Skip to main content

Redactie Beroepseer

OESO-rapport: Geef leraren meer status, loon en autonomie

oeso rapport onderwijs 2012Zojuist is verschenen het rapport Preparing Teachers and Developing School Leaders for the 21st Century: Lessons from around the World van de organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Pedro De Bruyckere & Bert Smits schrijven op hun blog, bestemd voor leraren, opvoeders, ouders en werkgevers:

OESO-rapport stelt: Geef leerkrachten meer status, loon en autonomie.

Er dreigt wereldwijd een tekort aan leerkrachten, de OESO pleit voor een nieuwe aanpak om leerkrachten de recruteren. Werken in het onderwijs moet aantrekkelijker worden voor de slimste studenten stelt een nieuw rapport van de OESO, daarom moeten leerkrachten meer status, een hoger loon en meer autonomie krijgen.

Het rapport beschrijft de kwaliteit van de leerkrachten als de sleutel tot het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. De meest succesvolle onderwijssystemen, zoals Finland en Singapore, zoeken de lesgevers vooral bij de best presterende studenten.

Het onderzoek is voorgesteld op een internationale conferentie over het beroep van leerkracht in New York*).  In het rapport argumenteert Mr Schleicher dat als onderwijssystemen competitief willen zijn, ze het juiste personeel moeten recruteren en passend belonen.

Een moderne economie heeft leerkrachten nodig die ”high-level knowledge workers” zijn, kenniswerkers, die het leren van kinderen in een digitaal tijdperk moeten kunnen ondersteunen. In een wereld waarin informatie slechts een zoekopdracht op Google verwijderd is, is er nood aan een meer flexibele type leerkracht. Het probleem is dat dergelijke profielen vaak niet meer in het onderwijs willen werken volgens Schleicher:

“But people who see themselves as knowledge workers are not attracted by schools organised like an assembly line, with teachers working as interchangeable widgets in a bureaucratic command-and-control environment.”

Het rapport stelt dat leerkrachten in de geïndustrialiseerde wereld niet de verloning krijgen die overeenkomt met hun belang. Naast een goed loon is het vooral belangrijk dat er progressie bestaat in hun loopbaan en de constant training. Het rapport waarschuwt ook dat als er een tekort ontstaat aan kwaliteitsvolle leerkrachten in wiskunde en wetenschappen, dit de kwaliteit van het onderwijs kan schaden.

*) op de International Summit on the Teaching Profession, New York City, maart 14-15, 2012. Klik hier.

In 2013 vindt de jaarlijkse International Summit on the Teaching Profession in Amsterdam plaats. Dit kondigt staatssecretaris Zijlstra aan in zijn afsluitende toespraak op de top van 2012 in New York.
De top is een gezamenlijke inspanning van overheid, vakbonden en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Volgend jaar wordt deze gehouden in de Beurs van Berlage en het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.De top is gericht op een open en vrije discussie over succesvol beleid, kansen en uitdagingen binnen het onderwijs en de rol van leraren daarin. Aan de top nemen de twintig in het onderwijs best presterende landen van de wereld deel.
“Ik ben er trots op dat we de Teacher Summit in Nederland gaan houden. Hiermee willen we laten zien dat onze leraren tot de beste van de wereld horen”, aldus staatssecretaris Zijlstra.

OESO-rapport stelt: Geef leerkrachten meer status, loon en autonomie! Blog van Pedro De Bruyckere, 14 maart 2012: https://pedrodebruyckere.blog

Schleicher, A. (2012), Ed., Preparing Teachers and Developing School Leaders for the 21st Century: Lessons from around the World, OECD Publishing: https://www.oecd.org/site/eduistp2012/49850576.pdf

Lees ook op Blogs Beroepseer Wat kan de wereld van het Finse onderwijs leren? Klik hier.

