Skip to main content

Redactie Beroepseer

De terugkeer van beroepseer bij gerechtsdeurwaarders

juist-magazineIn  het 6e nummer van JUIST magazine (maart 2012) staat een interview met advocate Erica Schruer, De terugkeer van beroepseer. JUIST magazine is het vakblad van Flanderijn, organisatie van incasso- en gerechtsdeurwaarders, opgericht in 1948.

Erica Schruer: “Oude, ambachtelijke waarden als beroepstrots en maatschappelijke verantwoordelijkheid zijn in veel beroepsgroepen ondergesneeuwd geraakt. Dat is jammer, omdat juist deze waarden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het functioneren van een beroepsgroep – deurwaarders niet uitgezonderd”.

Schruer was indertijd lid van de Commissie Evaluatie Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders. Deze commissie heeft in het rapport ­’Noblesse oblige’ destijds kritiek geuit op de beroepsorganisatie van gerechtsdeurwaarders KBvG: deze zou te weinig het ’gildegevoel’ bevorderen. Onlangs pleitte zij voor een meer ambachtelijke benadering in de schuldhulpverlening.

Wat verstaat zij onder zo’n ’ambachtelijke benadering’ en het bijbehorende ’gildegevoel’?
Schruer: “”Die ambachtelijkheid komt wat mij betreft vooral tot uitdrukking in een bepaald verantwoordelijkheidsgevoel, een zekere beroepseer. Die beroepseer grijpt historisch terug op de gilden, en was in feite tweeledig. Ten eerste was er natuurlijk de vaardigheid, de kunde, van de beroepsgroep. Dat is een heel belangrijk onderdeel van een ambacht: je werk goed doen. Vakmanschap is meesterschap. Daarnaast bracht die vaardigheid ook een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee: een bereidheid om te participeren in het maatschappelijk debat, en ook daarin eer te stellen.”

Daarvan was in het verleden dus te weinig sprake bij de deurwaarders?
”Ja. Ik – en ik was niet de enige – vond dat die waarden wat ondergesneeuwd waren geraakt onder meer door de invoering van de marktwerking en de daarmee gepaard gaande verharding…..”

Lees het hele artikel De terugkeer van beroepseer in JUIST, voorjaar 2012: https://issuu.com/creativevenue/docs/juist__6_-_flanderijn__maart_2012_

Leraren nemen zelf de regie in handen

doris-day-teacher“We nemen zélf de regie in handen.” Lector Marco Snoek van de Hogeschool van Amsterdam  (HvA) en zijn Leraren met lef netwerk hebben genoeg van “het omlaag praten en daarmee ondermijnen” van hun professie. Op 14 april 2012 komen ze massaal bijeen in Utrecht. “Je moet jezelf niet afhankelijk maken van wat anderen vinden.”

Voor Marco Snoek die bij de HvA het lectoraat ‘leren en innoveren’ bekleedt, past de manifestatie naadloos bij zijn onderzoeksopdracht. “Professionalisering is voor mij een centraal thema. Professionaliteit betekent zélf de regie nemen in het onderwijs. Jezelf niet afhankelijk maken van wat anderen vinden. Leraren zijn niet bijzonder goed georganiseerd. Wat je meestal ziet zijn defensieve reacties van de vakbonden en organisaties als BON.”

Volgens Snoek kan dat en moet dat echt anders. De lerarenopleidingen en de professie hebben de kans én de opdracht daar vooral zelf het initiatief toe te nemen.

Snoek is op allerlei manieren betrokken bij het initiatief Leraren met lef. Hij zit in de adviesraad en is bovendien betrokken bij de groep van zes van zijn vierdejaars studenten die de manifestatie van 14 april tot een succes moet maken.
“Er wordt een film gemaakt met allerlei fragmenten van speelfilms waarin inspirerende leraren voorkomen. Het materiaal dat de studenten ontwikkelen, wordt zó gemaakt, dat de leraren het zelf ook weer kunnen gebruiken.”

