Skip to main content

Redactie Beroepseer

Handreiking ‘Ruimte in regels’ verstuurd naar alle basisscholen

omslag ruimte in regelsAan alle basisscholen in Nederland is de handreiking Ruimte in regels – Papieren rompslomp of kan het anders? toegestuurd. Afzender is het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Inspectie van et Onderwijs. In het 44 pagina’s tellende boekje staat beschreven welke regels er gelden volgens de onderwijswet. Wat wordt er nu precies gevraagd van de leraar? Hoeveel ruimte heeft de leraar om eigen verantwoordelijkheid te nemen? In de wet- en regelgeving staat aan welke – minimale – eisen een school moet voldoen. Maar meestal niet hoe dat moet.
De leraar en de collega‘s op school, de schoolleiding en het schoolbestuur, hebben zelf de ruimte om keuzes te maken die passen in hun visie op onderwijs en op wat het beste is voor de leerlingen. Er is dus meer ruimte in regels dan men denkt.

Uit de Inleiding: “Via verschillende wegen horen wij dat leraren alle administratie – die er naast het lesgeven bij komt kijken – nogal eens als last ervaren. Dat u het behoorlijk onoverzichtelijk vindt wat er allemaal moet en u zich afvraagt hoe dit bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs. Dat u hierdoor bovendien werkdruk ervaart. Deze handreiking maakt helder over welke zaken uw school zich op basis van de wet moet kunnen verantwoorden. Samen met leraren hebben we gezocht naar de vragen die zij hierover hebben.
U vindt daarom in deze handreiking ook veelgehoorde vragen én antwoorden. U zult ontdekken dat u waarschijnlijk meer professionele ruimte heeft dan u wellicht op dit moment denkt. Graag willen wij uw team, school en bestuur uitdagen om met elkaar in gesprek te gaan. En ook in gesprek te blijven over welke keuzes in onderwijs en verantwoording het beste zijn voor uw leerlingen én werkbaar zijn voor u”.
ruimte in regels 3
Wilt u meer weten over administratie of andere zaken rond het toezicht van de inspectie? En hoe u als onderwijsprofessional met de inspectie te maken kunt hebben? Kijk op de website van de inspectie, www.onderwijsinspectie.nl

Inhoudsopgave

1 Inleiding
2 De wet en het toezicht
3 Informatie per thema
3.1 Het onderwijsaanbod
3.2 Zicht op ontwikkeling van de leerling
3.3 Het didactisch handelen van de leraar
3.4 Extra ondersteuning
3.5 Toetsing en afsluiting
3.6 Onderwijsresultaten
3.7 Veiligheid en schoolklimaat
3.8 Kwaliteitszorg
4 Aanvullende informatie

Klik hier voor downloaden Handreiking Ruimte in regels, ministerie van OCW en Inspectie van het Onderwijs, november 2017.

ruimte in regels 2

U P D A T E

12 tips voor het verlagen van werkdruk, Leraar 24, 12 november 2019: www.leraar24.nl/2616508/12-tips-voor-het-verlagen-van-werkdruk/

 

Steeds meer Russisch nepnieuws in Nederland? Niet volgens docent internetjournalistiek Alexander Pleijter

Nepnieuws is dit jaar uitgegroeid tot een ware plaag. Het duikt overal op en lijkt steeds erger te worden. Dinsdag 14 november 2017 opende De Telegraaf met de kreet “Nepnieuwslawine” die ochtend de krant. Op de site luidde de kop: “Nepnieuws gevaar voor Nederland”. Het bericht meldde dat het kabinet de verspreiding van nepnieuws een risico voor de Nederlandse democratie vindt en dat minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken nadrukkelijk wijst naar Moskou als dader.
Het Algemeen Dagblad kwam vervolgens met de kop: “Russen proberen met nepnieuws opinie in Nederland te sturen”. Trouw kopte op internet: “Rusland verspreidt nepnieuws en ‘s avonds deed het NOS Journaal een duit in het zakje. “De Russen hebben Nederland in het vizier. Met nepnieuws proberen ze de democratie te ontregelen”.

Alexander Pleijter, docent internetjournalistiek aan de Universiteit van Leiden en coördinator van de website Nieuwscheckers schrijft in een artikel op de site voor journalistiek Villamedia dat er niet veel klopt van wat er allemaal beweerd wordt. De nepnieuwslawine blijkt niet meer dan een sneeuwvlok: “Het was de combinatie van ‘de Russen’ en ‘nepnieuws’ die werd uitgevent: Russen die in Nederland nepnieuws verspreiden! Alarm! De aanleiding was de brief die minister Ollongren van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer had gestuurd. Maar opvallend genoeg kwam de combinatie ‘nepnieuws’ en ‘de Russen’ helemaal niet voor in de bewuste Kamerbrief. Sterker nog, het woord ‘nepnieuws’ kwam überhaupt niet voor. Wel repte de tekst van ‘valse berichtgeving’.
Tegelijkertijd spelen media en technologiebedrijven een belangrijke rol bij de afweging of er sprake is van bijvoorbeeld valse berichtgeving op sociale media. Het kabinet zal in gesprek gaan met deze partijen over hoe (heimelijke) politieke beïnvloeding kan worden tegengegaan.

Wat werd er dan gezegd over de Russen in de Kamerbrief? Die zouden zitten achter cyberaanvallen en er zouden Russische inlichtingenofficieren actief zijn in Nederland. Verder schreef de minister dat Rusland digitale middelen inzet voor beïnvloeding van besluitvormingsprocessen, beeldvorming en de publieke opinie. Dat dat via ‘nepnieuws’ gebeurt noemde ze niet expliciet in de brief. Wel repte ze van een vervalste website in Rusland die de indruk wekt een officiële Nederlandse overheidssite te zijn en waarop desinformatie over MH17 is te vinden. Maar dat is dus geen Russisch nepnieuws in Nederland”.

Rookgordijn

Pleijter constateert dat de term ‘nepnieuws’ is uitgegroeid tot een hypewoord: “De term wordt te pas en te onpas gebruikt en eigenlijk weet niemand meer wat er precies mee bedoeld wordt. Voor Trump is nepnieuws een synoniem voor nieuwsmedia. Voor complotdenkers is elke fout die journalisten maken een voorbeeld van nepnieuws. En voor Nederlandse nieuwsmedia lijkt elke vorm van foutieve informatie gelijk te staan aan nepnieuws. Zo noemde het NOS Journaal als voorbeeld van nepnieuws een nepgetuige die tijdens een bijeenkomst over MH17 een onjuiste verklaring aflegde.

Strikt genomen is nepnieuws een woord dat slaat op nieuwsberichten die nep zijn, die niet echt zijn. Verzonnen berichten, vermomd als echte nieuwsberichten en bedoeld om mensen doelbewust op het verkeerde been te zetten. Moedwillig verkeerd te informeren. Door nepnieuws ook te gebruiken voor andere zaken, leggen nieuwsmedia een rookgordijn aan. Niemand weet nog waar het eigenlijk precies over gaat”.

Lees het hele artikel van Alexander Pleijter: De nepnieuwslawine zonder nepnieuws, Villamedia, 17 november 2017: www.villamedia.nl

NieuwsCheckers – ‘Leidse studenten journalistiek controleren de feiten’: http://nieuwscheckers.nl

Aantal openstaande vacatures in de zorg met 80 procent gestegen

Het aantal openstaande vacatures in de zorg is dit jaar met 80% gestegen. Tot en met oktober 2017 zaten ziekenhuizen, verpleeghuizen en thuiszorginstellingen elke maand gemiddeld met een tekort van bijna 10.000 personeelsleden. Vorig jaar waren dat er in dezelfde periode ruim 5400.
Tot 2025 zijn 125.000 extra verpleegkundigen en verzorgenden nodig.

