Skip to main content

Redactie Beroepseer

Schrapweken (Ont)Regel de Zorg zijn begonnen. Zorgprofessionals gaan de bureaucratie te lijf

schrap regels ontregel de zorgIn drie weken tijd, verspreid over een kleine twee maanden, gaan zorgprofessionals uit zeven verschillende beroepsgroepen aan de slag met het schrappen van regels. Op 29 januari 2018 is de eerste Schrapweek begonnen. Op 19 februari volgt de tweede en op 12 maart de derde. Met steun van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gaan zij – samen met verzekeraars, beroepsverenigingen en toezichthouders – vaststellen welke regels binnen hun vakgebied kunnen worden geschrapt en wat er nodig is om dat te realiseren.

(Ont)Regel de Zorg

Schrapweek en schrap- en verbetersessies komen voort uit het initiatief (Ont)Regel de Zorg van huisartsenactiegroep Het Roer Moet Om (HRMO) en beroepsvereniging voor zorgprofessionals VvAA. Hieruit bleek dat zorgverleners gemiddeld 40 procent van hun tijd kwijt zijn aan administratie. In maart worden de eerste concrete resultaten met het ministerie van VWS besproken.

Na de eerste – succesvolle – schrapconferentie (Ont)Regel de Zorg op 18 november 2017, pakken de zorgverleners nu door. De zeven beroepsgroepen stellen een eigen actieagenda op. Medisch specialisten, huisartsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, apothekers, psychiaters en wijkverpleegkundigen steken de koppen bij elkaar en presenteren tijdens ‘schrap – en verbetersessies’ hun concrete plannen ter verbetering. Het gaat daarbij om realiseerbare plannen die direct verschil maken voor de patiënt en de zorgverlener. In maart worden de eerste resultaten teruggekoppeld.
Dinsdag 30 januari 2018 geeft minister Hugo de Jonge om 18.15 uur bij VvAA in Utrecht het officiele startstein voor het vervolgtraject van (Ont)regel de Zorg.

Minder regels en minder bureaucratie in de zorg. Dat is het doel van zorgverleners en ook van kabinet-Rutte III. Maar hoe maken we na jaren van noodkreten uit het veld een einde aan de onzinnige bureaucratie in de zorg? Hoe kan het écht beter? Hoe krijgen we meer tijd en aandacht voor de patiënt? Actiecomité ‘Het Roer Moet Om’ luidde in maart 2015 de noodklok over de onacceptabele administratie – en regeldruk in de huisartsenzorg.
“De schrapactie binnen deze beroepsgroep leverde resultaat op, maar versnelling en verbreding waren nodig en zijn inmiddels in gang gezet”, aldus huisarts Peter de Groof, een van de initiatiefnemers van HRMO.

Tijdens de eerste schrapconferentie zijn per beroepsgroep al eerste schrapvoorstellen gedaan. Deze vormen de basis voor het vervolgtraject. De uitkomsten daarvan en van de volledige schrapconferentie, zijn te lezen op de website van Ontregel de zorg. www.vvaa.nl/landingspagina/ont-regel-de-zorg (Pagina is niet meer beschikbaar – Zie voortaan: https://www.vvaa.nl/nieuws-en-kennis/ledenthema/ontregel-de-zorg)

Zie ook: Regeerakkoord neemt schrapsessies (Ont)Regel de Zorg over, VvAA, 26 oktober 2017: https://web.archive.org/web/20210921082912/https:/www.vvaa.nl/voor-leden/nieuws/regeerakkoord-neemt-schrapsessies-van-ont-regel-de-zorg-over

Sit-in op faculteit Letteren Universiteit Groningen op vrijdagmiddag 26/1 vanwege reactie faculteitsbestuur op kwestie Eelco Runia

Studenten aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) roepen op tot een vreedzame bezetting. Vrijdagmiddag 26 januari 2018 is er tussen 13.00 en 15.00 UUR een sit-in, in het kantoor van de faculteit Letteren, op de derde verdieping van het Harmoniegebouw.

De letterenstudenten, gesteund door studentenbeweging Democratische Academie Groningen (DAG), zijn ontevreden met de bijeenkomst die het faculteitsbestuur donderdagochtend 25 januari hield. Medewerkers en studenten waren uitgenodigd om te praten over een opiniestuk van hoogleraar Eelco Runia in NRC Handelsblad op 19 januari 2018 waarin hij had geschreven waarom hij zijn ontslag heeft genomen (Waarom ik ontslag neem bij de universiteit). Runia hekelt het marktdenken op de universiteit en de eis om colleges in het Engels te geven, ook. al zitten er Nederlanders in de zaal.
DAG, en ook Runia zelf, hoopten op een plenaire discussie met het faculteitsbestuur over de deprofessionalisering aan de letterenfaculteit, maar het bleek een informele bijeenkomst om ‘vrij en open’ in gesprek te gaan over het reilen en zeilen van de faculteit.

