Skip to main content

Redactie Beroepseer

Neoliberale ideeën van topambtenaren, politici en wetenschappers en hun invloed op de Nederlandse verzorgingsstaat

Volgens Naomi Woltring wordt de term neoliberaal nogal slordig gebruikt – door voor- én tegenstanders: “Voor mij is marktwerking an sich niet neoliberaal, maar wel zodra de overheid ervoor kiest om publieke taken via de markt te laten lopen en het als haar primaire taak ziet concurrentie te bevorderen”.
Naomi Woltring promoveerde 8 december 2023 aan de Universiteit van Utrecht op het proefschrift De marktconforme verzorgingsstaat 1989-2008, een analyse van de invloed van neoliberale ideeën en beleidspraktijken op de Nederlandse verzorgingsstaat.

Draaideur

Tussen 1989 en 2009 vond een verregaande omslag plaats in neoliberale richting van het Nederlandse economisch beleid, het volkshuisvestingsbeleid en het sociale zekerheidsbeleid. De Nederlandse verzorgingsstaat werd ‘marktconform’ ingericht. Deze hervormingen werden geleid door topambtenaren, politici en wetenschappers die behoorden tot een groep die neoliberale aannames deelde.

Zij bestuurden Nederland via een draaideur waarbij ze elkaar telkens tegenkwamen op wisselende posities: de ene keer in toga, vervolgens met partijspeldje op en dan weer met ambtelijke geloofsbrieven in de hand. In die posities dachten zij beleidsideeën uit, vertaalden die naar wet- en regelgeving, handhaafden ze en reflecteerden ze erop. Via die draaideur bevestigden ze elkaars neoliberale ideeën en gaven daaraan een aura van vanzelfsprekendheid.

Operatie Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit

Onder Nederlandse beleidsmakers ontstond zo in de jaren negentig consensus over de noodzaak van een marktconforme verzorgingsstaat. Enkel wat tot de minimale kern van de verzorgingsstaat behoorde, diende de overheid uit te voeren. Zaken waar de overheid zich vanuit neoliberaal perspectief niet mee moest bemoeien, waren aan de markt. De operatie Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit speelde daarbij een belangrijke en tot nu te onderbelichte rol.

Woltring beargumenteert dat deze hervormingen gezien moeten worden als neoliberalisering. Ook stelt ze dat veel van de problemen die nu op de politieke agenda staan, zoals de wooncrisis of toegenomen armoede, wortels hebben in de door haar onderzochte periode

Interview

Marijn Jongsma en Rob de Lange hebben Woltring geïnterviewd voor Het Financieele Dagblad. Hun eerste vraag luidt: U zegt in uw proefschrift De marktconforme verzorgingsstaat dat de neoliberalen beleidsdossiers ‘depolitiseerden’. Wat bedoelt u daarmee?

Naomi Woltring
: “Daarmee bedoel ik dat ze deden alsof er geen politieke keuzes werden gemaakt. Door ingrepen als noodzakelijk voor te stellen doe je alsof ideologie of ideeën geen rol spelen, en dat deden ze wel degelijk. Voor de hervormingen in de jaren 90 worden in wetenschappelijke literatuur meestal drie verklaringen gegeven: ze waren noodzakelijk, ze weerspiegelden de voorkeur van de bevolking en ze waren een logische reactie op eerdere gebeurtenissen.

Maar in al die drie verklaringen spelen de opvattingen van beleidsmakers een onderbelichte rol. Met mijn proefschrift heb ik proberen te laten zien: ze doen er wel degelijk toe. Er was een groep van politici, wetenschappers en topambtenaren die voortdurend rouleerden in hun circuits en zó vanzelfsprekend in de neoliberale beleidsrecepten geloofden, dat andere opties niet meer als reëel werden gezien. Het ging vrij snel één kant uit. Ik wil wel benadrukken: het was geen complot. Maar alternatieve geluiden drongen onvoldoende door in die kleine kring van beleidsmakers”.

Naomi Woltring over de accentverschillen tussen politiek links en rechts:
“Binnen de PvdA had je de derde weg, het CDA pleitte voor de zorgzame samenleving. Binnen de VVD ging het dan weer eerder over een ministelsel voor de sociale zekerheid. D66, CDA en PvdA waren voor het neoliberalisme op ambtelijk niveau het belangrijkst. Laatstgenoemde partijen hadden heel veel topambtenaren. De VVD was toen nog niet zo groot, en beschikte ook over minder ambtelijke posities. Behalve dan bijvoorbeeld Gerrit Zalm, als CPB-directeur en minister van Financiën. Maar de consensus was dat het allemaal meer marktconform moest worden, omdat de verzorgingsstaat te duur was en omdat, als we op die voet zouden voortgaan, Nederland zichzelf uit de markt zou prijzen. De kosten van sociale zekerheid en volkshuisvesting moesten daarom omlaag”.

Lees het hele artikel Neoliberale opmars was het werk van een ‘verbijsterend’ klein groepje, door Marijn Jongsma en Rob de Lange, Het Financieele Dagblad, 10 december 2023: https://fd.nl/economie/1499282/neoliberale-opmars-was-het-werkvan-een-verbijsterend-klein-groepje

Promotie Naomi Woltring. Neoliberalisering van de verzorgingsstaat: https://www.uu.nl/agenda/promotie-naomi-woltring-neoliberalisering-van-de-verzorgingsstaat (Niet meer beschikbaar)/

 U P D A T E

Promotie Naomi Woltring, Radboud Universiteit, 22 december 2023: www.ru.nl/over-ons/nieuws/promotie-naomi-woltring

 

Afbeelding bovenaan is van Gert Altmann

Gesprek met Cobie Groenendijk over rechtszaak tegen gulzig bestuursorgaan NZa naar gegevens van GGZ-patiënten

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kondigde in 2022 een nieuwe regelgeving aan waardoor behandelaars in de GGZ verplicht zijn om zeer indringende privacygevoelige vragenlijsten over de mentale en sociale problemen van hun cliënten op persoonsniveau aan de NZa te leveren. Leveren ze deze informatie niet aan, dan ontvangen ze een boete van de NZa.
De actiegroep Vertrouwen in de GGZ, bestaande uit psychiaters, psychologen en cliënten in de GGZ besloot een rechtszaak aan te spannen tegen NZa. Een van de initiatiefnemers van de actiegroep is psychiater en jurist Cobie Groenendijk.

In een videogesprek met Rogier van Bemmel van platform De Nieuwe Wereld TV legt Groenendijk uit dat de rechtszaak in feite een onderdeel van een groter verhaal is dat al tien jaar in de geestelijke gezondheidszorg speelt: de toenemende interesse van externe partijen zoals zorgverzekeraars en de NZa naar medische gegevens van patiënten. Behandelaars en patiënten maken zich daar behoorlijk zorgen over.

