Skip to main content

Redactie Beroepseer

Aanmelden tot 15 juli voor KNMG-verkiezing ‘Geneeskundestudent van het jaar 2021’

Wie wint in 2021 de verkiezing Geneeskundestudent van het Jaar en gaat naar huis met de KNMG Studentenprijs? De prijs wordt in 2021 voor het eerst uitgereikt aan een maatschappelijk bevlogen student die in de afgelopen periode onderscheidend actief is geweest met het helpen van anderen.

Denk bijvoorbeeld aan een student die tijdens de coronacrisis vrijwilligers enthousiasmeerde om te werken op een corona-afdeling. Of een student die een project opstartte om eenzaamheid onder ouderen te verminderen. Belangrijkste criterium is dat de student zijn vaardigheden en kennis van de geneeskunde inzet om andere mensen te helpen.

Ken jij deze student, of ben jij deze student? Vul dan voor 15 juli 2021 het aanmeldformulier in. Kandidaten worden voorgedragen aan de jury, die drie finalisten kiest. De jury bestaat, naast de voorzitters van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) en de belangenbehartiger van geneeskundestudenten De Geneeskundestudent, uit Aura Timen en Angela Maas. De uiteindelijke winnaar wordt bepaald door de stemmen van het publiek.

De winnaar van de verkiezing KNMG Studentenprijs 2021 ontvangt 5.000 euro.

De KNMG Studentenprijs is een initiatief van de KNMG en De Geneeskundestudent. De prijs beoogt maatschappelijk betrokken studenten een podium geven, alsmede de waardering die zij verdienen.

Meer info over verkiezing, procedure, criiteria en aanmelden bij KNMG: www.knmg.nl/opleiding-herregistratie-carriere/geneeskundestudent-van-het-jaar/verkiezing.htm

Overhandiging witboek over werkdruk publieke sector aan Tweede Kamer

Dinsdag 22 juni 2021 overhandigen kaderleden en vakbonden in de publieke sector een rapport over werkdruk aan de Tweede Kamer. In het rapport staan de verhalen van zeven mensen over hoge werkdruk en structurele onderwaardering. De verhalen worden aangevuld met cijfers en oplossingen.

Tekort aan personeel

Jean Debie, voorzitter van de vakbond voor burger en militair defensiepersoneel (VBM): “Het is echt twee voor twaalf. Als er niet geïnvesteerd wordt in de publieke sector en de mensen die er werken, is er binnenkort geen blauw meer te zien op straat en loopt het lerarentekort nog verder op”.

Werkdruk, bezuinigingen, gebrek aan waardering

De cao-onderhandelingen in de publieke sector die zijn afgebroken, moeizaam verlopen of waarbij de werkgever zich maar voor een jaar wil committeren, zijn niet meer te tellen.
Marco Ouwehand, secretaris van de Algemene Centrale Overheidspersoneel ACOP FNV: “De werkgever, onze overheid, zingt in de media de lofzang over de fantastische inzet van de mensen in de publieke sector tijdens de coronacrisis. Maar als het gaat om het omzetten van die waardering in een fatsoenlijke loonsverhoging of verlaging van de werkdruk, geeft die niet thuis. Blijkbaar heeft de werkgever bezuinigingen hoger op de agenda staan dan het welzijn van haar medewerkers”.

Campagne #steunpubliekesectornu

Met de campagne #steunpubliekesectornu vragen de gezamenlijke bonden sinds februari 2021 op verschillende manieren aandacht voor de onderwaardering van de mensen in de publieke sector. Zo waren er laserprojecties op overheidsgebouwen en universiteiten, kregen verschillende bestuurders en politici een manifest aangeboden en was er op 19 mei een manifestatie op het Malieveld in Den Haag.

Manifest Werken voor publieke taken aantrekkelijk maken én houden: www.fnv.nl/getmedia/2f65fb6a-9ad9-4e5b-b008-51ea9677c6e5/Manifest-Werken-voor-publieke-taken-aantrekkelijk-maken-en-houden.pdf

Manifestatie op Malieveld: een noodkreet voor steun aan publieke sector, door Yvette de Vries, FNV, 17 mei 2021: www.fnv.nl

Medewerkers Publieke Sector overhandigen witboek over werkdruk aan Tweede Kamer, door Yvette de Vries. FNV, 17 juni 2021: www.fnv.nl

U  P  D  A  T  E

Dinsdag 22 juni 2021 om 13.00 uur is het Witboek ‘Steun publieke sector nu’ over de problemen en oplossingen van medewerkers in de publieke sector aangeboden aan Tweede Kamerleden en demissionair minister-president Mark Rutte op het Hofplein in Den Haag, naast het gebouw van de Tweede Kamer. Het rapport is overhandigd door kaderleden, werkzaam in de publieke sector en de FNV-vakbonden voor overheid, onderwijs (AOb), politie (NPB) en militairen (AFMP) EN het Ambtenarencentrum (AC).
In het rapport staan de verhalen van zeven mensen over hoge werkdruk en onderwaardering. De verhalen worden aangevuld met cijfers en oplossingen.