“Het was gewoon damage-control’’, zegt Anke van Dijk van DAG, student Spaans.“We konden niet als groep zeggen wat we ervan vonden. De decaan voert wat gesprekken, maakt notities en neemt het dan weer mee de achterkamertjes in’’.

Eerder was er al ophef over een mail die was rondgegestuurd in de vakgroep geschiedenis waarin medewerkers verzocht werd te verwijzen naar de afdeling Communicatie als hun werd gevraagd naar een reactie op het stuk van Runia. “Ongelukkig”, volgens decaan Gerry Wakker. “Iedereen mag overal over praten’’. Het faculteitsbestuur wil niet inhoudelijk ingaan op het stuk van Runia omdat het om een ‘persoonlijke kwestie’ zou gaan.

Tijdens de sit-in worden de problemen die Runia aankaart in stellingen besproken.

Groningse studenten willen faculteitskamer Letteren bezetten, door Maaike Borst, Dagblad van het Noorden, 25 januari 2018: www.dvhn.nl

Historicus Eelco Runia hekelt marktdenken en keert universiteit Groningen uit onvrede de rug toe, door Mannus van der Laan, Dagblad van het Noorden, 20 januari 2018: www.dvhn.nl

Collega’s van opgestapte RUG-historicus krijgen mail: ‘Praat niet met de pers’ , Dagblad van het Noorden, 23 januari 2018: www.rtvnoord.nl

Brief inzake opiniestuk Eelco Runia, Letteren Vooruit, 23 januari 2018: http://letterenvooruit.nl/brief-inzake-opiniestuk-eelco-runia/ (Niet meer beschikbaar)

Boegbeeld geschiedenis stapt op, door Thereza Langeler, UKrant, 22 januari 2018: https://www.ukrant.nl/boegbeeld-geschiedenis-stapt-op/ (Niet meer beschikbaar)

Runiadebat wordt snel vinniger, door Menno van der Meer, UKrant, 25 januari 2018: www.ukrant.nl

RUG: artikel van Runia is een persoonlijk verhaal, Gert van Akkeren, Oog TV, 25 januari 2018: www.oogtv.nl

U P D A T E

Studentenprotest: ‘Luister nu eens’, door Rob Siebelink, UKrant, 26 januari 2018: www.ukrant.nl

Staat zet middelen als SyRI in die een wezenlijk gevaar vormen voor de rechtsstaat

koppeling gegevens Begin 2018 is een groep maatschappelijke organisaties een rechtszaak begonnen tegen de Nederlandse Staat met als doel het Systeem Risico Indicatie (SyRI) door de rechter onrechtmatig te laten verklaren. Bij de groep hebben zich ook schrijver Tommy Wieringa en schrijver/rechtsfilosoof Maxim Februari als mede-eiser aangesloten.

Rondom de rechtszaak wordt vanuit het Platform Bescherming Burgerrechten de campagne Bij voorbaat verdacht gevoerd met doel het publiek wakker te schudden en een discussie op gang te brengen.
SyRI is een systeem van de overheid dat persoonsgegevens van burgers aan elkaar koppelt, bedoeld om verschillende vormen van fraude, misbruik en overtredingen op te sporen. Met technieken van inlichtingendiensten – zoals datamining en patroonherkenning – wordt de handel en wandel van burgers gevolgd en geanalyseerd, en worden er risicoprofielen van burgers gemaakt. SyRI is vergelijkbaar met het profileren van potentiële criminelen. In principe is iedereen bij voorbaat verdacht.

SyRI is een uitwerking van de wet SUWI (Structuur Uitvoeringsorganisaties Werk en Inkomen). Deze wet werd aangenomen in 2013. In 2014 werd min of meer geruisloos een besluit over SyRI aan de SUWI-wet toegevoegd. In de wandeling wordt dit wel ‘het SyRI-besluit’ genoemd, maar formeel gezien is het een extra hoofdstuk in het zogenaamde SUWI-besluit. Op 12 september 2014 trad dit ‘SyRI-besluit’ in werking, ondanks grote bezwaren van het toenmalige College Bescherming Persoonsgegevens en de Raad van State. Minister Asscher legde hun adviezen op belangrijke punten naast zich neer. Ook het verzoek om burgers meer inzicht te geven in wat er met hun gegevens gebeurt, werd niet ingewilligd.