Wij menen dat de overheid haar boekje te buiten gaat

Er is een kort geding geweest en het is nu wachten op de bodemprocedure. De overheid heeft een nieuw financieringssysteem bedacht, omdat de oude, marktgerichte financiering niet goed werkte. De ziekste mensen kregen steeds minder zorg. Dit nieuwe systeem is bedacht om de gelden beter te verdelen. In het verleden ging het om concurreren, niet samenwerken en zoveel mogelijk omzet draaien. Dat liep natuurlijk mis. Er is een nieuw financieringsmodel met een tool bedacht om informatie van patiënten te verkrijgen via een vragenlijst. Dat is de zg. HONOS-vragenlijst. Behandelaars vinden het prima als ze een patiënt een code moeten geven, maar zij hebben wel bezwaar tegen het opsturen van het profiel dat daaruit voortvloeit naar de databank van een bestuursorgaan. Want dat profiel is potentieel – indirect – herleidbaar. Groenendijk: “Daar hebben wij ernstige morele problemen mee en wij menen dat de overheid haar boekje te buiten gaat, omdat er ook andere manieren zijn om gelden te verdelen over de geestelijke gezondheidszorg. We maken ons zorgen dat patiënten hier vrijwel niets van weten. Ook het recht op privacy wordt uitgehold, en wij worden ingezet als dataleveranciers voor de overheid. Dat het niet anoniem gebeurt, maar potentieel herleidbaar is, zonder toestemming van patiënten, daar hebben wij forse problemen mee”.
De vragen gaan erover of je jezelf wel eens beschadigd hebt, in de war of suïcidaal bent geweest. Of: heb je seksproblemen? Hoe is het met je familie? Het gaat om een lijst van een vraag of twintig.

Wat wil de overheid eigenlijk?

Wat denken het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en een bestuursorgaan als NZa als zij de ongeveer 800.000 Nederlanders die geestelijke gezondheidszorg vragen via vragenlijsten volgen in de tijd? Denken zij dat de profielen die uit de vragenlijsten tevoorschijn komen een voorspellende waarde hebben om daarmee een algoritme te trainen waar straks financiële prijskaartjes uit komen rollen?
Dit systeem is bedacht als een nieuwe financieringstool, maar in werkelijkheid gaat het om automatiseren en het algoritme trainen. Het idee is: je komt bij de psycholoog met milde klachten. Dan denkt men te kunnen voorspellen hoe vaak jij naar een psycholoog of psychiater of verpleegkundige gaat, en dat levert vervolgens een prijskaartje op.

Cobie Groenendijk benadrukt dat er geen enkele wetenschappelijke evidence is die kan voorspellen hoe mensen zich gaan gedragen als ze bepaalde klachten hebben: “Dit bestuursorgaan begint hier een data-experiment. […] Dus zonder wetenschappelijke onderbouwing begint de overheid een data-experiment. Wij maken ons zorgen dat we die herleidbare profielen moeten overdragen, zonder dat patiënten daarvan weten en toestemming voor hebben gegeven. Het is ook een inbreuk op je privéleven. En de vraag is waarom de overheid, als ze al wil experimenteren, dat niet gewoon anoniem doet? Waarom doet ze dat niet op geaggregeerd niveau in plaats van helemaal op individueel niveau? Wij vinden het een inbreuk op de privacy en persoonlijke levenssfeer en de vertrouwelijkheid van twee mensen die met elkaar een gesprek proberen te voeren”.

De kern

De rechtszaak van Vertrouwen in de GGZ gaat over de kern van de geestelijke gezondheidszorg. Kan bij een patiënt en een psycholoog of een psychiater als zij elkaar ontmoeten nog de vertrouwelijkheid gegarandeerd worden? En is die patiënt ook een gelijkwaardige partner zoals men dat leert in de geneeskunde? Als je gaat werken met patiënten, aldus Groenendijk, dan heeft de patiënt recht op informatie over het probleem. De patiënt kan na bespreking zijn akkoord al dan niet geven in de vorm van consent. Vertrouwelijkheid, en dat staat ook in de medische beroepseed, is de kern van de geneeskunde, en van de psychologie.

De beroepsgroep krijgt al tien jaar een stroom van verzekeraars en nu de overheid zelf over zich heen “en zet ons flink onder druk, en trapt ook op onze beroepsziel, dat zou ik wel durven zeggen. En de stress die daardoor veroorzaakt wordt, is niet gering”.

Hieronder het hele videogesprek. Duur 53 min.

De Nieuwe Wereld TV is een platform dat mensen uit verschillende disciplines bij elkaar brengt om na te denken over grote veranderingen die op komst zijn door een combinatie van snelle technologische ontwikkelingen en globalisering.

Enkele reacties op de video

‘Dus de gegevens van de cliënt zijn niet privé… de overheid kijkt mee.. en wie weet de verzekeraars. Ik dacht dat er een beroepsgeheim was’.

“Weten jullie nu nog niet waar het om gaat voor de grote instanties, geld is de drijfveer en niets anders. Het gaat niet om de mens“.

‘Patiënt: “Ze bespioneren mij!”
Behandelaar: “Dat klopt… Had u verder nog iets?” ’

‘Ik kan daar maar 1 ding aan toevoegen, ze willen over alles en iedereen de controle’.

‘Waar ik vooral moeite mee heb is dat alle genoemde beroepsverenigingen hierin meegaan. Wiens belangen behartigen zij eigenlijk?’

‘Niet alleen de schuld van de overheid; de meeste behandelaren gaan echt niet uit van een gelijkwaardige relatie’

‘Het is bijna niet mogelijk om een rechtszaak van de overheid te winnen. Maar laten we hopen dat het hier wel gebeurt anders zijn de consequenties gigantisch’.

Zie ook: Steun de actie ‘Vertrouwen in de GGZ’. Tegen de Nationale GGZ-databank van NZa, Blogs Beroepseer: https://beroepseer.nl

Opvattingen van docenten journalistiek wereldwijd over toekomst journalistenvak

De erkenning voor zijn werk komt op een moment waarop desinformatie en nepnieuws het informatielandschap in gevaar brengen. Nico Drok stond aan de wieg van de Paris Declaration on Freedom of Journalism Education en startte op verzoek van Unesco rondetafelgesprekken over journalistiek onderwijs in de 21e eeuw. Drok – wel de ‘Kampenaar met internationale allure’ genoemd – kreeg op 6 oktober 2022 een koninklijke onderscheiding uitgereikt door de burgemeester van Kampen, Sander de Rouwe. Drok werd benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau tijdens een congres ter gelegenheid van het 40-jarige bestaan van de opleiding Journalistiek op hogeschool Windesheim. Drok was daar lector Media & Civil Society van 2009 – 2022. In de periode 2013 – 2020 was hij president van de European Journalism Training Association – EJTA. Tijdens het wereldcongres voor journalistiek onderwijs in juli 2019 in Parijs werd Drok gekozen tot vicevoorzitter van de World Journalism Education Council – WJEC. Als vicevoorzitter van WJEC nam Drok het initiatief tot een baanbrekend, wereldwijd onderzoek naar journalistiek onderwijs.

Met focus op betrouwbaarheid en context

Vanwege de belangstelling voor het onderzoek, presenteerde Drok de bevindingen in december 2021 tijdens een digitale rondetafelsessie gericht op de regio Azië-Pacific en georganiseerd door het Asian Media, Information and Communications Centre. Drok had ontdekt, na een enquête onder 1696 docenten uit 46 landen, dat de meesten vonden dat studenten journalistiek in de huidige tijd moeten worden voorbereid op langzamere vormen van journalistiek, met focus op betrouwbaarheid en context.

De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in een door Nico Drok en Rolien Duiven geschreven boek, gepresenteerd op de conferentie van de International Association for Media and Communications Research (IAMCR) in Lyon, Frankrijk, in juli 2023.

Uit het Voorwoord

“Een van de premissen van het onderzoek is dat samenlevingen niet goed kunnen functioneren zonder het bestaan van professionele journalisten die garant staan voor “een waarheidsgetrouw, volledig en intelligent verslag van de gebeurtenissen van de dag in een context die ze betekenis geeft” (Hutchins, 1947). Journalisten moeten het publiek dienen door een goed inzicht te geven in belangrijke politieke, politieke, economische en sociaal-culturele omstandigheden, door een open en respectvol publiek gesprek, door kritisch te zijn ten aanzien van bronnen en onafhankelijk van gevestigde belangen, terwijl ze hoge ethische normen gebruiken.