Angst voor de markt

Angst voor de markt. Lezing van Margo Trappenburg voor het mini-symposium over de eerstelijns gezondheidszorg, ter gelegenheid van het afscheid van Lucas Harms (Diagnostiek voor U) in Eindhoven op 9 maart 2012: https://beroepseer.nl

 

Mini-symposium over Gezagsdragers

Op 6 maart 2012 vond er in Den Haag een Engelstalig, door het Ministerie van Buitenlandse Zaken georganiseerd mini-symposium over gezag en autoriteit plaats met het oog op het in juni 2012 te verschijnen boek Gezagsdragers, onder redactie van Thijs Jansen, Gabriël van den Brink en René Kneyber.*)

Een van de sprekers was Margo Trappenburg, o.a. werkzaam aan de Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschappen en sinds 24 februari voorzitter van Stichting Beroepseer. Haar lezing  was getiteld Authority and Fairness die zij besloot met de woorden: “Autoriteit heeft alles te maken met rechtvaardigheid en met het herstel daarvan. We hebben rechtvaardigheid nodig in plaats van discipline”.
Andere aanwezigen waren o.a. hoofdgast Tom R.Tyler, onderzoeker aan de Amerikaanse Yale-universiteit en auteur van de boeken Why People Cooperate (2010) en Why People Obey the Law (2006), Jurriën Rood, jarenlang veldonderzoeker bij de Amsterdamse politie en nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer.

Lezing Authority and Fairness van Margo Trappenburg: https://beroepseer.nl

Oplossing voor gezagscrisis overheid is fatsoenlijk behandelen van mensen, Nederlands Dagblad van 7 maart 2012: https://beroepseer.nl

Je zin krijgen? Leuk. Respect? Beter!, in NRC Handelsblad van 7 maart 2012: https://beroepseer.nl

Zie ook het verslag van het debat Welk gezag hebben professionals (nog)? in Den Haag op 25 januari 2012: https://beroepseer.nl

*) Boek Gezagdragers – De publieke zaak op zoek naar haar verdedigers: https://beroepseer.nl/gezagsdragers/

omslag boek gezagsdragers medium

Uitzonderlijke uitspraak over privacy en beroepsgeheim bij de behandeling van psychische klachten

Op 8 maart 2012 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) uitspraak gedaan in de beroepsprocedure tegen de Nederlands Zorgautoriteit (NZa), betreffende de verplichting om de diagnose te vermelden op de DBC-rekening.*) De zaak gaat over het feit dat vrijgevestigde psychiaters en psychotherapeuten met ingang van 20 mei 2011 weer verplicht zijn om diagnoses op declaraties te vermelden. Deze verplichting was eerder door de rechter, in afwachting van het beroep tegen de nieuwe Beslissing op Bezwaar (BoB) geschorst.

De uitspraak van 8 maart is uitgebreid en zorgvuldig gemotiveerd, waarin het College de eerdere BoB van de NZa vernietigt, voor zover deze niet tegemoet komt aan gegrond verklaarde bezwaren en onvoldoende uitwerking geeft aan overwegingen en conclusies in de eerdere uitspraak van het College (2-8-2010) in deze procedure.
In deze nieuwe uitspraak van het CBb worden informatieverplichtingen met betrekking tot zorgverlening aan zelfbetalende patiënten niet verbindend verklaard en worden NZa en het Ministerie van Volksgezondheid verplicht om binnen drie maanden een uitzonderingsregeling te maken voor informatie-uitwisseling in de verzekerde zorg bij de behandeling van psychische klachten.

Klik hier voor een eerste korte reflectie van de KDVP, Koepel van DBC-vrije Praktijken, die de zaak met anderen heeft aangespannen.

