Skip to main content

Redactie Beroepseer

Blog van Michelle van Dijk

Michelle van Dijk: ‘Daarom staken we’. Elke dag een blog in actieweek Investeer in onderwijs

Vandaag 11 maart 2019 is de Landelijke actieweek Investeer in onderwijs begonnen. De week wordt afgesloten met een landelijke onderwijsstaking en manifestatie op het Malieveld in Den Haag op vrijdag 15 maart. Michelle van Dijk, oud-lerares en momenteel teamleider, is ook van plan te staken en roept collega’s dringend op hetzelfde te doen. Waarom ze gaat staken legt ze uit in een aantal blogs op haar site, onder meer aan de hand van De 10 terechte klachten van de leraar.

In de introductie van deel 1 schrijft Van Dijk:

“Op vrijdag 15 maart staakt het onderwijs. In alle sectoren is geld nodig om de werkdruk te verlagen. Niet iedereen kent het plaatje achter het kostenplaatje. Daarom plaats ik in aanloop naar de staking elke dag een eerder verschenen stuk van mezelf of een ander om duidelijk te maken dat actie nodig is. Vandaag: ‘De 10 terechte klachten van de leraar.’ Oftewel: waarom moet het aantal lesuren per week omlaag?

Ik schreef dit blogbericht zeven jaar geleden. Op dit moment ben ik geen leraar, maar teamleider: ik heb nu zelfs geen klas, geen lessen. Mijn werkdrukbeleving is ontzettend anders: geen lessen, geen nakijkwerk, meer mail, meer overleg, meer stress, meer avonden op school, maar ik kan wel vaker rustig naar de wc, top! Toch is dit stuk nog steeds 100% representatief voor de positie van een leraar en daar gaat het om bij de staking”.

Alsof de eisen uit het niets komen

In deel 2 citeert Van Dijk een bericht van de Algemene Onderwijsbond (AOb) : “Tijdens de honderden schoolbezoeken merkten AOb-teams de afgelopen weken dat niet-leden zo af en toe twijfelen over staken, omdat zij denken dat er nog onderhandeld wordt met het kabinet. ‘Dat is absoluut niet het geval’, maakt AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen duidelijk. ‘Er wordt voorzichtig met werkgevers afgetast wat de ruimte is voor nieuwe cao’s, maar in het primair onderwijs bijvoorbeeld schreven álle bonden en de PO-raad samen een brief dat er voor een fatsoenlijke cao meer geld van het kabinet bij moet. Slob en Van Engelshoven, het hele kabinet, komen alleen niet over de brug’.

Van Dijk: “Ten onrechte is het beeld ontstaan dat deze staking geen stappen vooraf kent, alsof de eisen uit het niets komen en er niet al jarenlang onderhandelingen stagneren. Dat beeld is ook ontstaan doordat CNV niet meedoet aan de staking, met de volgende uitleg: ‘We zitten momenteel midden in de onderhandelingen met het po om meer geld te krijgen voor schoolleiders, leerkrachten en conciërges. Omdat het po onze grootste club is en wij nog volop in onderhandeling zijn, wachten we eerst de uitkomsten af’.
Jammer dan voor vo, mbo, hbo en wo, jammer eigenlijk dus ook voor CNV-leden van po die zich blijkbaar al gelukkig moeten prijzen met een kasschuif (het al toegezegde geld voor werkdrukverlaging – nog lang niet genoeg – wordt nu eerder ingezet)”.

De brandbrief van Van Dijk aan de minister van Onderwijs in deel 3 dateert uit 2013: “Maar: verrassing, alleen de naam van de minister is anders. De situatie voor leraren (in tekortvakken) is nog helemaal hetzelfde (Ik ben nu teamleider, geen leraar, maar ik kom nog wel eens leraren Nederlands tegen…)”.

Daarom staken we. Deel 1: De tien terechte klachten van de leraar, 9 maart 2019. Deel 2 Ook als je niet naar het Malieveld kunt komen, 10 maart 2019. Deel 3: Brandbrief aan de minister, 11 maart 2019, door Michelle van Dijk op blog Michelle van Dijk schrijft: https://michellevandijkschrijft.nl

Landelijke actieweek Investeer in onderwijs, 11 maart 2019 – 15 maart 2019, Agenda Beroepseer: https://beroepseer.nl

marktwerking

Steeds meer afkeer van marktwerking in de zorg. Of toch niet? Hoogleraar slaat plank mis met ‘reclamepraat’

Frits Kappers, ‘Hoogevener van het Jaar 2012’, schrijft in een blog op Regionieuws Hoogeveen dat Wim Groot op 2 maart in het Dagblad van het Noorden een reclamepraatje heeft gehouden voor marktwerking in de zorg. Groot is hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit van Maastricht. Frits Kappers was lid van Comité Actie voor Bethesda in Hoogeveen dat wilde voorkomen dat ziekenhuis Bethesda van een volwaardig ziekenhuis gereduceerd werd tot een polikliniek.