Dagblad Trouw besteedt uitgebreid aandacht aan personeelstekort en hoge werdruk in de zorg op deze maandag 20 november 2017. Het is de dag waarop verpleegkundigen en verzorgenden actie voeren tegen onnodige administratie. Vandaag wordt alleen administratie gedaan die nuttig is voor de cliënt of de patiënt, onder het motto Meer zorg, minder papier.

De banen voor verpleegkundigen en verzorgen liggen dus weer voor het oprapen. Wel is het goed te beseffen dat in de afgelopen jaren in de zorg 77. 000 mensen zijn ontslagen. Op de site Ontslagen in de zorg van vakbond Abvakabo FNV is de stand bijgehouden van alle bekend gemaakte ontslagen sinds 2013. Daarop staan per categorie naam van de instantie, locatie en aantal ontslagen medewerkers vermeld. Het betreft ontslagen in de langdurige zorg: verpleeg-, verzorgingshuizen, thuiszorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg.

Lees het hele artikel in Trouw: Personeelstekort in de zorg is in een jaar tijd bijna verdubbeld, door Rianne Oosterom en Marco Visser, Trouw, 20 november 2017: www.trouw.nl

Meer info over de actiedag Meer zorg, minder papier op 20 november 2017 op de site van Nursing: www.nursing.nl

Gestart: ScolarlyHub, een non-profit sociaal medium voor wetenschappers

“De sfeer en ambiance tijdens de Maagdenhuisbezetting waren een bron van inspiratie”, zegt hoogleraar middeleeuwse geschiedenis Guy Geltner (1974) van de Universiteit van Amsterdam: “Er was een sfeer van zelf dingen bottom-up aanpakken”.
Henk Strikkers, webredacteur van Folia interviewt Geltner over zijn plannen voor een non-profit sociaal medium voor wetenschappers – ScholarlyHub – dat niet drijft op venture capitalists zoals Academia.edu of ResearchGate, maar op een kleine bijdrage van wetenschappers.
Folia is het journalistieke medium voor studenten, docenten en medewerkers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Hogeschool van Amsterdam (HvA).

Geltner werkte eerder voor Academia.edu, een platform voor academici voor onder meer het uitwisselen van wetenschappelijke artikelen en onderzoeksresultaten.

“Ik heb me in die site verdiept en dat is gewoon een bedrijf, waar venture capitalists achter zitten. Die investeerders hebben belang bij enorme winsten”, vertelt Geltner. En dat heeft volgens hem implicaties voor de site. “Ik heb met de CEO van Academia.edu gesproken en die heeft me gezegd dat ze er eigenlijk gewoon op wachten om overgenomen te worden. En wie krijgt dan al je data in handen? Als je niet betaalt voor zulke diensten ben je zelf het product” concludeerde Geltner, daarmee inhakend op een uitspraak, afkomstig van de Amerikaans-Ierse internetpionier Andrew Lewis, alias blue_beetle, die in 2010 heeft gezegd: If you are not paying for it, you’re not the customer; you’re the product being sold.

Dat is geen hypothetische vrees. In 2013 nam de grote uitgeverij Elsevier het academisch sociaal netwerk Mendeley over, waarmee het alle data van de gebruikers in handen kreeg. Dat leidde tot veel protesten onder Mendeley-gebruikers, onder meer omdat Elsevier lang open access-publiceren frustreerde, hoge prijzen voor haar wetenschappelijke tijdschriften rekent en erg strenge publicatievoorwaarden stelt.

Crowdfunding

Met een aantal studenten en wetenschappers die hij sinds de Maagdenhuisbezetting kent begon Geltner te werken aan een non-profit-sociaal medium voor wetenschappers. De basissite van ScholarlyHub is sinds een paar weken online en er is een crowdfundingactie gestart waarmee Geltner een half miljoen euro wil ophalen voor uitbreiding van de site.

Lees het hele interview met Guy Geltner, door Henk Strikkers: UvA-hoogleraar werkt aan non-profit sociaal medium voor wetenschap, Folia, 15 november 2017: www.folia.nl

ScholarlyHub, for scholars, not profit: www.scholarlyhub.org

scholarlyhub website

Er is een kentering gaande in het onderwijs: de leraar doet er weer toe

Jaap Versfelt, oprichter van stichting LeerKRACHT voor verbetering van het basis-, voorgezet en middelbaar beroepsonderwijs d.m.v. een speciale aanpak, schrijft met grote opluchting in een blog dat er eindelijk een kentering gaande is in het onderwijs: de leraar doet er weer toe: “Na 30 jaar onderwijsvernieuwingen waarin het woord ‘leraar’ maar nauwelijks genoemd werd, begint de beroepsgroep zich te roeren. Leraren vragen in Den Haag om maatregelen tegen werkdruk, een hoger salaris en meer zeggenschap. ‘PO in Actie’ initieerde in oktober een massale staking en de volgende staat op stapel. Dat is veelbelovend. Maar er gaat fundamenteels niets veranderen totdat leraren samen het heft in handen nemen op hun eigen school en in hun bestuur. Een beroepsgroep van trotse professionals herken je aan hun dagelijks werk: voeren ze uit wat anderen bedenken of bepalen ze zelf wat het beste is voor hun leerlingen? Het antwoord moge duidelijk zijn. Maar wat heb je daarvoor nodig?

Neem bijvoorbeeld Singapore…

We kennen Singapore als een van de landen met het beste onderwijs wereldwijd. Dat is niet omdat in elk gezin een ‘tijgermoeder’ kinderen opjaagt. Wel is het leraarschap enorm populair. Waarom? Singapore bouwt en onderhoudt een enorm sterk lerarenkorps door aandacht te geven aan rekrutering, voorbereiding op het leraarschap en professionele groei op school:

Leraren krijgen even goed betaald als accountants en ingenieurs

  • Lerarenopleidingen zijn gratis en enorm professioneel vormgegeven
  • Alleen de beste studenten worden toegelaten tot lerarenopleidingen
  • Leraren starten met een inductieprogramma van twee jaar
  • Op scholen zijn er carrièrepaden voor leraren (naar schoolleider, mentor en expert)
  • Leraren krijgen 100 uur per jaar voor professionele ontwikkeling (meer dan 2 uur per week)
  • In die 100 uur bereiden leraren samen lessen voor en bezoeken elkaars lessen
  • Elke school heeft één persoon die verantwoordelijk is voor professionele ontwikkeling
  • In elke school zijn er Expert-leraren en Mentor-leraren die anderen begeleiden
  • Bijna alle leraren op school zijn betrokken bij innovatie en onderzoeksprojecten
  • Het lerarenteam bepaalt collectief welke projecten dit zijn
  • Er zijn ‘academies’ waar leraren met leraren van andere scholen leren

Als je dit beeld op je laat inwerken wat zie je dan?

klik hier voor verder lezen van de blog Beter onderwijs? Er is maar één woord dat ertoe doet: Leraar, door Jaap Versfelt, Stichting LeerKRACHT, 17 november 2017: https://stichting-leerkracht.nl

GGZ Nederland is campagne gestart: ‘Minder regelgekte – Meer zorg’

ggz minder regelgekte meer zorgGGZ Nederland, de brancheorganisatie voor de geestelijke gezondheidszorg, is samen met de sector een campagne gestart voor terugdringing van de veel te hoge administratieve lasten in de geestelijke gezondheidszorg: Het motto is: Minder regelgekte – meer zorg.
De campagne is het begin van een reeks activiteiten die de lasten daadwerkelijk moeten gaan verminderen.

33% tijd kwijt aan administratie

Hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg besteden gemiddeld per dag wel 33% van hun tijd aan administratieve handelingen. Een psycholoog is regelmatig meer tijd kwijt aan administratie dan aan de behandeling zelf. Het bestuur besteedt steeds meer tijd en geld aan het vormgeven van verantwoording. Dat gaat ten koste van de zorg voor patiënten die dat nodig hebben. En het demotiveert en frustreert professionals als ze zien dat ze te weinig tijd voor hun patiënten hebben.