De professionele houding, kennis en vaardigheden die nodig zijn voor dergelijke journalistiek zijn niet aanwezig bij de geboorte, maar kunnen alleen worden verkregen door een gedegen opleiding. Ongeacht de specifieke nationale contexten, wordt wat scholen voor journalistiek onderwijzen meestal geleid door het beeld van een ideale journalistiek van de toekomst. Er is een goede reden voor een dergelijke oriëntatie: studenten voorbereiden op de komende decennia vereist een bepaald niveau van normatieve verbeelding van een gewenste toekomst, in de hoop dat wat studenten nu krijgen op lange termijn de journalistieke praktijk zal verbeteren, de kwaliteit van de geproduceerde informatie en in het algemeen zal bijdragen aan de werking en het welzijn van de samenleving.

Deze publicatie presenteert de resultaten van het eerste wereldwijde onderzoek naar de opvattingen van docenten journalistiek over de toekomst van een beroep in transitie. Dit onderzoek is uitgevoerd onder auspiciën van de World Journalism Education Council (WJEC) en met de hulp van veel van haar leden. WJEC is een coalitie van academische verenigingen wereldwijd die betrokken zijn bij journalistiek onderwijs op hoger niveau. Door organisaties uit zes continenten samen te brengen, biedt WJEC
een gemeenschappelijke ruimte voor journalistieke opleiders van over de hele wereld om zich te richten op kwesties die universeel
in de praktijk van het beroep.

Ondanks alle verschillen tussen regio’s en landen, lijken journalistieke docenten over de hele wereld met dezelfde educatieve dilemma’s te maken te hebben. Bijvoorbeeld met betrekking tot:

Concept: leiden we journalisten of media-arbeiders op? Gebruiken we een smal of breed concept van journalistiek?
Deskundigheid: leiden we op om journalistiek te bedrijven of om journalistiek te studeren? Moet het curriculum opgebouwd worden rond vaardigheden of rond reflectie?
Focus: leiden we op voor een beroep of trainen we voor een baan? Moeten we ons richten op de behoeften en belangen van de samenleving of op de behoeften en belangen van de nieuwsindustrie?
Missie: moeten we realistisch of idealistisch zijn? Richten we ons op de journalistiek zoals die zich feitelijk ontwikkelt of zoals we zouden willen dat ze zich ontwikkelt?

Dit soort vragen is een gedeelde uitdaging voor journalistieke docenten over de hele wereld. De manier waarop hiermee wordt omgegaan, wordt beïnvloed door normatieve opvattingen van journalistieke docenten over de toekomstige rol van de journalistiek in de samenleving. Normatieve opvattingen verwijzen niet in de eerste plaats naar de dagelijkse praktijk; ze verwijzen naar professionele aspiraties over hoe de journalistiek en journalisten verondersteld worden een bijdrage te leveren aan de maatschappij. Onderzoek wijst uit dat er wereldwijd een hogere mate van consensus is tussen journalisten met betrekking tot normatieve rollen dan met betrekking tot de feitelijke rol van journalisten in de dagelijkse praktijk, gelet op de beperkingen en de druk waarbinnen ze hun werk moeten doen.

Er lijkt een breed gedeelde ideologie te zijn onder professionele journalisten over de hele wereld, wat wijst op ‘een brede normatieve consensus over de plaats van de journalistiek in het weefsel van sociale instellingen’. Dit roept de vraag op of een dergelijke ‘brede normatieve consensus’ ook wordt gedeeld door journalistieke opleidingen, aangezien zij vorm geven aan de opvatting en invulling van de rol van toekomstige generaties journalisten”.

Het rapport eindigt met de volgende passage:

“Alles bij elkaar schetsen de vele resultaten van dit onderzoek een ingewikkeld maar interessant beeld van de opvattingen van docenten journalistiek over de hele wereld over journalistieke rollen, waarden en kwalificaties. Natuurlijk weten we niet in hoeverre de opvattingen van docenten daadwerkelijk worden vertaald naar het eigenlijke onderwijs. Niet alleen omdat er een kloof kan bestaan tussen idealen en praktijk, maar ook omdat leerkrachten niet de enigen zijn die iets te zeggen hebben over wat er onderwezen wordt. Toch speelt het onderwijs een cruciale rol in het vernieuwingsproces van de journalistiek. De resultaten van dit
onderzoek kunnen een stimulans zijn voor de wereldwijde discussie onder docenten journalistiek over kwalitatief hoogstaand
journalistiek onderwijs en de richting waarin het zich zou moeten ontwikkelen”.

Downloaden Journalistic Roles, Values and Qualifications in the 21st century: how European journalism educators view the future of a profession in transition, door Nico Drok en Rolien Duiven, Windesheim, Zwolle, 2023: https://wjec.net/wp-content/uploads/2023/07/WJEC-survey-.pdf

Lector Nico Drok benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau, Windesheim, 6 oktober 2022: www.windesheim.nl/nieuws/2022/oktober/lector-nico-drok-van-windesheim-benoemd-tot-officier-in-de-orde-van-oranje-nassau

Downloaden Paris Declaration on Freedom of Journalism Education, adopted by the WorldJournalism Education Congress in July 2019, IPDC, september 2020: https://beroepseer.nl/

Palliakit landelijk vergoed door alle zorgverzekeraars

In de regio Gorinchem voerde zorgverzekeraar VGZ een pilot uit met de Palliakit, in samenwerking met Buurtzorg, Zorggroep HenZ en Kwaliteitskring apotheken Gorinchem. De Palliakit is een box die middelen bevat om snel te kunnen handelen als bij palliatieve patiënten, die in de terminale fase zijn gekomen, een plotse verslechtering of een acuut probleem optreedt. In dat geval moet direct geschakeld worden met huisarts en apotheek om alle benodigde zorg te kunnen leveren.
De Palliakit is bedacht door huisarts Laurens van Ede uit Werkendam.
Zorgverzekeraars Menzis, Zilveren Kruis en CZ hebben in november 2023 besloten de Palliakit landelijk te gaan vergoeden. Voor  de palliatieve zorg aan huis betekent dat een grote doorbraak, veroorzaakt door wijkverpleegkundige Jennifer Bergkamp en Sander de Hosson, longarts en motor achter het expertisecentrum voor palliatieve zorg Carend.

Rustig thuis sterven

Verslaggever Michiel van der Geest schrijft in de Volkskrant in het artikel Rustig thuis sterven zonder administratief gedoe dankzij de vinding van een dorpsdokter, hoe de doorbraak tot stand kwam: “Bergkamp schrijft begin dit jaar op LinkedIn de frustratie van zich af. Nu heeft ze alweer úren moeten bellen om het juiste incontinentiemateriaal te kunnen bestellen voor een cliënt in de laatste dagen van haar leven. Zij mag niet zomaar bestellen wat nodig is, nee, dat gaat via formulieren en incontintentieprofielen en vragenlijsten en het hulpmiddelenaanvraagsysteem. Als een cliënt blaasontsteking heeft – en dus meer incontinentiemateriaal verbruikt – dan heeft het systeem daar geen boodschap aan.

Bergkamp verwoordt haar woede zo eloquent dat zij diezelfde week mag aanschuiven bij het praatprogramma Op1. Zo komt ze in contact met Sander de Hosson, longarts en ’s lands bekendste pleitbezorger van menswaardige palliatieve zorg. Hun doel: zorgverzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit ervan doordringen dat er in de palliatieve zorg te veel misgaat. Als zij over de Palliakit horen, besluiten ze hun energie daarin te steken: vergoed deze vinding, is hun pleidooi.

