‘Het is Internationale Vrouwendag en het kan me niets schelen’

Internationale Vrouwendag blog van Charlotte Goulmy

Het is Internationale Vrouwendag en het kan me niets schelen. Ik zou willen dat het Internationale Onderwijsdag was en dat iedereen zou weten, voelen dat Onderwijs best belangrijk was.

Een lieve leerling zei vorige week dat hij voor de klas wilde. Frans geven. Zo leuk! Hij is niet de eerste die docent Frans wil worden, mijn taal is beeldschoon en wie wil zoiets beeldschoons nou niet doceren! Maar vroeger, toen alles beter was, reageerde ik dan blij. Stralend. Door mij wil mijn leerling nu… vorige week reageerde ik vlakjes. Bijna niet eigenlijk. Wat moest ik zeggen? Oh kind, weet waar je aan begint? De opleiding is zinloos, niet nadenken, door hoepeltjes springen en klaar, de kans dat het schoolvak Frans nog bestaat tegen de tijd dat je klaar bent met je dure en waardeloze opleiding is verwaarloosbaar en weet dat je je inschrijft voor een leven lang stress, tekorten, goochelen met tijd, emoties, tekortschieten, foute examens, ondankbare ouders, steeds complexere kinderen en een dikke studieschuld die zal maken dat je geen huis kunt kopen? Ik wist het even niet. “Oh wat goed van je,” was mijn maximaal haalbare politiek correcte zin.

Ik heb maar niet tegen hem gezegd dat de politiek inmiddels heeft geaccepteerd dat zelfs deze welwillende ministers geen kant op kunnen binnen de afspraken van dit regeringsakkoord, dat minister Van Engelshoven gewoon gezegd schijnt te hebben dat je met een studie Nederland heus wel wat anders kan worden dan docent en dat minister Slob enthousiast vertelt over het breed gevoelde draagvlak voor curriculum.nu daarmee het begrip gotspe herdefiniërend…

Niemand is verantwoordelijk, iedereen denkt aan rendement, niemand heeft meer door dat het een nutsvoorziening is en dat het niet gaat om winst maar om kinderen.

Er is een onderzoek geweest naar een miljoenenschandaal binnen Onderwijs, het rapport blijft geheim.*) Zelfs het Ministerie krijgt het niet te zien en blijkbaar mag dat. Het kan altijd erger, je kunt ook een Donald Trump als president en Betsy de Vos als minister van Onderwijs hebben. Dan heb je echt wat te klagen. In mijn land scheiden wij immigrantenkinderen nog niet van hun ouders om ze vervolgens in hokken te stoppen en ze ongeïnteresseerd en voor altijd kwijt te raken in een Excel-sheet. Maar wij hebben veel kinderen die niet naar school kunnen of mogen, systemen en rendementen die belangrijker zijn dan Onderwijs, sektes die als paddenstoelen uit de grond floepen, kinderen die kapot gaan aan stress, schulden, een gebrek aan les, een gebrek aan ontspannen docenten, prestatiedruk, de schuldige desinteresse van een Premier die zich zorgen maakt over het Nationaal Porselein en het Klimaat. Ik ben wel dood tegen de tijd dat Deventer het nieuwe Scheveningen is, maar hoe zit dat met de kleinkinderen van de generatie die nu voor onze neus staat?

Woensdag 13 maart is er in debatcentrum De Balie in Amsterdam een Mijn idee voor Onderwijs-sessie met Jan van de Ven, Thijs Roovers en René Kneyber die een richting gaan voorstellen, een stip op de horizon gaan trekken. Ik ben blij dat ze dat doen maar tegelijk realiseer ik me dat wij als lam en murw geslagen beroepsgroep geen deuk in een pak boter kunnen slaan als zelfs onze hardwerkende en goedwillende ministers niet aanvoelen hoe groot de behoefte is aan ministeriële doorzetters en doorpakkers. En niet van die trucjes met schuiven met geld, stiekem, sigaren uit eigen doos en dan oh jippie wat zijn we toch gul voor Onderwijs nu moeten jullie je plaats kennen en weer lief gaan lesgeven. Echt, dat ondermijnt het toch al zo wankele vertrouwen zo, stop daar mee. Politiek moet doen waar het voor is opgetuigd. En als de huidige politiek dat niet kan dan moet er maar een soort Partij voor de Dieren komen maar dan voor Kinderen.

Iedereen weet wat Goed Onderwijs is. Het is een goeie docent, een deugdelijk gebouw, schone wc’s en een krijtje. Er gaat zo ongelooflijk veel geld naar onderwijs wat nooit in dat lokaal terecht komt, iemand ministerieels moet doortastend alle bladvulling en prietpraat chirurgisch verwijderen.

Kinderen, best belangrijk…

Potjandoosie

Charlotte Goulmy is lerares Frans


Noot
* ) Zie:
https://twitter.com/peterkwint/status/1103686608270839809?s=19

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/03/07/kamervragen-over-onderwijscooperatie

Comments (2)

  • Charlotte Goulmy

    Je moest eens weten… Maar ik heb dat nooit opgeschreven omdat ik dan niet ontkom aan naam en rugnummer. Maar horror was t. En zo zat iedereen erin… Als we elkaar eens spreken zal ik er in geuren en kleuren over vertellen. PS in de krant verschenen toen vrij veel identieke verhalen overigens

  • “De opleiding is zinloos, niet nadenken, door hoepeltjes springen en klaar.”

    Dat moet ik echt bestrijden. Tenminste, ik kan niet over alle opleidingen oordelen natuurlijk. Maar de eerstegraads universitaire lerarenopleiding die ik van nabij kende, deugde. In het bijzonder de vakdidactica Frans, daar liepen al haar studenten mee weg. Die waren in de regel ook positief over de rest van de opleiding. Zij was ook een vakdidactica (inmiddels met pensioen) die zelf tot het einde van haar werkende leven voor de klas stond – zoals bijna alle vakdidactici bij ons – en ze had niet alleen verstand van haar vak, maar ook gezag omdat dat verstand van haar geloofwaardig was.

    Want of je een opleiding, of een aangereikte didactiek, of een of ander onderwijsinzicht geloofwaardig vindt, heeft er óók mee te maken wie het zegt. Een onderwijskundige die zelf nooit voor de klas stond, en praat over lesfasen of formatief evalueren, daar luistert menigeen toch met andere oren naar dan wanneer een door de praktijk gepokte en gemazelde docent-vakdidacticus diezelfde zaken aan je wil overbrengen. Een beetje oneerlijk is dat, maar ook wel begrijpelijk.

    De universitaire route naar het eerstegraads leraarschap Frans. Dat is bepaald geen ‘zinloos’ traject en bepaald niet in de sfeer van ‘hoepeltjes springen’. Het betekent eerst vier jaar lang die heerlijke taal en literatuur studeren, gevolgd door een jaar waarin je leert lesgeven. Dat laatste jaar bestaat voor de helft uit stage – hoe kan het ook anders, daar leer je immers het meest van – en voor de andere helft uit over het algemeen zeer relevante vakken (vakdidactiek Frans, pedagogiek en onderwijskunde, lessen bedenken en uittesten, en ja – omdat het nu eenmaal een academische opleiding moet zijn – een praktijkrelevant onderzoek uitvoeren; bijvoorbeeld op het gebied van het schoolvak Frans.

    Als jij een heel ander beeld hebt van de eerstegraads universitaire opleiding Frans, iets met zinloze hoepeltjes, dan is een van ons twee verkeerd geïnformeerd. En die geínteresseerde leerling van je? Ik zou ‘m koesteren. En vragen of-ie later bij jou stage komt lopen!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer