Skip to main content

Redactie Beroepseer

Klokkenluiders en de democratische rechtsstaat

“De democratische rechtsstaat Nederland is met alle mediaberichten over bij de overheid vastgestelde misstanden, machtsmisbruik en forse schendingen van integriteit onderhevig aan fikse erosie. Volgens sommige zwartkijkers is de erosie zo sterk dat er nog maar weinig verschil is met een bananenrepubliek. Anderen beweren dat het juist een goed teken is dat veel misstanden bekend worden en vervolgens worden onderzocht. Dat toont volgens hen de weerbaarheid van de democratische rechtsstaat aan tegen corruptie, machtsmisbruik en andere verschijnselen die haaks staan op integriteit. Een redenering die wel één belangrijk aspect over het hoofd ziet: het melden van misstanden en deze vervolgens onderzoeken zegt nog niet zoveel. Zeker niet wanneer uit de resultaten van de onderzoeken geen harde conclusies worden getrokken en noodzakelijke verbeteringen worden doorgevoerd, zodat uiteindelijk er niets verandert. En juist dat aspect speelt burgers die van mening zijn dat we inmiddels niet ver verwijderd zijn van een ordinaire bananenrepubliek behoorlijk in de kaart”.

Klare taal van Antonie Kerstholt die in The Post Online pleit te stoppen met klokkenluiders voor de gek te houden. Hij haakt in op de berichten over vermoedens van misstanden bij het Huis voor Klokkenluiders en de toezegging van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken op 19 december 2018 die vermoedens te onderzoeken. De berichten betreffen:

– het algemeen functioneren
– de benoemingsprocedure van de huidige voorzitter van het Huis

Het Huis voor Klokkenluiders heeft toegezegd voluit mee te werken. Het onderzoek naar het functioneren van het Huis wordt gedaan door de Nationale Ombudsman. Het onderzoek naar de benoemingsprocedure van de huidige voorzitter door een externe commissie.
In het belang van het onderzoek en om betrokkenen niet te benadelen, heeft de minister geen verdere informatie verschaft. Gedurende het onderzoek gaan het bestuur en de medewerkers van het Huis voor Klokkenluiders door met hun werk.

Het Huis voor klokkenluiders is opgericht in 2016 en ingesteld op basis van de Wet Huis voor klokkenluiders, voortgekomen uit een initiatiefvoorstel uit 2012.

Taken Huis voor Klokkenluiders

– Het Huis geeft advies aan mensen die in hun werk te maken hebben met (een vermoeden van) een misstand;
– Na meldingen over mogelijke misstanden kan het Huis daar onderzoek naar (laten) doen; de melder geniet daarbij bescherming;
– Preventie: het Huis ondersteunt werkgevers en bijvoorbeeld vertrouwenspersonen bij het voorkomen van problemen en misstanden.

Bijna op de kop af een jaar geleden, in december 2017, verschenen er berichten dat het Huis voor klokkenluiders ‘in elkaar stort’. Volgens het Algemeen Dagblad “zou de organisatie die melders van misstanden op het werk zou moeten beschermen na anderhalf jaar terug bij af zijn. Vanwege een bestuurscrisis in oktober 2017 stapte bestuursvoorzitter Paul Loven al op. Na het rapport-Ruys*) volgen nu de overige vier bestuursleden. Daarmee is de crisis compleet.
Gebleken is dat honderden klokkenluiders vergeefs een beroep deden op de organisatie. Van de meldingen die het Huis als echte klokkenluiderszaken betitelde, is er in anderhalf jaar niet één afgerond.
Het gros van de klokkenluidersmeldingen wordt op juridische gronden afgewezen. Die strikt juridische benadering van klokkenluidersproblematiek zorgde voor een tweestrijd binnen de organisatie. Vooral de afdeling Advies en de afdeling Onderzoek stonden lijnrecht tegenover elkaar”.

Moeizaam proces

De totstandkoming van het Huis voor Klokkenluiders was een moeizaam proces. Het initiatief van Kamerlid Ronald van Raak (SP) stuitte op weerstand binnen de Tweede en Eerste Kamer. Op het laatste moment werden nog enkele angels uit de wet getrokken, waardoor het Huis voor Klokkenluiders aan kracht inboette. Zo mag het zich niet bemoeien met zaken waarover de rechter heeft geoordeeld.
Ook de organisatievorm onder het ministerie van Binnenlandse Zaken stond ter discussie. Mr Pieter van Vollenhoven, die ook hard heeft gelobbyd om het Huis voor Klokkenluiders van de grond te krijgen, zei daar bij de start over: “Nederland heeft reuze moeite met het woord onafhankelijkheid. Men zegt altijd wel dat de onderste steen moet boven komen, maar toch heeft men het liefst zelf een vinger in de pap. Dan kun je namelijk een beetje controleren hoe die onderste steen eruitziet”.

Het Huis voor Klokkenluiders is een zelfstandig bestuursorgaan, maar valt wel onder verantwoordelijkheid van het ministerie.

Eerlijker is het om te stoppen

De hamvraag is, aldus Antonie Kerstholt, “of klokkenluiders überhaupt wel beschermd kunnen worden. Machtsongelijkheid komt immers overal voor en is van alle tijden. In Nederland is dat niet anders. Eerlijker is het om te stoppen met het langer voor de gek houden van klokkenluiders. Die moet je niet in de waan laten dat zij veilig, ongestraft en beschermd misstanden in Nederland aan de kaak kunnen stellen”.
Kerstholt ziet liever dat er meer recht wordt gedaan aan de werkelijkheid en dat het beter was geweest “als minister Ollongren de Kamer had geïnformeerd over een grootschalig te starten publiekscampagne waarin klokkenluiders worden gewaarschuwd voor alle gevaren en risico’s als ze voornemens zijn misstanden te melden, Zo’n campagne zou valse hoop en verwachtingen bij toekomstige klokkenluiders kunnen voorkomen. En tegelijkertijd voldoen aan een belangrijke norm van onze democratische rechtsstaat: Een echt transparante en betrouwbare overheid”.

Moed en integriteit

Geven we het op? Een goed functionerend Huis voor Klokkenluiders moet toch mogelijk zijn in Nederland? Neem moedige mensen op in de organisatie van het Huis, mensen die het doel nastreven, goed en integer werk leveren en zich inspannen voor mensen die benadeeld worden en schade ondervinden.
Het Huis noemt zich ‘een betrouwbare professionele organisatie’, met kernwaarden (te lezen op de website van het Huis, onder Missie en kernwaarden).

