Skip to main content

Redactie Beroepseer

Solo Partners stelt tien vragen over Wetsvoorstel bevorderen contracteren, dat einde inluidt van niet-gecontracteerde zorg

Solo Partners – de brancheorganisatie voor zelfstandige zorgprofessionals – schrijft dat niet-gecontracteerde zorg al jaren door de minister en de zorgverzekeraars wordt neergezet als heel dure zorg; gecontracteerde zorg wordt als de Heilige Graal gepresenteerd. Zorgverzekeraars, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de minister lopen hierin hand in hand, zonder dat de aannames over gecontracteerde zorg worden onderbouwd.

Solo Partners heeft de aannames over gecontracteerde zorg verzameld en voorzien van vragen waarop Solo Partners graag een antwoord zou willen voordat keuzevrijheid van zorg wordt afgeschaft. Door plannen van de regering dreigt de vrije artsenkeuze, te beginnen met de sectoren Wijkverpleging (thuiszorg) en GGZ, te worden afgeschaft.
Het kabinet wil de vergoedingen voor ongecontracteerde zorgaanbieders kunnen verlagen en heeft daarvoor het Wetsvoorstel bevorderen contracteren in voorbereiding. Dat wetsvoorstel moet nog naar de Tweede Kamer. Het staat inmiddels op een lijst spoedeisende wetsvoorstellen die het kabinet vanwege de coronacrisis heeft opgesteld. Het gevaar dreigt dat dit wetsvoorstel het slachtoffer wordt van het adagium ‘haastige spoed is zelden goed’.

Containerbegrippen

Solo Partners ontleedt stuk voor stuk de aannames, ook wel containerbegrippen genoemd, waarvan zorgverzekeraars, de NZa en de minister zich bedienen. Een paar voorbeelden:
– Contracteren is hét vehikel om afspraken te maken over doelmatigheid, kwaliteit, innovatie, organiserend vermogen en de juiste zorg op de juiste plek.
– Nu kan iedere patiënt vanuit de zorgverzekering nog kiezen voor een eigen wijkverpleegkundige. Dat is duur en onnodig.
Het contracteerproces dient zorgverleners te ondersteunen om zinnige en zuinige zorg van goede kwaliteit te leveren en zorgverzekeraars te ondersteunen om voor hun verzekerden goede zorg doelmatig in te kopen.
– De patiënt krijgt zo een totaalpakket aan zorg voorgeschoteld, specifiek afgestemd op zijn persoonlijke behoefte.
– Zorgverzekeraars zijn het eens met de minister dat (meerjarige) contractrelaties nodig zijn om de ontwikkeling en professionalisering van de wijkverpleging verder te brengen.
– Cliënten hebben ten slotte onvoldoende inzicht in de kwaliteit van zorgaanbieders.

De vraag is of de uitspraken op feiten zijn gebaseerd?

De tien vragen van Solo Partners

1. Waaruit blijkt dat contractering de kwaliteit van zorg aantoonbaar heeft verhoogd?

2. Waaruit blijkt dat zorgverzekeraars contractering hebben gestimuleerd?

3. Waaruit blijkt dat gecontracteerde zorg altijd rechtmatig wordt verleend?

4. Waaruit blijkt dat je via contractering het ‘organiserend vermogen’ kunt bevorderen?

5. Waaruit blijkt dat contractering aantrekkelijker is dan niet-gecontracteerd zorg verlenen?

6. Waaruit blijkt dat de cliënt / patiënt graag mínder keuzevrijheid heeft?

7. Waaruit blijkt dat met contractering ‘de juiste zorg’ beter ‘op de juiste plek’ aankomt?

8. Waaruit blijkt dat zorgverzekeraars voldoende zorg inkopen voor hun verzekerden?

9. Waaruit blijkt dat zorgverzekeraars professionalisering van wijkverpleging stimuleren?

10. Waaruit blijkt dat niet-gecontracteerde zorg ‘wel tweemaal zo duur’ is?

Het is niet de bedoeling van Solo Partners een wig te drijven tussen gecontracteerde en niet-gecontracteerde zorgverleners: “Integendeel: we hebben zowel gecontracteerde als niet-gecontracteerde zorgverleners nodig. Er wordt alleen wel heel veel positiefs over gecontracteerde zorg gezegd en heel veel negatiefs over niet-gecontracteerde zorg. Dit artikel beoogt daarom een tegengeluid te bieden, om daarmee de belangrijke functie van de niet-gecontracteerde zorg aan het voetlicht te brengen”.

Solo Partners refereert naar de analyse van de spoedwet van Koen Mous van het juridisch/fiscale dienstverleningsbureau Dirkzwager. Zijn conclusie: “Elke logica ontbreekt”.

Lees het hele artikel van Solo Partners: Afschaffen vrije artsenkeuze? Eerst antwoord op deze 10 vragen, 26 mei 2020: https://www.solopartners.nl/nieuws/afschaffen-vrije-artsenkeuze-eerst-antwoord-op-deze-10-vragen/ (Artikel staat niet meer op  site van Solo Partners)

Samenwerking petities

Er lopen momenteel een aantal petities waaronder een van Fysiotherapie & Wetenschap en de GGZ: Behoud vrije artsenkeuze: www.fysiotherapiewetenschap.com/nieuws/228/handen-ineenslaan-voor-behoud-van-vrijezorgkeuze

De Werkvereniging is in november 2019 een petitie gestart in samenwerking met Solo Partners: Keuzevrijheid in de zorg. De Werkvereniging is een platform dat opkomt voor de belangen van zo’n 300.000 modern werkenden, waaronder een groot aantal zelfstandigen in de zorg: https://petities.nl/petitions/keuzevrijheid-in-de-zorg/