Formeel bestaat SyRI dus sinds 2014. Maar eigenlijk bestaat de SyRI-werkwijze al sinds 2008, toen – bij wijze van proef – de zogenaamde Blackbox-methode geïntroduceerd werd.
Gegevensbestanden mogen niet zomaar aan elkaar gekoppeld worden. Omdat daardoor niet alleen ‘verdachte personen’ maar ook ónverdachte personen geanalyseerd en geprofileerd kunnen worden.
Tot 2008 gebeurde dat analyseren en profileren nog wél, onder andere in het project Waterproof, waarbij uitkeringsfraude werd opgespoord op basis van waterverbruik. De Autoriteit Persoonsgegevens (destijds het CBP) maakte daar bezwaar tegen. Daarom werd toen de Blackbox-methode ontwikkeld, om data ‘anoniem’ te kunnen koppelen en analyseren.
Anoniem tussen aanhalingstekens, omdat de gegevens niet echt geanonimiseerd worden, maar gepseudonimiseerd. Ze worden dus niet helemaal ontdaan van hun naam, maar vervangen door een pseudoniem, bijvoorbeeld een getal. Vervolgens kan dat pseudoniem weer terugvertaald worden naar de bijbehorende naam. De fase waarin gegoocheld wordt met gepseudonimiseerde gegevens, is een zwarte doos (black box).

Kortom, het SyRi systeem waarschuwt de overheid als u zich om wat voor reden dan ook ‘anders’ gedraagt. Op basis van allerlei persoonsgegevens wordt er volgens een strikt geheime formule onderscheid gemaakt tussen ‘modelburgers” en ’risicoburgers’.
Klik hier voor meer lezen over SyRI: https://bijvoorbaatverdacht.nl/wat-is-syri/

De rechtszaak

Op 20 januari 2018 waren Maxim Februari en advocaat Douwe Linders te gast in het radioprogramma Nieuwsweekend Op Radio 1*) om de rechtszaak tegen SyRI toe te lichten en een aantal misverstanden uit de wereld te helpen: “Het gaat helemaal niet om iets wel of niet te verbergen hebben. Het gaat erom dat de procedures en de rechtsgang compleet geheim worden”.
In een overleg eerder in de derde week van januari is duidelijk geworden dat een compromis met de Nederlandse Staat er niet in zit. Het conflict zal in de rechtszaal moeten worden uitgevochten. De eisen zijn dan ook fundamenteel: SyRI moet worden geschrapt en het opnieuw bekijken of repareren van de wet is geen optie. Advocaat Douwe Linders tegenover Nieuwsweekend: “De juridische bezwaren die wij hebben tegen dit systeem gaan zo ver dat je het niet overeind kunt houden”.

Kern van de rechtszaak is dus dat procedures en rechtsgang compleet geheim worden. Februari citeert de beroemde eerste zin uit het boek Het Proces van Franz Kafka: “‘Iemand moest Jozef K. belasterd hebben, want zonder dat hij iets kwaads had gedaan, werd hij op een ochtend gearresteerd’. Die complete onzekerheid waarin je verkeert, daar gaat het ons om. Het gaat ons om een open rechtsgang. Je wilt weten waarom, op grond waarvan en je wilt dat kunnen aanvechten”.

Het gebrek aan transparantie en onafhankelijk toezicht in combinatie met databases die in toenemende mate zelfstandig opereren, maakt middelen als SyRI een wezenlijk gevaar voor de rechtsstaat. Februari haalt hoogleraar sterrenkunde Vincent Icke aan, die bij de lancering van de rechtszaak stelde dat systemen die via gekoppelde databases persoonsgegevens verwerken “volkomen onbeheersbaar” zijn. “Beta’s zijn veel ongeruster dan alle literaire en culturele types. Je kunt hier echt geen greep op houden”.

Lees verder op de site van Bij voorbaat verdacht, Je kunt hier geen greep op houden, 23 januari 2018: https://bijvoorbaatverdacht.nl
Verzoek: Steun de rechtszaak en campagne van Bij voorbaat verdacht met een bijdrage!

Noot
*) Het radiofragment SyRi is watching you is terug te luisteren op NPO Radio I: www.nporadio1.nl

 

“Justice is not only to be done, it must be seen to be done”

 

Aardwetenschapper en journalist Sam Gerrits zocht uit waar de aardbevingen in Groningen nu precies vandaan komen

Naar aanleiding van tips van lezers is het platform voor onderzoeksjournalistiek Follow the Money gedoken in de ondoorzichtige wereld van de Groningse gaswinning en de bijbehorende bevingsschade. Welke financiële belangen spelen er? Wat betekenen de aardbevingen voor bewoners? En wie profiteert hier eigenlijk van?

Aardwetenschapper en journalist Sam Gerrits zocht uit waar de aardbevingen nu eigenlijk vandaan komen. Zijn zoektocht levert niet alleen een boeiende reis op naar de bodemgesteldheid van Groningen maar onthult ook een stukje vaderlandse geschiedenis over de mijnbouw en gaswinning. Gerrits geeft de broodnodige opheldering, want “er zijn intussen zoveel technische, complexe rapporten over de materie verschenen, dat collega-journalisten door de bomen het bos niet meer zien. Hebben we nu te maken met zware aardbevingen, zoals bijvoorbeeld Zembla en de TU Delft beweren? Of is er iets anders aan de hand?”

Op een beeldende manier duidt Gerrits de verschillen in de Groningse bodem op diverse plekken en de door aardbevingen veroorzaakte schade aan gebouwen. Gerrits haalt ook Limburg erbij; hij schrijft dat de exploitatie van de Limburgse mijnen nooit is opgehouden:

“Zoals je kunt zien in de dwarsdoorsnede van de Nederlandse bodem hieronder, zit het steenkool van de Limburgse mijnen ook onder Groningen. In Groningen zit deze ‘Limburg-formatie’ echter geen honderden meters, maar zo’n 3,3 kilometer onder de oppervlakte. En, belangrijk: erboven ligt een ondoordringbare zoutlaag, afkomstig uit het Perm. Daardoor blijft het mijngas netjes gevangen in de aarde. De koempels hoeven tegenwoordig evenwel geen risico meer te lopen: we hebben in Groningen gewoon een paar lange kilometerslange pijpen in de grond gezet.

Die boorpijpen waren oorspronkelijk overigens neergezet op zoek naar olie, iets dat na de Texas Oil Boom in de jaren vijftig helemaal hip was geworden. Dat we in plaats van olie aardgas aantroffen, vonden we eigenlijk maar niks — tot we ontdekten hoe véél aardgas er eigenlijk zat: het Slochteren-veld is het grootste van Europa.
In 1963 begonnen we gas op te pompen uit wingewest Groningen; twee jaar later werd wingewest Limburg afgedankt. Holland volgde daarmee een oeroud koloniaal patroon: wingewesten worden van oudsher door de kolonisator gezien als een verse kokosnoot met een rietje erin. Je slurpt die kokosnoot leeg, en daarna gooi je hem weg.

Stomtoevallig ligt het Slochteren-veld in het noordoosten van Groningen, traditioneel één van de armste gebieden van Nederland. Mede door deze wingewest-filosofie heeft Den Haag de gasexploitatie niet heel handig aangepakt. Van de enorme smak geld die uit het Slochterense weiland van boer Kees Boon werd opgepompt, vond — tot de aardbevingen begonnen — maar hooguit één procent zijn weg terug naar Groningen. Zuurder dan zuur, als je weet dat in de VS iedere boer een stukje van de winst krijgt die de olie onder zijn land oplevert. Hoe anders is dat in Nederland: de eerste stad die een aardgasnet kreeg was Hilversum”

Volg het dossier Aardgas in Groningen op Follow the Money. Probeer FTM een maand gratis. Zie: https://www.ftm.nl/artikelen/wat-is-er-aan-de-hand-in-groningen?share=1

Jelle van Haaster is Jonge Ambtenaar van het Jaar 2018

jelle van haaster javhj2018Jelle van Haaster is verkozen tot Jonge Ambtenaar van het Jaar 2018. Dwight van de Vijver won de publieksprijs.

Vier jonge professionals namen het tegen elkaar op tijdens de verkiezingsavond van donderdag 18 januari 2018 in Poppodium Annabel te Rotterdam. Voor een zaal met ruim tweehonderd aanwezigen kregen de finalisten uitdagende opdrachten uit te voeren en formuleerden zij hun visie op de overheid van de toekomst.
De vakjury verkoos Jelle van Haaster unaniem tot winnaar. Van Haaster – reservist ritmeester van de Nederlandse Defensie Academie en researcher cyber operations – won de wisseltrofee en twee opleidingen: een masterclass in persoonlijk leiderschap van de VNG Academie (leerplatform van en voor gemeenten) en een training in creatieve technieken van Ynnovate.

Juryvoorzitter Simone Roos prees Jelle van Haaster om zijn bijzondere talent en zijn vermogen om op zichzelf te reflecteren: “Jelle heeft een mooie mix van begeerlijke skills op het gebied van ICT en een maatschappelijke drive”. Ze noemde hem creatief, authentiek en origineel. De promovendus op het gebied van cyber mag een jaar lang jonge ambtenaren vertegenwoordigen als toonbeeld van een ambtenaar die verandering brengt.
Voorzitter van FUTUR, Emke Westra: “We zijn trots op Jelle als ambassadeur. In de huidige samenleving die constant in beweging is spelen jonge ambtenaren een belangrijke rol. Jelle is vernieuwend, kan goed luisteren en weet impact te hebben”.