Er verschijnen steeds meer berichten met twijfel over marktwerking in de publieke sector: De kop boven het interview van Tonny van der Mee met Wim Groot in Dagblad van het Noorden luidde: Marktwerking in de zorg: zegen of vloek? Andere koppen in media van de afgelopen tijd: Marktwerking zorg zit in het verdomhoekje. Red de zorg van de marktwerking. Marktwerking zorg is doorgeslagen. De NOS heeft een speciaal dossier opgebouwd over marktwerking in de zorg met de titel Wie profiteert er van marktwerking in de zorg?

Niet alleen de marktwerking, ook het einde van het liberale tijdperk wordt steeds luider aangekondigd. Er zouden grote maatschappelijke veranderingen gaan plaatsvinden. Er zou meer solidariteit en onderlinge samenwerking komen.
Wim Groot zegt ook dat er weinig draagvlak voor marktwerking is maar gaat daar niet nader op in. Waarom zou dat zijn? Wel laat hij weten dat marktwerking veel oplevert.

Goedkoper en toch beter?

Kappers in zijn blog: “Zijn betoog bevat mantra’s die zo’n beetje alle zorgconsulenten en gezondheidseconomen over ons uitstrooien. Voor de marktwerking werkte men in de zorg met budgetten, betoogt Groot. Maar dat gaat nog steeds zo! Want ziekenhuizen werken met een plafond. Die behandeling wordt volgend jaar hervat. Is dat zo anders dan een vermaledijde wachtlijst?

Dat het oude systeem met ziekenfonds- en particuliere patiënten een kloof tussen bevolkingsgroepen veroorzaakte, weet ik uit eigen ervaring. De particuliere patiënt leverde de arts meer op en kreeg doorgaans een voorkeursbehandeling. Bij de oogarts met praktijk aan huis waar ik als kind van zeven kwam, maakte mevrouw de ziekenfondspatiënten duidelijk dat ze hun voeten moesten vegen bij binnenkomst en kregen particuliere patiënten koffie aangeboden…

De wereld van de gezondheidseconomen is veranderd. Maar zij zwijgen opzichtig over budgetpolissen, die patiënten manipuleren naar ziekenhuizen waar verzekeraars om onduidelijke redenen een contract mee hebben. Waarom kreeg bijvoorbeeld het Wilhelminaziekenhuis in Assen voor 2019 ineens geen contract meer voor de Zilveren Kruis budgetpolis? En Treant wel? Het lijkt erop dat Treant met zijn financiële problemen door de verzekeraar wordt geholpen aan patiënten met een bescheiden budget. Dan kun je beter afgesnauwd worden door de vrouw van de oogarts.

Professor Groot gelooft in de heilzaamheid van concurrentie. Zorgverzekeraars evenals zorgverleners zouden concurreren wie het best en het goedkoopst is. Goedkoper en toch beter… Nou dat valt makkelijk te weerspreken. Van concurrentie is geen sprake tussen zorgverzekeraars tenzij je bij honderden polissen met minimale verschillen van concurrentie wilt spreken. Elke regio heeft een leidende verzekeraar die de onderhandeling voert. Dat lijkt kartelvorming”.

Volgens Kappers lijkt professor Groot alle verbinding met de realiteit verbroken te hebben en stimuleert hij perverse prikkels.

Lees het hele artikel: Kantlijn: Hoogleraar gezondheidseconomie slaat plank over marktwerking mis, door Frits Kappers. Regionieuws Hoogeveen, 2 maart 2019: https://regionieuwshoogeveen.nl

Marktwerking in de zorg: zegen of vloek? met interview Wim Groot, door Tonny van der Mee, Dagblad van het Noorden, 2 maart 2019: https://sdproducties.files.wordpress.com/2019/03/20190302-dvhn-hoogleraar-wim-groot-over-marktwerking.pdf

Wie profiteert er van marktwerking in de zorg?  NPO Focus: https://npofocus.nl/artikel/7488/wie-profiteert-er-van-marktwerking-in-de-zorg

Manifest duurzame toekomst Nederlandse gezondheidszorg

Manifest duurzame toekomst van de Nederlandse gezondheidszorg: Herinrichting van zorglandschap broodnodig

De branchegroep Zorg van BDO heeft een manifest over de duurzame toekomst van de Nederlandse gezondheidszorg gepubliceerd. BDO is een internationaal opererende accountantsorganisatie, qua omvang de vijfde accountants- en adviesorganisatie ter wereld.

Op 17 januari 2019 kwam een diverse groep van twintig zorgbestuurders en een tiental andere stakeholders in de zorg bijeen op uitnodiging van de branchegroep Zorg van BDO. Doel: het in cocreatie formuleren van een zo concreet mogelijk plan om te komen tot een duurzame toekomst voor het Nederlandse zorgstelsel.