Zie ook eerdere berichten over deze zaak op site Beroepseer:

Principiële rechtszaak over verplichte schending van privacy en beroepsgeheim, : https://beroepseer.nl

Bezwaren KDVP tegen gedragscode Zorgverzekeraars, 31 augustus 2011: https://beroepseer.nl

Uitspraak College van Beroep over DBC, : https://beroepseer.nl

Video: In de GGZ is het beroepsgeheim uitgehold, 8 maart 2010: https://beroepseer.nl/video-podcast/ggz/in-de-ggz-is-het-beroepsgeheim-uitgehold/

 

Noot
*)
De Diagnose Behandel Combinatie (DBC) is een manier van registreren en declareren van medische handelingen, ingevoerd per 1 januari 2005. DBC-codes worden voor declaratiedoeleinden overgedragen aan de zorgverzekeraars. Aan de hand van de codes is te achterhalen welke diagnoses de patiënt heeft gekregen en welke behandelingen hij daarvoor heeft ontvangen.

Onderwijs met een hart en een ziel

Marcel Wintels vindt dat het onderwijs bezig is met steeds meer bureaucratiseren. Hij stortte zijn hart uit in zijn stuk Bureaucratisering in het onderwijs is een uiting van wantrouwen dat op 6 maart 2012 verscheen op de site van Onderwijs Brabant, bestemd voor professionals werkzaam in het onderwijs in Brabant.
Wintels is voorzitter van het College van Bestuur van Fontys hogescholen (HBO) en lid van het bestuur van de HBO-Raad:

“Het onderwijs bureaucratiseert helaas steeds meer. Nu staat het hoger onderwijs weer voor een foute afslag. Dan heb ik het niet eens over bezuinigingen. Ook niet over zorgelijke plannen rondom beëindiging van financiering van het deeltijdonderwijs. Evenmin over de onvoldoende kwaliteit die bij een aantal opleidingen (van de ruim 1.000) afgelopen jaren is vastgesteld. De problemen en incidenten zijn alom bekend. Elke opleiding die niet aan de maat is, is er een teveel. Laten we ons wel blijven realiseren dat het om een of enkele procenten van alle opleidingen gaat.
We moeten kritisch zijn en blijven op de onderwijskwaliteit. Meer inhoud, intensievere programma’s, strakker georganiseerd en uitdagender. Minder vrijblijvend, meer eisend. Van onze docenten verlangen we vakmanschap en meesterschap. Ook van studenten mogen we meer eisen. Een betere voorbereiding en oriëntatie op de studie die ze kiezen. Meer verplichte aanwezigheid bij lessen. En de studie in principe voltooien in de tijd die ervoor staat.

Mijn zorg en kritiek ziet op een ander punt. De politiek, geschrokken van de incidenten, stelt steeds meer regels. Nu wil ze fijnmazige zogenaamde prestatieafspraken maken met alle hogescholen en universiteiten. Om op basis daarvan 7% van het budget toe te delen. Want anders, zo is de veronderstelling, wordt het nooit wat met die kwaliteit. Eigenlijk een fundamentele blijk van wantrouwen, een ‘rode kaart’, voor de hele sector.  De politiek denkt dat ‘sturen met geld’ incidenten voorkomt en kwaliteit verhoogt. Ziende blind en horende doof voor de werkelijkheid geloven ze in hun eigen Haagse aanpak. Ieder zo zijn eigen geloof kun je denken. Of, zoals velen zeggen, het loopt vanzelf wel vast, dus waarom je druk maken. En ach, over een paar jaar waait de politieke wind weer anders. Dan is vastgesteld dat op geld sturen iets anders is dan sturen op kwaliteit, heeft het perverse prikkels opgeleverd, komt er een onderzoekscommissie en ‘moet de onderste steen boven komen’. Cynisme alom hoor ik om me heen: over een Review Commissie die de onderwijsonderkoning van Nederland wordt en over beoordelingskaders die niemand interesseert behalve de subsidie/geldschrijvers. Gewoon mensen vrijmaken om op te schrijven wat opgeschreven moet worden. Om vervolgens laconiek weer mee te bewegen onder het mom van ‘de politieke realiteit’. Zo jammer.

Ik heb niets tegen prestatieafspraken, integendeel. Fontys was de eerste hogeschool die deze gemaakt had. Op 1 A4tje. Geroemd door de staatssecretaris. Maar het zal straks niet volstaan. Er moeten plannen, plannen en nog meer plannen komen, rankings en benchmarks geleverd worden, kaders en profieldimensies beschreven worden. Onder het mom van: Wie schrijft die blijft in dit land.
Subsidiejunks moeten we worden. Voor zogenaamde prestatiebekostiging op bureaucratiserende parameters met plannenschrijverij naar geld hengelen.
Wat dan wel? Doen wat we moeten doen. Dat is in het onderwijs lesgeven. Boeiend en hoogwaardig onderwijs verzorgen. Het ‘hoe’ laat ik aan onze docenten over. Het ‘wat’, daar waar het de samenleving om gaat, het eindniveau, daarop moeten opleidingen continu beoordeeld worden en verantwoording afleggen. Bij wijze van spreken elke dag. Laat de inspectie, peer-reviews, OCW, de visitatiecommissies, de NVAO of wie dan ook zeer regelmatig op onverwachte momenten het eindniveau van onze afstudeeropdrachten van alle opleidingen beoordelen. Is dat eindniveau namelijk aan de maat, dan zit het goed. Is dat ondermaats, dan moet – na misschien maximaal een keer een waarschuwing gehad te hebben – de licentie ingetrokken worden, de financiering stoppen en de opleiding sluiten. Eenvoudig, helder en streng. Beoordelen wat beoordeeld moet worden: het eindniveau.
Elke docent die het onderwijs moet opofferen voor een plannen- en subsidieschrijver is er een teveel. Er zijn al te veel plannen geschreven. Die door bijna niemand gelezen worden.

Nog nooit is zelfs ook maar iemand van OCW of de politiek geïnteresseerd geweest in onze verantwoording, ons jaarverslag. Waar heel veel in staat. Nog nooit is er een vraag over gesteld…
Goed onderwijs is, net als goed bestuur, mensenwerk! Zet in op het gezonde verstand, menselijke maat, kleinschaligheid, professionaliteit, eigenaarschap en vertrouwen. Onderwijs met een hart en een ziel. Zet daarnaast wel strenge frequente controle en verantwoording op het eindniveau. Maar blijf weg bij verdergaande centralisatie, weg bij institutioneel denken, weg bij planeconomische overheidssturing, weg bij (ik leen even uit het concept beoordelingskader…) ‘beschreven profieldimensies op een set van indicatoren uit gekozen benchmarkinstellingen’ – au!, weg bij nieuwe bureaucratische systemen.
Mensen maken het verschil, niet systemen, zeker fijnmazige bekostigingssystemen niet. Een hartenkreet, gericht aan de politiek. Het cynisme voorbij. Onderwijs is mensenwerk!”

Bureaucratisering in het onderwijs is een uiting van wantrouwen, door Marcel Wintels, Onderwijs Brabant, 6 maart 2012: www.onderwijsbrabant.nl

Bekentenissen van een “slechte leraar”

bekentenissen van een slechte leraar elisabeth real“De waarheid is dat het niet nodig is dat gekozen functionarissen ons motiveren”, aldus leraar William Johnson in The New York Times/Sunday Review van 3 maart 2012. Hij schreef op de opiniepagina van de krant het artikel Bekentenissen van een “slechte leraar” dat begint met:

“Ik ben leraar speciaal onderwijs. Mijn leerlingen hebben een leerbeperking, variërend van autisme tot een motorische-, emotionele of aandachtsstoornis. Ik hou van deze kinderen, maar ik heb mijn handen vol aan hen. Bijna zonder uitzondering worstelen ze met standaardtoetsen en frustreren ze ons. Wat meer is, ze zijn middelbare schoolleerlingen en dat betekent dat hun beperkingen vermengd zijn met gierende hormonen en sociale druk.