Spoedeisend Wetsvoorstel bevorderen contracteren in voorbereiding. Betekent feitelijk opheffen van vrije artsenkeuze, Blogs Beroepseer, 18 mei 2020: https://beroepseer.nl

Petitie gestart door fysiotherapeuten voor behoud vrije artsenkeuze, Blogs Beroepseer, 1 december 2019: https://beroepseer.nl

Zorgverzekeraars belemmeren wijkverpleegkundigen bij uitoefenen van hun beroep. Cliënten lopen zorg mis, Blogs Beroepseer, 2 mei 2020: https://beroepseer.nl

De reden waarom inperking van keuzevrijheid in de zorg grotendeels aan het zicht onttrokken blijft, Blogs Beroepseer 29 mei 2019: https://beroepseer.nl

Alarm in de thuiszorg. Negentig procent zorgverleners kan zich niet voldoende beschermen, Blogs Beroepseer, 30 maart 2020: https://beroepseer.nl

Kamerbrief over Wetsvoorstel bevorderen contracteren, Rijksoverheid, 25 oktober 2019: https://beroepseer.nl

Kamerstuk, Kwaliteit van zorg, Officiële bekendmakingen, Dossier- en ordernummer 31765 nr. 480 Brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 26 februari 2020: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31765-480.html

Groepscoachingstraject met het NRGD

Stichting Beroepseer heeft dit voorjaar een groepscoachingstraject verzorgd voor de medewerkers van het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD). De deelnemers gingen met elkaar in gesprek over vakmanschap, betrokkenheid, rollen en verantwoordelijkheden en de onderlinge samenwerking.  Deze gesprekken hebben bijgedragen aan meer helderheid en overeenstemming over de interne rollen en verantwoordelijkheden. Op basis hiervan hebben de medewerkers van het NRGD concrete afspraken gemaakt over hoe ze optimaal met elkaar kunnen samenwerken. Ook hebben de deelnemers de kernwaarden van het NRGD praktisch gemaakt door deze te vertalen naar gedrag. Door te benoemen welk gedrag wel en niet strookt met de geformuleerde kernwaarden kunnen de deelnemers elkaar scherp houden en aanspreken met als doel de kernwaarden op dagelijkse basis waar te maken. De deelnemers waren enthousiast en gaven terug dat het groepscoachingstraject een impuls heeft gegeven aan de eigen betrokkenheid en het onderlinge vertrouwen. Dit vormt een goede basis om de onderlinge samenwerking structureel en duurzaam te verbeteren. Een van de deelnemers verwoordde zijn ervaring als volgt:

“Binnen de dagelijkse werkzaamheden is er niet of nauwelijks tijd om met elkaar te reflecteren. De groepscoaching van Stichting beroepseer biedt niet alleen de mogelijkheid om daar in een veilige setting bij stil te kunnen staan, de observaties van een ieder worden daarnaast ook op een deskundige wijze begeleid en vertaald naar bruikbare handvatten voor de praktijk. De dagen hebben ook inzicht geven in de waarden en normen, waar wij als Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) voor staan. Doordat dit traject ook in 2015 is doorlopen, heeft deze groepscoaching tevens inzicht gegeven in de veranderingen en ontwikkelingen van en binnen het NRGD.” (Dyon Deckers, senior beleidsmedewerker)

Het NRGD

Het NRGD is 10 jaar geleden opgericht toen de Wet deskundige in strafzaken in werking trad.  Het NRGD draagt bij aan de kwaliteit van de Nederlandse en internationale rechtspraak door het bevorderen en waarborgen van (het vertrouwen in) een constante kwaliteit van forensische expertise in de rechtspleging. De organisatie draagt hieraan bij door regulering (waaronder normering, toetsing, toezicht en persoonscertificering), advisering en kennisuitwisseling.

De afgelopen 5 jaar heeft het NRGD een grote ontwikkeling doorgemaakt, waarbij de organisatie is gegroeid en de aard van werkzaamheden is veranderd. Naast de registratie van individuele experts worden ze steeds vaker door ketenpartners gevraagd te adviseren over het versterken en vergroten van de kwaliteit van forensische expertise in de rechtspleging. Het doel van het groepscoachingstraject was om stil te staan bij wat deze veranderingen betekenen voor de medewerkers van het NRGD, hun vakmanschap en voor de manier waarop ze met elkaar samenwerken. Deze deelnemer beschrijft de opbrengst van het traject:

“Voor mij is de winst van deze bijeenkomsten vooral geweest dat we als groep de tijd hebben genomen om naar elkaar te luisteren en open hebben gesproken over rollen, kernwaarden en de toekomst. De bijeenkomsten hadden een heldere opbouw en er was genoeg ruimte voor eigen inbreng, iedereen kwam voldoende aan bod. Ik denk dat deze bijeenkomsten zeker onze onderlinge samenwerking en begrip voor elkaar heeft verbeterd, rollen en verantwoordelijkheden zijn duidelijker geworden,
waardoor we nog beter als een groep kunnen functioneren.” (Stephanie Pompies, senior beleidsmedewerker)

Goed Werk Aanpak

In de groepscoaching van Stichting Beroepseer staat de Goed Werk Aanpak centraal, gebaseerd op het Good Work Project, een grootschalig onderzoek dat tussen 1996 en 2005 is uitgevoerd onder leiding van professor Howard Gardner, die als professor verbonden is aan de prestigieuze Harvard Graduate School of Education. Goed Werk bestaat uit drie pijlers: Vakmanschap, Persoonlijke betrokkenheid en Verantwoordelijkheid. Professionals beschikken over (specifieke) deskundigheid en ervaring (Vakmanschap). Zij zijn begaan met hun werk en de resultaten daarvan (Persoonlijke Betrokkenheid) en zij zijn in staat om verantwoordelijk te handelen (Verantwoordelijkheid).