Naar een stelsel dat transparantie, eenvoud en samenwerking als uitgangspunten heeft

De samenstellers van het manifest vinden dat een dergelijk plan hard nodig is: “De Nederlandse zorg staat voor een enorme opdracht de komende tientallen jaren, waar ze bij onveranderd beleid niet aan zal kunnen voldoen.
Dat begint bij de ziekenhuizen. De laatste BDO-benchmark Ziekenhuizen verscheen in oktober vorig jaar onder de titel ‘Zorginfarct dreigt’. Al jaren signaleert BDO aan de hand van zijn benchmark dat de financiële gezondheid van de algemene ziekenhuizen in ons land achteruit holt. Het rendement neemt alsmaar verder af, tot 1,2% gemiddeld over 2017. Dergelijke lage marges maken investeren in een toekomst waarin ziekenhuiszorg op het huidige niveau verzekerd blijft voor alle Nederlanders, onmogelijk. In andere zorgbranches is het niet veel beter gesteld.
De verpleeghuiszorg is in 2017 financieel geholpen door de overheid, maar zucht onder een enorme groeiopdracht – de komende 25 jaar zal alleen al het aantal dementiepatiënten in Nederland verdubbelen tot boven de 500.000 – in combinatie met een wurgend personeelstekort. Zeker zo hard groeit het aantal ouderen dat thuis zorg en/of ondersteuning ontvangt onder verantwoordelijkheid van gemeente en wijkteams.

Maar ook daar zien we knellende budgetten en een niet te overbruggen personeelstekort, naast grote tekorten in de jeugdzorg. In de GGZ groeien sinds enkele jaren de wachtlijsten en in de eerstelijn wacht een chronisch huisartsentekort. In de ogen van alle aanwezigen bij deze rondetafel-bijeenkomst is het tijd voor radicale maatregelen op nationaal niveau. Het huidige stelsel, dat is gebaseerd op controle, complexiteit en compliance, dient te worden omgevormd tot een stelsel dat transparantie, eenvoud en samenwerking als uitgangspunten heeft.
Wij roepen alle politieke partijen op om eensgezind met elkaar in debat te gaan over maatregelen ter voorkoming van een zorginfarct. Wij zijn ervan overtuigd dat dit infarct kan worden voorkomen. In dit manifest geven wij 10 concrete maatregelen die wat ons betreft snel opgepakt kunnen en moeten worden”.

De tien concrete maatregelen van het manifest

1. Nieuw paradigma: niet ziekte bekostigen, maar gezondheid

2. Werk aan een gezonde samenleving, waarin kwaliteit van leven voorop staat

3. Zorg voor transparantie

4. Zorg voor een gelijk speelveld

5. Stimuleer netwerkzorg

6. Zorg voor een passende data-infrastructuur

7. Faciliteer innovatie en digitalisering

8. Stimuleer werken vanuit ‘positieve gezondheid’

9. Zonder (medisch) ondernemerschap gaat het niet gebeuren…

10. …maar de overheid moet actie nemen om de voorwaarden te scheppen

Aan het slot van het manifest worden de samenstellers met name genoemd.

Downloaden in PDF: Manifest duurzame toekomst van de Nederlandse gezondheidszorg, BDO, maart 2019: www.bdo.nl

Manifest duurzame toekomst van de Nederlandse gezondheidszorg, BDO, 4 maart 2019: www.bdo.nl

Benchmark Ziekenhuizen BDO 2018: zorginfarct dreigt, BDO, 23 oktober 2018: www.bdo.nl

BDO Zorg: www.bdo.nl/nl-nl/branches/zorg

rapport Uithuisgeplaatst. En dan?

Regels voor toepassing vrijheidsbeperkende maatregelen in zorginstellingen voor kinderen zijn onduidelijk

Duizenden kinderen in Nederland groeien niet thuis op, maar – al dan niet tijdelijk – in een instelling. Dit kan een instelling voor reguliere jeugdhulp zijn of een specialistische jeugdhulpinstelling met betrekking tot de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Dit worden residentiële instellingen genoemd. Sommige residentiële instellingen of sommige afdelingen binnen die residentiële instellingen hebben een ‘gesloten’ karakter: daar mag de deur op slot. Ook mogen in die gesloten instellingen andere maatregelen worden toegepast zoals het separeren of fixeren van kinderen, het controleren van de kamer of van de urine en het gedwongen toedienen van medicatie. Deze maatregelen leiden tot vrijheidsbeperking van het kind. Gelet op de vergaande impact ervan op het kind is in de wet opgenomen welke vrijheidsbeperkende maatregelen mogen worden toegepast en in welke situatie.

Defence for Children, een internationaal opererende organisatie die opkomt voor de rechten van kinderen, ontving verscheidene vragen en klachten op de Kinderrechtenhelpdesk over de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen in residentiële instellingen. Hieraan werd het signaal ontleend dat die vrijheidsbeperkende maatregelen niet alleen in gesloten instellingen worden toegepast, maar ook in zogenoemde ‘open’ instellingen: instellingen waar – kort gezegd – de deur niet op slot mag en waar hoogstens in crisissituaties mag worden ingegrepen. Ook ontstond de indruk dat enige vorm van effectief toezicht ontbrak. Dit signaal en de klachten vormden aanleiding tot nader onderzoek, uitmondend in het in maart 2019 gepubliceerde rapport Uithuisgeplaatst. En dan?

Gebrek aan duidelijkheid en consensus

Uit het onderzoek blijkt dat het in de huidige praktijk ontbreekt aan duidelijkheid en consensus over wat vrijheidsbeperkende maatregelen precies inhouden. Dit is zorgelijk omdat het om vergaande vrijheidsbeperking van kinderen gaat. Daarnaast ontbreekt het aan voldoende rechtswaarborgen en toezicht. De kern van het probleem lijkt te zijn dat enerzijds een heldere omschrijving van vrijheidsbeperking ontbreekt en anderzijds dat verschillend wordt gedacht over de functie van vrijheidsbeperkende maatregelen.

