Skip to main content

Redactie Beroepseer

Gids en podcastserie bij ‘Onzekere zaken’: Een open blik cultiveren en niet bang zijn voor een onzekere toekomst

Accepteren van onzekerheid, of die zelfs opzoeken, is niet iets dat ons makkelijk afgaat. Zeker niet bij het openbaar bestuur. Daar bestaat over het algemeen juist grote behoefte aan controle en rust.
Met het boek Onzekere zaken kunnen we leren omgaan met een specifiek soort onzekerheid. Niet de persoonlijke onzekerheid over bijvoorbeeld je eigen kunnen, maar de onzekere omgeving, de onbekende toekomst, de verrassing. Deze gids vertelt niet wat de toekomst brengen gaat, want dat weten we niet,  maar helpt wel bij het navigeren door een onbekende toekomst. Onzekere zaken is een gids met praktische raad die houvast biedt in veranderende omstandigheden.

Het eerste essay gaat over innovatiewetenschap en de betekenis van onzekerheid voor publieke professionals. Daarna volgt een verzameling van manieren van omgaan met een onzekere toekomst en een reflectie van wetenschappers, kunstenaars en ontwerpers. De gids stimuleert zelf  aan de slag te gaan en zelf na te denken over de eigen werkzaamheden, met al zijn grillen en onverwachte wendingen. Zowel individueel als in teamverband.

Podcastserie

Naast de gids is er de Podcastserie Onzekere zaken waarin het onderwerp onzekerheidsvaardigheden centraal staat. Onzekerheid over de toekomst zal er altijd zijn, de vraag is hoe we daarmee omgaan en hoe we onzekerheidsvaardig kunnen worden. De podcastserie bereidt professionals niet voor op dé toekomst, maar op meerdere toekomstvormen. Het is nu eenmaal zo dat als je aanvaardt dat de toekomst onzeker is, je beter in staat bent deze vorm te geven.

Onderwerpen podcastserie

Aflevering 1: De verhalen die we onszelf vertellen
Aflevering 2: Taal creëert de werkelijkheid
Aflevering 3: Democratie is niet voor bange mensen
Aflevering 4: Over de hele grote veranderingen
Aflevering 5: Zwarte zwanen en hoe we ermee omgaan
Aflevering 6: Het gesprek over het juiste
Aflevering 7: De maakbare samenleving

Gids en podcastserie zijn een initiatief van kennisinstituut BrabantKennis van de provincie Noord-Brabant, Fontys hogescholen en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
De gids is geschreven door Jos van den Broek, Tessa Cramer, Piera Fehres, Thomas Hogeling, Harm de Jong, Timo Nijssen, Tessa Petrusa, Merlijn Twaalfhoven. Het voorwoord is geschreven door componist Merlijn van Twaalfhoven en futurist Tessa Cramer. Ze schrijven:

“In deze gids leer je kijken naar de wereld vanuit het perspectief van kunstenaars, ontwerpers en toekomstdenkers. Met een frisse, onbevangen blik, ruimte voor onderzoek, het stellen van nieuwe vragen en een heleboel verbeeldingskracht kunnen we de toekomst aanraakbaar maken. Door verhalen te vertellen, fantasieën de ruimte te geven en te durven dromen, komt er een vraag naar boven die we vaak vergeten te stellen: wat is dat, een goede wereld?
We hoeven niet direct een antwoord te geven. Het antwoord komt in deze gids naar boven als we als archeologen, langzaam en aandachtig stenen en los zand wegborstelen. Een van de conclusies van onze uitgerekte gesprekken was: in elk van ons schuilt een kunstenaar en toekomstdenker. Elk van ons heeft het vermogen om met nieuwe ogen naar oude thema’s te kijken. Daarom cultiveren we die open blik en helpen we je wendbaarheid vergroten, zodat je bij een volgende onverwachte gebeurtenis weet hoe je door het niet-weten kunt navigeren. Dat stelt ons in staat om onverminderd koers te zetten naar een nieuwe horizon, die goede wereld”.

Downloaden gids voor Onzekere zaken, een uitgave van BrabantKennis, Fontys hogescholen en Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, september 2021: https://onzekerezaken.nl/wp-content/uploads/2021/11/Onzekere-Zaken-gids_pdf.pdf

Alle afleveringen van de podcastserie Onzekere zaken zijn te beluisteren op Spotify: https://open.spotify.com/episode/32bdvYRQycnU1W0agtukF6

Luister hieronder naar de eerste aflevering die gaat over verhalen die we onszelf vertellen, waarin presentator Michael Schaap de vraag stelt hoe om te gaan met een onzekere toekomst. Hij gaat te rade bij de wetenschap, de kunst, het bedrijfsleven, de overheid, de journalistiek, de filosofie en alle mengvoren daarvan. Hij gaat in gesprek met Tessa Cramer en Merlijn Twaalfhoven, de geestelijk moeder en vader van Onzekere zaken over de gesprekken die hij heeft gevoerd.
Kernboodschap is: ‘Het leven wordt mooier, als u onzekerheid toelaat in uw leven’. Of: ‘Omarm het ongewisse, ook in uw professionele leven“.

Meer informatie op Onzekere Zaken: https://onzekerezaken.nl

Journalistiek schiet tekort, vindt woordvoerder beroepsvereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden

Journalisten hebben zich in de coronacrisis te veel gericht op gezagsdragers en te weinig en te oppervlakkig aandacht besteed aan mensen die aan het front stonden, stelt Jacek Magala, socioloog en woordvoerder voor de beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V & VN) in zijn bijdrage Hoe de journalistiek haar plicht verzaakt in coronatijd, gepubliceerd op Villamedia, website voor journalistiek.

Magala levert stevige kritiek op de manier waarop journalisten te werk zijn gegaan sinds de uitbraak van COVID-19 en de daarop volgende maanden. Hij had graag gezien dat journalisten meer gesprekken hadden gevoerd met de ‘echte experts’, de verpleegkundigen en verzorgenden in plaats van met de ‘bobo’s’.

Beschrijving van Magala’s waarneming op 27 december 2020:

“RIVM-voorman Jaap van Dissel keek bij de NOS terug op een bewogen 2020. De ongekende golf aan besmettingen en overlijdens in de verpleeghuizen kwam ter sprake. Hoe was die door Van Dissel te verklaren? Door het vanaf de start van de pandemie werken zonder beschermende middelen in de huizen? Nee, hoor, het zou mede aan het opleidingsniveau van de 170.000 verzorgenden liggen dat er zoveel mensen besmet en gestorven waren.
Groot nieuws, toch, als de belangrijkste adviseur van het kabinet zoiets zegt? Integendeel. Pas nadat Nieuwsuurs Milena Holdert erover twitterde en beroepsvereniging V&VN vervolgens kritiek uitte, besloot de NOS alsnog expliciet de aandacht te vestigen op de uitspraak over verzorgenden. De kop van het online artikel? ‘Verzorgenden voelen zich aangevallen door Van Dissel.’
Voelen dus, want blijkbaar spreekt het voor zich, om zo te spreken over de mensen die de zorg draaiende houden. Als praktisch opgeleide ‘handjes’, en zeker niet als hersens. En het was de heilig verklaarde Van Dissel die het zei, dus dan moest het wel kloppen, toch?”

