Skip to main content

Redactie Beroepseer

Iedereen wil regeldruk verminderen in de zorg, vooral door regels van anderen te schrappen

In een blog op Skipr, het crossmediaal communicatieplatform met actueel zorgnieuws, schrijft Thomas Bakker over de actuele stand van zaken bij het actieplan (Ont)Regel de zorg dat zich richt op het terugdringen van de administratieve lasten in de zorg.
Volgens het ministerie van VWS gaat het wel goed met het terugdringen. Tegelijkertijd blijkt dat de meeste zorgverleners nog maar weinig merken van de afnemende regeldruk.
Thomas Bakker is via De Argumentenfabriek werkzaam voor Stichting (Ont)Regel de Zorg. Daarnaast is hij projectleider (Ont)Regel het Spaarne Gasthuis. In 2017 was hij lid van de denktank (Ont)Regel de Zorg die de administratiedruk van zorgprofessionals in kaart heeft gebracht.

Bakker schrijft dat het actieplan (Ont)Regel de Zorg van het ministerie van VWS zich voornamelijk richt op aanpassing van landelijke wet- en regelgeving. De uitvoering hiervan is onverminderd van belang en gaat allicht niet snel genoeg, maar het is in zichzelf onvoldoende om het probleem op te lossen.

Bakker: “Als projectleider in het Spaarne Gasthuis en door mijn werkzaamheden voor de Stichting (Ont)Regel de Zorg merk ik dagelijks hoeveel invloed instellingen zelf hebben op het verminderen van regeldruk. Het zijn bijvoorbeeld ziekenhuizen zelf die de omvang van hun anamnese vaststellen. En zelfs bij min of meer verplichte administratieve taken hebben instellingen vaak veel meer keuzevrijheid dan verondersteld. Denk hierbij aan de pijnscore of de perioperatieve surpass. Deze vrijheid geeft instellingen de mogelijkheid én de verplichting om de administratielast te verminderen als zij daadwerkelijk willen dat zorgprofessionals hier fors minder dan grofweg veertig procent van hun werktijd aan besteden“.

Zelf in actie komen

Het is nodig dat instellingen en in het bijzonder hun bestuurders zelf in actie komen, aldus Bakker. Het advies is aan verpleegkundigen, dokters en paramedici te vragen hoe zij de regeldruk zouden willen verminderen in hun eigen instelling. Dan komen we verder dan wanneer het ministerie van VWS het eigen actieplan realiseert.

Een terechte vingerwijzing van het ministerie van VWS, door Thomas Bakker, Skipr, 16 oktober 2019: www.skipr.nl

Wordt de zorg nu wel of niet ontregeld? Voortgang programma Ont(R)egel de zorg en uitkomst Nationale (Ont)Regelmonitor, Blogs Beroepseer, 8 oktober 2019: https://beroepseer.nl

 

Foto bovenaan is van Chokniti Khongchum

Oratie Thomas Schillemans: waardering oordeelsvermogen en deskundigheid in openbaar bestuur

Vanmiddag, woensdag 16 oktober 2019, spreekt Thomas Schillemans zijn oratie uit bij de aanvaarding van zijn ambt als hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht in de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie, in het bijzonder op het gebied van ‘Verantwoording, gedrag en instituties’.

Het college van bestuur heeft hem per 1 juli 2018 op deze leerstoel benoemd.
De leerstoel is bij het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) ondergebracht, mede op initiatief van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, en verbonden met het interdisciplinaire onderzoeksthema Institutions for Open Societies van de Universiteit Utrecht.

De oratie is getiteld Denkend bestuur. Over verantwoording, gedrag en centrifugale druk.

Centrifugale krachten leiden af van de kernvraag

In zijn oratie breekt Thomas Schillemans een lans voor denkend bestuur. Denkend bestuur gaat over de waardering van deskundigheid en oordeelsvermogen in het bestuur en over het systematisch inrichten van prikkels in het bestuur die mensen – van politiek leiders in Den Haag tot publieke professionals op de werkvloer – óók aanzetten tot kritisch-constructief nadenken. Denkend bestuur is daarmee ook een rehabilitatie van deskundigheid in het bestuur, naast andere waarden.

Denkend bestuur is harder nodig dan ooit, want de uitdagingen waar het bestuur voor staat – van klimaatverandering tot wereldwijde migratie, voedselveiligheid en ondermijning – vragen het uiterste van ons collectieve denkvermogen.
Ongelukkigerwijs wijzen veel prikkels in de praktijk van het openbaar bestuur juist de verkeerde kant uit. In een context van politieke onrust en druk, altijd kritische (sociale) media, ingewikkelde prestatiecontracten, boze burgers en gedetailleerde en tijdrovende registratieverplichtingen, is het moeilijk om rustig en goed na te denken over wat je doet. Het zijn daarmee centrifugale krachten die politici, bestuurders en professionals te vaak afleiden van de kernvraag wat nu echt de bedoeling is van wat zij doen.

Het beste van gedragswetenschap en bestuurskunde combineren

Verantwoording speelt hierin een dubbelrol. Enerzijds versterkt het in de praktijk vaak de centrifugale druk op de publieke sector. Anderzijds, zo laten decennia van gedragswetenschappelijk onderzoek zien, is verantwoording in theorie de belangrijkste externe prikkel die mensen stimuleert om beter hun best te doen en harder na te denken. Dit biedt nieuwe kansen voor de inrichting van het bestuur, als we het beste van gedragswetenschap en bestuurskunde weten te combineren.