Dwight van de Vijver, inspecteur en boegbeeld bij de Nationale Politie, ontving de publieksprijs. De afgelopen periode kon daarvoor via de website van FUTUR gestemd worden. Dwight haalde 45% van de stemmen en won een opleidingscheque van de Bestuursacademie ter waarde van € 5000,-.

De andere finalisten Shirley Elands – adviseur product- en procesinnovatie bij het Kadaster – en Wouter Struijk – beleidsadviseur Jeugd & Onderwijs bij de gemeente Schiedam – maakten eveneens indruk met de creatieve manier waarop zij complexe vraagstukken aanpakken. Alle finalisten kregen het boek Let’s Ynnovate aangeboden.

Dit jaar werd voor het eerst de FUTURproof award uitgereikt in samenwerking met Jong Beleg, het jonge ambtenaren-netwerk uit Alkmaar. De gemeente Stichtse Vecht won dankzij haar vernieuwende wijze om jong talent te werven. De gemeente Zaanstad en de gemeente Hengelo grepen net naast de prijs maar werden wel geprezen door de jury vanwege hun goed functionerende verjongingsbeleid en hun bijdrage aan een toekomstbestendige overheid.

Verjonging van de Overheid

Sinds 2002 organiseert stichting FUTUR – landelijk netwerk van jonge overheidsambtenaren – de verkiezing Jonge Ambtenaar van het Jaar. Met de verkiezing wil FUTUR het imago van de overheid als werkgever verbeteren en de meerwaarde van de jonge ambtenaar in de veranderende overheid zichtbaar maken. De finalisten werden geselecteerd uit meer dan zeventig genomineerden.

De acht bestuursleden van FUTUR werken voor de publieke sector en zetten zich naast hun werk vrijwillig in voor de verjonging van de overheid. Behalve de verkiezing organiseert de stichting netwerkevenementen voor jonge ambtenaren, ontmoetingen met sleutelfiguren uit de politiek en het openbaar bestuur en heeft FUTUR een actieve rol op carrière-evenementen. Op dit moment zoekt het bestuur nieuwe leden. Meer info bij voorzitter Emke Westra via info@futur.nl of 06 5396 3337

FUTUR wordt ondersteund door het A+O fonds Gemeenten, dat de instroom van jongeren een belangrijk thema vindt. Al jaren wordt de vergrijzing van de gemeentelijke sector opgevoerd als één van de grootste uitdagingen voor gemeenten. En ondanks vele initiatieven, inzet en aandacht blijft de gemiddelde leeftijd oplopen en blijft het aandeel jongeren in de gemeentelijke bezetting ver achter bij het aandeel jongeren in de beroepsbevolking. Meer info: www.aeno.nl

FUTUR, hét jongeambtenaren-netwerk van Nederland: http://futur.nl

Foto: Bloemen en wisseltrofee voor Jelle van Haaster, Jonge Ambtenaar van het Jaar 2018, met naast hem juryvoorzitter Simone Roos, directeur-generaal Overheidsorganisatie van het Ministeterie van BZK

 

Steeds meer succesvolle zelfsturing in organisaties en bedrijven

zelfsturendeteamsOok in België wint de zelfsturingsgolf aan momentum. Zelfsturing is een populair gespreksonderwerp van managers. Maar werkt het ook? Het Belgische dagblad De Tijd bezocht vier bedrijven om daarachter te komen en ontdekte dat leidinggevenden in hun organisatie effectief aan de slag gingen.
Een van hen is Marc de Wind, chief operating officer van Punch Powertrain. Hij verbond zijn lot aan dat van zijn medewerkers: “Als dit was mislukt, had ik ander werk gezocht. Ik wil geen leiding meer geven aan een fabriek oude stijl”.

In 2011 werkten ze met 80 man bij Punch Powertrain in Sint-Truiden. “Mensen waren de hele tijd aan het uitleggen waarom dingen níét konden. We produceerden toen 100.000 versnellingsbakken per jaar. Er zat een enorme groei aan te komen. En de gesprekken gingen over: we kunnen de capaciteit niet vergroten, want… We kunnen niet anders gaan werken, want…
Ik had voordien bij Philips gewerkt. Ik besefte heel goed: we moeten dringend flexibeler worden, anders pakt iemand onze fabriek op om ze elders neer te zetten. Ik had het vaak genoeg zien gebeuren.