Onderzoek naar Huis voor Klokkenluiders zélf, Huis voor klokkenluiders, december 2018: https://huisvoorklokkenluiders.nl

Het Huis voor Klokkenluiders is een totaal mislukt project, door Antonie Kerstholt, The Post Online, 1 januari 2019: https://tpo.nl

Onderzoek naar misstanden Huis voor Klokkenluiders, door Politieke redactie, Algemeen Dagblad, 19 december 2018: www.ad.nl

Huis voor Klokkenluiders stort in elkaar, door Koen Voskuil, 14 december 2017: www.ad.nl

*) Advies voor een herstart van het Huis voor klokkenluiders: advies, onafhankelijk onderzoek en preventie door Maarten Ruys, 14 december 2017: www.huisvoorklokkenluiders.nl/Publicaties/publicaties/2017/12/14/advies-voor-een-herstart-voor-het-huis-voor-klokkenluiders—rapport-ruys

Nederland kent vier bekende klokkenluiderszaken: Ad Bos, Fred Spijkers, Paul Schaap en Paul van Buitenen. Zie slot van artikel  in AD van 14 december 2017: www.ad.nl

Corina Koolen schrijft tweeluik over de academische wereld en de tombola van wetenschap

Corina Koolen maakt op de laatste dag van 2018 de balans op. Ze vindt het tijd om terug te kijken op een “heel druk, gek, slopend, bijzonder, geweldig, overweldigend jaar. Ik ben moe. Niet het type moe van ‘twee nachtjes slapen en het gaat weer’, maar van ‘dit kan zo niet langer en ik moet iets veranderen’. Dit gaat over mij, en tegelijkertijd over meer. Dit is deel 1 van een tweeluik over de academische wereld, de cultuur en het effect dat dat heeft op haar werknemers. De gezichten achter de duizenden demonstranten die op 14 december naar Den Haag trokken vanuit het hele land. Deel 2 gaat over andere wetenschappers, die op hun eigen manier hetzelfde gevecht voeren — of voerden en verloren hebben. Dit is mijn verhaal”.

Corina Koolen is sinds augustus 2017 doctoraal assistente Digital Humanities (digitaal geesteswetenschappelijk onderzoek) aan het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ING), een onderzoeksinstituut op het gebied van geschiedenis en cultuur van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Koolen analyseert Nederlandse fictieve proza met het project The Riddle of Literary Quality.
Koolen promoveerde in mei 2018. Haar proefschrift heet Reading beyond the female: The relationship between perception of author gender and literary quality (Te downloaden in PDF op de site van de Universiteit van Amsterdam: https://pure.uva.nl/ws/files/23823454/Thesis.pdf).

Alleen excellente onderzoekers

Koolen noemt eerst de mooie kanten van haar werk sinds haar promotie en besluit: “Het was dus een goed jaar, carrière-technisch gezien, zou je denken”
Dan beschrijft ze de lastige kanten: “Nu is het zo dat het met de academische wereld slecht gaat. Professor Rens Bod, mijn andere voormalig promotor, zette WO in Actie op, dat 14 december met duizenden mensen demonstreerde tegen de bezuinigingen op de wetenschap. Waarvan de NOS het overigens pas nieuws vond toen Twitter zich boos maakte dat het werd genegeerd. Zeker in mijn hoek, de geesteswetenschappen, wordt de geldkraan steeds verder dichtgedraaid. Dit betekent dat uiteindelijk elke onderzoeker in feite steeds haar/zijn eigen salaris opnieuw bij elkaar moet bedelen bij NWO, de wetenschappelijke subsidieverstrekker van Nederland. Ook onderzoekers die al tientallen jaren meegaan en allang hun sporen verdiend hebben, moeten dit. Zij hebben een vast contract, maar vissen noodgedwongen om dezelfde zak met geld als jonge onderzoekers wiens carrière letterlijk van die subsidies afhangt. Dat probleem staat nog los van het feit dat honderden uren die aan onderzoek besteed hadden kunnen worden, gestopt worden in het schrijven van voorstellen om geld te vragen voor dat onderzoek. Omdat er zo veel mensen geld nodig hebben en er zo weinig is, kreeg NWO te veel aanvragen de afgelopen jaren. Hun semi-nieuwe strategie: alleen Excellente Onderzoekers krijgen nog geld”.

Lees het hele verhaal van Corina Koolen Een tweeluik over de overspannen wetenschapper – deel 1,blog  Corina Koolen, 31 december 2018: http://www.corinakoolen.nl/uncategorized/een-tweeluik-over-de-overspannen-wetenschapper-deel-1/

Steun ook WOinactie en teken de petitie: Stop de afbraak van het hoger onderwijs! op de site van De goede zaak: https://actie.degoedezaak.org/petitions/stop-de-afbraak-van-het-hoger-onderwijs-2

 

A field guide to the future of work

Essays met nieuwe perspectieven op de toekomst van arbeid. Gids voor de beroepsbevolking

Benedict Dellot heeft met zijn team een aantal essays verzameld voor een gids met verschillende nieuwe perspectieven op de toekomst van arbeid. De belangstelling daarvoor neemt toe maar hij vindt dat er de afgelopen tijd veel moeite is verspild. Hij is moe van de clichés die de ronde doen over de toekomst van arbeid en vindt ook dat het openbare debat opvallend oppervlakkig blijft. Het is de hoogste tijd voor nieuwe ideeën. Ze staan beschreven in A field guide to the future of work met daarin nieuws over de opkomst van ‘fauxtomatie’ tot de neergang van ‘kathedraalfirma’s’.

Benedict Dellot is hoofd van het Future Work Centre en onderdirecteur van het team Economy, Entreprise and Manufcaturing van de RSA, de Royal Society for the encouragement of Arts, Manufactures and Commerce.
Onderzoek is gericht op zelfstandig ondernemerschap, de makersbeweging en de toekomst van productie, kapitaal en eigendomsrecht in de 21ste eeuw.
De RSA is een in Londen gevestigde Britse multidisciplinaire organisatie, gesticht in 1743, met als doel het verrijken van de maatschappij door middel van ideeën en activiteiten.