Uit het Voorwoord, door J. Hoffer, voorzitter Algemene Centrale voor Overheidspersoneel FNV en J. Debie, voorzitter Ambtenarencentrum, namens de vakbonden van Politie, Defensie, Onderwijs en ambtenaren werkzaam bij Rijk, Gemeenten, Provincies, Rechterlijke Macht, Universitaire Medische Centra en Waterschappen.

“Bijna 1 miljoen mensen werken in de publieke sector voor Nederland. Hun werk is essentieel, ook zonder coronacrisis. De regering steunt op hen om Nederland draaiend te houden. Maar de regering als de grootste werkgever van ons land, geeft er niets voor terug: de cao-onderhandelingen voor de een miljoenen mensen werkzaam in het onderwijs, bij defensie, op ministeries, gemeentehuizen, bij provincies, de rechterlijke macht en de universitair medische centra zijn door kabinet afgebroken, lopen erg moeizaam of er zijn karige tussen-cao’s afgesproken, zoals onlangs bij politie.
Het kabinet als werkgever heeft voor deze mensen geen loonstijging over en ook komt er niet extra (structureel) geld om de werkdruk te verminderen en te zorgen voor goede ondersteunende voorzieningen. De formatie van een
nieuw kabinet is het moment om het roer om te gooien en die miljoen essentiële werkers te geven wat ze nodig hebben, en verdienen.

Wij zien in alle overheidssectoren dat het piept en kraakt bij de uitvoering van de publieke taken. Het gaat niet goed. Het onderwijs kent door tekort aan bevoegde leraren met 27% het hoogste percentage burn-out klachten, terwijl dat landelijke 17% is (Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2019), politie en defensie hebben te weinig personeel voor de veiligheidstaken, gemeenten hebben vacaturestops ingesteld om financiële tekorten op te vangen die ontstaan zijn door de centralisatie van de jeugdzorg, bij de publieke omroep zijn het flexcontracten wat de klok slaat en het lukt uitvoerende Rijksdiensten als het gevangeniswezen steeds moeilijker om de dienstroosters in te vullen door de continue ondercapaciteit. Daar komt nog bij, dat de menselijke maat ver te zoeken is: politieke regelgeving en strakke centrale richtlijnen geven medewerkers niet het gevoel dat zij medezeggenschap hebben bij de uitvoering van hun dagelijkse werkzaamheden of dat er vertrouwen is in hun vakmanschap en professionaliteit. De verhalen en de cijfers in dit witboek liegen er niet om.

Nederland verkeert al meer dan een jaar in crisis. Wat ons land nu nodig heeft, is voldoende overheidspersoneel, dat goed opgeleid is en de beschikking heeft over goede ondersteunende middelen (ICT, oefenmateriaal). Er komen grote maatschappelijke en economische opgaven op ons af. Niet alleen om uit de crisis te komen, maar ook voor het uitvoeren van de digitale innovatie, energietransitie en inclusieve arbeidsmarkt. Alleen medewerkers die een fatsoenlijk loon krijgen, een vast contract hebben en goede arbeidsvoorwaarden, medewerkers waarbij werk en privé in balans is, alleen die medewerkers kunnen de uitvoering van de publieke taken aan.
Als we daar niet voor kunnen zorgen, dan blijven overheidsmedewerkers overstappen naar andere, niet overheidssectoren, omdat ze daar meer betaald krijgen. Wij zien dat al bij defensie, bij technisch en ICT-personeel. De uitvoering van de cruciale, publieke taken komt zo in het geding. Wij roepen de formerende partijen dringend op om het roer om te gooien en nu daadwerkelijk te gaan investeren in een sterke overheid: in het belang van de medewerkers en in het belang van Nederland: steun de publieke sector nu!”

Downloaden Witboek over de problemen en oplossingen van de medewerkers in de publieke sector, ACOP FNV, juni 2021: https://beroepseer.nl/wp-content/uploads/2021/06/witboek_publieke_sector.pdf

Structurele onderwaardering van ambtenaren’, door Wouter Boonstra, Binnenlands Bestuur, 22 juni 2021: www.binnenlandsbestuur.nl/

 

Foto bovenaan: Laserprojectie Steun publieke sector nu: www.youtube.com/

Enquête voor zorgverleners naar belangrijke voorwaarden voor leveren goede zorg

Als voorstander van het behoud van pluriformiteit en keuzevrijheid pleit de beroepsvereniging voor zorgverleners VvAA voor een zorglandschap waarin zorgverleners zich kunnen organiseren in die werkvorm die bij hen past: klein- of grootschalig, wel of niet gecontracteerd en waarin de patiënt zélf kan blijven kiezen waar en door wie hij behandeld wil worden.

Brede verkenning

Vanuit deze visie en naar aanleiding van signalen van leden is de VvAA samen met Stichting Beroepseer in mei 2021 een brede verkenning gestart om de effecten van het gewijzigde evenwicht in het zorglandschap en de invloed hiervan op de dagelijkse praktijk in kaart te brengen.

Uit het eerste deel van het onderzoek – de online gesprekssessies met zorgverleners – is gebleken op welke wijze continuïteit van zorg van invloed is op de kwaliteit van zorg, wat zorgverleners verstaan onder vakmanschap en hoe zij aankijken tegen het belang van vertrouwen. Deze bevindingen vormen de basis voor de enquête waarin zorgverleners kunnen aangeven welke voorwaarden zij belangrijk vinden voor het leveren van goede zorg.

Resultaten brede verkenning

Op basis van de onderzoeksresultaten bereiden we na de zomer vervolgacties voor waarmee we het maatschappelijk en politiek debat faciliteren over het belang van een zorglandschap waar zowel zorgverleners en patiënten een keuze hebben en waarmee we zorgverleners met stem en steun bijstaan in huidige ontwikkelingen.

Bent u werkzaam als medisch specialist, tandarts, mondhygiënist, huisarts, psycholoog, psychotherapeut, fysiotherapeut, apotheker, verpleegkundige, verloskundige, of (H)AIOS of ANIOS? En wilt u uw ervaringen delen? Vul dan de enquête in!

Ga naar VvAA vervolgt brede verkenning naar gevolgen gewijzigd evenwicht zorglandschap: https://www.vvaa.nl/voor-leden/nieuws/enquete-wijzigend-evenwicht-in-zorglandschap

VvAA en Stichting Beroepseer starten onderzoek naar invloed gewijzigd evenwicht in zorglandschap op dagelijkse praktijk zorgverleners, door Corné van der Meulen, Beroepseer, 26 maart 2021: https://beroepseer.nl-zorgverleners

Lancering essaybundel ‘Lijdelijk toezien’? over onafhankelijk publiek toezicht

In een vrije staat dient iedereen die in het bezit kan worden geacht van een vrije wil, zichzelf te besturen. De wetgevende macht zou dan ook bij het volk in zijn geheel moeten berusten. Maar aangezien zoiets in de grote staten een onmogelijkheid is en ook in kleine staten op veel bezwaren stuit, dient het volk vertegenwoordigers aan te stellen die alles moeten doen wat het volk zelf niet kan.
Op 16 juni 2021 werd de nieuwste essaybundel van het Montesquieu Instituut Lijdelijk toezien? Onafhankelijk toezicht in de democratische rechtsstaat gelanceerd in Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag. De bundel bevat essays van vijf wetenschappers, een voorwoord van Jan Schinkelshoek en een slotbeschouwing van de redacteuren. De bundel gaat in op verschillende soorten toezichthouders met de bijbehorende bevoegdheden en bevat beschouwingen op onafhankelijk publiek toezicht van zowel (rijks)inspecties als markttoezichthouders.

6 x blij

Bij het in ontvangst nemen van het eerste exemplaar zei voorzitter Jan van den Bos van de Inspectieraad wel zes redenen te hebben om blij te zijn met de bundel. Zo benadrukt het boek dat goed toezicht om veel meer gaat dan om de positie ervan; wordt in de bundel erkend dat de opgave van toezicht een grote is; en weerspiegelt de diversiteit van de essays het feit dat de wereld van toezicht niet zwart-wit is en er dus ook geen zwart-wit oplossingen zijn.

Debat

Vervolgens gingen twee wetenschappers en twee inspecteurs-generaal met elkaar in debat onder leiding van moderator Jan Schinkelshoek: Caelesta Braun, hoogleraar Bestuurskunde en tevens redacteur van de bundel; Henk Den Uijl, onderzoeker bij de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB); Henk Korvinus van de Inspectie Justitie en Veiligheid en Theodor Kockelkoren van Staatstoezicht op de Mijnen.

Niet té onafhankelijk

Den Uijl stelde dat inspecties naast nalevingstoezicht een bredere rol hebben, zij dienen de vrijheden van burgers en andere publieke belangen te beschermen. Dat vraagt om onafhankelijkheid in de zin van distantie ten opzichte van zowel de samenleving als de politiek. Maar hij moet ook weer niet té onafhankelijk zijn omdat dan het risico kan ontstaan dat de toezichthouder inhoudelijke opvattingen gaat kweken over beleid en toezicht politiek gaat opereren.

Te veel losse initiatieven

Braun plaatste kanttekeningen bij de huidige trend om allerlei initiatieven te nemen om de samenwerking met maatschappelijke organisaties en burgers vorm te geven om daarmee tot responsiever en effectiever toezicht te komen en het publieke belang te waarborgen. Ze vindt die initiatieven mooi, maar vaak nog te willekeurig en te veel los staan van het besluitvormingsproces binnen de inspecties om echt het gewenste effect te hebben.

Bewaker van het publieke belang

Kockelkoren ging in zijn bijdrage in op het publieke belang en dan vooral het belang van burgers. Handhaving is wat hem betreft een middel om dat publieke belang te borgen. En als toezichthouders zien dat regels averechts uitwerken, dan moeten die dat helder en krachtig laten weten aan de minister en Tweede Kamer.

Plussen en minnen

Korvinus had in de bundel graag nog wat meer expliciete aandacht gezien voor de kwaliteit van toezicht en de verantwoording daarover. Ook miste hij een doorwrochte vergelijking van de plussen en minnen van de twee vormen van governance die genoemd worden: inspecties als Zelfstandig Bestuursorgaan of inspecties als onderdeel van het ministerie. Braun gaf aan dat dit onderwerp kan zijn van vervolgonderzoek.

Vragen van kijkers

De lancering was voor publiek te volgen via een livestream. Kijkers stelden via de chat behoorlijk wat vragen. Wat is de invloed van internationalisering op toezicht? Wie bewaakt de bewakers van het publieke belang? Streng straffen of juist inzetten op preventie? Waarom zouden rijksinspecties onderdeel van het ministerie moeten zijn terwijl dit voor de markttoezichthouders niet geldt? Benieuwd naar de antwoorden? Zie hieronder het videoverslag:

Lijdelijk toezien? is verschenen bij Boom Uitgevers Den Haag: https://www.boomdenhaag.nl/webshop/lijdelijk-toezien

Lancering essaybundel ‘Lijdelijk toezien’? van Montesquieu Instituut, Rijksinspecties, 17 juni 2012: www.rijksinspecties.nl

Inhoudsopgave van de bundel alsmede meer info is te vinden op site van Montesquieu Instituut: www.montesquieu-instituut.nl/id/vljafqhwfvy8/bundel_18_lijdelijk_toezien#p1

Enquête naar academische zelfcensuur en vrijheid en veiligheid van onderzoekers

Pogingen binnen de wetenschap om via inclusief taalgebruik een veilig en inclusief klimaat voor de uitwisseling van gedachten te creëren, hebben het tegenovergestelde effect, aldus Ewald Engelen. In een interview met nieuwssite voor hoger onderwijs Science Guide legt de financieel geograaf en columnist uit dat we te maken hebben met een doorgeschoten focus op inclusieve taal van de academie en de zogenaamde ‘cancelcultuur’.

Welke relatie ziet hij met een verarming van het publieke debat, en hoe moet het worden tegengegaan?

Werken aan ons incasseringsvermogen

Engelen:
“De academische vrijheid staat onder druk. Niet alleen vanwege wokeness, oftewel de taalpolitie die in de gaten houdt of je wel de juiste modieuze termen gebruikt bij het aanduiden van kwetsbare groepen. Het staat ook onder druk vanwege rechts-conservatieve bewegingen, die vinden dat links-progresieve wetenschappers geen politieke uitspraken mogen doe en terug in hun ivoren toren moeten. Beiden zijn verschijnselen van hetzelfde fenomeen: in het publieke debat lijken we steeds langere tenen en overgevoeligheid voor kleine kwetsuren te krijgen.
Wat je in een weerbare democratie eigenlijk zou willen, is dat iedereen zich veilig genoeg voelt om zonder een teveel aan gevoeligheid andere opvattingen te kunnen aanhoren en incasseren. We moeten dus werken aan ons incasseringsvermogen, maar dat doen we nou juist niet. We zoeken veiligheid in het vinden van de correcte bewoordingen en het vermijden van onwelvoeglijke uitspraken en sluiten ons op in onze eigen, veilige bubble. Dat is de dood in de pot voor een levendig publiek debat”.

Engelen stoort zich ook aan de manier waarop burgers reageren op uitspraken van wetenschappers.. Van collega’s hoort hij vaak dat mensen de universiteit benaderen om te klagen over iemands uitspraken en te pleiten voor totalitaire maatregelen zoals iemands ontslag: “Dat is van een kinderachtigheid waar ik met mijn hoofd niet bij kan. Mijn werkgever, de Universiteit van Amsterdam, doet daar verder niet zoveel mee, maar het is een teken aan de wand dat de vrijheid van meningsuiting, en daarmee ook de academische vrijheid, onder vuur ligt”.

Lees het hele interview met Ewald Engelen: Zowel links als rechts verantwoordelijk voor academische zelfcensuur, Science Guide, 16 juni 2021: https://www.scienceguide.nl/2021/06/zowel-links-als-rechts-verantwoordelijk-voor-academische-zelfcensuur/

Enquête Vrijheid en veiligheid van wetenschappers

Science Guide is begonnen met een onderzoek naar de vrijheid en veiligheid van wetenschappers en nodigt onderzoekers uit die werkzaam zijn aan Nederlandse universiteiten, hogescholen of onderzoeksinstituten, mee te doen en een vragenlijst in te vullen.

Onderwerp is de de vrijheid en veiligheid die nodig is om je als onderzoeker zonder angst in het publieke debat te kunnen uitspreken. Wat Science Guide wil weten is hoe onderzoekers die vrijheid en veiligheid zowel binnen en buiten hun instelling ervaren, en hoe zij met die ervaringen omgaan.

Het beantwoorden van de vragen duurt tussen de tien en vijftien minuten.

Gegevens worden volledig anoniem verwerkt.

Ga voor de vragenlijst en meer info over deelname naar: https://nl.surveymonkey.com/r/onderzoekscienceguide (niet meer actief)

Oratie Herman Paul: Kritisch denken? Of liever genereus denken?

De oratie van Herman Paul op 28 juni 2021 gaat over heden, verleden en toekomst van kritisch denken. Paul is hoogleraar Geschiedenis van de Geesteswetenschappen aan de Universiteit van Leiden. Stel, zegt Paul, dat ik een studie zou doen naar kritisch denken in de geesteswetenschappen. Dat zou allereerst een fantastische invalshoek zijn voor een geschiedschrijving die disciplinaire grenzen overschrijdt. Want in alle disciplines van de humaniora hebben wetenschappers al eeuwenlang ideeën over wat kritisch denken inhoudt. Tekstkritiek, literaire kritiek, kritiek van smaak, logische kritiek en Immanuel Kants Kritik der reinen Vernunft – ‘ze buitelden over elkaar heen’, aldus Paul.

Vaardigheden, deugden en attitudes

Wat voegt zo’n historische studie toe aan hedendaagse discussies over kritiek? Paul betoogt dat kritisch denken vandaag de dag een kwestie van skills lijkt te zijn. Zijn historische analyse wijst echter uit dat ‘vaardigheden’ een veel te beperkte categorie is. Kritisch denken, laat Paul met voorbeelden zien, is ook een deugd. En het gaat tevens gepaard met attitudes, zoals distantiëring van dogmatisme of identificatie met een democratische of marxistische agenda.

Met een analyse van de ‘critical thinking movement’ in de Verenigde Staten, betoogt Paul dat kritisch denken daarom niet enkel draait om skills, maar, veel breder, om de ontwikkeling van een ‘zelf’ – om het worden van een critical person. De Franse filosoof Michel Foucault zou zeggen: kritisch denken vergt ‘werk van het zelf aan het zelf’.

Vinkje op cv

Eén vraag is dan: hoe verhoudt dit kritische zelf zich tot andere zelven? In hoeverre gaat het samen met een entrepreneurial self, dat het product ‘ik’ succesvol op de markt wil brengen, of met een neoliberal self, dat geen boodschap heeft aan rechtvaardigheid of solidariteit? Onderzoek in Singapore wijst uit dat een cursus kritisch denken soms niet meer is dan een vinkje op het cv van studenten die hun concurrentiepositie op de arbeidsmarkt willen verbeteren. In de praktijk is kritisch denken niet altijd zo democratisch of antikapitalistisch als geesteswetenschappers graag geloven.

Postcritique

Nog spannender is de vraag: hoeveel toekomst heeft kritisch denken? Paul wijst op de denker Rita Felski en haar critici in het debat over ‘postcritique’. Sommigen zeggen dat kritisch denken nooit opgegeven mag worden, bijvoorbeeld in de strijd tegen neoliberalisme. Anderen brengen daartegen in dat marxistische en antikoloniale kritiek in de Global South hoegenaamd geen verschil hebben gemaakt in de levens van mensen. Terwijl kritisch denken berust op de hoop dat de wereld een betere plek zou worden. Maar deze hoop heeft plaatsgemaakt voor gelatenheid of zelfs teleurstelling: kritisch denken blijkt niet in staat een groot verschil te maken.

Niet meer bovenaan

Paul is het daarom eens met de Franse filosoof, antropoloog en socioloog Bruno Latour, volgens wie kritisch denken anno 2021 niet meer bovenaan de prioriteitenlijst hoeft te staan. Onze wereld in crisis heeft niets zo hard nodig als zorg voor wat waar is en aandacht voor wat menselijk samenleven duurzaam mogelijk maakt. Dit vergt niet allereerst kritische afstand, maar ‘kritische nabijheid’. Paul pleit daarom voor ‘genereus denken’, waarin kritiek haar legitieme plek heeft, maar waarin studenten ook leren wat toewijding en aandacht voor, en betrokkenheid bij het publieke belang betekenen.

Kritisch denken? Of liever genereus denken? Universiteit Leiden, 14 juni 2021: www.universiteitleiden.nl/nieuws/2021/06/kritisch-denken-of-liever-genereus-denken

Oratie Herman Paul

Oratie Kritisch denken: over het ethos van de geesteswetenschappen, door Herman Paul op maandag 28 juni 2021 om 16.00 uur in Academiegebouw te Leiden. www.universiteitleiden.nl/medewerkers/herman-paul#tab-1

 

Foto bovenaan is van Michal Jarmoluk

Uitnodiging voor webinar ‘Het recht op ambtelijk vakmanschap – Hoe nu verder na de Toeslagenaffaire?’

U i t n o d i g i n g

De Centrale voor Middelbare en Hogere Functionarissen (CMHF) en Stichting Beroepseer nodigen u uit voor een interactief webinar over

Het recht op ambtelijk vakmanschap.
   Hoe nu verder na de Toeslagenaffaire?

Datum Woensdag 30 juni 2021
Tijd 10.00 – 12.00 uur. Digitale inloop vanaf 9.50 uur
Medium ZOOM

De Toeslagenaffaire heeft honderden burgers enorme schade berokkend. Het heeft ook voor een schokgolf gezorgd binnen de overheid: Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Wat kunnen we ervan leren? Hoe zorgen we ervoor dat ‘dergelijke problemen nooit meer gebeuren?’, zoals het demissionaire kabinet het verwoordde in haar reactie op het POK-rapport.

Op 23 april 2021 publiceerden Thijs Jansen en Hans Wilmink het artikel ‘Het toeslagenschandaal: Wat is er loos met de ethiek van de ambtenaar*) op het onderzoeksplatform Follow the Money. Hierin reflecteren ze op de vraag: ‘Wat ging er mis met het ethisch besef van de ambtenaren?’ Ze constateren dat de positie van ambtenaren de afgelopen decennia structureel is uitgehold.

De Toeslagenaffaire heeft bij het demissionaire kabinet en de topambtenaren gezorgd voor een sense of urgency om de gezagspositie van ambtenaren te verhelderen en te verbeteren. Het demissionaire kabinet heeft inmiddels daarover interessante plannen gepubliceerd, waarvan een deel ook al in uitvoering is.

In dit interactieve webinar wisselen Jansen & Wilmink graag met u van gedachten over hun analyse, de plannen van het demissionaire kabinet en de vraag of deze laatste voldoende zijn voor de duurzame verankering van een steviger recht op ambtelijk vakmanschap.

*) Het toeslagenschandaal: Wat is er loos met de ethiek van de ambtenaar:https://www.ftm.nl

Thijs Jansen is directeur van Stichting Beroepseer en sinds 2019 verbonden aan het Centrum Èthos van de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij schreef diverse publicaties over (overheids)gezag, ambtelijk vakmanschap en professionaliteit. Met Gabriël van den Brink was hij de auteur van het essay Ambtelijk vakmanschap en moreel gezag (2016): https://beroepseer.nl

Hans Wilmink, socioloog en oud-ambtenaar, is actief voor Stichting Beroepseer. Hij bekleedde diverse functies, o.a. bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, waar hij in 2013 met pensioen ging. Hij schrijft regelmatig blogs over ambtelijk vakmanschap en rechtsstatelijkheid voor o.m. Platform Overheid, Follow the money en op de site van Stichting Beroepseer. In april 2020 verscheen zijn essay: Voorbij boos en achteloos. Rechtsstatelijk besef als kompas voor overheid en burger: https://beroepseer.nl

Voor wie
Deze bijeenkomst is bedoeld voor ambtenaren (Rijk, provincie, waterschappen, gemeenten), bestuurders, volksvertegenwoordigers en andere geïnteresseerden.