Fixatie

De hele crisis door zijn verzorgenden in de media onzichtbaar gebleven en zijn verpleegkundigen zelden als experts neergezet. Vooral niet op televisie, en al helemaal niet in talkshows en actualiteitenrubrieken. Met als journalistieke keerzijde: een fixatie op gezagsdragers en een neiging hen te bewieroken.
De beste illustratie van dit soort houding was voor Magala een door Tom van Wanrooy gemaakt schilderij, in opdracht van het Algemeen Dagblad: de ‘Coronawacht’, een ‘Nachtwacht’ van de mensen in de zorg: “Op de voorgrond zien we Van Dissel, Rutte, Gommers, Kuipers en De Jonge vol trots op de beste plekken. Onze ‘zorghelden’ hobbelen gezichtloos op de achtergrond, als kleine kinderen die tikkertje spelen. Treffender kun je de beeldvorming rondom verpleegkundigen en verzorgenden niet vatten”.

Magala’s verhaal is eigenlijk ontluisterend: “Het was ontzettend lastig om de puinhoop rondom mondneusmaskers en de daarvoor geldende RIVM-richtlijnen bij journalisten goed voor het voetlicht te brengen. Terwijl heel Nederland anderhalve meter afstand hield en een mondneusmasker moest dragen, was dat in de verpleeghuizen en de wijkverpleging volgens het RIVM niet nodig. Zelfs niet bij bevestigde Covidpatiënten! Wat heet, op basis van ‘persoonlijke observaties’ meende Van Dissel dat zorgmedewerkers ze toch niet correct wisten te gebruiken”…

Het onderwerp kon nauwelijks op aandacht van journalisten rekenen

Journalisten doen er goed aan meer naar verpleegkundigen en verzorgenden te luisteren, adviseert Magala. Daar is journalistiek tenslotte voor: “Zie ze als volwaardig gesprekspartner en niet als een illustratie vanaf de werkvloer bij het verhaal van de bobo in de studio. Noem een verzorgende gewoon een ‘verzorgende’ in plaats van ‘zorgmedewerker’. Dat lijkt me wel zo eerlijk. Of ik moet gemist hebben dat ook artsen tegenwoordig als ‘zorgmedewerker’ worden geïntroduceerd als ze op tv verschijnen”.

Lees het hele essay: Hoe de journalistiek haar plicht verzaakt in coronatijd, door Jacek Magala, Villamedia 29 november 2021: www.villamedia.nl/artikel/hoe-de-journalistiek-haar-plicht-verzaakt-in-coronatijd

De bijdrage van Magala is onderdeel van de essay-serie voor KIM, Forum voor reflectie op journalistiek: www.villamedia.nl/over/KIM+forum%22
KIM: www.kimforum.nl

Tom van Wanrooy schilderde voor ons de Coronawacht: ‘Marion Koopmans, wat een vrouw!’ door Wessel Penning, Algemeen Dagblad 24 december 2020: www.ad.nl/binnenland

 

Gaat de mens er dankzij kunstmatige intelligentie op vooruit? Of juist niet?

“Kunstmatige intelligentie is niet slim, en ook niet kunstmatig”. Wat is het dan wel? “Kunstmatige intelligentie is een wereld van onzichtbare arbeid en verborgen maatschappelijke kosten, maar ook een wereld waarin je de ultieme werkflow kunt ervaren. Welk soort samenleving faciliteren we met klikwerk en wie plukken daar de vruchten van?” Vragen van Siri Beerends waarop ze antwoorden geeft in haar artikel in tijdschrift Vrij Nederland: Hoe klikwerkers AI mogelijk maken.
Siri Beerends is cultuursocioloog en doet promotie-onderzoek naar authenticiteit en kunstmatige (on)intelligentie aan de Universiteit Twente.

Volgens haar laten we ons betoveren door KI1). Maar KI is niet magisch, en al helemaal niet slim en kunstmatig. Het is een goocheltruc.

Beerends: “Als er een award zou bestaan voor woorden die ons op het verkeerde been zetten, dan zou kunstmatige intelligentie een goede kandidaat zijn. Computers zijn uitzonderlijk goed in rekenen en patroonherkenning, maar daarmee bereik je geen intelligentie. Bewustzijn, intentionaliteit, redenerend vermogen, empathie, verbeeldingskracht, zintuiglijke waarneming en intuïtie zijn belangrijke aspecten van intelligentie die computers missen. Daardoor kunnen computersystemen op bovenmenselijke niveau schaken en Go spelen, maar komen ze qua vermogen om intuïtief hun omgeving te begrijpen niet eens in de buurt van een peuter.
Kunstmatige intelligentie is niet alleen niet slim, maar ook nog eens niet kunstmatig. De grondstoffen die nodig zijn om een AI-systeem te bouwen, zijn levensecht, net als de talloze klikwerkers2) die de systemen ontwikkelen, trainen en draaiende moeten houden. Toen Amazon faalde in het bouwen van een AI-systeem dat zelfstandig dubbelingen in productpagina’s moest detecteren, moesten ze mensen inhuren. Hoe geavanceerd hun systeem ook was, voor de last mile bleven ze afhankelijk van verfijnd menselijk ingrijpen, oftewel: intelligentie. Hieruit werd Amazon Mechanical Turk3) geboren: ’s werelds grootste online klikwerkplatform. Bedrijven, universiteiten en ontwikkelaars kunnen er tegen lage tarieven klikwerkers betalen om hun AI-systemen te trainen en draaiende te houden.
Want onze computersystemen worden niet vanzelf competent. Daar zijn klikwerkers voor nodig die informatie checken, labelen of omzetten, bijvoorbeeld van analoog naar digitaal of van impliciet naar expliciet.
Er bestaan zelfs bedrijven die klikwerkers betalen om hen te laten doen alsof ze een AI-systeem zijn. Zo kwam aan het licht dat de digitale assistent van startup x.ai niet zelfstandig agenda’s beheerde, vragen beantwoordde en meetings inplande, maar dat een team van klikwerkers dat deed. Kunstenaar Astra Taylor moemt dit verschijnsel fauxtomation”.

Ethische kanten

Beerends schrijft dat er de laatste jaren meer aandacht is voor de ethische kanten van klikwerk. Ze wijst op het boek Ghost work. How to stop Silicon Valley from building a new global underclass uit 2019, geschreven door antropologe Mary L. Gray en computerwetenschapper Siddharth Suri.

Een van de commentaren op het boek luidt: :
“Als je denkt dat je weet wat er gaande is op het gebied van digitale arbeid, denk dan nog eens na. Dit baanbrekende boek zal het debat over technologie en de toekomst van arbeid zeker opnieuw aanzwengelen. Gebaseerd op uitgebreide etnografie en enquêtes, is Ghost work een must read voor iedereen die zich bekommert om een humane toekomst voor degenen onder ons die moeten werken voor de kost”.

Een ander commentaar:
Ghost work schetst een wereld waarin onzichtbare legers online-arbeiders worden ingehuurd, belast, gecontroleerd, betaald en vaak ontslagen door machines. Zo’n omgeving zou spannende, dystopische science-fiction kunnen opleveren, ware het niet dat Mary Gray en Siddharth Suri het heden beschrijven!”

Sociaal-cultureel verval

In Atlas of AI, power, politics, and the planetary costs of artificial intelligence (2021) laat Kate Crawford zien welke verborgen kosten kunstmatige intelligentie met zich meebrengt. Het boek is, volgens John Thornhill van de Financial Times een waardevolle correctie op de hype die AI momenteel is en een nuttige handleiding voor de toekomst.
Siri Beerends in VN: “Door AI te verpakken als ‘innovatie’ hebben we geen oog voor de ecologische kosten en het sociaal-culturele verval dat gepaard gaat met toenemende automatisering. In plaats van vooruitgang, laat Crawford zien, betekent AI juist een stap terug naar de klassieke arbeidsuitbuiting uit 1890. Ze beschrijft hoe we, verblind door de belofte dat we via klikwerk alle vervelende taken aan computers kunnen uitbesteden, niet merken dat we in dat proces zelf in robots aan het veranderen zijn”.