Algoritmen die kanker even nauwkeurig kunnen traceren als professionele pathologen; persoonlijke kunstmatige intelligentie die de menselijke stem kan nabootsen en een afspraak kan maken; machines die zes keer zo snel als mensen stenen kunnen stapelen… De technologie blijft zich ontwikkelen, elke dag komen er nieuwe mogelijkheden bij. Maar wat betekent dat voor de werkende mens?
Over het algemeen worden we geconfronteerd met twee meningen. Òf we staan aan de vooravond van een ramp met verlies van banen en economische ellende voor het grote publiek. Òf er vindt, dankzij de nieuwe technologie, een toename van productie plaats die zal leiden naar een stijging van de levensstandaard en een overvloed aan kwaliteitsbanen. Spraakmakende cheerleaders van beide kampen in het debat wijzen enthousiast op statistische analysen die hun visie op de toekomst ondersteunen.

Vier vergissingen bij het voorspellen

De eerste vergissing die analytici maken bij het voorspellen van de toekomst van arbeid is dat ze zich blind staren op de technologie – kunstmatige intelligentie en robotica. Ze besteden weinig aandacht aan de minder flitsende, maar altijd nog effectieve innovaties zoals e-commerce-platforms, het Internet of Things (IoT  het -tijdelijk – verbinden van apparaten met internet om gegevens te kunnen uitwisselen), distributed ledgers (blockchain is daarvan een vorm), cloud computing en smartphones.

De tweede vergissing betreft de onafgebroken concentratie op automatisering, alsof dat de enige manier is waarop technologie het leven van werknemers kan beïnvloeden. Machines veranderen ook de wervingspraktijken, maken surveillance en bewaking eenvoudiger. Ook veranderen en reconstrueren ze de aard van businessmodellen en industrieën.

De derde vergissing is dat bij het analyseren van de effecten van technologie men te vaak blijft stilstaan bij theoretische mogelijkheden. Ondertussen negeert men wat er in werkelijkheid gaande is. We horen van een doorbraak in persoonlijke technologie, zoals de zelf rijdende auto of persoonlijke stemassistenten, maar zelden horen we of deze innovaties al in de echte wereld worden toegepast.

De vierde vergissing is dat we te weinig aandacht besteden aan de systemische effecten van technologie. Het is namelijk zo dat toepassing in de ene sector van de economie het leven van werknemers kan beïnvloeden in een andere sector. Voorbeeld is het verschijnsel ‘kringloopvraag’, waarbij de inzet van technologie in de ene tak van industrie leidt tot kostenbesparing voor de consument, waardoor geld vrij komt voor stimulering van de vraag in een andere tak.

Gids voor de toekomst van werk

Deze tekortkomingen kunnen niet worden genegeerd. De kwaliteit van het debat over technologie doet ertoe en kan ons helpen ons goed voor te bereiden. We noemen de beleidsambtenaar die gaat over belastingheffing; een leidinggevende in het vervolgonderwijs die het onderwijsprogramma opnieuw bekijkt; de personeelschef die de maatregelen voor het welzijn van personeel herziet. Deze personen zijn vatbaar voor het maken van slechte beslissingen op grond van slechte informatie.

Het is noodzakelijk versleten vragen achter ons te laten en meer ruimte te gunnen aan alternatieve en evenwichtige toekomstplannen om met technologie vorm te geven aan arbeid.
Nicolas Colin heeft eens gezegd dat de opkomst van de digitale economie de consument bovenaan de voedselketen heeft geplaatst en momenteel zijn zij het die eisen stellen aan werknemers in plaats van aan werkgevers.
Anderen richten zich op de gebruikelijke automatisering, maar dan wel met een frisse blik. Calum Chace beweert dat, hoewel automatisering een meedogenloze banenmoordenaar is, automatisering wel drastisch de kosten van levensonderhoud kan verminderen van mensen met een laag inkomen. Nick Srnicek ziet op zijn beurt een nieuw machinetijdperk van de zonnige kant. Hij gelooft dat zo’n tijdperk kan uitmonden in een vierdaagse werkweek. Astra Taylor schrijft daarentegen dat automatisering grotendeels een schertsvertoning is, een truc van bedrijven om modern te ogen terwijl de mensen achter de schermen het zware blijven doen.

Planetaire arbeidsmarkt

Dan zijn er nog die voorspellen dat er een overvloed aan werk zal zijn in de komende jaren. Maar zij waarschuwen ook dat er kritischer naar werk gekeken zal worden. Phoebe Moore voorziet een kille toekomst waarin werknemers overgeleverd zijn aan de tirannie van een alomtegenwoordig surveillancesysteem, een waarbij niet alleen prestaties worden gecontroleerd maar ook al het doen en laten van werknemers.

Landen als Groot-Brittannië zijn niet het enige land dat de gevolgen van technologie ondervindt. Mark Graham schrijft over de opkomst van een planetaire arbeidsmarkt waar nieuwe technologieën zorgen voor uitbesteding van meer banen van ontwikkelde landen naar ontwikkelingslanden. Daarbij hoort ook het gruwelijke werk van content moderation, het opsporen van mogelijk aanstootgevende en ongewenste afbeeldingen en teksten op internet.
Urvashi Aneja vraagt zich af wat een nieuw machinetijdperk betekent voor de 1.3 miljard inwoners van India? Zal het de sociale mobiliteit bevorderen of juist de informele economie en het kastensysteem versterken?

Onze verslaving aan voorspellingen onderdrukken

Dellot oppert dat de lezer van de essays misschien zal vinden dat de perspectieven de hele kwestie van technologie en arbeid ingewikkelder in plaats van eenvoudiger maken. Maar dat is nu juist het punt waar het om gaat. We willen veel te graag nauwkeurige voorspellingen die ons precies vertellen hoe de toekomst eruit gaat zien: ‘X miljoen banen verdwenen tegen 2040!’ Het is beter ons te verdiepen in verschillende scenario’s om ons op de toekomst voor te bereiden. Dat is de enige manier. De toekomst vormgeven op de manier die ons het beste lijkt is beter dan passief op de toekomst gaan zitten wachten.