Maar we wisten dat de problemen breed speelden, zegt De Hosson. ‘Ik houd wekelijks wel een praatje ergens in het land over palliatieve zorg. Na elke bijeenkomst gingen tientallen handen de lucht als ik verpleegkundigen vroeg wie er problemen had om de juiste materialen op tijd bij de stervende patiënt te krijgen.’

De ommekeer komt, toch nog onverwacht, begin november als De Hosson op een congres een volle zaal filmt als hij zijn gebruikelijke vraag stelt. Bijna alle aanwezige wijkverpleegkundigen steken hun hand op. De Hosson: ‘Ik zette het filmpje op de sociale media, en binnen 24 uur had ik drie grote verzekeraars aan de lijn’.”

En zo kon het gebeuren dat vanaf 1 januari 2024 naast zorgverzekeraars VGZ en DSW, ook Menzis, CZ en Zilveren Kruis de Palliakit vergoeden.

Rustig thuis sterven zonder administratief gedoe dankzij de vinding van een dorpsdokter, door Michiel van der Geest, de Volkskrant, 7 december 2023: https://www.volkskrant.nl (achter betaalmuur).

Interview met huisarts Laurens van Ede, door Sander de Hosson, Carend – Centrum voor Palliatieve zorg, 21 september 2023: https://carend.nl

Grote doorbraak: Palliakit landelijk vergoed door alle zorgverzekeraars, Carend, 24 november 2023: https://carend.nl/artikel/palliakit-landelijk-vergoed-door-zorgverzekeraars

Op 1 februari 2024 start Carend met een uitgebreide leergang Palliatieve Zorg voor de VVT – Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg in Nijmegen, Maastricht en Zwolle. Tijdens vier fysieke bijeenkomsten leren deelnemers over veel deelaspecten van de proactieve en palliatieve zorg en de zorg in de stervensfase. Meer info op https://carend.nl/artikel/leergang-palliatieve-zorg-voor-de-vvt-start-1-februari-in-nijmegen-zwolle-en-maastricht

Wat zit er in de palliatieve kit?  Video door ‘Tommie in de zorg’: www.youtube.com/watch?v=3bSq8wuCBUc


De Arbeiderspers heeft in november 2023 aangekondigd het boek Slotcouplet te herdrukken, voor de zestiende keer. Slotcouplet – Ervaringen van een longarts, door Sander de Hosson werd gepubliceerd in 2018: www.singeluitgeverijen.nl/de-arbeiderspers/boek/slotcouplet/

Sander de Hosson is voortrekker van stichting Beroepseer

 

Foto geheel bovenaan: Palliakit: https://carend.nl/artikel/protocol-palliakit-palliatieve-kit-hier-te-downloaden

Terugblik op symposium ‘Leiders in de storm’

Op initiatief van de overheidsprogramma’s Grenzeloos Samenwerken (GS) en Dialoog & Ethiek (D&E) vond op 12 oktober 2023 een symposium plaats voor leiders bij de rijksoverheid. Dialoog en Ethiek is erop gericht een ‘veilige gesprekscultuur te creëren waarin ambtenaren ethische kwesties en morele spanningen kunnen bespreken’ om de overheid ‘moreel sterker te maken’. Grenzeloos Samenwerken is een rijksbreed programma voor opgavegericht samenwerken over de grenzen van departementen, uitvoeringsorganisaties en bestuurslagen heen, en het versterken van ambtelijk vakmanschap. Vragen die vroegen om een antwoord waren: Hoe zorg je als ambtelijk leider dat jouw organisatie ‘goed werk’ doet? Is er ruimte voor tegenspraak en maatschappelijk debat? Wat is je rol bij het beschermen van de democratie?

Locatie van het symposium was de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW) in Leusden, waar de organisatoren een klassiek Grieks symposium hadden gebouwd rond het thema Leiders in de storm. Tijdens het symposium presenteerde programmadirecteur Erik Pool van Dialoog & Ethiek twee boeken: Praktijkboek Macht en moed  waaraan ambtenaren, bestuurders en kunstenaars meewerkten, en het theorieboek Macht en moed – Ambtelijk vakmanschap en de kunst van het tegenspreken. Beide titels zijn in gedrukte boekvorm uitgegeven door ISVW.

Bedoeld voor ambtelijke leiders

Het symposium stond onder leiding van twee dagvoorzitters: Winnie Hänschen van Dialoog & Ethiek en Martijn Jebbink van Grenzeloos Samenwerken. Sprekers waren naast Erik Pool en diverse ambtenaren schrijver Ilja Leonard Pfeijffer en cabaretier Freek de Jonge. Alida Oppers bijvoorbeeld gaf een lezing en werd geïnterviewd over ‘lerend vermogen’: “Leren leren, dat is binnen het onderwijs een bekende kreet. Uitgerekend binnen die sector zou je dan ook verwachten dat ‘fouten maken mag’. Toch is dat niet vanzelfsprekend”. Oppers is inspecteur-generaal van het Onderwijs bij de Inspectie van het Onderwijs. Filosoof en pleitbezorger van de socratische methode Jos Kessels sprak over het reflectief vermogen van de mens: ‘Op zoek naar het goede om te doen’. Hij zei dat een goed gesprek nog niet zo eenvoudig was. “Je moet wel bepaalde technieken beheersen”.

Freek de Jonge nam het eerste exemplaar van het Praktijkboek Macht en Moed in ontvangst. De Jonge’s zorgen over de overheid zijn terug te brengen tot een enkele gedachte die aansluit bij het thema van het symposium: “Want de politiek biedt geen grote kaders meer, en levert geen grote bestuurders meer op. Het wordt karig. Zijn er nog figuren die leiding kunnen geven?” De Jonge verraste de zaal tenslotte met een korte vertelling over een spinnengezin dat voortdurend het licht zoekt maar steeds weer opgezogen wordt en in het duister van de stofzuigerzak belandt. Hebben al onze goede bedoelingen wel zin, is de vraag die zich dan opdringt.

Het Praktijkboek Macht en moed is bedoeld voor ambtelijke leiders. Erik Pool vertelde dat het boek geheel “volgens de bedoeling” en over “bestuurlijke grenzen” heen en in een “mooi proces van dialoog en co-creatie” tot stand is gekomen: “Deze op zichzelf altijd weer lege woorden wisten we tijdens het symposium op 12 oktober 2023 te vullen met persoonlijke verhalen, ervaringen en leiderschapsvragen die er toe doen. Want woorden betekenen niks, meende de Griekse filosoof Socrates, als ze niet gevuld worden met echte ervaringen uit het reële bestaan. Het denken moet zich vastklikken aan de ervaring, meende politiek-denker Hannah Arendt, en om die ervaring heen blijven cirkelen”.

Essay Ilja Leonard Pfeijffer

Ilja Leonard Pfeijffer schreef op verzoek een essay met een terugblik op het symposium. Daarin staat dat hij zich gelukkig prees als burger van Nederland “dat op een overtuigende wijze werd bevestigd dat de aanwezigen op het symposium oprecht het allerbeste willen voor Nederland en zijn burgers en dat allen zich daar met passie voor inzetten, dat ieder van hen uitermate deskundig is op het deelgebied waarvoor hij of zij verantwoordelijk was”.
Maar, vervolgt hij, “de vraag die hiermee des te prangender werd, was hoe het dan mogelijk is dat Nederland, ondanks de inzet en competentie van zijn bestuurders, terecht is gekomen in een clusterfuck van samenhangende systeemcrises. Ik hoef ze niet op te noemen. We hebben de asielcrisis, die samenhangt met de woningbouwcrisis, die onoplosbaar is vanwege de onoplosbare stikstofcrisis, die onderdeel is van een klimaatcrisis. We hebben een crisis in het onderwijs vanwege een tekort aan bevoegde leraren. We hebben toenemende economische ongelijkheid, die leidt tot kansenongelijkheid in het onderwijs en tot het feit dat een aanzienlijk deel van de bevolking onder de armoedegrens leeft. De crises vanwege de Toeslagenaffaire en de aardbevingsschade in Groningen zijn nog niet opgelost en de schandalig gebrekkige afhandeling van beide dossiers neemt de vormen aan van een nieuwe crisis. We hebben een bestuurscrisis, die zich vertaalt in afbrokkelend vertrouwen in het oplossend vermogen van de politiek. Deze vertrouwenscrisis wordt door alle overige crises alleen maar verder gevoed.