In 2015 heeft Stichting Beroepseer ook een groepscoachingstraject met medewerkers van het NRGD begeleid. In dat traject zijn vier kernwaarden geformuleerd: zorgvuldigheid, klantgerichtheid, collegialiteit en samenwerking. Deze kernwaarden vormden het vertrekpunt van het groepscoachingstraject van dit voorjaar. In 3 bijeenkomsten van een dagdeel stonden 9 medewerkers van het NRGD (van de 11 medewerkers in totaal) stil bij wat Goed Werk betekent voor henzelf, het eigen werk, de samenwerking met collega’s, de eigen organisatie en de samenleving en hoe daarover samen af te stemmen.

Als je meer wilt weten over onze groepscoachingstrajecten, klik Groepscoaching, écht doen wat nodig is

Ben je geïnteresseerd in wat een groepscoachingstraject kan betekenen voor jouw organisatie? Neem dan contact op met Maurits Hoenders: m.hoenders@beroepseer.nl

 

 

 

Rapport verschenen met resultaten van extern cultuuronderzoek naar Belastingdienst: ‘Van visie naar actie’

Alexandra C. van Huffelen en J.A. Vijlbrief hebben op 25 mei 2020 een brief gestuurd aan de Tweede Kamer over de resultaten van het door Deloitte verrichte onderzoek naar de cultuur van de Belastingdienst. Van Huffelen en Vijlbrief zijn staatssecretaris van Financiën. Van Huffelen met de portefeuille Toeslagen en Douane en Vijlbrief met portefeuille Fiscaliteit en Belastingdienst.

Deloitte is als extern onderzoeksbureau gevraagd om een breed en fundamenteel onderzoek te doen naar de cultuur binnen de Belastingdienst. De opdracht was het verrichten van een brede nulmeting op de huidige cultuur, onderzoek van de gewenste cultuur, het maken van een gap analyse*) en advies en handelingsperspectief geven om de gewenste cultuur te ontwikkelen.
Het onderzoek moet bijdragen aan verdere invulling van de pijler ‘cultuur’, voortbouwend op reeds lopende acties en daarnaast aanvullende acties bepalen. De Belastingdienst wil de uitkomsten van het onderzoek gebruiken om het lopende programma te valideren.

Het onderzoek is verricht via de volgende methoden: een documentanalyse, een online cultuurenquête verzonden naar alle medewerkers, verdiepende groepsgesprekken en observaties van het onderzoeksteam. In de documentenstudie zijn bestaande onderzoeken en documenten (zoals visie, kernwaarden en communicatie) geanalyseerd.
De cultuurenquête is ingevuld door 12.777 (interne en externe) medewerkers, een responspercentage van 40,4%. Als er sprake is van medewerkers, dan worden daarmee bedoeld zowel medewerkers leidinggevenden, tenzij anders vermeld.

Het 104 pagina’s tellende rapport is getiteld Van visie naar actie – Cultuuronderzoek Belastingdienst. In de slotconclusie (pagina 74) schrijft Deloitte:

“De cultuur van de Belastingdienst is de afgelopen periode als oorzaak van ellende, noodzakelijke maar ingewikkelde oplossing en zelfs als ‘straf’ genoemd, zowel in het politieke debat als in de media. Het belang van het aanscherpen van de omschrijving van de gewenste cultuur, en het reflecteren op het beeld van de huidige cultuur is ons inziens groot. Dit is een onderwerp voor leiders, niet alleen om te doorleven, maar ook om vervolgens uit te dragen zowel intern als extern. Leiders die we overigens nadrukkelijk niet alleen in de rangen van ‘bazen’ c.q. ‘leidinggevenden’ moeten zoeken, maar juist ook onder medewerkers in de gedaante van ‘informele leiders’ of ‘beïnvloeders’.
Met die kanttekening onderschrijven we de combinatie van Leiderschap en Cultuur.

De pijler cultuur is in juli 2019 toegevoegd als vierde pijler voor de Beheerst vernieuwen agenda. En ons beeld is dat er stappen genomen zijn, bijvoorbeeld met het instellen van het leiderschaps- en cultuurprogramma, de campagne ‘De Belastingdienst dat zijn wij’, de dialoogsessies en andere meer directie-specifieke initiatieven.

Het is ons inziens nog niet genoeg. De te behouden en te versterken elementen van de huidige cultuur zijn bevestigd in deze meting. Cultuur vraagt om een duidelijker richting en een continue dialoog over het wat en hoe van de gewenste cultuur. Om dit tastbaarder te maken heeft het onderzoeksteam gekozen voor de lens van het Congruentiemodel. Na richting is het vooral tijd voor actie, maar ook voor een lange adem. De aangereikte handelingsperspectieven bieden hierin een richting voor een tijdhorizon van ca 3 tot 4 jaar. Onderzoek en overleg zijn belangrijk, maar nu is het tijd om aan de slag te gaan.

Tijdens de groepsgesprekken uitten veel deelnemers hun zorgen over wat er zou worden gedaan met de uitkomsten van het onderzoek. Deze zorg kwam desgevraagd voort uit het feit dat er in de afgelopen jaren veel onderzoeken zijn verricht, en het beeld leeft dat er niets (zichtbaar) met de uitkomsten en aanbevelingen is gedaan. Als onderzoeksteam stellen wij ook vast dat een aantal van de bevindingen in de huidige cultuur herkend worden vanuit voorgaande onderzoeken. Ook daarom zijn onze aanbevelingen en het handelingsperspectief erop gericht om te stoppen met onderzoeken en de transformatie onverwijld ter hand te nemen.

Ook wij hebben ervaren hoe het is om in de huidige cultuur te werken aan dit onderzoek. We hebben de betrokkenheid, maar ook de angst voor de resultaten en mogelijke consequenties van het onderzoek ervaren. Het is veel gegaan over de verschillen in de directies, op basis van het type werk wat zich hierin afspeelt. En toch zien we op cultuurkenmerken zoals gemeten in de enquête juist ook veel overeenkomsten om op voort te bouwen. Wij wensen de Belastingdienst toe dat de betrokkenheid en trots weer prominent worden geleefd niet alleen binnen de eigen teams, maar voor het imago van de hele organisatie. En dat de zaken die beter moeten met commitment en op een integrale en duurzame manier in gezamenlijkheid worden opgepakt”.

Van visie naar actie – Cultuuronderzoek Belastingdienst, Deloitte, 30 april 2020: https://beroepseer.nl/wp-content/uploads/2020/05/rapport-cultuuronderzoek-belastingdienst.pdf

Deloitte is de Nederlandse tak van de internationale organisatie op het gebied van de financiële en zakelijke dienstverlening Deloitte Touche Tohmatsu.

Brief Ministerie van Financiën naar Tweede Kamer over uitkomsten van extern cultuuronderzoek naar de Belastingdienst, 25 mei 2020:  https://beroepseer.nl

Aangifte tegen Belastingdienst geen goed management. Gedoe kan jaren Belastingdienst pijnigen en basis voor echte verbeteringen ondergraven

In Nieuwsbrief De Hofvijver van het Montesquieu Instituut schrijft voormalig topambtenaar Roel Bekker dat hij sceptisch is over de aangifte door twee staatssecretarissen en een secretaris-generaal tegen de Belastingdienst wegens ‘knevelarij’ (het bewust onrechtmatig opeisen van een betaling door een ambtenaar) en ‘beroepsmatige discriminatie’.
Volgens hem is de actie van de top van het ministerie van Financiën ‘vooral’ ingegeven door ‘politieke overwegingen’:
‘Zoals wel vaker staan die nogal eens haaks op goed management”.

Prof. mr. Roel Bekker was van 1998 tot 2007 secretaris-generaal van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en van 2007 tot 2010 secretaris-generaal Vernieuwing Rijksdienst. Van 2007-2014 was hij tevens bijzonder hoogleraar Arbeidsverhoudingen in de publieke sector (Albeda Leerstoel).
Hij signaleert allerlei kronkels in de aankondiging om het Openbaar Ministerie (OM) in te schakelen. Hoe kan het zijn dat op de man wordt gespeeld binnen een organisatie die ‘institutionele vooringenomenheid’ wordt verweten? Waarom zullen [onbekende] ambtenaren worden aangeklaagd die waarschijnlijk op immuniteit kunnen rekenen?

Waarom wordt niet de ‘gewone’ procedure gevolgd? “De zaak goed uitzoeken en maatregelen nemen, beleidsmaatregelen, organisatorische maatregelen, eventueel ook disciplinaire maatregelen tegen individuele ambtenaren die in de fout zijn gegaan. En bij een vermoeden van een misdrijf: aangifte”.

Bekker concludeert dat “het niet te verwachten is dat het OM snel komt tot een uitspraak niet over te gaan tot vervolging. Dus dit gedoe kan nog jarenlang de Belastingdienst pijnigen en de basis voor echte verbeteringen ondergraven. Duidelijk is dat het vooral politieke overwegingen een rol hebben gespeeld bij deze actie. Zoals wel vaker staan die nogal eens haaks op goed management, en dat is hier ook weer aan de orde”.

Lees verder: De Belastingdienst achter de tralies?, door prof.mr. R0el Bekker, De Hofvijver, jaargang 10, no 108, mei 2020: www.montesquieu-instituut.nl/id/vl8yalnbgtz5/nieuws/de_belastingdienst_achter_de_tralies

Drie kwesties uit de parlementaire geschiedenis

Een tweede bijdrage over de aangifte is van de hand van dr. Anne Bos, onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis (CPG) van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij schrijft: “Er is in het nabije verleden een aantal maal gesproken over strafrechtelijke vervolging van ambtenaren of ministers, maar de zaken werden dikwijls geseponeerd of niet eens in behandeling genomen. Het is bij mijn weten niet voorgekomen dat een groep ambtenaren of een dienst van overheidswege is vervolgd, dus echt vergelijkbare gevallen ontbreken. In enkele geruchtmakende zaken uit het verleden is wel tot strafrechtelijke vervolging van individuele ambtenaren overgegaan. Ook is in enkele gevallen onderzoek gedaan naar de mogelijkheid een bewindspersoon te vervolgen”
Bos bespreekt enkele kwesties uit de parlementaire geschiedenis van de jaren tachtig en negentig:

– de APB-affaire, een zaak tegen de voormalige directeur beleggingen van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds (ABP) betreffende steekpenningen die uitmondde in het grootste en langdurigste proces in Nederland van na de Tweede Wereldoorlog.
– de visfraude: Een oud-inspecteur beschuldigde de top van de Algemene Inspectiedienst (AID) ervan te hebben gerommeld met de vangstcijfers van schol en lapte daarmee de door de Europese Gemeenschappen ingestelde visquota aan de laars.
– de IRT-affaire. In de jacht op grootschalige criminele organisaties en drugskartels werd begin jaren negentig een speciaal rechercheteam opgericht: het Interregionaal Recherche Team Noord-Holland/Utrecht. Het team maakte gebruik van nieuwe, omstreden opsporingsmethoden.

Lees verder: Over knevelarij en de vervolging van andere ambtsmisdrijven, door dr. Anne Bos, De Hofvijver, jaargang 10, no 108, mei 2020: www.montesquieu-instituut.nl/id/vl8vkq8bajyd/nieuws/over_knevelarij_en_de_vervolging_van

Drie belangrijke oorzaken

Een derde bijdrage over de aankondiging van het strafrechtelijk onderzoek naar de Belastingdienst is van Sandra van Thiel, hoogleraar Publiek Management bij het Departement Bestuurskunde en Sociologie van de Erasmus Universiteit Rotterdam en bij de Sectie Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.

Van Thiel gaat in op het rapport van de commissie Donner Omzien in verbazing 2 dat een uitgebreide analyse bevat en drie belangrijke oorzaken noemt van de problemen.
Aan het slot schrijft zij dat het “belangrijk is ons te realiseren dat er geen snelle of makkelijke oplossingen zijn, en dat het nog wel even gaat duren. De wetgeving is uitermate complex, er spelen diverse belangen en partijen een rol, en de Belastingdienst brengt haar eigen geschiedenis mee (met eigen problemen). In elk geval is het nodig dat de Belastingdienst wordt betrokken bij het bedenken van goede oplossingen. De dienst moet ook betrokken worden bij het maken van nieuw beleid, of het aanpassen van de huidige wetgeving; zij hebben immers de meeste expertise op dit terrein en weten waar uitvoerders en burgers tegenaan lopen. Er moet niet alleen over de dienst worden gesproken, maar vooral met. Het huidige klimaat waarin Barbertje moet hangen, ongeacht of ze schuldig is, maakt uitvoeringsorganisaties niet alleen bang om fouten te maken maar ook om ze tijdig te melden”

Lees verder: Problemen in de uitvoering van beleid: Barbertje moet hangen, door Sandra van Thiel, De Hofvijver, jaargang 10 no 108, mei 2020: www.montesquieu-instituut.nl/9353000/1/j9vvj72dlowskug/vl8tfgsebeb6?

Nieuwsbrief De Hofvijver, maandelijks nieuws en achtergronden uit Den Haag en Brussel van het Montesquieu Instituut: www.montesquieu-instituut.nl/id/vkcantko7xor/actuele_hofvijver

Het Montesquieu Instituut is een multidisciplinair instituut op het snijvlak van democratie, politiek en parlementaire besluitvorming in Nederland én Europa.

Cultuursector demonstreert zeven dagen lang, 12 uur per dag, te beginnen op zaterdag 30 mei

Onder de noemer Cultuur in Actie! vindt er in Utrecht van 30 mei tot en met 5 juni 2020 een grote demonstratie plaats. Zeven dagen lang, twaalf uur per dag treden daar mensen op die werkzaam zijn in de cultuursector. Ze laten hun stem horen en komen op voor de cultuur in Nederland.

De culturele sector is keihard getroffen door de coronamaatregelen. Artiesten en musici, culturele bedrijven en organisaties, zzp-ers en alle anderen die direct of indirect werkzaam zijn in de culturele sector missen daarom inkomsten. Helaas zijn de steunmaatregelen van het kabinet onvoldoende. Daarom komen zij actie! Doel is een bredere financiële ondersteuning vanuit de politiek én zorgen voor bewustwording dat cultuur geen vrije tijdsbesteding is, maar van levensbelang.

Omdat verzamelen op het Malieveld in Den Haag niet mogelijk is, vindt de demonstratie plaats op de evenementenlocatie DeFabrique te Utrecht.

We moeten opkomen voor ons bestaansrecht

De actie is bedacht door Songfestival-regisseur Marc Pos, actrice Johanna ter Steege, ‘ideoloog’ Peter Heres en gitarist Jan Kuiper.
In een interview met Dennis Jansen in dagblad Het Parool zegt Johanne ter Steege: “Toen ik hoorde van de 300 miljoen euro voor cultuur, waarvan 270 voor de gesubsidieerden, viel mijn mond open. En dat terwijl 65 procent van de podiumkunsten wordt bediend door de vrije producenten die geen subsidie krijgen. We moeten iets groots en gezamenlijks doen want anders worden we niet serieus genomen door de politiek. We moeten opkomen voor ons bestaansrecht, dat is onze plicht. Cultuur zit vervlochten in ons dagelijks leven. Stel dat je de muziek in jouw vrachtwagen niet meer kan horen, het gedicht niet meer kan voordragen op de begrafenis van je moeder en niet meer naar een festival of toneelvoorstelling kan. Al die dingen houden op als je nu alles kapot laat gaan. We hebben het niet over hoge óf lage cultuur, het gaat om een sector als geheel”.

De presentatie tijdens de demonstratie wordt gedaan door Paul de Leeuw, Daphne Bunskoek, Twan Huys, Jörgen Raymann, Pepijn Gunneweg, Clairy Polak, Richard Groenendijk, Hanneke Groenteman, Tooske Ragas, Irene Moors, Gijs Groenteman, Marlijn Weerdenburg en Margreet Reijntjes/

Onder de artiesten die hun stem laten horen bevinden zich Claudia de Breij, Diederik Ebbinge, Dominic Seldis, Mylou Frencken, Bastiaan Ragas, Huub Stapel, Kim van Zeben, Angela Schijf en Joost Spijkers.