De serie essays gaat over de toekomst van de arbeidsmarkt van Groot-Brittannië, maar ook over recente veranderingen. De analyse van de Labour Force Survey laat zien hoe de beroepsbevolking verandert. Bijvoorbeeld:

Onder de twintig snelst groeiende banen bevinden zich:

– programmeurs en software-ontwikkelaars
– chefs van personeelszaken en bestuurders
– medewerkers in de zorg – hulpverleners – thuiszorgers
– elementaire beroepen: opslag, warenhuizen, magazijnmedewerkers

Onder de twintig snelst verdwijnende banen bevinden zich:

– kassamedewerkers in de detailhandel
– bankmedewerkers en postboden
– telefonische verkoopmedewerkers
– administratieve beroepen bij de overheid

Klik hier voor downloaden in PDF A field guide to the future of work, collected essays, geredigeerd door Benedict Dellot m.m.v. Rich Mason, Fabian Wallace-Stephens en Toby Murray: www.thersa.org/globalassets/pdfs/reports/rsa_field-guide-future-work.pdf

Tired of the same old clichés about the future of work? You’re not alone, door Benedict Dellot. RSA, 29 december 2018: www.thersa.org

ntvd december nummer medicalisering

Over de keerzijde van medische vooruitgang, de rol van de dokter en werken met moed en vertrouwen

Wat is medicalisering en wanneer vormt ze een probleem? Hoe dragen de medische beroepsgroep en de individuele arts hieraan bij? Welke artsgebonden factoren maken dat medicalisering op de loer ligt? En wat kan een arts zelf doen om het probleem aan te pakken?

Op de NTvG Dag, de jaarlijkse bijeenkomst van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, dat tot thema had Verbeteren of verzieken? Medicalisering en de rol van de dokter, is vanuit verschillende perspectieven het ontstaan van medicalisering onder de loep genomen. De NTvG Dag vond plaats in de Rode Hoed in Amsterdam op 3 november 2018 en was georganiseerd in samenwerking met Optimale zorg-Dappere dokters, een initiatief van huisartsen en specialisten die de zorg zinniger wil maken door de patiënt centraal te stellen.
Het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde is een weekblad voor en door artsen en medisch wetenschappers en is opgericht in 1857. Het behoort daarmee tot de oudste tijdschriften van Nederland.

Onder de acht sprekers bevond zich Thijs Jansen, directeur van Stichting Beroepseer. Zijn onderwerp was Werken met moed en vertrouwen, het motto van de stichting.
Andere sprekers waren onder anderen Bart Meijman over Optimale zorg-Dappere dokters en Niek de Wit over Medicalisering in maat en getal. Jolita Bekhof stelde de vraag of huilbaby’s in het ziekenhuis horen en Paul Schnabel gaf de NTvG-lezing over Geloven in gezondheid.

omslag NTvGIn het nieuwe nummer van het NTvG dat gaat over medicalisering staat een artikel van Thijs Jansen en Corné van der Meulen, getiteld Werken met moed en vertrouwen dat gaat over de verschuiving van het maatschappelijk aanzien van professies en haar beoefenaars.
In het verleden werden professies beschouwd als beroepen van ‘een beter soort’ die voornamelijk draaiden om ‘dienst aan de mensheid’. De afgelopen decennia is er echter steeds meer aandacht gekomen voor de negatieve gevolgen die professies op een samenleving zouden kunnen hebben. Het imago van de professie als ‘beter soort beroep’ heeft geleidelijk plaatsgemaakt voor het beeld van de professional als beroepsbeoefenaar die zich enkel onderscheidt door zijn specifieke kennis. Een te sterke autonome positie van professionals zou makkelijk gebruikt kunnen worden voor eigen gewin, zowel ten opzichte van managers en beleidsmakers als ten opzichte van patiënten.
Zoals Andrea Frankowski het omschrijft in het boek Het alternatief voor de zorg, is er sprake van een verschuiving ‘van erkend professional naar potentiële overtreder’.
Het verminderde maatschappelijke vertrouwen in beroepsbeoefenaren heeft bij veel professionals tot ‘beroepszeer’ geleid.

Werken met moed en  vertrouwen, door Thijs Jansen en Corné van der Meulen in themanummer Medicalisering van NTvG no 51/52,  2018: www.ntvg.nl/artikelen/werken-met-moed-en-vertrouwen

Zie hieronder de video met de toespraak van Thijs Jansen op de NTvG Dag. Duur 16 min.

verkiezing leraar van het jaar

Top 3 kandidaten voor verkiezing Leraar van het Jaar 2019 bekend

De jury van de verkiezing Leraar van het Jaar 2019 heeft zich gebogen over de ingezonden materialen van de leraren van het basisonderwijs (PO), voortgezet onderwijs (VO), speciaal onderwijs (SO) en middelbaar beroepsonderwijs (MBO). Het bleek een lastige klus, maar de jury – bestaande uit leraren – is er unaniem in geslaagd drie leraren uit elke sector te kiezen en te nomineren voor de slotronde:

Top 3 speciaal onderwijs
Esther Wokke
Sophie de Goei
Chantal Goedertier

Top 3 primair onderwijs
Jan van de Ven & Thijs Roovers
Milou den Houdijker
Anouk Huijs

Top 3 voortgezet onderwijs
Edwin van der Land
Lucelle Deneer
Hans Mulder

Top 3 mbo
Hilco van de Kraats
Dirk Megens
Nikki Kruijer

De verkiezing Leraar van het Jaar is in 1999 voor het eerst georganiseerd door de Onderwijscoöperatie. Nu de Onderwijscoöperatie wordt opgeheven per 1 januari 2019, is de huidige verkiezing georganiseerd door de Jaarbeurs van Utrecht en de voormalige Leraren van het Jaar. Andrew Niemeijer, voorzitter van de Leraren van het Jaar en Leraar van het Jaar VO 2009, laat weten: “De aankondiging om te stoppen kwam op een moment waarop leraren net waren genomineerd. Tegelijkertijd hoorden ze dat de verkiezing niet zou doorgaan. Dat is een onmogelijke boodschap. Zo’n verkiezing is een uitstekende manier om te laten zien met hoeveel passie wij ons werk doen. Dat konden we dus niet laten gebeuren”.
Voor de verkiezing kwamen bijna achthonderd aanmeldingen binnen. Drieëndertig van hen werden genomineerd voor de volgende ronde. Voor de slotronde blijven er per sector drie finalisten over.

Erkenning voor vakmanschap

De verkiezing en heeft tot doel: kwaliteiten van leraren zichtbaar en bespreekbaar maken en het leraarschap op een positieve manier in beeld brengen. De titel Leraar van het Jaar is een erkenning voor het vakmanschap van vier individuele leraren, maar tegelijkertijd ook voor de beroepsgroep als geheel. De vier winnaars worden bekendgemaakt op zaterdag 26 januari 2019, op de slotdag van de Nationale Onderwijs Tentoonstelling (NOT) die plaats vindt van 22 t/m 26 januari 2019 in de Jaarbeurs in Utrecht. Dan komen de verschillende vakjury’s  in de morgen bijeen voor de presentatie van de kandidaten en voor een individueel gesprek met hen. ’s Middags komen de supporters van de kandidaten naar de Jaarbeurs en dan worden de vier winnaars tijdens een feestelijke bijeenkomst bekendgemaakt.

De nieuw verkozen leraren zijn een jaar  lang het gezicht van de beroepsgroep en ambassadeur binnen hun sector.
Leerlingen, ouders, schoolleiders en leraren kunnen elk jaar hun favoriete leraar of collega voordragen.

De sleutel voor beter onderwijs

De Nationale Onderwijs Tentoonstelling (NOT) is het grootste evenement voor onderwijzend Nederland en richt zich op kinderopvang en het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Op de NOT zijn vijf dagen lang de nieuwste ontwikkelingen en trends in de onderwijssectoren te volgen.
Het thema van de editie van 2019  is De sleutel voor beter onderwijs.
De nieuwe onderwijsmaterialen zijn er te vinden. Er zijn workshops, demonstraties en lezingen. Naast de exposanten zijn er diverse pleinen en straten met elk een eigen thema. Van startersatelier tot de Bloggerstraat. Van de beste innovatieroutes tot de Mancave. Nieuw is bijvoorbeeld het Future Lab met de laatste ontwikkelingen op het gebied van IT voor het onderwijs. Verschillende partijen lichten hier hun nieuwste uitvindingen toe. Denk aan de hololens van Microsoft en de robot van het Vechtdal College. Op de School van de Toekomst is dit jaar een compleet ingerichte High Tech Education Campus (HTEC) te vinden.

Zie voor meer info, volledig programma, namen exposanten en aanmelden bij NOT: www.not-online.nl (item niet meer beschikbaar)
Toegang is gratis; wel vooraf registreren.

Top 3 Leraar van het Jaar Verkiezing: www.not-online.nl/nl-NL/Bezoeker/Nieuws-homepage/Top-drie-leraar-van-het-jaar-verkiezing.aspx (item niet meer beschikbaar)

U P D A T E

Zaterdag 26 januari 2019 zijn de vier leraren van het jaar 2019 bekendgemaakt op de NOT in Utrecht. De winnaars ontvingen hun titel uit handen van minister van Onderwijs Arie Slob en Andrew Niemeyer, voorzitter van de Leraren van het Jaar en Leraar van het Jaar VO 2009.

Primair onderwijs: Anouk Huijs van BS Natuurlijk uit Venlo
Speciaal Onderwijs: Chantal Goedertier van Altra met de Bascule uit Amsterdam
Voortgezet Onderwijs: Lucelle Deneer van het Christelijk College Groevenbeek te Ermelo
Mbo: Dirk Megens van ROC Nijmegen
Zie verder Algemene Vereniging Schoolleiders: https://www.avs.nl/artikelen/leraren-van-het-jaar-2019-bekend

Eerste ‘blauwe tegel’ geplaatst voor politiebureau van Rijswijk

De eerste ‘blauwe tegel’ met de tekst Samen veilig is geplaatst voor het politiebureau van Rijswijk. Op maandagavond 17 december 2018 stapten nietsvermoedend tientallen inwoners van de gemeente Rijswijk, voor een groot deel leden van buurtpreventieverenigingen, het politiebureau binnen. Zij werden daar opgewacht door wijkagenten, toezichthouders en de burgemeester van Rijswijk, Michel Bezuijen.

Na een welkomstwoord van teamchef Maarten van Mierlo – in 2017 uitgeroepen tot ‘Wijkagent van het Jaar’- aan de aanwezige buurtpreventieteams, onderstreepte de burgemeester in zijn korte speech het belang van de samenwerking tussen wijkbewoners, buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) en de politie. Die samenwerking werd op een wel heel bijzondere manier zichtbaar door een ceremonieel dat zich nog niet eerder in Nederland had afgespeeld. Samen met de teamchef plaatste de burgemeester een blauwe stoeptegel voor het bureau. De tegel is speciaal ontworpen door een collega van het regionaal servicecentrum Rotterdam.

J.W. van de Pol, projectmanager van Stichting Waardering Erkenning Politie (WEP) noemt het in een tweet een zeer bijzondere gebeurtenis, zelfs ‘een historisch moment’.

De politie kan het nooit alleen

Het idee van de tegel is afkomstig van een groep wijkagenten. Initiatiefnemers naast Maarten van Mierlo zijn Bennie Beuvink, wijkagent in Enschede West en voortrekker van Stichting Beroepseer, en Wilco Berenschot, voormalig wijkagent uit Rotterdam. Beiden waren ook aanwezig en onderstreepten het belang van een goede samenwerking tussen buurtbewoners en politie. “De politie kan het nooit alleen. Ze zullen altijd de hulp van de samenleving nodig hebben”, luidde de opvatting van beide collega’s.

Behalve het plaatsen van de blauwe tegel werden ook vier Rijswijkse vrijwilligers van de buurtpreventieteams en de beheerders van de Rijswijkse buurt-WhatsAppgroepen in het zonnetje gezet. Een WhatsApp groep met buurtgenoten blijkt een zeer effectief middel te zijn tegen inbraken in de wijk. Buurtbewoners zijn via WhatsApp met elkaar verbonden en komen in actie wanneer zij verdachte situaties of zich verdacht gedragende personen zien.

Couleur Bokaal

couleur bokaalDe buurtpreventieteams ontvingen de Couleur Bokaal 2018 (zie foto links) uit handen van Bryan Rookhuijzen, directeur van Stichting Waardering Erkenning Politie (WEP) vanwege de goede samenwerking met politie en gemeente. “Ik had dit nooit verwacht,” reageerde Jan van der Aart, oud-politieman en nu coördinator van buurtpreventieteam Te Werve. “Ik ben sprakeloos. Wat een enorm mooie waardering”.
De politie juicht het instellen van burgerinitiatieven als een WhatsApp-groep of een buurtpreventieteam van harte toe. Buurtbewoners zijn extra ogen en oren in de wijk.
Naast de actieve burgerparticipanten en politiemedewerkers was ook de brandweer aanwezig die de avond afsloot met een presentatie over brandveiligheid en jaarwisseling. Aan het slot van de avond kreeg iedere buurtprevent een rugzak van de gemeente en iedere Whatsapp-beheerder een boek over het werk van de wijkagent.