Anti-mopper manifestatie leraarschap, Science Guide, 7 maart 2012: www.scienceguide.nl/2012/03/anti-mopper-manifestatie-leraarschap/

Leraren met lef:  http://lerarenmetlef.com (website functioneert niet meer)

U P D A T E

Leraren nemen zelf de regie in handen, Innovatie Impuls Onderwijs – IIO: www.innovatieimpulsonderwijs.nl/leraren-met-lef-2/

Oratie: leraren ontplooien zich beter door gespreid leiderschap

joseph kessselsGespreid leiderschap zorgt ervoor dat leraren beter hun talenten kunnen benutten en ontwikkelen. Talentontwikkeling van leraren draagt meer bij aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs dan het voortdurend sturen en afrekenen op prestatieafspraken.
Dat stelt prof. dr. Joseph Kessels, hoogleraar Opleidingskundig leiderschap aan de Open Universiteit, in zijn oratie op 30 maart 2012. Gespreid leiderschap is gebaseerd op expertise; per onderwerp kan de voortrekkersrol bij een andere leraar liggen.

Kessels stelt ook dat leraren hun bekwaamheden kunnen versterken door samen onderzoek te doen naar lastige vraagstukken die ze in de klas tegenkomen. Hij houdt zijn oratie: Leiderschapspraktijken in een professionele ruimte op 30 maart 2012 om 16.00 uur bij de Open Universiteit in Heerlen. De leerstoel Opleidingskundig Leiderschap valt onder het Ruud de Moor Centrum (RdMC) en richt zich op het verbinden van lerende leraren en de wijze waarop schoolleiders de bekwaamheidsontwikkeling van hun teams kunnen stimuleren.

Leiderschap los van hiërarchie

Leiderschap is gespreid wanneer het in verschillende situaties bij verschillende mensen ligt. Wanneer bijvoorbeeld een nieuwe lesmethode gekozen moet worden neemt de ene leraar het voortouw, in een volgende situatie is een andere leraar de leider omdat hij of zij veel kennis heeft van ict. Dit staat dus los van een hiërarchische manier van leidinggeven. Gespreid leiderschap stimuleert dat leraren samen problemen oplossen en zich professionaliseren. Een hiërarchische manier van sturen kan juist negatieve effecten hebben op bekwaamheidsontwikkeling, omdat werknemers dan minder geneigd zijn initiatieven te nemen en vooral instructies zullen volgen.

Onderzoekende leraar

Leraren kunnen zich verder bekwamen door zelf onderzoek te doen naar lastige praktijkproblemen, zoals het motiveren van zwakke leerlingen of het maatwerk bieden in een grote klas, ‘Onderzoek doe je allereerst omdat je ergens nieuwsgierig naar bent. Pas daarna ga je op zoek naar het gereedschap om dat onderzoek te doen. Methoden van onderzoek opleggen in verplichte cursussen, werkt niet,’ aldus Kessels.

Kloof onderwijsonderzoek overbruggen

Joseph Kessels is verbonden aan het RdMC, een onderzoekscentrum van de Open Universiteit, dat wil bijdragen aan de professionalisering van leraren op de werkplek. Kessels is van mening dat onderwijsonderzoek in Nederland van een zeer hoog niveau is, maar ver verwijderd is geraakt van de onderwijspraktijk. “Die kloof kunnen we overbruggen door leraren bij het onderzoek te betrekken als mede-onderzoeker. Dat is belangrijk voor de gezamenlijke kennisontwikkeling en voor de toepassing van de resultaten in het onderwijs. Het geeft voldoening, maakt je trots op je vak, en versterkt de verbinding met je collega’s”.

Over Joseph Kessels

Prof. dr. J.W.M. Kessels (1952) studeerde andragologie aan de Universiteit van Amsterdam in 1979. Hij promoveerde cum laude aan de Universiteit Twente op het onderwerp Design Standards for Curriculum Consistency in Corporate Education. Hij verzorgde talloze wetenschappelijke en praktijkgerichte publicaties over het ontwerp van leeromgevingen ten behoeve van kennisproductiviteit, innovatie en de ontwikkeling van sociaal kapitaal.
In 1977 richtte hij met Cora Smit het internationaal adviesbureau Kessels & Smit op, dat zich specialiseert in Human Resource Development, en waaraan hij tot 2010 verbonden is gebleven.
Van 1998 tot 2002 adviseerde hij het ministerie van OCW over duale academische opleidingen. Hij leidde projecten in het bedrijfsleven, het onderwijs, de gezondheidzorg en de overheid op het gebied van bekwaamheidsontwikkeling ten behoeve van duurzame innovatie.
Van 1995 tot 2001 was Kessels houder van de leerstoel Human Resource Development aan de Universiteit Leiden. Hij combineert zijn leerstoel aan de Open Universiteit met die van hoogleraar Human Resource Development aan de Universiteit Twente, waar hij sinds 2000 werkzaam is.
Tot 2008 was hij decaan van TSM Business School, opgericht door de Universiteit Twente.