Technohypnose

Beerends noemt nog een boek dat gaat over automatisering en maatschappelijk-cultureel verval, Nihilism and Technology van de Amerikaan Nolen Gertz, universitair docent toegepaste wijsbegeerte aan Universiteit Twente. In zijn in 2018 verschenen boek richt Gertz zich voornamelijk op het snijvlak van politieke filosofie, existentiële fenomenologie en de filosofie van technologie: “Geautomatiseerde informatiestromen die ons eigen gelijk bevestigen, dating-algoritmen die onze matches maken: het zijn allemaal manieren om zelf minder keuzen te hoeven maken en ongemak, morele verantwoordelijkheid en confrontaties uit de weg te gaan. Volgens Gertz streven we naar een status van verlaagd bewustzijn die ons helpt om aan de ongemakkelijke fysieke realiteit te ontsnappen. Technohypnose noemt hij dat”.

Nihilism and Technology begint met een inleiding in de filosofie van het nihilisme, die uitmondt in het nihilisme van de Duitse filosoof en cultuurcriticus Friedrich Nietzsche (1844 – 1900) als basis van het boek. Gertz beschouwt nihilisme als een manier om aspecten van het dagelijks leven te begrijpen. Zijn boek is een krachtige analyse van hoe de menselijk-technosociale wereld steeds nihilistischer wordt: technologieën, met name informatietechnologieën, zijn onze belangrijkste methode geworden om ons af te leiden van het verlies van betekenis in ons leven, dat volgens Nietzsche het gevolg is van de triomf van het nihilisme.

Kijken naar het leven als een probleem

Bij Gertz gaat het om de manieren waarop onze waarden fungeren als middel tussen ontwerp en gebruik van technologieën. Hij onthult hoe wij verstrengeld zijn geraakt met onze technologieën waardoor er een wereld is ontstaan van technohypnose, datagestuurde activiteiten, pret-economie, kudde-netwerken en klikorgiën. De gevaren van technologie komen niet voort uit existentiële risico’s, maar uit de dagelijkse trend naar de nihilistische relatie tussen mens en technologie.
De alomtegenwoordigheid van smartphones leidt ertoe dat we steeds minder vertrouwen op menselijke interactie en steeds meer op smartphone-interactie. Dat wil zeggen dat we de weg niet meer vragen aan een mens maar aan de online kaartendienst van Google. Google Maps presenteert zich als het vullen van een leegte, maar creëert deze leegte ook zelf.
Gertz: “Technologieën helpen ons niet alleen problemen op te lossen, maar laten ons ook naar het leven kijken als een probleem”.

Bepaald zorgelijk vindt Gertz dat we moderne technologie laten zoeken naar therapeutische methoden om lijden – en daarmee de werkelijkheid – te vermijden in plaats van onszelf onder ogen te zien. De grote veranderingen die we momenteel meemaken zijn overigens niet geheel nieuw, merkt hij op. Ze zijn de koortsige versnelling van de Nietzscheaanse negentiende eeuwse nihilistische tendenzen, waarvan het opvallendste moderne voorbeeld de filosofie van Silicon Valley is: het transhumanisme4).

Transhumanisme

Dat transhumanisme is dus niet zo nieuw als we denken. Gertz raadt aan een keer te gaan luisteren naar wat men zoal te berde brengt in een Genius Bar5). Dan zal men toegeven dat het allemaal niet zo ultra-hip en paradigmaverschuivend is als de voorstanders van het transhumanisme ons willen doen geloven.
Het transhumanisme streeft naar overstijging van de biologische beperkingen en restricties van de mensheid d.m.v. technologische ingrepen. Maar volgens Gertz trappen de transhumanisten met hun technologische post-mens als beoogd doel, nog steeds in de val waarover Nietzsche het had. Hoewel we nu over betere wetenschap en technologie beschikken, zitten we nog steeds diep vast in dezelfde copingstrategieën6) – manieren om een probleem aan te pakken. In sommige opzichten zijn deze trends zelfs versterkt.
Achter de façade van een radicale techno-fix7), proberen de transhumanisten met behulp van technologie een probleem op te lossen dat vaak ontstaan is door eerdere technologische ingrepen.

AI en fundamentele rechten

Eind 2020 publiceerde het in Wenen gevestigde Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten het rapport Getting the future right – Artificial intelligence and fundamental rights. Een paar maanden later verscheen er een samenvatting in het Nederlands: Op het juiste pad voor de toekomst. Artificiële intelligentie en de grondrechten.

Het rapport bevat concrete voorbeelden van de manier waarop ondernemingen en overheidsinstanties in de EU Artificiële Intelligentie gebruiken of proberen te gebruiken. Het verslag richt zich op vier kerngebieden: sociale voorzieningen,
voorspellend politiewerk, gezondheidsdiensten en gerichte reclame. In dit verslag komen de mogelijke gevolgen voor de grondrechten aan bod en wordt geanalyseerd hoe rekening wordt gehouden met dergelijke rechten bij het gebruik of de ontwikkeling van AI-toepassingen.

In het rapport staat:
“Bij het gebruik van AI-systemen zijn vele verschillende grondrechten betrokken, ongeacht het toepassingsgebied. Dit zijn onder meer, maar niet uitsluitend, privacy, gegevensbescherming, non-discriminatie en toegang tot de rechter”.
Laten we het vooral niet vergeten.

Referenties

Hoe klikwerkers AI mogelijk maken, door Siri Beerends, Vrij Nederland, no 10, 2021. Op de site van VN is de titel Klikkerdeklik: de goocheltruc die we kunstmatige intelligentie noemen (16 oktober 2021), door Siri Beerends: www.vn.nl/goocheltruc-kunstmatige-intelligentie/

Website Siri Beerends: www.siribeerends.nl

Nihilism and Technology, door Nolen Gertz, Rowman & Littlefield, 2018: https://rowman.com/ISBN/9781786607034/Nihilism-and-Technology

Zie ook: Platformisering, algoritmisering en sociale bescherming, Sociaalrechtelijke uitdagingen in tijden van digitale transformatie, door prof. mr. Mijke Houwerzijl, mr. dr. Saskia Montebovi, mr. dr. Nuna Zekic, W (Red.), Wolters Kluwer, okober 2021: https://shop.wolterskluwer.nl/Platformisering-algoritmisering-en-sociale-bescherming-sNPWEALSOB/#pdp-extracts

Nolen Gertz: Do digital technologies make us more nihilistic? Video, 2 oktober 2018: www.youtube.com/watch?v=3LgQJmbFESs

Nihilism and Technology, Reviewed by John P. Sullins, Notre Dame Philosophical Reviews, 26 juli 2019: https://ndpr.nd.edu/reviews/nihilism-and-technology/

Getting the future right. Artificial intelligence and fundamental rights, European Union Agency for Fundamental Rights, december 2020:
https://fra.europa.eu/sites/default/files/fra_uploads/fra-2020-artificial-intelligence_en.pdf

Op het juiste pad voor de toekomst. Artificiële intelligentie en de grondrechten – Samenvatting, Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, 2021: https://fra.europa.eu/sites/default/files/fra_uploads/fra-2021-artificial-intelligence-summary_nl.pdf

Lees ook het artikel in Vrij Nederland: Vriendschap met een chatbot. Sociaal junkfood, door Tom Grosfeld, no 10, 2021. Op de site van VN getiteld: Mijn beste vriend is een chatbot: ‘Een robot laat je niet in de steek’: https://www.vn.nl/beste-vriend-chatbot/
Een passage daaruit: “Uit onderzoek van psychologe Jean Twenge blijkt dat jongeren geboren na 1995, de zogeheten IGen, de eerste generatie die opgroeide met smartphones en sociale media, het steeds enger vinden om met echte mensen, face-to-face, te interacteren. Ze houden van minder opdringerige en confronterende manieren van communicatie.