Interview met Thomas Schillemans

Een interview met Thomas Schillemans is te lezen op de site van de Universiteit Utrecht: Thomas Schillemans benoemd tot hoogleraar Verantwoording, gedrag en instituties, 3 juli 2018: www.uu.nl/

Oratie

Datum en tijd: Woensdag 16 oktober 2019, van 16.15 – 17.00 uur
Locatie: Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht

Meer info over de oratie: www.uu.nl (Niet meer beschikbaar)

U P D A T E

Boekomslag Denkend bestuur door Thomas Schillemans
Boek in PDF: Over verantwoording, gedrag en centrifugale druk, door Thomas Schillemans, 2019: www.nsob.nl/sites/www.nsob.nl/files/2020-01/NSOB-2019-Oratie-Denkend-Bestuur.pdf

 

 

 

Beld en Geluid Den Haag

Beeld en Geluid Den Haag, plek voor publiek, scholen, onderzoekers en professionals voor raadplegen mediabronnen

COMM, het museum voor Communicatie in Den Haag, zal voortaan door het leven gaan als Beeld en Geluid Den Haag. Dat werd bekend gemaakt door nieuwsplatform evenementenbranche Greater Venues.
In juli 2019 was al aangekondigd dat het Museum voor Communicatie (COMM) en Beeld en Geluid  intensiever zouden gaan samenwerken en dat de twee partijen op bestuurlijk niveau gingen fuseren. Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid is een audiovisueel archief met museale functies gevestigd in Hilversum.

De samenwerking met COMM past in het vernieuwingstraject van Beeld en Geluid dat onder meer tot doel heeft bij te dragen aan een mediawijzere en open samenleving. Onderkend worden het belang van communicatie en de rol van media.

In Hilversum is het media-archief het kloppend hart van Beeld en Geluid. In Den Haag, het hart van de democratie, komen pers en journalistiek centraal te staan. Voor COMM betekent de samenwerking dat een aantal voorgenomen initiatieven onder de verantwoordelijkheid van Beeld en Geluid kunnen worden voortgezet en de collectie in een bredere context wordt geplaatst.

De samenwerking met COMM sluit mooi aan op de fusie van Beeld en Geluid en het Persmuseum in mei 2017. Het samenbrengen van de drie instellingen zorgt ervoor dat de geschiedenis en actualiteit van media, pers en journalistiek integraal belicht worden.

Een nieuwe programmering zorgt ervoor dat Beeld en Geluid Den Haag een plek is waar publiek, scholen, onderzoekers en professionals mediabronnen kunnen raadplegen, met elkaar in debat kunnen gaan en bijvoorbeeld workshops kunnen volgen en een congres bijwonen.

SMW

Op 14 en 15 november 2019 vindt de Social Media Week plaats in Beeld en Geluid Den Haag. Social Media Week (SMW) is een jaarlijkse conferentie die plaats vindt in vierentwintig internationale steden. Thema van 2019 is  Stories – With great influence comes great responsibility.
In 2018 was het wereldwijde aantal sociale mediagebruikers 3,2 miljard. Een groei van dertien procent, jaar-na-jaar. In 2020 zijn bijna vijf miljard mensen verbonden. Sociale media zijn het meest invloedrijke platform voor storytelling geworden.

Maarten Reijgersberg, curator en voorzitter van Stichting SMWNL: “In deze tijd, waarin fakenews en de verantwoordelijkheid van de socialmediaplatforms onder een vergrootglas liggen. Waarin hardop getwijfeld wordt aan de economische waarde van het bereik van influencers. Waarin veel meer gestuurd wordt op niche, audiences en engagement. In deze tijd van digital storytelling biedt het wereldwijde thema van Social Media Week zoveel aanknopingspunten om als curator een interessant programma samen te stellen!”
Zie voor programma: https://nvite.com/SMWNL/ba37b 9 (Niet meer beschikbaar).
Zie: Social Media Week Holland opnieuw naar Den Haag, Den Haag FM, 4 mei 2019: https://denhaagfm.nl  (Bericht niet meer beschikbaar op site Den Haag FM).

Rondleiding Beeld en Geluid

Beeld en Geluid in Hilversum biedt van 21 september – 31 december rondleidingen aan: spectaculaire architectuur, een blik achter deuren die normaal voor publiek gesloten blijven en een indruk van de enorme omvang van de mediahistorische collectie.  Daar wordt niet alleen meer dan 1.000.000 uur aan audiovisueel materiaal bewaard, maar ook een enorme collectie interessante en mooie objecten uit de Nederlandse mediageschiedenis: www.beeldengeluid.nl/bezoek/agenda/depot-rondleiding-1

COMM wordt Beeld en Geluid Den Haag, Greater Venues, 14 oktober 2019: www.greatervenues.com

COMM en Beeld en Geluid gaan nauwe samenwerking aan, Beeld en geluid, 5 juli 2019: www.beeldengeluid.nl
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid: https://beeldengeluid.nl

Beeld en Geluid Den Haag: https://denhaag.beeldengeluid.nl/

 

Foto bovenaan is van P.L. van Til: Museum voor Communicatie Den Haag. Sinds oktober 2019 geheten: Beeld en Geluid Den Haag

In 2030 valt 25 procent van beroepsbevolking uit door stress en overbelasting

Arbo Unie bepleit een meer doeltreffende aanpak gericht op het voorkomen en verhelpen van de oorzaken van stress. Zonder ingrijpen, stijgt het percentage van de beroepsbevolking dat in 2030 thuis zit of beduidend minder functioneert naar 25%.

De afgelopen 20 jaar is het aantal gevallen van burn-out verdubbeld. Inmiddels heeft een kwart van de werkenden regelmatig stressklachten en is het beroepsziekte nummer één in ons land. Het aantal burn-out gevallen loopt hard op in steeds meer sectoren en verschillende leeftijdsgroepen. Er lijkt nog maar weinig urgentie te zijn voor de problematiek, ondanks deze alarmerende cijfers. Prof. dr. Willem van Rhenen luidt daarom de noodklok. Hij is stressexpert en bedrijfsarts, verbonden aan Arbo Unie en hoogleraar aan de Nyenrode Universiteit.