Live te volgen

Beleef als publiek de demonstratie mee van zaterdag 30 mei tot en met vrijdag 5 juni 2020 in DeFabrique in Utrecht via  livestream op  website www.cultuurinactie.nl (website is opgeheven)

Mensen die werken in de culturele sector,  professionals en amateurs, zijn welkom om hun stem te laten horen. Aanmelden kan via www.cultuurinactie.nl/book-online (website is opgeheven)

Cultuur in Actie!: www.cultuurinactie.nl (website is opgeheven)

Johanna ter Steege: We moeten opkomen voor ons bestaansrecht, door Dennis Jansen, Het Parool, 25 mei 2020: www.parool.nl

Een land zonder kunst en cultuur
is niet levensvatbaar en sterft af

U P D A T E

Video’s van de demonstratie Cultuur in actie!: www.youtube.com/channel/UCCfksT7DHRxvdyFA_M8DKog

Uitnodiging voor live boekpresentatie ‘Ruw ontwaken uit een neoliberale droom’ van Gabriël van den Brink

Donderdag 28 mei 2020 om 16.00 uur vindt de digitale lancering plaats van het boek Ruw ontwaken uit een neoliberale droom van Gabriël van den Brink. De lancering wordt uitgezonden via het YouTube-kanaal De nieuwe wereld. Naast Gabriël van den Brink zijn aanwezig de panelleden Beatrice de Graaf, Martin Sommer, Ewald Engelen en Geerten Waling.

Het publiek wordt uitgenodigd deel te nemen aan de gesprekken. Als u een vraag heeft voor Van den Brink of een van de panelleden, dan kunt u die alvast indienen.
Kijk ter informatie alvast naar het videogesprek – zie onderaan – tussen Ad Verbrugge en Van den Brink over thema’s uit het boek.
Stuur uw bijdrage uiterlijk woensdag 27 mei op naar rond@filosofischeschool.nl

De drie beste inzendingen ontvangen een gesigneerd exemplaar van Ruw ontwaken uit een neolibeale droom.
U kunt ook op de chat reageren tijdens de live-uitzending via het YouTube-kanaal. De beste vragen worden meegenomen in het gesprek.

Ruw ontwaken uit de neoliberale droom is uitgegeven door Prometheus: https://webwinkel.uitgeverijprometheus.nl
Gabriël van den Brink was tot 2016 hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg en werkt sindsdien als hoogleraar wijsbegeerte bij Centrum Èthos aan de Vrije Universiteit. Kenmerkend is dat hij empirisch onderzoek en filosofisch nadenken over de meer algemene vragen van het leven combineert.

 

YouTube-kanaal De nieuwe wereld: https://www.youtube.com/channel/UC2LdCiAsuXTM5KxqScV_V8g

Drie winnaars Sociaal Werker van het Jaar 2020: Simone Duin, Marloes Olde Hampsink en Marcel van Eck

20 Mei 2020 is de uitslag bekend gemaakt van de elfde Verkiezing Sociaal Werker van het Jaar. Door de coronamaatregelen gebeurde het online; het Jaarcongres Sociaal Werk kon helaas niet doorgaan.
Dit jaar is er niet een winnaar, maar zijn er die winnaars, de sociaal werkers: Simone Duin, Marloes Olde Hampsink en Marcel van Eck. Zij zijn voor een jaar de nieuwe ambassadeurs voor het sociaal werk.

  • Simone Duin is sociaal werker jeugd bij welzijnsinstelling MeerWaarde in Haarlemmermeer
  • Marloes Olde Hampsink is dak- en thuislozenexpert en wijkcoach bij SMD Wijkteams in Enschede
  • Marcel van Eck is gezinswerker bij Lokalis in Utrecht en onderzoeker bij de academische werkplaats Sociaal Werk van het wetenschappelijke centrum voor zorg en welzijn Tranzo van de Universiteit van Tilburg

Sociaal werk is niet voor niets een cruciaal beroep. Daarom wilde de jury via de verkiezingsuitslag aandacht en waardering vragen voor de bijzondere omstandigheden waarin sociaal werkers momenteel hun werk doen. En dus zijn er in 2020  drie winnaars die ieder uitblinken in hun vak en de breedte van sociaal werk vertegenwoordigen. Zij gaan de komende maanden op podia door heel Nederland de grote waarde van sociaal werk uitdragen.

Juryvoorzitter Lex Staal over de winnaars:

“Simone is enthousiast, ondernemend en bevlogen. Ze maakt duidelijk wat de kracht is van jongerenwerk als preventie-instrument. Ze is overal zichtbaar, zowel off- als online, en is sterk gericht op verbinding en samenwerking”.

“Marcel heeft een sterke visie op de ontwikkeling van sociaal werk. Marcel is een verbinder; rond multiproblematiek binnen de gezinnen die hij ondersteunt en met de wijk- en buurtteams, maar ook tussen wetenschap en praktijk”.

“Marloes staat voor haar werk en is een overtuigende gesprekspartner. Mooi hoe zij ook binnen de ondersteuning aan dak- en thuislozen inzet op preventie. Haar motto: Wonen is de basis!

Ambassadeur van het beroep en de branche

De verkiezing wordt jaarlijks georganiseerd door Platform Arbeidsmarkt Sociaal Werk (Sociaal Werk Nederland, CNV Zorg & Welzijn en FNV Zorg & Welzijn).
“De Sociaal Werker van het Jaar is voor de branche een must en laat heel goed zien wat het sociaal werk in huis heeft”, aldus Arie de Vries, bestuurder van Sterker, de Nijmeegse sociaal werkorganisatie waar winnaar Norbert Wijnhofen van 2019 werkt. De afgelopen jaren is de rol van Sociaal werker van het jaar uitgegroeid tot die van ambassadeur van het beroep en de branche. Wijnhofen daarover: “De eerste maanden waren echt een gekkenhuis, prachtig om op zoveel plekken te komen, zoveel initiatieven te zien en zo je kennis te kunnen delen en verrijken”.