Het antwoord op de vraag hoe dit mogelijk is, moet naar mijn stellige overtuiging worden gezocht in het spanningsveld, dat onderwerp was van het symposium en dat door verschillende aanwezigen in bedekte en minder bedekte termen ter sprake werd gebracht, tussen de inzichten van de ambtenaren en de belangen van hun ministers en van de gekozen politici die hun beleid van democratische legitimatie voorzien.

De Nederlandse democratie vertoont alle kenmerken van wat in Oudgriekse staatkundige theorieën een ochlocratie wordt genoemd, de dictatuur van de massa, die sterk lijkt op wat wij heden ten dage een klimaat van populisme zouden noemen. Deze ochlocratie is een crisisverschijnsel van de democratie, die volgens het Oudgriekse model intreedt wanneer de democratische leiders meer oog krijgen voor het eigenbelang dan voor het belang van de staat. De overeenkomsten tussen ons huidige politieke klimaat en de ochlocratie die aan het einde van de vijfde eeuw voor Christus leidde tot het verval van de Atheense democratie en het verlies van Athene in de grote oorlog tegen Sparta, hebben mij geïnspireerd tot het schrijven van mijn historische roman Alkibiades, waarin ik de symptomen beschrijf van de toenmalige teloorgang van de democratie, die voor ons vandaag de dag angstaanjagend herkenbaar zijn.

Het voornaamste kenmerk van een tot een ochlocratie verworden democratie is de dictatuur van de publieke opinie. In plaats van visie te ontwikkelen en daarvoor draagvlak te creëren, doen de politici alles wat zij doen met het oog op hun herverkiezing, waardoor zij panisch aansluiting zoeken bij populaire opvattingen in de publieke opinie. Politici die de moed opbrengen om verder vooruit te kijken dan de volgende verkiezingen of dan de volgende opiniepeiling, zijn zeldzaam geworden”.

Essay verder lezen op de site van Grenzeloos samenwerken: Essay Ilja Leonard PfeijfferOver de noodzaak van ambtelijk verzet:
www.grenzeloossamenwerken.nl

Zie ook: Dialoog & Ethiek blikt terug: symposium Leiders in de storm: www.grenzeloossamenwerken.nl

Publieke leiders in het heetst van de strijd: www.grenzeloossamenwerken.nl

Praktijkboek Macht en Moed, door Erik Pool en co-auteurs, onder wie Cohen, Chris van Dam, Jos Delnoij, Peter Kanne, Jos Kessels, Sandra Palmen, Gijs Scholten van Aschat, Paul van Tongeren. ISVW Uitgevers, oktober 2023.  De gedrukte uitgave is te bestellen via boekhandel en webshop, evenals het eerder verschenen theorieboek Macht en moed. Ambtelijk vakmanschap en de kunst van het tegenspreken: https://isvw.nl/product/macht-en-moed-praktijkboek/
Beide boeken zijn ook te downloaden als PDF op: www.grenzeloossamenwerken.nl

Foto bovenaan: Presentatie van ‘Praktijkboek Macht en moed’. Van links naar rechts: Achterste rij: Florian Jacobs (uitgever ISVW), Ingrid van Dijk (co-auteur), Wouter van den Eendenburg (co-auteur), Alida Oppers (Inspecteur Generaal van het Onderwijs), Rogier van der Wal (co-auteur), Martijn Jebbink (dagvoorzitter van het symposium).
Middelste rij: Jan Ewout Ruiter (co-auteur), Jos Kessels (co-auteur), Marja Horstman (Secretaris van de Raad van State), Dick Schoof (secretaris-generaal Justitie en Veiligheid), Hanne Bikker (co-auteur), Diana Vermetten (boekontwerper), Peter Kanne (co-auteur), Freek de Jonge (co-auteur).
Voorste rij: Jos Delnoij (co-auteur), Kristel Lammers (programmadirecteur Nationaal Programma Regionale Energie Strategieën), Anne-Marie Buis (co-auteur), Erik Pool (co-auteur), Ilja Leonard Pfeijffer (classicus, auteur van ‘Alkibiades’), Jessica Vuijk (co-auteur), Winnie Hänschen (dagvoorzitter van het symposium), Roy Sillen (generaal, commandant van Operationeel Ondersteuningscommando Land), Miriam van Staden (co-auteur).

Winnaars overheidsawards 2023 bekend!

De winnaars van de overheidsawards 2023 zijn bekend! Vol trots nam Frans Swinkels, concerndirecteur bij de gemeente Tilburg, de prijs voor Overheidsmanager van het Jaar 2023 in ontvangst. Koffiebranderij (Zuivere Koffie) en bakkerij  ontving de prijs voor Beste Overheidsinnovatie van het Jaar 2023. De uitreiking vond plaats in de Koninklijke Schouwburg te Den Haag op 28 november 2023.

Op deze avond gingen Talitha Born  en Gregory Sedoc met elkaar in gesprek over passie en plezier. Born is programmadirecteur bij het ministerie van Defensie en Sedoc is hoofdagent en ex-atleet. Daarnaast gaf  minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken een speech over het leiden van een organisatie en het belang van innovaties. Burgemeester Paul Depla van Breda was gastheer. Ook werd alvast het thema voor de verkiezing Jonge Ambtenaar van het Jaar 2024 aangekondigd: De streetwise ambtenaar! Deze verkiezing vindt plaats op 11 april 2024.

De beide andere inalisten voor de verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2023 waren Afke Besselin, afdelingsmanager concerndienstverlening bij de gemeente Rotterdam en Duco Stuurman, directeur Sociaal bij de gemeente Amsterdam. De twee andere kanshebbers voor de titel Beste Overheidsinnovatie van het Jaar 2023 waren GemGroReflection en PHA2USE.

De jury over Frans Swinkels

De jury o.l.v.  Jetta Klijnsma, commissaris van de Koning in Drenthe, heeft voor Frans Swinkels gekozen als winnaar omdat hij laat zien vanuit zijn functie de verbinding te zoeken met iedereen in de gemeente en daarbuiten. Als manager is hij bijzonder betrokken en weet hij met zijn verbindende karakter medewerkers te inspireren. Swinkels staat bekend om zijn zelfspot en zijn bescheidenheid. Met zijn open houding maakt Swinkels zich geliefd bij zijn collega’s. Zij werken daardoor met plezier aan de opgaven waar de gemeente Tilburg voor staat en zijn bereid een extra stap te zetten voor hem. Swinkels is gericht op waar een overheid goed in zou moeten zijn en kijkt echt naar wat de Tilburger nodig heeft. Dit reikt verder dan zijn professionele carrière, bijvoorbeeld via het Maatjesproject.