Alarmerende cijfers

Dat het probleem nu al wijdverspreid is tonen de volgende cijfers aan:

  • 20-25% van jongeren heeft stress en burn-out klachten
  • In het onderwijs heeft 20% burn-out klachten
  • Kwart van werknemers in de zorg ervaart te hoge werkdruk
  • 25% van langdurige mantelzorgers voelt zich ernstig belast.

Werkgevers moeten meer doen

De traditionele blik om te kijken naar belasting versus belastbaarheid lost het probleem rondom stress niet op. Het gaat niet om teveel werk of teveel stressfactoren, maar om te weinig hulpbronnen of buffers waarmee mensen zich kunnen opladen of verweren. Van Rhenen roept werkgevend Nederland op meer te doen om hun medewerkers te beschermen: “Kijk naar het gebrek aan hulpbronnen, zoals te weinig autonomie of verbinding, investeer in competenties, ga op zoek naar de talenten en vaardigheden van mensen. Vertrouw op de inzet en kracht van medewerkers en controleer veel minder. Geef mensen de ruimte en het gevoel dat ze invloed hebben op de eigen agenda. Maar vooral, geef complimenten en waardering en toon erkenning. Van Rhenen: “Het lijken eenvoudige ingrepen, maar het is verbazingwekkend hoe weinig werkgevers het toepassen”.

Mentale veerkracht

Arbo Unie pleit ervoor om veel meer in te zetten op preventie en het ontwikkelen van voldoende veerkracht bij werknemers. Waar het om gaat is dat werknemers over voldoende mentale kracht blijven beschikken, zowel in de werk- als privé-omgeving, als de mentale belasting toeneemt of aanhoudt. Alleen dan kunnen we op een gezonde manier omgaan met drukte of piekbelasting. Mentale kracht is te beïnvloeden door bijvoorbeeld te zorgen voor voldoende energiebronnen. Dit zijn zaken die ons energie geven. Zij vormen de buffer tegen energienemers. Dit voorkomt uitval en het verhoogt vooral de energie, het werkvermogen en de prestaties.

In 2030 is 25 procent van werkenden minder inzetbaar door stress en overbelasting, Arbo Unie, 14 oktober 2019: www.arbounie.nl

Arbo Unie is een moderne, landelijke dienstverlener in de bedrijfsgezondheid en werkt voor meer dan 12.000 organisaties die willen investeren in mensen. Arbo Unie helpt per jaar meer dan 1,2 miljoen werkenden.
Voor meer informatie: www.arbounie.nl

Lees ook het uitgebreide interview met prof. dr. Willem van Rhenen in het Algemeen Dagblad: Kwart van werkenden zal uitvallen door stress, Arbo Unie luidt noodklok: www.ad.nl/ad-werkt/kwart-van-werkenden-zal-uitvallen-door-stress-arbo-unie-luidt-noodklok~ac45fded/

 

Foto bovenaan is van Pedro Figueras

teletekst over regieverpleegkundige

Minister Bruins zet definitief streep door wetsvoorstel BIG-II. Rinnooy Kan adviseert over nieuwe aanpak

Alexander Rinnooy Kan heeft minister Bruins voor Medische Zorg en Sport geïnformeerd over de bevindingen van zijn verkenning naar de te nemen vervolgstappen rond het wetsvoorstel BIG-II ten aanzien van het onderdeel regieverpleegkundigen. Rinnooy Kan werd na de commotie onder de beroepsgroep over het wetsvoorstel BIG-II als verkenner aangesteld om de wensen van de betrokken partijen te inventariseren.

In een persbericht laat de minister weten dat er definitief een streep door het wetsvoorstel BIG-II gaat. Het gesprek over functiedifferentiatie van verpleegkundigen verplaatst zich wat minister Bruno Bruins van Medische Zorg en Sport betreft terug naar de verpleegkundigen en de werkgevers. De bevindingen van Rinnooy Kan zijn op 9 oktober 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Minister Bruins heeft eerder al aangegeven, dat wat hem betreft een wettelijke verankering van functies niet de meest voor de hand liggende manier is om een onderscheid tussen mbo- en hbo-opgeleiden te regelen op de werkvloer. Dit wordt doorgaans geregeld tussen de werkgevers en werknemers, zoals dat ook in andere sectoren gebeurt. De gesprekken hierover hadden de afgelopen vier decennia niet het gewenste resultaat, waarop de betrokken partijen de minister hebben gevraagd dit onderscheid bij wet te regelen. Het daaruit voortvloeiende wetsvoorstel BIG-II leidde de afgelopen tijd tot veel beroering bij verpleegkundigen, die vreesden dat zij hun werk niet meer zouden mogen doen onder de nieuwe wet, of dat zij verplicht zouden moeten bijscholen.

Minister Bruins:“Ik dank de heer Rinnooy Kan hartelijk voor zijn verkenning en de daaruit voortvloeiende werkrichting. Het wetsvoorstel BIG-II zoals dat er lag, is nu definitief van tafel. Ik roep de betrokken partijen op korte termijn bij mij aan tafel, om te kijken hoe zij nu gezamenlijk verder kunnen. Van belang voor mij is vooral dat ze er sámen uitkomen, en dat het gesprek leidt tot een duurzame oplossing voor een wens die de beroepsgroep zelf al decennia heeft. Ik roep iedereen op nogmaals constructief de schouders eronder te zetten, zodat er een aanpak komt waarin zowel werkgevers als werknemers zich kunnen vinden. Ik zal waar mogelijk een ondersteunende rol spelen in dit proces”.