Daarnaast is duidelijk geworden dat kinderen met verschillende soorten machtigingen – open en gesloten jeugdhulp, dan wel jeugd-GGZ – op hetzelfde terrein verblijven. Een duidelijk onderscheid ontbreekt, waardoor kinderen direct of indirect met de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen worden geconfronteerd.

Cultuuromslag

Op grond van deze en andere bevindingen heeft Defence for Children zestien aanbevelingen, verdeeld over drie thema’s, geformuleerd om de rechtswaarborgen van kinderen in residentiële instellingen te verbeteren. De aanbevelingen zijn vooral bedoeld voor  het ministerie van VWS. Maar, een aantal aanbevelingen kan vanzelfsprekend ook op eigen initiatief worden opgevolgd door residentiële instellingen en de daar werkende professionals.
Defence for Children is van mening dat dat laatste de snelste en effectiefste manier is om een cultuuromslag teweeg te brengen, nu de draagkracht voor gezamenlijke bedachte alternatieven vele malen groter zal zijn dan wanneer die alternatieven van bovenaf worden opgelegd.

De Nederlandse overheid is verplicht om de juiste hulp en zorg te bieden aan kinderen die in residentiële instellingen verblijven zodat zij zich goed kunnen ontwikkelen. Defence for Children roept de overheid dan ook op om deze kwetsbare kinderen niet langer te laten wachten: ‘later’ veilig opgroeien is voor deze kinderen geen optie

Downloaden rapport Uithuisgeplaatst. En dan? Een onderzoek naar de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen in zorginstellingen voor kinderen, door mr. Maartje Berger, dr. June de Groot van Embden en mr. Eva Huls, Defence for Children, 2019: https://defenceforchildren.nl/media/3544/uithuisgeplaatst-en-dan-webversie.pdf

Zorgen om vrijheidsbeperkende maatregelen in jeugdinstellingen, Defence for children, 5 maart 2019: https://defenceforchildren.nl

De laatste tien jaar niet eerder zoveel mensen die overwogen van baan te wisselen

BNR Nieuwsradio heeft cijfers opgevraagd bij uitzendorganisatie Randstad en meldt in de nieuwsuitzending van 6 maart 2019 dat Nederlanders massaal op zoek zijn naar een nieuwe baan. De laatste tien jaar waren er niet eerder zoveel mensen die overwogen om van baan te wisselen. Ook stapten in jaren niet zo veel mensen daadwerkelijk over.
Leidinggevenden zijn over het algemeen aanzienlijk actiever op de arbeidsmarkt dan mensen zonder leidinggevende functie, zegt Bart van Krimpen, arbeidsmarktanalist bij Randstad.

Kijken naar betere werksfeer

Een kwart van de werkenden wisselde de afgelopen periode van baan, inclusief de mensen die bij hun werkgever ander werk vonden. Opvallend is ook dat veel mensen open staan voor een vergelijkbare functie bij een andere baas, zegt Van Krimpen. “Mijn aanname is dat mensen op dit moment aan het kijken zijn naar betere arbeidsvoorwaarden of een betere werksfeer”. Met name vanuit de horeca- en entertainmentsector wordt veel gezocht. Onderwijs en overheid zijn juist sectoren waar weinig gedacht wordt aan een overstap.
We zien dat de mobiliteitsindex sinds 2013 continu is toegenomen, gelijk met de verbetering van de arbeidsmarkt. De verwachting is dat de mobiliteit in 2019 hoog zal blijven en wellicht na 2019 iets zal gaan dalen. Voor werkgevers is het nu de tijd mensen aan te trekken en ervoor te zorgen dat de achterdeur dicht blijft”.

Luister de nieuwsuitzending terug op BNR Nieuwsradio, 6 maart 2019: https://www.bnr.nl/nieuws/economie/10371372/nederlanders-massaal-op-zoek-naar-nieuwe-baan

Op deze site van BNR kan ook het Randstad BAS onderzoek met inzichten in de arbeidsmarktactiviteit van 2018 worden gedownload.

Economie koelt af, Concept CEP 2019 (cCEP), raming voor 2019 en 2020 van het Centraal Planbureau, 5 maart 2019: https://www.cpb.nl/raming-maart-2019-ccep

Doorgeschoten differentiatie in het onderwijsstelsel Onderwijsraad

Onderwijsraad vergadert di 5/3 in Tweede Kamer over Stand van educatief Nederland

Vanmiddag, dinsdag 5 maart 2019, is er een vergadering in de Tweede Kamer van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap waar de Onderwijsraad drie adviezen aanbiedt:
– Stand van educatief Nederland
– Publicatie Hoofdlijnen van stand van educatief Nederland 2018 over de doorgeschoten differentiatie in het onderwijsstelsel
– ‘Curriculumvernieuwing’ en ‘Toets wijzer’
De vergadering –  live te volgen via livestream – vindt plaats in de Suze Groenewegzaal en begint om 17.00 uur (tot 18.15 uur).

Omslag Onderwijsraad Doorgeschoten differentiatieEén keer in de vijf jaar bekijkt de Onderwijsraad hoe het onderwijs ervoor staat. Daarbij kijkt de raad zowel naar ontwikkelingen op de korte als de lange termijn. Het volledige rapport Stand van educatief Nederland bestaat uit een advies (deel A), een beleidsanalyse (deel B) en een cijferdeel (deel C).

De publicatie Hoofdlijnen van Stand van educatief Nederland 2018 gaat over de de huidige organisatie van het onderwijsstelsel in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen. Kan het onderwijs met het huidige stelsel zijn maatschappelijke opdracht nu en in de toekomst waarmaken? De Onderwijsraad komt tot de conclusie dat het huidige onderwijsstelsel op onderdelen aanpassing behoeft. In het licht van maatschappelijke ontwikkelingen wordt de manier waarop we het onderwijs georganiseerd hebben problematisch: (1) jongeren uit verschillende sociale groepen komen elkaar niet meer vanzelfsprekend tegen in het onderwijs, (2) plaatsing in het voortgezet onderwijs wordt steeds bepalender voor het eindniveau van jongeren, en (3) permanente educatie heeft geen formele plek in het onderwijsstelsel. De raad formuleert vijf vertrekpunten die richting geven aan de gedachtevorming en discussie over aanpassingen aan het stelsel.

De Onderwijsraad benadrukt nog eens dat “de verantwoordelijkheid voor het stelsel bij de overheid ligt. Een van de kerntaken is het bewaken van samenhang in het onderwijsstelsel bij de beleidsvoering. Daar hoort bij dat ze geregeld stil staat bij vragen zoals =- Welke maatschappelijke ontwikkelingen doen een appel op het onderwijs? en Wat hebben jongeren en burgers in het algemeen aan bagage nodig voor de toekomst? Met de hierboven beschreven vertrekpunten en de formulering van de maatschappelijke opdracht van het onderwijs levert de raad een bijdrage aan een stelseldiscussie die de afgelopen jaren, naar zijn oordeel, te weinig is gevoerd”.

Klik hier voor Hoofdlijnen van Stand van educatief Nederland 2018. Doorgeschoten differentiatie in het onderwijsstelsel, Onderwijsraad, 14 december 2018: https://beroepseer.nl

Doorgeschoten differentiatie. Stand van educatief Nederland 2019, Onderwijsraad, 22 februari 2019: https://beroepseer.nl
(Deze Stand van educatief Nederland bevat een uitgebreide toelichting en onderbouwing van de in december 2018 verschenen Hoofdlijnennotitie Doorgeschoten differentiatie in het onderwijsstelsel)

Meer info bij Tweede Kamer: Onderwijsraad, briefing inzake adviezen Toets wijzer, Curriculum en Stand van educatief Nederland, 5 maart 2018: https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2019A00372

Livestream Suze Groenewegzaal, Tweede Kamer op dinsdag 5 maart 2019 om 17.00 uur: https://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/livedebat/suze-groenewegzaal

Stichting Beroepseer organiseert Alternatieven-lab Jeugdhulp door heel Nederland

‘Gemeenten, focus op kwaliteit in plaats van op geld! Alleen zo wordt de jeugdhulp goedkoper en beter.’ Dat is de kernboodschap van het boek Écht doen wat nodig is. Pleidooi voor kleinschalige effectieve jeugdhulp dat een jaar geleden is verschenen. Deze boodschap is nog steeds zeer actueel, ook nu het kabinet heeft besloten een deel van de decentralisaties in de jeugdzorg terug te draaien. De problemen in de jeugdzorg zijn onverminderd groot. Om de transformatiebelofte van de Jeugdwet uit 2015 in te lossen is een omslag in denken, organiseren en doen nodig. Dat vraagt om visie en lef. Stichting Beroepseer organiseert Alternatieven-labs Jeugdhulp om gemeenten en jeugdhulpprofessionals te prikkelen om hier concreet werk van te maken. Het is tijd om echt werk te maken van kleinschalige, effectieve jeugdhulp. Het kan, dus het moet!

Voor wie?

  • Jouw gemeente wil werk maken van transformatie in het sociaal domein
  • Jouw gemeente wil leren welke voorwaarden er nodig zij om écht te doen wat nodig is en hoe jouw gemeente deze kan creëren
  • Jouw gemeente wil leren van experts,vernieuwers en ervaringsdeskundigen over
    • Wat er nodig is om effectieve preventie te organiseren gericht op normaliseren en demedicaliseren
    • Hoe je een sterke, onafhankelijke eerstelijn inricht
    • Hoe je samenwerkt en contracten afsluit op basis van vertrouwen

Voldoet jouw gemeente aan dit profiel en lopen de contracten met de huidige jeugdhulpaanbieders bovendien binnen nu en 1,5-2 jaar af? Dan kan een Alternatieven-lab Jeugdhulp jou helpen om de koers te verleggen en echt werk te maken van effectieve, kleinschalige jeugdhulp.

Meer weten?