Eerste ‘blauwe tegel’ geplaatst in Rijswijk, Stichting Waardering Erkenning Politie, 19 december 2018: www.wep.nu

Eerste ‘blauwe tegel’ geplaatst in Rijswijk, VL Nieuws – nieuwssite over Veiligheid en Leefbaarheid in Nederland, 19 december 2018: https://vl-nieuws.nl

Buurtpreventieteams winnen de Couleur Bokaal 2018, Gemeente Rijswijk, 18 december 2018: https://www.rijswijk.nl/nieuws/buurtpreventieteams-winnen-de-couleur-bokaal-2018 (Niet meer beschikbaar)

blauwe tegel WEP

 

 

 

 

 

 

schrapsessie (Ont)regel de Zorg

Welke lessen kunnen we trekken uit de schrapsessies van (Ont)regel de Zorg?

Kees Kraaijeveld heeft een essay geschreven over de lessen die hij heeft geleerd uit de schrapsessies van (Ont)regel de Zorg. Hij maakt daarin de balans op na ruim een jaar sinds (Ont)regel de zorg is begonnen.
Op 18 november 2017 organiseerde actiegroep Het Roer Moet Om (HRMO) samen met de beroepsvereniging van zorgprofessionals VvAA de Schrapconferentie (Ont)regel de Zorg in de Munt in Utrecht waar zeven beroepsgroepen een start maakten met het daadwerkelijk terugbrengen van overbodige administratieve last. Schrappen wat niet bijdraagt aan betere zorg.
Het Roer Moet Om maakte zich overigens in 2015 al hard voor onacceptabele administratie– en regeldruk in de huisartsenzorg met hun ‘Manifest van de bezorgde huisarts’.

Een van de instrumenten om de (onzinnige) administratie en registratie terug te dringen was het inzetten van de Denktank (Ont)Regel de Zorg onder begeleiding van de Argumentenfabriek. Voorafgaand aan de schrapconferentie had Kraaijeveld, oprichter en directeur van de Argumentenfabriek, in juni 2017 een oproep gedaan ‘aan jonge heldere denkers’ om lid te worden van deze denktank voor de periode van augustus – november 2017. Eind augustus hadden zich negen academici aangemeld; zij kregen de taak onderzoek te doen naar de tijdsbesteding van zorgprofessionals aan administratie, de aard van de administratie en de mogelijkheden om de hoeveelheid aan administratie bestede tijd te verlagen.
De ‘(ont)regelaars’ maakten de onderzoeksresultaten bekend op de Schrapconferentie van november 2017. Voor die conferentie waren honderd bestuurders en honderd zorgverleners uit het veld uitgenodigd.

Actieplan en Regiegroep

In januari 2018 presenteerden zeven beroepsgroepen 62 concrete punten die op korte termijn konden worden geschrapt zodat er meer tijd overbleef voor aandacht voor de patiënt en meer kwaliteit van zorg.
Vervolgens hebben in circa 23 sessies honderden zorgverleners met elkaar en met verzekeraars, toezichthouders, patiënten- en brancheorganisaties, in circa drie maanden tijd vastgesteld welke regels binnen hun vakgebied overbodig waren en wat er nodig is om dat te realiseren (actieplannen). Op de site van de Argumentenfabriek was een overzicht te zien van het resultaat van de schrap- en verbetersessies van de eerste maanden van 2018.

Het resultaat vormde mede de basis van het Actieplan (Ont)Regel de Zorg dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport presenteerde op 23 mei 2018 dat tot doel heeft de zorg te ontdoen van overbodige bureaucratie. Inzet zijn minder regels voor zorgverleners en meer tijd voor de patiënt.
Het staat nu wel vast dat dokters, verpleegkundigen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners teveel tijd kwijt zijn aan administratie. De bedoeling is dat de administratieve lasten elk jaar verminderen. Op de website van (Ont)regel de Zorg wordt de voortgang van de afgesproken acties per sector bijgehouden.

Het Actieplan (Ont)Regel de Zorg is in feite het gevolg van een besluit van kabinet-Rutte III dat de missie van (Ont)Regel de Zorg – schrappen en verbeteren – in zijn agenda had opgenomen: “Met zorgaanbieders, zorgverleners, verzekeraars en toezichthouders zetten we met schrapsessies fors in op minder bureaucratie en minder regel”.

In november 2018 werd bekend gemaakt dat er een Regiegroep (Ont)Regel de Zorg is samengesteld onder leiding van Gerlach Cerfontaine die zich gaat inspannen voor de professionals in de curatieve zorg zodat zij zo snel mogelijk merken dat de regeldruk afneemt.

Bureaucratisme: we kunnen er zelf een einde aan maken

Kees Kraaijeveld in zijn essay: “De beweging (Ont)Regel de Zorg is nu ruim een jaar op gang. Wat hebben we tot dusverre geleerd? Tot welke problemen leidt de overmaat aan administratie in de zorg? Waaruit ontstaat de ongebreidelde groei aan administratieve handelingen? En wat kunnen we doen om, na de eerste succesvolle serie schrapsessies en het door VWS gepubliceerde actieplan (Ont)Regel de Zorg, de zorg bestendig te ontregelen? In dit verkennend schrijven probeer ik lessen te trekken uit (Ont)Regel de Zorg. Het onderzoek van de denktank (Ont)Regel de Zorg en de vele bijeenkomsten en schrapsessies met zorgverleners, zorginstellingen, zorgverzekeraars, toezichthouders, wetenschappers en politici zijn zeer leerzaam geweest. Steeds opnieuw blijkt hoe ingewikkeld het vraagstuk van de administratieve lasten is en hoe machteloos vrijwel iedereen zich voelt om er daadwerkelijk iets aan te doen.
[…]
Doel van deze publicatie is iedereen die in de zorg werkt en geconfronteerd wordt met het heersende bureaucratisme, handvatten te geven om erover na te denken, om er onderling over te discussiëren en om er iets aan te doen. Het bureaucratisme hebben we zelf gemaakt. We kunnen er ook zelf een einde aan maken”.