Zoals u zich wel kunt voorstellen, kan mijn werk heel moeilijk zijn. Bovenop de uitdagingen waarvoor mijn leerlingen me stellen, is door bezuinigingen en veranderingen in het speciale onderwijsbeleid mijn werkdruk aanzienlijk toegenomen binnen achttien maanden tijd. Bovendien is het zo dat mijn klassen groter zijn geworden en er ondersteunend personeel ontslagen is. Leerlingen met een toenemende, ernstige stoornis worden in meer algemene klassen ondergebracht, zoals in die van mij. Daar krijgen ze minder aandacht en hebben ze moeite met zich aanpassen aan het lesprogramma, dat bol staat van door de staat ontworpen toetsen met voor de leerlingen grote consequenties.

Daar komt nog bij dat ik een slechte leraar ben. Zo denk ik er niet zelf over, maar zo’n etiket krijg ik opgeplakt door de afdeling onderwijs van de gemeente. Vorig jaar juni vertelde het schoolhoofd dat hij mijn lesgeven “onvoldoende” vond, daarbij een paar hokjes op een evaluatiedocument aankruisend. Het bracht mijn hele carrière in het ongewisse. Datzelfde jaar kreeg mijn school een hoog cijfer op de ranglijst. Ik was een slechte leraar op een goede school. Dat was nogal vernederend.
Zoals de meeste leraren, heb ik goed en slechte dagen. Dat geldt ook voor mijn leerlingen. Vorig jaar mei observeerde de assistent van ons schoolhoofd mij in een ‘zelfstandige klas’. Een zelfstandige klas is een apart klaslokaal voor leerlingen met ernstige leerstoornissen. In dat lokaal gaf ik schrijfles aan leerlingen in de leeftijd van 14 tot 17 jaar wier leesvaardigheden variëren van groep vijf tot en met de brugklas.

Toen de assistent binnenkwam begon een van de leerlingen, een meisje met een emotionele stoornis uit de derde klas, te vloeken. De assistent negeerde haar, waarna ze tegen mij begon te vloeken. Daarna ging ze ook nog eens potloden door het lokaal gooien. Was dat omdat ik een slechte leraar was? Ik weet het niet.

Wel weet ik dat nadat ze met dingen was gaan gooien, ik haar de klas had uitgestuurd. Ik weet dat ik een paar dagen later bericht kreeg dat mijn lesgeven een onvoldoende had opgeleverd, o.a. vanwege het de klas uitsturen van deze leerlinge in plaats van het volgen van de procedure van de ‘voorgeschreven gedragsregels’.

Ik was verbaasd. Eerder dat jaar had deze assistent mij ook geobserveerd en me te kennen gegeven dat ik allereerst moest gaan werken aan mijn  ‘assertieve stem’ in de klas. Maar ongeveer een maand later heeft mijn schoolhoofd mij geobserveerd en gezegd dat ik me helemaal moest concentreren op het lesprogramma, aangezien zij niets aan te merken had op mijn gedrag in de klas. Een paar weken later had ze me aangemeld voor een prijs voor ‘uitmuntend leraarschap’. Was ik echt een slechte leraar?”

Confessions of a ‘Bad’ Teacher, door

 

Foto boven: De auteur William Johnson in een lokaal van zijn school. Foto van Elisabeth Real, The New York Times

Stakingswebsite onderwijs: Wij zijn verbijsterd

omslag hoop en vreesDinsdag 6 maart 2012 is er een landelijke staking van het onderwijs tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer tegen het voornemen van minister Van Bijsterveldt van OCW om 300 miljoen euro te bezuinigen op het Passend onderwijs. De stakingsbijeenkomst vindt plaats in de Arena in Amsterdam en begint om half twaalf.
Deelnemers aan de staking hebben een website geopend – Wij zijn verbijsterd – waarmee ze een vuist willen maken tegen de plannen, en waarop ze schrijven:

“De afgelopen maanden zijn wij meerdere malen ingegaan op de argumenten en de getallen die de minister en bijvoorbeeld ook de heer Elias (Tweede Kamerlid, VVD)  te pas en te onpas hanteren om de bezuinigingen te rechtvaardigen.
Keer op keer hebben wij op de onjuist gebruikte en de gebruikte onjuiste getallen, de halve waarheden en ook de begripsvervuiling gewezen. Een en ander hebben we voor het gemak op een rij gezet”.