De partijen die de minister om tafel zal roepen, zijn vertegenwoordigers van de werknemers en werkgevers, beroepsvereniging V&VN en het BIG-II actiecomité.

Minister Bruins: definitief een streep door wetsvoorstel BIG-II, Rijksoverheid, 9 oktober 2019: www.rijksoverheid.nl

Downloaden rapport van Rinnooy Kan aan minister Bruins, 4 oktober 2019: Terugkoppeling verkenningsgesprekken wetsvoorstel BIG II: www.rijksoverheid.nl

Downloaden Vraag & Antwoord wet BIG-II: www.rijksoverheid.nl

Adviezen voor verkenner Rinnooy Kan: wat nu na de opstand van verpleegkundigen?, door Nienke Ipenburg, Marc van der Gracht, Thijs Jansen, Blogs Beroepseer, 24 augustus 2019: https://beroepseer.nl


U P D A T E

Verklaring invoering functiedifferentiatie voor verpleegkundigen ondertekend, Blogs Beroepseer, 11 januari 2021: https://beroepseer.nl/

Voor­stel van wet tot wij­zi­ging van de Wet op de be­roe­pen in de in­di­vi­du­e­le ge­zond­heids­zorg in ver­band met het re­ge­len van de re­gie­ver­pleeg­kun­di­ge als ba­sis­be­roep, Raad van State, 17 januari 2020:  www.raadvanstate.nl/@117031/w13-18-0202-iii/

U P D A T E  II

Op 14 maart 2022 verscheen het artikel Lessen BIG-II-debat: bied ruimte aan verschillende wensen, ambities en meningen op RN2Blend.
RN2Blend staat voor Registered nurses to Blend. Het betreft een 4-jarig wetenschappelijk onderzoeksprogramma naar gedifferentieerd verpleegkundig werk binnen ziekenhuizen en umc’s, en de betekenis daarvan voor de verpleegkundige beroepsuitoefening.
Het artikel gaat over het wetsvoorstel BIG-II, dat door alle commotie in de zomer van 2019 het uiteindelijk niet haalde. Verpleegkundigen mobiliseerden zich en kwamen in opstand tegen de voorgestelde wetswijziging.

Martijn Felder, Syb Kuijper, Pieterbas Lalleman, Roland Bal en Iris Wallenburg deden onderzoek naar de gebeurtenissen van die zomer en publiceerden hun bevindingen in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Professions and Organization – (JPO). Het artikel op R2Blend is geschreven door Martijn Felder. Zie: Lessen BIG-II-debat: bied ruimte aan verschillende wensen, ambities en meningen, RN2Blend, 14 maart 2022: https://rn2blend.nl/nl/lessen-big-ii-debat-bied-ruimte-aan-verschillende-wensen-ambities-en-meningen

The rise of the partisan nurse and the challenge of moving beyond an impasse in the (re)organization of Dutch nursing work, door Martijn Felder, Syb Kuijper, Pieterbas Lalleman, Roland Bal, Iris Wallenburg, Journal of Professions and Organization, Volume 9, Issue 1, February 2022, Pages 20–37: https://academic.oup.com

Reacties van verpleegkundigen op artikel van Felder c.s. in maart 2022:
Een verpleegster merkt op “dat het niet gekker moet worden” en noemt het artikel niet wetenschappelijk, maar ronduit geschiedvervalsing gefinancierd met publiek geld.
Een andere verpleegkundige merkt op dat het artikel feitelijke onjuistheden en meningen bevat en vindt dat het niet als wetenschappelijk mag worden betiteld.

Infographic Ontregel de zorg, VWS, oktober 2019

Wordt de zorg nu wel of niet ontregeld? Voortgang programma Ont(R)egel de zorg en uitkomst Nationale (Ont)Regelmonitor

Minister De Jonge, minister Bruins en staatssecretaris Blokhuis hebben de Tweede Kamer in een brief van 4 oktober 2019 geïnformeerd over de voortgang van het programma (Ont)Regel de Zorg. Het programma werd gelanceerd in mei 2018 en heeft tot doel de bureaucratie in de gezondheidszorg te verminderen.
Het blijkt dat zorgverleners nog te weinig merken van het programma. Er is zelfs sprake van een toename van bureaucratie.

In de Kamerbrief staat aan het slot:

“Ervaringen uit het verleden leren dat regeldruk een taai vraagstuk is en dat het aanpakken ervan een lange adem vergt. Het gaat over veel méér dan een streep zetten door een regel, procedure of formulier. Het simpelweg afschaffen daarvan is niet voldoende, omdat ingesleten patronen en werkwijzen daarmee niet ineens verdwenen zijn. Het kennelijk ingebakken wantrouwen dat tot het ontstaan van die regels heeft geleid, is niet ineens opgelost. Toch hebben we, ruim een jaar na de lancering van het programma (Ont)Regel de Zorg, vertrouwen in de positieve effecten ervan. We zijn er nog lang niet en de merkbaarheid voor de zorgverlener en voor de patiënt/cliënt is nog onvoldoende, maar er is veel in gang gezet dat wel tot die effecten moet leiden. Dat doen we nadrukkelijk samen met zorgverleners en patiënten/cliënten, en met zorginstellingen, brancheverenigingen, koepelorganisaties, toezichthouders en andere betrokken partijen. Gezamenlijk hebben we de regelberg gebouwd en alleen gezamenlijk zal het ons lukken hem weer af te breken. Daar zetten wij ons ook persoonlijk voor in door bij elk werkbezoek en overal waar we komen de vraag te stellen waar men tegenaan loopt en uit te dragen dat het ontregelen ons menens is. De positieve energie waarmee in steeds meer zorginstellingen in het land aan dit thema gewerkt wordt en de goede voorbeelden die we tegenkomen, stemmen ons optimistisch. Het kan wel! Voor de komende periode komt het erop aan die energie vast te houden en voortgang te blijven boeken om zo echt merkbaar
minder regeldruk te realiseren. De urgentie daarvan is onverminderd groot, gelet op de arbeidsmarkt in de zorg. In het voorjaar van 2020 informeren wij u weer over de voortgang”.

Nationale (Ont)Regelmonitor

In dezelfde periode als de Kamerbrief zijn de uitkomsten van de Nationale (Ont)Regelmonitor*) van de beroepsvereniging voor zorgprofessionals VvAA gepubliceerd (september 2019). De monitor is in de zomer van 2019, de eerste keer na de nulmeting van eind 2018, opnieuw voorgelegd aan onder meer apothekers, huisartsen, medisch specialisten, psychologen en psychotherapeuten, tandartsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners.

De uitkomst is dat ruim 80% van de zorgverleners inmiddels bekend is met de beweging (Ont)Regel de Zorg en dat 47% van de zorgverleners, in plaats van 42% een half jaar geleden, merkt dat het onderwerp in hun organisatie of beroepsgroep ‘op de agenda staat’. Toch heeft nog steeds 82%, ten opzichte van 87% een half jaar geleden, last van regeldruk op het werk. Net als een half jaar geleden is 62% van de zorgverleners ontevreden over de voortgang van het ontregelen. Het aantal zorgverleners dat (heel) weinig vertrouwen heeft in daadwerkelijke verandering, is gestegen van 63% naar 67%. Het onderzoek toont tevens aan dat de regeldruk letterlijk ‘drukt’ op de zorgverleners: hoe meer tijd men kwijt zegt te zijn aan onnodige regels, hoe vaker men last heeft van burnout-klachten.

Edwin Brugman, directeur van Vereniging VvAA: “Het lijkt erop dat de toename van de regeldruk stagneert en zorgverleners weten dat het op de agenda staat. Echter, per saldo is er voor de zorgverleners nauwelijks iets veranderd. De situatie is er wat ons betreft niet minder alarmerend op geworden. Dit vraagt om maatregelen om het ontregelproces te versnellen, willen we met elkaar bevlogen en gemotiveerde zorgverleners behouden, nu en in de toekomst. Het is vooral zaak dat de partijen die de regeldruk veroorzaken, nu echt werk maken van het beperken ervan. Want zij dragen met name de verantwoordelijkheid voor het realiseren van een beter werkklimaat. Hun prioriteiten moeten nu echt naar het verminderen van de regeldruk”.

De zorgverzekeraar is volgens de zorgverleners de belangrijkste veroorzaker van de regeldruk (48%). Daarna scoren ICT-systemen (13%) en wetgeving (11%) het hoogst. Alleen bij de medisch specialisten staan de ICT-systemen bovenaan als belangrijkste veroorzaker van de regeldruk (30% in plaats van 31% een half jaar geleden), gevolgd door de zorgverzekeraar (18% in plaats van 19% een half jaar geleden).

Conclusies

De bewindslieden van het ministerie van VWS vinden dat de bureaucratie in de zorg sneller moet afnemen. Zorgverleners merken nog te weinig van (Ont)Regel de Zorg. In de langdurige zorg neemt de regeldruk zelfs toe. De zorgverzekeraars zijn volgens de zorgverleners van de Nationale (Ont)Regelmonitor de belangrijkste veroorzaker van de regeldruk (48%). Zij staan ontregeling in de weg.

In november 2017 schreef hoogleraar en medisch specialist in VUmc Armand Girbes op de site van Arts en Auto: “Bereid je voor op verzet van machtige partijen: degenen die leven van de bureaucratie en zichzelf te serieus nemende auditprogramma’s en -instituties”.
Op alle fronten is een andere mentaliteit nodig, en een systeemaanpak. Thijs Jansen van Stichting Beroepseer schreef in een tweet dat (Ont)Regel de zorg teveel de symptomen aanpakt en te weinig de geestesgesteldheid en ingesleten patronen waaruit de bureaucratie voortkomt.
Een wijs man zei in de jaren zestig toen de angst voor de atoombom bijna hysterische vormen aannam: “De wereld gaat eerder ten onder aan de bureaucratie, dan aan de atoombom”.
Bureaucratie woekert niet alleen door in de gezondheidszorg, maar in alle publieke sectoren.

Noot
*) In 2017 en 2018 hebben VvAA en huisartsenactiegroep ‘Het Roer Moet Om’ (HRMO), samen met zorgverleners en andere stakeholders in de zorg, de verlammende bureaucratie in de zorg onder de naam (Ont)Regel de Zorg op de agenda gezet. Na de grootschalige schrapconferentie in november 2017 en de ‘Schrap- en Verbetersessies’ in samenwerking met honderden zorgverleners begin 2018, werden in maart 2018, 62 concrete schrappunten gepresenteerd aan minister Bruins. Deze punten vormden de basis voor het VWS Actieplan (Ont)Regel de Zorg met meer dan 150 maatregelen waarmee de ministers Bruins en De Jonge zich committeerden aan het terugbrengen van de regeldruk voor zorgverleners. D.m.v. de halfjaarlijkse Nationale (Ont)Regelmonitor monitort VvAA, samen met een aantal beroepsorganisaties, in hoeverre zorgverleners daadwerkelijk merkbaar minder regeldruk ervaren in hun dagelijkse praktijk.

Kamerbrief over Voortgang programma (Ont)Regel de Zorg, Rijksoverheid, 4 oktober 2019: www.rijksoverheid.nl

Infographic – Voortgang (Ont)regel de Zorg 2019, Rijksoverheid, 4 oktober 2019: www.rijksoverheid.nl

Website (Ont)Regel de Zorg: www.ordz.nl

De Nationale (Ont)Regelmonitor, september 2019: www.vvaa.nl

Downloaden rapportage [Ont]Regel Monitor 2019: https://beroepseer.nl


Aanbevolen literatuur

John Seddon: Weg met de ideeënmachine van de regering. Politici zijn oorzaak van slecht functionerende openbare diensten, Blogs Beroepseer, 18 november 2014: https://beroepseer.nl

John Seddon: Deliverology maakt dienstverlening kapot, Video’s Beroepseer, 5 januari 2012: https://beroepseer.nl

 

Foto bovenaan: Infographic Voortgang (Ont)regel de Zorg 2019

Wat verstaan we eigenlijk onder ‘de rechtsstaat’?

Midas Dutij voerde gesprekken met juridisch experts, ambtenaren, bestuurders en wetenschappers om van hen te horen wat zij verstaan onder de rechtsstaat. Het begrip blijkt niet eenduidig te zijn.
Zijn gesprekspartners vroegen hem op hun beurt wat de ROB verstaat onder de rechtsstaat? Dutij is adviseur bij de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB).*)

Dutij vond het een goede vraag “waarover ikzelf aan het denken ben gezet. Ieder geval is duidelijk dat er geen één enkele, juiste blauwdruk voor bestaat. Zelfs landen hoog op de Rule of Law-index hebben onderling grote verschillen in de rechtspraktijk, type constitutie en rechtsstatelijke cultuur. Dus hoe kunnen we dan nadenken over de elementaire vraag: Wat betekent ‘de rechtsstaat’?”

Perspectieven op de rechtsstaat

Dutij schrijft op zijn blog

… dat er tal van definities in omloop zijn van het veelvuldig gebruikte begrip ‘rechtsstaat’. Er kan een smalle definitie worden gehanteerd waarbij formeel-juridisch en wetstechnisch naar ‘de rechtsstaat’ worden gekeken: Staat alles wel goed op papier en gaat alles in de praktijk zoals het op papier is gesteld? Je kunt naar de rechtsstaat kijken als een lijstje rechtsnormen als ‘legaliteit’ of rechtswaarden als ‘rechtsgelijkheid’. Vanuit een bestuurlijk perspectief kan breder worden gevraagd: Is de rechtsstaat het model voor een staatsbestel waar de staatsmachten in evenwicht tot democratische besluitvorming komen?

Ook vanuit de samenleving wordt er invulling gegeven aan het begrip ‘rechtsstaat’. Een groot deel van de Nederlanders voelt zich via de rechtsstaat verbonden met ons land, zoals onlangs uit de prikkelende SCP-studie Denkend aan Nederland naar voren kwam: ‘Democratie en burgerlijke vrijheden zijn niet zozeer typerend voor Nederland (omdat ze ook in andere landen te vinden zijn), maar blijken wel van groot belang voor de verbondenheid met Nederland’ *)

Niet alleen vragen ‘wat’ is, maar ‘waar’ is de rechtsstaat…

Ikzelf kijk naar de rechtsstaat vanuit het brede veld van instituties die gezamenlijk ‘de rechtsstaat’ vormgeven. De klassieke machtenscheiding van de Trias Politica gaat oorspronkelijk ervan uit dat staatsmachten zich als elkaars tegenmachten balanceren. De moderne samenleving laat zich echter niet meer zo nauw en netjes naar deze klassieke machten schikken. Pas als we integraal naar alle organisaties met een rechtsstatelijke functie kijken schetst zich het institutioneel geheel van onze rechtsstaat. Deze bestaat uit zoveel meer organisaties dan enkel parlement, ministerie, en rechtbank. Zo behoren veel nieuwsmedia helemaal niet tot ‘de staat’, maar vervullen zij wel een cruciale rechtsstatelijke functie. Zij behoren daarmee noodzakelijkerwijs tot een analyse van de rechtsstaat.

Voor mij is de rechtsstaat dan ook het geheel aan praktijken dat feitelijk ‘de rechtsstaat’ produceert. Veel organisaties en instituties delen bepaalde functies die bij elkaar opgeteld ‘de rechtsstaat’ maken. Er is niet één organisatie die ‘de rechtsstaat’ maakt en die daarom ook is aan te spreken op de kwaliteit ervan. Vele organisaties spelen in meer of mindere mate, impliciet of expliciet, geschreven of ongeschreven een rechtsstatelijke rol.

… en ‘wie’ is de rechtsstaat?

Lees de hele blog De rechtsstaat als institutionele optelsom door Midas Dutij, Raad voor het Openbaar Bestuur, 23 september 2019: www.raadopenbaarbestuur.nl

Noten
*) De Raad voor het Openbaar Bestuur is een adviestraject gestart over de rechtsstaat waarbij de focus ligt op de vragen: Hoe is het met de rechtsstaat in Nederland gesteld? Staat die onder druk en is het nodig om die op onderdelen te versterken? In maart 2020 wordt hierover een advies uitgebracht.
**) Pagina 11 van Denkend aan Nederland. Een bundeling van analyses, thematische verkenningen en essays, Sociaal en Cultureel Rapport 2019, Sociaal Cultureel Planbureau: www.scp.nl/binaries/scp/documenten/monitors/2019/06/26/denkend-aan-nederland/Magazine_SCR-2019_web.pdf

 

U P D A T E

Adviesrapport: Een sterkere rechtsstaat. Verbinden en beschermen in een pluriforme samenleving, ROB, 15 april 2020: www.raadopenbaarbestuur.nl

 

Foto bovenaan Twee protestborden: actie-icoon van de sociaal advocaten, bedoeld als steun in de rug van alle sociaal advocaten in Nederland die door de bezuinigingen in het stelsel voor gefinancierde rechtsbijstand hun hoofd nog amper boven water kunnen houden. Zie manifest van de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland Red de rechtshulp aangeboden op 15 mei 2018 aan de Tweede Kamer.  Zie Advocatenkollektief Oost: https://akoost.nl

De gemeentesecretaris

Wat zijn de succesfactoren voor het functioneren van de gemeentesecretaris?

Het ambt van gemeentesecretaris is kwetsbaar. Vroeger bleef de gemeentesecretaris vaak in functie tot zijn pensioen, tegenwoordig is zijn gemiddelde zittingsduur in eenzelfde gemeente vijf jaar. Thijs Jansen en Frans-Willem van Gils*) deden onderzoek naar succesfactoren voor het functioneren van de gemeentesecretaris. Het blijkt dat de werkrelatie met het college van B en W van doorslaggevend belang is.
In VNG Magazine – onafhankelijk tijdschrift voor burgemeesters, wethouders, raadsleden en gemeenteambtenaren – doen zij verslag van hun bevindingen:

Een belangrijke uitkomst van onze onderzoeken is dat de kwaliteit van de informele, dagelijkse relatie met het college voor het overleven van de gemeentesecretaris van veel groter belang is dan de formeel vastgelegde machtsverhoudingen.
Volgens de formele machtsverdeling is de secretaris ondergeschikt aan het college. Dit blijkt onder meer uit artikel 103 lid 2 van de Gemeentewet, waarin wordt bepaald dat het college in een instructie nadere regels stelt over de taak en de bevoegdheden van de secretaris. Verder is relevant dat de burgemeester – en niet de gemeentesecretaris – de wettelijke taak heeft om toe te zien op een tijdige voorbereiding, vaststelling en uitvoering van het gemeentelijk beleid en van de daaruit voortvloeiende besluiten, evenals op een goede afstemming tussen degenen die bij die voorbereiding, vaststelling en uitvoering zijn betrokken (artikel 170 lid 1 sub a).

Onderlinge relatie

Het college van B en W is sterk afhankelijk van het goed functioneren van de gemeentesecretaris. Daarmee heeft deze veel informele macht. De crux is hoe partijen in de praktijk omgaan met die sterke onderlinge afhankelijkheid.

Het scriptieonderzoek naar de werkrelatie tussen burgemeester en gemeentesecretaris toont aan dat een op gelijkwaardigheid ingerichte werkrelatie, waarbij beide functionarissen ook tijdens crisismomenten met elkaar on speaking terms blijven, in bijna 95 procent van de gevallen succesvol blijkt. Een hiërarchische benadering van de werkrelatie – in overeenstemming met de wettelijke, institutionele grondslag – komt ook voor, maar blijkt slechts in 60 procent van de gevallen te slagen.

Kortom: doorslaggevend is de kwaliteit van de onderlinge relatie. Het gaat dan om basale omgangsvormen: kom je je afspraken na, ben je betrouwbaar en ben je aanspreekbaar? Daarnaast vormen soft skills een belangrijke factor voor de effectiviteit van werkrelatie tussen burgemeester en secretaris. Dit beeld past bij de uitkomsten van de enquête die door Stichting Beroepseer is uitgezet onder gemeentesecretarissen: persoonlijke leiderschapsstijl, betrouwbaarheid en normen en waarden beschouwen gemeentesecretarissen als de belangrijkste gezagsbronnen.

De onderzoeken tonen dat formele en informele machtsrelaties worden omgezet in gezagsrelaties: dat wil zeggen dat men elkaar op basis van verdiensten persoonlijk gezag toekent. Men respecteert de ander in zijn/haar rol en verantwoordelijkheden. Hierdoor ontstaan vertrouwensrelaties. Gezag is de vrijwillig aanvaarde invloed van een individu op een andere persoon of groep. Waar gezag tot enkele decennia geleden vaak gebaseerd was op hiërarchische relaties, moet gezag tegenwoordig grotendeels op individueel niveau worden verdiend. Gezagvol optreden is niet langer automatisch verbonden met het hebben van een bepaalde positie; gezag moet dag in, dag uit worden verdiend in interactie met de betrokken partijen.

Succes

Het besef van wederzijdse afhankelijkheid en het transformeren van formele en informele machtsrelaties in persoonlijke gezagsverhoudingen, bepalen het succes van de samenwerkingsrelatie tussen burgemeester en wethouders en secretaris. Deze bevindingen vormen wat ons betreft alle reden voor het mogelijk maken van leerzame dialogen tussen deze functionarissen om daarmee het percentage van succesvolle samenwerkingsrelaties te verhogen.

Noot
*) Thijs Jansen is directeur van Stichting Beroepseer en doet met zijn team onderzoek naar gezag. Dit heeft geresulteerd in o.a. de recent verschenen uitgaven Het gezag van de gemeentesecretaris (2019) en Het gezag van de wethouder (2018).

Frans-Willem van Gils schreef aan de Erasmus Universiteit Rotterdam de masterscriptie Open (de) deuren. Een bestuurskundig onderzoek naar de succesfactoren van de werkrelatie tussen burgemeester en gemeentesecretaris (2019). Hij is oud-burgemeester, docent/trainer voor de Haya van Somerenstichting en adviseur voor het openbaar bestuur.