Klik hier voor downloaden van het essay Hoe kunnen we de zorg blijvend (ont)regelen? Lessen uit de schrapsessies, september 2018: https://www.argumentenfabriek.nl/media/3107/essay_lessen_ontregeldezorg_keeskraaijeveld.pdf

Schrappunten en actieplannen, de Argumentenfabriek: https://etalage.argumentenfabriek.nl

(Ont)Regel de Zorg Alle Actiepunten: www.ordz.nl/actiepunten/#/status/*

Inhoud en voortgang van de afgesproken acties uit het actieplan (Ont)Regel de Zorg: www.ordz.nl/actiepunten/#/status/*/sector/*

Regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst, Kabinetsformatie, 10 oktober 2017: www.kabinetsformatie2017.nl

(Ont)Regel de zorg! Ministerie VWS presenteert meerjarig actieplan om zorg te verlossen van overbodige bureaucratie, Blogs Beroepseer, 23 mei 2018: https://beroepseer.nl

De Nationale ontregelmonitor – De status van de regeldruk bij zorgverleners: https://www.vvaa.nl/voor-leden/nieuws/ontregelmonitor (Niet meer beschikbaar. Zie: https://www.vvaa.nl/nieuws-en-kennis/nieuws-en-artikelen/nationale-ontregelmonitor-2021)

Teleurstellende voortgang van schrap- en verbetersessies (Ont)Regel de zorg, Blog Beroepseer, 26 oktober 2018: https://beroepseer.nl

Schrapweken (Ont)Regel de Zorg zijn begonnen. Zorgprofessionals gaan de bureaucratie te lijf, Blogs Beroepseer, 30 januari 2018: https://beroepseer.nl

Dossiers

Zorgverzekeraar krijgt inzage in patiëntendossier. Laatste plenaire overleg Eerste Kamer 17 december 2018

Het is al vaak ter sprake gekomen: inzage in een patiëntendossier moet alleen kunnen nadat de patiënt er toestemming voor geeft. Dus ook de zorgverzekeraar dient de patiënt te informeren over inzage in zijn of haar dossier en vooraf toestemming te vragen. Dat is de opvatting van de Patiëntenfederatie: “Patiënten moeten inzage in hun medisch dossier door de zorgverzekeraar kunnen weigeren. Ook als het gaat om fraudeonderzoek. Er zijn genoeg manieren voor een zorgverzekeraar om fraude te onderzoeken, zonder dat dit direct moet door in het medisch dossier te kijken”.

Het voorstel Verbeteren van toezicht, opsporing, naleving en handhaving in de zorg wijzigt een aantal wetten op het terrein van de gezondheidszorg met als doel uitbreiding van de mogelijkheden voor zorgverzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) om fraude tegen te gaan. De wijziging zal gevolgen hebben voor het beroepsgeheim en de privacy van patiënten.
Het voorstel  is 13 september 2016 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, Van Vliet, Houwers, VVD, SGP, CDA, Groep Bontes/Van Klaveren en de PVV stemden voor.
De Eerste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft op 6 november 2018 het eindverslag uitgebracht.

De plenaire behandeling vindt plaats op maandag 17 december 2018.

Samengevat:

Het zorgstelsel wordt enerzijds vormgegeven door wettelijke ­bepalingen en anderzijds door privaatrechtelijke overeenkomsten ­tussen ziektekostenverzekeraar en zorgaanbieder. De uitvoering van de zorgverzekering, aanvullende en vrijwillige ziektekostenverzekeringen wordt ook vorm gegeven door privaatrechtelijke overeenkomsten tussen patiënt en zorgaanbieder en tussen verzekerde en ziektekostenverzekeraar.

Het is van groot belang dat ­patiënt/verzekerde, zorgaanbieder en ziektekostenverzekeraar in staat zijn of worden gesteld de nakoming en naleving van die overeenkomsten te controleren en te handhaven. Door het deels private karakter van het Nederlandse zorgstelsel moet bij het voorkomen en bestrijden van onrechtmatig of frauduleus gedrag eerst worden uitgegaan van de handhaving en naleving van de onderlinge overeenkomsten tussen patiënt/verzekerde, zorgaanbieder en ziektekostenverzekeraar. Daartoe wordt de juridische basis voor interne en externe controle door accountants en voor de formele en materiële controle door ziektekostenverzekeraars versterkt. Dit wetsvoorstel voorziet ook in de verplichting voor zorgaanbieders om de voor de controle door verzekeraars noodzakelijke tarief- en prestatiegegevens te verstrekken.

Een commentaar op internet op 12 december 2018 n.a.v. het voorstel luidde: “Een verzekeraar heeft niks te zoeken in een medisch dossier… Meer dan genoeg controle via andere regelgeving”.

Eldermans/Geerts Advocaten – juridisch specialist in de zorg – deed op 10 december 2018 een dringende oproep aan de Eerste Kamer:

“Eerste Kamer: laat je niet inpakken voor het kerstreces!
Een wetsvoorstel om zorgverzekeraars inzage te geven in de patiëntendossiers van ongecontracteerde aanbieders deed in 2016 veel stof opwaaien. Nadat het door de Tweede Kamer werd aangenomen, hebben we er niet veel meer over gehoord, tot nu. Deze maand staat het voorstel op de agenda van de Eerste Kamer.

In een brief van 9 november jl. van de minister en staatssecretaris van VWS aan de Tweede Kamer worden maatregelen aangekondigd om de contracteergraad te bevorderen. De dreiging om de hoogte van de vergoeding voor ongecontracteerde zorgaanbieders naar beneden bij te stellen, heeft al de nodige pennen in beweging gebracht. Minder aandacht gaat naar het wetsvoorstel uit 2016 dat de inzagebevoegdheid van verzekeraars in patiëntendossiers, nu ook van ongecontracteerde aanbieders, regelt. Inmiddels is daar zoveel tijd overheen gegaan – meer dan twee jaar – dat alle commotie die daarover was ontstaan is geluwd. Tijd heelt alle wonden, zo blijkt.
Maar goed, dat is politiek.

Zijn wij van mening dat ongecontracteerde aanbieders gevrijwaard moeten blijven van controles? Zeker niet. Wat echter wel belangrijk is, is dat er vóór tot uitbreiding van de inzagebevoegdheden wordt overgegaan, een moment van bezinning komt, omdat de huidige wet- en regelgeving zelfs bij gecontracteerde aanbieders onvoldoende waarborgen bieden.

Geheimhoudingsplicht

Wij schreven hier eerder over. Zorgaanbieders hebben een geheimhoudingsplicht en mogen in principe geen inzage geven in het dossier. De Regeling zorgverzekering maakt dit mogelijk, maar slechts als ‘ultimum remedium’, als er geen ander, minder verstrekkend alternatief is. Pas wanneer aan deze ‘noodzakelijkheidsvereiste’ is voldaan, moet en mag een gecontracteerde zorgaanbieder meewerken aan inzage in het patiëntendossier door de verzekeraar.