Op tenminste 3.362 scholen staken één of meer personeelsleden. Daarvan gaan zeker 1.737 scholen dicht. Het merendeel van de scholen waar wordt gestaakt zit in het basis- en speciaal onderwijs. Van alle ruim 600 scholen voor speciaal onderwijs is het merendeel gesloten. De overige scholen die dicht gaan zijn voornamelijk basisscholen. In het voortgezet onderwijs gaat het voornamelijk om afdelingen die werken met zorgleerlingen, zoals praktijkscholen en scholen met leerweg ondersteund onderwijs. Maar er zijn ook gymnasia waar een deel van de leraren meestaakt of afdelingen in het middelbaar beroepsonderwijs die intensief met zorgleerlingen te maken hebben.

De 2000 bussen die besteld waren, zitten vol.

Boekje downloaden op site van St. Mattheusschool: Hoop en vrees – Verhalen van ouders over de gevolgen van de bezuinigingen op het speciaal onderwijs, Rotterdam, mei 2011: www.zmlk.nl/blog/hoop_en_vrees.pdf

Meer in op website: www.wijzijnverbijsterd.nl (Website is opgeheven)

Wat kan de wereld van het Finse onderwijs leren?

pasi sahlberg Wat kan de wereld van het Finse onderwijs leren? Het is een vraag die leraren, schoolleiders en onderwijsdeskundigen zich herhaaldelijk hebben gesteld in de afgelopen decennia.

In zijn nieuwe boek Finnish Lessons: What Can the World Learn from Educational Change in Finland, beantwoordt Pasi Sahlberg de vraag uitgebreid. Hij doet dat ook op zijn blog. Daarop schreef hij op 16 januari 2012:

Ik concludeer, liever dan een reeks onderwijsomwentelingen op te noemen, dat het Finse onderwijsbeleid gebouwd is op periodieke verandering en op systemisch leiderschap*).  Beide worden bepaald door algemeen aanvaarde waarden en een gedeelde maatschappelijke visie die eigentijdse ideeën over duurzame onderwijshervorming weerspiegelen.
Belangrijk is dat de hoofdkenmerken van de ontwikkeling van een rechtvaardig, hoogwaardig onderwijsstelsel dezelfde zijn als die welke aan de basis liggen van de maatschappelijke en economische transformatie van Finland naar een verzorgingsstaat en een concurrerende kennismaatschappij.

Het is daarom moeilijk bepaalde hervormingen of innovaties, die als een drijvende kracht hebben gezorgd voor de stijging van het niveau en de kwaliteit van het Finse onderwijs, los van elkaar te zien.
Het is nodig de beleidsplannen breed te onderscheiden, en vooral  hoe de verschillende beleidsplannen van de publieke sector verweven zijn met het onderwijsstelsel. Het is ook van belang te benadrukken dat, hoewel gezegd wordt dat  Finland “een modelleerling” is in het luisteren naar de beleidsadviezen van internationale organisaties zoals de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) en de Europese Unie, het Finse onderwijsstelsel weinig geïnfecteerd werd door wat men vaak noemt de “Global Education Reform Movement” of GERM. De reden daarvoor is duidelijk: de professionele kracht en de morele gezondheid van de Finse scholen.