Noten
1) KI = Kunstmatige intelligentie. AI = Artificial Intelligence/Artificiële Intelligentie

2) Klikwerkers. Zie video Wat is clickwork? Uitgelegd in één minuut: ww.youtube.com/watch?v=xkuls01e3LY
3) De naam Turk is in dit verband ontleend aan de Mechanische Turk, een schaakmachine ontworpen in 1770 door de Hongaarse uitvinder Wolfgang van Kempelen. De machine bleek een goocheltruc te zijn.
4) Aanhangers van het transhumanisme beweren dat de mens is beland in het post-Darwin tijdperk en zijn evolutie in eigen hand kan gaan nemen. Transhumanisme probeert om de door de natuur gestelde grenzen van het menselijke bestaan te doorbreken.
5) De Genius Bar is een gratis dienst, aangeboden door Apple Inc om het gebruik van zijn producten en diensten te ondersteunen. Het is een face-to-face technisch ondersteuningscentrum in de Apple-winkels.
6) Psychologen noemen de manier waarop men geneigd is om om te gaan met stressvolle omstandigheden en tegenslagen, copingstijl. Afgeleid van het Engelse begrip to cope with = ‘kunnen omgaan met of opgewassen zijn tegen’.
7) Met techno-fix of technological fix/technical fix wordt bedoeld dat bij de oplossing van een bepaald probleem bovenal aan techniek of technologie wordt gedacht.

Afbeelding bovenaan is van Mohamed Hassan

Brief van FNV Jeugdzorg aan vaste Kamercommissie VWS over hervormingen in de jeugdzorg

Er is een lange brief gestuurd naar de vaste Tweede Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) door Maaike van der Aar, bestuurder FNV Jeugdzorg. De kern van de brief van 22 november 2021 is het weren van FNV Jeugdzorg van de Hervormingstafel die aan het eind van 2021 met een hervormingsagenda voor de jeugdzorg komt. Aan de Hervormingstafel zitten het ministerie van VWS, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd, cliëntenorganisaties en beroepsverenigingen. De expertise en de achterban van FNV – de medewerkers in de jeugdzorg – ontbreken dus, en dat is onbegrijpelijk.

Passages uit de brief

Hervormingstafel – werk aan systemische oplossingen

FNV is voorstander de jeugdzorg in systemische samenhang aan te sturen en uit te voeren. De jeugdzorg lijdt echter al een te lange tijd onder gefragmenteerde oplossingen, te vaak afhankelijk van geld en politieke zittingstermijn en bovendien regelmatig ad hoc vanwege de gevoelde noodzaak een politiek antwoord te formuleren op schrijnende actualiteiten. Deze aanpak heeft bewezen niet geleid
tot de wezenlijke wijzigingen, noch langetermijnbeleid, perspectief en rust waar de sector dringend aan toe is. Sterker, het leidt tot veel schade als er te ondoordacht en te weinig systemisch wordt nagedacht en gehandeld over en in de jeugdzorg.

Dit is geen nieuwe stellingname van FNV. Maar met het uitblijven van werkende en werkbare systemische oplossingen heeft FNV gemeend zich te moeten mengen in het helpen bij oplossingen en daar haar brede netwerk en samenwerkingspartners bij in te zetten.

  • Zo schreven wij met werkgevers het advies van de SER; adviezen die binnen de huidige kaders vandaag gerealiseerd kunnen worden.
  • We schreven met vele mensen en partijen samen met Stichting Beroepseer ‘De Jeugdsprong’; een lange termijn advies vanuit breed perspectief. Deze is via een petitie nota bene gedragen door velen.
  • En omdat andere partijen uit het veld inmiddels ook rapporten en adviezen schreven over de jeugdzorg, hebben we deze met deze partijen gebundeld tot een gezamenlijk advies: Toekomst Jeugd- De Samenvatting’.

De nota “Toekomst Jeugd – De Samenvatting” is als laatste nota in oktober breed verspreid onder alle belanghebbenden, waaronder u. Omdat deze nota voortkomt uit nota’s die allen voortkomen uit partijen met achterban en draagvlak, blijkt hiermee dat partijen uit de gehele jeugdzorgketen met elkaar al tot systemische oplossingsrichtingen zijn gekomen. Om tot deze gezamenlijke lijn te komen hebben wij als opstellers van dit document allemaal al ingeleverd op onze eigen wensenlijstjes. Dit gezamenlijke kerndocument is zo bezien een pakket met minimale eisen waaraan de hulp voor de jeugd zal moeten voldoen. Meer mag, minder niet. Wij willen ‘Toekomst Jeugd – De Samenvatting’ dan ook gerealiseerd zien in de hervormingsagenda en het coalitieakkoord.

Belangenbehartiging medewerkers

Hervormingen suggereren (vergaande) veranderingen. Wij zijn van mening dat de expertise en achterban van FNV niet kan ontbreken bij de inhoud, noch bij de besluitvorming over hervormingen. Daarbij achten wij het zeer onverstandig (vergaande) veranderingen in te zetten, of zelfs slechts te communiceren, zonder de ‘hoe’ en de ‘wat betekent dat voor mij’ Medewerkers zijn niet rechteloos. En ze willen terecht weten wat dit alles betekent voor hun
(rechts)positie en de inzet van hun vakmanschap. Vakbonden zijn de enige en unieke partij met de expertise en formele positie voor het formuleren van een degelijk antwoord op die vraag. Deze vragen onbeantwoord laten zorgt in alle voorgaande voorbeelden voor veel onrust en veel verloop. Men wacht het niet af, en vertrekt. En altijd met meer tegelijk dan we willen. De ‘wat’ moet daarom vergezeld zijn met de ‘hoe’ als de arbeidsmarkt in de sector Jeugd ons lief is. En dat kan niet zonder FNV.

VWS weigert belangenbehartiging voor medewerkers aan tafel. Zij zegt met de beroepsverenigingen de professionals aan tafel te hebben. Maar dit is rol en taakverwarring van VWS. Beroepsverenigingen gaan over (beroeps)inhoud en kwaliteit. Vakbonden over de (rechts)positie van medewerkers. Beiden zijn noodzakelijk en kunnen elkaar niet vervangen.

Niet wachten

We zien en ervaren dat sinds de start van de hervormingstafel en de cao-onderhandelingen alle oplossingen die gerealiseerd moeten worden naar die tafel worden verschoven. Dit creëert een schijn dat er dan nu ook gewerkt wordt aan verbeteringen in de jeugdzorg. Dit is niet het geval; alle ontwikkelingen en veranderingen in de jeugdzorg liggen stil in afwachting op de cao en de hervormingstafel. Ondertussen zinkt het schip en is er een totale impasse.

De cijfers liegen niet, de problemen in de jeugdzorg nemen per dag toe. Er is op steeds meer plekken sprake van code zwart en relaties tussen partijen en ingezette oplossingen en trajecten imploderen. We willen benadrukken dat de problemen in de jeugdzorg geen dag langer kunnen wachten op verlichting.

