemeenten. Een onderzoek uit 2010 maakte een selectie uit alle functionarissen van werknemers die veel burgercontacten hebben. Daaruit bleek dat 56 procent met geweld of agressie was geconfronteerd. Geëxtrapoleerd komt dat neer op 95.000 mensen. Gemiddeld deed 12 procent van hen aangifte, wat zou neerkomen op 11.000 aangiftes vanuit gemeenten bij de politie.

Gemeenten nemen al maatregelen
In het onderzoek geven gemeenten voorbeelden van preventieve maatregelen die zij al nemen om een veilige werkomgeving voor hun werknemers te creëren. Maastricht maakte de afspraak dat bij risicoklanten bij de sociale dienst standaard een collega aanwezig moet zijn en de beveiliging extra oplet. Deze en andere preventieve maatregelen werken volgens de gemeente goed. ‘Iedere bezoeker ziet nu meteen dat er veel aandacht is voor veiligheid en dat werkt preventief: er is minder overlast en mensen gedragen zich netter.’ Een ander goed voorbeeld is om de informatievoorziening in milieuparken te stroomlijnen en niet via vier verschillende kanalen en met verschillende boodschappen te laten lopen. Dat riep namelijk ook agressie op bij de poort.

Almere werkt aan aangiftegenerator
Een derde voorbeeld komt uit Almere, waar medewerkers op het gemeentehuis een module e-learning op hun computer hebben die hen leert hoe met agressie om te gaan en het ook te voorkomen. De gemeente werkt met het A+O Fonds aan een aangiftegenerator om aangiften te stimuleren en gemakkelijker te maken. Cition, dat parkeertoezicht in Amsterdam uitvoert, geeft in het rapport aan dat meer parkeervergunningen uitdelen dan er parkeerplaatsen zijn een voedingsbodem is voor geweld en agressie tegen parkeerwachters. Ook één norm hanteren en die ook handhaven is belangrijk. Niet alleen wat betreft het eigen gedrag, maar ook over welk gedrag van burgers wordt geaccepteerd.

Politie moet altijd reageren bij verzoek om assistentie
De ministers Plasterk en Opstelten schrijven in de Kamerbrief over de evaluatie dat goede ondersteuning van en informatievoorziening aan slachtoffers door de politie en het Openbaar Ministerie cruciaal zijn voor een succesvolle aanpak. Afspraken worden over het algemeen goed nageleefd, maar er is ruimte voor verbetering. Het rapport doet drie aanbevelingen: de politie moet haar aanpak verbreden, het Openbaar Ministerie moet slachtoffers centraal stellen en de werkgevers moeten investeren in samenwerking met politie en Openbaar Ministerie. In de nieuwe versie van de ELA wordt opgenomen dat de politie altijd reageert bij verzoeken om assistentie bij agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak. Jeugdigen worden zo nodig doorverwezen naar bureau Halt en bij recidive wordt bekeken of gedragsmaatregelen, zoals trainingen en cursussen, kunnen worden opgelegd in aanvulling op straffen.

Lees het hele artikel op de website van Binnenlands Bestuur: Aanpak agressie ook taak van gemeenten zelf, door Wouter Boonstra, 18 januari 2013. Klik hier.
Binnenlands Bestuur is een magazine en een website, zich richtend op ambtenaren en bestuurders bij de overheid. www.binnenlandsbestuur.nl

Downloaden rapport Evaluatie Eenduidige Landelijke Afspraken – Naleving van de ELA door politie en Openbaar Ministerie, 5 december 2012: https://beroepseer.nl

Kamerbrief over evaluatieonderzoek Naleving ELA, 14 januari 2013: https://www.ifv.nl/kennisplein/Documents/20130114-bzk-venj-kamerbrief-over-evaluatieonderzoek-naleving-eenduidige-landelijke-afspraken-ela.pdf (Niet meer beschikbaar)

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.