De GGZ is niet tegen verantwoording afleggen, die is essentieel voor (semi-)publieke organisaties met maatschappelijke taken.Toezicht en controle horen daarbij. Het verantwoorden is evenwel doorgeslagen. Incidenten hebben geleid tot te gedetailleerde regelgeving, controles, een opstapeling van verantwoordingseisen en protocollen. Professionals hebben daardoor steeds minder ruimte om naar eer en geweten hun werk goed te doen. Papierwerk is boven mensenwerk komen te staan.

Manifest

Er is een manifest tegen de regelgekte opgesteld met zeven uitgangspunten:

1. De patiënt terug op één
2. De helft minder regels
3. Begrijpelijke zorg- en behandelplannen
4. Niet meer tureluur van de factuur
5. Ophouden met afvinken
6. Klaar met het geklets.
7. Een gezamenlijke vuist

Teken het manifest en maak een vuist!

Klik hier voor lezen manifest en ondertekening: www.regelgekte.nl (Website is opgeheven). Zie website De Nederlandse GGZ: www.denederlandseggz.nl/campagnes/regelgekte

U P D A T E

GGZ Nederland heet sinds juni 2020 de Nederlandse GGZ: www.denederlandseggz.nl/nieuws/2020/ggz-nederland-verandert-in-de-nederlandse-ggz

 

Commissie Evaluatie Politiewet presenteert eindrapport met aanbevelingen voor verdere ontwikkeling politie

omslag doorontwikkelen en verbeteren evaluatie politiewet2012Voorzitter Wim Kuijken van de Commissie Evaluatie Politiewet 2012 heeft op 16 november 2017 haar eindrapport aangeboden aan Minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie en Veiligheid.

De commissie onderzocht het functioneren van de Politiewet die de basis vormt voor het bestel dat bij de reorganisatie van 25 regiokorpsen en het KLPD tot een nationaal politie korps is ingevoerd. In het rapport Doorontwikkelen en verbeteren presenteert de commissie haar visie en doet aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling van de politie.

Minister Grapperhaus noemt het “belangrijk met het rapport het oordeel van de commissie te hebben hoe het politiebestel en de politie ervoor staan en aanbevelingen te krijgen voor de doorontwikkeling.
De politie en al die tienduizenden medewerkers hebben onder moeilijke omstandigheden de grootste reorganisatie in jaren uitgevoerd. Gelijktijdig heeft de politie op straat en in de opsporing zich volop ingezet voor onze veiligheid. Zij verdienen een groot compliment”.

De minister kondigt aan komend voorjaar met een kabinetsreactie te komen. “De komende periode ga ik over het rapport in gesprek met de politie, de regioburgemeesters en anderen uit het bestuurlijk veld, het openbaar ministerie, de politievakbonden en overige bij de politie betrokken partijen”.

Doorontwikkelen en verbeteren. Evaluatie politiewet 2012, uitgave van Commissie Evaluatie Politiewet 2012,  november 2017:  https://www.politiebond.nl/assets/Rapport-evaluatie-Pw2012.pdf

Minister Grapperhaus ontvangt eindrapport Commissie Evaluatie Politiewet. Voorzitter dhr. Wim Kuijken van de Commissie Evaluatie Politiewet 2012 heeft haar eindrapport aangeboden aan Minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid. Nieuwsbericht en documenten (downloaden), Ministerie van Justitie en Veiligheid, 16 november 2017. Ga naar sitearchief: https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#archive en tik in zoekveld van grijze linkerkolom: Minister Grapperhaus ontvangt eindrapport Commissie Evaluatie Politiewet

Kwaliteit van de zorg: wie mag het zeggen? Lezing van hoogleraar ouderengeneeskunde Joris Slaets

joris slaets els borstlezing De vijfde Els Borst lezing werd op 14 november 2017 in Den Haag gegeven door prof. dr. Joris Slaets, hoogleraar ouderengeneeskunde in Groningen en directeur van de Leyden Academy on Vitality and Ageing. Titel van de lezing: Kwaliteit van zorg: wie mag het zeggen?
Naast Slaets kwamen aan het woord Sander de Hosson, longarts in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen; hij las enkele blogs voor, en Dorothea Touwen, ethicus en universitair docent van het LUMC en Ronnie van Diemen, inspecteur-generaal voor de gezondheidszorg.