Aanmelden
Deelname aan deze bijeenkomst is kosteloos.
U kunt zich aanmelden bij Anja van Kleffens per e-mail: A.vanKleffens@cmhf.nl

Omslag van essay van Hans Wilmink, Voorbij boos en achteloos

Beroepseer-essay: Voorbij boos en achteloos,
door Hans Wilmink, april 2020
https://beroepseer.vrijeboeken.com

Beroepseer-essay: Ambtelijk vakmanschap en moreel gezag, door Gabriël van den Brink en Thijs Jansen, 2016
https://beroepseer.vrijeboeken.com

Overheid behoort de legitimiteit van sturen met data te waarborgen en burgers te behoeden voor risico’s van data­sturing

In het advies Sturen of gestuurd worden? wijst de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) volksvertegenwoordigers en bestuurders, maar ook de ambtenaren die hen ondersteunen, op de dringende noodzaak om de legitimiteit van sturen met data te waarborgen. Hoewel datasturing vele kansen biedt, kan dat volgens de Raad pas succesvol zijn als de sturing niet alleen effectief en efficiënt is, maar ook legitiem. Dat wil zeggen dat:

  • partijen die sturen met data democratisch kunnen worden gecontroleerd;
  • machtsmisbruik en corruptie van deze partijen kan worden tegengegaan; en
  • het leervermogen van het openbaar bestuur kan worden versterkt.

Het openbaar bestuur heeft een achterstand in te halen

In het Voorwoord van het rapport schrijven voorzitter Han Polman en secretaris-directeur Rien Fraanje van ROB:

Het heeft lang geduurd voordat de overheid in de gaten kreeg dat digitalisering niet een autonome ontwikkeling is waar zij zich niet mee bezig hoeft te houden, maar juist een ontwikkeling is van disruptieve proporties die om een weloverwogen begeleiding en politieke inkadering vragen. Nu dat besef is ingedaald moeten politiek en bestuur van ver komen. De ontwikkelingen gaan snel en het openbaar bestuur heeft een achterstand in te halen. Dat maakt het extra urgent dat de overheid richting gaat geven.

Die urgentie spreekt ook uit dit advies. Digitalisering heeft de mogelijkheden om met data te sturen enorm uitgebreid en versneld. Dat levert tal van kansen op, ook voor de overheid. Tegelijk zijn daaraan grote risico’s en ethische vragen verbonden. In dit rapport – dat hij op eigen initiatief heeft opgesteld – waarschuwt de Raad voor Big Data, Big Nudging en Big Brother. De eerste verwijst naar de technologieën die het mogelijk maken om op grote schaal data te verzamelen, te analyseren en toe te passen. Met Big Nudging bedoelt de Raad de ontwikkeling van psychologische beïnvloedingstechnieken in combinatie met Big Data. En met Big Brother wijst hij op de opkomst van machtige spelers in de samenleving die burgers nauwlettend in de gaten houden.

Om te kunnen profiteren van de kansen die sturen met data biedt, moet de overheid ook oog hebben voor de big risks die hiermee gepaard gaan. De Raad betoogt in dit advies dat de overheid de legitimiteit van sturen met data moet borgen door heel goed de publieke verantwoording te organiseren. Daarvoor is het nodig de aandacht te verleggen van de effectiviteit en efficiëntie naar de legitimiteit van sturen met data. Heel concreet betekent dat dat het in het publieke debat niet moet gaan om het verzamelen van data over burgers maar om het verzamelen van data over partijen die sturen met data. Niet de motieven en overwegingen van burgers moeten centraal staan, maar de motieven en overwegingen van partijen die sturen met data. En de focus moet worden verlegd van burgers die worden gestuurd met data naar burgers behoeden voor risico’s van data­sturing en ze het beleid laten mee – en bijsturen.

Inhoud Hoofdstuk 4: Een hoopvol perspectief op de legitimiteit van sturen met data

1. Hoofdconclusie: Het openbaar bestuur kan de legitimiteit van sturen met data waarborgen door publieke verantwoording hierover beter te organiseren.
2. Strategie 1: Versterk de kennispositie van bestuurders, volksvertegenwoordigers, ambtenaren en burgers.
3 Strategie 2: Vertaal publieke waarden naar een samenhangend beleid voor de inzet van data-technologie.
4. Strategie 3: Benut huidige verantwoordingsstructuren beter, pas deze zo nodig aan of creëer nieuwe structuren.
5. Slot: Laveer tussen hype en horror met hoop

Downloaden adviesrapport Sturen of gestuurd worden – Over de legitimiteit van sturen met data, Raad van het Openbaar Bestuurd, mei 2021: https://www.raadopenbaarbestuur.nl/documenten/publicaties/2021/05/25/advies-sturen-of-gestuurd-worden

Debat

De ROB neemt deel aan een debat in centrum De Balie in Amsterdam op vrijdag 29 juni 2021: Voorkom een tweede toeslagenaffaire. Overheidsdiscriminatie op basis van data: onkunde, onwil of allebei? Meer info bij De Balie: https://debalie.nl/programma/voorkom-een-tweede-toeslagenaffaire-29-06-2021/

 