Neem contact op met Maurits Hoenders (m.hoenders@beroepseer.nl of 06-19405356)

Ervaring andere gemeenten
Op 21 november 2018 vond het eerste Alternatieven-lab Jeugdhulp plaats in de gemeente Oude-IJsselstreek. In 2019 heeft Stichting Beroepseer ook Alternatieven-labs jeugdhulp georganiseerd in de gemeente Utrecht (5 maart 2019) en Geldrop-Mierlo (9 mei 2019). Hieronder vind je de video impressie van deze labs. Het lab in Utrecht had als doel om specialistische jeugdhulpverleners te betrekken bij en mee te nemen in de beleidsverandering die de gemeente Utrecht heeft ingezet, waarbij de gemeente in alle wijken teams voor buurtgerichte specialistische jeugdzorg heeft ingericht. Het Alternatieven-lab Jeugdhulp heeft professionals die het echt werk moeten verrichten actief betrokken en daarmee bijgedragen aan de omslag die de gemeente Utrecht beoogde. De eerste onderzoeken laten zien dat het “Utrechtse model” positieve effecten lijkt te hebben (zie bijvoorbeeld dit artikel in Binnenlands Bestuur).

“Een Alternatieven-lab, waarin we het gesprek voeren hoe we de jeugdhulp anders kunnen inrichten, dat adviseer en gun ik alle gemeenten. Dat je loskomt van het financiële en ingewikkelde van dit moment en je laat inspireren door goede voorbeelden uit heel Nederland. Onze jeugd in Nederland, die verdient dat. Dat je op een fijne, goede manier opgroeit, met betrokken hulpverleners en gemeenten die als bondgenoot naast je staan. Ik zou zeggen tegen elke gemeente, doe het en laat je inspireren op deze manier.” (burgemeester Otwin van Dijk, gemeente Oude-Ijsselstreek)

“Naast doelen stellen en visies opstellen is de tijd nu rijp om tot actie over te gaan, te doen. Dat is de urgentie die we tijdens het Alternatieven-lab jeugdhulp hebben gevoeld en gedeeld en waar de gemeente Geldrop-Mierlo mee aan de slag gaat de komende tijd.” (Rob van Otterdijk, wethouder jeugd, gemeente Geldrop-Mierlo)

 

Alternatieven-lab jeugdhulp
Het Alternatieven-lab is erop gericht om praktisch aan de slag te gaan met het manifest waarmee het boek Écht doen wat nodig is afsluit. Twee principes staan daarin centraal: doe écht wat nodig is en handel alsof het je eigen kind en gezin betreft. Deze principes moeten niet alleen richtinggevend zijn voor de professional, maar net zo goed voor beleidsmakers, politieke bestuurders op gemeentelijk niveau en bestuurders van jeugdhulporganisaties. Dat vraagt om een fundamentele omslag in denken, kijken en doen. Afscheid nemen van bepaalde automatismen die niet langer werken en samen ontdekken wat het vraagt om echt te doen wat nodig is.

De twee principes kunnen concreet in de praktijk gebracht worden door invulling te geven aan de vijf speerpunten van het manifest:

  1. Schep een omgeving waar vanzelfsprekende steun is voor ouders, kinderen en jongeren.
  2. Organiseer een sterke en onafhankelijke eerste lijn
  3. Erken het doorslaggevende belang van gezag en vakkundigheid van jeugdhulpprofessionals
  4. Versterk de zeggenschap van ouders en jeugdigen
  5. Investeer in vernieuwers die écht doen wat nodig is en handelen alsof het hun eigen kind en gezin betreft

Aan dialoogtafels kunnen deelnemers leren van vernieuwers, experts en ervaringsdeskundigen uit het boek. Daarin geportretteerde vernieuwers zijn onder andere: Marco Mout van WALHALLAb; jongerenwerker Yassin Settout; Corina Schenk van Briedis Jeugdbeschermers; Suzanne de Ruig van de JIM-aanpak; Nely Sieffers van UW Ouderplatform; Annemiek de Klein en Monique van den Dries van Buurtzorg Jong; Rob de Munck en Anneke Veenstra van Gezinshuis.com; Evelyn Visschedijk van Garage 2020.

Experts waarmee we werken zijn Tim Robbe, aanbestedingsjurist; Peer van Helm, Lector residentiële jeugdzorg, Tom van Yperen, Expert Jeugdstelsel bij het Nederlands Jeugdinstituut en Marije Kesselring, onderzoeker lectoraat jeugd, Hogeschool Utrecht.

Ervaringsdeskundigen die we uitnodigen zijn bijv. Jason Bhugwandass of een andere jeugdige aangesloten bij Expex. Daarnaast werken we samen met de Unforgettables van Stichting Het Vergeten Kind.

Marco Mout van WALHALLAb; jongerenwerker Yassin Settout; Corina Schenk van Briedis Jeugdbeschermers; Suzanne de Ruig van de JIM-aanpak; Nely Sieffers van UW Ouderplatform; Annemiek de Klein en Monique van den Dries van Buurtzorg Jong; Rob de Munck en Anneke Veenstra van Gezinshuis.com; Tim Robbe, aanbestedingsjurist; Evelyn Visschedijk van Garage 2020.

Opzet

  • 1 dagdeel
  • Doelgroep: lokale professionals (eerste- en tweedelijns jeugdhulpprofessionals, huisartsen, poh’s, onderwijs, wijkteam etc.), commissieleden (gemeenteraad), lokale en regionale beleidsmakers, lokale adviesraden, wethouders sociaal domein lokaal en regionaal.

Klik hier voor meer info over boek Écht doen wat nodig is.

Programma Alternatieven-lab

Inleiding

  • Opening door gemeente over het doel van de bijeenkomst en de lokale context
  • Introductie over professionaliteit, beroepseer, en het boek Écht doen wat nodig is. Een pleidooi voor kleinschalige en effectieve jeugdhulp
Introductie opzet lab

  • Kernprincipes + speerpunten manifest
  • Introductie opzet Alternatieven-lab
    • Dialoogtafels: leren van vernieuwers, experts en ervaringsdeskundigen hoe de principes uit het manifest te realiseren door middel van de 5 speerpunten
Dialoogtafels

Maximaal 10-15 deelnemers per tafel.

In gesprek met auteurs en vernieuwers over hoe je werk maakt van buurtgerichte jeugdhulp, concreet gericht op specifieke onderwerpen die voor uw gemeente relevant zijn (inkoop, preventie, organiseren toegang, relatie zorg-onderwijs etc.)

Leidende vragen:

  • Wat doen we al goed?
  • Welke slag moeten we nog maken en wat is daar voor nodig?

Tafelvoorzitters sturen actief op heldere conclusies en aanbevelingen.

Plenaire terugkoppeling + afsluiting

  • Opbrengsten dialoogtafels ophalen, delen en vastleggen en delen
  • Concrete adviezen + vervolgstappen formuleren

 

 

Personeel UWV wil peperduur ict-project tegenhouden en stapt naar de rechter

De ondernemingsraad van uitkeringsdienst UWV stapt naar de rechter om een half miljard euro kostend ict-project tegen te houden, schrijven Joost de Vries en Mira Sys in De Volkskrant. Het personeel denkt dat het project tot mislukken is gedoemd en stoort zich aan de stevige salarissen voor ict-managers. “Dit is al tweeënhalf jaar pure chaos, die maar niet naar buiten komt”, zeggen twee werknemers die anoniem willen blijven.

We hebben hier te maken met een mooi voorbeeld van de vitaliteit van beroepseer van het personeel.

De Volkskrant: “Het UWV heeft een slechte reputatie met ict-vernieuwingen. In 2004 begon Capgemini aan de bouw van een nieuw administratiesysteem dat 14 miljoen euro zou gaan kosten. In 2011 bleken de kosten te zijn opgelopen tot bijna 400 miljoen euro. In 2008 werd een nieuw systeem voor WIA-uitkeringen (voor arbeidsongeschiktheid) afgeblazen. Kosten: bijna 90 miljoen euro. De organisatie besteedt sinds zijn oprichting jaarlijks ongeveer een kwart miljard euro aan automatisering.
advertentie

Voor het UWV, dat jaarlijks 20 miljard euro aan werklozen, zieken en arbeidsongeschikten uitkeert, is goed werkende software van het grootste belang. Met de jongste ict-reorganisatie wil bestuursvoorzitter Fred Paling de verouderde software in stappen updaten of vervangen.

Paling kondigde op 11 februari per brief aan de bezwaren van de OR te zullen negeren. De interne communicatie is in handen van de Volkskrant. De driekoppige raad van bestuur van het UWV is er veel aan gelegen om de grote herindeling van ‘het ict-landschap’ op de rails te krijgen.

Impasse

Sinds tweeënhalve week is de impasse tussen werkvloer en top compleet. In de brief aan de OR schrijft Paling: ‘Na twee jaar van overleg is het punt bereikt dat we moeten overgaan tot het nemen van een besluit dat afwijkt van het advies (van de OR, red.).’ De UWV-baas kondigt aan dat vanaf 11 maart ‘onomkeerbare stappen’ worden gezet. Mensen hoeven niet te vrezen voor hun baan, schrijft hij, maar er komen wel vier directeuren en managers bij”.

Lees het hele artikel Personeel UWV stapt naar rechter om half miljard kostend ict-project tegen te houden, door Joost de Vries en Mira Sys, de Volkskrant, 1 maart 2019: www.volkskrant.nl

Literatuurstudie van de ontwikkeling van democratische kernwaarden

Vanaf oktober 2018 zijn onderzoekers bezig geweest met de verzameling van data bij scholen voor het project Adolescentenpanel Democratische kernwaarden en schoolloopbanen (ADKS) dat opgezet is door het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK), ProDemos: Huis voor democratie en rechtsstaat en de Universiteit van Amsterdam, in samenwerking met het Sociaal en Cultureel Planbureau. Doel is met beleidsmakers, internationale wetenschappers en politici de ontwikkeling van democratische waarden van jongeren onderzoeken.

De verwachting is dat begin april 2019 de eerste rapporten zijn afgerond en de resultaten kunnen worden gepresenteerd.