Vandaag werken hier 600 mensen. We produceren ruim 700.000 stuks per jaar. Vroeger hadden we drie ploegen, en daarnaast de onderhoudsorganisatie, het engineeringteam en de kwaliteitsgroep. Er heerste een hokjesmentaliteit. Vandaag hebben we zeven teams. Eigenlijk bestaat onze fabriek nu uit zeven zelfstandig opererende fabriekjes, die klant zijn van elkaar. Honderd procent zelfsturend zijn onze teams niet. Maar zo’n 90 procent van alle beslissingen nemen ze zelf“.

Er zit haast geen limiet op hoe leergierig mensen zijn

Op de vraag aan De Wind hoe hij gestart is, antwoordt hij: “Door eraan te beginnen. Wij wisten ook niet hoe. Het enige wat we wisten is dat we wilden vertrekken vanuit een positief mensbeeld. Maar het is geen foutloos parcours geweest, we zijn vaak uit de bocht gegaan. We vroegen aan al onze medewerkers twee dingen.‘Wanneer ging jij voor het laatst fluitend naar het werk, en wat heb je nodig om vaker fluitend naar het werk te komen?’ Uit die bevraging bleek dat mensen geen grote veranderingen willen, maar veel kleine verbeteringen. Ze willen vooral erkenning voor wat ze doen, medezeggenschap ook. We hebben veel tijd geïnvesteerd in opleidingen. Er zit haast geen limiet op hoe leergierig mensen zijn”.

De Tijd bezocht vervolgens consultancyfirma Möbius met 150 medewerkers, de thuisverplegingsorganisatie Wit-Gele Kruis Oost-Vlaanderen met 1.700 medewerkers en het Gentse onlinemarketingbureau Wijs.met 70 medewerkers.

Lees het hele artikel met interviews Bye bye baas, door Gwen Declerck, De Tijd, 2 december 2017: https://www.tijd.be

Eerste lezing over de Participatiewet en een opmerkelijk rapport met verhalen van burgers over de uitvoering van die wet

Komende vrijdag 26 januari 2018 houdt hoogleraar Mark Bovens de eerste Participatielezing. Bovens is hoogleraar Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). De Participatielezing wil een antwoord geven op de vraag hoe we rekening kunnen houden met de beperkingen van het denkvermogen en doenvermogen van burgers.

Met collega’s Anne-Greet Keizer en Will Tiemeijer bij de WRR publiceerde Bovens in 2017 het rapport Weten is nog geen doen.. Bovens: “De lijn van dat rapport is dat er meer aandacht moet zijn voor de grenzen aan het doenvermogen van mensen. Bij het maken en uitvoeren van beleid moeten overheden zich meer realiseren dat je niet eindeloos een beroep kunt doen op het doenvermogen. Mensen kunnen niet telkens in actie blijven komen, aanvragen doen, keuzes maken, controleren. Daar is een einde aan. Zeker als mensen te maken hebben met stressvolle omstandigheden in hun leven doordat ze bijvoorbeeld hun baan kwijt zijn, in de schulden zitten, een kind hebben gekregen of gaan scheiden. Dan hebben ze aandacht nodig voor andere dingen en niet ook nog ruimte om heel goed te letten op wat de overheid van ze vraagt. En in Nederland is het nu zo geregeld dat juist op moment dat het leven tegenzit, je te maken krijgt met allerlei formulieren, instanties en regelingen”.

Het is dus nodig, aldus Bovens, dat sociaal werkers tijdens de uitvoering van hun vak zich realiseren dat mensen die in de problemen zitten, niet meteen op de toppen van hun rationele vermogen kunnen presteren. Verlang dat dus ook niet van ze.

Eerste Participatielezing

De lezing wordt gehouden in Partycentrum Ottone, Kromme Nieuwegracht 62 te Utrecht op vrijdag 26 januari 2018. Aanvang 15.00 uur.
De organisatie is in handen van Movisie, het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) van de Universiteit Utrecht en het Platform voor Sociale Vraagstukken. Marcel Ham, hoofdredacteur van Sociale Vraagstukken is dagvoorzitter. Deskundigen en studenten van de USBO denken mee of reageren op het verhaal van Mark Bovens.
De lezing vindt plaats in het kader van het tienjarig bestaan van Movisie, instituut voor kennis en aanpak van sociale vraagstukken

Inschrijven en meer info bij Movisie: https://www.movisie.nl/artikel/aandacht-doenvermogen-volgende-stap

Rapport Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op redzaamheid, WRR, 24 april 2017: www.wrr.nl



In gesprek met burgers over de uitvoering van de participatiewet in Apeldoorn

omslag je trekt altijd aan het kortste eind Totnutoe is onderzoek gedaan naar allerlei aspecten van de Participatiewet, maar nauwelijks naar wat mensen om wie het gaat zelf (onder)vinden sinds invoering van de wet in januari 2015. De Rekenkamercommissie van Apeldoorn heeft dat wel gedaan en is op zoek gegaan naar het verhaal van dertig burgers die op een of andere manier te maken hebben, of in het recente verleden gehad hebben met de Participatiewet. Er zijn ook gesprekken gevoerd met klantmanagers en leden van een managementteam.