Door associaties kunnen gewone mensen weer deelnemen aan besluitvorming

Hoe gewone mensen weer meer macht kunnen krijgen vertelt Bas van Bavel in maandblad Vrij Nederland in een interview met Dave Schut. Van Bavel is hoogleraar economische en sociale geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht en publiceerde in 2018 De onzichtbare hand, waarin hij de opkomst en neergang van markteconomieën beschrijft. Het idee dat wij onze economie veel beter hebben ingericht dan bijvoorbeeld Irak in de negende eeuw of de Italiaanse stadstaten in de zestiende eeuw, is volgens Van Bavel onjuist. “Wij denken dat de markteconomie iets nieuws is. Onze economie genereert groei, die groei levert welvaart op en dat proces is nu veel sterker dan vroeger, is de gedachte. Maar dat is niet zo. De markteconomie is er ook in eerdere periodes geweest. En die ontwikkelde zich steeds op dezelfde manier: aanvankelijk positief, maar uiteindelijk leidde ze tot stagnatie, ongelijkheid en afnemende vrijheid”.

De coronacrisis maakt de kloof tussen arm en rijk alleen nog maar groter, concludeerde Oxfam Novib eerder dit jaar. Voor Van Bavel is dat geen verrassing:  “Mensen dachten dat we corona goed konden gebruiken. We begonnen weer op nul, was het idee. Maar rampen op zichzelf zijn echt geen gamechangers”.

We zien nu in de praktijk iets anders

We hebben het in veel opzichten beter dan duizend jaar geleden. Maar, zegt Van Bavel, “technologie is bijvoorbeeld cumulatief, daar bouw je op voort. En deze ontwikkeling heeft bijgedragen aan wat wij ervaren als lineaire vooruitgang. Maar de mate waarin een samenleving erin slaagt om die technologische vooruitgang om te zetten in brede welvaart, die wisselt. Dat zit in de manier waarop economie en samenleving zijn ingericht, en die inrichting vertoont géén doorgaande lijn.
Wij zijn ervan overtuigd dat bedrijven in competitieve markten door concurrentie worden gedwongen om te blijven investeren in de reële economie, dus in een nieuwe fabriek of een nieuwe machine. Die investeringen leiden tot productiviteitsgroei, oftewel economische groei, en die economische groei vertaalt zich in welvaartsgroei. Maar we zien nu in de praktijk iets anders. Het gedeelte van de winsten van bedrijven dat wordt geherinvesteerd in de reële economie is in Nederland op dit moment minder dan 20 procent – het laagste percentage sinds de Tweede Wereldoorlog.

Met investeringen in de reële economie kun je misschien 3 tot 5 procent winst per jaar behalen, in veel gevallen nog minder. Maar als je dat geld belegt in financiële markten, zoals een hedgefund of vastgoed, of als je er eigen aandelen mee inkoopt, dan kom je makkelijk tot 9 of 10 procent. En als je erin slaagt om een deel van de markt te beheersen, dus wanneer je een monopoliepositie hebt, krijg je nog hogere marges. Die opties zijn dus allemaal veel aantrekkelijker dan investeren in de reële economie. Iemand die een vermogen heeft opgebouwd, mag zelf bepalen hoe hij dat investeert. Dus dat de eigenaar van Facebook of Amazon kiest voor een hogere winst – daar is niks illegaals aan, niks immoreels. Dat is gewoon een logische keuze”.

Associaties: vrijwillige aaneensluiting

Aan het slot van het interview gaat Van Bavel in op associaties: “We hebben in onze gedachten altijd een soort tegenstelling: markt en staat. Dat zijn de enige twee systemen waarin we nog kunnen denken. Maar er is nog een derde, en dat is het associatieve systeem, gebouwd op vrijwillige aaneensluiting. Dan moet je denken aan politieke partijen, vakbewegingen, verenigingen, coöperaties. Zo’n associatie organiseert zich in een formele organisatie, met eigen regels, statuten en doelstellingen. Het mooie is dat die organisaties zelf ook speler kunnen worden in het toewijzen van grond, arbeid en kapitaal. Je kunt die factoren verdelen via de markt, door competitie, via de staat, door sturing, maar dus ook via het associatieve systeem. Wanneer een associatie via de eigen spelregels de vruchten ervan verdeelt, dan haal je het uit die twee andere systemen en geef je het terug aan je eigen leden. Dit klinkt misschien heel utopisch of vreemd, maar er zijn heel simpele voorbeelden te noemen”.

Voorbeelden die Van Bavel noemt zijn onder meer de Duitse topvoetbalclubs en de woningbouwverenigingen van vroeger.

Lees het hele interview: Associaties kunnen gewone mensen meer macht geven door Dave Schut, Vrij Nederland no 5, 2021 jaargang 82. Online verschenen onder de titel Zo kunnen gewone mensen weer meer macht krijgen, 7 juni 2021:  www.vn.nl/associaties-bas-van-bavel/