De Els Borst Lezing wordt elk jaar gegeven en is een initiatief van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG). De eerste lezing werd gegeven tijdens het jubileumsymposium in 2013 ter gelegenheid van het tienjarig bestaan. Het CEG is in 2003 opgericht op verzoek van de toenmalige minister van Volksgezondheid, Els Borst. Sindsdien signaleert en informeert
het CEG over diverse ethische vraagstukken die worden opgeroepen door nieuwe ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Het CEG is een samenwerkingsverband van de Gezondheidsraad en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS).

Slaets in zijn Inleiding:

”Mijn verhaal is eclectisch en vindt zijn oorsprong in mijn langdurige ervaring in de zorg. Ik beschouw in mijn lezing zowel de rol van de persoon die verzorgd moet worden, als de persoon die zorgt; zowel in de curatieve sector als in de langdurige zorg en zowel in de geestelijke gezondheidszorg als in de somatische zorg. Mijn verhaal is van toepassing op de hele zorgsector al zijn bepaalde elementen relevanter voor de langdurige zorg dan voor de (acute) op curatie gerichte zorg.

Wat mij opvalt, zijn de tegenstrijdige beelden in de Nederlandse samenleving rondom de kwaliteit van onze zorg. Die beelden zijn heel gevarieerd: van veel te duur tot kapotbezuinigd en van wereldtop tot mensonwaardig.
Kennelijk is wat we onder ‘goede zorg’ verstaan niet zo helder, net zomin als naar wie we moeten luisteren. Wie mag het zeggen?

De ethische vragen rondom goede zorg veranderen in de tijd, ook al is een aantal onderliggende morele waarden redelijk stabiel in onze samenleving. Zo vinden wij vrijheid, gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid, geluk, gezondheid en zelfstandigheid intrinsiek goed. Op een hoog abstractieniveau kunnen we stellen dat zorg die mensen helpt om dergelijke waarden te bereiken, goede zorg is. Daar hebben we in Nederland veel in bereikt en er zijn weinig landen in de wereld waar dat beter geregeld is. Toch is de samenleving op zoek naar een andere kwaliteit in de zorg, naar waarden waaraan we nu niet goed invulling kunnen geven. Misschien zijn we door onze ongekende welvaart en de voortschrijdende ontwikkeling van wetenschap en technologie wel gaan geloven in de maakbaarheid van alles.
We zijn het leven van mensen in een psychogeriatrisch verpleeghuis als ‘onwaardig’ gaan bestempelen en geven exorbitante bedragen uit in de hoop dat het dan ‘waardig’ wordt. Wanneer we mensen met leukemie kunnen genezen dan moeten we het onwaardige bestaan van mensen met dementie ook niet meer accepteren als samenleving, zo lijkt de redenering. Maar waardig leven gelijkstellen aan de afwezigheid van ziekte is al lang achterhaald. Zo is er veel commotie ontstaan in het publieke debat over de kwaliteit van onze zorg en dan vooral van de langdurige zorg voor ouderen, voor mensen met beperkingen en ook in de geestelijke gezondheidszorg. Hier wordt de vraag naar een andere dimensie van kwaliteit steeds nadrukkelijker gesteld.

Om meer duidelijkheid te scheppen in die kwaliteitsdiscussie, wil ik onderscheid maken tussen twee kaders waarvan ik vind dat die in de praktijk schurende waarden met zich mee brengen. Het ene kader noem ik normatief en het andere narratief”

omslag vijfde els borstlezingKlik hier voor de complete lezing in PDF van
prof. Slaets: Kwaliteit van zorg: wie mag het zeggen?

Bijdragen van sprekers Sander de Hosson,
Dorothea Touwen en Ronnie van Diemen. Klik hier.