[ … ]

Eerste Kamer: blijf kritisch

Voordat besloten wordt de groep zorgaanbieders die verplicht zijn inzage te geven uit te breiden, moet ons inziens de systematiek zelf gerepareerd worden. Het wetsvoorstel kan worden vergeleken met het uitbreiden van een discotheek waarbij niet zeker is of de brandveiligheid in orde is. Voordat toestemming voor uitbreiding gegeven wordt, moet er zekerheid bestaan dat de brandveiligheid in orde is, met checks en balances dat dit ook in de toekomst het geval blijft. De thans in de regelgeving opgenomen oplossing, dat de patiënt achteraf te horen krijgt dat een verzekeraar inzage heeft gehad, heeft evenveel waarde als na de brand constateren dat de brandveiligheid niet in orde was”.

Lees de hele oproep van Eldermans/Geerts Advocaten: Eerste Kamer: laat je niet inpakken voor het kerstreces! 10 december 2018: www.eldermans-geerts.nl

Zorgfraude

W. J. Jongejan liet op Zorg-ICT Zorgen op 26 juni 2018 zijn misnoegen blijken over het klakkeloos overnemen door de media van een persbericht dat ging over de toename van zorgfraude. Fraude is niet goed te praten, maar feiten aandikken is ook niet goed.
Jongejan:

“Als we dan een fraudebedrag van 27 miljoen euro gemeld krijgen, gaat het dus om 0,036 procent van het totale bedrag van 75 miljard euro. Je kunt het ook omgekeerd aangeven, namelijk dat 99,964 procent van de zorguitgaven niet frauduleus wordt uitgegeven. Het fraudebedrag is niet gering maar stelt verhoudingsgewijs dus niets voor. Blijkbaar is het voor de beeldvorming rond de fraude gewenst dat het bar en boos lijkt te zijn. De overheid zet daarom fors in op zorgfraude. In het parlement ligt in de Tweede kamer het wetsontwerp 34445 en in de Eerste kamer nog steeds het wetsontwerp 33980 om ervoor te zorgen dat zorgverzekeraars met doorbreking van het medisch beroepsgeheim makkelijker materiële controles mogen doen. Dat houdt in dat men aan de hand van de medische informatie in zorgsystemen de rechtmatigheid van zorguitgaven zou mogen controleren”.

Jongejans conclusie: “Al met al lijkt het Zorgverzekeraars Nederland vooral te doen om een beeld te schetsen van een omvangrijke fraude in de zorg met voorbijgaan aan hoe vaak het wel goed gaat. Het kan niet anders dat die beeldvorming belangrijk lijkt om het ministerie en de parlementariërs te laten zien dat er (eigenlijk te) krachtige wetgeving nodig zou zijn voor fraudebestrijding”.

Ook Jongejan is van mening dat het het huidige instrumentarium voor fraudecontrole meer dan afdoende is.

Verbeteren van toezicht, opsporing, naleving en handhaving in de zorg, Eerste Kamer: https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/33980_verbeteren_van_toezicht

Eindverslag van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, vastgesteld 6 november 2018: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33980-G.html

Agenda Plenaire vergadering Eerste Kamer op 17 december 2018: https://www.eerstekamer.nl/plenaire_vergadering/20181217

Sprekerslijst bij Plenaire vergadering: https://www.eerstekamer.nl/sprekerslijst/vkt9jygo2jvm

ZN, zorgfraude en beeldvorming. Een andere kijk op dezelfde cijfers, door W.J. Jongejan, Zorg-ICT Zorgen, 26 juni 2018: www.zorgictzorgen.nl

Alleen patiënt bepaalt of medisch dossier mag worden ingezien, Patiëntenfederatie, 8 september 2016: www.patientenfederatie.nl

eerste kamer plenaire vergadering 17 december 2018

U P D A T E

Wet tegen zorgfraude strandt in Eerste Kamer door privacy-bezwaren, NOS Nieuws, 17 december 2018: https://nos.nl

Beste ambtenaar van het jaar 2018

Anne Langenesch verkozen tot Beste Ambtenaar van het Jaar 2018. Tessa Martens wint Publieksprijs

Anne Langenesch is verkozen tot Beste Ambtenaar van het Jaar 2018. Zij is de winnares van de strijd om de eerste plaats van de wedstrijd Publiek Denken Top 100 Beste Ambtenaar van het Jaar. Juryvoorzitter Han Polman maakte de winnares bekend op een feestelijke bijeenkomst in het stadskantoor van de gemeente Utrecht op 13 december 2018.
Publiek Denken is de initiatiefnemer van deze verkiezing die dit jaar voor de achtste keer plaatsvond, in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken (BKR) en de gemeente Utrecht.

Voorbeeldfunctie

Als programma-manager Omgevingswet in de gemeente Zaanstad heeft Anne Langenesch een voorbeeldfunctie. Vanuit andere Nederlandse gemeenten komt men kijken hoe Zaanstad met de Omgevingswet omgaat. Volgens de jury is Langenesch een uitmuntende ambtenaar die medewerkers en partners heel snel meekrijgt en met elkaar in gesprek weet te krijgen.
En dat past in de transitie die nu gaande is tussen overheid, externe partijen en bewoners.

De tweede plaats in de PD Top 100 gaat naar Erik Masthoff, directeur Zorg en behandeling, Dienst justitiële inrichtingen, penitentiaire inrichting Vught. Op de derde plaats is geëindigd Marieke Jakobsen, beleidsmedewerker Slachtofferbeleid op het ministerie van Justitie en Veiligheid.
Tessa Martens, clusterhoofd Consulaire aangelegenheden en reisadviezen op het ministerie van Buitenlandse Zaken is de winnaar van de PD Top 100 Publieksprijs. Van de meer dan 11.000 stemmen kreeg zij er de meeste.

Jury

De jury van de PD Top 100 Beste Ambtenaar 2018, bestaande uit acht leden, wordt voorgezeten door Han Polman, commissaris van de Koning in Zeeland en voorzitter van de Raad voor openbaar bestuur (Rob).

PD Top 100

Met De Publiek Denken Top 100 Beste Ambtenaar van het Jaar wordt de aandacht gevestigd op een beroepsgroep die vooral achter de schermen opereert.

Publiek Denken is een netwerkplatform voor professionals werkzaam in de publieke sector en bestaat uit een kwartaalblad, themamagazines, website, nieuwsbrief, expertmeetings, dialoogtafels en de verkiezing Top 100 Beste Ambtenaar.

Foto boven: Links Anne Langenesch, Beste Ambtenaar van het Jaar 2018  (fotografie Menno Ebbes).
Rechts Publieksprijswinnares Tessa Martens (fotografie Bart van Vliet)

Publiek Denken: https://publiekdenken.nl/evenementen/top-100/anne-langenesch-wint-publiek-denken-top-100-beste-ambtenaar-2018/