Omslag boek Het gezag van de gemeentesecretarisBetoog: Hoe je als gemeentesecretaris wél in het zadel blijft, door Thijs Jansen en Frans-Willem van Gils, VNG Magazine nummer 14, 27 september 2019: https://vng.nl

Zie ook Nieuw deel in serie Beroepseer: ‘Het gezag van de gemeentesecretaris’: https://beroepseer.nl

 

Finalisten verkiezing 2019 ‘Beste Overheidsorganisatie van het Jaar’ bekend

De finalisten van de verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar voor 2019 zijn bekend. Tien overheidsorganisaties hielden in het Parnassos Cultuurcentrum in Utrecht een pitch voor de jury, onder leiding van juryvoorzitter Jan van Zanen: “De jury had weer veel te kiezen dit jaar. Veel ideeën afkomstig uit tal van organisaties en uit alle windstreken van het land. Daaruit kozen we drie voorbeelden die laten zien hoe veelzijdig de overheid is. Mooi om te zien hoe gedreven, hoe oplossingsgericht en vindingrijk de ambtenaren zijn”.

Na uitvoerig overleg heeft de jury gekozen voor: Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB), Gemeente Tilburg en ProRail. Deze organisaties gaan met elkaar de strijd aan in de finale op 19 november 2019 in de Ridderzaal van Den Haag.

Juryrapport CJIB
Het CJIB is getransformeerd van een administratieve organisatie voor het innen van boetes naar een overheidsbrede dienstverlener op het gebied van incasso’s. Maatschappelijk verantwoord handhaven staat hierbij centraal. Samen met de betrokkenen bedenkt het CJIB een persoonsgerichte tenuitvoerlegging, zodat iemand zijn boetes kan betalen. De dienstverlening wordt geoptimaliseerd door samen met ketenpartners te kijken naar de verwachtingen vanuit de maatschappij. Goede voorbeelden hiervan zijn het innovatielab, virtuele assistent ROOS en het Debt alert. Dit alles heeft er mede voor gezorgd dat het aantal klachten in 2018 met 10% is afgenomen. De jury was erg onder de indruk van de manier waarop het CJIB zich inzet om inclusie op de werkvloer te implementeren.

 Juryrapport gemeente Tilburg
De gemeente Tilburg is een moderne overheidsorganisatie die zich voortdurend blijft doorontwikkelen om het belang van de inwoner beter te dienen. Hierbij is de gemeente getransformeerd van een dienstenmodel naar een netwerkmodel, van spelbepaler op diverse terreinen naar een van de spelers in het veld. De jury was onder de indruk van de manier waarop de gemeente het grootste burgerinitiatief van Nederland, het Spoorpark, heeft gefaciliteerd. Dit was niet mogelijk zonder constant in verbinding te staan met interne en externe partners. De gemeente luistert goed naar de wensen vanuit de maatschappij, en kiest hierbij steeds haar eigen rol als overheid. Mede hierdoor is de lokale dienstverlening de afgelopen jaren gestegen naar een 8,4.

Juryrapport ProRail
ProRail zoekt continu naar innovatieve oplossingen om het spoor veiliger, betrouwbaarder en duurzamer te maken en daarmee storingen en vertragingen te voorkomen. De Innovatie-HUB is hier een goed voorbeeld van. Samen met vervoerders, aannemers, ingenieursbureaus en startups wordt er gekeken hoe deze oplossingen het beste vormgegeven kunnen worden. Een goed voorbeeld hiervan is de samenwerking met Flitsmeister, die ervoor zorgt dat gevaarlijke spoorwegovergangen beter in beeld zijn van autobestuurders. De jury is onder de indruk van de manier waarop ProRail haar prestatiecijfers deelt met haar klant via het prestatiedashboard. ProRail zet zich elke dag in om de toegankelijkheid van de stations te vergroten om zo te komen tot een inclusief spoor.

Op 9, 16 en 30 oktober brengt een delegatie van de jury een werkbezoek aan de finalisten. Zij krijgen dan de kans om de jury ervan te overtuigen dat hun organisatie de beste is.

De verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het Jaar heeft als doel goede initiatieven binnen het openbaar bestuur voor het voetlicht te brengen en professionele trots te stimuleren. Ook draagt de prijs bij aan transparantie en het breed delen van kennis binnen het openbaar bestuur.

De Verkiezing Overheidsorganisatie van het Jaar is een initiatief van de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De VOM organiseert de Overheidsawards in samenwerking met: Binnenlands Bestuur, landelijk netwerk van jonge ambtenaren werkzaam bij de overheid FUTUR, Interprovinciaal Overleg (IPO), normaliseringsinstituut Koninklijke Nederlandse Norm NEN, Netwerk van Publieke Dienstverleners (NPD), IT-dienstverlener Ordina, Publiek Denken, Vereniging voor Bestuurskunde (VB) en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).


De jury

De jury, onder voorzitterschap van Jan van Zanen, burgemeester van gemeente Utrecht voorzitter van Vereniging van Nederlandse Gemeenten, bestaat uit:  Jan Herman de Baas kwartiermaker Regio Arnhem–Nijmegen; Ingrid Geveke, gemeentesecretaris gemeente Zwolle; Arjen Littooij, algemeen directeur Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond; Mirko Noordegraaf, vice-decaan Maatschappelijke impact van de faculteit Recht, Economie & Bestuur en Organisatie en voorzitter VB; Brandon Pouw, Jonge Ambtenaar van het Jaar 2019; Piet Sennema, secretaris-directeur Waterschap Aa en Maas; Sylvo Thijsen, algemeen directeur Staatsbosbeheer; TjarkTjin-A-Tsoi, directeur-generaal CBS; Marieke van Wallenburg, directeur-generaal Overheidsorganisatie ministerie van BZK.

 Meer info bij Overheidsawards: www.overheidsawards.nl

Zie ook Tiplijst Verkiezing Beste Overheidsorganisatie van het jaar 2019 bekend, Blogs Beroepseer, 27 augustus 2019: https://beroepseer.nl