De resultaten van het onderzoek zijn beschreven in het rapport: “Je trekt toch altijd aan het kortste eind”. Aan het slot zijn zeven verhalen van mensen die de commissie gesproken heeft integraal opgenomen, zodat de lezer ook kennis kan nemen van de samenhang binnen de verhalen en zich een juist beeld kan vormen van de wijze waarop de gesprekken zijn gevoerd. Op basis van het rapport zal de Rekenkamercommissie advies uitbrengen aan de gemeenteraad.

“Je trekt toch altijd aan het kortste eind”
begint met een citaat van een geïnterviewde:

“Je trekt hoe dan ook altijd aan het kortste
eind. Je begint gewoon niks. Je kan op je kop
gaan staan. Je kan… nou het maakt niet uit
wat je doet. En dat vind ik machtsmisbruik. Dat
is denk ik een goed woord. Machtsmisbruik. En
dat heeft alles te maken met dat
ontmoedigingsbeleid. Je staat onder curatele.
Zo voelt dat aan in de praktijk. Ten eerste heb
je helemaal niks meer te vertellen. Ten tweede
kan je ook helemaal niks meer. Want met zo
weinig geld kan je alleen maar overleven. Je
kan alleen maar alles betalen om je dak boven
je hoofd te hebben. En als er dingen fout gaan
die echt aan de kant van de gemeente te
vinden zijn, dan is het gewoon met de botte
bijl er door heen en jij trekt altijd aan het
kortste eind.”

Klik hier voor “Je trekt toch altijd aan het kortste eind”, Rekenkamercommissie Apeldoorn, januari 2018: https://beroepseer.nl

Privaat digitaal arbitragebedrijf e-Court is niet transparant. Stop virtuele, commerciële rechtspraak!

Sociaal raadslieden krijgen sinds eind 2017 regelmatig vragen van cliënten die een oproep krijgen om voor e-Court te verschijnen. E-Court is een privaat bedrijf voor digitale arbitrage. Aanleiding voor zo’n oproep is meestal een betalingsachterstand bij de zorgverzekeraar. Er is sprake van een nieuwe trend: zorgverzekeraars zijn massaal overgestapt van de overheidsrechter naar e-Court. De Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR/Sociaal Werk Nederland) heeft onderzoek gedaan naar de rechtsgeldigheid van zo’n e-Court beding, de onafhankelijkheid van e-Court en de rechtmatigheid van de kosten die deurwaarders in rekening brengen. In het rapport Rechtspraak op bestelling?! concluderen de sociaal raadslieden dat het op al deze onderdelen niet in de haak is.

André Moerman, voorzitter van de signaleringscommissie van de LOSR legt op de site van SchuldInfo – Juridische info voor hulpverleners uit dat arbitrage van betekenis kan zijn wanneer betrokken partijen er bij een geschil bewust voor kiezen of wanneer speciale kennis vereist is die de overheidsrechter niet kan bieden, bijvoorbeeld over bouwtechnische kwesties.
Bij arbitrage voor ‘incassobulkzaken’, zoals bij e-Court, is geen sprake van een bewuste keus noch van specialistische kennis. Via de kleine lettertjes wordt de schuldenaar onbewust aan e-Court gelieerd. Dat merkt hij meestal pas als hij in financiële problemen raakt.

Onafhankelijk?

Terwijl de overheidsrechter de ‘zwakste partij’ een zekere bescherming biedt, is het zeer de vraag of e-Court dat ook doet. In feite is e-Court een vorm van commerciële rechtspraak. De bedrijven die e-Court als partij in de incassoprocedure in hun algemene voorwaarden hebben opgenomen, zijn de financiers van e-Court. Zij maken e-Court mogelijk. Het ligt voor de hand dat schuldeisers kiezen voor het scheidsgerecht dat de voor hen gunstigste procedure en uitkomst biedt. In hoeverre zullen dit soort aanbieders van commerciële rechtspraak, in het belang van hun voortbestaan, hun oren laten hangen naar de wensen van hun opdrachtgevers? E-Court heeft hierbij de schijn tegen.
Een bijkomend probleem is dat e-Court niet transparant is. Uitspraken van e-Court worden niet gepubliceerd.

Oneerlijk beding

Het gegeven dat mensen met schulden, door de situatie waarin ze verkeren, worden weggehouden bij de overheidsrechter, het gebrek aan onafhankelijkheid en transparantie van e-Court en het gegeven dat de consument zelf geen geschil kan voorleggen aan e-Court, maakt dat er sprake is van een oneerlijk arbitragebeding.
De indruk bestaat dat e-Court wel erg makkelijk een stempel van de rechtbank kan krijgen, zonder dat er een echte ambtshalve toetsing lijkt plaats te vinden aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Europese richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.

De LOSR heeft in het rapport Rechtspraak op bestelling?! zestien aanbevelingen geformuleerd voor de wetgever, de rechtspraak, e-Court, de schuldeisers en de KBvG (beroepsorganisatie van deurwaarders).

Klik hier voor het Rapport Rechtspraak op bestelling?! Stop commerciële rechtspraak, uitgave van Sociaal Werk Nederland, januari 2018: http://schuldinfo.nl/rapport

Rechtspraak op bestelling?!,
André Moerman, Schuldinfo, 17 januari 2017: www.schuldinfo.nl

Zie ook:

Gedaagd voor e-Court? Platform Investico, 17 januari 2018: www.platform-investico.nl/artikel/gedaagd-voor-e-court/

Vonnis te koopOnderzoek Private rechtspraak in de incasso-industrie, door Karlijn Kuijpers, Thomas Muntz en Tim Staal, De Groene Amsterdammer, 17 januari 2018: www.groene.nl/artikel/vonnis-te-koop

Nieuwsuur-reportage met o.a. André Moerman van de LOSR en Ruth de Bock, advocaat-generaal van de Hoge Raad: ‘Robotrechter e-Court is een groot en niet transparant zwart gat’, Nieuwsuur, 17 januari 2018: https://nos.nl

E-Court: www.e-court.nl

“Justice is not only to be done, it must be seen to be done”

omslag rechtspraak op bestelling

U  P  D  A  T  E

Robotrechter e-Court ligt plat, door Tim Staal,  De Groene Amsterdammer,
16 februari 2018: www.groene.nl

 

Roc van Amsterdam schrapt regels: Er wordt nu meer met, dan over studenten gepraat

Marijke Nijboer schrijft op de site van de Algemene Onderwijsbond hoe drie onderwijsteams van het Roc Amsterdam alle regels lieten vallen. De docenten gaan veel op excursie en investeren in hun relatie met studenten. De regel die als  eerste sneuvelde was de verplichte 1000 klokuren voor de eerstejaars.

Het laten vallen van regels gebeurde tijdens het proefprogramma (pilot) Onderwijs Ontregeld waarmee regelarme teams bij ROC Amsterdam experimenteerde. Welke regels zouden teams graag negeren als ze er de kans voor krijgen? Welke regels belemmeren de kwaliteit van het onderwijs? Wat zouden teams daarvoor in de plaats stellen?

Drie teams mochten alle regels laten vallen en bij nul beginnen. De enige afspraak was dat ze zich zouden houden aan het kwalificatiedossier, dat vastlegt wat studenten moeten kennen en kunnen aan het eind van hun opleiding.

Thea Zaremba, opleidingsmanager: “Er kwam geen extra financiering en de examinering stond vast. Maar inmiddels praten we binnen de pilot ook over andere manieren van examineren”.

Jos Tuijn, leraar en teammanager: “Het was heel bijzonder om alles aan de kant te vegen en met elkaar als docenten te kijken wat we wilden voor ons onderwijs. We hadden ook ineens meer ruimte om in te spelen op de wensen van bedrijven. Het was wel wennen. Ik vroeg aan mijn directeur: Wanneer moet ik dit of dat inleveren? Kijk maar, zei hij. Ik vond het geweldig”.

Bestuurders meteen enthousiast

De bestuurders van het Roc van Amsterdam waren meteen enthousiast over het voorstel van het eigen personeel om regels te schrappen. “Zij zagen ook dat de werkdruk hoog was en dat de resultaten voor medewerkerstevredenheid wel beter konden”, schat Zaremba in.

Sander Dol, opleidingsmanager: “We kregen al een go voordat de inspectie en het ministerie van Onderwijs akkoord gingen”.

Niet alle belemmerende regels komen van buiten; sommige zitten in het hoofd van mensen. Christa Schrier, docent en opleidingsmanager daarover: “Sommige collega’s denken ten onrechte dat ze vier keer per jaar moeten toetsen. Bij de voortgangsvergadering vinden zij het moeilijk om uitspraken te doen over studenten, omdat ze nog niet hebben getoetst. Maar je kunt, als je een goede relatie met je studenten onderhoudt, ook zonder toetsen goed weten waar zij staan.”

Lees het hele artikel Roc van Amsterdam herontwerpt eigen onderwijs, door Marijke Nijboer, Algemene Onderwijsbond (AOb), 16 januari 2018: www.aob.nl