De jury over Koffiebranderij (Zuivere Koffie) en bakkerij

De jury o.l.v. burgemeester Jan van Zanen van Den Haag, heeft Koffiebranderij (Zuivere Koffie) en bakkerij als winnaar gekozen. Het is volgens de jury ongelooflijk om te zien wat er wordt gedaan bij Zuivere Koffie. De juryleden waren zeer onder de indruk van het bezoek aan de koffiebranderij en bakkerij in het Justitieel Complex Zaanstad. De jury ontmoette tal van bevlogen en betrokken collega’s en gedetineerden. Het is een sociale innovatie: er is steun en perspectief voor gedetineerden en ex-gedetineerden. Er zit een duidelijke business case achter en de innovatie is financieel rendabel. Het is mooi om te zien dat een instituut binnen justitie het heeft aangedurfd om een project als dit op te zetten, vooral in een wereld waar dit niet gemakkelijk is. Ook vindt de jury het mooi om te zien dat er wordt gewerkt aan een soortgelijk concept binnen een TBS-setting en dat het concept hierdoor wordt uitgebreid. De veel lagere recidivecijfers zijn zeer indrukwekkend.

De verkiezing Overheidsmanager van het Jaar en Beste Overheidsinnovatie van het Jaar worden georganiseerd door de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM) met steun van een twaalftal organisaties.

Overheidsawards | Winnaars 2023 bekend: www.overheidsawards.nl/nieuws/overheidsawards-winnaars-2023-bekend/

Videokanaal Overheidsawards: www.youtube.com/@overheidsawards5891

Jonge Ambtenaar van het Jaar, Futur: https://www.futur.nl/javhj

Welke ruimte hebben ambtenaren ten opzichte van hun politieke baas? Kunnen ze vrijuit spreken?

Een ambtenaar behoort met allerlei soorten ‘bazen’ te kunnen werken. Dat zegt hoogleraar bestuurskunde Zeger van der Wal in een interview op nieuwssite Nieuws.nl. Daar sluit Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer, zich bij aan. In reactie op de onrust in de dagen na de verkiezingsuitslag van 22 november 2023, zegt Van der dat het prematuur is als (rijks)ambtenaren nu al openlijk te ageren tegen een mogelijk kabinet met de PVV. Zo is het nog niet bekend hoe een regeerakkoord eruit gaat zien en of de nieuwe kabinetsplannen indruisen tegen de Grondwet of andere wetten.

Volgens Van der Wal zegt is er op de verkiezingen van vorige week niets aan te merken, die zijn democratisch verlopen: “Als privépersoon kun je wat van de uitslag vinden, maar als ambtenaar moet je je niet op voorhand activistisch opstellen. Als ambtenaar moet je je loyaal gedragen naar je baas, ongeacht de politieke kleur”.
Als een nieuw kabinet straks met voorstellen komt die (grond)wettelijk niet kunnen, moeten ambtenaren wél kritisch adviseren en tegenwicht geven. Maar “Als ambtenaar kun je ook niet weigeren om te werken voor een kabinet met een bepaalde politieke signatuur. Als je dat niet wilt, moet je weg”.

Balanceren

Volgens Jansen is de ruimte voor ambtenaren om tegengas te geven de laatste jaren ’in beweging gekomen’. In de Ambtenarenwet staat dat de vrijheid van meningsuiting van ambtenaren aan voorwaarden is gebonden. “Zij moeten daarom wel opletten wat ze naar buiten brengen”. Er is volgens Jansen een grijs gebied dat de laatste jaren is gegroeid. Want na het toeslagenschandaal wordt van ambtenaren nadrukkelijk verwacht dat ze niet ‘blind’ beleid (blijven) uitvoeren, als ze weten dat dit voor burgers verkeerd uitpakt. Voor ambtenaren is het “nu de opgave  om te balanceren tussen verplichtingen aan de politiek en die aan burgers”.

Lees het hele artikel Experts: ambtenaar moet met allerlei soorten ‘bazen’ kunnen werken, door ANP, 29 november 2023 https://nieuws.nl
Nieuws.nl is een nieuwswebsite, opgezet in 2002, en bevat binnenlands, buitenlands en economisch nieuws alsmede lokaal nieuws, voor een deel afkomstig van het ANP.

Rapport met aanbevelingen voor meer ruimte creëren voor tegenspraak rijksambtenaren en ander soort leidinggeven, Blogs Beroepseer, 21 november 2023: https://beroepseer.nl

Het geluid van kritische ambtenaren dient juist gekoesterd te worden, door Thomas Huttinga, Blogs Beroepseer, 23 november: https://beroepseer.nl

Ambtenaren, spreek u uit! Blogs Beroepseer, 17 november 2023: https://beroepseer.nl

Ambtelijk activisme en ambtelijk vakmanschap. Hoe verhoudt de ambtenaar zich tot activisme? Blogs Beroepseer, 24 oktober 2023: https://beroepseer.nl

Hoe bewindspersonen probeerden hun schuld te ontlopen en ambtenaren betrokken in hun verdediging bij de Toeslagenaffaire, Blogs Beroepseer, 9 oktober 2023: https://beroepseer.nl

De ambtenaar moet ook inzichten aandragen die de politiek leider onwelgevallig zijn, Blogs Beroepseer, 4 oktober 2022: https://beroepseer.nl

‘Het recht op ambtelijk vakmanschap’ – Over de rol van de ambtenaar in ons rechtsstatelijk bestel, Beroepseer, 7 september 2022: https://beroepseer.nl

Essay Hans Wilmink tegen uitholling rechtsorde: ‘Voorbij boos en achteloos’, Blogs Beroepseer, 9 april 2020: https://beroepseer.nl

Ambtelijk vakmanschap en moreel gezag, door Thijs Jansen en Gabriël van den Brink, 2016: https://beroepseer.nl

Van Zeger van der Wal verscheen bij uitgeverij Boom in het voorjaar van 2023 het essay Ambtelijke helden gezocht – Hoe een nieuwe generatie publieke leiders onze overheid weer uit het slop gaat trekken‘. www.boom.nl

De mens is geen datapakket

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kondigde in 2022 nieuwe regels aan waardoor behandelaars in de Geestelijke Gezondheidszorg –  GGZ –  verplicht zijn privacygevoelige vragenlijsten over de mentale en sociale problemen van hun patiënten en cliënten op persoonsniveau aan de NZa te leveren. Doen ze dat niet, dan ontvangen de behandelaars een boete van de NZa, die denkt met deze regeling de wachtlijsten in de GGZ in te perken.
De NZa vraagt van te voren de patiënten niet om toestemming voor het verzamelen van hun gegevens. Uit een steekproef van patiëntenplatform Mind blijkt dat bijna driekwart niet op de hoogte is van de nieuwe regels die sinds 1 juli 2023 gelden. Zij weten niet dat wat ze in de spreekkamer vertellen via vragenlijsten in een databank terechtkomt.

Op dinsdag 5 september 2023 kondigde de actiegroep Vertrouwen in de GGZ tijdens een publieksbijeenkomst in de culturele ontmoetingsplaats Pakhuis de Zwijger in Amsterdam aan dat er een rechtszaak zou worden aangespannen tegen de NZa vanwege de databank met profielen van GGZ-patiënten en cliënten. Vooruitlopend op een bodemprocedure werd een kort geding aangespannen dat plaatsvond op 29 september 2023 in de rechtbank Midden-Nederland in Utrecht. De voorzieningenrechter was verzocht de aanlevering van HONOS-lijsten*) stop te zetten tot er definitief uitspraak is gedaan over de bezwaren in de dagvaarding van de actiegroep. Het verzoek werd niet toegekend. De NZa mag voorlopig doorgaan met het verzamelen van de gegevens van patiënten. Het is nu wachten op de zitting in de bodemprocedure, die naar verwacht binnen een half jaar plaatsvindt.