Administratie

In 2018 heeft FNV haar acties opgeschort onder de belofte van Hugo de Jonge de administratieve lasten fors te verminderen. Sindsdien heeft FNV 500 van haar leden (onbezoldigd) aan het werk gezet in het programma Ontregel de Zorg en zijn er talloze gesprekken en onderhandelingen gevoerd. Nu, 3 werkjaren later, blijkt uit onderzoek van FNV en Pointer dat 94% van de medewerkers aangeeft dat de administratie is toegenomen en professionals ruim 60% van hun tijd bezig zijn met administratie in plaats van met de zorg aan kinderen. De cijfers van dit onderzoek zijn schokkende uitkomsten na een tijd, -en geldverslindend programma als Ontregel de Zorg.

Als laatste wapenfeit in het programma Ontregel de Zorg, Rita Verdonk zal stoppen einde dit jaar, werken professionals nu samen aan het verminderen van productcodes (nu ‘prestatiecodes’). Voor het einde van dit jaar levert de groep de inhoud voor een Ministeriële Regeling, waarmee het aantal prestatiecodes drastisch vermindert en gemeenten en aanbieders verplicht worden om deze codes te gebruiken. Dit hebben we eerder zo afgesproken met dhr. Blokhuis, waarna alles op alles is gezet door deze professionals.

Naast het feit dat de uitkomsten enorm veel gaan schelen in de administratie, zijn we trots op de manier waarop dit model tot stand is gekomen. Professionals hebben samen dit model gemaakt en daar breed draagvlak voor gevonden. Helaas begrijpen wij ook nu weer dat er achter de schermen bestuurlijke en politieke tegenkrachten en onwil van werkgevers en gemeenten leeft om dit model dan nu ook, zoals beloofd, op te nemen in een Ministeriële Regeling. Het behoeft geen betoog dat wij na 3 jaar werken en inzet van professionals deze ene beloofde uitkomst op zijn minst gerealiseerd willen zien voor het einde van dit jaar.

Conclusie

In het licht van de huidige miljardeninvestering en de aanstaande hervormingen is er nog één kans om het goed te doen. En om het goed te doen, hebben we u nodig voor de nodige druk op bestuurlijke en politieke processen.

Hoogachtend,

Maaike van der Aar,
Bestuurder FNV Jeugdzorg

Lees de hele brief van Maaike van der Aar, bestuurder FNV Jeugdzorg, 22 november 2021: https://beroepseer.nl

Zie ook: Brief aan Vaste commissie VWS over hervormingen jeugdzorg. Maak Jeugdsprong volwaardig onderdeel van hervormingstafel, Blogs Beroepseer, 30 september 2021: https://beroepseer.nl

Samenvatting 5 rapporten: ‘Toekomst jeugd’. Gezamenlijke visie jeugdexperts op hervorming jeugdzorg, Blogs Beroepseer, 19 oktober 2021: https://beroepseer.nl

 

Heugelijk nieuws: Verpleegkundige Staf in ziekenhuis Rijnstate aangesteld

Voor Rijnstate was het een heugelijke dag voor alle verpleegkundigen. Op 23 november 2021 ondertekenden Hans Schoo en Gerjanne ter Beest de ‘Samenwerkingsovereenkomst Verpleegkundige Zeggenschap’. Schoo is lid van de Raad van Bestuur en Gerjanne ter Beest is voorzitter van de Verpleegkundige Advies Raad (VAR) van Rijnstate. Met deze overeenkomst is de VAR getransformeerd in een Verpleegkundige Staf.

Rijnstate is een algemeen ziekenhuis in midden Gelderland. Het is een van de grootste zorgaanbieders van Nederland en de grootste werkgever in de regio. De hoofdvestiging bevindt zich in Arnhem-Noord. Nevenlocaties bevinden zich in Velp, Zevenaar en Arnhem-Zuid. In Rijnstate werken bijna vijfduizend personen; het verzorgingsgebied omvat circa 450.000 inwoners. Men kan bij Rijnstate terecht voor 28 specialismen.

Zelfbewustzijn

De afgelopen anderhalf jaar is er hard gewerkt aan de ontwikkeling van een zeggenschapsstructuur. Het doel is verpleegkundige zeggenschap vergroten op afdelings-, organisatorisch en tactisch niveau.

”Het is een memorabele dag,’’ vindt Gerjanne ter Beest: “De positie van verpleegkundigen in Rijnstate krijgt hiermee veel meer fundament. We krijgen zeggenschap op het gebied van scholing, medezeggenschap maar ook over de rol en de invulling als zorgprofessional. Dat is goed voor het zelfbewustzijn van verpleegkundigen”.

Zeggenschap op alle niveaus

“De verpleegkundigen verdienen een plek aan de bestuurstafel’,’ vindt Hans Schoo. “Het gaat immers heel vaak over hen. En daar hoort een officiële status bij. En eigenlijk gaat het veel verder dan die bestuurstafel. Het gaat om zeggenschap op alle niveaus en dat richten we hiermee in”.

Deze erkenning betekent dat het verpleegkundig bestuur zich degelijk moet voorbereiden op de nieuwe plek binnen de organisatie. “Dat is ook best lastig,’’ erkent Gerjanne ter Beest. “Wat we willen zit vooral in ons hart. Dat moet richting hoofd en vervolgens op de bestuurstafel. Inmiddels hebben we al zaken bereikt. Zo hebben we binnen alle geledingen volop meegepraat in de aanpak en de bestrijding van de coronapandemie’.’

Positie verpleegkundigen Rijnstate verstevigd door oprichten Verpleegkundige Staf, Rijnstate, 23 november 2021: www.rijnstate.nl

 

Foto bovenaan: Een memorabele dag in algemeen ziekenhuis Rijnstate, de aanstelling van de Verpleegkundige Staf

Nieuwe functie bij overheid n.a.v. toeslagenaffaire: programmadirecteur Dialoog & Ethiek

Erik Pool is sinds november 2021 programmadirecteur Dialoog & Ethiek ten behoeve van ambtelijk vakmanschap bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het programma is bedoeld om de gesprekscultuur bij ministeries te verbeteren. In het radioprogramma Met het oog op morgen (NPO Radio 1) van 18 november 2021 sprak Lucella Carasso met Pool over zijn nieuwe functie en zijn boek over de kunst van het ambtelijk tegenspreken.
De functie is door de toeslagenaffaire ontstaan, betaald met geld dat is gereserveerd om de ambtelijke dienstverlening te verbeteren.

Pool: “De gesprekscultuur bij de overheid is onvoldoende open. Er zijn plekken waar het goed loopt, maar de cultuur is toch dat je meebeweegt met de groep. Als je twee of drie keer ergens tegenin bent gegaan, dan krijg je het misschien lastig met je leidinggevende. Dat kan consequenties hebben. Dat voelen we aan ons water en dat zet de rem op het vrije gesprek. Dan begint een probleem te ontstaan wat met tegenspraak kan worden doorbroken, maar wat eigenlijk als cultuur moet worden aangepakt. Er moet een vrije gesprekscultuur komen om grote problemen te voorkomen”.

Lucella Carasso: De ministeries van de rijksoverheid zijn hiërarchisch georganiseerd. Dan is tegenspraak lastig. Je hebt het toch vaak tegen iemand die hoger geplaatst is in de rangen dan jijzelf.