En de winnaar is… Marloes, Simone en Marcel!, Sociaal werk werkt, 20 mei 2020: www.sociaalwerk-werkt.nl/nieuws/en-de-winnaar-ismarloes-simone-en-marcel

Sociaal werker van het Jaar, Sociaal werk werkt www.sociaalwerk-werkt.nl/sociaal-werker-van-het-jaar

Sociaal werker van het jaar 2019’ Norbert Wijnhofen: Ik wil kruisbestuiving tussen het sociaal domein en de ggz verder bevorderen, Blogs Beroepseer, 30 maart 2019: https://beroepseer.nl

Zie hieronder video van de Verkiezing Sociaal Werker van het Jaar 2020:

 

Foto bovenaan van links naar rechts: Simone Duin, Marloes Olde Hampsink en Marcel van Eck

Omslag Maatschappelijke onvrede door Kim Putters

Vernieuwd sociaal contract tussen burger en staat met stevig burgerperspectief is noodzakelijk volgens Kim Putters van SCP

Kim Putters heeft zijn in oktober 2019 geleverde bijdrage over het sociale contract tussen burger en overheid aan de Tinbergenconferentie van de Sociaal Economische Raad (SER) bewerkt tot een artikel voor het vakblad voor economen ESB. Putters is directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Steeds toonden resultaten van enquêtes de afgelopen jaren aan dat de Nederlander over het algemeen tevreden is met zijn leven. Blijft dat zo? Volgens het SCP is er bij bepaalde groepen ook veel ongenoegen.
Uit de studies van het SCP blijkt dat het tot aan de coronacrisis goed ging met de kwaliteit van leven in Nederland, met onze verwachtingen over de eigen financiële situatie en het vertrouwen in de economie. Daarbij blijft de tevredenheid met de landelijke en Europese politiek wat achter, maar neemt sinds 2016 weer toe – al is het uiteraard onduidelijk wat de huidige crisis voor de langere termijn betekent. Nederlanders zijn, met een 7,8 als gemiddeld rapportcijfer, behoorlijk tevreden met het eigen leven.

Geen mens is gemiddeld

Toch gaat er, aldus Putters, achter die gemiddelden veel schuil. Geen mens is namelijk gemiddeld. Er bestaan hardnekkige verschillen, en er is een afnemende levenstevredenheid in sommige groepen – met name onder minder­geschoolden, ouderen en de middengroepen. Zij ervaren meer onzekerheid rond hun gezondheid, hebben minder kans op werk, of hebben een tijdelijk contract en maken zich zorgen over wat er nog op hen af zal komen, bijvoorbeeld aan ‘door Den Haag opgelegd klimaatbeleid’.

Bij sommigen neemt de ontevredenheid toe, terwijl anderen steeds optimistischer worden. Dat jaagt polarisatie aan en leidt tot maatschappelijk ongenoegen. Dit ongenoegen meet het SCP aan de hand van vijf dimensies: (1) waar schiet de overheid tekort in sociale bescherming?; (2) in hoeverre hebben mensen een verweesd gevoel bij de politiek?; (3) ervaren mensen een elite die hun belangen niet meeweegt?; (4) ervaren ze weerstand tegen en angst voor groeiende verschillen in leefwerelden en culturele achtergronden?; (5) in welke mate is er onzekerheid over wat open grenzen en Europese samenwerking de mensen zal brengen?

Ongenoegen van acht maatschappelijke groepen

Putters artikel bevat een grafiek waarin het ongenoegen van acht maatschappelijke groepen in de samenleving wordt aangegeven.  Jonge kansrijken hebben veel perspectief, maar zijn onzeker over de toekomst waarover nu tijdens de coronacrisis ook meer discussie is. De middengroepen houden veel ballen in de lucht, want zij moeten veelal tegelijkertijd werken, leren en zorgen voor kinderen en hulpbehoevende ouders. De groep gepensioneerden is met name onzeker over pensioen en zorg, maar ook over de vraag of er kinderen in de buurt zijn om ondersteuning te bieden in het geval er geen professionele zorg voorhanden is. Nog steeds is er ook bij hen veel tevredenheid met het leven, maar dus tevens een toenemende onzekerheid.

De overige groepen kennen meer onbehagen, vooral het autochtone deel. Deze groep heeft veel gevoelens van verlies en vertrouwt de instituties minder. Ontevreden zijn vooral de onzekere werkenden die tijdelijk werk hebben, een beperkt aantal uren werken, minder inkomen hebben, en die zich soms door overheid en bedrijven in de steek gelaten voelen. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die in de crisis van 2008 werkeloos raakten en zzp’er werden, moeilijk rond konden komen, en nu tijdens de coronacrisis opnieuw aan de kant lijken te staan.
Eerstegeneratie-arbeidsmigranten uit Turkije en Marokko maken in principe ook deel uit van deze groep, maar zij kijken doorgaans positiever naar Nederland vanwege de kansen die hun kinderen er hebben om een beter leven op te bouwen.

Vier ordenende systemen van onze samenleving

In zijn artikel verwijst Putters naar Aaron Wildavsky (1979) die in zijn boek Speaking truth to power schreef dat bij het nadenken over effectief beleid het vaak gaat om doing better, feeling worse. In het verleden behaalde resultaten leiden volgens hem namelijk onvermijdelijk tot toekomstig falen, aangezien de steeds welvarender samenleving ook meer divers wordt en voor nieuwe, grote uitdagingen staat.
Volgens Wildavsky zullen eerdere successen van onze economische, maatschappelijke en politieke systemen in de toekomst waarschijnlijk leiden tot falen wanneer er onvoldoende rekening wordt gehouden met de ervaringen en onzekerheden van burgers.