Vragenlijst niet geschikt voor gebruik als uniforme standaard

Tom Grosfeld deed verslag van het kort geding voor opinieblad Vrij Nederland in zijn reportage De datahonger van de NZa en sprak met psychiater en juriste Cobie Groenendijk, een van de initiatiefnemers van Vertrouwen in de GGZ. Hij wijst erop dat de dataverzameling inmiddels al vier maanden aan de gang is, terwijl het volstrekt onduidelijk is hoe de wachtlijsten daardoor ingeperkt gaan worden: “Volgens hoogleraar psychiatrie Jim van Os heeft de vragenlijst, de zogenaamde HoNOS+-lijst, keer op keer bewezen de zorgvraag niet te kunnen voorspellen. Rond de eeuwwisseling werd het instrument voor het eerst gebruikt in Australië en Nieuw-Zeeland. Wat wetenschappers al wisten uit onderzoek werd in de praktijk bevestigd: het kán niet.

In 2010 dachten ze in Groot-Brittannië: laten we het ook eens proberen. En ja hoor, ook daar gingen de data alle kanten op, legt Van Os uit. Er was geen touw aan vast te knopen. Patiënten die in dezelfde groep – bijvoorbeeld zorgvraagtype 14 – werden ingedeeld, varieerden onderling enorm in de hoeveelheid zorg die ze nodig hadden, waardoor het onmogelijk bleek om te voorspellen welke patiënt langdurige zorg zou behoeven en welke het leven relatief snel weer zou kunnen oppakken.
De conclusie: de vragenlijst is niet geschikt om te gebruiken als uniforme standaard. De stekker ging uit het project. En dan, zucht Van Os, komt de NZa er nu nog mee op de proppen, alsof ze hebben zitten slapen”.

Maar ze gaan het gewoon proberen…

Grosfeld sprak Jim van Os in Pakhuis de Zwijger bij de lancering van de rechtszaak tegen de NZa op 5 september 2023, waarvoor de actiegroep via een crowdfundingscampagne zestig duizend euro ophaalde. Van Os vertelde het publiek dat het algoritme van de NZa een voorspellende waarde heeft van 23 procent. Een magisch getal, aangezien alles wat wetenschappers de afgelopen vijftig jaar hebben geprobeerd te voorspellen binnen de geestelijke gezondheidszorg, is blijven steken op ongeveer 20 procent. Daarmee gaan we de wachtlijsten van de ggz niet wegwerken.
Van Os legde uit, aldus Grosfeld, dat we de zorg ook meer collectivistisch zouden kunnen benaderen, zoals dat in vrijwel alle landen ter wereld gebeurt, behalve in rijke, westerse landen als Nederland. Het idee: proberen de zorg zo goed mogelijk te maken voor zo veel mogelijk mensen. De regio Maastricht zou dan bijvoorbeeld een budget krijgen dat is gebaseerd op de sociaaleconomische omstandigheden van de mensen die er wonen, wat volgens Van Os nog altijd de beste voorspeller is van psychisch lijden en een betrouwbaarheid oplevert van 43 procent. En belangrijker: waarvoor alleen gebruik wordt gemaakt van openbare, niet-individuële data.
De NZa vindt dat instrument niet nauwkeurig genoeg. En kiest daarom voor een algoritme waarvan ze, frappant genoeg, zelf toegeven dat ze niet weten of het uiteindelijk zal werken. Maar ze gaan het gewoon proberen. Lukt het niet, dan hebben ze meer data nodig om het algoritme ‘door te ontwikkelen’.
We zouden dit een positieve instelling kunnen noemen maar er spreekt eerder een blind vertrouwen in data uit, alsof ze nog nooit hebben gehoord van het programmeerprincipe garbage in, garbage out.

De NZa mag het zelf regelen

Grosfeld wijst erop dat er geen debat is gevoerd over de zeer ingrijpende dataverzameling van de NZa omdat de NZa een zelfstandig bestuursorgaan is met een bevoegdheid die wordt ingezet om grondrechten van burgers in te perken en het medisch beroepsgeheim – alles wat in de spreekkamer wordt gezegd, blijft binnen de spreekkamer – te doorbreken. Het is onmogelijk de NZa daarop aan te spreken. Grosfeld: “Op Kamervragen antwoordt de minister: de NZa mag het zelf regelen, ze houden zich aan de wet”.

De conclusie is dat de NZa denkt elk maatschappelijk probleem met technologie te kunnen bestrijden. Grosfeld: “Het is een vorm van luiheid: moeilijke vraagstukken en ingewikkelde discussies worden afgewenteld op een almachtig algoritme”. Daar komt nog bij dat techbedrijven proberen zoveel mogelijk medische data te verzamelen voor het maken van een persoonlijk profiel. De door de NZa verzamelde data kunnen uiteindelijk bij die bedrijven terecht komen. De privacy van de patiënten is allerminst gewaarborgd.
Coby Groenendijk daarover:“ Van een kleine miljoen mensen wordt hun mentale profiel afgetapt en dat hangt ergens in een databank van de overheid. God verhoede wat daar verder mee kan gebeuren”.

. . . ‘meer nota’s zonder privacyverklaring verwachten’

Behalve patiënten zijn ook behandelaars niet goed op de hoogte van de consequenties van de nieuwe regels. Ze vullen de vragenlijsten in – wat ze al gewend waren om te doen – maar, in tegenstelling tot zelfstandig therapeuten, sturen zij de gegevens vervolgens niet zelf naar de NZa op. Dat wordt gedaan door de administratie of de bestuurders van de desbetreffende instelling.
Grosfeld: “Om het nog bonter te maken: psychologen en psychiaters worden zelfs ontmoedigd om hun patiënten te informeren over de privacyverklaring. Het initiatief moet namelijk, stellen de NZa en zorgverzekeraars, van de patiënt komen. Praktijken waar gemiddeld veel patiënten de privacyverklaring ondertekenen, kunnen een brief en controle van de zorgverzekeraar verwachten.

Zo schreef coöperatie VGZ aan een praktijk dat het aantal privacyverklaringen daar boven de tien procent lag en dat ze daarom langs wilden komen om ‘inzicht te krijgen in de wijze waarop de privacyverklaring wordt gebruikt’. In de brief wordt zelfs expliciet gevraagd of er in de praktijk ‘actief bij de cliënt wordt aangegeven dat er een mogelijkheid is tot het indienen van een privacyverklaring’.
Het Zilveren Kruis schrijft in een tamelijk intimiderende brief dat de privacyverklaring slechts mag worden gebruikt bij ‘de nadrukkelijke wens van de patiënt’, en niet op initiatief van de zorgaanbieder. Aan een praktijk waar veel patiënten de privacyverklaring ondertekenen, schrijven ze, en ik citeer: ‘om dit beleid z.s.m. aan te passen’ en dat ze daarna ‘meer nota’s zonder privacyverklaring verwachten’.

Terwijl Grosfeld, Cobie Groenendijk en een GGZ-cliënt om vier uur ’s middags de rechtbank in Utrecht uitlopen, wijst de cliënt naar een spandoek tussen twee bomen op het Vrouwe Justitiaplein met de tekst: De mens is geen datapakket.