Pool: “Daarom heb ik ook de titel van het boek gekozen: Macht en moed. In ons type organisaties is heel bewust gekozen voor de verdeling van macht in rangen en standen. Dus mijn baas is een directeur-generaal, om het even zo te formuleren. Dus ja, als je je meerdere tegenspreekt, die heeft macht over jouw positie, je werk, je carrière. En de groep heeft dat natuurlijk ook. Die kan jou ook als eenling een beetje in de marge proberen te duwen. En dat maakt ook dat je vrij uitspreken, met een opvatting of een perspectief dat niet gewoon is, of onbekend, of een beetje eigenwijs, of echt tegendraads, gevaarlijk is. Dat is letterlijk gevaarlijk. Daar moet je als organisatie iets tegenover stellen: het gevaar zo klein mogelijk maken. Weg kan het niet, het blijft gewoon onderdeel van onze manier van werken en ons functioneren. Maar je kunt wel als leidinggevende, en ook als politiek bestuurder, de omstandigheden verbeteren waarin mensen zich uitgenodigd weten om te zeggen wat ze te zeggen hebben, dat wat als steentje in hun schoen zit te knellen”.

Lucella Carasso: U noemt de omstandigheden, iets dat we iedere dag zien. Voor de ministers en staatssecretarissen is uiteindelijk van het grootste belang, dat die tegenspraak hen bereikt. Zeventig stukken per weekeind krijgen ze soms mee. Ze zitten in een coalitie met meerdere partijen. Ze staan vaak ook onder druk in hun eigen partij, van de Tweede Kamer. Er is een enorme omloopsnelheid van informatie. Er is dikke stress bij heel veel politici. Hoe organiseer je tegenspraak als dat de omstandigheden van je baas zijn?

Pool: “Ja, dat is een goed punt, want die omstandigheden maken ook dat die tegenspraak vaak mislukt omdat je allemaal wel snapt, er is nu haast, het is druk, er moet wat naar de Kamer. Op een vraag van jullie journalisten moet snel antwoord komen. Dan komt het er juist op aan. Die drukte en die haast is er vaak, omdat er een groot belang op het spel staat. Een spannend debat in de Kamer. Of er is een maatschappelijk probleem dat speelt. Juist dan is het nodig die tegenspraak een plek te geven. En de grap is dat we in crisisbestrijding daar anders mee omgaan. Dan is er op ieder moment van de crisis een betreffend crisisteam en dat kan zich niet permitteren om binnen een half uur een foute beslissing te nemen. Dat betekent dat het daar makkelijker is alle perspectieven bij elkaar te krijgen in de besliskamer en dan te besluiten. Dat mechanisme zou je eigenlijk moeten proberen te herhalen op veel grotere schaal, en meer als gewoonte. Alle perspectieven van collega-ambtenaren, van mensen in de samenleving die je wilt bereiken met je dienst of product of activiteit,  betrekken op het moment waarop je tot een besluit moet komen dat juist heel spannend is”.

Lucella Carasso: Heeft de minister dan nog tijd om media te woord te staan, de Kamer te woord te staan, al die stukken te lezen van wat morgen van belang is?

Pool: “We zouden toch moeten kunnen accepteren, ook misschien journalistiek kunnen accepteren, dat het echt een dagje langer duurt voordat er een antwoord komt. Het is waar, we maken elkaar gewoon een beetje de kop gek. Ik doe daar zelf net zo hard aan mee, tot ik me realiseer wat ik aan het doen ben. En dan doe ik een stapje terug. Dan stel ik een mooie vraag, of een kritische vraag die op dat moment vertragend lijkt te werken, maar die uiteindelijk versnellend werkt om tot een goed besluit te komen. Misschien mag ik iets heel praktisch als voorbeeld geven. Doordat we zo gehaast functioneren ontstaan er allerlei problemen, die we daarna weer moeten oplossen. Dat is bij mekaar opgeteld veel meer tijd en veel meer inspanning dan in één keer goed. Dit zou het streven moeten zijn. We moeten proberen het in één keer goed te doen. En dan goed in de meest rijke betekenis van het woord. Dus niet alleen of het past bij de regels en of het allemaal doelmatig is, maar ook of het ethisch verantwoord is. Of het moreel oké is”.

Luister naar het hele gesprek met Erik Pool: Programmadirecteur Dialoog en Ethiek aangesteld om gesprekscultuur bij ministeries te verbeteren, Met het oog op morgen, NPO Radio 1, NOS, 18 november 2021: https://www.nporadio1.nl/

 

Macht en moed – Ambtelijk vakmanschap en de kunst van het tegenspreken bevat een grondige studie en kritische analyse van het reilen en zeilen van de rijksoverheid en de rol van ambtenaren daarin, met de toeslagenaffaire als actuele casuïstiek. Het boek is een pleidooi voor ambtelijke autonomie en meer aandacht voor ethiek als onderdeel van de ambtelijke professionaliteit. Pool confronteert ambtenaren en politici met prangende vragen over hun bijdrage aan een stabiele rechtsstaat (november 2021). https://lascuola.nl

Winnaars Overheidsawards 2021 bekendgemaakt

Cor Burgmeyer is op 18 november uitgeroepen tot Overheidsmanager van het Jaar 2021 en ‘XTC, daar zit een luchtje aan’ tot de Beste Overheidsinnovatie van het Jaar 2021. Wil Rutten ontving de Hans Dijkstal Award. De prijsuitreiking werd live uitgezonden vanuit de Ridderzaal in Den Haag en gevolgd door een groot publiek via livestream.

Vol trots nam Cor Burgmeyer, directeur Uitvoering Klant en Service van het UWV, de prijs in ontvangst. Antoinette Doedens en Carla Hofstee van ‘XTC, daar zit een luchtje aan’ deden dat namens het Openbaar Ministerie.

Renée Bergkamp, Mark Frequin en Pim van Vliet gingen met elkaar de Overheidsdialoog aan die ging over de afstand tussen bestuurslagen en innovatie.
Renée Bergkamp is  provinciesecretaris Noord-Holland; Mark Frequin is buitengewoon adviseur Algemene Bestuursdienst en voorzitter van de Vereniging voor Overheidsmanagement (VOM); Pim van Vliet is gemeentesecretaris Leiden en voorzitter van de Vereniging van gemeentesecretarissen in Nederland (VGS).

Staatssecretaris Knops van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hield een toespraak. Tevens werden de finalisten van de Jonge Ambtenaar van het Jaar 2022 bekend gemaakt. Presentator van de prijsuitreiking was Paul Depla, burgemeester van Breda.

De overige finalisten

De twee andere finalisten voor de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2021 waren Pieter-Jaap Aalbersberg, nationaal coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en Astrid Schulting, gemeentesecretaris Westerkwartier. Voor de innovatieprijs waren de beide andere kanshebbers de ‘CoronaMelder-app’ en ‘Het Huishoudboekje’.

Hans Dijkstal Award

Wil Rutten, gemeentesecretaris van Maastricht, ontving de Hans Dijkstal Award, de oeuvreprijs die een keer in de vier jaar wordt uitgereikt. Rutten ontving de prijs als blijk van waardering voor zijn lange staat van dienst bij provincies en gemeenten en de onorthodoxe manier waarop hij zijn werk uitvoert.