GERM, begonnen in de jaren tachtig, is wereldwijd allengs uitgegroeid tot een onderwijshervormingsdogma binnen veel onderwijsstelsels, ook in de V.S., Engeland, Australië en sommige transitie-landen. GERM wordt vaak gepromoot door de belangen van internationale ontwikkelingsorganisaties en private ondernemingen met hun inmenging in nationale onderwijshervormingen en het maken van beleidsplannen.
Sinds de jaren tachtig zijn er wereldwijd tenminste vijf gemeenschappelijke onderwijselementen en hervormingsbeginselen gebruikt om te proberen de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en de problemen van de openbare onderwijsstelsels op te lossen:

omslag finnish lessons1. De standaardisering van  het onderwijs. Centraal voorgeschreven programma’s met voortdurend toetsen van leerlingen en leraren hebben wereldwijd geleid tot homogenisering van onderwijsbeleid. Ze beloofden standaardoplossingen tegen steeds lagere kosten ter verbetering van de kwaliteit en de effectiviteit op school.

2. Een tweede kenmerk van GERM is de nadruk op kerntaken van de school, met andere woorden, op lezen, schrijven, rekenen en wis- en natuurkunde. Dit gaat ten koste van andere vakken.

3. Het derde kenmerk dat wereldwijd makkelijk te onderscheiden is in onderwijshervormingen is het zoeken naar weinig risicovolle manieren om onderwijsdoelen te bereiken.
Dat beperkt experimenteren en vermindert het gebruik van alternatieve, pedagogische benaderingen.

4. Het gebruik van corporatieve managementmodellen als voornaamste motor tot verbetering. In een proces waarin  onderwijsbeleid en ideeën ontleend worden aan de zakenwereld, spelen nationale hegemonie en economisch profijt meestal een belangrijke rol, in plaats van morele doelen van menselijke ontwikkeling.

5. Invoering van een beleid van rekenschap afleggen door de school op basis van toetsresultaten en prestaties van leerlingen. Daardoor raakt de school onder invloed van werving, promotie en inspectie, en uiteindelijk van beloning of straffen van scholen en leraren. Succes of falen van scholen en leraren wordt vaak bepaald door standaardtoetsen en leraarbeoordeling door derden. Slechts een beperkt deel van de vakken komt in de toetsen voor en de bedoelingen van de leraar worden buiten beschouwing gelaten.

Geen van deze GERM-elementen is gebruikt  in Finland.

Sahlberg besluit met de opmerking dat de beste manier om GERM-infecties te voorkomen is: leraren en schoolleiders goed voorbereiden op hun taken. De lessen van Finland helpen je de GERMs voor 99,9 procent te doden.


Referenties en links

*) Systemisch betekent dat verschijnselen gezien worden binnen de context waarin ze zich tonen en in relatie tot de geschiedenis waarmee ze samenhangen. Systeemdenken houdt zich bezig met wederzijdse beïnvloedingen en niet met rechtlijnig oorzaak-gevolg denken.

Blog van Pasi Sahlberg: klik hier.

Info over het  boek Finnish Lessons: What Can the World Learn from Educational Change in Finland, is o.a. te vinden op:  www.goodreads.com/book/show/12404123-finnish-lessons

Website Pasi Sahlberg:  https://pasisahlberg.com

Lees ook de recensie van Diana Ravitch, research-professor Onderwijs aan de Universiteit van New York, over het boek Finnish Lessons in The New York Review of Books (8 maart 2012): Schools we can envy. Klik hier.

Jan de Lange, werkzaam geweest in het Amerikaanse onderwijs, schreef op 28 december 2011 op het blog van OVK – Onderwijs vraagt kennis – een bijdrage getiteld Nederland volgt de VS, de VS volgt Stalin, waarin hij schrijft hoe Nederland de gemaakte fouten van het Amerikaanse onderwijsstelsel braaf achterna gaat: http://jdlange.nl/nederland-volgt-de-vs-de-vs-volgt-stalin/ (website is opgeheven).