Lees de hele reportage: De datahonger van de NZa, door Tom Grosfeld, Vrij Nederland no 10 (november 2023). Te koop in kiosk en boekhandel voor € 8,99

Door datahonger is de spreekkamer voor ggz-patiënten geen veilige plek meer, door Tom Grosfeld, Vrij Nederland, 6 november 2023: https://www.vn.nl/nza-datahonger-spreekkamer (achter betaalmuur)

Steun de actie ‘Vertrouwen in de GGZ’. Tegen de Nationale GGZ-databank van NZa, Beroepseer, 14 februari 2023: https://beroepseer.nl

Protest tegen de verplichte afdracht van medische persoonsgegevens van 800.000 GGZ-patienten. Open brief aan NZa en AP, Blogs Beroepseer, 25 augustus 2022: https://beroepseer.nl/


Noot

*) HoNOS staat voor Health of the Nation Outcome Scales en is een onderzoeksinstrument om de psychische gezondheid en het functioneren van mensen met psychische klachten te onderzoeken. Binnen de HoNOS+ vragenlijst wordt niet gekeken naar de diagnose, maar naar de persoonlijke situatie van een cliënt/patiënt.

 

Cobie Groenendijk is voortrekker van Stichting Beroepseer

 

U P D A T E

Motie Tweede Kamer  –  no. 697, 4 juni 2024 – die ervoor zorgt dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de HONOS-database vernietigt. De motie was ingediend door Agnes Joseph van NSC en mede ondertekend door Sarah Dobbe van SP en Lisa Westerveld van GL.  De vier regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie stemden tegen, alle andere partijen stemden voor. https://beroepseer.nl

Meningen van zorgprofessionals over kwaliteit en veiligheid van zorg in 2023

Zorgprofessionals geven in 2023 de kwaliteit van zorg het rapportcijfer 7,2. De veiligheid van zorg krijgt een 7. Ondanks deze respectabele cijfers blijken zowel de kwaliteit als de veiligheid van zorg onder druk te staan. Zo ervaart 44% van hen een verslechtering van kwaliteit van zorg in de afgelopen twee jaar en geeft 29% dit aan wat betreft de veiligheid van zorg. Dit en meer blijkt uit de tweejaarlijkse Monitor Kwaliteit en veiligheid van zorg 2023. De monitorpeiling werd gedaan onder deelnemers van het Panel Verpleging & Verzorging van het Nivel, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg.
Elke twee jaar vraagt het Nivel aan verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten, praktijkondersteuners en begeleiders wat zij vinden van de kwaliteit en veiligheid van de zorg die zij verlenen. Om inzichtelijk te maken wat goed gaat en welke knelpunten er zijn, vraagt Nivel in een online vragenlijst naar hun ervaringen met de directe cliëntenzorg, ziekenhuizen, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, wijkverpleging, verpleeghuiszorg en huisartsenzorg.

Een meerderheid (61%) van de zorgprofessionals werkzaam in de verpleging of verzorging vindt de kwaliteit van de door hen geboden zorg (zeer) goed. Bijna de helft (46%) vindt het veiligheidsbeleid (zeer) goed. Deze ervaringen blijven vrijwel stabiel in de jaren 2019, 2021 en 2023. Tegelijkertijd zijn er signalen dat de kwaliteit en veiligheid van zorg onder druk staan.

Registratielast

Bijna de helft van de zorgprofessionals (46,9%) vindt de hoeveelheid administratief werk onredelijk en denkt dat dit werk ten koste gaat van de cliëntenzorg. In 2021 leek een gunstige ontwikkeling zichtbaar dat dit percentage afnam. De huidige peiling van 2023 laat echter zien dat dit percentage stabiel blijft tussen 2019 en 2023. Ook het aantal uren dat zorgprofessionals besteden aan verslaglegging over zorg en registraties voor organisaties en de werkdruk die zij daardoor ervaren nemen niet af, maar blijven stabiel. Dit is geen gunstige ontwikkeling gezien de acties die worden uitgevoerd om de registratielast van zorgprofessionals te verminderen, onder andere vanuit het VWS-programma ‘[Ont]Regel de zorg’. Tegelijkertijd sluiten deze bevindingen aan bij de Kamerbrief van minister Helder waarin zij beschreef nog te weinig resultaten te zien van dit programma.

Andere onderzoeken over registratielast richten zich veelal op langdurige zorg. Nivels onderzoek laat echter zien dat dit onderwerp ook in de curatieve zorg om aandacht vraagt. Zo ervaren zorgprofessionals uit de GGZ het vaakste een verhoogde werkdruk door verslaglegging en besteden de zorgprofessionals in ziekenhuizen de meeste tijd aan verslaglegging over de zorg. Deze bevinding onderschrijft eerder onderzoek waaruit bleek dat een brede aanpak nodig is om de regeldruk in de zorg te verminderen.

Zeggenschap

Zeggenschap wordt vooral ervaren binnen het dagelijks werk, minder bij beleidsbeslissingen Bijna twee derde van de zorgprofessionals (64,1%) ervaart zeggenschap over het eigen werk. Echter nog geen derde van alle zorgprofessionals (29,3%) vindt dat ze geen mogelijkheid hebben om deel te nemen aan beleidsbeslissingen binnen de organisatie. Deze bevinding komt overeen met een peiling vanuit het Landelijk Actieplan Zeggenschap en Veerkracht (2022), waaruit ook bleek dat zorgprofessionals het minst tevreden zijn met zeggenschap op organisatieniveau . Bij die peiling werd geen onderscheid naar zorgsectoren gemaakt.  Nivels onderzoek laat zien dat de ervaringen van zorgprofessionals wel verschillen per sector. Zorgprofessionals in de huisartsenzorg geven het meest aan dat zij zeggenschap ervaren, zowel over het eigen werk als binnen de organisatie. Zorgprofessionals in ziekenhuizen zijn het minst tevreden over de zeggenschap in het eigen werk en zorgprofessionals in de gehandicaptenzorg over zeggenschap binnen de organisatie. Verder laat het onderzoek een samenhang zien tussen de ervaren zeggenschap en ervaren kwaliteit en veiligheid van zorg. Naarmate zorgprofessionals vaker zeggenschap ervaren, zijn zij ook positiever over de kwaliteit en veiligheid van zorg.

Conclusie

De meerderheid (61%) van verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten, begeleiders en praktijkondersteuners vindt de kwaliteit van zorg (zeer) goed en bijna de helft (46%) vindt het veiligheidsbeleid (zeer) goed. Deze percentages bleven stabiel over de jaren 2019, 2021 en 2023. Ook zijn de percentages zorgprofessionals met plezier in hun werk hetzelfde gebleven (89%). Dit zijn positieve bevindingen gezien dat zorgprofessionals tussen 2019 en 2023 te maken kregen met moeilijke omstandigheden door de wereldwijde coronacrisis. Toch laat het huidige onderzoek ook zien dat de kwaliteit en veiligheid van zorg onder druk staan, aangezien een derde van de zorgprofessionals de indruk heeft dat de kwaliteit en veiligheid van zorg achteruit gaan. Reden daarvoor zijn volgens zorgprofessionals vaak een verhoogde werkdruk en personeelstekorten.

Herhaling van het monitoronderzoek over twee jaar zal uitwijzen of de kwaliteit en veiligheid van zorg op niveau blijven met de oplopende personeelstekorten en een stijgende vraag naar zorg

Downloaden rapport Kwaliteit en veiligheid van zorg in 2023. De meningen van verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten, begeleiders en praktijkondersteuners, door Sofie Noorland, Peter Spreeuwenberg,
Kim de Groot, Nivel, 2023: www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/1004510.pdf

Kwaliteit verpleegkundige zorg nog altijd hoog, maar wel meer onder druk, 27 november 2023, Nivel: www.nivel.nl

 

Figuur bovenaan is ontleend aan het rapport ‘Kwaliteit en veiligheid van zorg in 2023