De jury over Cor Burgmeyer

Cor Burgmeyer

Cor Burgmeyer is voor het UWV (uitvoeringsinstituut werknemers verzekeringen) een baken. Zijn jarenlange ervaring bij deze essentiële uitvoeringsorganisatie, maakt hem een onmisbare schakel in het geheel. Op Cor kan je altijd rekenen. Inhoudelijk, omdat hij een enorme dossierkennis heeft; relationeel omdat hij hart heeft voor zijn medewerkers; operationeel, omdat hij weet wat er speelt en vinger aan de pols houdt. Door deze kernkwaliteiten weet hij ook en juist in een zware tijd, veerkracht in de organisatie te behouden en aan de essentiële vertrouwensrelatie tussen burger en uitvoering te bouwen. Zo heeft hij bijvoorbeeld de uitvoering van de NOW-regeling (noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid) gestalte gegeven”.

De jury over ‘XTC, daar zit een luchtje aan’

Antoinette Doedens en Carla Hofstee

“Het Openbaar Ministerie is een traditionele organisatie. Innovatie wordt al snel gezien als strijdig met bestaande wettelijke kaders van strafrecht en strafprocesrecht. De innovatie van het Openbaar Ministerie ‘XTC, daar zit een luchtje aan’ is daarom zeer opmerkelijk. OM en politie helpen het publiek de geur van XTC te herkennen door verspreiding van een parfum met de kenmerkende geur van de drug. Daarmee worden burgers gestimuleerd vermoedens van XTC-labs aan te geven en dumping van gevaarlijk afval te melden.

Deze overheidsinnovatie kiest een breed perspectief waarin maatschappelijke problemen rondom XTC een centrale plek hebben. Het OM laat ermee zien dat het zich openstelt voor vernieuwing van de ‘bedrijfscultuur’ en het professioneel handelen. Dat het meer wil doen aan het oplossen van maatschappelijke problemen, dan toepassen van strafrecht in de rechtszaal. Met een klein budget is grote maatschappelijke waarde gecreëerd. Met media-aandacht in veertig landen, heeft het project ook internationaal impact gekregen”.

De jury over Wil Rutten

Wil Rutten

“Wil Rutten is niet iemand die constant in de publiciteit staat, maar juist iemand die eigenlijk zonder roem bekend en geliefd is bij velen. Iemand die het verschil maakte, maar dat van binnenuit deed. Niet doordat hij het hardst schreeuwde, maar doordat hij de meeste volharding toonde voor dat waar hij in geloofde. Hij is een overheidsmanager met oog voor de mens achter het werk. Ook en juist als het gaat om de mensen die soms over het hoofd worden gezien. Die eigenschappen maken hem een waardig ontvanger van de oeuvreprijs”.

De Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar en de Verkiezing Beste Overheidsinnovatie van het Jaar worden georganiseerd door de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM).

Overheidsawards: https://www.overheidsawards.nl

FUTUR, Jonge ambtenaar van het jaar: https://futur.nl/javhj

 

Foto bovenaan: Uitreiking van de Overheidsawards 2021 in de Ridderzaal, Den Haag op 18 november 2021

Verzorgenden IG voelen zich niet gehoord en erkend in hun beroep. Maar zij zijn wel onmisbaar

“Ik ben belangrijk

Ik help mensen met wassen, douchen en aankleden. Ik doe ook wondzorg, ik mag injecteren, ik verwissel katheters, ik sluit sondevoeding aan.

Maar wat mijn werk zo mooi maakt is dat ik het luisterend oor ben voor de steeds eenzamer wordende oudere, dat ik een moeder in een gezin mag helpen zodat ze thuis kan blijven wonen, dat ik een schouder mag zijn voor mijn cliënten als ze er even door heen zitten.

Dat ik mensen een stukje van hun waardigheid terug kan geven. Dat mensen na een operatie weer steeds zelfstandiger worden en uiteindelijk zichzelf weer kunnen redden.

En steeds vaker mag ik mensen warme zorg geven. Dit betekent dat mensen die niet meer beter kunnen worden en thuis willen sterven die mogelijkheid ook krijgen. Ik mag dan deel uit maken van de kostbare tijd die hun nog gegeven is. Natuurlijk is dat wel eens moeilijk maar het ook zo ontzettend dankbaar.

Ik ben: verzorgende IG in de wijkverpleging”

(Ontleend aan onderzoeksrapport ‘Verzorgenden IG in beeld’)

De beroepsgroep verzorgenden Individuele Gezondheidszorg (verzorgenden IG) is de grootste in de langdurige zorg. Hun aandeel in de verpleeghuiszorg en de wijkverpleging is dan ook aanzienlijk en daarmee zijn zij onmisbaar voor cliënten en zorgorganisaties. Door de specifieke zorg die verzorgenden IG verlenen en het intensieve contact dat zij met cliënten hebben, beschikken zij over unieke kennis die van belang is voor zorgorganisaties. In het licht van de vergrijzing wordt verwacht dat het belang van hun werk en kennis nog verder zal toenemen. Het is daarom essentieel om verzorgenden IG die op dit moment werkzaam zijn voor het vak te behouden. Met het oog op de toenemende tekorten is het tevens belangrijk om nieuwe mensen  aan te trekken.

Deze grote beroepsgroep in de zorg voelt zich vaak niet gezien, gehoord en erkend. Ze zijn niet in beeld bij managers en bestuurders van zorginstellingen of bij landelijke beleidsmakers. De coronacrisis heeft dit nog eens duidelijk gemaakt. Ze ervaren hun positie als gemarginaliseerd. Dat blijkt uit een onderzoek van de Vrije Universiteit in samenwerking met Hogeschool Inholland en het ROC Nova College. Gedurende 2,5 jaar is de stem en de positie van deze verzorgenden onderzocht om te weten te komen wat verzorgenden kunnen doen om gehoord te worden en hoe zij een positie kunnen verwerven. Het gaat om erkenning voor hun vak.
Feit is dat zonder deze verzorgenden de langdurige zorg nergens is.

Verzorgenden IG zijn niet of nauwelijks vertegenwoordigd in de adviesraden

De situatie waarin veel verzorgenden IG in de langdurige zorg zich op dit moment bevinden is problematisch, en wel om vier redenen.

Ten eerste hebben de langdurige zorg (verpleging en verzorging, care) en het werk in deze sector minder aanzien dan de zorgverlening en zorgverleners in ziekenhuizen (genezing, cure). Hoewel dit al langer bekend is, maakte de coronacrisis de statusverschillen in ons zorgstelsel pijnlijk duidelijk. Qua aanzien en imago staan de verpleeghuiszorg en wijkverpleging, en met name de ouderenzorg onderaan in de zorghiërarchie.

Ten tweede, binnen zorgorganisaties in deze sectoren bestaat opnieuw een hiërarchie van beroepsgroepen. De beroepsgroep van verzorgenden IG staat daarin, wederom, laag in hiërarchie. Veel verzorgenden IG ervaren binnen hun organisatie een gebrek aan waardering en (h)erkenning voor hun werk. Verder hebben zij lang niet altijd mogelijkheden om zich door te ontwikkelen.

Ten derde kunnen verzorgenden IG in veel zorgorganisaties vaak niet inhoudelijk meepraten over ontwikkelingen in de zorg en zorgorganisaties en (de invloed daarvan op) hun vak. Dat wil zeggen, als het gaat om formeel georganiseerde inspraak en medezeggenschap ontvangen verzorgenden IG in veel organisaties geen uitnodiging of stimulans om de beroepsgroep te vertegenwoordigen en mee te praten in vertegenwoordigings- en/of adviesorganen. Daardoor is de beroepsgroep vaak niet of nauwelijks vertegenwoordigd in Verpleegkundige- of Professionele Adviesraden, die sinds de nieuwe kwaliteitskaders in de wijkverpleging en de verpleeghuiszorg – als het goed is – zijn opgericht.