Leiderschapspraktijken in een professionele ruimte, Oratie van prof.dr. Joseph W.M. Kessels, Open Universiteit, 30 maart 2012: www.ou.nl/documents/40554/111664/Oratie_Kessels_20120411_WEB.pdf/f44a70f5-7401-450e-bb54-d4f429bbc6b6

Niet beter presterende leraren, maar beter presterende leerlingen zijn einddoel

“Op de prestatiebeloning in het onderwijs zit bijna niemand te wachten. Besteed die 150 miljoen euro liever aan onderzoek naar wat goede scholen precies goed doen”, meent Aleid Truijens, columnist voor de Volkskrant op 28 maart 2012.

De leraren zitten er niet op te wachten, de schoolleiders niet en de meeste bestuurders niet: “En de leerlingen? Die willen aardige leraren, meegaand en gul met cijfers. Maar de minister van Onderwijs en haar liberale kompaan willen het wel. Dus krijgen we in 2014 prestatiebeloning voor leraren. Er is weliswaar een experiment gaande – kosten: 150 miljoen – maar de uitkomst staat al vast. De experimenten dienen om te kijken hoe de prikkel ‘het beste werkt’. De gelijkheidscultuur doorbreken! Excellentie bevorderen! De lat omhoog! Alleen al het almaar uitspreken van die magische woorden lijkt enorm effectief.

Óf prestatiebeloning werkt in een branche waar lang niet vaststaat welk product wordt geleverd en wat we onder kwaliteit verstaan, is twijfelachtig. De Onderwijsraad, Van Bijsterveldt en Zijlstra schermen met een kortlopend, voortijdig afgebroken Israëlisch onderzoek uit 2000 met positief resultaat. Daartegenover staat een vracht aan onderzoek dat bewijst dat prestatieloon heel goed werkt als het gaat om het aantal onthoofde koeien per minuut of de snelheid waarmee komkommers van de lopende band worden gegrist, maar niet voor werk waarvoor je hoofd en hart en vakkennis gebruikt”.

Volgens Truijens zouden de 150 miljoen euro nuttiger besteed kunnen worden aan onderzoek naar wat goede scholen precies goed doen: “Voor een deel weten we dat al: beter opgeleide leerkrachten, meer academici, goed samenwerkende teams en een steunend management”.

‘Niet beter presterende leraren zijn het einddoel, maar beter presterende leerlingen’, door Aleid Truijens, de Volkskrant, : www.volkskrant.nl

Ontschotting: verbinding tussen mensen in de zorg

Ontschotting: zoeken naar verbinding tussen mensen in de zorg, door Jan-Willem Verlijsdonk, Corina Hendriks, Jieskje Hollander, Mr. Hans van Mierlo Stichting, december 2011: https://beroepseer.nl

Dit discussiedocument richt zich specifiek op het complexiteitsprobleem dat kenmerkend is voor de zorg aan de meest kwetsbare groep patiënten. Het stuk pleit voor ‘ontschotting’ als middel om de complexiteit in, en fragmentatie van de zorg te reduceren zodat zorg weer iets wordt van mensen onderling.

 

 

Stank voor dank voor postbode

postbode afgedankt

Ingezonden berichtje in het Brabants Dagblad van postbode L. van Dijk die na 27 jaar trouwe dienst afgedankt wordt
(23 maart 2012).