5e Els Borst Lezing Kwaliteit van de zorg: wie mag het zeggen?, CEG, 14 november 2017: www.ceg.nl

De lezing is ook te beluisteren op TXT Radio: http://txtradio.nl/programmas/els-borstlezing-2017/1510590724 (Niet meer beschikbaar)

 

Is de personal computer nog wel personal, of worden we slaafs afhankelijk van een afpersbedrijfsmodel?

De Belgische journalist Lode Goukens vraagt zich af in een artikel in het tijdschrift voor politieke filosofie en cultuur Civis Mundi, af of Microsoft een nieuw verdienmodel heeft ontwikkeld waarbij klanten uitgemolken worden. Hij schrijft dat studenten in Vlaanderen voortaan het programma Office 365 gebruiken: “Zogezegd gratis. Microsoft pakt er groot mee uit. De beleidsmakers zouden echter zeer dringend de vraag moeten stellen of ze hun studenten daar echt een dienst mee bewijzen. De afgelopen jaren betaalden universiteiten voor campuslicenties op Office 2016 (dus indirect betaalde de Vlaamse overheid en op papier kregen ze een fikse korting). De facto maakte Microsoft Word de norm om papers in te dienen en Microsoft Powerpoint de norm om presentaties te maken. Niet dat er nog veel concurrentie bestond en over deze discussie gaat het hier bewust niet.

Microsoft Office was lang een duur softwarepakket. Zelfs met korting voor studenten. De Vlaamse universiteiten zorgden voor democratische oplossingen zoals computerruimtes en virtuele machines die enorme budgetten opslokten. Voor de studenten die niet graag online werken via Athena (UGent) zorgde dit bovendien voor problemen omdat ze op een virtuele Windows-pc werkten en dus een betrouwbare Internet-verbinding nodig hadden en al hun gegevens op een virtuele pc op de campus stonden. Bij een arme universiteit zoals de VUB die haar studenten de Office Portal aanbiedt, bestaat de mogelijkheid om een desktopversie van Office te downloaden en te installeren op pc of macintosh. Helaas bleek bij deze desktopversie dat het volstond om enkele minuten geen wifi-verbinding te hebben om constant foutmeldingen te krijgen dat Word, Excel, Powerpoint of Outlook geactiveerd diende (alsof het een nieuwe installatie gold). Volgens Microsoft is een officieel geïnstalleerde en geactiveerde build meteen een illegale kopie als niet permanent in de achtergrond gecontroleerd wordt via een login van de universiteit. Gevolg geen mogelijkheid om verder te werken, te bewaren of af te drukken tot er weer een wifi-verbinding en inloggen op de Microsoft-server volgde. Voor de slimme student die ergens buiten wifibereik ging studeren of werken aan een paper vormde dit een bron van frustratie en een groot tijdverlies (of verlies van moedwillig niet bewaard werk).

Verplicht in de cloud werken en uploaden naar OneDrive

Bij Office 365 worden de problemen zelfs nog groter. Microsoft verstopte in de desktop-versie de mogelijkheid om vanop de eigen harde schijf aan documenten te werken. Een document openen houdt voortaan in dat de student dit document moet opladen naar de Windows-server (een Onedrive for Business op naam van de universiteit). Ook het bewaren van het eigen werk naar de lokale harde schijf werd vakkundig verstopt en uit alle menu’s gewist om de klanten te verplichten in de cloud te werken op een OneDrive van Microsoft (die dan weer problematisch blijkt als de internet-verbinding vertraagt en niet snel genoeg gesaved kan worden, terwijl die OneDrive toch een lokale kopie op de harde schijf plaatst. Begrijpe wie kan). Veel studenten hebben internet via een gedeelde wifi op kot, via eduroam als ze in de buurt van de campus vertoeven of de Lijn als ze met de tram rijden (op de trein is wifi nog een vage wensdroom). Stuk voor stuk weinig ideale verbindingen.

Wat zijn de motieven van Microsoft om de desktop-toepassingen dermate aan te passen en dit via een update geniepig door te voeren? Het verstoppen van het openen of het bewaren van lokale bestanden op pc of mac met Office-toepassingen sedert enkele weken is het gevolg van het nieuwe verdienmodel dat Microsoft invoerde. Dit quasi onmogelijk maken om vanuit Word of Excel een bestand op je eigen harde schijf te openen (de essentie van personal computing) en de ronduit belachelijke vereiste die te uploaden naar een OneDrive in de nieuwe Word-versie passen in een bewuste internationale strategie. Een strategie die helaas nooit duidelijk gecommuniceerd werd en waar zelfs de helpdesk aan de universiteit niet van op de hoogte was”.

Goukens beschrijft vervolgens nog welke functies van Word en Excel er nog meer ontbreken. Bij de cloud srtaat alles op een server waar de gebruiker geen vat op heeft. Op die manier beslist Microsoft eenzijdig. Een update van Office overslaan is voortaan uitgesloten.

Waarom kan de klant niet offline werken zonder dat de laatste nieuwe Office-versie zijn werk saboteert en begint te vragen naar activering? De reden is overduidelijk: “Microsoft dat groot werd met de personal computer (PC) wil terug naar een systeem van timesharing zoals voor de introductie van de PC. De gebruiker werkt op een client of terminal die met een server (destijds een mainframe waarop de gebruiker rekentijd deelde) communiceert. De bedrijven waren aan handen en voeten gebonden en betaalden prijzen voor hun toepassingen die bijdroegen aan het succes van de personal computers toen die op de markt verschenen. De PC zorgde voor de ontvoogding van de computeraar. Het nieuwe verdienmodel wil dus terug naar een situatie waarbij een softwareaanbieder als een watermaatschappij belooft om software aan te bieden als bij het opendraaien van een kraantje, maar wel elk moment de hoofdkraan kan dichtdraaien. De gebruiker betaalt een vast bedrag per maand of hij nu van de toepassing gebruik maakt of niet”.

Lees het hele artikel met conclusie van Lode Goukens: De cloud-terreur van Microsoft, Civis Mundi Digitaal no 52: www.civismundi.nl

P.S.: Een stukje geschiedenis

Op 12 augustus 1981 presenteerde IBM zijn eerste Personal Computer op een persconferentie in het Waldorf-Astoria Hotel in New York, een computer voor individueel gebruik. Binnen enkele jaren was er geen secretaresse of boekhouder meer te vinden die niet zo’n handige ‘microcomputer’ of homecomputer op het bureau had staan. Met de eerste personal computer van IBM begon de pc-revolutie pas echt.
In 1977 introduceerde Apple de Apple II de eerste succesvolle pc met een monitor en toetsenbord om gegevens in te voeren. Apple had het in zijn reclame-uitingen over de Apple II al over een ‘Personal Computer’; IBM was evenwel de eerste fabrikant die zijn computers de type-aanduiding Personal Computer gaf, en werd daardoor de bekendste.

1984 macintosch commercial 2In 1984 – let op het jaartal! – kwam Apple met de Apple Macintosh, de eerste computer met een grafische gebruikersomgeving. Dit betekende een revolutie voor de computermarkt. De commercial die de Macintosch introduceerde op televisie, sloeg in als een bom en maakte de Macintosch waanzinnig populair. Binnen een minuut begrepen de kijkers dat het hier om iets essentieels ging. In de regie van Ridley Scott zien we een atletische, hardlopende vrouw naderbij komen en een hamer hoog in de lucht gooien naar een reuzentelevisiescherm waarop een Orwelliaanse leider een hypnotiserende toespraak houdt voor een apathisch, uniform gekleed publiek. De boodschap was simpel: leven in een vrije maatschappij of in een gevangenis.

Binnen de eerste honderd dagen verkocht Apple voor meer dan 150 miljoen dollar aan computers. De filosofie van Apple was dat burgers, en niet alleen overheden en grote bedrijven, zich van de technologie moesten bedienen: “Als we willen voorkomen dat computers ons leven gaan beheersen, dan moeten ze toegankelijk zijn”.
Zie hieronder video met de Macintosch-commercial.