Kloppen onze systemen nog wel?

De vraag die Putters stelt is of er er iets aan de hand kan zijn in de samenleving dat niet oplosbaar is met een beetje schaven aan de koopkrachtplaatjes en zorgtoeslagen? Kloppen onze systemen nog wel? Voelen mensen aan dat onze systemen niet vanzelfsprekend eerdere successen herhalen, bijvoorbeeld vooruitgang, gelijke kansen en werkzekerheid voor velen?
Deze vraag brengt ons bij het sociale contract waarop onze samenleving zich baseert. Vertrouwen mensen er nog wel op dat hun belangen door de politiek, het bedrijfsleven en de maatschappelijke verbanden zullen worden meegewogen?

Putters onderscheidt vier systemen die de verhoudingen in onze huidige samenleving ordenen en die steunen op het vertrouwen van burgers: het economische, het maatschappelijke, het democratische en het ecologische systeem. Bij elk van die systemen schetst Putters een punt van zorg en geeft hij aan waar het mis kan gaan of waar het burgerperspectief te zeer ontbreekt.

Gebleken is dat het sociale contract in onze tijd aan herziening toe is. Onze systemen zijn niet meer up-to-date. De vraag is nu hoe ons sociale contract te vernieuwen? Een van de antwoorden op die vraag is: begrijpen hoe burgers en bedrijven hun situatie ervaren en letten op de uitvoerbaarheid van regeringsbeleid.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft geschreven in 2017: “Een realistischere benadering van burger en beleid (…) kan bijdragen aan een nieuwe invulling van het sociaal contract tussen overheid en burger. Een overheid die geen rekening houdt met de begrenzingen van het denk- en doenvermogen van burgers wordt uiteindelijk als een onbetrouwbare overheid gezien”.

Het advies is burgers meer vertrouwen geven door hen mee te nemen in de grote uitdagingen van deze tijd.

Lees het hele artikel: Veranderend sociaal contract vergt steviger burgerperspectief in beleid, door Kim Putters, ECB, 18 mei 2020: https://esb.nu/esb/20059616/veranderend-sociaal-contract-vergt-steviger-burgerperspectief-in-beleid

Omslag Maatschappelijke onvredeOp dezelfde site van ESB downloaden in PDF: Maatschappelijke onvrede – Veranderend sociaal contract vergt steviger burgerperspectief in beleid, door Kim Putters, 105(4786S), ESB, 11 juni 2020

Helden van de zorg

Tijd voor emanciperen in de zorg: Luister naar de verpleegkundigen!

Verpleegkundigen worden tijdens de coronacrisis gezien als helden. Maar die waardering is weinig waard als de werkomstandigheden in deze sector niet worden aangepakt. Joost Bijlsma schrijft in Intermediair –  tijdschrift en platform voor hoger opgeleiden – dat zeggenschap essentieel is. Er wordt al zo lang over gesproken, maar waarom worden verpleegkundigen genegeerd als zij vertellen wat zij nodig hebben?

De coronacrisis laat zien hoe de verhoudingen in het huidige zorglandschap liggen. Terwijl de verpleegkundigen zo’n belangrijke rol hebben in de coronazorg, schitteren ze door afwezigheid in gezichtsbepalende organen zoals het Outbreak Management Team. En ook in de top van ziekenhuizen zijn ze schaars. In de jaren negentig verdwenen verpleegkundig (adjunct-)directeuren uit ziekenhuizen, terwijl managers juist opkwamen. Zonder ‘directe vertegenwoordiging’ in de top is het lastig om je stem te laten horen.

Teamwerk

Hoogleraar patiëntveiligheid Jan Klein van de TU Delft vindt het hoog tijd om beter naar verpleegkundigen te luisteren. Hij heeft jarenlange ervaring als anesthesioloog op operatiekamers en zag de verhoudingen er niet gelijkwaardiger op worden. Tijdens zijn onderwijs in patiëntveiligheid stuit hij geregeld op ongelijkheid op de werkvloer. Zoals een verpleegkundige die verzucht dat eindelijk naar haar wordt geluisterd. Of een situatie op een IC waar het dagelijks multidisciplinair overleg met verpleegkundigen is omgezet naar een overleg met louter artsen.

Verpleegkundigen geen stem geven, is volgens Klein riskant. “Zorg draait om teamwerk. Voor veilig werken zonder fouten heb je ieder perspectief en iedere input nodig. Verpleegkundigen zijn de achilleshiel van de patiëntveiligheid. Zij zitten het dichtst bij de patiënten en ze weten precies hoe het op de werkvloer werkt”.
Klein maakt zich zorgen dat er door de extra ‘coronawerkdruk’ veel meer fouten worden gemaakt. Hij vindt het een gemiste kans dat er geen verpleegkundigen in organen zoals het Outbreak Management Team zitten. ‘Daarmee had voorkomen kunnen worden dat er onrealistisch ferme uitspraken werden gedaan over IC-uitbreiding.’

Bestuurder Conny van Velden van Vereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) betreurt het dat verpleegkundigen zich steeds opnieuw boos moeten maken over zeggenschap in hun organisaties: “De coronacrisis is hét moment om deze structurele zeggenschap af te dwingen. En af te rekenen met deze ongezonde ongelijkheid op de werkvloer”.

Lees het hele artikel: Helden van de zorg, maar luisteren naar verpleegkundigen ho maar, door Joos Bijlsma, Intermediair, 18 mei 2020: www.intermediair.nl/beroepen-functies/zorg/zorgt-coronacrisis-voor-emancipatie-in-de-zorg