 

De Groene Golf voor jonge leraren

Groene Golf, onderdeel van de Algemene Onderwijsbond (AOB), is een belangengroep van jonge leraren  – tot  35 jaar – die opkomt voor de positie van jong onderwijspersoneel en die het onderwijs een krachtig, positief kritisch gezicht  wil geven. Daarom is De Groene Golf bezig aan het schrijven van een manifest waarin wordt aangegeven op welke punten het ministerie moet investeren om het beroep aantrekkelijk te maken voor jong onderwijspersoneel: goede startersbanen, betere beloning en vooral intensieve begeleiding.

“Werken in het onderwijs is hartstikke leuk”, zegt Tim Bartlema, woordvoerder van de Groene Golf: “Maar ondanks het lerarentekort lukt het scholen toch slecht om leraren vast te houden”.
Een kwart van de startende docenten stopt al weer binnen de eerste vijf  jaar van hun onderwijsloopbaan. Zorgwekkend, vindt de Groene Golf.

Groene Golf zet zich in voor betere startersbanen, goede beloning en begeleiding van leraren in opleiding en het terugbrengen van het gymdiploma op pabo’s. Komende periode organiseert de Groene Golf workshops en andere activiteiten om punten van het manifest, dat opnieuw wordt geschreven, onder de aandacht te brengen. Mensen met ideeën, over flex-werk bijvoorbeeld, wordt verzocht te reageren en mee te doen aan het samenstellen van het nieuwe manifest.

Groene Golf: www.aob.nl

Vervolg op Uitzonderlijke uitspraak privacy en beroepsgeheim bij DBC

Op de Groepsblog was eerder deze maand  een bericht te lezen over de uitspraak van 8 maart 2012 inzake de beroepsprocedure van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) tegen de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) betreffende de verplichting om de diagnose te vermelden op de DBC-rekening (Diagnosebehandelcombinatie).

Deze uitspraak is uitgebreid en zorgvuldig gemotiveerd en van grote betekenis. Aanleiding voor de Koepel van DBC-vrije Praktijken (KDVP), die de zaak met anderen heeft aangespannen, nader te bestuderen.

Die studie is verschenen op 21 maart 2012 en gepubliceerd op de website van de Koepel onder de kop:

Wat betekent de recente uitspraak van het CBb voor de behandeling van psychische klachten in de GGZ?

“——-Wat zijn de praktische consequenties van de zeer uitgebreide en zorgvuldig geformuleerde uitspraak van het CBb? Deze vraag kun je meer of minder uitgebreid beantwoorden.
Als u met name geïnformeerd wilt worden over de consequenties van deze uitspraak voor het belang van vertrouwelijkheid, privacy en beroepsgeheim met betrekking tot onze beroepspraktijk en over de aanvullende regelgeving die de Minister van VWS en NZa in de komende maanden moeten maken, dan verwijzen wij u graag naar de tekst Hoe in de praktijk rechtmatig en professioneel correct om te gaan met vertrouwelijkheid  ——” (te vinden op de site van KDVP)

De Koepel doet nu een dringende oproep:

“———Dit is het moment om van ons te laten horen!
Om aan te dringen op een snelle en adequate invoering van een regeling die het patiënten/cliënten en zorgverleners mogelijk maakt om bezwaar te maken tegen de uitwisseling van medische behandelinformatie aan derden (anderen), die niet direct bij de behandeling betrokken zijn, kunt u nu een OPROEP sturen naar beroepsorganisaties in de GGZ.
Als zoveel mogelijk collega’s deze OPROEP versturen, kunnen we zo via onze beroepsorganisaties druk op de ketel zetten om in geval van de behandeling van psychische klachten een opt-outregeling te creëren, die recht doet aan privacybelangen van patiënten/cliënten en aan het beroepsgeheim van zorgverleners——-”

Klik hier voor het eerdere bericht over deze kwestie op Blogs Beroepseer (9 maart 2912): Uitzonderlijke uitspraak privacy en beroepsgeheim bij de behandeling van psychische klachten.

Klik hier voor document Oproep sturen naar beroepsorganisaties in de GGZ.

Ga naar website van de KDVP voor het hele verhaal. Daar is ook de speciale Nieuwsbrief te downloaden, alsmede een Verklaring van Bezwaar om de privacy van patiënten en cliënten nu al zo goed mogelijk te beschermen: www.kdvp.nl