De ontwikkeling van democratische kernwaarden

Op 26 februari 2019 is er een rapport verschenen over de wetenschappelijke literatuur omtrent kernwaarden van een democratische rechtsstaat, de rol van socialisatie hierbij en de invloed van ongelijkheid en ongelijke hechting aan deze waarden: Literatuurstudie. De ontwikkeling van democratische kernwaarden.

Uit de Inleiding:

Met enige regelmaat worden er in het maatschappelijke en politieke debat zorgen geuit over de mate waarin jongeren nog gehecht zijn aan de waarden van de democratie en de rechtsstaat. In recente jaren hebben democratische waarden – zoals gelijke rechten, het accepteren van verschillende zienswijzen en steun voor de rechtsstaat – op bijzonder veel aandacht mogen rekenen. Mede in reactie op de (mogelijke terugkeer van) jihad-gangers vanuit het buitenland en protesten van zogeheten ‘boze burgers’ binnen Nederland hebben de Tweede Kamer (motie Van Dam, 2/7/2015) en de regering (kabinetsbrief 31/1/2017) zich expliciet uitgesproken over het belang van de vorming van democratische kernwaarden bij adolescenten. Daarnaast hebben de Tweede Kamer (motie Fokke, 30/11/2016) en de regering (brief 12/4/2017) zich uitgesproken voor het betrekken van jongeren bij de politiek.
Het regeerakkoord van de regering-Rutte III heeft vanaf 2017 vraagstukken rond burgerschapsontwikkeling, democratische waarden, en weerbare democratiena drukkelijk op de agenda geplaatst. De Inspectie van het Onderwijs signaleert al jaren in haar Onderwijsverslag tekortkomingen in de burgerschapsvorming van jongeren en een gebrek aan zicht op hun burgerschapscompetenties. In een recent advies van de Onderwijsraad over het conceptwetsvoorstel burgerschapsopdracht van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media heeft de Raad uitdrukkelijk gepleit om burgerschap in termen van democratische waarden te definiëren (Onderwijsraad 2018).
De Staatscommissie Parlementair Stelsel tenslotte, sprak zich in 2018 nadrukkelijk uit voor burgerschapsontwikkeling, onder andere in het onderwijs.

Nederlandse leerlingen beschikken over minder burgerschapscompetenties dan hun leeftijdsgenoten elders

Zorgen over democratische en rechtsstatelijke kernwaarden bestaan ook in wetenschappelijke literatuur. Recent nog woedde er een fel debat over democratische deconsolidatie. Volgens twee Amerikaanse onderzoekers zou de steun voor liberaal-democratische waarden onder jongeren sterk geërodeerd zijn, wat voortbestaan van de democratie zou bedreigen. Hoewel die conclusie hevig onder vuur kwam te liggen – die zou onder andere verschillen in levensfase verwarren met verschillen in socialisatie tussen generaties – vond de zorg veel weerklank. Deze resoneerde met de conclusie van Crozier, Huntington en Watanuki (1975) uit hun rapport ‘The crisis of democracy’ ruim veertig jaar eerder. Zij poneerden de stelling dat burgers weliswaar in naam nog de doelstellingen van de democratie onderschrijven, maar feitelijk anomisch geworden zijn. Internationaal vergelijkend onderzoek, tenslotte, laat zien dat Nederlandse leerlingen over minder burgerschapscompetenties (kennis, vaardigheden en houding) beschikken dan hun leeftijdsgenoten in landen die gelijkenis met Nederland vertonen: België (Vlaanderen), Denemarken, Finland, Noorwegen en Zweden.

Verticale democratische waarden en de relatie tussen burger en staat

De veerkracht en weerbaarheid van een democratische samenleving hebben baat bij een sterke hechting van jongeren aan democratische en rechtsstatelijke kernwaarden. Maar de vorming van deze democratische en rechtsstatelijke waarden is niet vanzelfsprekend. Onderzoek naar burgerschapsvorming heeft zich veelal gericht op horizontale democratische waarden, die zich primair richten op de maatschappelijke democratie van burgers onderling. Onderzoek naar verticale democratische waarden, waarbij de relatie tussen burger en staat centraal staat, heeft zich vooral gericht op politieke houding en gedrag, zoals politiek vertrouwen en politieke participatie. Daarbij zijn bepaalde waarden van de democratische rechtsstaat onderbelicht gebleven, zoals het belang dat men hecht aan de scheiding der machten of de afweging tussen meerderheidsbeslissingen en minderheidsrechten. Dat geldt des te meer voor het onderzoek naar de wijze waarop burgers deze verticale democratische waarden ontwikkelen

Dit rapport beoogt een overzicht te geven van bestaand onderzoek naar de vorming van democratische en rechtsstatelijke waarden. Zo’n overzicht kan een relevant naslagwerk zijn voor beleidsmakers, maar ook een basis zijn voor nader onderzoek door de belangrijkste patronen en kennislacunes in kaart te brengen.

Downloaden De ontwikkeling van democratische kernwaarden, een literatuurstudie, door Maria Kranendonk, Laura Mulder, Paula Thijs, Frank Wanders, Geert ten Dam, Tom van der Meer & Herman van de Werfhorst, Onderzoeksgroep ADKS, 2019: https://beroepseer.nl

Adolescentenpanel Democratische Kernwaarden en Schoolloopbanen: https://adks.nl/