Ten vierde zijn verzorgenden IG zelf lang niet altijd in staat om hun belangen goed voor het voetlicht te brengen, of te verwoorden wat zij nodig hebben voor het uitvoeren van hun beroep. Zij hebben de vaardigheden daarvoor
niet geleerd.

Marieke van Wieringen, projectleider en hoofdonderzoeker:

“Zeggenschap moet van twee kanten komen. Ook voor verzorgenden IG ligt er een opgave. Om naar voren te durven stappen, hun rol en kennis uit te dragen en samen verantwoordelijkheid te nemen voor een prettig, collegiaal werkklimaat. Dat vraagt ook om goed en ondersteunend werkgeverschap. Dat betekent dat zorgorganisaties zeggenschap door verzorgenden IG moeten faciliteren, en dat managers en beleidsmakers medewerkers zien en naar ze luisteren, zodat ze weten wat er in de zorgpraktijk speelt”.

Verzorgenden IG in beeld – Samen werken aan een duidelijke stem en betere positie voor de beroepsgroep, door dr. Marieke van Wieringen, Karin Kee, MSc., prof. dr. Henk Nies, dr. Robbert Gobbens, prof. dr. Peter Groenewegen, prof. dr. Bianca Beersma, VU, InHolland Hogeschool, november 2021: https://beroepseer.nl

Het onderzoeksrapport is 15 november 2021 aangeboden aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)

Grootste groep zorgmedewerkers voelt zich niet gehoord, VU, 16 november 2021: https://vu.nl/nl/nieuws/2021/grootste-groep-zorgmedewerkers-voelt-zich-niet-gehoord (Niet meer beschikbaar). Zie: Grootste beroepsgroep in de zorg is onzichtbaar, VU: https://vu.nl/nl/onderzoek/grootste-beroepsgroep-in-de-zorg-is-onzichtbaar

Vier NBA-faculties voor vergaren van kennis en beroepsontwikkeling van de accountant

Met de meerjarenvisie Een beroep met toekomst heeft de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) in 2018 de ambities voor komende jaren neergelegd. Een NBA als vitale gemeenschap en centrum voor beroepsontwikkeling van de accountant. Onderdeel van de vernieuwde structuur zijn de communities en de faculties. Communities staan voor verbinding, samenwerking en het delen van kennis. Ze worden ondersteund op internet in een NBA community Platform.
In een faculty is kennis en informatie te vinden over huidige en toekomstige ontwikkelingen die relevant zijn voor werk en loopbaan. Denk hierbij aan grote thema’s als fraude, duurzaamheid, digitalisering en continuïteit.

Met de faculties wil NBA leden en belanghebbenden verbinden op inhoud. Centraal hierin staat de systematische ontwikkeling van het accountantsberoep.

Er zijn vier faculties opgericht, elk met een eigen thema:

  • Ethiek, cultuur en gedrag
  • Business & management
  • Opstellen, samenstellen en verantwoorden
  • Audit & assurance

Momenteel wordt een fundament gelegd voor de faculties. Dat kost tijd. Het inventariseren van alle aanwezige kennis, het afstemmen met andere gremia en stakeholders en het duiden wat op korte en lange termijn relevant is voor het beroep. Een eerste, reeds afgeronde stap was het equiperen van de faculties. De besturen gaan nu aan het werk en zullen hun nieuwe plannen begin 2022 presenteren.

Ethiek, cultuur en gedrag

Voor tijdschrift Accountancy interviewt Peter Steeman de vier voorzitters van de faculties over hun aanpak en werkwijze. Het eerste interview is met Margreeth Kloppenburg, voorzitter sinds februari 2021 van faculty Ethiek, cultuur en gedrag. Kloppenburg is publicist en als onderzoeker/docent verbonden aan Hogeschool Utrecht. In 2017 verscheen de door haar en Thijs Jansen geredigeerde bundel Artikel 5 – De beroepseer van de accountant, die inmiddels een vierde druk beleeft.

Voorzitter Margreeth Kloppenburg over Ethiek, cultuur en gedrag

“De ambitie van de faculty rijmt met mijn opvatting over wat een beroepsorganisatie moet zijn voor haar leden. Het gaat om het creëren van betrokkenheid. Zorgen dat leden vinden wat ze nodig hebben om hun beroep moreel vorm te geven. Doortimmerd en laagdrempelig. Dat is niet eenvoudig. Die ambitie hebben we als volgt geformuleerd: ‘De faculty is er om in lijn met de maatschappelijke ontwikkelingen de accountants in hun professionele omgeving te helpen morele afwegingen te maken op een zorgvuldige, uitlegbare en standvastige manier in het belang van die samenleving. De accountant hoort niet alleen het rechtmatige maar vooral ook het rechtvaardige te doen”.

“Er is een bestuur samengesteld. Daarmee hebben we allereerst nagedacht over een ordening waarmee we langere tijd uit de voeten kunnen. Dat heeft geleid tot drie blokken. De eerste gaat over de accountant als professional. Daar horen bepaalde individuele eigenschappen bij, zoals integriteit en morele oordeelsvorming, die belangrijk zijn om goed werk te leveren. Het tweede blok is de accountant en de omgeving. Die omgeving creëert in het beste geval institutionele voorwaarden om de accountant te helpen die eigenschappen waar te maken. Het derde blok bestaat uit een aanbod waarmee we de accountant betrekken bij centrale kwesties in onze maatschappij. Dat doen we vanuit de gedachte dat professionals het hogere doel van hun beroepspraktijk doorzien en hierdoor gemotiveerd raken”.

“Ook hebben we een eerste project gedefinieerd. We willen een ethisch profiel van de accountant ontwikkelen. Van de accountant wordt verondersteld dat hij of zij een ethisch professional is, maar wat betekent dat? Ben je je bewust van vooroordelen? Kun je voldoende doorvragen? Hoe richt je het voor jezelf zo in dat je de juiste besluiten neemt? Als je naar jezelf kijkt ben je misschien heel tevreden over je eigen integriteit, maar de toets zit in het afstemmen met anderen. Voor integriteit heb je anderen nodig. Die collegiale toets kun je faciliteren. Bijvoorbeeld in de vorm van intervisie sessies waar je in een vertrouwde omgeving met vakgenoten kunt spreken over dilemma’s. Een aantal grote kantoren kennen dat al. Als faculty brengen we dit binnen het bereik van alle leden”.

“Tot slot voeren we als bestuursleden gesprekken met een diverse groep mensen – van hoogleraren, MCA-leden*) tot praktiserende accountants – om hun gedachten over de oprichting van deze faculty te horen. Wat hopen zij dat de faculty gaat brengen?”

Noot
*) MCA = Monitoring Commissie Accountancy

Lees het hele interview met Margreeth Kloppeburg: Faculty Ethiek, Cultuur & Gedrag: ‘Voor integriteit heb je anderen nodig’ door Peter Steeman, Accountancy, 17 november 2021: www.accountant.nl/achtergrond/2021/11/faculty-ethiek-cultuur–gedrag-voor-integriteit-heb-je-anderen-nodig/

Meer info over de faculties: www.nba.nl

Een beroep met toekomst in het publieke belang. Vernieuwingsagenda accountantsberoep, NBA, april 2018: www.nba.nl/globalassets/projecten/visie/nba-bmt_vernieuwingsagenda.pdf

Faculty ECG: Ethiek, Cultuur en Gedrag: www.nba.nl/over-de-nba/faculty-ethiek-cultuur-gedrag/