Pasi Sahlberg is te gast op het 17e Congres van de Algemene Vereniging van Schoolleiders – AVS – dat op 16 maart 2012 wordt gehouden in  Nieuwegein. Titel van het congres is Lerend leiden – Leidend leren. Een verkenning van ontwikkelingskansen om met benutting van talenten en ervaringen tot optimale (team)resultaten te komen.
Sahlberg is een van de vier internationale gastsprekers. Titel van zijn lezing: Wat heeft Finland ons te zeggen…
Voorafgaand aan de dag van het congres, op 15 maart 2012, geeft Sahlberg een Masterclass.

U P D A T E

Verslag congres ‘Houd vast aan je visie’ – Inspiratie en bewustzijn op 17e AVS-congres, Algemene Vereniging van schoolleiders, 19 maart 2012: https://avs.nl/actueel/nieuws/houd-vast-aan-je-visie-inspiratie-en-bewustzijn-op-17e-avs-congres/

Ambtenaren honderd jaar terug in de tijd

klokken abvakabo fnvMinister Spies, D66 en het CDA draaien de arbeidsverhoudingen honderd jaar terug, aldus Abvakabo FNV in reactie op het aangepaste wetsvoorstel dat Kamerleden van de twee partijen op woensdag 22 februari 2012 hebben ingediend.

De initiatiefnemers van het Wetsvoorstel Normalisering Ambtelijke Rechtspositie – Kamerleden Fatma Koser Kaya (D66) en Eddy van Hijum (CDA) – pasten hun voorstel aan op die dag.  Dat een aantal groepen, zoals officieren van justitie en politieagenten, wordt uitgezonderd van het wetsvoorstel is door veel media opgepakt. Maar een andere wijziging is volledig onderbelicht gebleven: het schrappen van het overlegvereiste met de vakbonden is nog veel verder doorgevoerd dan in het oorspronkelijke voorstel.
Abvakabo FNV gaat via de rechter een overleg afdwingen met minister Spies.
De minister van Binnenlandse Zaken is voor de bonden de gesprekspartner over de zaken die alle ambtenaren betreffen, maar minister Spies weigert met de bonden in gesprek te gaan over het wetsvoorstel. Zij wil pas een uitspraak doen als het initiatiefvoorstel in beide kamers behandeld is. Voor de bonden is dat te laat. Zij willen met de minister om de tafel op een tijdstip waarop de uitkomst van het gesprek nog invloed kan hebben op het uiteindelijke besluit.

De overheid is een bijzonder soort werkgever, omdat zij ook wetgever is. Om te voorkomen dat de overheid misbruik maakt van deze machtspositie, is zo’n twintig jaar geleden vastgelegd dat de werkgever niet zonder overleg met de vakbonden de Ambtenarenwet en daarop gebaseerde regelgeving (zoals de ambtenaren-cao’s) kan wijzigingen.

D66 en CDA willen al deze afspraken schrappen, en dan ook nog eens met terugwerkende kracht.

Abvakabo FNV vindt net als de andere ambtenarenbonden dat D66 en CDA, alsook de minister, de arbeidsverhoudingen honderd jaar terugdraaien.

Info over de Initiatiefwet Normalisering Ambtelijke status: http://werknemersbijdeoverheid.nl/overzicht-inhoud/de-ambtelijke-status/initiatiefwet-normalisering-ambtelijke-status  (Website opgeheven. Niet meer beschikbaar)

Afschaffing ambtelijke status niet gewenst: http://werknemersbijdeoverheid.nl/overzicht-inhoud/de-ambtelijke-status/afschaffing-ambtelijke-status-niet-gewenst (Website opgeheven. Niet meer beschikbaar)

Brief  van 24 mei 2011 van de gezamenlijke vakbonden van overheidspersoneel aan leden van de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken: https://beroepseer.nl

Meer over het wetsvoorstel Normalisering ambtelijke rechtspositie, Raad van State: www.raadvanstate.nl/@61451/w04-10-0513/

Website Abvakabo FNV. Klik hier. (Website is opgeheven)